iloitti Kiïiiï- Almititit- Laiiloivhlal. Uw Haar Donderdag 28 Juni 1928. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co., Schagen. DE MOSKOUSCHE BEDELAARS. SCHAGER 7ls(te Jaargang No. 8^f8, COURANT. Dit blad versehijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zoterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentlün nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.05. Losse nummers 6 cent. ADVERT^EN- TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Eerste Blad. Als vervolg op het artikel van Zaterdag, lezen wij thans de volgende beschouwingen over het boven staand onderwem in de N. R. Ct.: Thans komen wij tot de vraag, of er voldoende reden is, om, zoo men meent zich over de bezwaren tegen dezen dwang heeri te kunnen zetten, de winkelslui ting te regelen bij de wet. Volgens de memorie van toelichting tot het ingediende ontwerp is daartoe de tijd gekomen. Waarom? Omdat zich, altijd volgens de memorie van toelichting, „herhaaldelijk het geval voordoet, dat in de eene gemeente de winkelsluiting bij verordening i geregeld is, terwijl in een na aangrenzende gemeente |na sluitingsuur in de aangrenzende gemeente gaan winkelen, uiteraard zeer tot nadeel van hun stad- of dorpsgenooten, die zich aan beperkende bepalingen hebben te onderwerpen". Dit staat in hetzelfde stuk te lezen, waarin wordt verklaard, dat de bezwaren der tegenstanders van gedwongen winkelsluiting „gedeeltelijk overdreven, gedeeltelijk onjuist" mogen worden genoemd! Het zou een onderwerp voor onze geïllustreerde bijdrage kun nen worden, die marsch der koopers over de grens der gemeente! Doch spot ter zijde. Het zal natuurlijk wel eens een enkele maal voorkomen, dat een kooper uit eene met vroege winkelsluiting behepte gemeente gelegenheid heeft, in de buurt, in eene aangrenzende gemeente, 's avonds nog wat te gaan koopen en noodgedwongen van deze gelegenheid gebruik maakt, maar zulke gevallen blijven ihooge, hooge uitzondering. En ware er een voorbeeld aan te halen van eene van gedwon gen winkelsluiting voorziene gemeente, waaruit „de koopers" 's avonds bij wijze van regel op uittocht gaan naar eene aangrenzende gemeente, die de ar- beidsvrijheid der winkeliers nog onder hare voorrech ten telt, dan zou dit alleen bewijzen, dat de eerste gemeente ten onrechte tot de gedwongen winkelslui ting is overgegaan, omdat zij daarmee niet alleen het recht der verkoopers, doch evenzeer de behoeften der koopers te zeer heeft miskend. De heele moeilijkheid kan dan worden opgeheven, zoo de sluitende gemeen te haar verordening met de behoeften harer ingeze tenen misschien veel kantoorbedienden en anderen, die voor het sluitingsuur der winkels andere belan gen hebben te behartigen, dan die van den in- en uit- wendigen mensch in overeenstemming brengt. De uniforme regeling van de winkelsluiting op zich zelve beschouwd is een onding. De dagen, waarop de winkels open zijn, de uren, waarin zij het meeste bezoek trekken, hangen samen met den aard der be volking en de maatschappelijke kringen, waarin de cliëntèle wordt gezocht. Luxe-winkels en volkswinkels hebben ieder eigene behoeften ten opzichte van het sluitingsuur. Voor winkels in badplaatsen gelden 's zomers andere uren dan voor de warenhuizen in de steden des winters. In dorpen en op het platteland gelden geheel andere gebruiken, dan in de groote steden. Laat men, gelijk tot nu toe, de aangelegenheid aan de gemeenten ter regeling over, dan kan met alle plaatselijke eigenaardigheden, behoeften en gebrui ken worden rekening gehouden. Gevolg is, dat de Feuilleton. - xoi J^WACHTfcVjr^pE peen door