lijpe en Hazepolder LORD OXFORD AND ASQUITH. bui Tweede Blad. 'ebr, ïieu g out rebr ISJf °p f2122- léf Gemengd Nieuws. Hongersnood in Albanië. Verzoek aan de Parijsche chauffeurs. Donderdag 23 Februari 1928 71ste Jaargang. No. 8209. i'kt i5 ten OOt,l die i-ri ft get zijn dagi •door TieigaderihB van Dijkgraaf, Heemraden >en Hoofd- ielanden van -den Zijp© en Hazepolder, op Woens- J, 22 Februari 1928, in bet logement „Het Wapen jn de Zijpe"' van den heer J. Broer te Schagerbrug. >t den «Voorzitter de heer Jb. Jimmink, waarnemend pfgraM secretaris de heer Jb. Bleek.. Kan dat niet anders? j)e vergadering was uitgeschreven tegen 's raid- gs half twee, maar het was halif drie toen de ïofdingelanden en de persvertegenwoordigers uit- inoodigidi werden in het vergaderlokaal: te ver- lijnen. Alle leden bleken present te zijn. De nieuwe dijkgraaf. Notulen worden niet vastgesteld en onmiddellijk ordt overgegaan tot benoeming van een dijkgraaf. )e .uitslag is, dat "van de 15 uitgebrachte stemmen 8 uitgebracht worden op dien heer C. Hooij, 6 oP heer IC. Francis en 1 op den heer Jb. Jimmink, enr. lN en ee[j podat tot dijkgraaf isi benoemd de heer C. Hooij,. en 0,p de desbetreffende vraag, van den Voorzitter [evklaart de heer Hooij1, de benoeming aan te ne- m ,hij dankt voor het vertrouwen dat de -perso- die hem stemden in hem hebben gesteld en loopt, dat dit vertrouwen niet beschaamd zal wor- en, hij izal zoo goed mogelijk zijn best doen Algemeen© felicitatie volgt, sloten wordt biji de a.s. verkiezing voor hoofd- Janden ook te voorzien in de vacature van hoofd ingelanden, die nu door de benoeming, van den heer [Hooij tot dijkgraaf ontstaat. [Alvorens de ingekomen stukken in behandeling 1 nemen, stelt de secretaris de vraag, hoe de sala- „eriing van den overleden en van den nieuwen leppaat imoet worden geregeld. Moet 'het salaris n dien overleden dijkgraaf uitgekeerd! worden tot niet den datum van overlijden of tot 1 Maart a®., it einde van het boekjaar» De heer Hooij vraagt hoe het gaat met den waar- Lenden dijkgraaf, doet die het zonder salaris? Voorzitter vindt dit laatste wel goed. heer Hooij! stelt voor het salaris van den over- Fe houd! nas» RIJK! den dijkgraaf tot den datum .van overlijden, 4 Fe- luari, uit, te keeren en aan den waarneemenden het salaris vanaf 4 Februari tot aan den ttiro waarop de nieuwe dijkgraaf is beëedigd. De heer List wil, nu de Voorzitter geen salaris renscht. het salaris van den overleden dijkgraaf litikeeren tot 1 Maart. De heer Joh. Bruin gievoelt meer voor het idée- •v---pïooij. Ook de beer Rezelman oordeelt dat men geen sa- DOtk'ÜS den is. Vete aria kan uitkeeren .voor een dijkgraaf, die overte- Goedigevonden wordt de salarieering te regelen als door den heer Hooij! voorgesteld. Last van hemelwater te St. Maartensbrug. Van den heer IC. Rossen te Alkmaar is het ver zoek ingekomen, om bijl het perceel Van den heer f t Bbothoofd te S.t. Maartensbrug een zinkput met ioleering te leggen, omdat men daar last heeft van iet hemelwater, terwijl toestemming wordt ge il tot het afnemen van de hoogte van den weg is9chen zijn beide steiger®. De Voorzitter deelt mede, dab de opzichter er al ins heeft gekeken, maar de kwestie is dat Bloot- fd niet wil meewerken. Ook uit de toelichting, die de heer Francis over toestand daar ter plaatse verstrekt, blijkt, dat bij een ingesteld onderzoek Bloothoofd niet in jjtyfl de allerbeste stemming aantrof en waar de opzichter 'eeds een oplossing aan de hand had gedaan, werd J?ar!fe06(i{rcvonden, d0 afdoening dezer taak aan het Bestuur en den opzichter over te laten. De bemalingskwestie in polder E. Verzet tegen een besluit van de molenmeesters. .ND (I 3 zljng uitst. sti nig bei van reclamanten SsgtflcbaMXB, waariiD genvezen wordt op het feit, dat ook het rapport zegt, dat de