Schager Courant
Raad van Helder.
Tweede Blad.
Gemengd Nieuws.
Een scherpe rede van Paus Pius XI.
Groote overstroomingen in Italië.
De overstromingsramp in Californië.
De ellende in Zuid-Wales.
Een Amerikaanscli duel.
Prettige toestanden in Chicago.
Juweelendieven slaan hun slag.
De roode terreur in China.
De vlucht over den Oceaan.
De gascorruptie.
Binnenlandsch Nieuws.
De ontvangsten op de Ned. Spoorwegen.
Belastingaanslagen van eigengeërfde
boeren.
Schietoefeningen op de Westerschelde.
Woensdag 28 Maart 1928.
71ste Jaargang. No. 8228.
TEIGEN ITALIë'S HUIDIGE FASCISTISCH
REGIME!,
Het Italiaansche blad. de „0&9ervatore Ramono"
publiceert een rede van den paus; waarin deze
zonder namen te noemen, doch met vrij: duidelijke
toespelingen op de jongste vergadering van het z.g.
'katholieke centrum te Rome. het betreurt, dat deze
katholieken, die zich met 'zooveel nadruk „katho
lieken" noemen, het niet moedig hebben geoordeeld
tot den Heiligen Vader te komen, doch zich integen
deel naar het Kapitood; hebben begeven. De paus
oefende vervolgens critiek uit op den toon, waarop
door de nationaal-katholieken op het Kapitooll de
Romeinsche kwestie besproken is, terwijl hij ook
eenige andere door hen op het Kapitool gehouden
ledevoeringen in zake de verhouding tusschen keik
en staat aan critiek onderwierp*.
De paus verklaarde vervolgens, dat hij de goede
jijden van het huidige régime in Italië herhaaldelijk
heeft erkend, en dat aan zijn desbetreffende ver
klaringen in alle landen ru-chtbaarheid is gegeven.
Men heeft echter getracht aan detze verklaringen
door ze uit haar verband te rukken, een andere
draagwijdte te geven.
De paus zei de voorts: Wij echter weten ook even
als d'e bisschoppen, die uit tal van gebieden bij ons
(mm toevlucht zoeken, hoeveel betreurenswaardige
nisstanden er nog steeds bestaan. Wij weten ook,
evenals zoovele christelijke ouders dat weten, hoe
het gesteld is niet de christelijke opvoeding der
jeugd, welke uitsluitend, ook wat de middelen be
treft, tot de 'Competentie der kerk behoort.
De' paus sprak zijn leedwezen er over uit. dat er
een plan bestaat om de geheele opvoeding der
jeugd in handen te stellen van den staat, en wel
niet slechts de lichamelijke opvoeding, doch het
geheele onderwijs., hetgeen in strijd ia met' de des
betreffende verzekering, welke men den paua inder
tijd heeft gegeven. Voorts mengt men zich in ge
leiding der katholieke vereenigingen en congrega
ties. welke onder het rechtstreeksche gezag der bis
schoppen staan; deze inmenging baseert men nu eens
op losse veronderstellingen, dan weer op voorwend
sels De nationaal-katholieken, izoo zeide de paus,
hebben op het Kapitool onjuiste conclusies uit ons
stilzwijgen betrokken. ZJi.l hebben er zich geen re
kenschap van gegeven, dat het soms beter is te
zwijgen, niet omdat, men niets te zeggen heeft, doch
om een toestand* niet te verergeren.
De publicatie der allocutie in Italië ver
boden.
Uit Triëst wordt aan de „Voss. Ztg." gemeld', dat
de publicatie der rede van den paus, waarin hij
zich scherp tegen het fascisme keert, door Musaolini
in geheel Italië is verboden.
VENETÏë IN HOOFDZAAK GETEISTERD.
Wolff seint uit Rome:
De „Messagero" maakt melding van groote over-
itroamingen in heel Venetië.
Uit Vincenza wordt bericht, dat een heele reeks
gemeenten der provincie door hoog water geteisterd
worden, dat vooral in San Petro en San Sebastiano
groote schade heeft aangericht. Daar zijn eenige hui-
een ingestort.
Uit Venetië wordt gemeld, dat in de omgeving van
Mestre de kanalen buiten haar oevers getreden zijn
en dat o.a. de villa van den minister van financiën,
Volpi, tot de eerste verdieping onder water staat.
De electrische spoorweg naar'Treviso heeft zijn
dienst gestaakt.