Ethel M. Dell 58. „Je moogt bet nooit meer probeeren", gaf Olga haastig te kennen. „Ik zou het niet kunnen verdra gen, als je een dergelijk risico nam, Nick". „Ik geloof, dat jij me het liefst in watten zou ver pakken en me in een* brandkast stoppen", merkte Nick lachend op. ,Nee, dat niet... Maar je kunt dikwijls zoo roekeloos wezen. Het zou eenvoudig krankzinnig zijn, is het niet zoo, Max?" „Kleine goden verrichten dikwijls iets, w„at gewone stervelingen nimmer zouden kunnen bereiken", ant woordde hij. „Wanneer verwacht je onderkoning te worden, Nick?" „lOh, de eerste paar jaren nog niet. Ik heb er nog niet met mijn vrouw over gesproken.... Wellicht maakt zij de noodige bezwaren. Vrouwen kunnen -dikwijls erg lastig zijn, moet je weten." Hij wierp Max een pïagenden blik toe en draaide izich om, ten einjde heen te gaan. „Jullie willen me zeker wel excuseeren?" Het 'volgende oogenblik was lhd.ii reeds verdwenen. „Daar komt je vriendin, mevrouw Musgrave aan," meikte Max eensklaps op. „Ze Is vanmorgen naar huis gegaan en beeft aan haar maai gezegd, dat ik de onaangenaamste persoon was, welken ze nog ooit in baar leven had ontmoet." 'Er verscheen een Mik van v-erontwaardiging in ULgas oogen. „Max, ik weet zeke,r dat dit niet ge beurd is, en als ze het gedaan heeft, dan is het in elk geval totaal je eigen schuld. De geloof, dat je je opzettelijk zoo onvriendelijk gedragen hebt." „Sommige menschen hebben het land aan rood haar", zei Max glimlachend. „ZÜoo was het vroeger met jou ook gesteld, Olga. Hallo, is dat onze galante Noel in polo-kostuum? Hiji ziet er kranig uit, dat moet ik zeggen." Het was inderdaad Noel, dia Daisy 'volgde en hij meeste gemeenten de wijste partij kiezen, en zich van dezen onbillijken dwang onthouden. De memorie van toelichting doet het wel voorkomen, alsof gedwongen winkelsluiting in het „volksbesef" ligt en zoowat ge meen goed is geworden, maar wij zouden wel eens willen zien opgegeven, hoeveel gemeenten tot nu toe van hun verordeningsbevoegdheid hebben gebruik gemaakt. Als de minister te gelegener tijd hierom trent eens eene opgave doet, zal men, verwachten wij, een ciifer te zien krijgen, dat wel iets te denken geeft. Doch hoe dit zij, duidelijk is o.i. dat het onderwerp zich voor uniforrme regeling kwalijk leent. Dat heeft de ontwerper dan ook wel begrepen. Nadat eerst de regel is gesteld: geen winkel open op Zondag of tus- schen 's avonds 8 u. en 's morgens 5 u., volgen allerlei uitzonderingen, waarvan een deel zelfs tamelijk wille keurig in de memorie van toelichting wordt dit eens (art. 3 e en f) in bedekte termen zelfs toege geven gekozen is. Zoo zal b.v. de wet niet van toepassing zijn op verkoop van drukwerken in sta tions. Wij halen nu weer mutatls mutandis uit de toelichting aan: „Dit zal tot gevolg hebben, dat de koopers uit de gemeente na sluitingsuur in het sta tion gaan winkelen, uiteraard zeer tot nadeel van de boekverkoopers, die .zich aan-de wet hebben te onder werpen." Een volgend artikel geeft dan weer eenige te hooi en te gras gekozen tegemoetkomingen voor bepaalde winkels hetzij ten opzichte van de avondsluiting. Daar in zijn voor zooveel aangaat de sluiting op Zondag voor bloemenwinkels enkele Roomöche gedienstig heden ondergebracht, waarmee wij reeds gisteren een oogenblik in aanraking kwamen. Wij hebben daartegen op zichzelf geen bezwaar, hoe meer vrijheid er zal worden gered, des te beter, maar de vraag rijst toch: waarom voor bloemenwinkels en voor Roomsche feestdagen zulke consideratiën gelden en b.v. niet voor Moedersdag, of voor andere winkelbe drijven, welke ook wel eens