zeker heid bij tmochanischen kracht de boste is en waar geen rekening is gehouden met eventueel» stroomprljlsverlaging, wordt door reclamanten in twijfel getrokken of de exploitatie van een windmeter wel goed'kooper is. Adressanten vragen dan ook aan hoofdingelanden de beslissing 'van de molenmeesters te vernietigen en voorbereidingen te willen treffen tot de aanschaffing van' een 'electrisch gemaal. Is de plaats wel goed gekozen? De heer Rezelman, een der ingelanden van polder E., die het adres hebben onderteekend, zegt dat het 1 hem heeft verwonderd, dat in het rapport alleen ge-1 I sproken wordt over de plaats, waar de oude molen j staat. In het rapport wordt gewezen op de belang- j rijke kwel, maai' die wordt niet weggenomen als de bemalingsinnchting op de plaats van den ouden molen komt. Bij een vroeger ingesteld onderzoek is wel aandacht aan een andere plaats geschonken en dat dit nu niet is .gebeurd is voor spr. aanleiding i geweest het adres te onderteekenen. Voor spr. is het niet de vraag, een windmotor af een electrisch gemaal, maar waar de .bemalingsinnchting komt. Spr: noemt de plaats aan den weg voorbij de boer derij van Gootjes, de plaats. I De Secretaris zegt, dat deze zaak wel degelijk on- I der de .oogen is gezien., maar volgens het Ingenieurs bureau was de sloot daar voor de plaatsing niet ge schikt, zou zij geheel veranderd moeten worden, wat enorm zou kosten. iDe heer Francis dacht dat de kwel met een klein beetje was te verhelpen, doch de heeren Hooij en Rezelman vinden deze zaak niet zoo eenvoudig. De heer Hooij zegt, dat uit de woorden van den heer Rezelman blijkt, en spr. heeft mensoben ge hoord die dit bevestigden, dat men zich niet vierkant verklaart tegen een windmotor, maar dat de hoofd zaak voor adressanten is op behooriijken tijd van het water af te komen. Spr. gelooft niet dat men per sé een electrisch gemaal wenscht. De heer Rademaker zegt, dat uit het rapport wel blijkt, dat een windmotor het goedkoopst is. Do heer Rezelman echter wijst er op, dat als de kwel er niet is, minder tijd gemalen behoeft te wor den en de kosten daardbor van eleotrische bemaling goedkooper worden. De heeren Bruin en Rezelman geven in overweging een onderzoek te doen instellen naar het verschil in kosten electrisch gemaal of windmotor, bij plaatsing aan den weg. Tot het instellen van zulk een onderzoek wordt be sloten en in verband daarmee deze zaak aangehou den tot de volgende vergadering. Nog een oude kwestie. Het algemeen re glement en het bijzonder reglement. Bij de rondvraag zegt de heer De Boer, dat bij de gehouden stemming voor de verkiezing van een dijkgraaf de 'heer Hooij is gekozen. Spr. hoopt dat de heer Hooij steeds de zaken van den polder op een onpartijdige wijze moge behandelen. Het doet spr. evenwel leed dat de benoeming niet volgens het re glement heeft plaats gehad. Artikel 4 toch van het bijzonder reglement zegt, dat dijkgraaf en heem raden worden benoemd door de hoofdingelanden, ter wijl de heemraden toch aan de stemming hebben deelgenomen. De Voorzitter zegt, dat de heemraden altijd heb ben meegestemd. De heer Francis zegt, dat artikel 53 van het alge meen reglement zegt diat heemraden en hoofdinge landen gelijke stemmen hebben. De heer Hooij zegt, dat hiji vroeger hetzelfde stand punt heeft ingenomen bij de benoeming van een heemraad, als de -heer De Boer thans doet. Spr. was toen nog geen hoofdingeland, meende toen ook, dat de verkiezing van een heemraad onwettig was ge schied en richtte het verzoek/ tot Ged. Staten deze stemming te willen vernietigen. Ged. Staten hebben aan dat verzoek niet willen voldoen, omdat de stem ming goed was geschied. Ook bij een bezoek aan de griffie werd spr. medegedeeld, dat men zich moest houden aan het algemeen reglement. Spr. heeft daar na nog inlichtingen