VAN DIT EN VAN DAT EN VAN ALLES WAT Geestes-Sport en Hersen-Gymnastiek EVENTJES DENKEN. VOOR ONZE DAMMERS. VOOR ONZE SCHAKERS. ZIJ, DIE ACHTERBLEVEN. DE TERUGKEER VAN PIETERTJE SLOBBER. Bijvoegselfder Schager Courant van Zaterdag 7 Juli 1928. No. 8283 Vraagstuk No. 157. Vraagstuk No. 158. Vraagstuk No. 159. Vraagstuk No. 160. WARE WOORDEN. onder leiding van GEO VAN DAM. Een rekenkunstige opgave. Gevraagd het getal 237 op zóódanige wijze in drieën te deelen, dat drie maal het eerste deol ge lijk zal zijn aan vijf maal het tweede en acht maal het derde deel. Het merkwaardige raam. Een raam In een zeker huis is kort geleden eens zoo groot gemaakt, zonder dat evenwel de hoogte of breedte van maat veranderden 1 Hoe is dat te verklaren? - OPLOSSINGEN DER PUZZLES uit ons vorig nummer. No. 153. Gemakkelijk oi moeilijk? Dat getal is niet 999 maar: 9 9 9 er worden dus machten gevormd. 9 beteekerit, zooals bekend, dat 9, negen maal met zich zich zelf moet worden vermenigvuldigd. De uitkomst is dan 387.420.489. We kunnen dus in plaats van: 9 9 9 ook schrijven: 9387.420.489. Dat wil zeggen, dat negen zoo dikwijls als vermenigvuldiger moet worden genomen, als door den exponent wordt aangeduid. Het getal, dat de uitkomst vormt van deze bp- rekening is zóó groot, dat de duur van een men- schenleven niet voldoende is om het op te schriji- ven. Reeds het aantal cijfers, waardoor het zou moeten worden uitgedrukt is enorm. Meer dan 369.000.000 cijfers zijn daartoe noodig. Om ze op te schrijven zou men een strook papier moeten heb ben van 18.485.000 mieter lengte, aannemende dat op iederen c.M. 2 cijfers worden gezet. No. 154. Een twee persoons puzzle. Laat de dame 't koord ongeveer 8 c.M. van het boveneinde af vasthouden De heer schuift den ring er over heen, pakt dan 't boveneind van 't koord vast en trekt 't tusschen de vingers der dame door, tot op 5 c.M. van 't andere einde. Het koord wordt slap gehouden, en de ring hangt in het midden der bocht. De heer trekt dan t eind dat hij vasthoudt om het tegenovergstelde gedeelte der bocht heen, haalt 't door de aldus gevormde lus en daarmede is hij klaar. van A. DE GRAAG, Heus den. Zwart: 10. Wit: 9. De diagramstand m cijfers behoort te zijn: Zwart 10 schijven, op 11—14, 19, 20, 21, 26, 29 en 35. Wit 9 schijven op 23, 25, 34, 37, 39, 42, 43 en 45. Wit speelt en wint op een prachtige en origineele wijze! OPLOSSING PROBLEEM No. 155. van D. BOSMA Amsterdam. De diagramstand in cijfers was: Zwart 10 schij ven op 8-10, 13, 18, 27, 31, 36, 37 en 39. Wit 10 Schijven op 22, 29, 30. 34, 38. 40, 43 en 45—48. Wit spoelt hier zeer geestig: 47—41!!, 38—32!!, motief- 3 snd, 34X43!!! en 43X5 wint. Een keurige, rein economische bewerking van het gedeeltelijke „Wa- erval-Systeem". Een compositie in het genre van den vermaarden problemSst S. E. v. d. Meer Jr. te Amhesa. van W. A. SHINKMAN. Zwart: 2. c d e f g h Wit: 4. De diagramstand moet luiden: Wit Kd8, Dg4, Pd7 en een pion op h5. Zwart Kf7 en een Paard op h8. Wit speelt en dwingt in twee zetten mat af! OPLOSSING PROBLEEM No. 158 van Dr. E. PALKOSKA, Praag. De diagramstand in cijfers was: Wit Kfl, Df5, Pa3, Pbl en pion f3. Zwart Kd4, Pa2 en een pion op f4. Wit speelt als sleutelzet: Kfl—g2ü Op zwart Pb4 volgt dan wit Fb5 enz. Op zwart 1. Pc3, wit 2. Pc2 enz. Op 1. Pel wit 2. Db5 en geeft steeds op den derden zet mati Voor meerzettjge uitbeelding op thematische wijze leent blokkeering zich minder goed. Dat men er echter toch wel „charmante" probleempjes meae kan verkrijgen bewijst het bovenstaand vraag stukje. DE GROOTE VERANDERINQ. {Buen Hamor, Madrid.) f Rodrlguez is na zijn trouwen toch wel ver anderd. Hij rookt nooit meer. Neen, dat doet zijn vrouw nu voor hem. Men is zoo oud als men zich denkt! o Men moet een beroep doen