ïfi'ï,0" EN VAN DAT fa
f EN VAN ALLES WAT
Geestes-Sport en Hersen-Gymnastiek
EVENTJES DENKEN.
KAARTEN.
VOOR ONZE DAMMERS.
VOOR ONZE SCHAKERS.
TROEF.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 5 Mei 1928. No. 8249
Vraagstuk No. 118.
Vraagstuk No. 119.
Vraagstuk No. 120.
f 1
H
2
li
IS
$1
11
IR
S
m
81
S
H
S
H
Vraagstuk No. 121.
Een gebeurtenis uit het leren van
Bismarck.
9>
onder leiding van GEO VAN DAM.
Een Eigenaardig Getal.
r Gevraagd oen zoodanig getal van zés cijfer te
L vindon, dat 1>IJ hot verplaatsen van het eerste cijfer
aan do rechterband (7) naar hot andere uiteinde een
getal oplevert dat vijf maal zoo groot ia al» het oor
spronkelijke of dat bty het verplaateen van het eerste
cljfor aan do linkerhand (1) naar hot andero ult-
oiiide, oen getal oplevert dat drie ing&l zoo groot la
als het oorspronkelijke.
Verplaatst mon do drie eerste (of drie laatete) cij'-
fers nnar het andere olnd, dan krijgt men een getal,
zo» maal zoo groot als 'hot oorspronkelijke.
Hogelijk ot Onmogelijk?
Gevraegd om toet getal 100 uit te drukken,
éénzelfde cijfer •veertien maal te herhalen!
door
OPLOSSINGEN DER PUZZLES
uit ons voorlaatste nummer.
No. 110. Een Verliesberekening.
Het.antwoord 1» bijna eensluidend, dat de hoeden-
maker f 47.40, plu» zijn hoed verliest, dochi bij nadere
beschouwing blijkt dit onjuist te zijn. Zijn werkelijk
verlies i» f47.40, minus zijn verdiensten op den hoed
No. 111. Een Opschrijfkwestie.
Het antwoord is niet 121212, want dat is honderd
een en twintig duizend honderd een en twin
tig. Neen het werkelijk, antwoord blijkt direct, wan-
neer we de verschillende doelen even te samen tellen:
12000
1200
12
13212
CONTRACT-BRIDGE.
(Spelopgave No. 126).
Blinde:
H. A, 10, 9 en 5.
K. Heer, Vrouw,, Boer, 7 en 6.
R. Boer, 8 en 3.
S. Heer.
Achter hand:
,H. Vrouw, 8 en 6.
K. 10, 4 en 2.
R. Vrouw, 9, 6 en 2.
S. Boer, 7 6n 4.
Leider:
K. Heer en 2.
K. 9 eni 5.
R. Heer, 10 en 2.
S. vrouw, 10, 6, 5, 3 en 2.
De voorhand past, Blinde annonceert 1 KI. Achter
hand past. Leider: 2 schoppen, Voorhand past, Blin-
de annonceert 3 schoppen. Achterstand past. Leider
past.
Hoe moet dit spel gespeeld worden?
V oorhan d:
H. Boer, 7, 4, en 3.
K. Aas, 8 en 3.
R. Aas, 7 en 5.
S. Aas, 8 en 9.
van B. P. A. K I o o a, Den Haag.
.Zwart: 11.
V
g§
5
6
0.
10
11
m
m
m
MA.
ÜP
15
18
s
20
21
m
25
26
M
Wztii
W-
30
31
m
m
M
m
Mm
35
36
0
M
/MM
40
41
m
<m
w
m
pi
45
46
fA
ytm
50
Wit: 11.
dtngrametajid In cijfer, behoort to lulden:
■{•ft 11 tohljvon op 7 9 13—15 31 22 38 27 »n S6.
I t 11 Kcliijvon, op 233k2a30 34 37 38 .il 41—44
'Peelt en wint.
OPLOSSING PROBLEEM No. 1U
van S. Kuyp.r Cz.
