POLDER
WAARD EN GROET.
PSasdag 10 Juli 1928.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co., Schagen.
Eerste Blad.
Feuilleton.
SGHAGER
Alliifü Nitiws-
73ste Jaargang Ho. $?#<§-
COURANT.
Mratimii- liiüiivllil
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10» iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DXT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Vergadering op Zaterdag 7 Juli 1928, des namid
dags 2 uur.
Voorzitter de heer A. J. Waiboer, dijkgraaf, se
cretaris de heer J. Breobaart Dz.
Allen aanwezig.
Voorzitter opent de vergadering, waarna de notu
len worden gelezen, welke na een kleine wijziging
onder dankzegging worden goedgekeurd.
De Goudalite-proef voor het wegdek.
Naar aanleiding van de notulen zegt Voorzitter te
kunnen meedeelen, dat niet is ingegaan op de aanbie
ding van do firma te Gouda met betrekking tot het
maken van de Goudalite-wegbedekking. De prijs be
droeg f 1.80 per vierkante meter en dit leek het Dag.
Bestuur te hoog, omdat liet vorige jaar bij de klei
nere proef, de kosten 80 ct. per M2. hadden bedragen.
Besloten was daarom het werk in eigen beheer uit
te voeren, an waren reeds onderhandelingen aange
knoopt met dezelfde firma over de levering der
grondstoffen. Doze firma stelde een opzichter koste
loos beschikbaar om het toezicht bij het werk te
houden. Voor het ter beschikking zijnde bedrog is
het nu mogelijk, dat een heel wat grooter stuk met
het Goudaiito kan worden bedekt; ongeveer vanaf
het bruggetje bij Waterloo tot aan het thans be
staande gedeelte. De grondstoffen waren bereids aan
gekomen.
De heer Melchior twijfelt niet, of aan hét Dag. Be
stuur is eveneens opgevallen, dat 'bij de tegenwoor
dige proef de westkant meer afgesloten is, dan de
andere kant. Dit is volgens spr. het gevolg hiervan,
dat de gel a den wagens het meest in do richting
Kiolhorn gaan, waarom het z.i. een aanwijzing is,
om hiermee bij de volgende pref rekening te houden,
in dien zin, dat de bedekking naar den westkant
wat breecler gemaakt wordt.
De heer Vis merkt op, dat het Goudalite alleen op
een 'hard wegdek kan worden gebruikt, hetgeen door
den opzichter wordt bevestigd.
De heer K. Breebaart Dz. is het echter eens met
den heer Melchior en zou er voor wezen, dat dan
het wegdek op die plaats verbreed en met puin be-
hard werd.
Wanneer de opzichter heeft opgemerkt, dat daar
voor eerst een deel dient uitgespit, waarna een vlak-
laag dient te worden gelegd en daarop basalt, en de
voorzitter zegt, dat het Dag. Bestuur daar gaarne
zijn aandacht aan zal wijden, zegt de heer Bree
baart, dat hij toch liever zag, dat de vergadering
zich nu maar direct uitsprak.
De heer Trapman zegt. dat we hier de gelegenheid
om de wegen te verbeteren en te vorbreeden met
twee handen moetenaangrijpen. De wegen in den
polder Waard en Groet zijn smal, en daarom «egt
spreker, er graag zijn stem aan to zullen go ven,
ook al zal hot kosten met zich brengen.
Na nog «enige discussie over de beste en voordee-
lïgste manier, waarop de weg kan worden verbreed,
waarbij -de heer Brugman nog opmerkt, dat het aan
beveling verdient, dat nu alle wegen, ook vooral in
j den Groetpolder, vroeg genoeg in orde worden ge-
I maakt, wordt goedgevonden, dat het Dag. Bestuur
I de zaak zal uitvoeren.
i Dijkgraaf merkt nog op, dat de wegenrekening nu
weer iets zal stijgen.
Verder wordt meegedeeld:
dat goedkeuring is ontvangen op de kasgeldlee-
ning, groot f 10.000 tegen 5 'b laars;
dat bij Koninklijk besluit zijn benoemd de heeren
A. J. Waiboer tot dijkgraaf en P. KÜstemaker Sr., tot
heemraad;
dat van het Prov. Bestuur toestemming is verkre
gen om de molens in den Waard- en Groetpolder
af te breken. Het geld, daarvoor ontvangen, zal mo
gen worden besteed aan het droog te maken boe
zemkanaal.
