Amerikaansche reclame. De groote muur om China. De Heilige Gelasim. achterover. Ik begreep wat hij deed. Hij probeerde voor zichzelf uit te maken, of ik te vertrouwen was, maar hii wist niet wat ik wist; dat tegenover een stervende de slechtste mensch zelfs een soort onwrik bare betrouwbaarheid krijgt. Verklaren kan ik het niet, maar het is zoo. 'Misschien is het een ingescha pen, mystieke eerbied voor den dood Ik heb het mee gemaakt dat een Maleisohe zeeroover een horloge twee honderd mijlen ver wegbracht, dat een stervende mis sionair hem had toevertrouwd Als de zendeling ge zond en wel was geweest, zou de Maleier hem ter wille van datzelfde horloge den hals hebben afgesneden. Ik weet niet tot welke conclusie de zieke Engelsch man kwam, of hij mij vertrouwde of niet, maar het was zijn eenige kans en hij besloot ten slotte mij zijn vertrouwen te schenkenn. Gaat U naar Amerika? vroeg hij. Ik antwoordde dat Amerika vijf duizend mijlen van Bombay ligt en dat ik er nimmer heen zou gaan. Londen dan? Ja, antwoordde ik, een enkele maal, maar niet dikwijls. U kunt het van Londen uit in orde maken. Opeens stak de groote Britsch-Indiër zijn hand in den zak van zijn smoking' pak, haalde er iets uit dat niet groot van omvang, maar vrij zwaar leek en hield het bedekt met zijn groote hand, terwijl hij het op tafel legde. Zijn hand bleef erop, terwijl hij verder sprak. Lord Winton keek vol verbazing toe, maar zei niets. Hij nam een sigaret uit den zilveren doos bij den haard, stak haar aan en luisterde gespannen naar het vervolg van Mahadol's verhaal, De monniken-pest uit de Khan-kloosters is een lugubere verschrikking. Het verrotte zeildoek was bedekt met weeke, walgelijke insecten: opzichtig ge kleurde, groote motten en vlinders van een morbide, giftige schoonheid. Smerige hagedissen glibberden in het rond, ze kropen over de tafel van pakkisten en om de lamp. Het scheen den stervenden Engelschman moeite te kosten om met zijn verhaal voor den dag te ko men. Maar tenslotte begon hij uit te spreken wat hij wilde dat een man-van-eer weten zou, vóór de mon- nikon-pest hem tot een prooi voor de kraaien, zou maken. Hij was commandant geweest van een Engelschen onderzeeër. Bij een oefening in de haven van Porths- mouth stootte de toren van de boot bij het bovenko men tegen den kiel van een kleinen kruiser. De on derzeeër verdween weer in de diepte, maar door het opendoen van de tanks en door de machines volle kracht te laten geven, slaagde de commandant erin zijn boot weer aan de oppervlakte*te brengen. Maar hij kon haar daar niet drijvende houden en de onder zeeër begon terstond weer te zinken. En de com mandant die aan boord 'had moeten blijven en het lot van boot en bemanning deelen, werd aangegre pen door een radeloozen, onweerstaanbaren angst voor den dood. Hij opende de deur van den com mando-toren en sprong in zee. Door die open deur golfde het water binnen en de onderzeeër verging met man en muis. Er viel een zwijgen in het nachtstille vertrek en het duurde even eer Mahadol zijn verhaal voortzette. De Engelschman werd opgepikt, voor den krijgs raad gebracht, en uit den dienst ontslagen. Maar de zee scheen nog niet met hem afgerekend te hebben! Hij nam passage naar Amerika, want hij wilde voorgoed verdwijnen uit het milieu waarin hij ge leefd had. Het gebeurde aan boord van een groote mailboot, die stampvol passagiers was. Op een avond, op vier honderd mijlen ten Oosten van New- Foundland, op de