De dlagrametand, ln oljfere m: Zwart 12 echljvon
op 8—13 15 10 18 19 21 en 26. Wit 12 ichljven op
222728S032333788é£43 45 on48. Wit epeelt
22—17 37X17 42-37 28—23 38-33 en 32X5 winti
ISon niet onaardig stukje werk.
van Henrl Rinck.
Zwart: 3.
a b c d e
Wit: 3.
Do diagramsitand dn .cijjers moet zijn: Wit Kd2,
Da4 en La2. Zwart Kh2, Dc8 en een pion op g7. Wit
speelt en forceert in dit fraaie eindspel op een
waai lijk' mooie wijze de winatl
OPLOSSING PROBLEEM No. 113.
van Mackenzie en Laws.
De diagramatand was: Wit Ka4, Dg3, Tl>2, Thl,
Pf4, Ph6, Lal, Lc4 en twee pionnen op dö en g2.
Zwart Kd4 en drie pionnen op c6, d7 en f3. Wit
speelt ala sleuteleet Thl—h4, waarna op ieder ant
woord van zwart onmiddellijk mat volgt. Het in dit
probleem verwerkte thema gaf ,reed3 aanleiding tot
het ontstaan van vele fraaie problemen. De zwarte
koning is de held in de vJuchtveld problemen; het
is moeilijk, te zeggen, wanneer een probleem met
eenige vluchtvelden als thema inderdaad de activi
teit van den koning bezit. Dit hangt af van het aan
tal vluchtvelden en van de onbenulligheid der overige
varianten. Aldus zegt Weenink in izijn bkend leer
boek, In een tweezet Is het maximum 7 vluchtvelden
mèt schaakgevenden sleutelzet en zes zonder. Dit
laatste vindt uien met tal van finesses vertoont in
het bovenstaand probleem No. 1>13. In een driezet
kunnen gemakkelijk1 acht vluchtvelden worden toe
gelaten.
EEN GEZELSCHAPSSPEL.
De voor ddt spel benoodigde onderdeelen kan men
geheel zelf maken. Men heeft slechts 2 vierkante
stukken karton en een scherp mes noodig, alsmede
4 garen-klossen. Van een der stukken karton wordt
het speelbord gemaakt. Men teekent daarop bijv. met
ühulp van een cent, een aantal cirkeltjes, waarvan
men de helft rood, de andere helft zwart kleurt.
Zorg er voor: dat deze cirkeltjes regelmatig over het
karton zijn verdeeld: dat ook de kleuren zich regel
matig afwisselep.
Dit karton bevestigd men nu aan de vier hoeken
op de vier garen-klossen en het speelbord is klaar!
Op het tweede karton teekent men daarna even
veel cirkeltjes als er op het eerste gezet zijn t en
kleurt ook deze voor de helft rood en de andere
helft 'zwart. Deze cirkeltjes snijdt men nu uit.
De apeler wiens beurt het i® to spelen wordt ge
blinddoekt voor een tafel gezet waarop het bord
staat. De schijven liggen op een stapeltje naast'hem.
De bedoeling is nu de schijven op het bord to leggen,
let wol „to leggen" dus niet werpen, en dan de cir
kels te raken. Voor elke schijf die geheel op een
cirkel legt krijgt men een punt; (bij gedeeltelijke be
dekking daarentegen imaar een halve punt. Ligt oen
schijf echter op een cirkel van gelijke Weur, dan
wordt bij geheelo bedekking 10, en bijl gedeeltelijke
bedekking vijf punten gogevom Ala alle schijven door
den speler zijn verbruikt telt mon de door hem be
haalde punten te samen en begint no. 2, wie na een
ronde hot hoogste aantal heeft 1» winnaar.