gaarne zoo'n extra Zon- dagje met verdienste^, willen hebben'? •Nog een voorbeeld van de willekeur van de voor gestelde regeling. In de uitzonderingsbepalingen worden de vrouwelijke neigingen bijzonder ontzien. Verkoop van ijs zal geheel buiten de wet vallen; voor winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak brood, banket, suikerwerk en chocolade wordt verkocht, wordt gezond en sterk het krijgt mooier glans het wordt vrij van roos het blijft beter zitten het valt niet meer uit als gij zoo nu en dan een weinig Purol tüsschen de handen wrijft en daarna door de haren uitstrijkt. Doos 30 en 60, tube 80 ct. Bij Apoth. en Drogisten droeg do trotsche Poggy op izijn schouders, Bijl liep regelrecht op Olga toe, zette Peggy op den grond en nam op den ledigen stoel naast haar plaats. Daisy ging hen glimlachend voorbij om zich bij de Bradlaws te voegen. Peggy bleef echter trouw aan de zijldo van haar held. „Zeg. Olga, ik hoop niet, dat ie me voor erg on beleefd hebt aangediend", begon hij. „Ik had je den geheelen imoigen al geluk willen wenschen, doch ik heb er werkelijk geen tijd voor kunnen vinden." Terwijl hij dit zei, stak hij zij-n hand naar haar uit, waarin Olga 'de hare legde. HIJ scheen niets van de aanwezigheid van zijn broer te bemerken, doch hot duurde niet lang. of Peggy vestigde zijn aan dacht op hem. „Noel," klonk het hooge kinderstemmetje, .kijk eons wat een leelijike man dat is. Wie is die leelij- ken man. Noel?" Noel liet Olga1 s hanld los en zette Peggy op zijn knie. jD'ie knappe heeir is mijn broer, Peggy, en hij gaat met deze «mooie dame hier trouwen. Heb je soms nog méér vragen te stellen?" Peggy nam Olga met ernstige blikken op. „Wilt U heusch met hem trouwen, juffrouw Ratcliffe?" vroeg ze. „Natuurlijk wil ze dat, "antwoordde Max. „Ieder een zou graag met haar trouwen. Hiet schijnt een soort besmettelijke diekte te zijin." „Ik zou het niet wilden," zei bet kind op beslisten toon. „Ik ga met Noel trouwen, is het niet zoo Noel?" „Hoor eens even, wat 'deze jonge dame zegt," zei Noel enthousiast. „Ik hoop, dat jullie samen heel gelukkig mogen worden", zei Olga. terwijl ze Noel's arm drukte. „Wil zullen volmaakt gelukkig worden', antwoord de Noel, en 'hiji keek O'lga strak aan. „Nu moet ik verdwijnen, kleine liefste," zei hij' tot Peggy. .Wij hebben nog heel wat werk "te doen." „Ik hoop, dat je winnen zult,"' gaf Olga hartelijk te kennen. De jonge man rekte zich even uit en antwoordde opgeruimd: „Winnen.... Natuurlijk moet dat ge beuren, want we dienen toch de eer van ons regi ment hoog te houden." D'aarna boog hiji voor haar en verdween, zonder eenige notitie van Max te heb ben genomen. Pegary stond hem even na te kijken, maakte izich toen uit piga's armen los en rende Noel achterop^ „Ze passen prachtig bij elkaar." merkte Max op. „Dat beweert Nick ook. flVEaar ide arme jongen moet zullen nog allerhand gunstige uitzonderingen op de strenge sluitingsvoorschriften gelden. Het is ons al weer zeer goed, wij gunnen de dames hun versnape ring ook op Zondag en op meer dagen 's avonds na achten, dan zelfs de uitzonderingsbepalingen zullen toelaten. Doch is het nu billijk, de heeren der schep ping gansch te negeeren? Waarom mogen die nu niet een sigaartje koopen, althans gedurende de uren en dagen, dat de dames voor hun chocolaadje in den winkel terecht kunnen? Aangezien de wettelijke uitzonderingen, voor me nige gemeente volstrekt overbodig, natuurlijk in tal rijke andere nog volstrekt niet aan de behoeften te gemoet kunnen komen, stelt het ontwerp nog eenige reeksen van uitzonderingen voor bijzondere en niet