'ichager Courant
RAAD SCHAGEN.
BOVENNATUURLIJKE
VERSCHIJNSELEN.
Dlank,ai»
WOUDA's
BoekweitGOPT
ê?i
Tweede Blad.
Feuilleton.
oe deur
Zaterdag 16 Juni 1928.
71ste Jaargang. No. 8271.
ttB TENSLOTTE NIETS BOW.NNATÜTJBLIJKB
BLUKEN TE VERTOQNEN.
„Er is bloed uit den hemel gevallen.*"
Be onlange dioor de couranten gegeven berichten)
rer een „«inkregen" In Pommeren, wekken herin-
iringen op aan de tijden, toen middöleeuwscb bij-
J loof in elk natuurverschijnsel vermaningen zag
m een vertoornde- godheid en voor een dommen
cifrter soms aanleiding was om over een ver
eenden schuldige reeds dadelijk do doodstraf uit
spreken. .,E!r is bloed uit den hemel ge
it U en" wordt steeds weer in die onzalige he
chten (beweerd, wanneer zich na regenbuien ®ub-
wiitiea vertonnen, die wegens hun rood-gekleurde
1 ït door fantasie-rijke gemoederen voor, bloed wor-
n aangezien.
Het oudste bericht over een „modderregen", aldus
>of. dr. Karl Knock, waarnemer en 'leider van de
foliotheek aan het Pruisisch Meteorologisch Insti-
,ut te Berlijn, in het „Bert. Tgbl", staimt uit
?ypte omstreeks 1500 j'aar v. Chr. Het is opgetee-
enjsnd in de Mazaï'sche geschiedenis en spreekt van
in bloedige waterkleuring in gansch Egypte. Een
'iedaagsche diikke duisternis moet er im.ee gepaaid
gaan zijn. Beiden werden als een bewijs van Gods
om aangezien. Phiarao (wees, .door deze, en andere
irschijnsel'en angstig geworden, de Israëlieten zijn
(nd uit.
Sedertdien zijn ons uit elke eeuw dergelijke ge-
[1 allen bekend. Men vindt bloed op de aarde. Bloed
edekt de gedenkteekens. De wapens der soldaten
rfhijnen bloed uit te zweeten. Op de velden worden
goedige korenaren gevonden. Bloedig is het water
de beken. Bloedige droppels, die uit den Hemel
,11'en, vloeien op witte kleeren uit tot een kru.ia-
irm. en deze „Km is j es re ge n" beteekent voor
minder ontwikkelde imaasa, vaak ondersteund
r een godsdienstig fanatisme 'der geestelijkheid,
:n bijzonder 'strenge vermaning, van een lbooze god-
iid. Verstandiger opm.erkingen, dlie er op wezen,
ut de vorm van het weefsel der kleeding oorzaak
,n het verloopen der vloeistof in den. vorm van een
zou kunnen zijn, bleven onbeantwoord. Bloed
pens werden steedis als voorboden van op handen1
jn.de vreeselijike gebeurtenissen, als oorlog, pest,
iongersnood en dergelijken aangezien.
Zoo in de middeleeuwen en in .nog vroegere tfj.d~
erken! 'Heden zijn wijl door microscoop, de chemf-
he wetenschap en de meteorologie- nauwkeurig
Ingelicht over den oorsprong van zulke bijmeng
sel® in .de iu.cht. Het' is aardsch ©tof, dat door een
rachtigen wind, (meestal een wervelstorm, van de
arde wordt meegevoerd. Be zeer fijne stofdeeltjes
iijn in staat om zich langen tijid in de lucht 'zwet
sende te houden en kunnen ver weg trekken, tot-
at zij; in een dalenden luchtstroom door regen-
roppel© of tenslotte ook door eigen zwaarte we
erom op aarde terugvallen.
h,
Voor Europa is het hoofdoorsprong-
gebied van deze stofregens het ge
bied van de Sahara.