De Waardmolen gaat verdwijnen, on
danks het verzoek van enkele ingelan
den om het behoud en een door ben toe
gezegde subsidie.
Vervolgens zegt dijkgraaf, zijn wij gekomen aan
het punt, waarom deze vergadering is belegd, en
wel om een adres, dat is ingekomen van ingelanden
en gebruikers in den Waardpolder tot behoud van
den Waardmolen en intrekking besluit tot verkoop
In dit adres, dat onderteekend was door de heeren
P. Blaauboer en P. Kistemaker Jr., wordt gewezen
op bet onherstelbare verlies, dat het sohoone land
schap, in den Waardpolder door het verdwijnen van
den molen zou lijden.
Adressanten dringen er daarom op aan, dat het
besluit tot afbraak zal worden herroepen, en dat zij
en nog anderen voor het onderhoud in de komende
jaren een jaarlijksche subsidie van f8850 toezeggen.
Van de veroeniging „De Hollandsche Molen" was
bericht ingekomen, dat zij, door do belangstelling uit
de naaste omgeving een subsidie toezegde van f20.
met de bepaling, dat dit zóólang zou worden gege
ven, als ook de andere belanghebbenden hun sub
sidie bleven toezeggen.
De Dijkgraaf had gemeend, dat beter geweest was,
indien een bedrag in eens was gegeven, uit welke
rente-opbrengst dan het onderhoud voor een deel
zou kunnen worden bestroden. Van adressanten had.
spreker gehoord, dat het polderbestuur bun toege
zegde subsidie maar moest beschouwen als een blijk,
dat ze den molen gaarne wilden behouden, doch dat
ze heel goed wisten, dat een dergelijk bedrag niet
voldoende was. Om echter in eens een heel be
drag cadeau te doen, daartoe zagen ze g6en kans.
De heer Melchior, als voorstander voor het be
houd van den molen, merkt op, dat de molen straks
misschien wel als bergruimte dienst kan doen, als
eenmaal het boezemkanaal droog is en zoodoende
eenige huur kan opbrengen.
Gebrek aan eetlust
slechte spijsvertering.
schele hoofdpijn,
prikkelbaarheid, ver
stopping, maagpijn en
hartwater. genezen
spoedig na gebruik
van Posters Maag-
filllen, het tonische
axeermiddel.
Poster't Maagpiilen
Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon
B LAAT UW HAM
Jf fsïj OERUfT ROOKEN
V w J HAAR GEEF HEM
r TABLETTEN
door
Ethel M. Dell
64.
Ze wendde zich thans tot Max. „Zou jij er ook zoo over
denken?" vroeg ze en ditmaal was er bitterheid In haar
stem.
„Het is altijd mijn gewoonte geweest nimmer met
andore menschen over ziektegevallen te spreken," ant
woordde hij.
„En was dat de eenige reden?"
„Het is het eenige antwoord, wat ik Je gevon kan,"
zei Max.
Zijn stemklonk eveneens kortaf en op dat oogenblik
drong het heel duidelijk tot het jonge meisje door, in
welke positie zij zich bevond... De twee menschen, v&n
wie ze het meest op de heele wereld hield, spanden te
gen haar samen... waren overeengekomen tot eiken
prijs de waarheid voor haar verborgen te houden. Er
verscheen een minachtende uitdrukking op haar ge
zicht en ze wendde zich met een ruk om.
„Je behoeft je niet langer eenige moeite te geven,"
zei ze koud. ,Jk weet alles!"
Toen zij dit gezegd had ging Max eensklaps voor haar
staan en legde zijn handen op haar schouders.
„Wat weet je?" vroeg hij gebiedend.
Met een ruw gebaar schudde ze zijn handen van zich
af.
„Waag het niet mij aan te raken," riep ze uit
Hij nam niet de minste notitie van deze laatste woor
den, doch bleef haar op een meedoogonioo'/e wijze aan
kijken. „Wat weet je?" herhaalde hij.