Ook uit Padua worden overstroomingen gemeld en
bericht men, dat eenige stadswijken onder water
staan.
ER ZOUDEN REEDS 100 SLACHTOFFERS ZIJN.
Uit Californië wordt gemeld, dat het water van de
Sacramentarivier 30 voet gestegen is. Het in de ri
vier gelegen Liberty-eiland dreigt door het water te
worden verzwolgen. Reeds zijn 20 menschenlevens te
betreuren. De aangerichte schade is enorm.
De bewoners van het eiland waren te voren door
bet Meteorologisch instituut gewaarschuwd, doch
hechtten geen geloof aan dit 'bericht en wilden het
eiland niet verlaten.
Later wordt gemeld, dat de overstroomingsramp bij
Sacramento in Californië volgens de jongste berich
ten honderd slachtoffers heeft geëischi De materieele
schade 'bedraagt vele millioenen. Vele dorpn en boer
derijen staan onder water. Door den voortdurenden
regen blijft het water stijgen.
BIJZONDERE REGEERINGSMAATREGELEN.
In het Engelsche Lagerhuis heeft Ramsay Mac-
Donald de kwestie van de ellende in de mdjndistrio
kn van Zuid-Wales ter sprake gebracht. Hij zeide,
dat de regeering! nu eindelijk wel' een commissie van
onderzoek had gestuurd, maar. als vrijlwel alles wat
de regeering ondernomen had, veel te laat. De
nood was tot het toppunt gestegen. Kinderen liepen
ronder kleeren of schoeisel en zouden sterven als de
Particuliere liefdadigheid zich niet over hen ont
fermde. Eén der streken, waar in 1921 mog 12.000
"oannen werkten, was nu zoo goed als verlaten* in
®ea ander district werkte nog één mijn van de zeven.
Neville Chamiberlain antwoordde, dat de toestand
°ok zonder overdrijving ernstig genoeg was. De
Moeilijkheid was, dat de regeering met een bevol«-
Jin» te doen had, die nooit anders dan het mijn-
Jödrtilf geleerd had en dus geeni ander vak kiende.
w waren echter reeds 24 scholen opgericht, waar
inannen in andere vakken werden onderwezen,
Waa-ro.pi hun overplaatsing naar districten volgde
Waar wel werk te vinden was. Ging, het daar een
Paar maanden goed, dan kwamen ook de gezinnen
"ca bij den. man en vader voegen. Dit was het eeni-
RJ luiste middel om den toestand te verbeteren. Spa*,
dat de bevolking van Zuid-Wales alles deed:
de kinderen te helpen en als zijzelf niet meer
joa, zou het Eogétecbe volk zijn landgenooten xe-
JJ niet in den steek laten. Slecht» als dit wel het
[J'al mocht zijn, kon de regeerimg in deze aangele-
WAiid ingrijpen. Op het ooaenhük vu hij: nefl
nog niet geneigd om staatsgelden ter leniging van
den nood ter 'beschikking te stellen, om de princi
pieels reden, dat alle noodlijdende districten dan bi}
den schatkist zouden komen.
MET EEN LUGUBER NASPEL.
De politie te Boedapest houdt, zich bezig met het
lugubere naspel van een zoogenaamd Amerikaansch
duel, dat twintig jaar geleden een beursagent en een
1 eeraar met elkaar aangingen. Dengen e,, die het
zwarte balletje trok. zou verplicht zijn, na twintig
jaar een einde aan zijn leven te maken. Het lot wees
daarvoor den beursagent aan. Gedurende vijftien
jaar ontving deze op den dag, waarop het duel plaats
had gehad, een genummerde aanmaning,, inhoudend,
dat zijn leven weer een jaar korter was geworden*,
en dat hij nog maar zooveel jaar te leven had. Vijf
jaar geleden ontmoetten de twee elkaar. Dit maakte
op den leeraar zoo'n indruk, dat hij de vlucht nam,
en een paar dagen later maakte hij, een einde aan
zijn leven. Met de brieven was het echter niet ge
daan, EVen stipt als te voren ontving de beursagent
ze geschreven door den overledene. Op den duur
waren zijn zenuwen daar niet tegen bestand. Hii
sprak een vriend over het geval, blijkbaar om zich
lucht te verschaffen. Doch de angst werd hem ten
slotte de haas: hij1 maakte een einde aan tzijn leven,
door zich voor een trein te werpen.