bijzondere omstandigheden in het vooruitzicht. Zoo zal b.v. de gemeenteraad naar believen 21 dagen in het jaar kunnen uitkiezen, waarop de bij' de wet voorgeschreven bepalingen omtrent het sluitingsuur niet zullen geldenOf het met het beginsel der wet ook ernst is! Wij zullen alle voorschriften van het ingewikkel de ontwerp niet hier de revue laten passeeren. Wie het ontwerp doorleest, komt sterk onder den indruk, dat het een dwaasheid genoemd worden moet, deze materie voor alle gemeenten bij de wet te willen regelen. Plaatselijk kan men, zoo men gedwongen winkelsluiting voor zijn verantwoording wil nemen, beoordeelen wat voor de gemeente gewenscht en ge schikt moet worden geacht, wat niet te storend op het gemeentelijk leven en de plaatselijke gebruiken zal inwerken, wat bij de plaatselijke omstandigheden past. In de Haagsche bureaux kan daarmee onmoge lijk voldoende worden rekening gehouden. Men mist er de gegevens voor. Hoe weinig oog men daar op de materie heeft, blijkt ook wel uit zoo'n zinnetje, als in de memorie van toelichting zonder eenig bewijs neergeschreven is. Na te hebben geconstateerd, dat de thans bestaande pNlaatselijke „voorschriften onder ling sterk uiteenloopen", decreteert de schrijver im mers maar leukweg, dat dit „sterker" geschiedt, „dan met het oog op 'plaatselijke omstandigheden noodza kelijk mag worden geacht" alsof 't niet juist het ver schil in plaatselijke omstandigheden is geweest, dat tot zulke sterke uiteenlooping heeft geleid! Gevolg hiervan is dan ook, dat met name voor het platteland de wet een groot onding zal worden. In het zuiden des lands, en wellicht overal op het platte land, bestaat, aan gedwongen sluiting des avonds in het geheel geen behoefte. Indien de regeering bij de memorie van toelichting maar eens eene lijst had overgelegd van de gemeenten, waar verordeningen omtrent de winkelsluiting zijn vastgesteld, zou dit aanstonds zijn gebleken. En gedwongen sluiting op Zondag ls in zeer vele, vooral Roomsche plattelandsgemeenten onverwezen- lijkbaar. Het is daar gebruik, dat de boeren en boerin nen, die op het dorp komen „kerken", na kerktijd hun inkoopen doen. Daaraan zal het ontwerp ook al weer in den weg staan. Alles onder het mom, dat de win kels met winkelbedienden tegen de concurrentie van de winkeliers, die zeiven achter de toonbank staan, moeten in bescherming worden genomen. Om deze zoete theorie te doen zegevieren, zullen dan de boeren en buitenlui, die in het dorp wat hebben te koopen, worden genoodzaakt, midden in de week nog eens In te spannen, en vroegtijdig dos zomers vóór dat het werk op het land is afgeloopen op pad naar het dorp te gaan, om da^r vóór 8 uur binnen te zijn. Wij laten het voorshands hierbij, en komen tot onze conclusie. Gedwongen winkelsluiting is, naar liberale opvatting, een onaanvaardbaar beginsel.' Hot onder werp is, afgezien van het beginsel, slechts voor plaat selijke regeling vatbaar. Het ontwerp laat zich aan plattelandstoestanden en gebruiken niets gelegen lig gen, en moet alleen reeds daarom, zelfs voor wie met het dwangbeginsel zich zou willen vereenigen, zelfs voor wie in, de uniforme regeling geen bezwaar zoude zien, toch nog verwerpelijk zijn. Gemengd Nieuws. BRUTAAL, DRONKEN, ONBESCHAAMD EN RUK. RUK ALS BEDELAARS. Zoodra de dag aanbreekt, komen uit sloppen vreemde wezens, die op menschen gelijken. Iedereen, die Moskou bezoekt, wordt getroffen door het groote aantal bedelaars ln die stad. Het bekende Moskousche avondblad, de „Wetsjernjaja Moskwa", geeft een beschrijving van de Moskousche bedelaars, van hun gewoonten, levenswijze enz,, waaraan