Toen antwoordde ze hem ademloos en alsof ze hier
toe gedwongen werd.
„Ik weet dat je haar het hof maakte... en dat je haar
°Pgaf, toen het je bekend werd. dat ze erfelijk belast
was. Ut weet, dat je haar eerst te gronde bracht... en
dar dwong het stilzwijgen te bewaren en toen... toen
de ziekte haar overviel... toen zij krankzinnig werd...
en je niet wist, op welke manier te ontsnappen... dat
je... dat je..."
Ze kon niet verder gaan en met een kinderlijk smee-
Kond gebaar strekte zo haar handen naar hem uit.
„Oh, ga weg... Ga toch weg!" riep ze uit. Laat me
je nooit in mijn leven meer zien!"
Hij ging echter niet hoon, doch bleef stokstijf op de-
zelfde plaats staan, terwijl WJ haar voortdurend gade
sloeg.
Ze scheen evenwel totaal niets meer van zijn aanwe
zigheid te bemerken, want haar krachten hadden haar
eensklaps verlaten. Ze had haar gezichtje in do handen
verborgen en stond krounend tegen den muur aange
leund, terwtj! haar lichaam schokte van het snikken.
Nick wilde op haar toeloopen, doch Max weerhield
hem. „Nee, Nick", zei hij beslist, „het In hier een kwestie
die m'J aangaat Wil je zoo goed zijn even heen te
,gean? Dadelijk kor.i ik weer bij je.
j „Dat doe ik niet" zei Nick koppig.
Max stond op het punt hem met geweld uit de kamer
te verwijderen, maar eensklaps scheen hij zich te be
denken.
„Laten we geen dwazen zijn, Nick", zei hij. „Ter wille
van hsar verzoek ik je vriendelijk ons «ven alleen te
laten. Ik zal je later wel zeggen, waarom ik dit wensch-
te. Wanneer Je je er -nu in mengt zul Je een van de
grootste vergissingen van Je leven begaan."
„Laat mc los." zei Nick ruw.
Max deed dit en Nick liep regelrecht op Olga af.
„Oiga," zei hij teeder, „wees in 's hemelsnaam redelijk.
Geef hem een kans het een en ander te verklaren."
Hij trok zachtjes haar handen van het gezicht weg
en dwong haar hem aan te zien. Er lag een wereld van
smart in de blauwe oogen en ze herhaalde dof: „Nick...
laat hem weggaan. Zeg hem, dat hij weg moet gaan."
„Dat kan ik niet doen, kindje," antwoordde hij. „Je
hebt een beschuldiging uitgesproken, welke niemand
zwijgend hoeft te accepteeren. Je zult den toestand nu
onder de oogen dienen te zien."
„Maar het is de waarheid," hield ze vol.
„Het is een vervloekte leugen," stormde Nick.
„Nick," vroeg Max nogmaals op beslisten toon, „wil
je me nu even alleen laten om met haar te spreken?"
Olga greep zich angstig aan Nick vaat. „Je moogt
niet weggaan, Nick," stamelde ze. „Ik wil het niet heb
ben."
„Ja. ik zal het vertrek verlaten," gaf Nick ten ant
woord. „Later kun je weer bij me komen, als je wilt.
Tl:, ben in mijn kamer."
Hij drukte Olga's hand even in de zijne en liet haar
toen los. Er lag een vriendelijke uitdrukking in zijn
oogen, doch ze begreep heel goed, dat ze hem niet kon
overhalen om te blijven. Zwijgend zag ze hem weggaan.
Daarna wendde zij zich aarzelend tot Max. H0 stond
haar thans met vijandige blikken op te nemen.
„Nu," begon hij, toen ze hem eindelijk recht ln de
oogen keek, „verlang je inderdaad van mij, dat lk deze
onzinnige geschiedenis ontken?"
De heer Van Splunter zou gaarne willen weten of
bij de toezegging ook eenige bepalingen worden ge.
maakt, in dien zin, dat zij later moeilijkheden voor
den polder zouden kunnen opleveren, bijvoorbeeld
wanneer het noodzakelijk bleek, dat de molen voor
een of ander doel toch zou moeten worden afgebro
ken.
