chagerCourant
RAAD
ÜOORDSCHARWOUDE.
DE SLUIMERENDE KRACHTEN IN HET BINNENSTE
DER AARDE.
Blankais
WOUDA's
Tweede Blad.
De aardbeving de hevigste onder de
natuurrampen.
Feuilleton.
Zaterdag 5 Mei 1928.
71ste Jaargang. No. 8249
rgaderlng van den raad dezer gemeente, op Woens-
2 Mei, 'e avonds half acht.
nwezlg alle leden.
Voorzitter opent met welkom de vergadering,
m& de notulen worden gelezen en onveranderd vast-
ild.
Mededeellngen en ingekomen stokken.
ot leden van de commissie in verband met de uit*
■Ing van de bioscoopwet zijn benoemd: mevr. Frle-
en de heeren 8. Keeman Tz.# P.> Deutekom, P.
res en H. Reek.
Re Mosselenbrug wordt opgelapt
straffende de Mosselenbrug hebben B. en W. een on-
loud gehad met den ingenieur der Prov. Waterstaat,
gevolg, dat na zeer lange besprekingen overeen-
jmen ls, een zeer tijdelijke verbetering tot stand
brengen, waardoor het rljvervoer ongevaarlijk zal
nen geschieden. De kosten zijn geraamd op t 450.
s zullen door gemeente en banne tezamen worden
ragen. We hopen, aldus Voorz., dat daardoor In de
te toestand voorzien wordt De teekening is momen-
In Haarlem. Het beteekent echter slechts een soort
liddel.
j de laatste kasopname bij den gemeenteontvanger
in de inkomsten f 189705.08%, uitgaven f 187582.12%,
o een saldo van f 2122.96. De 20.000 gulden, welke
Ie boerenleenbank zijn geplaatst, zijn ln de genoemde
rs opgenomen.'
gekomen is het verslag van de gezondheidscommls-
over 1927.
ld. Staten hebben de begrooting voor den dienst
goedgekeurd.
tej. Difilé heeft de benoeming tot lid van de plaat-
|ke schoolcommissie aangenomen,
bericht kwam ln van mej. Wouda.
heer H. Bekker heeft de benoeming tot lid van
armbestuur weer aanvaard.
b commissie tot wering van schoolverzuim zond het
dat in zeer optlmistlschen geest gesteld is,
[slechts tot blijdschap kan stemmen. f
et hoofd van het vervolgonderwijs van de O. L.
>ol deelde mee dat daaraan door 16 leerlingen ls
deze stukken en mededeellngen worden voor kennls-
ng aangenomen.
bt propagandacomité, betreffende Olympische Spe-
zal 10 gulden subsidie ontvangen.
|Bt bekende adres van het gem.-bestuur van Oostel-
werf heeft bij B. en W. een ernstig punt van be
ting uitgemaakt. B. en W. zijn van oordeel, dat de
Bening der wet in de le plaats beoogt de onblllijk-
m weg te nemen. Het zal een meer billijke regeling
gevolge hebben, betreffende krankzlnnigenverple-
de kosten van politiedienst voor het rijk zullen
billijken grondslagen geregeld worden de gemeen-
die ten opzichte van het onderwijs te zwaar belast
zullen verlichting krijgen, kortom verschillende za-
zullen meer billijk geregeld worden. Mogelijk gaan
mige gemeenten er niet op vooruit, doch als het
fontwerp wordt aangenomen, past eerder een juich
Het onderwerp heeft ook in de vereeniglng van
L Gemeenten en in de afd. Noordholland een uit-
bespreking uitgelokt.
[en W. stellen voor, niet op het verzoek ln te gaan
fle raad gaat er zonder bespreking mee accoord.
Br tafel komt het adres van de gemeente Kollemer-
1, dat van dezelfde strekking is. B. en W. meenen
j ln staat te zijn de onbillijkheden in het wetsont-
p te beoordeelen. Ook dit adres wordt voor kennisge-
aangenomen.
b door Ged. Staten voorgestelde wijziging, betref-
toezicht op uitbestede personen, zal ln het regie-
[t^voor het burgerlijk armbestuur worden aange-
Wtgesteld wordt een suppl. begrooting op den dienst
op een bedrag van f 22603.55, ln ontvangst en uit
gaaf. Het betreft ln hoofdzaak concessie van geldlee-
nlngen.
