iloitti Kiïiiï-
Almititit- Laiiloivhlal.
Uw Haar
Donderdag 28 Juni 1928.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co., Schagen.
DE MOSKOUSCHE BEDELAARS.
SCHAGER
7ls(te Jaargang No. 8^f8,
COURANT.
Dit blad versehijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zoterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentlün nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.05. Losse nummers 6 cent. ADVERT^EN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Eerste Blad.
Als vervolg op het artikel van Zaterdag, lezen wij
thans de volgende beschouwingen over het boven
staand onderwem in de N. R. Ct.:
Thans komen wij tot de vraag, of er voldoende reden
is, om, zoo men meent zich over de bezwaren tegen
dezen dwang heeri te kunnen zetten, de winkelslui
ting te regelen bij de wet. Volgens de memorie van
toelichting tot het ingediende ontwerp is daartoe de
tijd gekomen.
Waarom? Omdat zich, altijd volgens de memorie
van toelichting, „herhaaldelijk het geval voordoet, dat
in de eene gemeente de winkelsluiting bij verordening
i geregeld is, terwijl in een na aangrenzende gemeente
|na sluitingsuur in de aangrenzende gemeente gaan
winkelen, uiteraard zeer tot nadeel van hun stad- of
dorpsgenooten, die zich aan beperkende bepalingen
hebben te onderwerpen".
Dit staat in hetzelfde stuk te lezen, waarin wordt
verklaard, dat de bezwaren der tegenstanders van
gedwongen winkelsluiting „gedeeltelijk overdreven,
gedeeltelijk onjuist" mogen worden genoemd! Het zou
een onderwerp voor onze geïllustreerde bijdrage kun
nen worden, die marsch der koopers over de grens
der gemeente!
Doch spot ter zijde. Het zal natuurlijk wel eens een
enkele maal voorkomen, dat een kooper uit eene met
vroege winkelsluiting behepte gemeente gelegenheid
heeft, in de buurt, in eene aangrenzende gemeente,
's avonds nog wat te gaan koopen en noodgedwongen
van deze gelegenheid gebruik maakt, maar zulke
gevallen blijven ihooge, hooge uitzondering. En ware
er een voorbeeld aan te halen van eene van gedwon
gen winkelsluiting voorziene gemeente, waaruit „de
koopers" 's avonds bij wijze van regel op uittocht
gaan naar eene aangrenzende gemeente, die de ar-
beidsvrijheid der winkeliers nog onder hare voorrech
ten telt, dan zou dit alleen bewijzen, dat de eerste
gemeente ten onrechte tot de gedwongen winkelslui
ting is overgegaan, omdat zij daarmee niet alleen het
recht der verkoopers, doch evenzeer de behoeften der
koopers te zeer heeft miskend. De heele moeilijkheid
kan dan worden opgeheven, zoo de sluitende gemeen
te haar verordening met de behoeften harer ingeze
tenen misschien veel kantoorbedienden en anderen,
die voor het sluitingsuur der winkels andere belan
gen hebben te behartigen, dan die van den in- en uit-
wendigen mensch in overeenstemming brengt.
De uniforme regeling van de winkelsluiting op zich
zelve beschouwd is een onding. De dagen, waarop de
winkels open zijn, de uren, waarin zij het meeste
bezoek trekken, hangen samen met den aard der be
volking en de maatschappelijke kringen, waarin de
cliëntèle wordt gezocht. Luxe-winkels en volkswinkels
hebben ieder eigene behoeften ten opzichte van het
sluitingsuur. Voor winkels in badplaatsen gelden
's zomers andere uren dan voor de warenhuizen in de
steden des winters. In dorpen en op het platteland
gelden geheel andere gebruiken, dan in de groote
steden.
Laat men, gelijk tot nu toe, de aangelegenheid aan
de gemeenten ter regeling over, dan kan met alle
plaatselijke eigenaardigheden, behoeften en gebrui
ken worden rekening gehouden. Gevolg is, dat de
Feuilleton.
- xoi
J^WACHTfcVjr^pE peen
door
Ethel M. Dell
58.
„Je moogt bet nooit meer probeeren", gaf Olga
haastig te kennen. „Ik zou het niet kunnen verdra
gen, als je een dergelijk risico nam, Nick".
„Ik geloof, dat jij me het liefst in watten zou ver
pakken en me in een* brandkast stoppen", merkte
Nick lachend op.
