Amerikaansche reclame.
De groote muur om China.
De Heilige Gelasim.
achterover. Ik begreep wat hij deed. Hij probeerde
voor zichzelf uit te maken, of ik te vertrouwen was,
maar hii wist niet wat ik wist; dat tegenover een
stervende de slechtste mensch zelfs een soort onwrik
bare betrouwbaarheid krijgt. Verklaren kan ik het
niet, maar het is zoo. 'Misschien is het een ingescha
pen, mystieke eerbied voor den dood Ik heb het mee
gemaakt dat een Maleisohe zeeroover een horloge twee
honderd mijlen ver wegbracht, dat een stervende mis
sionair hem had toevertrouwd Als de zendeling ge
zond en wel was geweest, zou de Maleier hem ter wille
van datzelfde horloge den hals hebben afgesneden.
Ik weet niet tot welke conclusie de zieke Engelsch
man kwam, of hij mij vertrouwde of niet, maar het
was zijn eenige kans en hij besloot ten slotte mij zijn
vertrouwen te schenkenn.
Gaat U naar Amerika? vroeg hij.
Ik antwoordde dat Amerika vijf duizend mijlen
van Bombay ligt en dat ik er nimmer heen zou gaan.
Londen dan?
Ja, antwoordde ik, een enkele maal, maar
niet dikwijls.
U kunt het van Londen uit in orde maken.
Opeens stak de groote Britsch-Indiër zijn hand in
den zak van zijn smoking' pak, haalde er iets uit dat
niet groot van omvang, maar vrij zwaar leek en hield
het bedekt met zijn groote hand, terwijl hij het op
tafel legde. Zijn hand bleef erop, terwijl hij verder
sprak.
Lord Winton keek vol verbazing toe, maar zei niets.
Hij nam een sigaret uit den zilveren doos bij den
haard, stak haar aan en luisterde gespannen naar
het vervolg van Mahadol's verhaal,
De monniken-pest uit de Khan-kloosters is een
lugubere verschrikking. Het verrotte zeildoek was
bedekt met weeke, walgelijke insecten: opzichtig ge
kleurde, groote motten en vlinders van een morbide,
giftige schoonheid. Smerige hagedissen glibberden
in het rond, ze kropen over de tafel van pakkisten
en om de lamp.
Het scheen den stervenden Engelschman moeite
te kosten om met zijn verhaal voor den dag te ko
men. Maar tenslotte begon hij uit te spreken wat hij
wilde dat een man-van-eer weten zou, vóór de mon-
nikon-pest hem tot een prooi voor de kraaien, zou
maken.
Hij was commandant geweest van een Engelschen
onderzeeër. Bij een oefening in de haven van Porths-
mouth stootte de toren van de boot bij het bovenko
men tegen den kiel van een kleinen kruiser. De on
derzeeër verdween weer in de diepte, maar door het
opendoen van de tanks en door de machines volle
kracht te laten geven, slaagde de commandant erin
zijn boot weer aan de oppervlakte*te brengen. Maar
hij kon haar daar niet drijvende houden en de onder
zeeër begon terstond weer te zinken. En de com
mandant die aan boord 'had moeten blijven en het
lot van boot en bemanning deelen, werd aangegre
pen door een radeloozen, onweerstaanbaren angst
voor den dood. Hij opende de deur van den com
mando-toren en sprong in zee. Door die open deur
golfde het water binnen en de onderzeeër verging
met man en muis.
Er viel een zwijgen in het nachtstille vertrek en
het duurde even eer Mahadol zijn verhaal voortzette.
De Engelschman werd opgepikt, voor den krijgs
raad gebracht, en uit den dienst ontslagen. Maar de
zee scheen nog niet met hem afgerekend te hebben!
Hij nam passage naar Amerika, want hij wilde
voorgoed verdwijnen uit het milieu waarin hij ge
leefd had. Het gebeurde aan boord van een groote
mailboot, die stampvol passagiers was. Op een
avond, op vier honderd mijlen ten Oosten van New-
Foundland, op de Noord-Atlantische route, ge
beurde het.