op het eergevoel en er den kleinen op attent maken, dat het duizendmaal mooier is, een welverdiende straf te dragen, dan die te ontgaan, door het zeggen van een onwaarheid. o Het is zaak onze gedachten te beheerschen en al leen die gedachten vast te houden en aan te kweeken, die gaaf en kerngezond zijn. o Geene ziel, die liefde voedt, wanhoopt aah Gods liefde. o Onze gedachten zijn de voorloopers onzer daden. o Hard werk alleen kan geen succes brengen. Ach ter het werk moet een „te weten hoe" staan, waar door iets bereikt kan worden. Als een man niet weet naar welke haven hij stuurt, is geen enkele wind hem gunstig. o Als verstand en hartstocht strijden, kan men tien tegen één wedden, dat de laatste het wint. ONGELUKKIGE TOELICHTING. (Meggeadorfer BUltter, Mflnchenj Jongmensch, je reist met een valzchen pa». Dte pas vermeldt een vollen baard I Jawel, meneer, maar.— eh— ik neb m laten afscheren, ziet u. Na zoovele bange dagen Is dus Nobile gered, Die bij duizenden gevaren Draadloos scherp had opgelet, Die de wereld vast bleef houden, Practlsch, hoopvol, opgewekt Tot een stoute Noordpool-vlieger Zijn verblijfplaats had ontdekt! Eind'lijk streek een dapp're redder Op 't gevaarlijk ijsvlak neer, Ook al golfde bij de landing d'Oppervlakte op en neer, En hij bracht na veel gevaren, Vastberaden, koen en vlug, Nobile, ver van de wereld, Naar de wereld weer terug! Welk een aanblik voor die and'ren, Toen hun redding zeker scheen, Toen een mensch uit 't volle leven Kwam en ging en snel verdween! Nu ze weer alleen gelaten Met de dreiging van den dood Wachten tot hun beurt zal komen Van hun redding uit den nood! Als een kudde zonder herder Zwerven ze wanhopig rond, Angstig, vol ontzetting starend Naar den wrakken ondergrond! Zal opnieuw een redder komen, Die hen me.denemien kan? Wie zal weer zijn land terugzien, En wie is de laatste man?! Grooté .rijken dezer aarde, Uwe luchtvloot is perfect Als de oorlog is gekomen, En de dood tot daden wekt! Staat ook in den dienst van 't leven Voor een enk'le maal Iets af, En verlost al deze helden Uit hun dreigend Noordpool-grafll Juli 1928. KROES. ^rlj naar een Engelsch gegeven, door Sirolf. (Nadruk verboden.) Er heerschte een kleine revolutie in den huize Slikkers. Want het was vandaag een feestelijke dag. Immers, vandaag zou de verrassing van Tante Cor plaats vinden. Tante Cor, die bij de Slikkers in woonde, en die behalve een ontzettend lastig hu meur, ook een paar stuivers op de spaarbank had staan. Vandaar, dat de Slikkers haar liefderijk in huis hadden genomen, toen de man van tante Cor met een zucht van verlichting de oogen sloot. Ze was den laatsten tijd buitengewoon balsturig ge weest en had zelfs gepraat van heengaan, naar an dere familieleden, die zeker beter voor haar zouden zorgen. Ook had ze zoo iets gemompeld van .testa ment veranderen." En om haar nu weer mild te stemmen, hadden de Slikkers besloten, haar te ver rassen. Ze hadden een oude schoolvriendin van tante Cor, uitgenoodigd, een kopje thee te komen drinken. Tante Cor, die haar schoolvriendin Pie- tertje in vijf en vijftig jaar niet gezien had, zou na tuurlijk dolblij zijn, oude schoolherinneringen op te halen. Temeer, daar juffrouw Potters het ver in de wereld gebracht had. Haar man was gepensionneerd brigadier van politie. Twee uur vóór de kom9t vaó de hooge gast, was het huis in rep en roer. Er vond eerst een vrij har tige woordenwisseling plaats tusschen meneer en juffrouw Slikkers over de wenschelijkheid van het dragen van een boord. De heer Slikkers wilde zijn plezier niet bederven, door zijn hals in een gipsver band te wringen, naar hij beweerde. Doch de op vattingen omtrent fatsoen - die boven genoegen gingen van Juffrouw Slikkers gaven den door slag. Zoodat meneer Slikkers zijn