ingewonnen bij 2 rechtsgeleer den, de eerste gaf spr. gelijk, de tweede oordeelde ook, dat het algemeen reglement gehandhaafd m'oest blijven. Spr. heeft zich daarna tot de Kroon gewend om vernietiging van de stemming te verkrij gen, maar in een brief, dien spr. van den Raad van j State ontving, stond dat er heel goed was gestemd j en dat bij eventueele herziening van het reglement j Hare Majesteit haar aandacht aan deze zaak zou schenken. De heer De Boer wijst er op, dat het dus gewenscht zou zijn artikel 4 van het Bijzonder ReglemJent te schrappen. Do heer Zeeman wijst nog op een gezonken i schuitje van J. Roos, die den waterloop belemmert. De Voorzitter zegt toe, dat het in orde gebracht zal worden. Hierna sluiting. Aan de orde wordt gesteld een schrijven inzake de Jmalingskwestie in polder E. Door den Secretaris wordt toegelicht, dat de mo |jmeesters, nadat een besluit tot aankoop van een jlndniolen door Ged. Staten was vernietigd, een 42 ieuw besluit om een Amerikaanschen windmolen 1 te stichten hadden genomen, maar van ingelanden van polder E. was tegen dit besluit een bezwaar- sciinft ingediend, omdat men oordeelde, dat het be sluit onregelmatig ,en overhaast was genomen en het de vraag was of een dergelijk .bemalings- 'flteemj wel voldoende waarborgen bood op tijd 'U het water verlost te zijn. Ook wat de stichtings- 08J?n. betrof zou bet goed zijn dat een onderzoek ei'd ingesteld of een meer moderne bemaling wel uurder zou zijn. In dit verband wordt gewezen op e actie van een combinatie van gemeenten, 'ten doel ebbenden) stroomprijiaverlaging, izoowel voor 'licht als w Krachten orgie te verkrijgen. Naar aanleiding van i 8<ririjven heeft het Dag. Bestuur de bemiddelende ?Ji^°'mst van Iiet Ligerüeursb'/i-eau van W. C. de Wit te Amsterdam ingeroepen, dat tot taak g«n H onderzoek in te stellen naar de kosten Lr?» dichting van diverse bemalingen. Over dat on- R 0Ö" raPIJOrt ingekomen en daaruit blijkt, w de stichtingskosten bedragen: a. van een elec- jch gemaal met ijzeren vijzel f 11300 af f 300 voor Li ouden molen f 11000; b. een ruwoliege- m 300 voor afbraak ouden molen Is w. Do exploitatiekosten, zonder bediening komen iRSiL.ö6n el6ctrisch gemaal op f2317.40, voor een ruw- PwnL ral)Porfc blijkt verder, dat de aanschaffing ichivfJ1 windmlotor van de N.V. Stokvis zeer ge- df«n 8 acllten en de kosten er van begroot wor- J op f23500, de exploitatiekosten met inbegrip tedJS'll®ninK f 2190. Als eindconclusie wordt mede- ïi* ii een ruwoliegemaal zonder bediening a a!E,01 dezelfd;e exploitatiekosten aangeeft als itipK*?1 aanscfl10 windmotor met bediening. De isJ f,Vai1 een electrisch gemaal zou slechts in „LhI [g®?1?* komen, indien het G.E.B. zijn slu si D garage, nhedet 't Ziti] leeftijd) KOOPi nhu igas-W mertet' wordt, renek"1, zijn leverings- zoodanig wijzigde dart. de kosten mot «0 f200 verminderden. L L ®0®etaris deelt verder mede, dat diit rapport V er via! v, i ü,DOM/ vtjiuw 'J-u.'uu'ü, utti» uno 'reuppwu Lu..!;e beeft gelegen, enkele personen inzage ervao „,J| leDDen ÉKVTinm/vr, __x I wu,v'®el Kii en aan de hand van artikel 2 van inning-? W reglement, een onderhoud! met het Orht'tft nUr ^^ibien aangevraagd. Het Dag, Bestuur toantat,ZU 10011 onderhoud niet noodig en had recla- ;^e,rQip föWezen, dat beroep openstond bijl de ingelanden. Naar inleiding hiervan was weer een schrijven TENGEVOLGE VAN MISLUKKING VAN DEN OOGST. Een beroep op den Volkenbond. De Albaneesche regeering heeft een beroep op Sir Eric Drummond gericht om hulp van den Volken bond ter bestrijding van den hongersnood die, door de algeheele mislukking van dien oogst, in geheel Noordelijk Albanië begint te heerschen. De regeer ing wijst er op, dat haar middelen' niet toereikend zijn om in den nood te voorzien en verzoekt dringend om het onderwerp