POLDER WAARD EN GROET. PSasdag 10 Juli 1928. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co., Schagen. Eerste Blad. Feuilleton. SGHAGER Alliifü Nitiws- 73ste Jaargang Ho. $?#<§- COURANT. Mratimii- liiüiivllil Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10» iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DXT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Vergadering op Zaterdag 7 Juli 1928, des namid dags 2 uur. Voorzitter de heer A. J. Waiboer, dijkgraaf, se cretaris de heer J. Breobaart Dz. Allen aanwezig. Voorzitter opent de vergadering, waarna de notu len worden gelezen, welke na een kleine wijziging onder dankzegging worden goedgekeurd. De Goudalite-proef voor het wegdek. Naar aanleiding van de notulen zegt Voorzitter te kunnen meedeelen, dat niet is ingegaan op de aanbie ding van do firma te Gouda met betrekking tot het maken van de Goudalite-wegbedekking. De prijs be droeg f 1.80 per vierkante meter en dit leek het Dag. Bestuur te hoog, omdat liet vorige jaar bij de klei nere proef, de kosten 80 ct. per M2. hadden bedragen. Besloten was daarom het werk in eigen beheer uit te voeren, an waren reeds onderhandelingen aange knoopt met dezelfde firma over de levering der grondstoffen. Doze firma stelde een opzichter koste loos beschikbaar om het toezicht bij het werk te houden. Voor het ter beschikking zijnde bedrog is het nu mogelijk, dat een heel wat grooter stuk met het Goudaiito kan worden bedekt; ongeveer vanaf het bruggetje bij Waterloo tot aan het thans be staande gedeelte. De grondstoffen waren bereids aan gekomen. De heer Melchior twijfelt niet, of aan hét Dag. Be stuur is eveneens opgevallen, dat 'bij de tegenwoor dige proef de westkant meer afgesloten is, dan de andere kant. Dit is volgens spr. het gevolg hiervan, dat de gel a den wagens het meest in do richting Kiolhorn gaan, waarom het z.i. een aanwijzing is, om hiermee bij de volgende pref rekening te houden, in dien zin, dat de bedekking naar den westkant wat breecler gemaakt wordt. De heer Vis merkt op, dat het Goudalite alleen op een 'hard wegdek kan worden gebruikt, hetgeen door den opzichter wordt bevestigd. De heer K. Breebaart Dz. is het echter eens met den heer Melchior en zou er voor wezen, dat dan het wegdek op die plaats verbreed en met puin be- hard werd. Wanneer de opzichter heeft opgemerkt, dat daar voor eerst een deel dient uitgespit, waarna een vlak- laag dient te worden gelegd en daarop basalt, en de voorzitter zegt, dat het Dag. Bestuur daar gaarne zijn aandacht aan zal wijden, zegt de heer Bree baart, dat hij toch liever zag, dat de vergadering zich nu maar direct uitsprak. De heer Trapman zegt. dat we hier de gelegenheid om de wegen te verbeteren en te vorbreeden met twee handen moetenaangrijpen. De wegen in den polder Waard en Groet zijn smal, en daarom «egt spreker, er graag zijn stem aan to zullen go ven, ook al zal hot kosten met zich brengen. Na nog «enige discussie over de beste en voordee- lïgste manier, waarop de weg kan worden verbreed, waarbij -de heer Brugman nog opmerkt, dat het aan beveling verdient, dat nu alle wegen, ook vooral in j den Groetpolder, vroeg genoeg in orde worden ge- I maakt, wordt goedgevonden, dat het Dag. Bestuur I de zaak zal uitvoeren. i Dijkgraaf merkt nog op, dat de wegenrekening nu weer iets zal stijgen. Verder wordt meegedeeld: dat goedkeuring is ontvangen op de kasgeldlee- ning, groot f 10.000 tegen 5 'b laars; dat bij Koninklijk besluit