Het was een prachtige avond; de zee was glad als
een spiegel. Het was tien uur; de passagiers waren
allemaal op het promenadedek verzameld in
avondtoilet want de kapitein had een bal georga
niseerd. Er waren een heeleboel Amerikaansche da
mes bij, vertelde de Engelschman, in schitterende
toiletten en met prachtige juweelen, dames die in
Parijs inkoopen hadden gedaan en nu op de terug
reis waren.
Opeens voer een trilling door het schip. De passa
giers schonken er geen aandacht aan; ze dachten
dat het een of andere ruk of stoot van de machines
was. Maar de officieren begrepen terstond wat er
gebeurd was: het schip was in botsing gekomen met
een onderzeeschen Ijsberg. De man vertelde dat hij
snol een stokerspak, dat hij te pakken wist te krij
gen, over zijn klecren aantrok en de officieren bij
hun onderzoekingstocht volgde. En wat hij te zien
kreeg, vervulde hem met ontzetting. De heele stuur
boordzijde van het schip, van den boeg tot den ach
tersteven, was opengereten, zooals in een machine
fabriek een ijzeren plaat in tweeën (gesneden wordt
door een of ander metalen werktuig. De zee begon al
binnen te gutsen. In één oogopslag zag hij dat het
schip ton doode was opgeschreven.
fïij' rende terug naar het dek. Draadlooze seinon
werden uitgezonden. De reddlngsbooten werden los
gemaakt en de officieren begonnen de passagiers in
te deelen. De Engelschman droeg nog steeds zijn
stokersplunje en hielp de officieren. Hij voelde zich
kalm en beheerscht. Hij' zag dat de booten nauwe
lijks toereikend waren voor de vrouwen en kinderen
en dat de anderen heelemaal geen kans zouden
hebben. Maar dat maakte op dat moment geen in
druk op hem.
Toen hoorde hij opeens heneden een vrouw gillen
en (hij vloog heen om haar naar boven te brengen.
Hij was juist twee dekken lager, vertelde hij, toen
alle lichten op het schip uitgingen en hiji zich in een
tastbare, pikzwarte duisternis bevond, die hem
scheen te verzwelgen. Toen opeens was het schip een
oord der verschrikking voor hem geworden.
Hij kon de zeo hooren binnen-stroomen; onder
heraeen dok lager gilde de vergeten vrouw in
doodsangst, wild, uitzinnig, niet-meer-menschelijk
klonk het, zei de man, en toen begon het schip
eensklaps sterk naar stuurboord over te hellen.
En op dat moment was het met zijn mood en zelf-
bohoorsching gedaan. Hij schoon opnieuw in den
strik geraakt, die de boot aan boord van den onder
zeeër voor hom had opgezet en waaruit hii toon had
weten te ontsnappon, Hij wilde niet als een rat
verdrinken; hiji wilde niet meegevoerd worden in
do huiveringwekkende afgronden van de zee. De
schrik, de rodelooze, willooze ontzetting kreeg hem
te pakkon en joeg hem op. Hij keerde zich om en
vluchtte.
Met den doodsangst als een snuivend, gruwelijk
monster achter zich aan, tastte hij in het donker zijn
weg naar het dek. Hij dacht aan niemand, dan aan
zichzelf. Zijn leven redden was de eenige gedachte
waarvoor nog plaats was in zijn brein.
'Het dek was aan den kant, waar hij het bereikte,
opgepropt met menschen. Hüj ging terug, liep om en
kwam aan de andere zijde uit. Juist toen hij1 het dek
weer wilde betreden, stootte zijn voet tegen iets. Hij
kon niet zien wat het was, maar hij bukte werk
tuiglijk, raapte het op en hield het in de hand, ter
wijl 'hiji een oogenblik nadacht over wat hij' nu ver
der zou doen. Aan den kant waar hij zich bevond,
waren officieren rustig bezig de vrouwen in de laat
ste boot te doen plaats nemen. En hij besloot, het
kostte wat het wilde, een plaats te veroveren tus-
schen de mannen die in deze boot meegingen. Het
was donker, hij droeg sbokersplunje, niemand zou
hem herkennen.