op de agenda van de a.s. zitting in Maart te willen plaatsen. Uit Genève wordt nog omtrent dezen noodkreet van Albanië, aan de N.R.'Crt. gemeld, dat de regee ring van Albanië den secretaris-generaal van den Volkenbond, heeft verzocht de kwestie van den hon gersnood in Albanië op de agenlda van de eerstvol gende zitting van den Volkenhond te plaatsen. De regeering van Albanië herinnert in haar brief aan den Volkenbond er aan dat reeds sinds eenige maan den hongersnood in het Noordon van Albanië heerscht, die te wijten is aan den slechten oogst van het afgeloopen jaar. De budgetaire mogelijkhe den van de Albaneesche regeering zijn zeer beperkt en hebben haar niet veroorloofd op voldoende wij :o aan de behoeften van de streek tegemoet te komen, zoodat, ondanks de poaringen der regeering van Al banië zelf en ondanks den edelmoedigen bijstand van het Italiaansche Roode Kruis de toestand van de bevolking nog steeds zeer veel te wenschen over laat. Daar de uitgebreidheid van hun behoeften steeds grooter is dan de middelen van.'bijstand, die tot dusverre konden genomen worden om aan hun meeste dringende behoefte tegemoet te komen. In het vertrouwen in de humanitaire beginselen, die de grondslag zijn van de weldadigheidsactiviteit van den Volkenbond, veroorlooft zich derhalve de Alba neesche regeering den Volkenbondsraad te verzoe ken zich in haar aanstaande zitting voor de kwestie te interesseeren, zoodat zoo spoedig mogelijk een af doende hulp ten gunste van de noodlijdende bevol king zal kunnen georganiseerd worden. Do Albaneesche regeering verklaart, dat zij wer kelijk zeer gelukkig zal zijn ea met Innige dankbaar heid zal ontvangen alle bijdragen die de Volken bondsstaten zouden willen geven aan dit werk van hulpverleening, waarvan het dringende karakter ze ker niet aan de aandacht van den Volkenbondsraad zal ontgaan. Tenslotte bracht de Albaneesche regee ring in herinnering, dat reeds in 1924 de Volkenbond aan een dergelijke stap van de Albaneesche regee ring een zeer edelmoedige ontvangst heeft gegeven en de regeering drukt dus de hoop uit dat ook thans aan de noodlijdende bevolking de noodige bijstand zal verstrekt worden. OM HUN GETOETER WAT IN TE BINDEN. En Parijs niet tot een onverdraaglijke Babel te maken. Te Parijs evenals trouwens in alle groote ste den is het kabaal in de straten onuitstaanbaar geworden, zoo onuitstaanbaar, dat er reeds sinds ja ren een heel traettge vereeaflglag bestaat, die ziek ten doel stelt het onhebbelijk leven maken in de Pa rijsche straten tegen te gaan. De vereeniging werkt op het oogenblik met een aanplakbiljet, waarin zij zich in het bijzonder richt tot de Parijsche chauf feurs, hen verzoekend toch mede te werken dat „het schoone Parijs niet tot een onverdraaglijk Babel wordt gemaakt". Gij, zoo wordt er op het scharla ken aanplakbiljet gezegd, zijt verantwoordelijk voor een groot aantal zenuwziekten uwer stadgenooten en dan wordien de chauffeurs uitgenoodigd hij hun dagelijksche ritten door Parij's zich toch eens even te bezinnen of het aanhoudende, heftige getoeter met de auto-trompet nu heusch wel altijd noodig is. Zij, die den tekst van dit aanplakbiljet 'hebben op gesteld, vrienden van rust en stilte en, naar wij ho pen, tevens uitstekende leerlingen in de school van den voetganger, zeggen aan het slot van hun ver zoek tot de chauffeurs: „het is menschelijker uw slachtoffers maar ineens te verpletteren, dan; hen op deze wijze mlet uw getoeter dood te martelen". Wat dus zeggen wil: liever de dood dan de auto-toeter. Het is ongetwijfeld ook een opvatting, voegt de N.R.Crt., waaraan we dit bericht ontleemen, er aan toe. Zoolang over den oorlog van 1914 gesproken zal worden, zal men den naain noemen van dezen gr ooien Britschen Staatsman, omdat Asquith Eerste Minister in Engeland was