het Hsbh de volgende bijzonderheden ontleent: Vroeg ln den ochtend, zoodra de eerste trambelletje aankondigt, dat de dag begonnen ls, komen uit sloppen vreemde wezens. Het zijn kreupelen, oude vrouwen, vrouwen met zuigelingen; onbeschrijfelijke wezens, die op menschen lijken; zij zijn zoo vuil en met vet Inge smeerd, hun lompen zijn zoo phantaatisch, dat het lijkt, alsof dat alles niet echt is, alsof wij met een maskerade te doen hebben. Zij verspreiden zich over de geheele stad. Een half uur later hoort ge op alle pleinen en boulevards, bij alle tram,haltes, naast de groote winkels en de rijksinstellin gen, op de markten, in de straten, in de parken, bij de kerken enz. het klagend geluid van de bedelaars, die onophoudelijk herhalen: „Geef wat u missen kimt, al ia het één kopeke om brood te koopen..." 's Avonds keeren zij naar huls terug. Hoe leven deze vreemde wezens, die naar hun werk gaan als acteura naar het tooneel, met uit het hoofd geleerde phrases, in opvallende kleeren, met een specialen inventaris van lo vende kinderen, krukken, zwachtels? 'b Avonds verla ten zij hun tooneel. Zij trekken hun tooneelplunje uit, doen hun maskers af en worden zich zelf. Tot den vol genden ochtend. (Na hun werk zijn zij onherkenbaar, Zij zijn brutaal, dronken, onbeschaamd en... rijk. Rijk als bedelaars. Sommigen trekken andere kleeren aan en ge ontmoet hen in de bierhuizen. Anderen deelen de v/inst en tellen, wat hun ondergeschikten verzameld hebben Weer anderen komen bij elkaar, eten lekker, drin ken veel, spelen harmonika. Als echte acteurs vertellen zij elkaar hun ervaringen met het publiek, hun succes sen, snijden op, benijden elkaar. Zij drinken allemaal, ook de ouden van dagen, de kreupelen, de kinderen. Er zijn bedelaars, die reeds dertig jaar het „vak" be oefenen. Op de Smolenskymarkt is er een bedelares, die reeds 33 jaar bedelt. Vóór de revolutie had zij te Orjol een eigen huis. Tijdens de revolutie heeft zij alles ver loren en begint nu van voren af aan. Er zijn verschillende soorten bedelaars. Er zijn bede laars, wier specialiteit hierin bestaat, dat zy door hun uiterlijk op hot publiek indruk willen maken; zulk een bedelaar wordt te Moskou „fllon" genoemd. Deze bede laars staan des winters ln de hevige koude halfnaakt op straat; zij liggen op hun blooto knieën op de bevro ren atraatsteéncn en klappertanden den geheelen dag. De ontblootte llchaamsdeelen, hun „uithangbord", sme ren zij met vet in, anders is het niet vol to houden. Een „fllon" verdient pl.m. zes roebel per dag, soms minder. Er zijn bedelaars, die aan de tram-haltes „werken" en om „een kopeke" bedelen; zij worden „marafon's" ge noemd. Anderen loopen achter de menschen on bedelen klagend; het zijn de „loopera" (ln het Russisch „bje- nog zoo lam» woclhten, Voordat Peggy volwassen daj „Dat kan heim, geen (kwaad doen. Dit is zelfs (heel goed voor hein, want hiji wordt te veel verwend." „Oih, Max, hoe kun je zooderts zeggenl" De hoeken van Max1 mond'trokken even naar beden, doch hiji zei niets. „Max," vroeg Olga plotseling en er lag een ern stige klank in haar stem. „Max, jullie hebben toch geen onaangenaamheden geha)d?" Max wondde zich om keek haar aan. ,Ik kibbel noodt," zei hij kalm. „Maajr jullie schijnen toch niet opl een bijlzonder goeden voet imet elkander te staan," merkte ze op_. „Hij is nog zulk.' een vervloekte kwajongen." „Dat is hij niet," protesteerde ize. „Hij ls.... (bij is de aardigste jonge man dien ik kon." „Ik geloof werkelijk, dat je met hem getrouwd zou zijn. als ik ndet tuisschenbelde was gekomen," zei hij cynisch. Olga werd bloedrood