zijn benoemd de heeren A. J. Waiboer tot dijkgraaf en P. KÜstemaker Sr., tot heemraad; dat van het Prov. Bestuur toestemming is verkre gen om de molens in den Waard- en Groetpolder af te breken. Het geld, daarvoor ontvangen, zal mo gen worden besteed aan het droog te maken boe zemkanaal. De Waardmolen gaat verdwijnen, on danks het verzoek van enkele ingelan den om het behoud en een door ben toe gezegde subsidie. Vervolgens zegt dijkgraaf, zijn wij gekomen aan het punt, waarom deze vergadering is belegd, en wel om een adres, dat is ingekomen van ingelanden en gebruikers in den Waardpolder tot behoud van den Waardmolen en intrekking besluit tot verkoop In dit adres, dat onderteekend was door de heeren P. Blaauboer en P. Kistemaker Jr., wordt gewezen op bet onherstelbare verlies, dat het sohoone land schap, in den Waardpolder door het verdwijnen van den molen zou lijden. Adressanten dringen er daarom op aan, dat het besluit tot afbraak zal worden herroepen, en dat zij en nog anderen voor het onderhoud in de komende jaren een jaarlijksche subsidie van f8850 toezeggen. Van de veroeniging „De Hollandsche Molen" was bericht ingekomen, dat zij, door do belangstelling uit de naaste omgeving een subsidie toezegde van f20. met de bepaling, dat dit zóólang zou worden gege ven, als ook de andere belanghebbenden hun sub sidie bleven toezeggen. De Dijkgraaf had gemeend, dat beter geweest was, indien een bedrag in eens was gegeven, uit welke rente-opbrengst dan het onderhoud voor een deel zou kunnen worden bestroden. Van adressanten had. spreker gehoord, dat het polderbestuur bun toege zegde subsidie maar moest beschouwen als een blijk, dat ze den molen gaarne wilden behouden, doch dat ze heel goed wisten, dat een dergelijk bedrag niet voldoende was. Om echter in eens een heel be drag cadeau te doen, daartoe zagen ze g6en kans. De heer Melchior, als voorstander voor het be houd van den molen, merkt op, dat de molen straks misschien wel als bergruimte dienst kan doen, als eenmaal het boezemkanaal droog is en zoodoende eenige huur kan opbrengen. Gebrek aan eetlust slechte spijsvertering. schele hoofdpijn, prikkelbaarheid, ver stopping, maagpijn en hartwater. genezen spoedig na gebruik van Posters Maag- filllen, het tonische axeermiddel. Poster't Maagpiilen Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon B LAAT UW HAM Jf fsïj OERUfT ROOKEN V w J HAAR GEEF HEM r TABLETTEN door Ethel M. Dell 64. Ze wendde zich thans tot Max. „Zou jij er ook zoo over denken?" vroeg ze en ditmaal was er bitterheid In haar stem. „Het is altijd mijn gewoonte geweest nimmer met andore menschen over ziektegevallen te spreken," ant woordde hij. „En was dat de eenige reden?" „Het is het eenige antwoord, wat ik Je gevon kan," zei Max. Zijn stemklonk eveneens kortaf en op dat oogenblik drong het heel duidelijk tot het jonge meisje door, in welke positie zij zich bevond... De twee menschen, v&n wie ze het meest op de heele wereld hield, spanden te gen haar samen... waren overeengekomen tot eiken prijs de waarheid voor haar verborgen te houden. Er verscheen een minachtende uitdrukking op haar ge zicht en ze wendde zich met een ruk om. „Je behoeft je niet langer eenige moeite te geven," zei ze koud. ,Jk weet alles!" Toen zij dit gezegd had ging Max eensklaps voor haar staan en legde zijn handen op haar schouders. „Wat weet je?" vroeg hij gebiedend. Met een ruw gebaar schudde ze zijn handen van zich af. „Waag het niet mij aan te