De onderzoekingen heeft de politie nog niet veel
verder gebracht: zit vermoedt dat de afzender van de
brieven der laatste vlfif jaren een gemeenschappelijk
ke kennis van beide duellanten ia, wien de leeraar
voor zijln dood met de verzending van de toen reeds
vooruit geschreven brieven belastte.
DE STAD, WAAR MEN ALLES MET BOMMEN
TRACHT TE BEREIKEN.
Naar Reuter uit Chicago meldt, zijn daar Maandag
avond voor de woningen van politici twee bommen
ontploft Er werd niemand bij gekwetst De eerste trof
den voorgevel van het huis van senator Deneen, het
welk ernstig beschadigd werd. Een kwartier later ont
plofte een tweede bom in de portiek van de woning
van rechter Swanson. Bij vier vroegere gelegenheden
zijn er hommen ontploft bij woningen van ambtena
ren, maar de beide jongste ontploffingen vormen de
eerste aanvallen op den eigendom van personen, die
openlijk gekant zijn tegen bet beheer van mayor
Thompson.
EEN BUIT TER WAARDE VAN RUIM 80.000 GUL
DEN AAN JUWEELEN, RINGEN, ENZ.
Juweelendieven hebben aan het eind der vorige
week hun slag geslagen in het kantoor der firma T.
en A. Hirschfield, diamantzetters, in Kirbystreet in de
Londensche diamantwijk Hatton Garden en er voor
een waarde van 7000 pond sterling aan juweel en, rin
gen, horloges enz., gestolen.
Een groote brandkast, die verondersteld werd vei
lig te zijn voor iedere poging haar met geweld te ope
nen, werd niettemin geopend nadat de inbrekers met
een zuurstof-acetyleen steekvlam een gat hadden ge
brand rond het slot. De laden der brandkast werden
er uitgehaald en daarop werd de deur weer dichtge
gooid. Daar het metaal nog gloeiend was, was de
deur niet meer open te krijgen, zoodat toen de politie
Maandagmorgen gewaarschuwd werd, haar pogingen
om de kast te openen, eenige uren in beslag namen.
Ongemerkt hadden de dieven twee rware zuurstofcy-
linders het gebouw binnengebracht. Die cylinders en
kisten, waarin zij gezeten hadden, waren door hen
achtergelaten.
Vermoed wordt, dat deze inbraak het werk is van
een bende, die onlangs van overzee in Engeland is
aangekomen.
GRUWELIJKE BIJZONDERHEDEN.
De militairen gaan voort op groote schaal menschen,
die vermoed worden communisten te zijn, te execu-
teeren. Tusschen 15 en 21 Maart zijn er aldus 56 ter
dood gebracht. Een dergelijke staat van zaken
heerscht te Tsjangsa.
In het Zuiden der provincie Hoenan daarentegen
duurt de terreur der rooden in onverminderde mate
voort. Gruwelijke bijzonderheden worden gemeld. Zoo
werd een inwoner van de stad Leiyang gedwongen
met eigen hand zijn vader en zijn vrouw ter dood te
brengen en vervolgens met het gepeupel over de ver
minkte lichamen der ongelukkigen heen te dansen.
OVERAL GROOTE BELANGSTELLING-
Naar do New-Yorkscbe correspondent vtan de „T.
U." meldt, heeft het bericht van het opstijgen, der
puitsche vliegers voor een vlucht over den Oceaan
in New-Yorki veel opzien gebaard en bestaat er voor
de vlucht overal de grootste belangstelling. De
bladen brengen uitvoerige berichten over het eerste
gedeelte van den tocht, welke geïllustreerd zijn met
de portretten van de vliegers, van wie ook uitvoeri
ge levensbeschrijvingen worden gegeven.
Op' het vliegterrein van Mitchell Field wordt alles
voor de ontvangst van de vliegers in gereedheid ge
bracht. Het geheele personeel staat bereid en tegen
den tijd, dat de vliegers verwacht kunnen worden,
zullen de schijnwerpers in werking worden gesteld,
waarvan er één zijn licht over een afstand van 90
mijl uitzendt. Mochten de vliegers overdag aanko
men, dan zal een aantal vliegtuigen het tegemoet
gaan om een eere-escorte te vormen.