Noord-Atlantische route, ge beurde het. Het was een prachtige avond; de zee was glad als een spiegel. Het was tien uur; de passagiers waren allemaal op het promenadedek verzameld in avondtoilet want de kapitein had een bal georga niseerd. Er waren een heeleboel Amerikaansche da mes bij, vertelde de Engelschman, in schitterende toiletten en met prachtige juweelen, dames die in Parijs inkoopen hadden gedaan en nu op de terug reis waren. Opeens voer een trilling door het schip. De passa giers schonken er geen aandacht aan; ze dachten dat het een of andere ruk of stoot van de machines was. Maar de officieren begrepen terstond wat er gebeurd was: het schip was in botsing gekomen met een onderzeeschen Ijsberg. De man vertelde dat hij snol een stokerspak, dat hij te pakken wist te krij gen, over zijn klecren aantrok en de officieren bij hun onderzoekingstocht volgde. En wat hij te zien kreeg, vervulde hem met ontzetting. De heele stuur boordzijde van het schip, van den boeg tot den ach tersteven, was opengereten, zooals in een machine fabriek een ijzeren plaat in tweeën (gesneden wordt door een of ander metalen werktuig. De zee begon al binnen te gutsen. In één oogopslag zag hij dat het schip ton doode was opgeschreven. fïij' rende terug naar het dek. Draadlooze seinon werden uitgezonden. De reddlngsbooten werden los gemaakt en de officieren begonnen de passagiers in te deelen. De Engelschman droeg nog steeds zijn stokersplunje en hielp de officieren. Hij voelde zich kalm en beheerscht. Hij' zag dat de booten nauwe lijks toereikend waren voor de vrouwen en kinderen en dat de anderen heelemaal geen kans zouden hebben. Maar dat maakte op dat moment geen in druk op hem. Toen hoorde hij opeens heneden een vrouw gillen en (hij vloog heen om haar naar boven te brengen. Hij was juist twee dekken lager, vertelde hij, toen alle lichten op het schip uitgingen en hiji zich in een tastbare, pikzwarte duisternis bevond, die hem scheen te verzwelgen. Toen opeens was het schip een oord der verschrikking voor hem geworden. Hij kon de zeo hooren binnen-stroomen; onder heraeen dok lager gilde de vergeten vrouw in doodsangst, wild, uitzinnig, niet-meer-menschelijk klonk het, zei de man, en toen begon het schip eensklaps sterk naar stuurboord over te hellen. En op dat moment was het met zijn mood en zelf- bohoorsching gedaan. Hij schoon opnieuw in den strik geraakt, die de boot aan boord van den onder zeeër voor hom had opgezet en waaruit hii toon had weten te ontsnappon, Hij wilde niet als een rat verdrinken; hiji wilde niet meegevoerd worden in do huiveringwekkende afgronden van de zee. De schrik, de rodelooze, willooze ontzetting kreeg hem te pakkon en joeg hem op. Hij keerde zich om en vluchtte. Met den doodsangst als een snuivend, gruwelijk monster achter zich aan, tastte hij in het donker zijn weg naar het dek. Hij dacht aan niemand, dan aan zichzelf. Zijn leven redden was de eenige gedachte waarvoor nog plaats was in zijn brein. 