Het voorstel van de gascommlssle om een geldleenlng,
groot 8200 gulden, aan te gaan, voor de uitbreiding naar
St. Pancras Zuid.
Machtiging wordt verleend om ook een 12-tal aan
grenzende woningen te Oudorp aan het gasbulzennet
aan te sluiten. De concessie ls aan het gemeentebestuur
van Oudorp aangevraagd en zal zeer zeker verleend
worden.
Het vermenlgvuldiglngscijfer terug van
9/10 op 7/10. Drie verschillende voorstellen
uit B. en W. Breedvoerige finantleele de
batten.
De Voorzitter deelt mede dat voor 1927 18000 gulden
H.O. geraamd róas en toch het verm.-cljfer vastgesteld
werd op 9/10. Er ls toen echter 1000 gulden minder bin
nengekomen, terwijl nog een aantal reclames loopende
zijn. 1926 bracht 2000 gulden meer op. Voor 1928 ls 19000
gulden geraamd. De economische toestand is heel wat
verbeterd, waardoor geen verhooging van de factor noo
dig ls. Te groote vermindering zou zich echter in den i
toekomst wreeken, waarom verlaging niet verantwoord
ls. 18000 gulden belasting ls voor een gemeonte als j
Noordscharwoude abnormaal laag en oorzaak van de
steeds gevolgden vóorzichtigen weg. We hebben steeds
aan den toekomst gedacht. B. en W. waren echter niet
eenstemmig. Wethouder Ootjers stelde voor
Wethouder Ootjers: Pardon, mijnheer de Voorzitter,
ik zal zelf voorstellen indienen. Ik geef slechts de
voorstellen uit de B. en W. vergadering weer.
De Voorzitter stelde 9/10 voor, wethouder Barten 8/10,
en wethouder Ootjers 75/100.
Wethouder Ootjers: Mijn gevoelen was dat het vol
doende voorzichtig was de factor op 7/10 te bepalen,
doch stelde ten slotte 75/100 voor ln de hoop daarvoor
overeenstemming te bereiken. Nu blijf ik bij mijn aan
vankelijk voorstel en stel voor het op 7/10 te bepalen.
Wel juich lk de voorzichtige geest van den Voorzitter
toe, doch met mijn voorstel meen ik ook voldoende voor
zichtig te zijn. De economische toestand ls aanmerkelijk
beter, waardoor 7/10 geen onvoorzlchtlgen stap is. Het
ls niet mijn doel de tuinders met het beste jaar geheel te
ontlasten, maar toch meen ik dat zoo'n jaar de belas-
tlngschroef niet ten volle aangedraaid moet worden.
Wethouder Barten zegt wel gevoelig te zijn voor de
argumenten van den heer Ootjers, doch hij acht zich
met 7/10 niet geheel gerust waarom hij 8/10 voorstelt
Voorzitter acht het gevaarlijk de categorie tuinders
speciaal naar voren te brengen, daar met alle belasting
betalers rekening moet worden gehouden. Het afgeloo-
pen Jaar moest do belasting door 2/3 der Ingezetenen
worden opgebracht Die toen betalen moest, hunkeren
zeker wel het meest naar verlaging. Het Is echter een
gevaarlijk Iets als nu verlaagd wordt Als niet verlaagd
wordt, wordt de gemeente behoed voor de kans dat de
belasting een volgend jaar niet kan worden opgebracht
We moeten oppassen dat een volgend jaar verhooging
j niet noodzakelijk ls. Als de tuinders geen inkomen heb
ben, worden de arbeiders evengoed aangeslagen. Heer-
hugowaard besloot een verordening vast te stellen, waar
door het kweeken van reserve mogelijk is. In Broek
lis zelfs het percentage verhoogd. Oppassen is ten zeer
ste noodlg.
I De heer Ootjers wijst er op, dat er een ruime reserve
j is. De selzoenomzet aan de markt was ongeveer 2 mil-
lioen hooger dan het vorig jaar.
Voorzitter merkt op, dat al een groote ommekeer
moest plaats hebben om het cijfer onveranderd te laten,
en wijst op verschillende bijzondere uitgaven, die dit
jaar moeten plaats hebben.
