'ichager Courant RAAD SCHAGEN. BOVENNATUURLIJKE VERSCHIJNSELEN. Dlank,ai» WOUDA's BoekweitGOPT ê?i Tweede Blad. Feuilleton. oe deur Zaterdag 16 Juni 1928. 71ste Jaargang. No. 8271. ttB TENSLOTTE NIETS BOW.NNATÜTJBLIJKB BLUKEN TE VERTOQNEN. „Er is bloed uit den hemel gevallen.*" Be onlange dioor de couranten gegeven berichten) rer een „«inkregen" In Pommeren, wekken herin- iringen op aan de tijden, toen middöleeuwscb bij- J loof in elk natuurverschijnsel vermaningen zag m een vertoornde- godheid en voor een dommen cifrter soms aanleiding was om over een ver eenden schuldige reeds dadelijk do doodstraf uit spreken. .,E!r is bloed uit den hemel ge it U en" wordt steeds weer in die onzalige he chten (beweerd, wanneer zich na regenbuien ®ub- wiitiea vertonnen, die wegens hun rood-gekleurde 1 ït door fantasie-rijke gemoederen voor, bloed wor- n aangezien. Het oudste bericht over een „modderregen", aldus >of. dr. Karl Knock, waarnemer en 'leider van de foliotheek aan het Pruisisch Meteorologisch Insti- ,ut te Berlijn, in het „Bert. Tgbl", staimt uit ?ypte omstreeks 1500 j'aar v. Chr. Het is opgetee- enjsnd in de Mazaï'sche geschiedenis en spreekt van in bloedige waterkleuring in gansch Egypte. Een 'iedaagsche diikke duisternis moet er im.ee gepaaid gaan zijn. Beiden werden als een bewijs van Gods om aangezien. Phiarao (wees, .door deze, en andere irschijnsel'en angstig geworden, de Israëlieten zijn (nd uit. Sedertdien zijn ons uit elke eeuw dergelijke ge- [1 allen bekend. Men vindt bloed op de aarde. Bloed edekt de gedenkteekens. De wapens der soldaten rfhijnen bloed uit te zweeten. Op de velden worden goedige korenaren gevonden. Bloedig is het water de beken. Bloedige droppels, die uit den Hemel ,11'en, vloeien op witte kleeren uit tot een kru.ia- irm. en deze „Km is j es re ge n" beteekent voor minder ontwikkelde imaasa, vaak ondersteund r een godsdienstig fanatisme 'der geestelijkheid, :n bijzonder 'strenge vermaning, van een lbooze god- iid. Verstandiger opm.erkingen, dlie er op wezen, ut de vorm van het weefsel der kleeding oorzaak ,n het verloopen der vloeistof in den. vorm van een zou kunnen zijn, bleven onbeantwoord. Bloed pens werden steedis als voorboden van op handen1 jn.de vreeselijike gebeurtenissen, als oorlog, pest, iongersnood en dergelijken aangezien. Zoo in de middeleeuwen en in .nog vroegere tfj.d~ erken! 'Heden zijn wijl door microscoop, de chemf- he wetenschap en de meteorologie- nauwkeurig Ingelicht over den oorsprong van zulke bijmeng sel® in .de iu.cht. Het' is aardsch ©tof, dat door een rachtigen wind, (meestal een wervelstorm, van de arde wordt meegevoerd. Be zeer fijne stofdeeltjes iijn in staat om zich langen tijid in de lucht 'zwet sende te houden en kunnen ver weg trekken, tot- at zij; in een dalenden luchtstroom door regen- roppel© of tenslotte ook door eigen zwaarte we erom op aarde terugvallen. h, Voor Europa is het hoofdoorsprong- gebied van deze stofregens het ge bied van de Sahara. De grooite stofregen va n0 tot 11 Maartl 1901, die ieel Italië, verscheidene doelen van Oostenrijk, en anschi Noord -iDditsctoland onder, een laag ©tof be- ekte, vond zijn oorsprong in deze streek. Men schat te de hoeveelheid neergevallen stof op 1.8 millioen on. Andere, dikwijls onderzochte stofregens, zijn fkomsti'g, zooals de microscopische onderzoekingen an het licht hebben' gelbracht, uit Soedan van ver keerde gesteenten. Door daartoe geschikte1 lucht- troomen werden ziji naar het We9ten gevoerd en aak over -eenJ deel van dien Atiantischlen (Oceaan ussch-en de Kanarische- en de KaapyVerdlscbs ilanden als een vertroebeling! van de lucht waar genomen. De verschijnselen moeten grooten indruk gemaakt hebben en dikwijls zijn voorgekomen, wat den zeevaarder aanleiding heeft gegeven, om dit deel van den Oceaan de „Donkere Zee" te noemen. Bijzonder opvallend is natuurlijk het verschijnsel in den winter bijl sneeuwval. De .bloedenaeuw." is ook' heden nog. vooral voor de ibijgelodvige Zui delijke volkeren het voorteeken van bloedige oor logen en verschrikkingen. Rloedsneeuw, heelt het onderzoek: uitgewezen, behoedt echter niet het ge volg te zijn van rooide stofdeeltje» in de lucht. Een Zeker soort zeegras en heel kleine levende wezens, die dn massa's door den wind worden meegevoerd, kunnen eveneens de roode vlekken te voorschijn roepen. Een roode afscheiding van bepaalde in secten kan tenslotte de oorzaak van een „bloed regen" zijn. Stof wordt verder door vulkanische uitbarstingen in de lucht geworpen. Milten ver verwijderd van de plaats waar het iwerd opgeworpen, kan het dan weer als een „modderregen" op aarde neervallen. Dat zich deze vulkanische uiitbarstings-producten jaren lang in de hoogste 'luchtlagen zwevende kunnen houden, heeft de Krakatau-uitbarsting in bet jaar 1883 bewezen. Vele jaren- later hebben zij nog tot, ziji bet dan ook lichte, duistemisverschijnflelen aam leiding gegeven. BI) de onlangs verhoogde werking der Zoid-Europeesohe vulkanen is het heelemaal niet buitengesloten, dat het opnieuw tot lokaal begrens de vulkanische slijkregens zal komen Zeer waarschijnlijk zal dan niet van inktregen worden gesproken, zooals dat vroeger gebeurde, wanneer het vulikaanstof den regen zwart kleurde. Dat met eooristo f, dus de fijnste massa -van bui ten de aarde gelegen lichamen, in den vorm van regen tot de aarde 'komt, is mogelijk. De kosmische oorsprong kan men echter eerst aannemen, wan neer het onderzoek geen andere mogelijkheid toe laat. Da vele ,.ste enregens" die volgens oude geschriften dagen lang moeten hebben aangehouden en als een volkomen bombardement van steenen worden beschreven, zijn hoogst waarschijnlijk over dreven verhalen van z.g. sterrenregens, die uit val lende meteoorsteenen bestaan. Onbarmhartig is da wetenschap ook de vele an dere soorten van „wonderredens" te lijf gegaan, die in de oude kronieken en lange verhalen staan op geschreven. Voortschrijdende algemeens ontwikke ling van de massa is mede aanleiding, dat het biji- gelootf, dat hieruit ontstond, meer en meer verdwijnt Zoo (imponeert ons heden de „zwavelregen" heel niet meer. Wijl weten nu, dat het bloesemstof is, en kunnen als vriji zeker aannemen, dat het in Maart 1 en April van de elze- en hazelnootstruiken, in Mei en Juni van de verschillende pijuboomsoorten, jene verstruiken en berken, in Juli, Augustus en Sep tember van het zaad van de wolfsklauw e.a. af- komstig is. I De Mahna-regen, dat was volgens de BiJbel- J sche geschiedenis het hemelbroold dat den Israëlie ten den1 tocht door de woestijn mogelijk maakte bestaat uit een eetbaar kruid, dat in Perzdë, Pales tina en Noord-Aftika thuis hoort. 