'Het dek was aan den kant, waar hij het bereikte, opgepropt met menschen. Hüj ging terug, liep om en kwam aan de andere zijde uit. Juist toen hij1 het dek weer wilde betreden, stootte zijn voet tegen iets. Hij kon niet zien wat het was, maar hij bukte werk tuiglijk, raapte het op en hield het in de hand, ter wijl 'hiji een oogenblik nadacht over wat hij' nu ver der zou doen. Aan den kant waar hij zich bevond, waren officieren rustig bezig de vrouwen in de laat ste boot te doen plaats nemen. En hij besloot, het kostte wat het wilde, een plaats te veroveren tus- schen de mannen die in deze boot meegingen. Het was donker, hij droeg sbokersplunje, niemand zou hem herkennen. Een van de officieren kwam op hem toe, terwijl hij; naderde. Er was nog een matroos, in de boot noo- dig en hij vroeg of de stoker kon roeien Alles wat de man kon stamelen was een korte bevestiging, of schoon hij zijn gevoel van nameloos geluk wel tegen de sterren had willen uitschreeuwen. Hij werd in de boot geduwd en greep een paar riemen. Op dat oogen blik werd hij zich bewust dat hij iets in de hand hield en zonder er naar te kijken, stopte hij het in den zak van zijn stokersbuis. Voor de tweede maal was hij rakenlngs aan den dood ontsnapt! Mahadol zweeg weer. Zijn groote hand was als een stolp boven de tafeL Hij keek naar Lord Winton, die onbeweegelijk voor het vuur zat. U weet wat er met de mailboot gebeurde, Lord Winton. Iedereen weet het. Het was misschien de vreeselijkste scheepsramp van onzen tijd. Lord Winton knikte, maar hij zei niets. Toen het dag werd, werd de reddinigsboot op gepikt, vervolgde Mahadol. - In de drukte en verwarring die volgde op het aan boord komen van de schipbreukelingen, maakte j de oud-officier gebruik om zijn eigen kleeren die on- der zijn stokersplunje zaten, uit te trekken, en ze in zee te gooien. Hij wilde blijven doorgaan voor den stoker, waarvoor men hem had aangezien. In deze kleeren en als hij, zich niet schoor, zou niemand argwaan tegen hem koesteren. In de eerste haven die het schip dat hen had op gepikt aandeed, droste hij, vond zijn weg over het Amerikaansche vasteland en ging vandaar verder naar het Oosten. Hij zwierf door China, door Britsch- Indië, Tibet, Mongolië, en belandde ten slotte in Rangoon. Maar hij kon van zichzelf en zijn wroe ging niet loskomen. En er was nog iets waarvan hij niet loskomen kon. Plotseling nam de Oosterling zijn hand weg van het mysterieuze ding op de tafel en Lord Winton zag de flonkering van veel juweelen. Mahadol haal de met zijn forsche vingers voorzichtig de opeenge hoopte steenen uit elkaar en het stapeltje ontvouwde zich tot een dubbele rij van groote Oostsrsche edel- steenen, paarlen, en diamanten, het schoonste en kostbaarste halssnoer dat Lord Winton ooit gezien had Het leek wel alsof iemand de edelste steenen ter wereld moeizaam had bijeengegaard voor dit onver gelijkelijke sieraad Lord Winton sprong overeind. Goeie hemel! riep hij. Was het dót wat de man gevonden, had? De Oosterling streelde met zijn vingers over de steenen en zijn aanraking was een liefkoozing. Daan- op leunde hij met een zucht terug in zijn stoel. Ja, zei hij, dit is wat de man heeft opgeraapt. Hij vertelde dat het in de eerste maanden dat hij het in zijn bezit had, zijn bedoeling was geweest het te houden, zooals iemand een schat verbergt, om er In uitersten nood gebruik van te maken. Maar toen ontwaakte zijn nieuwsgierigheid of degeen, aan wie het halssnoer had behoord, levend van het schip was afgekomen. Het werd een soort van dwanggedachte voor hem om daar achter te komen. Eindelijk, het was in Manilla, vond hij in een oude Amerikaansche courant, een beschrijving van het sie raad met de mededeeling dat het met het veronge lukte schip in de diepte was verdwenen. Het verte genwoordigde een fortuin en de naam en het adres van de Amerikaansche eigenares stonden er ook bij vermeld. Deze naam was den oud-officier niet on bekend; het was de vrouw