De heer Barten zegt dat destijds met een best Jaar
het cijfer op 6/10 bepaald werd. Later moest het ech
ter weer,op 9/10 gebracht worden. Hij acht thans 8/10
het meest gewenschte en hoopt dok in de toekomst dit
cijfer te kunnen handhaven.
De heer de Geus zegt dat de verdeeldheid in B. en W.
een eigenaardigen indruk geeft Hij neemt aan dat alle
drie heeren uit volle overtuiging spreken en ze goed met
de gem.-flnantiën op de hoogte zijn. Het ls echter voor
den raad moeilijk thans uitspraak te doen en hij wil
er liever eerst nog eens over denken.
De heer Kooij voelt het meest voor het voorstel
Ootjers, en de heer Zut sluit zich daarbij aan. De laat
ste merkt op, dat de tuinders voor een best Jaar steeds
het volgende jaar moeten betalen.
De Voorzitter aoht het onjuist dat de tuinders te veel
wordt opgelegd. De 20.000 gulden is bovendien geen pot,
want daarvan ls 14000 gulden ln de begrooting voor
1928 verwerkt..
De heer Barten merkt op, dat de post onvoorzien
bijna 8000 gulden ls. Hij wil groote sprongen vermijden.
Ten slotte komen de voorstellen ln stemming.
Het voorstel van den Voorzitter wordt met algemeene
stemmen verworpen. Het voorstel Barten «temmen de
heeren Barten, KwadJjk en Broersen voor, zoodat ook
dit verworpen Is. Het voorstel Ootjers wordt daarna
met 48 «temmen aangenomen.
De rondvraag levert niets op, waarna sluiting volgt.
Dit verslag is ten gevolge van een abuis der poste
rijen eerst heden opgenomen.
ZIJ BRENGEN ALLEEN VERNIELING, VERSCHRIK
KING EN DEN DOOD.
Boekweit MEEL
Catastrophen on steeds weer catastrophen hebben
de laatste jaren de menachheid bezocht. Brand, ex
plosies, wervelstormen, hoog water, en vulkanische
uitbarstingen toonden ons gruwzame beelden in
snelle opéénvolging. Doch wat beteekent dat alles
tegenover de verschrikkingen, die een aardbeving
biedt, waarvan wij ons in een Land, waar sedert het
begin onzer tijldrekeening zoo goed als geen enkele
of weinig waarneembare aardbeving voorkwam,
nauwelijks eenige voorstelling kunnen maken. Geen
enkel ander natuurverschijnsel heeft zoo een vernie
tigende uitwerking in den tijd van slechts enkele
seconden, als een aardbeving. Ook bij menige vul
kaanuitbarsting zijn de offers aan menschenlevens
en aan bave en goed geweldig groot. Zoo kostte de
uitbarsting van den Vesuvius in het jaar 79 n. Chr.
in Pompeje en Herculanum aan rond 25000 menschen
het leven en liet de belde steden spoorloos van de
aarde verdwijnen. De uitbarsting van den Mont
Pelé in 1902 verwoestte in de stad St Pierre zelfs
40.000 menschenlevens, doch in het algemeen zijn
vulkanische uitbarstingen slechts schouwspelen der
natuur van dikwijls overweldigende grootheid.
Aardbevingscatastrophen daarentegen zijn geen
schouwspelen van de natuur:
Zij brengen alleen vernieling, ver
schrikking, en dood, honger en dorst
voor de overlevenden. Geweldig zijn de getallen aan
slachtoffers, die zij steeds weer te zien geven. De
groote aardbeving te Lissabon verslond over de
60.000 menschenlevens; de aardbeving van Messina,
Calabrië en Sicilië in 1908 moet aan 200.000 men
schen het leven gekost hebben; de herinnering aan
de, in de honderdduizenden loopende, getallen van
menschen, die in Japan bij aardbevingsrampen om
kwamen, zal altijd boven komen, wanneer telkens
weer opnieuw 'dit land door de kramptrekkingen der
aarde wordt getroffen.
Een geluk, dat wij menschen zoo licht vergeten.