Dij dijkgraaf zegt, dit niet te weten.
De heer J. Vethman vraagt, wat er gebeurt, wan
neer de subsidie eens niet meer gegeven wordt..
Welke waarborg is er? Spr. gelooft, dat bet uitstel
van executie is.
De heer Brugman meent, dat het elk jaar weer
iets wordt voor de algemeene vergadering.
De heer Trapman stelt er prijs op, in deze verga
dering te verklaren, dat deze actie om het behoud
van den molen niet van hem is uitgegaan, Spreker
kende de mentaliteit van deze vergadering te goed,
dat hij nog de minste geringste illusie beeft, dat do
molen zal worden behouden. Hij hed den molen ech
ter gaarne willen behouden, een sieraad als deze is
in het landschap, vooral wanneer straks aan de an-
dere zijde van den dijk een nieuwe polder is gebo
ren. Het is absoluut onwaar, zooals sommigen moe-
nen, dat de molen in den Waardpolder er geheel
en al verloren staat. Wat betreft het aanvaarden van
een fonds, uit welks rento het onderhoud zou 'kun
nen worden betaald, zou spreker ontraden, daar het
polderbestuur door het aanvaarden daarvan in de
toekomst vérplicht zal zijn, den mo-lan te laten staan.
Met een subsidie, als nu wordt voorgesteld, kan elk
oogenblik het bestuur zijn besluit herroepen, wan
neer de belangstelling van de zijde der adressanten
mocht beginnen te tanen. Dat is dus geen bezwaab,
doch veel meer een voordeel. Met betrekking tot den
molen van den Groetpolder, dezen vindt spr. nog
veel mooier, doch bekend is, dat de Inwonenden er
daar heelmaal niets voor voelen. Mocht dat niette
min-wel het geval zijn, dan zegt spr. ook daarvoor
gaarne dezelfde bijdrage te willen verleenen, die hij
voor den Waardmolen heeft toegezegd. Het hoofd
motief moet zijin, dat de molens om do schoonheid van
hot landschap blijven staan, ofschoon voor mij1 ook
geenszins is buitengesloten, dat de molens in de toe
komst nog wel eenige revenuen zullen kunnen af
werpen. Het waren in de vorlgo vergadering niet an
ders dan finantieele motleven waarop tot afbraak
werd besloten, maar al zijn deze nu bijna geheel
vervallen, is de animo tot behoud nog zeer gering,
lk herhaal dat ik deze vergadering nu wal zoo goed
.heb 1 kormen, oro to weten dat Barbertje han
gen moet, dat is nier, dat de molen zat w•tr ien ge
sloopt.
De beer Spaans vindt het een vreemd geval, dat.
een zeker iemand altij l pressie op het polderbestuur
heef uitgeoefend om 'oen zooveel mogelijk den weg
voor her, water vrij te maken, en dat'diezelfde per
soon nu een molen vil laten staan, die volgono spre
Ze leundo togen den muur aan en zo voelde zich zoó
moe, dat hot haar voorkwam, alsof niets haar eenige
belangstelling kon inboezemen.
„Hot maakt zoo bitter weinig verschil," zei ze ver
moeid.
„Dank Je wel," antwoordde Max kortaf.
Toen kwam hij echter eensklaps dicht bij haar staan
en legde volgena z0n oude gewoonte z0c handen op
haar schouders.
„Olga," zei hjj, „hoe durf je sooiets van me te den
ken
Ze koek hora aan en haar lippen begonnen te trillen.
„Jij hebt mij nooit de volle waarheid bekend," gaf ze
verdriofcig te kennen.
„En daarom ben je onmiddellijk bereid dezen laster
te accepteeren?"
Onder andere omstandigheden zou xe vrees voor hem
hebben gevoejd, doch dit was thans volstrekt niet het
geval.
„Als je mc slechts wilde zeggen, wat ik gelooven
moet..." bracht zis haperend ulf.
„En als ik weiger?" voer hij heftig uit „Indien ik
zonder eenige nadere verlas ring van je eisch, 'lat Je me
vertrouwt... wat dan? Ben Je van plan me alles te ge
ven en ni9 dat ééne te onthouden?"