De grooite stofregen va n0 tot 11 Maartl 1901, die
ieel Italië, verscheidene doelen van Oostenrijk, en
anschi Noord -iDditsctoland onder, een laag ©tof be-
ekte, vond zijn oorsprong in deze streek. Men schat
te de hoeveelheid neergevallen stof op 1.8 millioen
on. Andere, dikwijls onderzochte stofregens, zijn
fkomsti'g, zooals de microscopische onderzoekingen
an het licht hebben' gelbracht, uit Soedan van ver
keerde gesteenten. Door daartoe geschikte1 lucht-
troomen werden ziji naar het We9ten gevoerd en
aak over -eenJ deel van dien Atiantischlen (Oceaan
ussch-en de Kanarische- en de KaapyVerdlscbs
ilanden als een vertroebeling! van de lucht waar
genomen. De verschijnselen moeten grooten indruk
gemaakt hebben en dikwijls zijn voorgekomen, wat
den zeevaarder aanleiding heeft gegeven, om dit
deel van den Oceaan de „Donkere Zee" te noemen.
Bijzonder opvallend is natuurlijk het verschijnsel
in den winter bijl sneeuwval. De .bloedenaeuw."
is ook' heden nog. vooral voor de ibijgelodvige Zui
delijke volkeren het voorteeken van bloedige oor
logen en verschrikkingen. Rloedsneeuw, heelt het
onderzoek: uitgewezen, behoedt echter niet het ge
volg te zijn van rooide stofdeeltje» in de lucht. Een
Zeker soort zeegras en heel kleine levende wezens,
die dn massa's door den wind worden meegevoerd,
kunnen eveneens de roode vlekken te voorschijn
roepen. Een roode afscheiding van bepaalde in
secten kan tenslotte de oorzaak van een „bloed
regen" zijn.
Stof wordt verder door vulkanische uitbarstingen
in de lucht geworpen. Milten ver verwijderd van de
plaats waar het iwerd opgeworpen, kan het dan weer
als een „modderregen" op aarde neervallen. Dat
zich deze vulkanische uiitbarstings-producten jaren
lang in de hoogste 'luchtlagen zwevende kunnen
houden, heeft de Krakatau-uitbarsting in bet jaar
1883 bewezen. Vele jaren- later hebben zij nog tot,
ziji bet dan ook lichte, duistemisverschijnflelen aam
leiding gegeven.
BI) de onlangs verhoogde werking
der Zoid-Europeesohe vulkanen is
het heelemaal niet buitengesloten,
dat het opnieuw tot lokaal begrens
de vulkanische slijkregens zal komen
Zeer waarschijnlijk zal dan niet van inktregen
worden gesproken, zooals dat vroeger gebeurde,
wanneer het vulikaanstof den regen zwart kleurde.
Dat met eooristo f, dus de fijnste massa -van bui
ten de aarde gelegen lichamen, in den vorm van
regen tot de aarde 'komt, is mogelijk. De kosmische
oorsprong kan men echter eerst aannemen, wan
neer het onderzoek geen andere mogelijkheid toe
laat. Da vele ,.ste enregens" die volgens oude
geschriften dagen lang moeten hebben aangehouden
en als een volkomen bombardement van steenen
worden beschreven, zijn hoogst waarschijnlijk over
dreven verhalen van z.g. sterrenregens, die uit val
lende meteoorsteenen bestaan.
Onbarmhartig is da wetenschap ook de vele an
dere soorten van „wonderredens" te lijf gegaan, die
in de oude kronieken en lange verhalen staan op
geschreven. Voortschrijdende algemeens ontwikke
ling van de massa is mede aanleiding, dat het biji-
gelootf, dat hieruit ontstond, meer en meer verdwijnt
Zoo (imponeert ons heden de „zwavelregen" heel niet
meer. Wijl weten nu, dat het bloesemstof is, en
kunnen als vriji zeker aannemen, dat het in Maart
1 en April van de elze- en hazelnootstruiken, in Mei
en Juni van de verschillende pijuboomsoorten, jene
verstruiken en berken, in Juli, Augustus en Sep
tember van het zaad van de wolfsklauw e.a. af-
komstig is.
I De Mahna-regen, dat was volgens de BiJbel-
J sche geschiedenis het hemelbroold dat den Israëlie
ten den1 tocht door de woestijn mogelijk maakte
bestaat uit een eetbaar kruid, dat in Perzdë, Pales
tina en Noord-Aftika thuis hoort. 'Zijn wortels
dringen niet ver den grond in, zoodat een storm
ze gemakkelijk kan uitrukken en door de lucht in
groote hoeveelheden meevoeren. Zoutregen® hebben
als plaats van herkomst de zee wier zouthoudend'
schuim wel 100 kilometer ver uit de kust landwaarts
in gedreven kan worden. Zeldzaam zijn de vruchten
en koreniregens; het gaat echter ook hierbiji zeer na
tuurlijk toe. Het koren wordt gewoonlijk door een
wervelstorm hoog in1 de lucht opgegooid en verder
meegevoerd, zooals in 1804, toen in And&lusië een
'groote hoeveelheid koren viel', die later door een
stormwind van een dorgchvloer in Tenger, aan, de
overzijde van. de MMdellandscho -Zee, bleek! mee
gevoerd te zijn.