Japan is na elke ramp steeds opnieuw het land van
de rijzende zon, het paradijsachtige bloemenland
van het verre Oosten; in San Francisco, waarvan
na de aardbeving van 1906 alleen nog maar een reus
achtige, rookende puinhoop overbleef, gaat het le
ven weer zijn gewonen gang, als in elke andere ha
venstad; ene aan de zeestraat van Messina zoeken
weer duizenden genezing onder de azuren lucht en
de wuivende palmen, alsof er geen aardbeving be
stond of ooit bestaan had. Is de geweldige reus dan
docd, of slaapt hij alleen, om den een of anderen, dag
onder verschrikkelijke stuiptrekking wederom tot
een nieuw leven te ontwaken?
En geen van de alles verwoestende aardbevings
rampen, die wij uit de geschiedenis kennen, was de
„eerste", die de betreffende streek geteisterd heeft
geen van hen zal de „laatste" geweest zijm
Bijna elke twee aren registreeren de
nauwkeurige apparaten der seismo
logische instituten een nieuwe aard
beving,
die ergens op aarde, dikwijls op verren afstand, tril
lingen van den aardbodem te voorschijn roept. Ge
lukkig beteekent echter niet elke aardbeving een
catastrophe. Men beeft de aardbevingen naar de
sterkte der trillingen in twaalf graden ingedeeld,
naar verhouding van de beweging van een punt der
aardbodem in millimeters per seconde. Aardschok
ken van de eerste graad met 2.5 seconde-millime
ters zijn over 't algemeen slechts waar te nemen met
zeer fijne instrumenten, terwijl ook de daaropvolgen
de graden onder de gunstigste omstandigheden kun
nen worden geconstateerd. Een aardbeving van de
vierde graad kan door iedereen worden gevoeld, of
schoon men daarbij geenszins aan de aardbeving
denkt, waar een zware wagen, die voorbij een niet
al te 8oliede gebouwd huis rijdt, hetzelfde verschijn
sel te voorschijn kan roepen. Eerst aardbevlngon
van de zesde graad met 51 tot !00 seconde-milli
meters bodemversnelling worden door een ieder met
schrik waargenomen, ofschoon van eenige vernie
ling dan nog lang geen sprake is. Ook de daarop
volgende graden blijven nog zonder eenige uitwer
king op bouwwerken, wanneer deze niet al -te on-
sollede zijn,
maar bij de catastrophale aardbevin
gen van de elfde en twaalfde graad
(meer dan 5000 seconde-millimeter
bodemversnelling) blijft nauwelijks
de aene steen op den anderen.
Geen werk, door menschenhanden gebouwd, kan
aan de losgebroken titanische krachten uit het bin
nenste der aarde weerstand bieden. Huizen, bruggen,
telegraafleidingen, spoorwegbanen, blusleidingen, in
den bodem, alles en alles wordt vernietigd, als van
den aardbodem weggeschoren. Rotspunten knappen
af, op somtmige plaatsen in den hardaten, meest
rotsachtigen bodem barst de aarde open, rivieren
treden, buiten hun oever, het water der zeeën wordt
tot ongelooflijke hoogte opgestuwd en stroomt het
land in, waar nieuwe zeeën worden gevormid, den
loop der rivieren een geheel andere wordt, en water
vallen worden gevormid.
De landen, die het meest door aardbevingen wor
den getroffen, hebben reeds sedert geruimen tijd
waarnemingsstations opgericht; eerst aan het einde
der vorige eeuw begon deze Wetenschap echter een
grootere beteekenis te krijgen, doordat over de gan-
sche aarde dergelijke stations werden opgericht. Het
doel der aardbevingsleer de seismologie is de
opsporing van het wezen der aardbeving, toestanden
en oorzaken der aardbevings-haarden, voortplanting
der aardgolven, enz. Van de mogelijkheid, aardbevin
gen te voorspellen, is de wetenschap, ofsohoon op dit
punt soms verrassende uitkomsten zijn verkregen,
nog zeer ver verwijderd, ja, het. is de vraag, of dit
doel ooit bereikt zal kunnen worden. De natuur is
grilljg, waarbij de menSch vergeleken, een zeer nie
tig schepsel is.
Uit de waarnemingen der voortplantingssnelheid
der aardbevingsgolven en hun verloop heeft de we
tenschap niettemin met betrekking tot den bouw
van bet binnenste der aarde op groote diepten, die
voor den mensch eeuwig gesloten zullen blijven, ge
wichtige conclusies kunnen trekken.
