RADIO-RUBRIEK.
De dolle wedren naar rijkdom.
VOOR DEN TOESTELBOUWER.
Het A-B-C van den Radio-man De
geheime taal der schema-teekens
Wat iedere amateur weten moet!
-#
O
11
O
4-
4-
K
WETENSWAARDIGHEDEN.
GRABBELTON.
WARE WOORDEN.
van zijn pa pas oen nieuwe drieniotorige JFokker ge
kregen I
Leg niet te zeuren- jongen, het gebeurt niet!
(Stilte het jongetje mokt begint weer te pre
velen: 1600 slag bij Nieuwpoort300 de Batavie
ren komen in ons land Eensklaps weer stilte).
Het jongetje:
f Pahaa 1
Wat is er jongen?
i O, Pahaa, ik heb mijn aardrijkskunde-boekje
op school laten liggen, en we hebben morgen groote
repetitie. Mag ik effe het boekie gaan leenen bij Ma-
rietje Lindbergh in New-York?
1 Vooruit dan maar. Anders krijg je weer een on
voldoende op je bedragboekje en dan hoor je je
moeder weer!
>Ja Pa. Maar, Pahaa, dan moet ik even Uw Fok-
kertje hebben, want met dat oude ding van mij doe
ik er (Jrie uur over, heen en terug en dan moet ik
naar ibed!
Hm. Nou, vooruit dan maar. Maar als je er wat
aan kapot mjaakt, hou ik het van je zakgeld af,
hoor!
Ja, Pa. (Jongetje vliegt weg, haalt een nieuwe
Fokker uit de luchtgarage, taxi et weg en stij gt op.
Stijgt loodrecht omhoog, tot 4000 meter. Maakt zeer
vreemde loepings-de-loep! Pa ziet het woedend aan.
Een kwartiertje later daalt het knaapje weer op het
dak.)
Blikskatersche aap van een jongen, wat moest
jij daar loepings maken in de lucht en ben je nu al
terug ui't New-York?
Nee, Pa, maar ik bedacht opeens, dat mijn
aardrijkskunde-boekie in me tasch zit!
Zoo, dacht jij dat. Hm. Zoo.
(De rest van het gesprek geschiedt zonder woor
den. Slechts het regelmatige kletsen van den mat
tenklopper op het gladde broekje van het knaapje
werd gehoord.)
Einde.
Mijnheer, -n wordt verzocht niet zulke scneld-
foorden te gebruiken. Dat mag hier alleen op het
öoneel(Life, New-York).
OP DE DIAMANTVELDEN IN ZUID-AFRIKA.
Een onafzienbare rij van menschen, beroepshardloo-
pers, zoowel als gebrekkige grijsaards, die
op het sein wachten om weg te springen.
In de „Wereldkroniek" geeft de heer Van Bruggen
een interessant verhaal van hoe een diamantveld
in bezit wordt genomen en de mistroostige toonee-
len van armoede en ontbering der talloozen, die in
hun hoop bedrogen uitkomen.
In de laatste twee jaren, aldus de schrijver, is Zuid
westelijk Transvaal een diamantland bij uitne
mendheid.
Elkeen die een delverscertificaat bezit kon op den
dag van den stormloop eijtn claim gaan „afpennen".
Tot dusver kon bijna ieder zoo'n certficaat bekomen:
lancUooper, schoolmeester, boer, speculant, ambte
naar enz. Nu is dit veranderd en beperkt tot den
beroepsdelver en arme blanken; de stormloop is ook
afgeschaft.
De claims van den eigenaar der plaats en van den
ontdekker, de standplaats van den handel, waarop
in der haast winkeltjes in mekakr gezet werden,
zijn door breede kalkstrepen aangeduid en alles wat
buiten deze reserven ligt, is open voor 't publiek en
zijn brandpunten van het openbare leven.