Om dit spel oon 'leerzame en zeer nuttig» basis
geven, stelt men leder deelnemer gedurende bijvoor
beeld óén minuut in de gelegenheid zich, vlak voor
zijn beurt, do juiste plaats der cirkels en kJeuran Jn
het geheugen te prenten, terwijl dan 1>1JV. de twoe
kleuren schijven link» en recht» van hem liggen
Op doze wijze krijgt dit onderhoudend gezelschaps
spel a, th. w. een psychologische waarde daar het
dan als „tost" te benutten U.
En zul Je altijd van me blijven houden, Margot?
Ik zal er mijn best voor doen, Jacques.
IWeekly TelegravhSheffield).
Ze waren aan eflkaar gehecht
Als babb'lende vriondinnen,
Met vriendschap, zoo op 't oog yel echt,
Maar wat onecht van binnen!
De een wou meer dan d'ander zijn,
En deod geen water in haar wijn,
Om baas te blijven voor den schijn,
En 't voor den schijn te winnen!
Een dochter was voornaam getrouwd,
De schoohzoon was in zaken,
Haar oudste zoon had zelf gebouwd,
En wist fortuin te maken.
Nee, margarine dat was bocht,
Dr man had radio gekocht,
En 't duurste toestel uitgezocht,
Dan kon ie zich vermakenI
Zoo kwebbelden ze Jaren lang
Op wankelende tronen,
Met om de beurt een zegezang,
In forsch gestelde tonen,
Totdat, nu wordt 't verhaaltje droef,
De een de ander ondergroef
Met deze goed gespeelde troef:
,;Ze gingen ruimer wonen"l
Haar man was om een huis te koop,
Een huis met spiegelruiten,
Met een W.C. op d'overloop,
De vlaggestok' hing buiten!
En alles er om heen was grint,
„Een huis, een huis mfn lieve kind,
„Zooals j'in deze straat niet vindt,
„Maar 't kost ook extra duiten!"
Het nieuwe huis kreeg gauw bezoek
Van buurvrouw, lief maar vaardig,
Die zei: „U woont hier ook wel goed,
„Wat duur, maar niet" onaardig!"
„Maar huurkoop-meubels wil ik niet,
„Wij koopen nooit wat op crediet,
„Direct betalen, anders niet,
,,'t Lijkt soms wat minderwaardig!"
Toen stond ze op, gaf Hief een band,
Greep naar d'r kale jekker^
En schoof op stoom de deur uit,
De breede dubbel-dekker!
Die huurkoop had haar opgeknapt,
Dat had z'em maar weer fijn gelapt,
En toen de deur was dichtgeklapt,
Toen zei ze huilend: „Lékke rl"
Mei 1928. KROES.
(Nadruk verboden.)
Hoe spoedig oen Amerikaansch amateur-diplomaat-,
die den „Ijzeren" bondskanselier mishaagde
Het geschiedde ln den Fronsch-Duitschen oorlog,
gedurende hot eerste gedeelte van het beleg van Pa
rijs, ln het hoofdkwartier van het Duiteche leger.
In dien tijd fladderde in het midden van de
•tille Rue de Province te Vereaille een vuil# wim
pel aan een boom in den wind heen en weer en op
dien vuüon wimpel las men in groot», duidelijke
letter»: „Nonldouteohe llundeekonzloi".
Twee gendarme» voor het gesloten hek; daarach
ter oen schildwacht op post; voor oen paviljoen, dat
op hot oogonbllk voor wachtpost diende, vlor of vijf
soldaten, -dlb uit korte pijpjes rookten en droomden
van nieuwe overwinningen, van dio Heimat, van
Grotchon on van Nudcln mlt Sauerkr&ut.
Toen de Wirkliohe Gohoimrat Stieber aanschelde,
verliet een onderofficier, dio het hoofd van do ge
heime politie herkend had, snel het paviljoen en
opende het hek.
Roede bestoog de bezoekor don stoop voor hot huls,
toen hij tegon den klednon, Ietwat corpulenten dr.
Busch, den geliefdon lijfjournalist U tout fairo van
don kanselier, bonsde.