Een van de officieren kwam op hem toe, terwijl
hij; naderde. Er was nog een matroos, in de boot noo-
dig en hij vroeg of de stoker kon roeien Alles wat de
man kon stamelen was een korte bevestiging, of
schoon hij zijn gevoel van nameloos geluk wel tegen
de sterren had willen uitschreeuwen. Hij werd in de
boot geduwd en greep een paar riemen. Op dat oogen
blik werd hij zich bewust dat hij iets in de hand
hield en zonder er naar te kijken, stopte hij het in
den zak van zijn stokersbuis.
Voor de tweede maal was hij rakenlngs aan den
dood ontsnapt!
Mahadol zweeg weer. Zijn groote hand was als een
stolp boven de tafeL Hij keek naar Lord Winton, die
onbeweegelijk voor het vuur zat.
U weet wat er met de mailboot gebeurde, Lord
Winton. Iedereen weet het. Het was misschien de
vreeselijkste scheepsramp van onzen tijd.
Lord Winton knikte, maar hij zei niets.
Toen het dag werd, werd de reddinigsboot op
gepikt, vervolgde Mahadol.
- In de drukte en verwarring die volgde op het
aan boord komen van de schipbreukelingen, maakte j
de oud-officier gebruik om zijn eigen kleeren die on-
der zijn stokersplunje zaten, uit te trekken, en ze in
zee te gooien. Hij wilde blijven doorgaan voor den
stoker, waarvoor men hem had aangezien. In deze
kleeren en als hij, zich niet schoor, zou niemand
argwaan tegen hem koesteren.
In de eerste haven die het schip dat hen had op
gepikt aandeed, droste hij, vond zijn weg over het
Amerikaansche vasteland en ging vandaar verder
naar het Oosten. Hij zwierf door China, door Britsch-
Indië, Tibet, Mongolië, en belandde ten slotte in
Rangoon. Maar hij kon van zichzelf en zijn wroe
ging niet loskomen.
En er was nog iets waarvan hij niet loskomen kon.
Plotseling nam de Oosterling zijn hand weg van
het mysterieuze ding op de tafel en Lord Winton
zag de flonkering van veel juweelen. Mahadol haal
de met zijn forsche vingers voorzichtig de opeenge
hoopte steenen uit elkaar en het stapeltje ontvouwde
zich tot een dubbele rij van groote Oostsrsche edel-
steenen, paarlen, en diamanten, het schoonste en
kostbaarste halssnoer dat Lord Winton ooit gezien
had Het leek wel alsof iemand de edelste steenen ter
wereld moeizaam had bijeengegaard voor dit onver
gelijkelijke sieraad Lord Winton sprong overeind.
Goeie hemel! riep hij. Was het dót wat de
man gevonden, had?
De Oosterling streelde met zijn vingers over de
steenen en zijn aanraking was een liefkoozing. Daan-
op leunde hij met een zucht terug in zijn stoel.
Ja, zei hij, dit is wat de man heeft opgeraapt.
Hij vertelde dat het in de eerste maanden dat hij het
in zijn bezit had, zijn bedoeling was geweest het te
houden, zooals iemand een schat verbergt, om er In
uitersten nood gebruik van te maken. Maar toen
ontwaakte zijn nieuwsgierigheid of degeen, aan wie
het halssnoer had behoord, levend van het schip was
afgekomen. Het werd een soort van dwanggedachte
voor hem om daar achter te komen.
Eindelijk, het was in Manilla, vond hij in een oude
Amerikaansche courant, een beschrijving van het sie
raad met de mededeeling dat het met het veronge
lukte schip in de diepte was verdwenen. Het verte
genwoordigde een fortuin en de naam en het adres
van de Amerikaansche eigenares stonden er ook bij
vermeld. Deze naam was den oud-officier niet on
bekend; het was de vrouw van een van de allerrijk
ste mannen uit de Vereenigde Staten.