In een paar weken verrijst op de delverij een fan
tastisch dorp, zoo woelig als 't brandpunt van groo
te steden. De „Kajas" van de delvers, zoo worden
hun hutten genoemd, besprenkelen de omgeving, in
bonte schakeeringen opgesteld zonder verband of
symmetrie. Het zijn verblijfplekken van zakken-
goed over 'n houten geraamte, tenten, 'n paar zin
ken platen schuin tegen elkaar verbonden, hutten
van gras of riet en de hechtere kamertjes of huisjes
van hout en gegalvaniseerd ijzer, waarin overal elk
huisgezin naar zijn vermogen moet bestaan. Een
enkele winkel geeft alleen beteekenis aan een paar
straten. En afgescheiden van de blanke gemeen
schap is de kaffer-locatie; een sombere vertooning
van éónkleurige hutten van zakkengoed, dicht op
elkaar en zoo goed als eenvormiig. Nu de stormloop
zooals hij plaats vond,
Vroeg in den ochtend van den gewichtigen dag
komt de bereden politie in groot getal aanzetten. De
geheele delverij moet ontruimd worden. Niemand,
't zij hij aap den stormloop zal deelnemen of niet,
geen kaffer, geen auto of ander rijtuig mag daar
blijven. Alles moet naar de lijn, door witte vlaggen
aangeduid, die min of meer evenwijdig aan de dia-
mianthoudende streep, daarvan op de vlakte twee,
drie mijl verwijderd is. De politie doorzoekt elk
hoekje, want 't zou kunnen gebeuren dat iemand
uich schuilhoudt om aanstonds op de beste plekken
zijn clairp® te bemachtigen, waarvoor de anderen
zich bek-af moeten loopen. Het rumoerige delverij-
dorp is voor enkele uren uitgestorven.
De hardloopers stellen zich langs de aangewezen
linie op. Een onafzienbare rij dicht aaneengesloter
en diep van athleten, die ontboden zijn en goed be
taald worden, eenvoudige boerenjongens, zonder
eenigen opschik, die de oneffenheden van 't veld
kennen en voor de hardloopersbazen straks niet on
der zullen doen; meisjes hier en daar die goed „ge
traind" zijn, grijsaards, en gebrekkigen, ze wachten
met hunne pennen, om' aanstonds als de vlag vlat,
weg te springen.
Een eind achter deze linie regelt de politie 't op
stellen van de auto's en rijtuigen.
'n Tijdje voor twaalf uur - het bepaalde oogen-
blik van den stormloop komt de auto met den
mijn-commissaris en zijn assistenten uit de een
zaamheid voor de menigte en houdt stil op een ver
hevenheid, waar de „Union Jack" zich op een lan
gen paal in de lucht ontplooit, zoodat elkeen die
kan zien. De ambtenaar leest nu de proclamatie
voor, die geen. sterveling van de bestormers kan
verstaan, 't Wordt wonderlijk stiL Alle oogen zijn
cp de vlag gericht. Zij valt, en 't is of de aarde
kreunt, zoo klinkt spontaan uit duizenden borsten
een doffe verlossingsroep „Daar valt hij!"
't Geklapper van die duizenden paren voeten sterft
van het motorleger weg dat met gespannen aan
dacht die stormende massa achterna staart. De voor
sten rennen al'den heuvel af, gevolgd door andere
athleten en daarna schuift de drom ook op. Screen
steekt z'n claim af naai' z'n beste kansen eü ver
mogen. 't Wordt op 't diamantveld een warwinkel
van luidruchtige vermoeide menschen.
Ieder, die wat op schrift heeft te stellen, bedient
zich daarbij van teekens, dit bij) nderlinge afspraak
een zekere beteekenis hebben. Zoo worden anderen
dus in staat gesteld, zijn bedoeling te begrijpen. Zoo
is ons letter- en cijferschrift het voertuig van onze
taal,
In de techniek werkt men, behalve met beschrij
vingen, ook met teekeningen en schemSa's; in de
Radio-techniek, en de electro-techniek in het alge
meen werkt men vooral met de laatsten. Maar de
„technische" teekeningen zijn als regel geen perspec-
tief-teekeningen; ze zijn het slechts in die gevallen,
waarin men algemeenen indruk van het onder
werp of ontwerp moet krijgen, iets wat veel voor
komt in de bouwkunde. Men maakt dan zelfs ma
quettes. Het lezen van de gangbare technische tee
keningen is voor een leek heel moeilijk. Bovendien
zijn hier ook afspraken gemaakt.