,Nee, dat niet... Maar je kunt dikwijls zoo roekeloos
wezen. Het zou eenvoudig krankzinnig zijn, is het niet
zoo, Max?"
„Kleine goden verrichten dikwijls iets, w„at gewone
stervelingen nimmer zouden kunnen bereiken", ant
woordde hij. „Wanneer verwacht je onderkoning te
worden, Nick?"
„lOh, de eerste paar jaren nog niet. Ik heb er nog
niet met mijn vrouw over gesproken.... Wellicht
maakt zij de noodige bezwaren.
Vrouwen kunnen -dikwijls erg lastig zijn, moet je
weten." Hij wierp Max een pïagenden blik toe en
draaide izich om, ten einjde heen te gaan. „Jullie
willen me zeker wel excuseeren?"
Het 'volgende oogenblik was lhd.ii reeds verdwenen.
„Daar komt je vriendin, mevrouw Musgrave aan,"
meikte Max eensklaps op. „Ze Is vanmorgen naar
huis gegaan en beeft aan haar maai gezegd, dat ik
de onaangenaamste persoon was, welken ze nog
ooit in baar leven had ontmoet."
'Er verscheen een Mik van v-erontwaardiging in
ULgas oogen. „Max, ik weet zeke,r dat dit niet ge
beurd is, en als ze het gedaan heeft, dan is het in
elk geval totaal je eigen schuld. De geloof, dat je je
opzettelijk zoo onvriendelijk gedragen hebt."
„Sommige menschen hebben het land aan rood
haar", zei Max glimlachend. „ZÜoo was het vroeger
met jou ook gesteld, Olga. Hallo, is dat onze galante
Noel in polo-kostuum? Hiji ziet er kranig uit, dat
moet ik zeggen."
Het was inderdaad Noel, dia Daisy 'volgde en hij
meeste gemeenten de wijste partij kiezen, en zich van
dezen onbillijken dwang onthouden. De memorie van
toelichting doet het wel voorkomen, alsof gedwongen
winkelsluiting in het „volksbesef" ligt en zoowat ge
meen goed is geworden, maar wij zouden wel eens
willen zien opgegeven, hoeveel gemeenten tot nu
toe van hun verordeningsbevoegdheid hebben gebruik
gemaakt. Als de minister te gelegener tijd hierom
trent eens eene opgave doet, zal men, verwachten wij,
een ciifer te zien krijgen, dat wel iets te denken geeft.
Doch hoe dit zij, duidelijk is o.i. dat het onderwerp
zich voor uniforrme regeling kwalijk leent. Dat heeft
de ontwerper dan ook wel begrepen. Nadat eerst de
regel is gesteld: geen winkel open op Zondag of tus-
schen 's avonds 8 u. en 's morgens 5 u., volgen allerlei
uitzonderingen, waarvan een deel zelfs tamelijk wille
keurig in de memorie van toelichting wordt dit
eens (art. 3 e en f) in bedekte termen zelfs toege
geven gekozen is. Zoo zal b.v. de wet niet van
toepassing zijn op verkoop van drukwerken in sta
tions. Wij halen nu weer mutatls mutandis uit de
toelichting aan: „Dit zal tot gevolg hebben, dat de
koopers uit de gemeente na sluitingsuur in het sta
tion gaan winkelen, uiteraard zeer tot nadeel van de
boekverkoopers, die .zich aan-de wet hebben te onder
werpen."
Een volgend artikel geeft dan weer eenige te hooi
en te gras gekozen tegemoetkomingen voor bepaalde
winkels hetzij ten opzichte van de avondsluiting. Daar
in zijn voor zooveel aangaat de sluiting op Zondag
voor bloemenwinkels enkele Roomöche gedienstig
heden ondergebracht, waarmee wij reeds gisteren
een oogenblik in aanraking kwamen. Wij hebben
daartegen op zichzelf geen bezwaar, hoe meer vrijheid
er zal worden gered, des te beter, maar de vraag
rijst toch: waarom voor bloemenwinkels en voor
Roomsche feestdagen zulke consideratiën gelden en
b.v. niet voor Moedersdag, of voor andere winkelbe
drijven, welke ook wel eens gaarne zoo'n extra Zon-
dagje met verdienste^, willen hebben'?