(Vlermakelijik! om hun vreeselijike bijzonderheden
zijn de véle
verhalen over dierenregens, als vis-
schen-, slangen-, muizen- en fclkvor-
schenregens.
In het midden van de 18de eeuw vlei bij een
storm, gepaard gaande met hevigen Tegenslag een
aanzienlijke hoeveelheid viscb op het siothof van
Hannover. Er waren er bijl van een dusdanige groot
te, dat ze best gegeten kondien worden. Hiaringregena
komen veelvuldig in Engeland en Schotland voor,
klus in de nabijheid van de zee. in het jaar 180Q.
moet in Oldenburg een menigte krabben gevallen
zijn. Zonder twijfel zijn zij' door -een wervelstoiim,
'tegelijk met een hoeveelheid] water uit zee opgeno
men en verder landwaarts ingevoeld. Op zee heeft
men bijl dergelijke -stormen meer dan een© waarge
nomen, dat vischen door de luctht ©weefden en op
bet dek van het schip neervielen. Dat vooral sprink
hanen en andere dichte insecten voor een a»t*WR
luchttransport ©pedaal dn aanmerking koren, valt
te begrijpen. Slangen, muizen, en klkvorachten zijn
daarentegen niet uit den hemel komen vallen, on
danks de afigrijlsellijke afbeeldingen, die de verheien
uit dien tijd illustreeren. De verklaring hiervoor
ds echter de volgende. Of de dieren worden door
djen regen uit hun 'holen gedreven, of ziji behooren
tot die soorten, die na -een lange droogp4riode de
weldadige vochtigheid genieten en in massa'© uit
hun schuilhoeken te voorschdjn komen.
Het mag dan 'den schijn wekken, alsof zJji daar
uit den hemel zijn neergevallen, doch niets is min
der waar, en een feit is het, dat nog niemand ze ooit
heeft „zien" vallen „Echt" is misschien de kikvor-
schenregen van 30 Juni 1898 in de Engelsche stad
Birmingham! geweest, waar in de voorstad, Moseley,
een zwerm van kikvorschen neerstreek. Zij waren
echter hoogstwaarschijnlijk door een groote water
hoos uit een vijver opgezogen en verder door den
storm over Birmingham meegevoerd, waar de wind
tot stilte kwam en de beesten door eigen zwaarte
naar beneden vielen. In leder geval waren ook deze
„boden des hemels" toch van de aarde afkomstig
en hadden ze slechts een kort, onvrijwillige lucht
reis moeten maken.
Om tot een verklaring van den dierenregen te ko
men behoeven we -dus geenszins in de lucht onze
toevlucht te nemen, doch kunnen we rustig met on
ze waarnemingen hier op aarde blijven.
T-
door
Ethel M. Dell
51.
,,,Ib hij: dat werkelijk7" vroeg Noel glimlachend.
Dan kan ik' vermoedelijk nog* heel wat van hem
eeren. Zou hij: nog Iets yan het ontbijt hebben
vergelaten? Je moet niet vergeten, dat ik' nog
'iets gebruikt heb."
„Oh, laten we dan gauw teruggaan," riep Olga uit.
iEln doe me een pleizier en vergeet zoo gauw mo-
lelijk het beele misverstand. Wil 'je me dat beloven?"
Mijl maakte een afwerend' gebaar met zijn hand.
Het onderwerp ia afgehandeld en zonder jouw.
;1( 'ermissie zullen wiji er nimmer meer over spreken.
ü'ag ik je echter nogi even zeggen, idiat ik Je van
kant toch graag, een Kerstgeschenkje wilde
ahbieden. Dat zul je toch niet weigeren, is het wel?"
Er kwam een verwarde blik) in Olga's oogen.
„Wat is het?" vroeg ze ten ©lotte.