Bij de schemia'B komen weer andere punten naaf
voren, n.1. het schematisch aanduiden van bepaalde
gebruikte en daarin opgenomton machines, enz. In
de Radio-techniek dus van de onderdeelen. Voor deze
onderdeelen zijn dan ook weer vaste teekens ont
worpen, waarvan er hiernaast een aantal volgen.
Deze serie schematische teekens is natuurlijk verre
van volledig. Wel zijn de meest gangbare opgeno
men.
Veel toelichting bij de figuren behoeft feitelijk niet
gegeven te worden. Ze spreken vrijwel voor sioh
zelf. Ter wille van de beknoptheid hebben wij echter
wel eens heel korte aanduidingen moeten geven.
Zoo is no. 13. kortheidshalve „koppelspoel" ge
noemd. Dit is de verschuifbare of draaibare spoel.
Met behulp van deze spoel is cle koppeling losser of
minder los te maken.
De nummers 22 en 28 geven beide het schema van
twee gekoppelde spoelen. Bij no. 22 zijn beide spolen
niet beweegbaar, bij no. 28 is er een verdraai- of
verschuifbaar. Deze spoelen zijn dus losser of vas
ter te koppelen. No. 27 geeft één methode van aan
duiding, dat de twee elkaar kruisende draden bij
het kruispunt niet met elkaar verbonden zijn. Wij
geven de voorkeur aan een andere methode van
aanduiding, nl. het „overspringen" van een der lij
nen. Een der kruisende lijnen loopt niet recht door
maar wordt onderbroken bij het snijpunt door een
gebogen lijntje.
Ten slotte lijkt het ons voor iederen radio-man,
amateur of handelaar, wel verstandig, de hier ge
geven figuur met toelichting uit te knippen en te be
waren. Hiet kan heel goed van pas komen.
(Nadruk verboden.)
Ml re
tauotyt»
n>«
Hf—
i Vélt:
'VMvum,
-#■
3
mtétmyo
-WA-
t
wiiitnvQ
f. ft Ui
44441
6*14*4
7
'•vro vV«
440OK
9
<144
IMA4,
ff.
1ltAê»t 4*
/J.
14041.
*/"ÖÖÖ0"u
'A *04tt/'
er.
itrot'
:*ou
^J\.
is.
rtitroo*.
/6
Jéct
SM)
i
X..,
-H4>-
ZO
«"<«1 c*4i
04
foc t
U
f4414
*'ce -
fttr:
MMK«M
-XL
JA
IV
4**6*1 -
"er**
nêrm\
Zi
**9*04,
O*4Ct1
V
44
Stoot 4/
fét/e
SuoOAtief
14441441.
In den tijd van een dag hoeft de weitld een geitel
ander aanzien.
Ze werken nu als mollen in de aarde en gooien
groote hoopen grint en zand opeen. Een stofwolk blijft
gedurig boven de delverij hangen en 't geraas van
de wagens die water aanbrengen en van vrachtauto's
die hun scherpe concurrenten zijn, wordt intens. Op
elke claim lawaait de „dummy", dat is de schommel
zelf die de goote klippen afwerpt en de fijnere stof
door laat vallen op een hoop. Wanneer de delver ge
noeg stof heeft om een vollen dag te kunnen was-
schen, zoekt hij een waschmachine. Deze kan hij hu
ren compleet, met vaten, „tanks" en zeef voor zeven
shilling en zes stuivers per dag. 't Vervoer kost ge
woonlijk twee shilling en zes stuivers. Om zonder
oponthoud te kunnen wasschen, heeft hij acht paar
handen noodig, waarbij hulp van „kaffermeiden".