•Nog een voorbeeld van de willekeur van de voor
gestelde regeling. In de uitzonderingsbepalingen
worden de vrouwelijke neigingen bijzonder ontzien.
Verkoop van ijs zal geheel buiten de wet vallen; voor
winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak brood,
banket, suikerwerk en chocolade wordt verkocht,
wordt gezond en sterk
het krijgt mooier glans
het wordt vrij van roos
het blijft beter zitten
het valt niet meer uit
als gij zoo nu en dan een
weinig Purol tüsschen de
handen wrijft en daarna
door de haren uitstrijkt.
Doos 30 en 60, tube 80 ct.
Bij Apoth. en Drogisten
droeg do trotsche Poggy op izijn schouders,
Bijl liep regelrecht op Olga toe, zette Peggy op den
grond en nam op den ledigen stoel naast haar plaats.
Daisy ging hen glimlachend voorbij om zich bij de
Bradlaws te voegen. Peggy bleef echter trouw aan
de zijldo van haar held.
„Zeg. Olga, ik hoop niet, dat ie me voor erg on
beleefd hebt aangediend", begon hij. „Ik had je den
geheelen imoigen al geluk willen wenschen, doch
ik heb er werkelijk geen tijd voor kunnen vinden."
Terwijl hij dit zei, stak hij zij-n hand naar haar
uit, waarin Olga 'de hare legde. HIJ scheen niets van
de aanwezigheid van zijn broer te bemerken, doch
hot duurde niet lang. of Peggy vestigde zijn aan
dacht op hem.
„Noel," klonk het hooge kinderstemmetje, .kijk
eons wat een leelijike man dat is. Wie is die leelij-
ken man. Noel?"
Noel liet Olga1 s hanld los en zette Peggy op zijn
knie.
jD'ie knappe heeir is mijn broer, Peggy, en hij
gaat met deze «mooie dame hier trouwen. Heb je
soms nog méér vragen te stellen?"
Peggy nam Olga met ernstige blikken op. „Wilt U
heusch met hem trouwen, juffrouw Ratcliffe?"
vroeg ze.
„Natuurlijk wil ze dat, "antwoordde Max. „Ieder
een zou graag met haar trouwen. Hiet schijnt een
soort besmettelijke diekte te zijin."
„Ik zou het niet wilden," zei bet kind op beslisten
toon. „Ik ga met Noel trouwen, is het niet zoo Noel?"
„Hoor eens even, wat 'deze jonge dame zegt," zei
Noel enthousiast.
„Ik hoop, dat jullie samen heel gelukkig mogen
worden", zei Olga. terwijl ze Noel's arm drukte.
„Wil zullen volmaakt gelukkig worden', antwoord
de Noel, en 'hiji keek O'lga strak aan. „Nu moet ik
verdwijnen, kleine liefste," zei hij' tot Peggy. .Wij
hebben nog heel wat werk "te doen."
„Ik hoop, dat je winnen zult,"' gaf Olga hartelijk
te kennen.
De jonge man rekte zich even uit en antwoordde
opgeruimd: „Winnen.... Natuurlijk moet dat ge
beuren, want we dienen toch de eer van ons regi
ment hoog te houden." D'aarna boog hiji voor haar
en verdween, zonder eenige notitie van Max te heb
ben genomen.
Pegary stond hem even na te kijken, maakte izich
toen uit piga's armen los en rende Noel achterop^
„Ze passen prachtig bij elkaar." merkte Max op.
„Dat beweert Nick ook. flVEaar ide arme jongen moet
zullen nog allerhand gunstige uitzonderingen op de
strenge sluitingsvoorschriften gelden. Het is ons al
weer zeer goed, wij gunnen de dames hun versnape
ring ook op Zondag en op meer dagen 's avonds na
achten, dan zelfs de uitzonderingsbepalingen zullen
toelaten. Doch is het nu billijk, de heeren der schep
ping gansch te negeeren? Waarom mogen die nu
niet een sigaartje koopen, althans gedurende de uren
en dagen, dat de dames voor hun chocolaadje in
den winkel terecht kunnen?
Aangezien de wettelijke uitzonderingen, voor me
nige gemeente volstrekt overbodig, natuurlijk in tal
rijke andere nog volstrekt niet aan de behoeften te
gemoet kunnen komen, stelt het ontwerp nog eenige
reeksen van uitzonderingen voor bijzondere en niet
bijzondere omstandigheden in het vooruitzicht. Zoo
zal b.v. de gemeenteraad naar believen 21 dagen in
het jaar kunnen uitkiezen, waarop de bij' de wet
voorgeschreven bepalingen omtrent het sluitingsuur
niet zullen geldenOf het met het beginsel der wet
ook ernst is!