Lachend antwoordde hij: „Een papegaai.... een
°ng heest je nog. Ik heb hem ergenis in een bazaar
■ptdekt. Ik houd hem nog een poosje bij me, om het
[ier wat manieren te leeren. Maar als je hem
Jlever niet hebt, dan zal ik hem den nek omdraaien.
„Oh, ik weet zeker, dat je zooiets nooit doen zou",
giïiep Olga uit.
iö .^e Jonge man lachte nog steeds, ofschoon er een
O uitdrukking van angst en afschuw in Olga's oogen
g was verschenen.
'\*Ün zou' i er "voor aansprakelijk worden ge-
g jeid Olga." vervolgde hij plagend. „Zou je dat niet
O ^schrikkelijk vinden? Jij, die misschien nog nooit
O n ie leven een vlieg hebt kwaad gedaan. Hallo,
g ^t scheelt er aan?"
O Olga had eensklaps een heel eigenaardige bewe-
o Ring gemaakt. Het leek wel, alsof ze een slag wilde
wenden. Haar gezichtje was doodsbleek en ze
•wr ^aar band-en -vast tegen de borst geklemd.
„Wat scheelt eir aan?" herbaalde hijl verwonderd.
Vergadering op Donderdag 14 Juni 1928, des avonds
te 7 uur.
Voorzitter de heer J. Cornelissen, Burgemeester,
secretaris de heer A. C. Roggeveen.
Aanwezig alle leden.
Na opening der vergadering volgt de onveranderde
goedkeuring der notulen.
Voorzitter deelt mee, dat de brug bij het voetbal
terrein nu geheel in orde is en dat op verzoek van
B. en W. de comlmlssarissen der Nutsspaarbank te
Kampen de rente van de geldleening oorspronke
lijk groot f 62.750.—, met Ingang van 1 Januari a.s.
van hebben verlaagd) tot 47/8
Verslagen.
Ingekomen1 zijn verschillende verslagen, o.a. van
het Landbouwbuiishoudonideirwijs, iGezonldheidscom-
miissie, Rijkslandbouwwinterschool, Handelswinteir-
avondschool.
Ingekomen stukken.
Van Ged. Staten is de goedkeuring ontvangen op
dé 5e suippl. begrooting 1927. Ged. Staten hebben
verdaagd hun 'beslissing op besluit geldleening
f 2000 uitbreiding eierveiling. Ged. Staten hebben
goedgekeurd de begroeting 1928 en eveneens vast
gesteld de rekening van 1926.
Van den heer J. Bakker Kz. is mededeeling ont
vangen, dat hij! -accoord gaat met de voorwaarden
'om te verkrijgen een plaatsje nopens de landarbei-
derswet.
iVan den1 minister van Financiën is omtrent dit
punt de mededeeling ontvangen, dat aan de gemeen
te Schagen een voorschot wordt verleend; uit 's
Rijks kas tot een maximum van f 2546.-— ter ver
strekking aan de stichting in deze gemeente uit
sluitend werkzaam ter bevordering! van de verkrijr
ging van onroerend goed1 voor landarbeiders, ter
uitbetaling, van bet door een landarbeider benoo>-
ddgde bedrag voor de verkrijging van een plaatsje.
De rente bedraagt 4 pet. per jaar gedurende ten
hoogste vier jaren, daarna moet voor rente en1 af
lossing gedurende 30 jaar een annuiteit worden
voldaan groot 54/5 van het werkelijk verleende
voorschot, enz., enz.
De eieranvedlLng,
Het rapport van de eierveiling door het accoun
tantsbureau der Vereen, van Ned. Gemeenten van
25 Mei ji. wees aan, dat in kas was en moest zijn
f 1246.22. De boeken en bescheiden werden in goede
orde bevonden. Dé balans en verlies- en winstreke
ning over 1927 werden nagezien en daartegen rezen
enkele bedenkingen. Op de balans was n.1. niet tot
uitdrukking gébracht het aHmijntoetsttel, waarvoor
aflossing en rente door het 'bedrijf wordt betaald,
terwijl de huur van kisten en afschrijvingen op
kisten niet duidelijk1 daaruit bleken. Eten' nieuwe
balans en verlies- en winstrekening 1© gemaakt en
het nadeelig saldo bedroeg f 250.—. Ook i® bijge
voegd1 een1 kapitaalstaat en een overzicht van de ver
meerderingen en verminderingen welke do bezittin
gen van het bedrijf over 1927 hebben ondergaan.