D'e weerberichten uit Amerika luiden voor gister
en vandaag echter niet zeer gunstig. Etr waaien
krachtige winden in Westelijke richting, gepaard
gaande met regenbuien, terwijl de temperatuur
daalt Indien de vliegers^ zooals het plan is. Woens
dagmorgen de vlucht over den Oceaan aanvaarden,
zullen ziji op volle zee een stormgebied moeten pas-
seeren, en indien het hun gelukt daar door heen te
komien, hebben zij: van New-Foundland: tot New-
Yorki nog op regen en sneeuwstormen te rekenen.
Met nadruk wordt er in de 'berichten melding van
gemaakt, dat de weersomstandigheden aan de West
kust waarschijnlijk gunstig zullen zijn, wat den
Duitschen vliegers natuurlijk aanleiding zou kunnen
geven om te starten. Dit is natuurlijk, als een waar
schuwing bedoeld.
„Overwinnen of sterven".
„Overwinnen of sterven" moet, volgens de „Daily
Chronicle", die met Köhl een onderhoud heeft ge
had, de leuze van dezen piloot zijn, hoewel) hij
uiteraard als man van groote ervaring overtuigd is
te zullen slagen. Aan boord van de „Biremen" ech
ter is geen enkele voorzorgsmaatregel voor het ge
val van een gedwongen daling genomen. Er bevindt
zich geen rubberboot aan boord, zedlf® niet één enkele
zwemgordel. Noodrantsoenen worden niet meegeno
men, een draadlooze zender is er niet.
Zooals gemeld, is Köhl door de Lufthansa ontsla
gen. Toen hem dit ©enig© oogenblikken voor het ver
trék van dé „Bremen" wd médégédétld, antwoord
de hij rustig: „dat beteekent niet*. Als wij Amerika
bereiken, geloof ik, dat ik het wei buiten de Luft
hansa zal kunnen stellen en als wijt mochten ver
drinken wel, ik betwijfel, of dit ontslag dan nog
wel het ergste zou zijn, dat mij in mijn leven is
overkomen
„Ik geloof niet in toeval," aldus vervolgde Köhl.
„Ik geloof trouwens in heel veel dingen niet. Maar
wel geloof iki in mijn vliegtuig. Ik geloof, dat het het
©enigste toestel is dat de vlucht van Oost naar West
tzal kunnen volbrengen. In elk geval, we hebben
maar één leven te verliezen en het is steeds mijn,
wensch geweest, in den stuurstoel te sterven.
Von Hünefeld, die de onderneming financiert, ia
een intiem vriend van den ex-kroonprins, dien hij
in zijn ballingschap naar het eiland Wieringen be
geleidde. Het behoeft dan ook wel geen betoog, dat
Von Hünefeld monarchist in hart en nieren is.
Dit is trouwens ook met zijn beide vliegkameraden
het geval. Want na het vertrek uit Berlijn heeft de
„Bremen" niet rechtstreeks naar Ierland koers ge
zet, doh eerst werd, zooals gezegd, over Doorn ge
vlogen. De bedoeling was, boven het kasteel van
den ex-keizer te cirkelen, waar Von Hünefeld' een
bouquet bloemen zou laten vallen. Het bouquet was
aan een klein leeren doosje bevestigd, waarin zich
een brief voor den ex-keizer bevond,
Von Hünefeld, die bij den start van het vliegtuig
zijn onafscheidelijke monocle droeg en rustig een
zware sigaar rookte, is de eigenaar van het toestel.
Voor de Oceaanvlucht moet hit' het geheele restant
van zijn fortuin (hij is namelijk zooals zoovele an
deren een slachtoffer van de inflatie) hebben opge
offerd. Dit was «venwel nosf verreweg onvoldoende,
zood-at hij' van zijn vrienden nog 200 000 mark (moest
leenen voor het sluiten der verzekeringen voor zijn
beide metgezellen, Hijzelf is vrijgezel en heeft zijn
leven niet verzekerd. Zijn naaste bloedverwanten
zijn zijn moeder en broer, die beiden te Berlijn wo
nen.
Vergadering van 27 Maart 1928.
Kat reohtgevoel niet bevredigd.