hals In een zeer hooge boord begroef, waarbovenuit een mistroostig gelaat keek. Eindelijk dan, op slag van tweeën het aangekondigde bezoekuur waa de familie Slikkers, man, vvrouw en kinderen, voor de ver rassing gereed, Toen klonk opeens de schelle stem van tante Cor van boven: „Merie! Merle! Waar benne me hare gebleve?!!H „Herreman!" sprak juffrouw Slikkers streng tot haar echtgenoot,, „ga dadelijk tante Cor d'r vlecht zoeken! Waar hét ze dat ding nou weer gelat*? Ze laat 'm ook altijd zwerreve! Maar maak voort, want juffrouw Potters komt dadelijkl En as tante Cor d'r vlecht niet hét, is ze niet te genieter' „Meriel Meriel Héjo me gebit ook erreges gezien?" „Nee, tante Cor! Maar heb U hot niet in de wasch- kom gelegd?" „Bin je mal, in de wasckom legt *t niet, maar heb je al in de gootsteen gekeke?" „Ja, maar daar benne ze niet!" Toe, v'r uit! Kees- sie, Merietje, gane jelui overal de tande van Tante Cor zoeke, maar gauw wat, daluk komt juffrouw Potters, en dan weet ik me geen raad! Groote grut, daar wordt gebeld! Herreman, wees niet zoo stom, je hoeft niet in de tafella te kijke, daar legt de vlecht van Tante Cor niet, toe doe gauw ope, daar hep je juffrouw Potters!" Èen oogenblik later leidde meneer Slikkers de min zaam knikkende juffrouw Potters binnen. „Dag, juffrouw Potters, komt U d'r in, kijk, gaat U daar zittel Bij het raam. Enne, dan komt Tante Cor daar op die stoel naast U zitte. Zoo, ze zal da- luk wel beneje kommie. Enne hoe maakt U het?" „'Slecht!" zei juffrouw Potters somber, op haar hart wijzend. „Weet U, me hart klopt altijd maar zoo, hè?" M't Is zonde", vond juffrouw Slikker diep-mee- voelend, „Enne doet U d'r niks an?" „D'r is geen kruid1 voor gewasse", kondigde juf frouw Potters met een grafstem aan. „O, kijk, daar hebje tante Cor", riep juffrouw Slikkers op eens uit. Tante Cor kwam met een kwaad gezicht de kamer in, keek, de bezoekster vijandig aan en zei: „Wie is dat?" „Dat is juffrouw Potters, die U wilde komen ver rassen!" „Wie?" „Juffrouw Potters!!!" „Kien ik niet Nooit van gehoord", zei tante Cor kwaad, omdat ze haar tanden niet had en haar vlecht m'iste. Juffrouw Slikkers werd rood van ver legenheid en juffrouw Potters zette een hooge borst op. In een poging, om het figuur te redden, begon juffrouw Slikkers een wilde conversatie. „Hier, juffrouw Potters, neemp U een stukje van die koek, die hep ik zellef gebakkei Hédaar, Kees- sie, zit niet zoo mjet je neus te spele en blijf met Je vingers van de koek af, met je streken om er alle krente uit te peutere! Ach, eet U geen koek, voor Uws hart? Mens, wat zielig, Ja, let U maar niet op «ante Cor, die is altijd een beetje uit 'r humeur, als ze d'r tanden kwijt is. Ja, ze verstaat ons toch niet, want ze ls stokdoof. Herreman! Blijf met je vingers i toch van je schoone boord, Juffrouw Potters zou warempel denke, dat Je nooit een boord droeg!" „Merie!" zei tante Cor opeens, die met Juffrouw Potters vijandige blikken had zitten wisselen, „Me rie, wie is die vrouw?" „Dat is juffrouw Potters! Juffrouw Potters!! Dat hep ik U daar straks al gezegd. Een oude school vriendin van U, die U is komen verrassen! Juffrouw Potters, geboren Pietertje 81ikkerr „Zoo, Ja, ik heb als kind wel een Pietertje Slob ber gekend, dat was een valsch mispunt' van een meid! Met zomersproeten en ze was loenschl Ja, riou ik de Juffrouw ankijk, nou gaat me een li chte op...." Juffrouw Potters waa woedend opgestaan. „Mijn hartl", steunde ze. „Ik wist wel, dat ik hier beleedigd zou worden! Voel nie hart eens klop pen! Ik ga dadelijk weg! Bah!" Een onheilspellende stilte viel in de kleine kamer, HET MANWIJF. (Moustique, Charleroi.) I@"ün7 t? Q r Kom, jongen, schreeuw niet. Wees een man, zooals Moeder!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 17