En nu aan 't werk! 'De delver wil geen seconde ver
zuimen, daar zijn onkosten te hoog zijn. De stof wordt
gewoonlijk door meiden met emmers die ze op hunne
hoofden aandragen, in den voerbak van de wasch
machine geworpen. Dan wordt ze met water en dunne
modderpap, die „porrel" heet, in de machine afge
werkt en malen de tanden aan de ronddraaiende ar
men de brijl izoodanig dat de zwaarett stof grint
afzakt, de zwaarste naar den kant weggedreven en de
lichtste stof uit de machine gewerkt wordt. Met ge
regelde tusschenpoozen wordt deze zwaarste stof door
't tapgat uit de machine in den emmer afgetapt. De
inhoud 'komt in een ronde handzeef, welke in een
vat met water handig op een bepaalde wijze rond
gewrikt wordt. De inhoud wordt als hij schoonge-
wasschen is, op de sorteertafel omgekeerd en nu
zoekt de delver in dien hoop naar een diamant met
zijn sorteerspaan Zoo is 't proces van 't belangrijkste
delverswerk.
Hoe Iaat moet u morgen gewekt wotdta.
Voor den trein van 11 uur 59.
Algemeen kan men aannemen dat zestig procent
van de „wasschen" niets oplevert en een „blanc" is.
De arme delver moet zich laten „opwasschen", dit
beteekent dat een ander de onkosten van het was
schen op zich neemt. In zoo'n geval krijgt de op-
wasscher de helft van de opbrengst. Op 'n half uitge
werkte delverij Waar de beste plekken al leeggehaald
zijn, is 't voor een armen delver bijna hopeloos om
een opwasscher te vinden; zelf kan hij 't niet be
kostigen en daarom gaan die stakkers -maar met de
massa mee. De grootste armoede krijgt men dan ook
op de drukste en rijkste delverijen. De best rendee-
rende wijze van delven is om gedurig de wasch
machine aan den gang te houden. Dit eischt zestien
arbeiders. Een span zorgt dat er altoos stof genoeg
is en de delver bij zijn sorteertafel kan, zoodra hij
'n vondst gekregen heeft, weten uit welk hoekje die
van daan komt en zijn instructies geven om daar
verder in te kappen; want gewoonlijk liggen deze
kostbare steenen bij elkaar in klompjes verspreid on
der in de 'aarde. Door deze methode is 'n claim spoe
dig uitgewerkt en de waarde is in korten tijd bijeen
gezameld.
De beroepsdelver, die zijn eigen waschmachine met
toebehooren heeft, in zijn eigen wateraanvoer kan
voorzien, vrouw en kinderen om zich heeft, beperkt
zijn uitgaven tot een minimum. Maar huiselijk leven
bestaat voor hem en zijn gezin niet. Hij moet van den
ochtend tot den avond sjouwen, zijn kinderen worden
verwaarloosd en krijgen geen behoorlijk onderwijs,
omdat er natuurlijk geen goede scholen op zoo'n del
verij zijn.
Er is niets zoo mistroostig om te zien als een ver
laten delverij. Een chaos van grondhoopen en gaten
nutteloos voor mensch en dier.
Is het U bekend:
dat de Mohamedanen het jaar 1928 noemen: 1346?
De Israëlieten 5688, de Japanners 2586, terwijl de By-
zantijnsche jaartelling 7436 aanwijst?
dat de Fransche scheikundige Barruel een ring
bezat, welks grondstof uit menschenbloed afkomsttig
was?