raken," riep ze uit Hij nam niet de minste notitie van deze laatste woor den, doch bleef haar op een meedoogonioo'/e wijze aan kijken. „Wat weet je?" herhaalde hij. Toen antwoordde ze hem ademloos en alsof ze hier toe gedwongen werd. „Ik weet dat je haar het hof maakte... en dat je haar °Pgaf, toen het je bekend werd. dat ze erfelijk belast was. Ut weet, dat je haar eerst te gronde bracht... en dar dwong het stilzwijgen te bewaren en toen... toen de ziekte haar overviel... toen zij krankzinnig werd... en je niet wist, op welke manier te ontsnappen... dat je... dat je..." Ze kon niet verder gaan en met een kinderlijk smee- Kond gebaar strekte zo haar handen naar hem uit. „Oh, ga weg... Ga toch weg!" riep ze uit. Laat me je nooit in mijn leven meer zien!" Hij ging echter niet hoon, doch bleef stokstijf op de- zelfde plaats staan, terwijl WJ haar voortdurend gade sloeg. Ze scheen evenwel totaal niets meer van zijn aanwe zigheid te bemerken, want haar krachten hadden haar eensklaps verlaten. Ze had haar gezichtje in do handen verborgen en stond krounend tegen den muur aange leund, terwtj! haar lichaam schokte van het snikken. Nick wilde op haar toeloopen, doch Max weerhield hem. „Nee, Nick", zei hij beslist, „het In hier een kwestie die m'J aangaat Wil je zoo goed zijn even heen te ,gean? Dadelijk kor.i ik weer bij je. j „Dat doe ik niet" zei Nick koppig. Max stond op het punt hem met geweld uit de kamer te verwijderen, maar eensklaps scheen hij zich te be denken. „Laten we geen dwazen zijn, Nick", zei hij. „Ter wille van hsar verzoek ik je vriendelijk ons «ven alleen te laten. Ik zal je later wel zeggen, waarom ik dit wensch- te. Wanneer Je je er -nu in mengt zul Je een van de grootste vergissingen van Je leven begaan." „Laat mc los." zei Nick ruw. Max deed dit en Nick liep regelrecht op Olga af. „Oiga," zei hij teeder, „wees in 's hemelsnaam redelijk. Geef hem een kans het een en ander te verklaren." Hij trok zachtjes haar handen van het gezicht weg en dwong haar hem aan te zien. Er lag een wereld van smart in de blauwe oogen en ze herhaalde dof: „Nick... laat hem weggaan. Zeg hem, dat hij weg moet gaan." „Dat kan ik niet doen, kindje," antwoordde hij. „Je hebt een beschuldiging uitgesproken, welke niemand zwijgend hoeft te accepteeren. Je zult den toestand nu onder de oogen dienen te zien." „Maar het is de waarheid," hield ze vol. „Het is een vervloekte leugen," stormde Nick. „Nick," vroeg Max nogmaals op beslisten toon, „wil je me nu even alleen laten om met haar te spreken?" Olga greep zich angstig aan Nick vaat. „Je moogt niet weggaan, Nick," stamelde ze. „Ik wil het niet heb ben." „Ja. ik zal het vertrek verlaten," gaf Nick ten ant woord. „Later kun je weer bij me komen, als je wilt. Tl:, ben in mijn kamer." Hij drukte Olga's hand even in de zijne en liet haar toen los. Er lag een vriendelijke uitdrukking in zijn oogen, doch ze begreep heel goed, dat ze hem niet kon overhalen om te blijven. Zwijgend zag ze hem weggaan. Daarna wendde zij zich aarzelend tot Max. H0 stond haar thans met vijandige blikken op te nemen. „Nu," begon hij, toen ze hem eindelijk recht ln de oogen keek, „verlang je inderdaad van mij, dat lk deze onzinnige geschiedenis ontken?" De heer Van Splunter zou gaarne willen weten of bij de toezegging ook eenige bepalingen worden ge. maakt, in dien zin, dat zij later moeilijkheden voor den polder zouden kunnen opleveren, bijvoorbeeld wanneer het noodzakelijk bleek, dat de