'Zijn wortels dringen niet ver den grond in, zoodat een storm ze gemakkelijk kan uitrukken en door de lucht in groote hoeveelheden meevoeren. Zoutregen® hebben als plaats van herkomst de zee wier zouthoudend' schuim wel 100 kilometer ver uit de kust landwaarts in gedreven kan worden. Zeldzaam zijn de vruchten en koreniregens; het gaat echter ook hierbiji zeer na tuurlijk toe. Het koren wordt gewoonlijk door een wervelstorm hoog in1 de lucht opgegooid en verder meegevoerd, zooals in 1804, toen in And&lusië een 'groote hoeveelheid koren viel', die later door een stormwind van een dorgchvloer in Tenger, aan, de overzijde van. de MMdellandscho -Zee, bleek! mee gevoerd te zijn. (Vlermakelijik! om hun vreeselijike bijzonderheden zijn de véle verhalen over dierenregens, als vis- schen-, slangen-, muizen- en fclkvor- schenregens. In het midden van de 18de eeuw vlei bij een storm, gepaard gaande met hevigen Tegenslag een aanzienlijke hoeveelheid viscb op het siothof van Hannover. Er waren er bijl van een dusdanige groot te, dat ze best gegeten kondien worden. Hiaringregena komen veelvuldig in Engeland en Schotland voor, klus in de nabijheid van de zee. in het jaar 180Q. moet in Oldenburg een menigte krabben gevallen zijn. Zonder twijfel zijn zij' door -een wervelstoiim, 'tegelijk met een hoeveelheid] water uit zee opgeno men en verder landwaarts ingevoeld. Op zee heeft men bijl dergelijke -stormen meer dan een© waarge nomen, dat vischen door de luctht ©weefden en op bet dek van het schip neervielen. Dat vooral sprink hanen en andere dichte insecten voor een a»t*WR luchttransport ©pedaal dn aanmerking koren, valt te begrijpen. Slangen, muizen, en klkvorachten zijn daarentegen niet uit den hemel komen vallen, on danks de afigrijlsellijke afbeeldingen, die de verheien uit dien tijd illustreeren. De verklaring hiervoor ds echter de volgende. Of de dieren worden door djen regen uit hun 'holen gedreven, of ziji behooren tot die soorten, die na -een lange droogp4riode de weldadige vochtigheid genieten en in massa'© uit hun schuilhoeken te voorschdjn komen. Het mag dan 'den schijn wekken, alsof zJji daar uit den hemel zijn neergevallen, doch niets is min der waar, en een feit is het, dat nog niemand ze ooit heeft „zien" vallen „Echt" is misschien de kikvor- schenregen van 30 Juni 1898 in de Engelsche stad Birmingham! geweest, waar in de voorstad, Moseley, een zwerm van kikvorschen neerstreek. Zij waren echter hoogstwaarschijnlijk door een groote water hoos uit een vijver opgezogen en verder door den storm over Birmingham meegevoerd, waar de wind tot stilte kwam en de beesten door eigen zwaarte naar beneden vielen. In leder geval waren ook deze „boden des hemels" toch van de aarde afkomstig en hadden ze slechts een kort, onvrijwillige lucht reis moeten maken. Om tot een verklaring van den dierenregen te ko men behoeven we -dus geenszins in de lucht onze toevlucht te nemen, doch kunnen we rustig met on ze waarnemingen hier op aarde blijven. T- door Ethel M. Dell 51. ,,,Ib hij: dat werkelijk7" vroeg Noel glimlachend. Dan kan ik' vermoedelijk nog* heel wat van hem eeren. Zou hij: nog Iets yan het ontbijt hebben vergelaten? Je moet niet vergeten, dat ik' nog 'iets gebruikt heb." „Oh, laten we dan gauw teruggaan," riep Olga uit. iEln doe me een pleizier en vergeet zoo gauw mo- lelijk het beele misverstand. Wil 'je me dat beloven?" Mijl maakte een afwerend' gebaar met zijn hand. Het onderwerp ia afgehandeld en zonder jouw. ;1( 'ermissie zullen wiji er nimmer meer over spreken. ü'ag ik je echter nogi even zeggen, idiat ik Je van kant toch graag, een Kerstgeschenkje wilde ahbieden. Dat zul je toch niet weigeren, is het wel?" Er kwam een verwarde blik) in Olga's oogen. „Wat is het?" vroeg ze ten ©lotte. Lachend antwoordde hij: „Een papegaai.... een °ng heest je nog. Ik heb hem ergenis in een bazaar ■ptdekt. Ik houd hem nog een poosje bij me, om het [ier wat manieren te leeren. Maar als je hem Jlever niet hebt, dan zal ik hem den nek omdraaien. „Oh, ik weet zeker, dat je zooiets nooit doen zou", giïiep Olga uit. iö .