Ze schudde ontkennend met haar hoofdje. „Nee Max."
„Wat bedoel je?" vroeg hij.
Haar toon was volkomen boheerscht, toen ze hem
antwoordde: „Ik bedoel, dat... tenzij je me de waarheid
wilt opbiechten... de volle waarheid, Max... ik je nooit
iets zal kunnen geven."
„Dus met andere woorden: dat je dan niet met me
wilt trouwen?"
„Ja, dat bedoel ik," antwoordde ze op vasten toon.
Hij hield haar schouders nog steeds omvat en er lag
een grimmige, sombere uitdrukking op zijn gelaat „En
denk je heusch, dat ik het verdragen zal me aan den
dijk te laten zetten?" zei hij grof.
Plotseling verdween al haar lusteloosheid en er lag
een uitdagende klank in haar stem, toen ze antwoordde:
„Ik denk dat Je niet veel keuze zal worden overgela
ten."
Max kaken klemden zich vast opeen. „Door dit ge
zegde bewijs je je volmaakte onwetendheid," zei hij cy
nisch.
„Je verbeeldt je tcch niet, dat Je me tegen mijn wil
zult kunnen vasthouden?"
„Oh, veronderstel je soms, dat dit niet gaan zal?"
Hoewel een vaag gevoel van angst zich -op dat oogen
blik van haar meester maakte, wist ze dit toch geheel
en al te verbergen. „Nee", zei ze.
Hij zweeg, doch ze had het gevoel, dat de groene
oogen haar weldra tegen haar zin zouden dwingen hem
aan te zien.
ker beslist den waterloop in den weg staat. Hij
vindt het daarom persé een polderbelang, dat de
molen verdwijnt.
De heer K. Breebaart merkt naar aanleiding van
het gesprokene door den heer Trapman op, dat dezo
de mentaliteit van de vergadering toch al heel laag
zou achten, wanneer hier nu besloten werd, den
molen te laten staan.
De beer Trapman: Pardon, dan zou dat niet J-nders
zijn dan dat ik mij in die mentaliteit had vergist,
hetgeen ik in deze heel gaarne zou willen.
Naar aanleiding van hetgeen gezegd is over den
waterloop daar ter plaatse, ontspint zich een korte
discussie, waarna we nogmaals komen op het
vraagstuk van een jaarlijksche subsidie of een schen
king in eens en wordt daarna nog wat over gerede
neerd.
In stemming gebracht, wordt het verzoek daarna
verworpen met voor de heeren Melchior, P. Kiste
maker Sr. en Trapman. De andere heeren waren er
allen tegen.
De heer Trapman: Of ik mijn Pappenheimers hier
ook. kenl
De molen zal nu over 14 dagen publiek verkocht
worden, Alleen de bovenbouw. De onderbouw blijft
aan den polder.
Dijkgraaf merkt nog op, dat de molen in den
Grotepolder hoogstwaarschijnlijk weinig zal opbren
gen.
Niet voor de pers.
Vervolgens ls aan de orde punt 6:
Bespreking eventueelen aanleg weg in het ver
lengde van het Winkelerwegje naar de Wieringer-
meer. Dit punt zal na de openbare vergadering in
comité worden behandeld.
OapaeiteiUnneten DieselgemaaL
Waar het Dag. Bestuur twijfelde aan do capaciteit
van het Dieselgemaal, heeft het hiernaar een onder
zoek laten instellen door den Prov. Waterstaat,
Daaruit is komen vast te staan, dat het gemaal
niet meer in alle opzichten voldoet. De vermindering
in opbrengst moet te wijten zijn aan ouderdom; het
gemaal is reeds 10 jaren in gebruik. Voorloopig zal
men deze zaak nog wat aanzien, ofschoon een nieuw
gemaal voor den Groetpolder in de naaste toekomet
wel zal moeten komen, omdat herstelling van den
Diesel etc. wordt ontraden.
Wijziging van de keur.
De Dijkgraaf zegt, dat we net de slotenkeur aan
raken. Op het oogenblik is er een ingeland, die niet
wil sloten en ook geen boete wil betalen. Er zal dus
nu proces-verbaal tegen dezen onwillige worden op
gemaakt:
Verder was er een huurder, die zijn sloten te breed
vond en ze daarom tot greppels had versmald. Op
het oogenblik is er een andere huurder voor hem in
de plaats gekomen, die vindt, dat het polderbestuur
in deze to kort is geschoten.