Barruel verzamelde uit het bloed, hetwelk hemzel-
ven of nabestaanden bij aderlaten werd afgetapt, een
aanmerkelijke hoeveelheid ijzer en maakte daarvan
langs chemischen weg kleine ijzerbolletjes. Toen
kwam hij op de gedachte, die bolletjes te smelten en
er een ring van te vervaardigen. Dit gelukte en hij
droeg een kleinood, dat als het ware uit menschelijke
levensbestanddeelen is gemaakt.
d a t in de modernste kruidenierszaken in Ame-rika
de klanten zichzelf bedienen? Zij hebben de verpakte
eetwaren maar uit den winkel te nemen en aan de
cassa te betalen.
d a t de Amerikaansche arbeider meer goud in zijn
tanden heeft, dan de arbeider in het meerendeel der
Europeesche landen op de spaarbank heeft?
dat de larve van den mierenleeuw, een veel op
onze heidevelden voorkomend insect, een trechtervor
mige holte in het zand maakt en zich aan de onder
zijde van den trechter verschuilt, waar zij met haar
opengesperde kaken de in den trechter afglijdende
mieren opvangt?
Dat is de godin, die den overwinnaar bekroont
- Waarom loopt ze dan zoo hard?
- Omd*i anders z'n record alweer verbeterd It.
(Dorfbarbier, Berlijn).
„Kijk non
De regen stroomde buiten, maar binnen wees
barometer naar mooi weer.
En de man zette vol goeden moed z'n hoed
kwam naar buiten om een wandeling te gaan maki
Maar nog stroomde de regen in plassen.
Weer ging hij rustig zitten, 't zou toch wel e«
ophouden. De barometer wees toch naar mooi we
'tZou waarschijnlijk de laatste bui zijn.
Na een half uur stond hij weer op, ging de gai
i, keek naar den barometer, die hardnekkig na
mooi weer wees. Hij zette welgemoed z'n hoed
opende de voordeur, en zag hoe de regen nog in h
vigheid was toegenomen.
Toen greep de man verbolgeh den barometer vj
den wand, mikte het ding op straat en riep: „Ki
nou zelf!"
De pessimii
Zakenman (woedend): Nou is het vandaag Maa
dag! Morgen is het Dinsdag en den dag daarop is h
Woensdag? De heele week al half voorbij en n<
geen cent verdiend!
Dat had ie vergeta
Een boer stond voor het gerecht, beschuldigd zi
buurman beleedigd te hebben.
„Is het juist", vraagt de rechter, dat je hem
stommert en een leugenaar hebt genoemd".
„Ja, edelachtbare" bekent de beklaagde.
„En heb je hem ook een dief genoemd?"
„Neen, edelachtbare, „dat heb ik vergeten".
Geen laijjj
Het golfspel kan voor de omstanders heel gevaa
lijk zijn, omdat het balletje waarmee gespeeld worigg
keihard is en met groote kracht soms wordt wegg pj
slagen. IHet was dan ook met groote verbazing, d
twee golfspelers midden op het golfterrein een ou P«
juffrouw doodkalm in het gras zagen zitten.
„Weet u niet, dat het heel gevaarlijk voor u is, o f
daar te zitten?", vroeg één van hen.
De brave oude ziel lachte toegeeflijk en zeer vcföj
daan antwoordde ze:
„O, dat is in orde. Ik zit op een krant".
DE OELUKKIOE.
^Nagels Lustige Welt, Weenexk)
Getoof me, Lena, ik ben gelukkig geweest In
de liefde.
Dan hebt u zeker wel een echt aardige vrouw.
De ben vrijgezel.
''V:
Gisteren: is een geheugenplaag.
Morgen: maakt de handen traag.
Daarom: Doe uw werk vandaag.
o
Ons wil het altijd voorkomen, dat de beste opvi
ding deze is, die het daarheen tracht te leiden, dat
harmonie is tusschen het jonge leven en het late
o
Geld bezitten is slechts een voorrecht voor hen, i
het goed weten te besteden. Voor hen die dat i»
kunnen, is het niet zelden een straf. N
0 -
Houdt uw denkvermogen rein,
Dan zult ge zonder zorgen zijn.
o
Er zijn menschen die indruk willen maken met hu1
hoogen hoed, omdat zij het niet kunnen met M1t
-o-
Indien we verantwoordelijkheidszin hebben, zal d
wereld ons. zoolang we leven, in het harnas houdfl
0 -
De menschheid heeft de diensten van al haar Wj
deren van noode; het schepsel, dat niets verricht»
een uitwas van het sociale leven.