Wij zullen alle voorschriften van het ingewikkel
de ontwerp niet hier de revue laten passeeren. Wie
het ontwerp doorleest, komt sterk onder den indruk,
dat het een dwaasheid genoemd worden moet, deze
materie voor alle gemeenten bij de wet te willen
regelen. Plaatselijk kan men, zoo men gedwongen
winkelsluiting voor zijn verantwoording wil nemen,
beoordeelen wat voor de gemeente gewenscht en ge
schikt moet worden geacht, wat niet te storend op
het gemeentelijk leven en de plaatselijke gebruiken
zal inwerken, wat bij de plaatselijke omstandigheden
past. In de Haagsche bureaux kan daarmee onmoge
lijk voldoende worden rekening gehouden. Men mist
er de gegevens voor. Hoe weinig oog men daar op de
materie heeft, blijkt ook wel uit zoo'n zinnetje, als in
de memorie van toelichting zonder eenig bewijs
neergeschreven is. Na te hebben geconstateerd, dat de
thans bestaande pNlaatselijke „voorschriften onder
ling sterk uiteenloopen", decreteert de schrijver im
mers maar leukweg, dat dit „sterker" geschiedt, „dan
met het oog op 'plaatselijke omstandigheden noodza
kelijk mag worden geacht" alsof 't niet juist het ver
schil in plaatselijke omstandigheden is geweest, dat
tot zulke sterke uiteenlooping heeft geleid!
Gevolg hiervan is dan ook, dat met name voor het
platteland de wet een groot onding zal worden. In
het zuiden des lands, en wellicht overal op het platte
land, bestaat, aan gedwongen sluiting des avonds in
het geheel geen behoefte. Indien de regeering bij de
memorie van toelichting maar eens eene lijst had
overgelegd van de gemeenten, waar verordeningen
omtrent de winkelsluiting zijn vastgesteld, zou dit
aanstonds zijn gebleken.
En gedwongen sluiting op Zondag ls in zeer vele,
vooral Roomsche plattelandsgemeenten onverwezen-
lijkbaar. Het is daar gebruik, dat de boeren en boerin
nen, die op het dorp komen „kerken", na kerktijd hun
inkoopen doen. Daaraan zal het ontwerp ook al weer
in den weg staan. Alles onder het mom, dat de win
kels met winkelbedienden tegen de concurrentie van
de winkeliers, die zeiven achter de toonbank staan,
moeten in bescherming worden genomen. Om deze
zoete theorie te doen zegevieren, zullen dan de boeren
en buitenlui, die in het dorp wat hebben te koopen,
worden genoodzaakt, midden in de week nog eens In
te spannen, en vroegtijdig dos zomers vóór dat het
werk op het land is afgeloopen op pad naar het
dorp te gaan, om da^r vóór 8 uur binnen te zijn.
Wij laten het voorshands hierbij, en komen tot onze
conclusie. Gedwongen winkelsluiting is, naar liberale
opvatting, een onaanvaardbaar beginsel.' Hot onder
werp is, afgezien van het beginsel, slechts voor plaat
selijke regeling vatbaar. Het ontwerp laat zich aan
plattelandstoestanden en gebruiken niets gelegen lig
gen, en moet alleen reeds daarom, zelfs voor wie met
het dwangbeginsel zich zou willen vereenigen, zelfs
voor wie in, de uniforme regeling geen bezwaar zoude
zien, toch nog verwerpelijk zijn.
Gemengd Nieuws.
BRUTAAL, DRONKEN, ONBESCHAAMD EN RUK.
RUK ALS BEDELAARS.
Zoodra de dag aanbreekt, komen uit sloppen vreemde
wezens, die op menschen gelijken.