De Ilchtbedryven.
j
Volgt het rapport van hetzelfde bureau over de
bedrijven, n.1. het Gas- en Electriciteitsbedrijf. In kas
was 26 April jl. f 22.076.29%, waarvan gestort op 'den
postchèque- en girodienst f 20.077.34 en belegd bij de
Nat. Bank f 646.63. Het bedrag dat in kas moest zijn,
klopte. Het rapport vestigt de aandacht op het feit,
„Ik weet 'het zelf niet," bracht ze met moeite uit.
„Ik kreeg het eigenaardige gevoel alsof., alsof.."
Ze hield op en het leek alsof ze met een of andere
visioen worstelde.;N!u ia het weg," zei ze een
oogenblik later, en er klonk iets van teleurstelling
en verlichting in haar stem. „Waarover praatten
we ook weer? Oh, ja, do papegaai. Het is heel aar
dig van je en ik zal het prettig vinden het dier van
je te krijgen."
„Ik 'heb het beest „N'oel" genoemd, omdat hij een
Kerstgeschenk/ is" zei hij lachend.
„Ik begrijp het", antwoordde Olga. „En je bent
bezig hem te leeren praten?"
„Hiji hoeft slechts één enkelen arin te kunnen uit
spreken."
„E'n hoe luidt die dan7*
„Iki geloof, dat het beter ia, als ik je dat maar
niet zeg." zei hiji aarzelend.
„Waarom' niet?"
,Jk' ben bang, dat je dan weer boos wordt."
„In dit geval", zei Olga ondeugend, lijkt het me
beter toe den papegaai totaal geen opvoeding te
geven."
„Oh, iki denk niet, dat je woedend zuilt worden,
wanneer het dier het zegt.... Als je het persé we
ten wilt, dan zal' ik het 'je vertellen maar ik kan
het alleen fluisteren. Heb je er iets op tegen?"
Het viel Olga heel moeilijk he tmiets te weigeren.
Ze stonden nu niet ver m-eer van de bungalow
verwijderd. Noel kwam heel dicht bijl haar staan, en
terwijl hij' zich tot haar overboog. zei hij: „Ik leer
hem dezen éénen zin zeggen: „Ik houd van je, Olga!"
Olga stond op het punt te protesteeren, doch voordat
dit kon gebeuren, was Nick reeds op hen toegestapt,
zoodat de gelegenheid zich daarvoor niet meer voor
deed.
HOOFDSTUK VII.
DE WILDERNIS.
Toen Nick alles omtrent de vergissing hoorde, trok
■hi.il zijn wenkbrauwen z66 hoog opt a'ls slechts moge
lijk was, en barstte in zulk een onbedaarlijke lachbui
uit, dat Olga er bijna wanhopig van werd.
Ze hadden echter niet veel tijd om de zaak in den
breede te bespreken en om de een of andere reden
scheen Nick dit ook volstrekt niet te verlangen. Nick
vond het blijkbaar niet noodig Olga te zeggen, wat
hij inderdaad vermoedde en het meisje zelf was blij,
dat er niet meer over gepraat werd.
Niettemin nam| ze bet voorval heel ernstig op en
het zou nog wel geruimen tijd duren, eer ze een en
ander vergeten kon. Daarbij kwam nog, dat ze door
Nbel's optreden geheel en al in de war raakte. Ze
voelde zich tot op zekere hoogte buitengewoon tot
den jongen man aangetrokken en ze moest zich
zelf ook eerlijk bekennen, dat ze hem graag mocht
lijden en het haar ontzettend hinderde hem verdriet
te moeten bezorgen. Hij zou haar nooit dwingen,
Iets tegen haar wil te doen; nee, hij ging op een an
dere en tactvoller wijze te werk. Er ging een eigen
aardige betoovering van den jongen man uit., waar
van verschillende jonge vrouwen, die hij' tot heden
ontmoet ha,d, zich maar al te zeer hewust waren.
Hij was altijd even opgeruimd en hartelijk en Olga
kwam geleidelijk tot de ontdekking, dat het heel
moeilijk, voor haar was hem kortaf of onvriendelijk
te behandelen. En tochen toch.diep in haar
j hart was zij er van overtuigd, hoe bitter weinig ze
hem slechts te geven had.