in de wereldschokkende dagen van den zomer van dat Jaar. Ik hesprak, toen de berichten omitrentt den toestand' van 'Lord Oxford and Asquith ongunstig werden, deze' aangelegenheid' met een mijner Emgelsche vrien den een gepensionneerd generaal, die niet aan po litiek doet en als kolonel gepensionneerd vóór den oorlog, dezen geheel heeft meegemaakt. Het merkwaardigste van die dagen vyas naar mijne aneening wel het blinde vertrouwen in alle Eïig,el>- sChe kringen, onverschillig of ziji conservatief of libe raal waren, in Asquiith, den Premier. Bit wa® te danken aan'het karakter van dezen li beraal. (Henry Asquith was een Elngelschman uit een der Noordelijke graafschappen, n.1. uit Yorkshire en had het echte rustige, maar tevens vasthoudende York- shire-type. Toen bij in Oixford studeerde, blonk- hij' boven zijn collega's uit, zoodat de president van Baliiol College in Oxford' hem een groote toekomst voorspelde. De heer Yowett had goed gezien, had den jongen Asquith goed' beoordeeld en toch zou men dat in het begin zijner carrière niet gzegd hebben. Asquith vestigde zich als advocaat te Londen en had jaren lang heel weinig praktijk. Hij! maakte naam in de dagen van de groote strubbelingen met den Ierschen partijleider Pamell, wiens enorme macht plotseling vernietigd werd door een schan daal, tengevolge van een ongeoorloofde verhouding', welke hiji er op na hield. Eenmaal bekend, ging het voor Asquith met snelle schreden den weg naar een groote toekomst op. Gladstone, wien de Iersche zaak steeds ter harte ging en die als Minister herhaaldelijk voor Home Rule voor Ierland heeft gestreden, riep Asquith alis medewerker in zijn ministerie. Een goede keuze, want Asquith had door de genoemde processen niet alleen groot inzicht in de Iersche zaken gekregen, maar bleek door zijn bekwaamheid .onkreukbare trouw en bijna onverstoorbare kalmte een zeer nut tig .medestander en een niet te onderschatten tegen stander te zijn. Men werkte gaarne met hem samen en .als van zelf sprekend kwam hij' in het Kabinet van den bekwam men liberaal Sir Henry Campbell-Bannerman en wel als Kanselier van de Schatkist. Nu is de positie van een Chancellor of the Exchequer in Engeland bijt- zonder gewichtig en wordt beschouwd als de 2e na die van den Premier. Dit was dan ook de reden, dat Asquith Banner man als Premier opvolgdéi Aldus regeerde in 1914 het Ministerie Aisquith in Engeland Naast hem zat de rustelooze -Welshman D'avid Lloyd George als Kanselier van de Schatkist en de bedaarde Sir Eidward Grey als Minister van Bui- tenlandsche Zdlten. Ambassadeur van Duitschland te Londen was de bekwame Pain® Lichnowsky, Britsch ambassadeur te Petersburg was de onbeduidende S,ir George Bu- chanan. Dé eerste deed alles om den oorlog te voor komen, toen in Juli 1914, als gevolg van den moord op den Oostenrijkschen troonopvolger Frans Ferdi- nand d'Eiste en dien® gemalin ,de donkere wolken aan den politieken hemel zich steeds meer samen pakten. Ware te Petersburg een bekwamer En- g8lschman geweest, wellicht hadden Rusland en Engeland samen den strijd kunnen voorkomen. Het liep nu 'hopeloos mi® .Frans Joseph en Wilhelm II kregen hun zin: aan de Serviërs werd een zoodanig ultimatum gezonden ,dat Servië niet anders kon doen, dan „neen" antwoorden. De lont had het kruit doen ontbranden, de mobi lisaties sloegen in oorlogsdaden over. Wat zou de houding van Engeland zijn? Ik herinner mij, hoe ik dadelijk' zei: „indien En geland meedoet, verliezen de Duitschers, want mijn vader zei altijd: de Ehgelsc'hen hebben nog nooit een oorlog verloren, ali hebben zij er dikwijls nog zoo gek voorgestaan." Indien Duitschland de neutraliteit van België niet geschonden zou hebben, zou naar mijn meening En geland neutraal gebleven^ zijn. Zoo dacht eigenlijk iedereen er over. In