molen voor een of ander doel toch zou moeten worden afgebro ken. Dij dijkgraaf zegt, dit niet te weten. De heer J. Vethman vraagt, wat er gebeurt, wan neer de subsidie eens niet meer gegeven wordt.. Welke waarborg is er? Spr. gelooft, dat bet uitstel van executie is. De heer Brugman meent, dat het elk jaar weer iets wordt voor de algemeene vergadering. De heer Trapman stelt er prijs op, in deze verga dering te verklaren, dat deze actie om het behoud van den molen niet van hem is uitgegaan, Spreker kende de mentaliteit van deze vergadering te goed, dat hij nog de minste geringste illusie beeft, dat do molen zal worden behouden. Hij hed den molen ech ter gaarne willen behouden, een sieraad als deze is in het landschap, vooral wanneer straks aan de an- dere zijde van den dijk een nieuwe polder is gebo ren. Het is absoluut onwaar, zooals sommigen moe- nen, dat de molen in den Waardpolder er geheel en al verloren staat. Wat betreft het aanvaarden van een fonds, uit welks rento het onderhoud zou 'kun nen worden betaald, zou spreker ontraden, daar het polderbestuur door het aanvaarden daarvan in de toekomst vérplicht zal zijn, den mo-lan te laten staan. Met een subsidie, als nu wordt voorgesteld, kan elk oogenblik het bestuur zijn besluit herroepen, wan neer de belangstelling van de zijde der adressanten mocht beginnen te tanen. Dat is dus geen bezwaab, doch veel meer een voordeel. Met betrekking tot den molen van den Groetpolder, dezen vindt spr. nog veel mooier, doch bekend is, dat de Inwonenden er daar heelmaal niets voor voelen. Mocht dat niette min-wel het geval zijn, dan zegt spr. ook daarvoor gaarne dezelfde bijdrage te willen verleenen, die hij voor den Waardmolen heeft toegezegd. Het hoofd motief moet zijin, dat de molens om do schoonheid van hot landschap blijven staan, ofschoon voor mij1 ook geenszins is buitengesloten, dat de molens in de toe komst nog wel eenige revenuen zullen kunnen af werpen. Het waren in de vorlgo vergadering niet an ders dan finantieele motleven waarop tot afbraak werd besloten, maar al zijn deze nu bijna geheel vervallen, is de animo tot behoud nog zeer gering, lk herhaal dat ik deze vergadering nu wal zoo goed .heb 1 kormen, oro to weten dat Barbertje han gen moet, dat is nier, dat de molen zat w•tr ien ge sloopt. De beer Spaans vindt het een vreemd geval, dat. een zeker iemand altij l pressie op het polderbestuur heef uitgeoefend om 'oen zooveel mogelijk den weg voor her, water vrij te maken, en dat'diezelfde per soon nu een molen vil laten staan, die volgono spre Ze leundo togen den muur aan en zo voelde zich zoó moe, dat hot haar voorkwam, alsof niets haar eenige belangstelling kon inboezemen. „Hot maakt zoo bitter weinig verschil," zei ze ver moeid. „Dank Je wel," antwoordde Max kortaf. Toen kwam hij echter eensklaps dicht bij haar staan en legde volgena z0n oude gewoonte z0c handen op haar schouders. „Olga," zei hjj, „hoe durf je sooiets van me te den ken Ze koek hora aan en haar lippen begonnen te trillen. „Jij hebt mij nooit de volle waarheid bekend," gaf ze verdriofcig te kennen. „En daarom ben je onmiddellijk bereid dezen laster te accepteeren?" Onder andere omstandigheden zou xe vrees voor hem hebben gevoejd, doch dit was thans volstrekt niet het geval. „Als je mc slechts wilde zeggen, wat ik gelooven moet..." bracht zis haperend ulf. „En als ik weiger?" voer hij heftig uit „Indien ik zonder eenige nadere verlas ring van je eisch, 'lat Je me