^e Jonge man lachte nog steeds, ofschoon er een O uitdrukking van angst en afschuw in Olga's oogen g was verschenen. '\*Ün zou' i er "voor aansprakelijk worden ge- g jeid Olga." vervolgde hij plagend. „Zou je dat niet O ^schrikkelijk vinden? Jij, die misschien nog nooit O n ie leven een vlieg hebt kwaad gedaan. Hallo, g ^t scheelt er aan?" O Olga had eensklaps een heel eigenaardige bewe- o Ring gemaakt. Het leek wel, alsof ze een slag wilde wenden. Haar gezichtje was doodsbleek en ze •wr ^aar band-en -vast tegen de borst geklemd. „Wat scheelt eir aan?" herbaalde hijl verwonderd. Vergadering op Donderdag 14 Juni 1928, des avonds te 7 uur. Voorzitter de heer J. Cornelissen, Burgemeester, secretaris de heer A. C. Roggeveen. Aanwezig alle leden. Na opening der vergadering volgt de onveranderde goedkeuring der notulen. Voorzitter deelt mee, dat de brug bij het voetbal terrein nu geheel in orde is en dat op verzoek van B. en W. de comlmlssarissen der Nutsspaarbank te Kampen de rente van de geldleening oorspronke lijk groot f 62.750.—, met Ingang van 1 Januari a.s. van hebben verlaagd) tot 47/8 Verslagen. Ingekomen1 zijn verschillende verslagen, o.a. van het Landbouwbuiishoudonideirwijs, iGezonldheidscom- miissie, Rijkslandbouwwinterschool, Handelswinteir- avondschool. Ingekomen stukken. Van Ged. Staten is de goedkeuring ontvangen op dé 5e suippl. begrooting 1927. Ged. Staten hebben verdaagd hun 'beslissing op besluit geldleening f 2000 uitbreiding eierveiling. Ged. Staten hebben goedgekeurd de begroeting 1928 en eveneens vast gesteld de rekening van 1926. Van den heer J. Bakker Kz. is mededeeling ont vangen, dat hij! -accoord gaat met de voorwaarden 'om te verkrijgen een plaatsje nopens de landarbei- derswet. iVan den1 minister van Financiën is omtrent dit punt de mededeeling ontvangen, dat aan de gemeen te Schagen een voorschot wordt verleend; uit 's Rijks kas tot een maximum van f 2546.-— ter ver strekking aan de stichting in deze gemeente uit sluitend werkzaam ter bevordering! van de verkrijr ging van onroerend goed1 voor landarbeiders, ter uitbetaling, van bet door een landarbeider benoo>- ddgde bedrag voor de verkrijging van een plaatsje. De rente bedraagt 4 pet. per jaar gedurende ten hoogste vier jaren, daarna moet voor rente en1 af lossing gedurende 30 jaar een annuiteit worden voldaan groot 54/5 van het werkelijk verleende voorschot, enz., enz. De eieranvedlLng, Het rapport van de eierveiling door het accoun tantsbureau der Vereen, van Ned. Gemeenten van 25 Mei ji. wees aan, dat in kas was en moest zijn f 1246.22. De boeken en bescheiden werden in goede orde bevonden. Dé balans en verlies- en winstreke ning over 1927 werden nagezien en daartegen rezen enkele bedenkingen. Op de balans was n.1. niet tot uitdrukking gébracht het aHmijntoetsttel, waarvoor aflossing en rente door het 'bedrijf wordt betaald, terwijl de huur van kisten en afschrijvingen op kisten niet duidelijk1 daaruit bleken. Eten' nieuwe balans en verlies- en winstrekening 1© gemaakt en het nadeelig saldo bedroeg f 250.