De Voorzitter deelde mede, dat een drietal leden,
nl. Mevr. Dekker-Klik en de heeren De Boer en
Grunwald bericht van verhindering hadden gezon
den en stelde daarop, nadat een aantal ingekomen
stukken voor kennisgeving waren aangenomen, aan
de orde de interpellatie Schoeffelenberger over de
corruptie. De Voorzitter las eerst twee brieven voor,
een van den raadsman van den vroegeren gasdi-
recteur, waarbij deze meldt, dat de heer Rijkes ont
kent corruptie te hebben gepleegd en een van den
Oficier van Justitie, waarin deze mededeeling doet,
dat tegen den heer Rijkes geen strafvervolging zal
worden ingesteld, zijnde het recht daartoe verjaard.
De heer Schoeffelenberger was met dit antwoord
niet te vreden en merkte op, dat de Officier van
Justitie gegevens heeft van slechts drie firma's, ter
wijl er wel 27 aan de corruptie hebben meegedaan.
Van der Stel heeft aan spr. geschreven dat de heer
Rijkes zich op groote schaal aan corruptie heeft
schuldig gemaakt.
De heer Van Loo wees er op, dat uit den brief van
den O.v.J. blijkt, dat de vroegere directeur niet on
schuldig is geweest aan corruptie, De heer Bier
steker vroeg den heer Schoeffelenberger met feiten
te komen, hetgeen de heer Boogaard ook vond, die
er nog bijvoegde dat men nu nog niets wist. De heer
Schoeffelenberger achtte zich niet capabel met fei
ten te kunnen komen. Dat zal Van der Stel moeten
doen. De heer Borkert vond, dat de heele interpel
latie geen helderheid heeft gebracht en dat het
rechtsgevoel der gemeentenaren niet bevredigd is.
Spr. vond, dat mr. Tideman, de raadsman van den
heer Rijkes, Van de^Stel voor de Rechtbank moest
dagen, Wethouder Verstegen beriep zich op den
brief van den O.v.J., en verklaarde, dat als de zaak
niet verjaard was, een proces kon worden uitge
lokt om door getuigenbewijs klaarheid te kunnen
brengen. Thans kunnen wij niets doem; ook het
door den heer Schoeffelenberger gewenschte boe-
kenbewijs is niet mogelijk, daar v. d. Stel zelf ver
klaard heeft (in een vergadering te Zaltibommel) dat
de retourcommissies zoo geschiedden, dat daar geen
bewijs van te leveren is, nl. door het ter hand stel
len van gelden door vertegenwoordigers, of ten kan
tore van de corruptieve firma, doch nooit door
postwissels, etc.
Do heer Van Loo kon zich niet met den gang van
zaken vereenigen en stelde voor, ook al is de zaak
verjaard, een raadscommissie te benoemen om de
zaak nog eens terdege te onderzoeken, om de praat
jes in de gemeente ongedaan te maken. De Voorzit
ter en de heer De Zwart verzetten zich hiertegen,
waarbij de laatste nog opmerkte, of het niet ge-
wenscht zou zijn alsnog advies in te winnen om een
eventueele civiele vordering te kunnen instellen.
De heer Biersteker kreeg den indruk, dat B. en W.
iets verzwegen wat men wel wist en vroeg den
Voorzitter of deze bereid was in comité nadere me-
dedeelingen te doen. De Voorzitter verklaarde zich
hiertoe bereid en de Raad ging in comité.
Na verloop van drie kwartier werd de vergadering
heropend, en deelde de heer Van Loo mee, dat hij
in het openbaar belang zijn voorstel introk. Niemand
verzocht meer het woord over deze zaak en een for-
sche hamerslag was het signaal, dat dit agendapunt
was afgehandeld. Onder gemopper verliet het groot
ste deel der tribunebezoekers de raadszaal.
Enkele punten werden daarop z.h.s. aangenomen,
0.a. het voorstel tot subsidie aan den autobusdienst
Julianadorp-Helder,
Een punt van uitgebreide discussie was vervolgens
het autobusvraagstuk in de stad en voor het ver
keer met Huisduinen-
Een raadscommissie had een uitvoerig rapport op
gesteld, welk rapport de goedkeuring van het Col
lege van B. en W. had verkregen, en dat thans ter
goedkeuring aan den Raad werd voorgelegd.
De heer Biersteker was ertegen, dat van gemeen
tewege plaatsbiljetten zouden worden verstrekt en
vond dit een zaak van den pachter. Als eenigste
mogelijkheid- om tot een goede regeling te geraken,
meende spr., dat men er een monopolistisch bedrijf
van moest maken en niet een gemeentelijk. De heer
De Zwart achtte deze door de commissie ontworpen
regeling, wel aceptabelr, spr. meende evenwel, dat
men een bepaald aantal bussen moest noemen, die
bij groote drukte den dienst moesten kunnen onder
houden, terwijl hij ook een betere omschrijving voor
het te gebruiken materiaal aanbeval.