De stervende man zei, dat zijn eerste gewaarwor
ding een gevoel van verlichting was, omdat degeen
d'ie het kleinood verloren had, dat verlies wel kon
dragen, en hij, als de nood aan den man mocht ko
men, de steenen dus met een gerust geweten te gelde
zou kunnen maken, zonder dat de werkelijke eigenaar
daaronder zou lijden. Dat was zijn plan, maar hij
voerde het nooit uit.
Een vreemde, sentimenteelo obsessie had zich bij
hem vastgezet, sterker dan honger en ontbering. Hij
kreeg een idee dat de halssnoer een soort van sym
bool was dat hem in handen was gespeeld door het
zelfde noodlot; dat hem ambt en aanzien had beroofd.
En hij kon die idee fixe niet van zich afzetten, hij
ging gelooven dat als hij niet van het sieraad scheid
de, het hem, door middel van datzelfde ondoorgron
delijke, blinde Noodlot, weer eer en fatsoen zou te
rugbrengen. Maar dien avond in Rangoon was hij
zich er van bewust geworden, dat dit slechts een
waanvoorstelling was geweest.
Hij stond voor de poort van het groote Onbekende
en zijn eenig verlangen was nog dat het sieraad in
handen van de rechtmatige eigenares zou terugkomen.
Hij zei mij den naam, die nooit uit zijn herinnering
was weggeweest: Mrs» Henry Randolp Norman in
Newport.
De groote Britsch-Indiör stond op, zijn hand nog
steeds liefkoozend en stapelend langs het flonkerend»
wonder der edelsteenen/
Dit is, wat ik op het hart had, Lord Winton, zei
hij eenvoudig. Toen ik hoorde dat U naar Ame
rika ging, daoht ik dat U een gentleman mis
schien het sieraad voor mij aan de eigenares zoudt
willen terugbrengen en mij zoo ontslaan van een ver
plichting; waarvan ik de vervulling al langer heb uit
gesteld Han ik eigenlijk verantwoorden kan. Ik zal
er U uit het diepst van mijn hart dankbaar voor zijn.
Amerika ligt drie duizend mijlen westwaarts on ik
ben oud en haat- de zee.
Hij luisterde niet naar lord Winton's antwoord,
noch naar diens uitroepen van verbazing. Hij boog
zich over de tafel met een abrupte, begeerige bewe
ging, zijn gezicht vlak bij de juweelen; zijn vingers
streelden er langs als de vingers van een vrek, die
zijn heetjbeminde goudstukken telt
Lord Winton realiseerde zich plotseling, hoezoer
deze wonderlijke Oosterling aan deze steenen ver
knocht moest zijn; welk een schatten ze voor zijn
hart waren en welk een lust voor zijn oogen, welk
een zelfoverwinning het voor hem moest beteekonen
om ervan te scheiden. Hij zag in al zijn heiligheid den
innerlijken strijd van den man voor hij had kunnen
besluiten om afstand te doen van dezen schat, van
welks bestaan niemand op aarde wist dan hijzelf...
alléén om het vertrouwen van een stervende niet te
beschamen.
De man leefde met en voor edelsteenen. Hij aan
bad ze; ze waren hem een hartstocht en een roman
tische religie; in hun flonkering zag hij een afstra
ling van de heerlijkheid der toovermeisjes in zijn
paradijs.
Het moest hem een bovonmenscholijko inspanning
kosten om van dit allerschoonst van exotische heer
lijkheid te scheiden.
Een oogenblik, terwijl hij over de tafel gebogen
stond, scheen Mahadol de tegenwoordigheid van Lord
Winton te vergeten. Zijn lippen bewogen, zijn gezicht
raakte de steenen bijna aan; zijn vingers liefkoosden
ze met een haast devote verteedering. Toen, met een
ruk, kwam hij overeind en verliet snel en zonder
groet de kamer, als iemand die hang is op een met
moeite genomen besluit te zullen terugkomen. In de
hall schoot hij haastig in zijn avondmantel en greep
zijn hoed en stok.
Ix>rd Winton was hem gevolgd en opende de
straatdeur.
Op den drempel bleef de Oosterling één oogenblik
dralen.