—. Ook i® bijge voegd1 een1 kapitaalstaat en een overzicht van de ver meerderingen en verminderingen welke do bezittin gen van het bedrijf over 1927 hebben ondergaan. De Ilchtbedryven. j Volgt het rapport van hetzelfde bureau over de bedrijven, n.1. het Gas- en Electriciteitsbedrijf. In kas was 26 April jl. f 22.076.29%, waarvan gestort op 'den postchèque- en girodienst f 20.077.34 en belegd bij de Nat. Bank f 646.63. Het bedrag dat in kas moest zijn, klopte. Het rapport vestigt de aandacht op het feit, „Ik weet 'het zelf niet," bracht ze met moeite uit. „Ik kreeg het eigenaardige gevoel alsof., alsof.." Ze hield op en het leek alsof ze met een of andere visioen worstelde.;N!u ia het weg," zei ze een oogenblik later, en er klonk iets van teleurstelling en verlichting in haar stem. „Waarover praatten we ook weer? Oh, ja, do papegaai. Het is heel aar dig van je en ik zal het prettig vinden het dier van je te krijgen." „Ik 'heb het beest „N'oel" genoemd, omdat hij een Kerstgeschenk/ is" zei hij lachend. „Ik begrijp het", antwoordde Olga. „En je bent bezig hem te leeren praten?" „Hiji hoeft slechts één enkelen arin te kunnen uit spreken." „E'n hoe luidt die dan7* „Iki geloof, dat het beter ia, als ik je dat maar niet zeg." zei hiji aarzelend. „Waarom' niet?" ,Jk' ben bang, dat je dan weer boos wordt." „In dit geval", zei Olga ondeugend, lijkt het me beter toe den papegaai totaal geen opvoeding te geven." „Oh, iki denk niet, dat je woedend zuilt worden, wanneer het dier het zegt.... Als je het persé we ten wilt, dan zal' ik het 'je vertellen maar ik kan het alleen fluisteren. Heb je er iets op tegen?" Het viel Olga heel moeilijk he tmiets te weigeren. Ze stonden nu niet ver m-eer van de bungalow verwijderd. Noel kwam heel dicht bijl haar staan, en terwijl hij' zich tot haar overboog. zei hij: „Ik leer hem dezen éénen zin zeggen: „Ik houd van je, Olga!" Olga stond op het punt te protesteeren, doch voordat dit kon gebeuren, was Nick reeds op hen toegestapt, zoodat de gelegenheid zich daarvoor niet meer voor deed. HOOFDSTUK VII. DE WILDERNIS. Toen Nick alles omtrent de vergissing hoorde, trok ■hi.il zijn wenkbrauwen z66 hoog opt a'ls slechts moge lijk was, en barstte in zulk een onbedaarlijke lachbui uit, dat Olga er bijna wanhopig van werd. Ze hadden echter niet veel tijd om de zaak in den breede te bespreken en om de een of andere reden scheen Nick dit ook volstrekt niet te verlangen. Nick vond het blijkbaar niet noodig Olga te zeggen, wat hij inderdaad vermoedde en het meisje zelf was blij, dat er niet meer over gepraat werd. Niettemin nam| ze bet voorval heel ernstig op en het zou nog wel geruimen tijd duren, eer ze een en ander vergeten kon. Daarbij kwam nog, dat ze door Nbel's optreden geheel en al in de war raakte. Ze voelde zich tot op zekere hoogte buitengewoon tot den jongen man aangetrokken en ze moest zich zelf ook eerlijk bekennen, dat ze hem graag mocht lijden en het haar ontzettend hinderde hem verdriet te moeten bezorgen. Hij zou haar nooit dwingen, Iets tegen haar wil te doen; nee, hij ging op een an dere en tactvoller wijze te werk. Er ging een eigen aardige betoovering van den jongen man uit., waar van verschillende jonge vrouwen, die hij' tot heden ontmoet ha,d, zich maar al te zeer hewust waren. Hij was altijd even opgeruimd en hartelijk en Olga kwam geleidelijk tot de ontdekking, dat het heel moeilijk, voor haar was hem kortaf of onvriendelijk te behandelen. En tochen toch.diep in haar j hart was zij er van overtuigd, hoe bitter weinig ze hem slechts te geven had. Zij wist, dat zich ergens in haar1 hart een gesloten deur 'bevond, welke zij nimmer voor hem zou kun- I nen openen. Ze kon zelf niet precies