van een van de allerrijk ste mannen uit de Vereenigde Staten. De stervende man zei, dat zijn eerste gewaarwor ding een gevoel van verlichting was, omdat degeen d'ie het kleinood verloren had, dat verlies wel kon dragen, en hij, als de nood aan den man mocht ko men, de steenen dus met een gerust geweten te gelde zou kunnen maken, zonder dat de werkelijke eigenaar daaronder zou lijden. Dat was zijn plan, maar hij voerde het nooit uit. Een vreemde, sentimenteelo obsessie had zich bij hem vastgezet, sterker dan honger en ontbering. Hij kreeg een idee dat de halssnoer een soort van sym bool was dat hem in handen was gespeeld door het zelfde noodlot; dat hem ambt en aanzien had beroofd. En hij kon die idee fixe niet van zich afzetten, hij ging gelooven dat als hij niet van het sieraad scheid de, het hem, door middel van datzelfde ondoorgron delijke, blinde Noodlot, weer eer en fatsoen zou te rugbrengen. Maar dien avond in Rangoon was hij zich er van bewust geworden, dat dit slechts een waanvoorstelling was geweest. Hij stond voor de poort van het groote Onbekende en zijn eenig verlangen was nog dat het sieraad in handen van de rechtmatige eigenares zou terugkomen. Hij zei mij den naam, die nooit uit zijn herinnering was weggeweest: Mrs» Henry Randolp Norman in Newport. De groote Britsch-Indiör stond op, zijn hand nog steeds liefkoozend en stapelend langs het flonkerend» wonder der edelsteenen/ Dit is, wat ik op het hart had, Lord Winton, zei hij eenvoudig. Toen ik hoorde dat U naar Ame rika ging, daoht ik dat U een gentleman mis schien het sieraad voor mij aan de eigenares zoudt willen terugbrengen en mij zoo ontslaan van een ver plichting; waarvan ik de vervulling al langer heb uit gesteld Han ik eigenlijk verantwoorden kan. Ik zal er U uit het diepst van mijn hart dankbaar voor zijn. Amerika ligt drie duizend mijlen westwaarts on ik ben oud en haat- de zee. Hij luisterde niet naar lord Winton's antwoord, noch naar diens uitroepen van verbazing. Hij boog zich over de tafel met een abrupte, begeerige bewe ging, zijn gezicht vlak bij de juweelen; zijn vingers streelden er langs als de vingers van een vrek, die zijn heetjbeminde goudstukken telt Lord Winton realiseerde zich plotseling, hoezoer deze wonderlijke Oosterling aan deze steenen ver knocht moest zijn; welk een schatten ze voor zijn hart waren en welk een lust voor zijn oogen, welk een zelfoverwinning het voor hem moest beteekonen om ervan te scheiden. Hij zag in al zijn heiligheid den innerlijken strijd van den man voor hij had kunnen besluiten om afstand te doen van dezen schat, van welks bestaan niemand op aarde wist dan hijzelf... alléén om het vertrouwen van een stervende niet te beschamen. De man leefde met en voor edelsteenen. Hij aan bad ze; ze waren hem een hartstocht en een roman tische religie; in hun flonkering zag hij een afstra ling van de heerlijkheid der toovermeisjes in zijn paradijs. Het moest hem een bovonmenscholijko inspanning kosten om van dit allerschoonst van exotische heer lijkheid te scheiden. Een oogenblik, terwijl hij over de tafel gebogen stond, scheen Mahadol de tegenwoordigheid van Lord Winton te vergeten. Zijn lippen bewogen, zijn gezicht raakte de steenen bijna aan; zijn vingers liefkoosden ze met een haast devote verteedering. Toen, met een ruk, kwam hij overeind en verliet snel en zonder groet de kamer, als iemand die hang is op een met moeite genomen besluit te zullen terugkomen. In de hall schoot