Spreker meent, dat dit een aanwijzing is om bij
de keur voortaan andors op to treden en niet meer
den huurder, doch diroct don eigenaar voor de keur
aan te schrijven, omdat de keur geen huurders kont
en tegen dezo dan ook niet is op te treden.
Da heer K. Breebaart vraagt, of er veel onwilligen
zijn, waarop dijkgraaf antwoordt, dat dit niet het
geval to, doch eooeis het rr.i gaat, mag on kan het
niet langer.
Volgens -ten heer Trapman i< ht hij do eenigste
tn goede manier precies te handelen, zooals de keur
het voorschrijft. Bovendien is het voor de eigenaars
misschien ook wel eens goed, dat ze hoorc-n hoe of
de huurders ten opzichte van hun landerijen han
delen. I i Ui I!Jl.Ülêi-"
Ze verzamelde al haar krachten, om wooratand te kun
nen bieden. En op hetzelfde moment word zij er zich
van bewust, dat hij haar dichter naar zich toe had ge-
trokkon. Plotseling voelde zij zijn lippen hartstochtelijk
op de baro en hij bleef haar zoolang kussen, totdat ze
uitgeput ln zijn armen lag en zachtjes begon to schroten
Hij wondde geenerlel pogingen om haar te troosten:
hij liet haar «venwel niet los «n er was iets wreedc ln
deze omarming. Later begreep zo, dat bij toen «en wan-
hoplgen strijd had gestreden voor haar en z0n geluk...
Eindelijk begon bij weer te spreken: „En J0 denkt...
Je waagt het te veronderstellen, dat lk ooit «en andere
vrouw dan jou heb liefgehad?"
„Ik weet niet wat ik denken moet," bracht ze fluis
terend uit, terwijl ze haar hoofdje aan zijn borst ver
borg.
„LuiBter dan nu goed naar hetgeen lk ga zeggen," zei
jhy en or !ag een ijskoude klank ln zijn stem. „Ik ben
[niet van plan me tegenover jou of wie dan ook voor
lasterpraatjes te verontschuldigen... noch te reohtvaar-
j digeu. En daarom ben lk bereid het engagement door
Jou te laten verbreken. Is dat voldoende?"
Het kwam Olga voor, alsof hij deze laatste woorden
jop een eenlgszlns weemoedigen toor. uitsprak eu hior^
jdocr was het dan ook, dat ze eensklaps haar hoofdje
ophief en hem aankeek.
„Max zei -«.e smeekend, „lk geloof dat ik je tot op
zekere hoogte onrecht heb aangedaan, en ik vraag jc
me vergiffenis te willon schenken. Maar er ia één uokel
ding, dat je me toch in elk geval moet vertellen, Mex...
.Toe, doe het alsjeblieft"
Er stonden dikke tranen in haar oogen en ze vouwde
haar handen onwillekeurig tezamen. Hij keek haar met
een raadselachtigen blik in de oogen aan. doch sprak
geen woord.
„Ik heb altijd geweten... altijd gevoeld," begon ze ba-
perend, „dat er het een of ander mysterie aan Violet's
dood verbonden was. „Max, vertel me, ze heeft toch
zelf niet een einde aan haar leven gemaakt?"
Ze uitte deze vraag op aarzelende, angstige wijze en
haar geheele tengere lichaam beefde. En omdat hij niet
onmiddellijk antwoordde, veronderstelde ze, dat ze goed
geraden had en ze werd doodsbleek.
„Oh, heeft ze dat werkelijk gedaan?" bracht ze snik
kend uit. „Toe, ontken het toch, Max. Ik... lk geloof,
dat het mijn hart zou breken, als dat werkelijk gebeurd
was."
„Je moet niet vergeten, dat ze volstrekt niet aanspra
kelijk was voor haar daden," gaf Max ten antwoord.
„Dus... ze heeft zelfmoord gepleegd?" klonk het
angstig.
Wordt vervolgd.