Zoo hebben de laatste waarnemingen der seismolo
gie geleerd, dat een periodieke herhaling van een
aardbeving niet plaats vindt, wel echter, dat zekere
streken telkens weer opnieuw worden getroffen. Dit
geldt in het bijzonder voor de randen der groote
Oceaan of de Stille Zuidzee, speciaal de westkust
van Amerika, de oostkust van Azië en Australië,
déér in het bijzonder Japan, Formosa en Nieuw-
Zeeland, verder de West-Indische eilanden, maar bo
ven alles de landen omi de Middellandsche Zee, waar.
meer dan 50 procent van alle aardbevingen voor
komen, waarvan Italië, Griekenland en de Ionische
eilanden het grootste deel voor hun rekening nemen,;
tenslotte -de omgeving van de groote, jonge geberg
ten, zooals de Pyraneeën, de Alpen en het Himela-
ja-gebergte. Het zijn dus de gebieden van de groote
geologische versohuivingen van lateren datum, als
ook de nog jonge bergplooien, waarin steeds nieuwe
door
Elhel M. Dell
hoofdstuk xvl
geheimen.
•wrdera gedeelte van den dag verliep op ruik
•fone, kalme wijze, dat Olga zich telkena ver-
afvroeg of ze al die verschrikkelijke dingen
«edroomd kon hebben.
!in ^eelen morgen was ze (met haar jam bezig,
Violet ln den tuin In de hangmat lag. Nick had
fin middag een autotochtje voorgesteld en ze re-
ver> dat ze op het nippertje voor het diner te
lden. Violet had voortdurend ln een uitstekend
verkeerd en scheen onvermoeid te zjjn. Olga
«gen voelde zich zoo loom, dat zij na het eten
salon ln slaap viel.
^verkeerde in een van zijn afgetrokken stemmin-
Iklr S^ra^ tGrnauwernood een woord. Slechts toen
aar goedennacht wenschte, hield hij haar handje
^ln de zijne geklemd, dan wel strikt noodzake-
Olga trok haar hand haastig terug, daar ze
f*® reden, die ze zelf niet verklaren kon, plotseling
'ets van angst voor hem voelde,
e had zich vermoedelijk voorgenomen het geheele
tin tusschen kaar en den jongen dokter zoo spoe-
niftt ver£e*-en ei? ze praatte den volgenden
et hem, alsof er totaal geen vuiltje aan de lucht
scheen het rooken blijkbaar te hebben opge-
Want ze refereerde totaal niet meer aan haar
en cigaretten, en dit was een feit, waar Olga, die
Jaren kende, zich buitengewoon over verwon-
[j°Öfe meisje was genoodzaakt haar dien middag
l laten, daar ze beloofd had, thee te drinken bij
,e l^tiüute van haar vader, die tamelijk ver
Wlto tiorP woonde. Violet had eerst gezegd, haar
vergezellen, doch op het laatste oogénblik had
lust
gehad m«t haar mee te gaan. Nick had
beloofd 's middags met de jongens wat crlket te spo
len en Olga vertrok met een eenigszlns onrustig gevoel,
vast besloten zoo gauw mogelijk weer naar huls te ko
men.
Het was echter heel lastig voor haar het bezoek te
bekorten, daar de patiënte een babbelzieke, oude vrouw-
was, die haar voortdurend aan den praat bleef houden.
Ten slotte gelukte het haar eindelijk weg te komen en
ze liep zoo haastig naar huis, dat ze doodmoe en ge
heel buiten adem aankwam. Violet lag nog in de hang
mat en begon te lachen, toen ze haar ontdekte.
„Arm kind, wat zie je er rood uit. Menschen met jouw
huidtlnt moesten eigenlijk nooit warm worden. Waar
ben je geweest?"
Olga zonk op het gras neer en begon even uit te bla
zen.
„Ik heb me expres zoo gehaast, omdat ik bang was,
dat jij je eenzaam zou voelen," bracht ze uit
„Oh, daarover had Je je volstrekt niet bezorgd te
maken," zei Violet terwijl ze een veelbeteekenenden blik
op haar boek wierp.
Olga keek naar het titelblad. „Wat ls het voor een
werk? Lees je ditmaal eindelijk eens Iet» fatsoenlijks."