nagaan, welke I schatten hierachter verborgen lagen, maar zo voel de, dat het iets heiligs was, waarover ze zelfs nooit met Nick, haar vertrouwde, kon spreken. I De dienst in de kerk leidde haar gedachten eenigs- I zins af, en na afloop daarvan had zij de noodige kennissen en vrienden te begroeten.Kolonel Bradlaw en zijn opgewekt vrouwtje, Will Musgra- ve, Daisy en de stralende, kleine Peggy. Ze vormden miet elkander een opgeruimd1 groepje toen ze voor Nick's bungalow nog wat met elkander praatten over den pick-nick, welke te Khantali ge houden zou worden. De Bradlaws bezaten een klein rijtuigje, waarin ze I met Daisy en Peggy zouden plaats nemen. Noel gaf ronduit te kennen, dat hij graag wilde, dat Olga in zijn dogcairt mee zou rijden. Nick zei plagend, dat hij naar het achterbankje solliciteerde, hetgeen Noel hem) natuurlijk niet weigeren kon. Op het laatste oogenblik kwamlen echter eenige vrienden van Nick, die luidruchtig te kennen ga ven, dat zulk een beroemdheid niet op een achter bankje kon zitten en er op aandrongen hem de eere plaats in hun dogcart te geven. Zoo begaven ze zich, vergezeld v^a twaalf ruiters, op weg naar Khantali. „Je vindt het toch niet al te hinderlijk op mijn gezelschap aangewezen te zijn?" vroeg Noel glim lachend', toen ze zich op den breeden stoffigen weg bevonden. dat op den postchèque- en girodienst een belang rijk bedrag was gestort, nL f20000 ruim, terwijl deze instelling geen rente geeft. De vraag rijst, of de overtollige kasmiddelen niet anders moeten worden belegd. Het verslag over den toestand en exploitatie der gasfabriek vertelt ons dat de gasprijzen bedroegen in 1927 13 ct. voor mluntgas, 12 ct. voor gemengd gas en 6 ct. voor kracht en verwarming. Dé cokesprijzen beliepen voor geklopte cokes 90 cent per H.L., voor grove cokes 80 ct. en parelcokes 7ó ct. Dit was tot 14 Sept. 1927, waarop alles met 10 cent werd verhoogd De handelaren genoten een reductie van 20 ct. per H.L.„ mits 100 H.L. tegelijk koopend. Dit jaar werden aangekocht 1081556 K.G. steenko len, verwerkt werden 1137360 K.G. Geproduceerd werd in 1927 470034 M3. gas, afgeleverd 470074 M3. De hoogste maand was December met 44068 M3., de laagste maand Juni met 34912 M3. De grootste et maalaflevering was op 12 Januari, nl. 1564 M3., de kleinste op. 8 Juli, nl. 991 M3. In 1927 werd de groot ste gasproductie behaald, n.1. 470.034 M3., tegen de iaagste in 1906 147.158 M3. De winst over 1927 bedroeg f 2711.84%, en 'het ver nieuwingsfonds bedroeg f2308.31%,en het reserve fonds f 160.59. Aan de gemeente ts afgedragen een retributie van f4000. Aan onderhond machines en toestellen en ver betering Directeurswoning is respectievelijk betaald f 1769.29 en f 349.22. De gasovenafschrijvingen hebben plaats 'gehad Ü8 Voorzatter zegt, dat B. en W. reeds een einde hebben gemaakt aan het 'groote saldo bij den post cheque- en girodienst, door bij de Nationale Bank een, bedrag: van f 12000 deposito te plaatsen. Al deze stukken worden voor kennisgeving aange nomen. Onvoldoende voorlichting. Den heer Bakker heeft het getroffen dat waar de Raad voorheen ter inzage kreeg 3-maandelijksche rapporten, benevens op tijd een jaarverslag en winst en verliesrekening, den Raad nu pas dit rapport en verslag bereikt. Spr. wijst er op dat het rapport van den directeur keurig in orde is, maar het accoun tantsrapport ontbreekt. Spr. vraagt of B. en W. willen bevorderen dat de Raad wederom de driemaandelijk- sche rapporten ontvangt en het jaarverslag 2 3 maanden