hij haastig in zijn avondmantel en greep zijn hoed en stok. Ix>rd Winton was hem gevolgd en opende de straatdeur. Op den drempel bleef de Oosterling één oogenblik dralen. U zult den naam niet vergeten?, vroeg hij. En daarmee liep hij haastig de stoeptreden af. Lord Winton zag den donkeren reus verdwijnen in den nacht. ONDP.R VRIENDEN. IJournal Amusant, Parija) waarom wou je me niet octam&ea. I op Nieuwjaarsdag bij je kwam Ik was net In het bad. Nee, ik bedoel dit jaar het vorig jaar! Zoo spoedig het hem na zijn aankomst op zijn diplomatieken post mogelijk was, ging Lord Win ton naar Newport Het was elf uur in den morgen toen hij zich in een weelderig ontvangkamer bevond, een ontvangkamer die uitzag over de zee en waarin de ochtendzon hel der scheen. Lord Winton was een bewonderaar en goed ibeoor- deelaar tevens van vrouwenschoon, maar de vrouw die de kamer binnenkwam, overtrof het meest vol maakte dat zijn oógen ooit hadden aanschouwd. Ze was ouder dan hij, misschien tien jaar; maar er was een onverwoestbare liefelijkheid in haar toch krachtig gesneden gezicht en een waardigheid in haar kloeke en toch elegant» gestalte, die onmiddellijk tot eerbiedige bewondering noopte. Het eenige woord dat haar verschijning eenigermate juist zou kunnen teekenen was: vorstelijk. Lord Winton was een beetje verward; iets wat dezen „ladykiller" ndet vaak in damesgezelschap overkwam! Het duurde even voor hij goed op gang was met zijn verhaal, maar langzamerhand kwam hij weer onder de 'bekoring van de romantische geschiedenis die hij te vertellen had en stroomden zijn woorden, vlot en boeiend. Want hij was een goed verteller. De schoon© vrouw zat tegenover Lord Winton en luisterde in spanning. Ze bewoog zich niet, maar naar mate het verhaal vorderde, kwam er een zonnige geamuseerde uitdrukking op het edele gezicht die een zacht licht over elke trek ervan deed schijnen. Toen Lord Winton uitgesproken had, leunde ze terug in haar stoel, haar vingers speelden met het halssnoer, de uitdrukking van vroolijkheid verlevendigde haar gezicht en haar oogen waren half toegeknepen van pret Wat ongelooflijk slim van Mahadol! zei ze. Be afspraak was dat hij mij dit collier in Amerika moest leveren voor 250.000 dollars, vrij van inkomende rechten. Ik heb me al afgevraagd hoe Mahadol het zou klaarspelen om «die te ontduiken, want dat hij ze be taden zou, dat heb ik geen oogenblik geloofd. Ze wachtte even en vervolgde: Maar hij speel de het klaar,, met behulp van ©en beetje romantiek en een Britschcn attaché 1 Lord Winton sprong op. U wilt dus zeggen, stamelde hij, dat die oude schurk van een Mahadol die heele historie verzon nen heeft, die vreeselijkc ziekte, de aan lager wal go- raakten Engelschman', de scheepsramp, het vertrou wen vam een stervende dat hij niet mocht beschamen, alles, alleen om een collier dat hij U verkocht had in Amerika te krijgen zonder invoerrechten te betalen! Preciesl lachte ze geanimeerd. De bagage van iemand die aan hét gezantschap verbonden Is, wordt niet door de douane onderzocht! Lord Winton stond op het punt om verontwaar digd uit te vallen. Maar de zachte, prettige stem van zijn gastvrouw ontwapende hem. Waarom zouden we er verder over praten, zei ze haar oogen weer half toegeknepen. Ons gouverne ment doet U er geen genoegen mee en de mogelijk heid is niet uitgesloten dat Zijner Majesteits rege©* rinig zich zou gaan afvragen of Lord Winton wei in élk opzicht geschikt is voor oen diplomatieke