De heer Schoeffelenberger verzette zich tegen het
voorstel, daar de menschen met 1 of 2 bussen z.i.
geen kans kregen.
De heeren Eijlders en Van der Veer waren het
niet eens met de voorgestelde controle, daar dit h.
1. onnoodige kosten met zich zou meebrengen.
De heeren Boogaard en Smits zetten uitvoerig
het standpunt der commissie uiteen en verdedigen
bet rapport.
Volgden nog uitvoerige replieken, waarbij ten
slotte werd vastgesteld een bepaald aantal bussen,
nl. in totaal 8 aan te wijzen als benoodigd voor den
dienst.
Een voorstel van den heer Eijlders om de controle
te laten vervallen, werd met (>—11 stemmen ver
worpen. Voor: de h.h. Schoeffelenberger, van Os.
Eijlders, Biersteker, Woud' en v. d. Veer.
Tenslotte moest nog benoemd worden een com
missie om te onderzoeken neer bezuinigingen op de
werktijden van het administratief personeel en op
den post van druk- en bindwerk. Op voorstel van
den heer Eijlders werd de finantieele commissie,
bestaande uit de heeren De Boer, Biersteker, v. Dam
en de Zwart., hiervoor aangewezen.
De rondvraag leverde niets bijzonders op en de
Raad ging, na sluiting der openbare vergadering
weer in eomité-generaal.
LAGERE TARIEVEN DRUKKER VERVOER.
De directie der Ned. Spoorwegen heeft thans de
definitieve ontvangsten medegedeeld over 1927.
Hieruit blijkt, dat de totale ontvangsten over 1927
f 1.172.132.60 minder hebben bedragen dan over 1926.
De verklaring hiervoor is te vinden in de op 1
Juli 1926 doorgevoerde tariefsverlaging voor het rei
zigersver voer. waardoor over het eerste halfjaar 1927
een mindere ontvangst van f 2.086.029.47 valt te con
stateer en.
Uit de cijfers over het tweede halfjaar blijkt even
wel, dat de tariefsverlaging een drukker reizigers-
vervoer heeft tengevolge gehad, zoodat over dit tijd
vak f 1.274.289.89 meer werd ontvangen, dan over
het tweede halfjaar 1926, welke meerdere ontvangst
in hoofdzaak in binaenverkeer i» gemaakt.
De tariefsverlaging van het goederenvervoer heeft
een achteruitgang in de ontvangsten van f 165.953.74
veroorzaakt. Een vergelijking, van' de maanden over.
1926 en 1927 die vallen onder de tariefsverlaging
doen zien, dat ook van deze verlaging een toeneming
van «vervoer een gevolg ia geweest,
Eleni vergelijkend overzicht van de uitgaven ver
strekt de spoorwegdirectie tot dusver, jammer ge
noeg niet, schrijft „Het Volk". Dan zou wel blijken,
dat de doorgevoerde 'bezuinigingsmaatregelen een
dusdanige besparing hebben gegeven, dat het jaar
1927 geen nadeelig jaar voor de spoorwegen Ls ge
weest. zoodat een bijdrage uit da staatskas wel
achterwege zal kunnen blijven.
VERZWARING DER BELASTINGDRUK.
Op vragen van het lid van de Tweede Kamer, den
heer Rutten, luidende:
Is het der regeering bekenxi:
dat de vermogensschattingen van grondeigenaren
aanzienlijke verhoogingen aanwijzen, In meerdere
gevallen van f 500 tot f 1000 per H.A.T
dat als motief gelden de hooge prijzen, die bil Ter-
koopingen van cultuurgrond zijn bedongen?
dat deze zoogenaamde verkoopwaarde ven tilt
gaat boven de cultuurwaarde, vooral ten gevolge van
het streven tot solide geldbelegging, de vraag naar
bouwterrein, ten gevolge van het zeer gerings aan
bod en andere bijkomstige omstandigheden?
dat vooral voor de kleinere, eigengeërfde landbou
wers een «verzwaring van belastingdruk het gevolg
ls, terwül eensdeels de malaise in den landbouw
het omgekeerde zou wettigen, anderdeels voor hen bij
verkoop de volle verkoopwaarde niet gelden kan,
omdat zijl met den verkoop hunner gronden te gelijk
zouden verliezen hun werkgelegenheid) en een deefli
van hun bedrijfskapitaal?