eerder. De Voorzitter zegt dat deze kwestie reeds eerder de aandacht van B. en W. had getrokken en ook B. en W. van oordeel waren dat ze niet behoorlijk, voorge licht werden. Daarom heeft een onderhoud met den verificateur plaats gehad, welk onderhoud eenige da gen geleden heeft plaats gevonden. Dat het jaarver slag niet eerder is toegezonden, ontstond door een misverstand. Ook spr. evenals de heer Leguit, oor deelden dat ze door de driemaandelijksche rappor ten van den vorigen accountant, den) heer Schoort, veel vollediger werden ingelicht, maar door den verificateur werd medegedeeld, dat ze niet veel be- teekenta hechtten aan de pro forttna opgestelde winst en verliesrekeningen. Waar wij er evenwel op gesteld zijn, zal de directeur eens in de 3 maanden een proef balans opmaken, die dan door het verificatiebureau zal worden gecontroleerd. Wel kunnen we driemaan delijksche rapporten krijgen, maar dan moet de ge meente weer meer betalen. Wel is spr. in zijn ziel overtuigd dat het werk uitstekend gebeurt De heer Bakker zegt dat hij door hst keurige rap port van den directeur ook wel gerust is, maar spr. zag liever de rapporten zooals voorheen. „Ik ben van plan vandaag van alles te genieten", gaf Olga opgeruimd te kennen. „Daar hen ik ook voor te vinden. Hlet leven is toch pog zoo kwaad niet, 1® het1 wel'? Ik moet je eer lijk bekennen, dat ik Peggy ook mee in het wagen tje had willen nemen, doch haar moeder zei, dat ik veel te wild was, en zij' haar dierbare dochter niet aan me durfde toevertrouwen." „De Radjahi vertelde me een paar dagen geloden, dat er een reusachtige tijger in de buurt van Khan tali moest rondzwerven." „Oh, ja, dat weet iedereen, doch ik geloof niet, dat er veel kans bestaat, dat Wijl het dier te zien zullen krijgen". „Verlang je er dan zoo naar den tijger tegen to komen?" Noel's oogen begonnen te schitteren. „Het zou een onbeschrijflijk genot voor me zijn een van de eer ste schoten op hem) te kunnen lossen. Ik heb een dergelijk dier nog nooit in de wildernis ontmloet Wanneer de Radjah op expeditie gaat, zal ik hem otellig verzoeken me mee te nemen." „Bij heeft mij gevraagd of ik er misschien iets voor voelde hem to vergezellen", mierkte Olga op. „Oh, zoo. Dat is heel aardig van hem. Ik hoop, dat je voor de invitatie bedankte." Ze kon niet nalaten, te glimlachen om de wijze, waarop hij dit laatste zei. „Natuurlijk deed ik dat, maar diat gebeurde alleen, omdat ilk er bitter weinig voor voelde." i„Niet® voelen voor een tijger jacht?" riep Noel item hoogste verbaasd uit. Er kwam een zachte blos op baar wangen. „Vindt je het werkelijk prettigte zien mloorden?" „Ik geloof, dat je een klein beetje overdreven bent, Olga. Ik ben hoofdzakelijk juist daarom hierheen gekomen. Ik hoopte en iedereen vermoedde het ook dat er de noodige relletjes zouden losbarsten. Doch ik vrees, dat tengevolge van bet tactvolle op treden van je broer deze kans geheel en al verke ken is. Het is natuurlijk een groote voldoening voor hem een dergelijk iets bereikt te hebben, doch bet was voor mij en vele anderen een diepe teleurstel ling". „Bestond er dan werkelijk eenig gevaar?" vroeg Olga. „Oh ja zeker. De stad krioelde eenvoudig van de „budmashes" en mien beweerde, dat de priesters reeds begonnen waren een heiligen oorlog tegen het Britsche Gouvernement te prediken. Op een avond werd er een bom gevonden op het excercitie-ter- rein, vlak onder een der forten. Wij zouden met zijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 5