„Komt U om den chof to spreken?" vroeg dezo
gehool buiten zich zelven.
„Natuurlijk l"
„Och, probeer dan hem to lcalmeorcn; Ik weot niet,
wat hom scheelt, maar hij is in oen humeur om al
lee af to breken. Ik moost hom vahmorgon oen groot
artikel brengen, waarin hij mij had, opgodragon do
goosten voor to hordden op do proclamatie van hot
Keizerrijk DultKchland.
„Ik wörd ontvangen als 'n hond en hijl snauwt:
„Ik heb maling aan Je gokrabboll Zooiet» tegon mij.
zijn goliefdo Journalist! Gisterenavond heeft hij bij
den kroonprins gedineerd. Daar schijnt hom iets
sterk mishaagd te hebben, want volgens Wollman,
zijn kamerdienaar, is hij woedend thuisgekomen."
Kalm ging de politiechef verder en bevond zich
spoedig ln de werkkamer van den Prins von Bis
marck. De kanselier, gekleed in een zwartsatijnen
kamerjapon, gevoerd met gele izijdo en dlchtgesnoerd
met oen dik, wit koord, met welks kwasten hij ner
veus speelde, liep opgewonden heen en weer, zijn
breede gezicht vertrokken van woede. Zijn oogen
schoten, bliksems.
„Wel, ik maak u inijn compliment over uw po
litici" zei hij, zoodra hij don Geheimraad bemerkte.
„Gij bewaakt de lieden goed, men kon op uw beken
den fijnen neus rekonen. Wat is,dat met 'dien mijn
heer O'Sullivan, dien zoogonaamden Amerikaan, die
doet alsof hij hier thuis is?"
En zonder antwoord af to wachten ging von Bis
marck verder: „Zij; zullen nog maken, dat ik ge
noeg krijg van mijn baantje.*- Gister heb. ik bij den
kroonprins gedineerd. Dat verveelt me al, omdat
ik nergens lekkerder eet dan bij mezelf, met mijn
secretaris Bucher, mijn neef Bohlen en mijn klei
nen Busch.
„Men gaat zitten. Ik bevind mij naast een mijn-
heer, dien ik nooit heb gezien en die mij reeds bij
de soep oegint aan te vallen met zijn raadgevingen
zijn id' oön over politiek, over do leiding van (jen
oorlog, l)et bombardement van Parijs, de Pruisisc-h-'
Russisch-Amenkuanache alliantie en weet ik veel.
Dat heeft geduurd tot aan de koffie. Ieder woord
eèn bêti3e. En dat alles met het air van mij de les
te lezen, terwijl hij me behandelt als zijn waarden
collega, onder voorwendsel, dat hij te Lissabon of er
gens anders minister van de Vereenigde Staten ge
weest is. Geen middel om te ontsnappen of den
vermoeienden babbelaar te zeggen: „Loop naar de
maan, bemoei jë met hetgeen op, je bord is en laat
mij: met rust!"
„Ik heb wel moeten zwijgen en mij moeten inhou
den. Ik zat juist tegenover Zijne Hoogheid, den
Kroonprins, die ons beiden gadesloeg. Die stomme
Amerikaan, die mijn zwijgen voor aandacht en over
peinzing aanzag, ging maar steeds door. Ik heb ein
delijk een hoofdpijn gekregen, om alles kort en klein
te slaan. Hoe is het mogelijk, dat men in Versaillos
zulke vervelende menschen ongehinderd laat rond
scharrelen?"
De geduldige politieraad kon nu eindelijk aan het
woord komen.
Hij legde uit, dat die mijnheer 'O'Sullivan, een
Amerikaansch diplomaat, een journalist, met ver
scheidene landgenooten uit het belegerde Parijs
was gekomen onder bescherming van de witte vlag.
dat hij de geregelde gast was van von Coburg-Go-
De oorlogsgodAllemaal vredesverdragen Dan
bedreigt de malaise in zaken mij ook nog 1
(Ruy Bias, Parijs).