Is de regeering van oordeel, dat met deze om
standigheden bijl de aanslagen der eigengeërfde land
bouwers wel bijzonder rekening dient te wonden
gehouden?
heeft de minister van financiën geantwoord:
1. Het ie den ondergeteekendë niet bekend, dat
de vermogensschattingen «van grondeigenaren aan
zienlijke verhoogingen in verschillende gevallen
van f500 tot flOOO per (H.A. aanwijzen. Hij acht
het intu»schen mogelijk, dat in bepaalde gevallen
de omstandigheid, dat bij verkoopingen van cultuur
grond hooge prijzen zijn bedongen, als een motie?
voor een hoogere schatting heeft' gegolden. Im
mers moeten, inge«volge artikel 7, letter A, der wot
op de vermogensbelasting en artikel 8. Ie. letter A,
der wet van 18 Augustus 1016 (Staatsblad' no. 411)
tot heffing van buitengewone belastingen, ter ge
deeltelijke bestrijding der kosten van den oorlogs
toestand Verdediglngsbelasting I), onroerende zak
ken worden geschat naar de verkoopwaarde.
Naar de leer van den Hoogen Raad der Neder
landen moet onder „verkoopwaarde" worden ver
staan: „de prijs, die voor het vast goed te bedingen
valt biji tekoopstelling In het openbaar, derhalve
waar ieder gegadigde tot mededinging in staat ls,
terwijl de bestemming, welke deze aan de door heni
te verwerven zaak zich voorstelt te geven, voor het
door hem te besteden bedrag beslissend zal zijn,
welke 'bestemming echter geenszins wordt beperkt
door, of i® verbonden aan die, welke door de eige
naars op het oogenblik van den verkoop aan de zaak
is verbonden". Ondergeteekende moge ten deze ver
wijzen naar arresten «van den Hoogen Raad van 29
Juni 1918, 27 November 1918 en 28 December (1920.
(Beslissingen in Belastingzaken nos. 2018. 2103 en
2895).
Naar de leer van den Hoogen R!aad is het derhalve
voor de bepaling van de „verkoopwaarde" zonder
belang, welke bestemming door den eigenaar op het
oogenblik van den verkoop aan de zaak is verbonden.
Voor cultuurgronden moet dan ook niet de cul
tuurwaarde, doch de verkoopwaarde, in bovenver
melden zioi opgevat, worden geschat.
D'e meening, dat voor kleinere, eigengeërfde land
bouwers niet de voilé verkoopwaarde zou1 omogen
worden in aanmerking genomen, komt voor iia
strijd te zijin met de hierboven vermelde leer van d'en
Hoogen Raad omtrent het begrip „verkoopwaarde".
2. Vraag 2 wordt - op grond «van hetgeen ten
aanzien van vraag 1 is opgemerkt ontkennend
beantwoord.
VERSPERRING VOOR DE SCHEEPVAART.
Het Eerste Kamerlid, de heer Van Embden heeft den
minister van Buitenl. Zaken de volgende vragen ge
steld:
Heeft de Minister kennis genomen van het voor
nemen, op 2 April e.k. en eventueel ook op 3 April
schietoefeningen te houden met geschut o.m. op de
Westerschelde en op de reede van Vlissingen, waar
door de scheepvaart aldaar op die dagen, althans ge
durende een aantal uren, belet zal worden?
Acht de Minister, afgezien van het algemeene be
zwaar tegen het zich oefenen in oorlogvoering, de oe
fening daar ter plaatse uit politiek en internationaal
psychologisch" oogpunt aanbevelenswaardig? Acht de
minister het teweegbrengen van deze versperring voor
de scheepvaart en dit terzelfder plaatse voor de
tweede maal binnen 5 maanden tijds vereenigbaar
met de ten onzent veelvuldig gegeven verzekering,
at Nederland aan de scheepvaart naar en, van Ant
werpen niet het geringste in den weg legt of zal leg
gen?
Is de Minister over de voorgenomen militaire actie
op de Westerschelde door zijn ambtgenoot van Oor
log, a. i. van Marine, tijdig geraadpleegd? Zoo neen,
zou de Minister dien ambtgenoot dan niet alsnog in
overweging willen geven, bedoelde schietoefeningen
af te lasten