Iedereen, die Moskou bezoekt, wordt getroffen door
het groote aantal bedelaars ln die stad. Het bekende
Moskousche avondblad, de „Wetsjernjaja Moskwa",
geeft een beschrijving van de Moskousche bedelaars,
van hun gewoonten, levenswijze enz,, waaraan het Hsbh
de volgende bijzonderheden ontleent:
Vroeg ln den ochtend, zoodra de eerste trambelletje
aankondigt, dat de dag begonnen ls, komen uit sloppen
vreemde wezens. Het zijn kreupelen, oude vrouwen,
vrouwen met zuigelingen; onbeschrijfelijke wezens, die
op menschen lijken; zij zijn zoo vuil en met vet Inge
smeerd, hun lompen zijn zoo phantaatisch, dat het lijkt,
alsof dat alles niet echt is, alsof wij met een maskerade
te doen hebben.
Zij verspreiden zich over de geheele stad. Een half
uur later hoort ge op alle pleinen en boulevards, bij alle
tram,haltes, naast de groote winkels en de rijksinstellin
gen, op de markten, in de straten, in de parken, bij de
kerken enz. het klagend geluid van de bedelaars, die
onophoudelijk herhalen:
„Geef wat u missen kimt, al ia het één kopeke om
brood te koopen..."
's Avonds keeren zij naar huls terug. Hoe leven deze
vreemde wezens, die naar hun werk gaan als acteura
naar het tooneel, met uit het hoofd geleerde phrases, in
opvallende kleeren, met een specialen inventaris van lo
vende kinderen, krukken, zwachtels? 'b Avonds verla
ten zij hun tooneel. Zij trekken hun tooneelplunje uit,
doen hun maskers af en worden zich zelf. Tot den vol
genden ochtend. (Na hun werk zijn zij onherkenbaar,
Zij zijn brutaal, dronken, onbeschaamd en... rijk. Rijk
als bedelaars. Sommigen trekken andere kleeren aan en
ge ontmoet hen in de bierhuizen. Anderen deelen de
v/inst en tellen, wat hun ondergeschikten verzameld
hebben Weer anderen komen bij elkaar, eten lekker, drin
ken veel, spelen harmonika. Als echte acteurs vertellen
zij elkaar hun ervaringen met het publiek, hun succes
sen, snijden op, benijden elkaar.
Zij drinken allemaal, ook de ouden van dagen, de
kreupelen, de kinderen.
Er zijn bedelaars, die reeds dertig jaar het „vak" be
oefenen. Op de Smolenskymarkt is er een bedelares, die
reeds 33 jaar bedelt. Vóór de revolutie had zij te Orjol
een eigen huis. Tijdens de revolutie heeft zij alles ver
loren en begint nu van voren af aan.
Er zijn verschillende soorten bedelaars. Er zijn bede
laars, wier specialiteit hierin bestaat, dat zy door hun
uiterlijk op hot publiek indruk willen maken; zulk een
bedelaar wordt te Moskou „fllon" genoemd. Deze bede
laars staan des winters ln de hevige koude halfnaakt
op straat; zij liggen op hun blooto knieën op de bevro
ren atraatsteéncn en klappertanden den geheelen dag.
De ontblootte llchaamsdeelen, hun „uithangbord", sme
ren zij met vet in, anders is het niet vol to houden. Een
„fllon" verdient pl.m. zes roebel per dag, soms minder.
Er zijn bedelaars, die aan de tram-haltes „werken" en
om „een kopeke" bedelen; zij worden „marafon's" ge
noemd. Anderen loopen achter de menschen on bedelen
klagend; het zijn de „loopera" (ln het Russisch „bje-
nog zoo lam» woclhten, Voordat Peggy volwassen daj
„Dat kan heim, geen (kwaad doen. Dit is zelfs (heel
goed voor hein, want hiji wordt te veel verwend."
„Oih, Max, hoe kun je zooderts zeggenl"
De hoeken van Max1 mond'trokken even naar
beden, doch hiji zei niets.
„Max," vroeg Olga plotseling en er lag een ern
stige klank in haar stem. „Max, jullie hebben toch
geen onaangenaamheden geha)d?"
Max wondde zich om keek haar aan. ,Ik kibbel
noodt," zei hij kalm.
„Maajr jullie schijnen toch niet opl een bijlzonder
goeden voet imet elkander te staan," merkte ze op_.
„Hij is nog zulk.' een vervloekte kwajongen."
„Dat is hij niet," protesteerde ize. „Hij ls.... (bij
is de aardigste jonge man dien ik kon."
„Ik geloof werkelijk, dat je met hem getrouwd
zou zijn. als ik ndet tuisschenbelde was gekomen,"
zei hij cynisch.