Zij wist, dat zich ergens in haar1 hart een gesloten
deur 'bevond, welke zij nimmer voor hem zou kun-
I nen openen. Ze kon zelf niet precies nagaan, welke
I schatten hierachter verborgen lagen, maar zo voel
de, dat het iets heiligs was, waarover ze zelfs nooit
met Nick, haar vertrouwde, kon spreken.
I De dienst in de kerk leidde haar gedachten eenigs-
I zins af, en na afloop daarvan had zij de noodige
kennissen en vrienden te begroeten.Kolonel
Bradlaw en zijn opgewekt vrouwtje, Will Musgra-
ve, Daisy en de stralende, kleine Peggy.
Ze vormden miet elkander een opgeruimd1 groepje
toen ze voor Nick's bungalow nog wat met elkander
praatten over den pick-nick, welke te Khantali ge
houden zou worden.
De Bradlaws bezaten een klein rijtuigje, waarin ze
I met Daisy en Peggy zouden plaats nemen. Noel gaf
ronduit te kennen, dat hij graag wilde, dat Olga in
zijn dogcairt mee zou rijden. Nick zei plagend, dat
hij naar het achterbankje solliciteerde, hetgeen
Noel hem) natuurlijk niet weigeren kon.
Op het laatste oogenblik kwamlen echter eenige
vrienden van Nick, die luidruchtig te kennen ga
ven, dat zulk een beroemdheid niet op een achter
bankje kon zitten en er op aandrongen hem de eere
plaats in hun dogcart te geven. Zoo begaven ze
zich, vergezeld v^a twaalf ruiters, op weg naar
Khantali.
„Je vindt het toch niet al te hinderlijk op mijn
gezelschap aangewezen te zijn?" vroeg Noel glim
lachend', toen ze zich op den breeden stoffigen weg
bevonden.
dat op den postchèque- en girodienst een belang
rijk bedrag was gestort, nL f20000 ruim, terwijl deze
instelling geen rente geeft. De vraag rijst, of de
overtollige kasmiddelen niet anders moeten worden
belegd.
Het verslag over den toestand en exploitatie der
gasfabriek vertelt ons dat de gasprijzen bedroegen
in 1927 13 ct. voor mluntgas, 12 ct. voor gemengd gas
en 6 ct. voor kracht en verwarming.
Dé cokesprijzen beliepen voor geklopte cokes 90
cent per H.L., voor grove cokes 80 ct. en parelcokes
7ó ct. Dit was tot 14 Sept. 1927, waarop alles met
10 cent werd verhoogd De handelaren genoten een
reductie van 20 ct. per H.L.„ mits 100 H.L. tegelijk
koopend.
Dit jaar werden aangekocht 1081556 K.G. steenko
len, verwerkt werden 1137360 K.G. Geproduceerd
werd in 1927 470034 M3. gas, afgeleverd 470074 M3.
De hoogste maand was December met 44068 M3., de
laagste maand Juni met 34912 M3. De grootste et
maalaflevering was op 12 Januari, nl. 1564 M3., de
kleinste op. 8 Juli, nl. 991 M3. In 1927 werd de groot
ste gasproductie behaald, n.1. 470.034 M3., tegen de
iaagste in 1906 147.158 M3.
De winst over 1927 bedroeg f 2711.84%, en 'het ver
nieuwingsfonds bedroeg f2308.31%,en het reserve
fonds f 160.59.
Aan de gemeente ts afgedragen een retributie van
f4000.
Aan onderhond machines en toestellen en ver
betering Directeurswoning is respectievelijk betaald
f 1769.29 en f 349.22. De gasovenafschrijvingen hebben
plaats 'gehad
Ü8 Voorzatter zegt, dat B. en W. reeds een einde
hebben gemaakt aan het 'groote saldo bij den post
cheque- en girodienst, door bij de Nationale Bank een,
bedrag: van f 12000 deposito te plaatsen.
Al deze stukken worden voor kennisgeving aange
nomen.
Onvoldoende voorlichting.
Den heer Bakker heeft het getroffen dat waar de
Raad voorheen ter inzage kreeg 3-maandelijksche
rapporten, benevens op tijd een jaarverslag en winst
en verliesrekening, den Raad nu pas dit rapport en
verslag bereikt. Spr. wijst er op dat het rapport van
den directeur keurig in orde is, maar het accoun
tantsrapport ontbreekt. Spr. vraagt of B. en W. willen
bevorderen dat de Raad wederom de driemaandelijk-
sche rapporten ontvangt en het jaarverslag 2 3
maanden eerder.