„Volstrekt niet. Het is een zeer pikant Fransch boek.
Ik weet zeker, dat jij er geen woord van begrijpen zou. j
Je bent nog zulk een ingénue."
Olga maakte een grimas. „Ik ben blij, dat er nog ver
schillende dingen zijn, die ik niet snap," zei ze ronduit, i
Violet liet een spottend lachje hooren. „Beste kind, I
je bent nog zoo dom. Wanneer zul je eindelijk eens
groot worden?"
„Ik ben volwassen," antwoordde Olga. „Maar ik zie
niet in, dat het 'daarom noodlg is opzettelijk over den
leelijken kan van het leven te lezen.1"
„Daarin verschillen wij van opvatting," glimlachte
Violet. „Misschien komt het er in jouw geval echter
niet zooveel op aan. Slechts vrouwen die "veel reizen
en midden in het leven staan, moeten van zekere din-
gen op de hoogte zijn." I
Het was thans Olga's beurt om te glimlachen. „Zal
ik je een geheimpje vertellen, Viniet?" i
„Oh, ja, alsjeblieft," klonk het opgewonden.
„lk ga misschien in het najaar met Nick naar Indië."
„Oh, is het werkelijk waar, Allegro? Wat ls dat heer
lijk voor je." Ze zei deze laatste woorden op een toon,
alsof ze zich uiterst verlicht voelde. „Vertel me er eens
gauw alles vaii. Allegro."
Violet luisterde aandachtig toe.
„Maar je moet niet vergeten, dat het nog een geheim
is, Violet," zei Olga. „Wij hebben nog niets van vader
of Muriel gehoord, en wij kunnen natuurlijk vóór dien
tijd geen enkel plannetje maken. Wanneer een van bei
den er bezwaar tegen mocht hebben, dan kan er niets
van komen."
„Oh, ik zal het niet vertellen," beloofde Violet „Wat
lijkt het me heerlijk toe, Allegro, Ik vraag me af, of je
gauw in Indlë getrouwd zult zijn."
Olga barstte in een schaterlach los.
„Alsof lk mijn kostbaren tijd op die manier zou
verknoeien. Oh, nee. Wij kunnen de heerlijkste avon
turen meemaken; lk ga met Nick op de tljgerjacht en
nog zooveel andere dingen... Bovendien zijn er in die
streek, waar Nick zijn moet, niets dan Indiërs, en lk
zou toch moeilijk met een van hen kunnen trouwen."
„Waarom niet?" vroeg Violet verbaasd. „Zou Je het
niet verrukkelijk vinden een ranee te worden, Alle
gro? Het lijkt mij heerlijk toe, moet ik je eerlijk be
kennen. Je zou dan schat- en schatrijk zijn en ik zou
er alles voor over hebben om rijkdommen te bezitten."
„Zoo denk lk er heelemaal niet over, Violet," zei
Olga op kouden toon.
„Dat weet ik wel: dat hoef je 'me heusch niet to ver
tellen. Je bent als het ware geboren om een slavin te
wezen. Maar met mij is het heel anders gesteld. Ik zou
een schitterende koningin kunnen zijn." Ze vouwde haar
armen boven haar hoofd tezamen en keek peinzend
voor zich uit. „Daarom is het juist, dat ik niet met Max
Wyndham wil trouwen," zqI ze even later. „Al was hij
ook zoo rijk als Croesus."
Olga voelde, dat ze vuurrood werd, en het was slechts
met groote moeite, dat ze vragen kon: „Geef je dan
niets om hem?'
„Om hem geven?" herhaalde Violet. Er kwam zulk
een wreede Uitdrukking in haar oogen, dat ze op het
oogénblik aan een wild dier deed denken, dat op
een prooi loert. „Mijn beste kind, wat heeft dat er
mee te maken? Ik zou nooit met een man willen trou
wen,, die me niet aanbad, onverschillig wat mijn eigen
gevoelens teri opzichte van hem ook mochten zijn, en
Max is nooit in staat aan de voeten van een vrouw te
liggen. Hij zou me probeeren te vertrappen en het einde
zou wellicht zijn, dat wü elkaar vermoordden." Er w^s
,een hartstochtelijke klank in haar stem gekomen, maar
onmiddellijk daarop begon ze weer te lachen. „Op het
oogénblik heb ik echter volstrekt geen moordplannen,"
zei ze glimlachend. „Ilc ben de laatste dagen zelfs met
alles en iedereen ingenomen. Luister eens, Allegro: je
hebt mij je eigen geheim verteld, en nu zal ik je ook
wat opbiechten. Je moet echter plechtig bezweren, dat
geen sterveling er ooit iets van te weten komt."