vertrouwt... wat dan? Ben Je van plan me alles te ge ven en ni9 dat ééne te onthouden?" Ze schudde ontkennend met haar hoofdje. „Nee Max." „Wat bedoel je?" vroeg hij. Haar toon was volkomen boheerscht, toen ze hem antwoordde: „Ik bedoel, dat... tenzij je me de waarheid wilt opbiechten... de volle waarheid, Max... ik je nooit iets zal kunnen geven." „Dus met andere woorden: dat je dan niet met me wilt trouwen?" „Ja, dat bedoel ik," antwoordde ze op vasten toon. Hij hield haar schouders nog steeds omvat en er lag een grimmige, sombere uitdrukking op zijn gelaat „En denk je heusch, dat ik het verdragen zal me aan den dijk te laten zetten?" zei hij grof. Plotseling verdween al haar lusteloosheid en er lag een uitdagende klank in haar stem, toen ze antwoordde: „Ik denk dat Je niet veel keuze zal worden overgela ten." Max kaken klemden zich vast opeen. „Door dit ge zegde bewijs je je volmaakte onwetendheid," zei hij cy nisch. „Je verbeeldt je tcch niet, dat Je me tegen mijn wil zult kunnen vasthouden?" „Oh, veronderstel je soms, dat dit niet gaan zal?" Hoewel een vaag gevoel van angst zich -op dat oogen blik van haar meester maakte, wist ze dit toch geheel en al te verbergen. „Nee", zei ze. Hij zweeg, doch ze had het gevoel, dat de groene oogen haar weldra tegen haar zin zouden dwingen hem aan te zien. ker beslist den waterloop in den weg staat. Hij vindt het daarom persé een polderbelang, dat de molen verdwijnt. De heer K. Breebaart merkt naar aanleiding van het gesprokene door den heer Trapman op, dat dezo de mentaliteit van de vergadering toch al heel laag zou achten, wanneer hier nu besloten werd, den molen te laten staan. De beer Trapman: Pardon, dan zou dat niet J-nders zijn dan dat ik mij in die mentaliteit had vergist, hetgeen ik in deze heel gaarne zou willen. Naar aanleiding van hetgeen gezegd is over den waterloop daar ter plaatse, ontspint zich een korte discussie, waarna we nogmaals komen op het vraagstuk van een jaarlijksche subsidie of een schen king in eens en wordt daarna nog wat over gerede neerd. In stemming gebracht, wordt het verzoek daarna verworpen met voor de heeren Melchior, P. Kiste maker Sr. en Trapman. De andere heeren waren er allen tegen. De heer Trapman: Of ik mijn Pappenheimers hier ook. kenl De molen zal nu over 14 dagen publiek verkocht worden, Alleen de bovenbouw. De onderbouw blijft aan den polder. Dijkgraaf merkt nog op, dat de molen in den Grotepolder hoogstwaarschijnlijk weinig zal opbren gen. Niet voor de pers. Vervolgens ls aan de orde punt 6: Bespreking eventueelen aanleg weg in het ver lengde van het Winkelerwegje naar de Wieringer- meer. Dit punt zal na de openbare vergadering in comité worden behandeld. OapaeiteiUnneten DieselgemaaL Waar het Dag. Bestuur twijfelde aan do capaciteit van het Dieselgemaal, heeft het hiernaar een onder zoek laten instellen door den Prov. Waterstaat, Daaruit is komen vast te staan, dat het gemaal niet meer in alle opzichten voldoet. De vermindering in opbrengst moet te wijten zijn aan ouderdom; het gemaal is reeds 10 jaren in gebruik. Voorloopig zal men deze zaak nog wat aanzien, ofschoon een nieuw gemaal voor den Groetpolder in de naaste toekomet wel zal moeten komen, omdat herstelling van den Diesel etc. wordt ontraden. Wijziging van de keur. De Dijkgraaf zegt, dat we net de slotenkeur aan raken. Op het oogenblik is er een ingeland, die niet wil sloten en ook geen boete wil betalen. Er zal dus nu proces-verbaal tegen dezen