U zult den naam niet vergeten?, vroeg hij.
En daarmee liep hij haastig de stoeptreden af. Lord
Winton zag den donkeren reus verdwijnen in den
nacht.
ONDP.R VRIENDEN.
IJournal Amusant, Parija)
waarom wou je me niet octam&ea. I
op Nieuwjaarsdag bij je kwam
Ik was net In het bad.
Nee, ik bedoel dit jaar
het vorig jaar!
Zoo spoedig het hem na zijn aankomst op zijn
diplomatieken post mogelijk was, ging Lord Win
ton naar Newport
Het was elf uur in den morgen toen hij zich in een
weelderig ontvangkamer bevond, een ontvangkamer
die uitzag over de zee en waarin de ochtendzon hel
der scheen.
Lord Winton was een bewonderaar en goed ibeoor-
deelaar tevens van vrouwenschoon, maar de vrouw
die de kamer binnenkwam, overtrof het meest vol
maakte dat zijn oógen ooit hadden aanschouwd.
Ze was ouder dan hij, misschien tien jaar; maar
er was een onverwoestbare liefelijkheid in haar toch
krachtig gesneden gezicht en een waardigheid in haar
kloeke en toch elegant» gestalte, die onmiddellijk tot
eerbiedige bewondering noopte. Het eenige woord
dat haar verschijning eenigermate juist zou kunnen
teekenen was: vorstelijk.
Lord Winton was een beetje verward; iets wat dezen
„ladykiller" ndet vaak in damesgezelschap overkwam!
Het duurde even voor hij goed op gang was met zijn
verhaal, maar langzamerhand kwam hij weer onder
de 'bekoring van de romantische geschiedenis die hij
te vertellen had en stroomden zijn woorden, vlot en
boeiend. Want hij was een goed verteller.
De schoon© vrouw zat tegenover Lord Winton en
luisterde in spanning. Ze bewoog zich niet, maar naar
mate het verhaal vorderde, kwam er een zonnige
geamuseerde uitdrukking op het edele gezicht die een
zacht licht over elke trek ervan deed schijnen. Toen
Lord Winton uitgesproken had, leunde ze terug in
haar stoel, haar vingers speelden met het halssnoer,
de uitdrukking van vroolijkheid verlevendigde haar
gezicht en haar oogen waren half toegeknepen van
pret
Wat ongelooflijk slim van Mahadol! zei ze. Be
afspraak was dat hij mij dit collier in Amerika moest
leveren voor 250.000 dollars, vrij van inkomende
rechten. Ik heb me al afgevraagd hoe Mahadol het zou
klaarspelen om «die te ontduiken, want dat hij ze be
taden zou, dat heb ik geen oogenblik geloofd.
Ze wachtte even en vervolgde: Maar hij speel
de het klaar,, met behulp van ©en beetje romantiek en
een Britschcn attaché 1
Lord Winton sprong op.
U wilt dus zeggen, stamelde hij, dat die oude
schurk van een Mahadol die heele historie verzon
nen heeft, die vreeselijkc ziekte, de aan lager wal go-
raakten Engelschman', de scheepsramp, het vertrou
wen vam een stervende dat hij niet mocht beschamen,
alles, alleen om een collier dat hij U verkocht had in
Amerika te krijgen zonder invoerrechten te betalen!
Preciesl lachte ze geanimeerd. De bagage van
iemand die aan hét gezantschap verbonden Is, wordt
niet door de douane onderzocht!
Lord Winton stond op het punt om verontwaar
digd uit te vallen. Maar de zachte, prettige stem van
zijn gastvrouw ontwapende hem.
Waarom zouden we er verder over praten, zei ze
haar oogen weer half toegeknepen. Ons gouverne
ment doet U er geen genoegen mee en de mogelijk
heid is niet uitgesloten dat Zijner Majesteits rege©*
rinig zich zou gaan afvragen of Lord Winton wei in
élk opzicht geschikt is voor oen diplomatieke car
rière!
EEN VOOB AMERIKA ONGEWONE WUZE VAN
RECLAME MAKEN.