en keek een anderen kant uit. Ze voelde echter Max' oogen voortdurend op zich gevestigd en ze begreep, dat hij niet zou rusten, voordat ze hem geantwoord had. .Dat is heel goed mogelijk," zei ze nauwelijks ver staanbaar. „Werkelijk? Gaf je inderdaad zooveel om hem?" Hi.ii sprak op beleefden, onver,sdhllldigen toon, alsof het iets was, wat hem eigenlijk totaal niet interes seerde. lEenigen tijd spraken ze geen woord, dodh op een gegeven oogenblik! stak het jonge «meisje met een vertrouwelijk gebaar haar hand door zijn arm heen en «zei fluisterend: „Ik was niet verliefd op hein, Max, maar., ik geloof., dat ik het misschien had kunnen worden. Hij beantwoordde den druk van haar hand en vroeg: „En hoe staan de zaken nu?"' „Nee. nu niet meer", zei ze lachend. Daaraan heb jij een einde gemaakt." Op dat moment werden ze gestoord. Kolonel Brad- lew, aan wien Daisy kort te voren verteld had, dat ze verloofd, waren, kwam naar hen toe om kennis te maken met Max en hem zijn. hartelijke geluk- wenischen aan te bieden. Toen begon de polo-wedstrijd, Olga zat vol be langstelling toe te kijken. De Radjah zelf was een uitstekend speler en izijin paardjes verkeerden i«n een schitterende conditie, „Oh, hij mjoet niet winnenHij k&n toch niet winnen", riep Olga opgewonden uit. ,Houd je bedaard, kindje', raadde Max haar aan. -- --4 „Volg het voorbeeld van Nïck's Oosterschon vriend, die vlak voor ons zit. Niemand zou met eenige mo gelijkheid kunnen nagaan, wat er op het moment in hem omging". „Afschuwelijke, oude man", mompelde Olga. Kobad Shikan zat kalm mot Nick te praten en het was Max niet recht duidelijk, waarom Olga zich over hom ergerde. ,Is hij ook een „béte noire" van Je?" vroeg hij lachend. „Ja, ik kan hem niet goed uitstaan en ik geloof, dat hij aan ons allomiaal het land heeft." „Arme, oude man", zuchtte Max. Den geheelen middag bleef Nick met den ouden man zitten to praten, terwijl hij eenige notities be treffende het spel maakte. Noel speelde merkwaar dig goed en hij werd dan ook luidruchtig toege juicht. Het resultaat was echter helaas, dat het En- gelsche „team" verslagen werd. Ze hadden zich kra nig verweerd, en het had dan ook maar een haar tje gescheeld of ze hadden evenveel goals behaald als de club van den Radiah. Later verzamelden ze zich allen) op het terras, waar de thee werd gebruikt. Noel voegde zich ech ter niet meer bij Olga, maar hield zich voortdurend op een afstand. Pöggy, die bij haar moeder had moeten blijven, volgde hém m«et verlangende blikken, doch hij scheen het bestaan van het kleine meisje geheel en al te vergeten te hebben. Kort daarop verwijderde hij zich met een der officieren. ,Wyndliam ziet er eenigszins mistroostig uit", merkte Majoor Forsyth op. „Hij hoeft dat allerminst te zijn, want hij heeft buitengewoon kranig ge speeld." „Ik dentk, dat de arme jongen het niet prettig vindt verslagen te zijn", antwoordde Daisy met den teederen glimlach, welke alle vrouwen steeds voor Noel ovèr hadden. „Het is heel onverstandig van hem dit zoo op vallend te laten blijken," ging de Majoor voort. „Hij is nog zoo jong," zij Daisy zuchtend. „En bij zal ddt later ook wel afleeren." Toen ze met Peggy naar huis terugkeerde, gingen baar gedachten onwillekeurig naar den jongen offi cier terug. Ze veronderstelde, dat zij Noel beter kende dan iemand anders. Peggy was ten zeerste belle edigd over de eigenaar dige houding van haar held. Hij had in elk geval toch even afscheid van haar kunnen komen nemen, voordat bij vertrok, vond ze. Will lachte om de verontwaardiging van zijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 1