onwillige worden op gemaakt: Verder was er een huurder, die zijn sloten te breed vond en ze daarom tot greppels had versmald. Op het oogenblik is er een andere huurder voor hem in de plaats gekomen, die vindt, dat het polderbestuur in deze to kort is geschoten. Spreker meent, dat dit een aanwijzing is om bij de keur voortaan andors op to treden en niet meer den huurder, doch diroct don eigenaar voor de keur aan te schrijven, omdat de keur geen huurders kont en tegen dezo dan ook niet is op te treden. Da heer K. Breebaart vraagt, of er veel onwilligen zijn, waarop dijkgraaf antwoordt, dat dit niet het geval to, doch eooeis het rr.i gaat, mag on kan het niet langer. Volgens -ten heer Trapman i< ht hij do eenigste tn goede manier precies te handelen, zooals de keur het voorschrijft. Bovendien is het voor de eigenaars misschien ook wel eens goed, dat ze hoorc-n hoe of de huurders ten opzichte van hun landerijen han delen. I i Ui I!Jl.Ülêi-" Ze verzamelde al haar krachten, om wooratand te kun nen bieden. En op hetzelfde moment word zij er zich van bewust, dat hij haar dichter naar zich toe had ge- trokkon. Plotseling voelde zij zijn lippen hartstochtelijk op de baro en hij bleef haar zoolang kussen, totdat ze uitgeput ln zijn armen lag en zachtjes begon to schroten Hij wondde geenerlel pogingen om haar te troosten: hij liet haar «venwel niet los «n er was iets wreedc ln deze omarming. Later begreep zo, dat bij toen «en wan- hoplgen strijd had gestreden voor haar en z0n geluk... Eindelijk begon bij weer te spreken: „En J0 denkt... Je waagt het te veronderstellen, dat lk ooit «en andere vrouw dan jou heb liefgehad?" „Ik weet niet wat ik denken moet," bracht ze fluis terend uit, terwijl ze haar hoofdje aan zijn borst ver borg. „LuiBter dan nu goed naar hetgeen lk ga zeggen," zei jhy en or !ag een ijskoude klank ln zijn stem. „Ik ben [niet van plan me tegenover jou of wie dan ook voor lasterpraatjes te verontschuldigen... noch te reohtvaar- j digeu. En daarom ben lk bereid het engagement door Jou te laten verbreken. Is dat voldoende?" Het kwam Olga voor, alsof hij deze laatste woorden jop een eenlgszlns weemoedigen toor. uitsprak eu hior^ jdocr was het dan ook, dat ze eensklaps haar hoofdje ophief en hem aankeek. „Max zei -«.e smeekend, „lk geloof dat ik je tot op zekere hoogte onrecht heb aangedaan, en ik vraag jc me vergiffenis te willon schenken. Maar er ia één uokel ding, dat je me toch in elk geval moet vertellen, Mex... .Toe, doe het alsjeblieft" Er stonden dikke tranen in haar oogen en ze vouwde haar handen onwillekeurig tezamen. Hij keek haar met een raadselachtigen blik in de oogen aan. doch sprak geen woord. „Ik heb altijd geweten... altijd gevoeld," begon ze ba- perend, „dat er het een of ander mysterie aan Violet's dood verbonden was. „Max, vertel me, ze heeft toch zelf niet een einde aan haar leven gemaakt?" Ze uitte deze vraag op aarzelende, angstige wijze en haar geheele tengere lichaam beefde. En omdat hij niet onmiddellijk antwoordde, veronderstelde ze, dat ze goed geraden had en ze werd doodsbleek. „Oh, heeft ze dat werkelijk gedaan?" bracht ze snik kend uit. „Toe, ontken het toch, Max. Ik... lk geloof, dat het mijn hart zou breken, als dat werkelijk gebeurd was." „Je moet niet vergeten, dat ze volstrekt niet aanspra kelijk was voor haar daden," gaf Max ten antwoord. „Dus... ze heeft zelfmoord gepleegd?" klonk het angstig. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 1