Op het oogenblik heerscht te New-York verschil van
meening tusachen het „Better Business Bureau", waar
onder de contróle van het beginsel „Truth in Adver-
tlslng" ressorteert en d© firma's, die voortdurend ad-
verteeren, dat zij tegen de laagste prijzen verkoopon.
Een van deze firma's ging zelfs zoo ver, dat zij bekend
maakte, dat zij zes procent goedkooper verkocht dan
haar concurrenten! Terwijl men er zich warm over
maakt, wat als een gezonde zakenmoraal moet wor
den beschouwd, heeft een andore firma, „The Littman
Store", die pas ongeveer een Jaar bestaat, haar zaak
op eeu wijze, die voor Amerika zeer ongewoon is, ga-
heel gebaseerd op het beginsel, alleen de nuchtero fei
ten te laten spreken, geen groote beloften en woorden
te gebruiken, doch er angstvallig voor tc waken, dat
de goede serieuze reputatie, die de firma wil verwer
ven, op geen enkele wijze door een déraillement bij het
adverteeren wordt geschaad. Een moeilijke, Ja een nete
lige taak!
Deze firma, het is een confectleflrma, heeft een Jaar-
Ujkschen omzet van ongeveer drie mlllloen dollar. Als
nevenartikelen worden ook kousen, handtasschen en
schoenen verkocht Deze nieuwe saak nu schijnt reeds
goed te sljn Ingevoerd, want de omzet li het tweede
halfjaar reeds met ruim twintig prooent gestegen ln
vergelijking met het eerste halfjaar.
Over de commeroleele mothodc, die deze zaak toe
past hot volgende: aankoopen op oredlet staat de
firma niet toe. Termijnbetaling wordt ook niet toege
staan. Kortingen worden ook bij groote aankoopen
niet verstrekt Ieder artikel, dat ln de zaak wordt ge
kocht wordt contant betaald. De goederen moeten ter
stond worden meegenomen. Bezorging aan huls ge
schiedt onder geen voorwaarde. Alles bijeengenomen
dus een (zoowel voor Amerika als voor Europa) weinig
voorkomende bediening! Misschien doet deze firma
juist door deze tegenstelling van zich spreken? Slechts
één welwillendheid kent zij jegens de klanten: de goe
deren, die niet bevallen, kunnen na acht dagen zonder
meer geruild worden! Let wel: het gaat om kleeren,
om schoenen, handtaschjes, enz.! Het recht tot rullen
binnen acht dagen schijnt in dit geval dubbel merk
waardig.
Bij lederen koop geeft de firma den klant een ge
schreven, op naam van den kooper luidende verzeke
ringspolis, waarbij het onderwerp der verzekering de
garantie vormt, dat het kleedingstuk het beste ls, dat
te New York voor het betaalde bedrag te krijgen la
Wanneer binnen een termijn van acht dagen hetzelfde
kleedingstuk elders goedkooper kan worden gekocht,
wordt door de firma het verschil onmiddellijk uitbetaald
of bij inlevering van het artikel de geheele koopprijs
vergoed.
Ia de advertenties van deze firma staan geen ver
gelijkende prijzen, waaruit kan blijken, dat de
goedkooper worden.
Alleen wordt de kwaliteit en de werkelijke
meld. Ook de verkoopers ln den winkel moj
bepaald kleedingstuk aanprijzen: de artikelenj
voor zichzelf spreken!
Het effeot van het weglaten van lederen ovei
dienst blijkt uit een statistiek, die op het eei
betrekking heeft Bij een nettoverdienste van
cent hadden acht procent op reclame betrel
rugbetalingen van de koopsom kostten 1000 d<
week. De gang van zaken was het geheele Ji
alleen in Februari, Juli en Augustus was een
inzinking merkbaar. De gelijkmatigheid van di
maakte het mogelijk, den stam van goed g*
personeel onveranderd te laten.
HET PATENTE HAARMIDDEL.