car rière! EEN VOOB AMERIKA ONGEWONE WUZE VAN RECLAME MAKEN. Op het oogenblik heerscht te New-York verschil van meening tusachen het „Better Business Bureau", waar onder de contróle van het beginsel „Truth in Adver- tlslng" ressorteert en d© firma's, die voortdurend ad- verteeren, dat zij tegen de laagste prijzen verkoopon. Een van deze firma's ging zelfs zoo ver, dat zij bekend maakte, dat zij zes procent goedkooper verkocht dan haar concurrenten! Terwijl men er zich warm over maakt, wat als een gezonde zakenmoraal moet wor den beschouwd, heeft een andore firma, „The Littman Store", die pas ongeveer een Jaar bestaat, haar zaak op eeu wijze, die voor Amerika zeer ongewoon is, ga- heel gebaseerd op het beginsel, alleen de nuchtero fei ten te laten spreken, geen groote beloften en woorden te gebruiken, doch er angstvallig voor tc waken, dat de goede serieuze reputatie, die de firma wil verwer ven, op geen enkele wijze door een déraillement bij het adverteeren wordt geschaad. Een moeilijke, Ja een nete lige taak! Deze firma, het is een confectleflrma, heeft een Jaar- Ujkschen omzet van ongeveer drie mlllloen dollar. Als nevenartikelen worden ook kousen, handtasschen en schoenen verkocht Deze nieuwe saak nu schijnt reeds goed te sljn Ingevoerd, want de omzet li het tweede halfjaar reeds met ruim twintig prooent gestegen ln vergelijking met het eerste halfjaar. Over de commeroleele mothodc, die deze zaak toe past hot volgende: aankoopen op oredlet staat de firma niet toe. Termijnbetaling wordt ook niet toege staan. Kortingen worden ook bij groote aankoopen niet verstrekt Ieder artikel, dat ln de zaak wordt ge kocht wordt contant betaald. De goederen moeten ter stond worden meegenomen. Bezorging aan huls ge schiedt onder geen voorwaarde. Alles bijeengenomen dus een (zoowel voor Amerika als voor Europa) weinig voorkomende bediening! Misschien doet deze firma juist door deze tegenstelling van zich spreken? Slechts één welwillendheid kent zij jegens de klanten: de goe deren, die niet bevallen, kunnen na acht dagen zonder meer geruild worden! Let wel: het gaat om kleeren, om schoenen, handtaschjes, enz.! Het recht tot rullen binnen acht dagen schijnt in dit geval dubbel merk waardig. Bij lederen koop geeft de firma den klant een ge schreven, op naam van den kooper luidende verzeke ringspolis, waarbij het onderwerp der verzekering de garantie vormt, dat het kleedingstuk het beste ls, dat te New York voor het betaalde bedrag te krijgen la Wanneer binnen een termijn van acht dagen hetzelfde kleedingstuk elders goedkooper kan worden gekocht, wordt door de firma het verschil onmiddellijk uitbetaald of bij inlevering van het artikel de geheele koopprijs vergoed. Ia de advertenties van deze firma staan geen ver gelijkende prijzen, waaruit kan blijken, dat de goedkooper worden. Alleen wordt de kwaliteit en de werkelijke meld. Ook de verkoopers ln den winkel moj bepaald kleedingstuk aanprijzen: de artikelenj voor zichzelf spreken! Het effeot van het weglaten van lederen ovei dienst blijkt uit een statistiek, die op het eei betrekking heeft Bij een nettoverdienste van cent hadden acht procent op reclame betrel rugbetalingen van de koopsom kostten 1000 d< week. De gang van zaken was het geheele Ji alleen in Februari, Juli en Augustus was een inzinking merkbaar. De gelijkmatigheid van di maakte het mogelijk, den stam van goed g* personeel onveranderd te laten. HET PATENTE HAARMIDDEL. {JBtun humor, MadridJ iDezi teller enke Dat haarmiddel helpt uitstekende ln .