Duitschland, d.w.z. in de regee- ringskringon van dat land, dacht men zelfs, dat Engeland ook nog neutraal zou blijtven, indien Bel gië'® neutraliteitt geschonden werd. Zouden de kalme Asquith en Grey niet liever neutraal blijven coüte que coüte! Hoe weinig kennen de (Duitschers toch. het Engel- sche karakter. De Engelschrnan hecht aan zijn gege ven woord, geschreven of niet, of de Duitschers nu zelfs niet aan hun geschreven woord hechten, dat laat den Engelschman koud. Toen dus do Belgische neutraliteit geschonden zou worden, ging de waarschuwende boodschap van Lon den naar Bei-lijn. Berlijn negeerde dit en even later han Engeland aan Duitschland 'don oorlog verkil aard. Dit besluit was genomen door het liberale mi nisterie Asquithl Het verwekte groote beroering in de wereld, want men had het grootste vertrouwen in de spreekwoordelijke bozadigheid van den Brit schen Premier. Vian een Asquith veronderstelde nie mand oorlogszuchtige neigingen of overhaaste be sluiten. Het besluit was ook! wel overwogen, doch kon niet anders genomen worden als gedaan was: „wij Britten houden ons aan de belofte om de neu traliteit van België te verdedigen." (De strijd ging nu voor alle weldenkenden onder de neutralen bijna minder ono Servië en Oostenrijk, dan om het „Engelache woordT en het Duitsche „vodje papier". Asquith was een bekwaam staatsman en een zeer goed redenaar, maar miste toch de mede®leepende eloquentie van zijn partijgenoot Lloyd George, en voelde, gedurende de oorlogsjaren, dat het voor het land, voor het wannen van den oorlog beter zou we zen, indien bij plaats zou maken voor den vurigen Welshman. Meer en meer kwam' Asquith sedert op den ach tergrond en het is hemi noodt meer mogelijk' geweest weer een groote rol te spelen. 'Zijn partij1, de groote liberale partij heeft sedert den oorlog uitgediend, is waarschijnlijk aan de coa litie der latere oorlogsjaren te gronde gegaan. Het vertrouwen in Lloyd George, het vertrouwen in de 'Liberale partij! moge hopeloos geschokt zijn, het ver trouwen in den persoon Asquith is dat nooit. Zeker, de kiezers van zijn oude, trouwe Schotsche kies district Paisley hébben hem laten vallen, maar dat was een val van Asquith den liberaal, en niet van Asquith den vertrouwensman. Of de wijze, waarop izijn tweede vrouw, Margot Tennant, zich in bare boeken ook over haar man heeft uitgelaten, op zijn niet-herkiezing invloed ge had heeft, valt moeilijk te zeggen. In ieder geval getuigden de uitlatingen van de brutale of wil men liever: onbeschaamde Margot niet van veel eerbied voor haar grijzen gemaal. Mij! dunkt, Asquith zal haar wel eens hardgrondig verwenseht hebben. Wat Asquith als spreker betreft, wordt van hem verteld, dat hij! altijd het beste, helderste en wel sprekendste betoog hield: na tafel. Booze tongen zeggen: als hij; hem om had! Personen, die Asquith goed gekiend hebben in het Parlement zeggen echter, dat hiji werkelijk het 'beste sprak na een goed diner, maar dan toch allerminst in kennel ijken staat verkeerde. Trouwens, wat ia kennelijlken staat? Bijl een prijsvraag daarover zullen 'de antwoorden hemelsbreed verschillen. Zelfs de e«ene .politieagent zal -er dus zus, een ander zoo over denken. Met den weisprekenden Lloyd George heeft As quith het in de laatste jaren geducht aan den stok gehad. Hiji ia dan ook. als ledder der inmiddels gedeci meerde liberale partij, afgetreden en heeft sedert absoluut geen rol meer gespeeld. Zijn verdiensten zijn door den Koning, op voorstel van het Conser vatieve Ministerie Baldwin, erkend door zijne ver heffing tot Peer of the Realm. Hij nam. den titel Earl of Oxford aan, maar toen daar, op historische 'gronden, bezwaar tegen ge maakt werd, voegde hij er Asquith aan toe. De oorlog heeft ook zijn offers aan Asquith ge vraagd, zijn oudste zoon Raymond is