De Voorzitter zegt dat deze kwestie reeds eerder de
aandacht van B. en W. had getrokken en ook B. en
W. van oordeel waren dat ze niet behoorlijk, voorge
licht werden. Daarom heeft een onderhoud met den
verificateur plaats gehad, welk onderhoud eenige da
gen geleden heeft plaats gevonden. Dat het jaarver
slag niet eerder is toegezonden, ontstond door een
misverstand. Ook spr. evenals de heer Leguit, oor
deelden dat ze door de driemaandelijksche rappor
ten van den vorigen accountant, den) heer Schoort,
veel vollediger werden ingelicht, maar door den
verificateur werd medegedeeld, dat ze niet veel be-
teekenta hechtten aan de pro forttna opgestelde winst
en verliesrekeningen. Waar wij er evenwel op gesteld
zijn, zal de directeur eens in de 3 maanden een proef
balans opmaken, die dan door het verificatiebureau
zal worden gecontroleerd. Wel kunnen we driemaan
delijksche rapporten krijgen, maar dan moet de ge
meente weer meer betalen. Wel is spr. in zijn ziel
overtuigd dat het werk uitstekend gebeurt
De heer Bakker zegt dat hij door hst keurige rap
port van den directeur ook wel gerust is, maar spr.
zag liever de rapporten zooals voorheen.
„Ik ben van plan vandaag van alles te genieten",
gaf Olga opgeruimd te kennen.
„Daar hen ik ook voor te vinden. Hlet leven is
toch pog zoo kwaad niet, 1® het1 wel'? Ik moet je eer
lijk bekennen, dat ik Peggy ook mee in het wagen
tje had willen nemen, doch haar moeder zei, dat ik
veel te wild was, en zij' haar dierbare dochter niet
aan me durfde toevertrouwen."
„De Radjahi vertelde me een paar dagen geloden,
dat er een reusachtige tijger in de buurt van Khan
tali moest rondzwerven."
„Oh, ja, dat weet iedereen, doch ik geloof niet,
dat er veel kans bestaat, dat Wijl het dier te zien
zullen krijgen".
„Verlang je er dan zoo naar den tijger tegen to
komen?"
Noel's oogen begonnen te schitteren. „Het zou een
onbeschrijflijk genot voor me zijn een van de eer
ste schoten op hem) te kunnen lossen. Ik heb een
dergelijk dier nog nooit in de wildernis ontmloet
Wanneer de Radjah op expeditie gaat, zal ik hem
otellig verzoeken me mee te nemen."
„Bij heeft mij gevraagd of ik er misschien iets
voor voelde hem to vergezellen", mierkte Olga op.
„Oh, zoo. Dat is heel aardig van hem. Ik hoop,
dat je voor de invitatie bedankte."
Ze kon niet nalaten, te glimlachen om de wijze,
waarop hij dit laatste zei. „Natuurlijk deed ik dat,
maar diat gebeurde alleen, omdat ilk er bitter weinig
voor voelde."
i„Niet® voelen voor een tijger jacht?" riep Noel item
hoogste verbaasd uit.
Er kwam een zachte blos op baar wangen. „Vindt
je het werkelijk prettigte zien mloorden?"
„Ik geloof, dat je een klein beetje overdreven bent,
Olga. Ik ben hoofdzakelijk juist daarom hierheen
gekomen. Ik hoopte en iedereen vermoedde het
ook dat er de noodige relletjes zouden losbarsten.
Doch ik vrees, dat tengevolge van bet tactvolle op
treden van je broer deze kans geheel en al verke
ken is. Het is natuurlijk een groote voldoening voor
hem een dergelijk iets bereikt te hebben, doch bet
was voor mij en vele anderen een diepe teleurstel
ling".
„Bestond er dan werkelijk eenig gevaar?" vroeg
Olga.
„Oh ja zeker. De stad krioelde eenvoudig van de
„budmashes" en mien beweerde, dat de priesters
reeds begonnen waren een heiligen oorlog tegen het
Britsche Gouvernement te prediken. Op een avond
werd er een bom gevonden op het excercitie-ter-
rein, vlak onder een der forten. Wij zouden met zijn