{JBtun humor, MadridJ
iDezi
teller
enke
Dat haarmiddel helpt uitstekende ln
.«..tegen de malaise in het kapperebedgslwh
bedoel Je.
vee
Ml
B t0'
Hot
Dit
Ijve
sere
Iedereen heeft gehoord van don Grooten M
China, en zeer zeker behoort hij tot de rousae
ingenieurswerken van alle tyden, al wordt
niet gerekend tot de traditioneels zeven wonder
de wereld, die als zoodanig ln de Oudheid te boel
den. De quaestle ls dat in die Jaren van het bogii 3
Jaartelling of nog vroeger geen direct contact1 JJ61
tusschen de beschaving van China en die van
den om de Middellandsche Zee.
Ware een zoodanig direct verband ln de Oud!
wel geweest dan zouden we waarschijn!] W
„acht wereldwonderen" spreken, of wel indii
het mystieke gotal zeven had willen behouden -
een van de andere voor den muur hebben moet
ken.
Evenals Indertijd onze geooncentreerdo stem
Atjeh, was de Chlneesohe muur een zichtbaar,
ervoor dat de ontwerpers ervan zich onzekor vl
De Muur was n.1. bedoeld als schutsmuur tej
krijgszuchtige volken uit het Noorden, die eva
dc eeuwen die nog maar kort achter ons llgg
eigenlijke Chlnoezen, de bewoners van het RUI
het Midden, verontrusten.
Thans nu China een paar eeuwen onder het
heeft gestaan van de Mantsjoe-dynastie heeft de
Muur die eeuwen geen milialre beteekenis gel
heeft men hem laten vervallen; maar de reus
brokstukken, die er nog over zijn, geven een tl
beeld van de reueaohtighold van het bouwsel
denke maar eens aan: een muur die loopt van d d€
van Pe-Tsjill naar de Gobl-wocstijn, opgetrokki y f
metselwerk om een aarden dijklichaam, op de I
plaatsen 16.5 M. hoog, van onder 8 M. dik en r og
ven B M., met borstweringen, wachttorens en pi
van welke er eertijds vole mot Ijzeren deuren
gesloten.
De wachttorens kwamen nog een meter of
boven den muur uit Indien men dan nog n
het bouwen van dezen ontzaglijken muur, die
paar honderd Jaar voor Chr. vrijwel voltooid mi
geweest on waaraan verscheidene Chi nee scha 1
hun onderdanen hebben laten slaven en rwoef V
schledde ln dagen dat de Chlneesche lngenli
bouwmeesters nog niet beschikten over stoon
of electrlcltelt moet men versteld staan over
hen gestlohte monument, al was het dan ook
nument der lafheid en al heeft het aan zijn do
vijand uit het Noorden bulten China te houdet
minst boantwoord.
De muur slingert zich over groote afstand»
sterk geaccidenteerd berg- en woestijnterreln. Dl!
de constructeurs en ontwerpers voor verbluffend
nische moeilijkheden, die zij ochter hebben vrt
overwinnen. Ten kosto van geld, zweet en blod
het Chlneesohe volk!
L/e
DE B'KflfïïntRMTWflH u i i TflTi DEB ACTEtfl
Ook de tooneelspelers hebben hun beschermheÖ
wel den Heilige Gelaslus, die oorspronkelijk heidd
en behoorde tot de EQstrlonen, de tooneelspelers vl
oude Rome. Toen deze Histrionen eena om de
tenen te hoonen een parodie opvoerden van den
gevoelde Gelaslus zich zoo aangegrepen door
ligen drang dat hij Christen werd. De geschiedenis
dat hij, onder het bewind van keizer Diokletlanüi
marteldood gestorven la De beschermheilige der M*
is Margaretha; zij was eveneens oorspronkelijk t#
speelster ln Rome. Eens ging zij een godsdienstoef! tw
der Christenen bijwonen, om daar, door haar
gedrag, stoornis te verwekken. Zij kwam Juist
een preek van den heiligen Ronnus. Ook zij
aangegrepen door den ernst van den nieuwen
dienst, dht rfj haar beroep opgaf en Christin
kreeg bij haar doop den naam Pelagia «n gW
Jeruzalem, waar zij als kluizenaarster leefde
<1'