Olga whs aan dergelijke groote woorden van Violet
gewend, want ze was meer dan eens door haar in het
vertrouwen genomen.
Violet boog zich tot haar over en begon op fluiste
rende tcon: „Het is zoo bespottelijk, beste kind. Het
gaat weer cm Hunt-Goring. Hij is eenvoudig allerbe-
lachelljkst. Hij heeft een jach,t gehuurd, een aardig klein
stoomjacht, Allegro. Hij kwam vanmiddag hier om het
Doos 3O-6O-90ct
Tube 80ct
Geneest en Verfraait de Huid
BijApotluen Drogisten
me te vertellen en hij heeft me gevraagd om Je do
waarheid gezegt er toe overgehaald een reisje met
hem te gaan maken. Het zou een van de dagen van de
volgende week moeten gebeuren. Natuurlijk heb lk eerst
geweigerd, en toén zei hij, dat Jij dan mee kon komen
om als chaperonne dienst te doen; du» .heb lk de uit-
noodiging aangenomen. Ik weet zeker, dat je er niet»
op tegen zult hebben en de zeelucht zal me goed doen."
Ze legde met een liefkozend gebaar haar hand op
Olga's schouder, doch de houding van de laatste waa
verre van tegemoetkomend.
„Maar Violet," riep ze boos uit, „hoe kreeg je het ln
's hemelsnaam ln je hoofd de ultnoodlglng voor mij aan
te nemen? Ik denk er niet over om er gebruik van te
maken. En het spreekt vanzelf, dat JU evenmin kunt
gaan. Het ls het brutaalste voorstel, dat men zich kan
indenken. Hoe verwachtte je ook maar één seconde, dat
ik je vergezollen zou?"
„Stel je niet zoo dwaas aan, Allegro." Violet scheen
zich totaal niet van de wijs te laten brengen. „Natuur
lijk ga Je mee, tenzij" bij deze woorden glimlachte ze
kwaadaardig „tenzij je wilt hebben, dat lk alleen ga,
Iets, wat lk zonder twijfel zal doen, als jij jo zoo kin
derachtig verkiest te gedragen. Ik denk, dat Je dat niet
bepaald prettig zou vinden, is het wel?"
Olga keek haar hulpeloos aan. „Wat moet lk tegen
je zeggen? Hoe kunnen wij tweeën meegaan op het
jacht van dien afschuwelijken man. Natuurlijk zou
iedereen er praats van maken."
„Mijn beste kind, niemand hoeft het te weten," zei
Violet vol overtuiging. „Heb je me niet bezworen alles
strikt geheim te houden? Goring ^sal er niet over pra
ten en ik evenmin. Alles is dus zoo veilig als het maar
kan. Bovendien ls er toch niet» onbehoorlijks in. Hij is
zoo oud als wij beiden samen... misschien nog wel
ouder."
„Maar hij is zulk een ellendeling," barstte Olga los.
„Kort geleden zei je zelf nog, dat je van plan was hem
op te geven."
„Wanneer heb ik dat beweerd?" vroeg Violet scherp.
Olga aarzelde. Dit was de eerste maal, dat zij regel
recht aan het gebeurde van dien vreeselijken avond re
fereerde.
„Wanneer heb lk dat gezegd?" bleef Violet aandrin
gen.
Zij boog zich tot haar vriendin over en Olga antwoord
de haar half aarzelend:
„Eergisteravond. Je kwam nog heel laat ln mijn ka
mer. Herinner je je dat niet meer?"
In Violet's oogen kwam een verschrikte uitdrukking.
„Ja," mompelde ze. „En wat heb ik nog meer gezegd?"
Olga keek haar thans recht in de oogen. „Violet," zei
ze teeder, „ik geloof niet, dat wij hierover nog moeten
praten. Ik veronderstel, dat je in een halven droomtoe-