reeds in het begin van den oorlog gesneuveld. Diens zoontje Juiian, thans 12 jaar oud, volgt zijn grootvader als Lord Oxford and Asquith op. Engeland zal daardoor weer een Roomsch Katho lieken Lord rijker worden, want de moeder van Ju- lian is Katholiek geworden en voedt haar zoontje Katholiek' op. Het heeft de weduwe: Margot, Lady Oxford and Asquith niet aan bewijzen van deelneming ontbro ken. Het Ehigelsche Koningspaar, de Koning; der Belgen, de President der Fransche Republiek, stuur den haar telegrammen of brieven met rouwbeklag Margot heeft niet te klagen. Ze heeft ,in zware rouw gehuld, met haar stiefdochter, .prinses Bibesco en Lady Bonham-Carter, en verdere familie in de pre sidentsloges zoowel in Hoog er- als Lagerhuis de na- gedaohtenis-redevoeringien bijgewoond. Ramsay MacBonald, Clyne® (beiden Labeur), Lord Reading en Lord Grey, David Lloyd George (libe raal), Lord Cecil of Chelwood, Lord Birkenhead (con servatief) hebben hulde aan Asquith gebracht. Lloyd George getuigde, dat de klassieke welspre kendheid van den overledene een voorbeeld zal blij ven voor het nageslacht. De vader van het Lagerhuis: T. P. O'Connor, noemde hem een der edelste en begaafdste staats lieden uit de geschiedenis. In 'het Lagerhuis werd door den Premier Baldwin, in het Hoogerhuis door Lord Salisbury een resolu tie van herdenking voorgesteld. Bijlzonder interessant is hetgeen Lord Cecil of Chelwood, die hem zoo goed' gekend heeft, o.a. in de oorlogsjaren, van Asquith zei: Nimmer eischte hij1 een verdienste op, die aan een ander en zelden een die hem zelf! toekwam. Tijden® den oorlog kwam het daardoor maar al te dikwijls voor, dat alle ver diensten van zijon administratie aan anderen en alle mislukkingen aan Asquith werden toegeschreven, Niimmer beklaagde hiji zich nimmer klaagde hiji E:r mogen dan andere mannen in groote posities meer bewonderd zijn geworden, wat mij betreft, bestaat er 'geen twijfel dat niemand meer bemind was. Wan neer iemand als Lord' Cecil of Chelwood, ons allen vroeger als Lord R'obert Cecil zoo goed bekend en zoo sympathiek, dit zegt over een staatsman, die niet zijn partijgenoot was, maar met wien hiji wel samen werkte, dan laat het geen twijfel of Asquith was een groot man' met een groot karakter. Wie het tot de hoogste ambten kan brengen met meer dan 'groote bescheidenheid, met uitschakelen van zijn eigen persoon, die moet buitengewone kwa liteiten bezitten. Trouwen®, wie ziet hoe hiji na een. uitblinkend studentschap tevreden 1» met een bo1- schelden advocatenpractijk, die hij door eigen kunde opbouwt, zoodat hij' er uit opgeheven wordt, door iemand als Gladstone en geplaatst in de politiek en het dan brengt tot het Premierschap van Groot- Britanniö, diie moet bovon anderen uitmunten. Zoo iemand ie ter wereld moeilijk te zoeken» Van wien zal een opvolger getuigen, zooals Lord Reading Asquith'® opvolger ala leider der Liberale Party dat doet: Er Is heengegaan een volmaakt gentleman, groot en edel van karakter, geheel vrij van IJdelheid, af gunst of kleingeestigheid. Nooit zou hU Bich1 zelf1 zoeken. Wat moet zijn weduwe wel gedacht hébben, toen zij dit alles hoorde,, zij aan wie het woord beschei denheid volmaakt vreemd ia. ,De jeugdige opvolger van 12 jaar kan moeilijk beseffen, welk een verantwoordelijkheid er op zijin zwakke schoudertjes gelegd wordt om een goeden tweeden Lord Oxford and Asquith te worden. Toch zou hiji reeds veel bereiken in het leven, wanneer later over hem getuigd kon worden, hetgeen door een groot liberaal politicus en rechtsgeleerde, Lord Biuchmaister. over zijn illusteren grootvader gezegd werd: Lord Oxfo>d and Asquith' was een man, die nooit van een vriend het gelaat heeft afgewend en aan en vijand nimmer den rug heeft toegekeerd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 5