«..tegen de malaise in het kapperebedgslwh bedoel Je. vee Ml B t0' Hot Dit Ijve sere Iedereen heeft gehoord van don Grooten M China, en zeer zeker behoort hij tot de rousae ingenieurswerken van alle tyden, al wordt niet gerekend tot de traditioneels zeven wonder de wereld, die als zoodanig ln de Oudheid te boel den. De quaestle ls dat in die Jaren van het bogii 3 Jaartelling of nog vroeger geen direct contact1 JJ61 tusschen de beschaving van China en die van den om de Middellandsche Zee. Ware een zoodanig direct verband ln de Oud! wel geweest dan zouden we waarschijn!] W „acht wereldwonderen" spreken, of wel indii het mystieke gotal zeven had willen behouden - een van de andere voor den muur hebben moet ken. Evenals Indertijd onze geooncentreerdo stem Atjeh, was de Chlneesohe muur een zichtbaar, ervoor dat de ontwerpers ervan zich onzekor vl De Muur was n.1. bedoeld als schutsmuur tej krijgszuchtige volken uit het Noorden, die eva dc eeuwen die nog maar kort achter ons llgg eigenlijke Chlnoezen, de bewoners van het RUI het Midden, verontrusten. Thans nu China een paar eeuwen onder het heeft gestaan van de Mantsjoe-dynastie heeft de Muur die eeuwen geen milialre beteekenis gel heeft men hem laten vervallen; maar de reus brokstukken, die er nog over zijn, geven een tl beeld van de reueaohtighold van het bouwsel denke maar eens aan: een muur die loopt van d d€ van Pe-Tsjill naar de Gobl-wocstijn, opgetrokki y f metselwerk om een aarden dijklichaam, op de I plaatsen 16.5 M. hoog, van onder 8 M. dik en r og ven B M., met borstweringen, wachttorens en pi van welke er eertijds vole mot Ijzeren deuren gesloten. De wachttorens kwamen nog een meter of boven den muur uit Indien men dan nog n het bouwen van dezen ontzaglijken muur, die paar honderd Jaar voor Chr. vrijwel voltooid mi geweest on waaraan verscheidene Chi nee scha 1 hun onderdanen hebben laten slaven en rwoef V schledde ln dagen dat de Chlneesche lngenli bouwmeesters nog niet beschikten over stoon of electrlcltelt moet men versteld staan over hen gestlohte monument, al was het dan ook nument der lafheid en al heeft het aan zijn do vijand uit het Noorden bulten China te houdet minst boantwoord. De muur slingert zich over groote afstand» sterk geaccidenteerd berg- en woestijnterreln. Dl! de constructeurs en ontwerpers voor verbluffend nische moeilijkheden, die zij ochter hebben vrt overwinnen. Ten kosto van geld, zweet en blod het Chlneesohe volk! L/e DE B'KflfïïntRMTWflH u i i TflTi DEB ACTEtfl Ook de tooneelspelers hebben hun beschermheÖ wel den Heilige Gelaslus, die oorspronkelijk heidd en behoorde tot de EQstrlonen, de tooneelspelers vl oude Rome. Toen deze Histrionen eena om de tenen te hoonen een parodie opvoerden van den gevoelde Gelaslus zich zoo aangegrepen door ligen drang dat hij Christen werd. De geschiedenis dat hij, onder het bewind van keizer Diokletlanüi marteldood gestorven la De beschermheilige der M* is Margaretha; zij was eveneens oorspronkelijk t# speelster ln Rome. Eens ging zij een godsdienstoef! tw der Christenen bijwonen, om daar, door haar gedrag, stoornis te verwekken. Zij kwam Juist een preek van den heiligen Ronnus. Ook zij aangegrepen door den ernst van den nieuwen dienst, dht rfj haar beroep opgaf en Christin kreeg bij haar doop den naam Pelagia «n gW Jeruzalem, waar zij als kluizenaarster leefde <1'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 16