Olga werd bloedrood en keek een anderen kant uit.
Ze voelde echter Max' oogen voortdurend op zich
gevestigd en ze begreep, dat hij niet zou rusten,
voordat ze hem geantwoord had.
.Dat is heel goed mogelijk," zei ze nauwelijks ver
staanbaar.
„Werkelijk? Gaf je inderdaad zooveel om hem?"
Hi.ii sprak op beleefden, onver,sdhllldigen toon, alsof
het iets was, wat hem eigenlijk totaal niet interes
seerde.
lEenigen tijd spraken ze geen woord, dodh op een
gegeven oogenblik! stak het jonge «meisje met een
vertrouwelijk gebaar haar hand door zijn arm heen
en «zei fluisterend: „Ik was niet verliefd op hein,
Max, maar., ik geloof., dat ik het misschien had
kunnen worden.
Hij beantwoordde den druk van haar hand en
vroeg: „En hoe staan de zaken nu?"'
„Nee. nu niet meer", zei ze lachend. Daaraan heb
jij een einde gemaakt."
Op dat moment werden ze gestoord. Kolonel Brad-
lew, aan wien Daisy kort te voren verteld had, dat
ze verloofd, waren, kwam naar hen toe om kennis
te maken met Max en hem zijn. hartelijke geluk-
wenischen aan te bieden.
Toen begon de polo-wedstrijd, Olga zat vol be
langstelling toe te kijken. De Radjah zelf was een
uitstekend speler en izijin paardjes verkeerden i«n een
schitterende conditie,
„Oh, hij mjoet niet winnenHij k&n toch niet
winnen", riep Olga opgewonden uit.
,Houd je bedaard, kindje', raadde Max haar aan.
-- --4
„Volg het voorbeeld van Nïck's Oosterschon vriend,
die vlak voor ons zit. Niemand zou met eenige mo
gelijkheid kunnen nagaan, wat er op het moment
in hem omging".
„Afschuwelijke, oude man", mompelde Olga.
Kobad Shikan zat kalm mot Nick te praten en
het was Max niet recht duidelijk, waarom Olga zich
over hom ergerde.
,Is hij ook een „béte noire" van Je?" vroeg hij
lachend.
„Ja, ik kan hem niet goed uitstaan en ik geloof,
dat hij aan ons allomiaal het land heeft."
„Arme, oude man", zuchtte Max.
Den geheelen middag bleef Nick met den ouden
man zitten to praten, terwijl hij eenige notities be
treffende het spel maakte. Noel speelde merkwaar
dig goed en hij werd dan ook luidruchtig toege
juicht. Het resultaat was echter helaas, dat het En-
gelsche „team" verslagen werd. Ze hadden zich kra
nig verweerd, en het had dan ook maar een haar
tje gescheeld of ze hadden evenveel goals behaald
als de club van den Radiah.
Later verzamelden ze zich allen) op het terras,
waar de thee werd gebruikt. Noel voegde zich ech
ter niet meer bij Olga, maar hield zich voortdurend
op een afstand.
Pöggy, die bij haar moeder had moeten blijven,
volgde hém m«et verlangende blikken, doch hij
scheen het bestaan van het kleine meisje geheel en
al te vergeten te hebben. Kort daarop verwijderde
hij zich met een der officieren.
,Wyndliam ziet er eenigszins mistroostig uit",
merkte Majoor Forsyth op. „Hij hoeft dat allerminst
te zijn, want hij heeft buitengewoon kranig ge
speeld."
„Ik dentk, dat de arme jongen het niet prettig
vindt verslagen te zijn", antwoordde Daisy met den
teederen glimlach, welke alle vrouwen steeds voor
Noel ovèr hadden.
„Het is heel onverstandig van hem dit zoo op
vallend te laten blijken," ging de Majoor voort.
„Hij is nog zoo jong," zij Daisy zuchtend. „En bij
zal ddt later ook wel afleeren."
Toen ze met Peggy naar huis terugkeerde, gingen
baar gedachten onwillekeurig naar den jongen offi
cier terug. Ze veronderstelde, dat zij Noel beter
kende dan iemand anders.
Peggy was ten zeerste belle edigd over de eigenaar
dige houding van haar held. Hij had in elk geval
toch even afscheid van haar kunnen komen nemen,
voordat bij vertrok, vond ze.
Will lachte om de verontwaardiging van zijn