m OP REIS-> C. Roggeveen Cz. C. ROGGEVEEN Cz. Nieuwste modellen. Alle malen voorradig. De Kozakken komen in Hoorn. Ja mb bedrage in mimi bIié te preferee ren? De heer Oroen kan zich grootendeels vereenigen met de redeneering van den heer Kramer en voorziet ook, dat de voorgenomen grintbebardlng veel onderhoud zal vragen. In een n&burlgen raad la over principe gespro ken, en apr. wijat ln dit verband op het vroegere oor deel van B. en W., dat geen cent voor don weg diende te worden uitgegeven, want dat ona een groote onbil lijkheid zou worden opgelegd. Spr. denkt dat men dat principe wel wil handhaven, maar dat men een goed plan wil helpen uitvoeren en men kreeg te kiezen tua- schen de stichting van een tol of het verleenen van een bijdrage in de onderhoudskosten. Spr. wijst erop, dat ook hij in geen geval zou willen meehelpen tot het ln het leven roepen van een toL Maar spr. vraagt zich af, of we met dat eeuwigdurende onderhoud n iet duur der zullen uit zijn dan met een oplossing, die eerder ter tafel ls gebracht. Spr. zou liever een bedrag ln eens geven, of dat bedrag moest zoo hoog wezen, dat men direct kan berekenen, dat de kosten daarvan jaarlijks meer bedragen dan de gevraagde bijdrage ln de onder houdskosten. De eigenaar van den weg behoort hem te onderhouden en spr. wijst erop, dat wanneer de weg later weer in desolaten toestand komt te verkeeren, wij voor de consequentie zullen worden geplaatst voor verbetering te moeten zorgen. We zijn verplicht tot de beste oplossing te komen en dat ia het voorgestelde plan niet Wat de mogelijke bijdrage uit het wegen fonds betreft spr. meent gelezen te hebben, dat Alk maar daar ook reeds een beroep op doet en daarom ls het voor spr. niet zeker, dat de Langendijker go- meenten en Sint Pancras daarvan zullen profiteeren. De Voorzitter wijst er nogmaals op, evenals hij dat reeds in zijn inleiding gedaan heeft, dat in de confe rentie te Broek op Langendijk zelfs niet over de stich ting van een tol is gesproken en ook er niet op is gezinspeeld. In den tegenwoordigen tijd zal men niet tot het plaatsen van een tol overgaan en spr. denkt dat de minister wel een dankbaarder taak zal hebben dan zijn naam te verbinden aan de stichting van een tol. Wat de ultkeerlng uit het wegenfonds betreft, spr. denkt dat die bijdrage zo% goed als zeker is en dat men ln Alkmaar wil trachten daarvan een gedeelte te krij gen, nemen B. en W. voor kennisgeving aan. Wij dienen ons te bepalen tot hetgeen ls toegezegd en de bedoeling van het wegenfonds Is dat de bijdrage aan de onder houdsplichtigen ten goede komt Het geloof aan spoken en wonderen. De heer Du Burck zegt dat als hij nagaat wat de laatste paar jaar over deze Twuijverweg-kwestle is ge sproken, hem in gedachte komt dat men aan spoken en wonderen moet gelooven. Aan spoken gelooft spr. niet, maar aan wonderen wel. B. en W. moeten spr. niet ten kwade duiden, dat hij met deze opmerking begint maar hij herinnert eraan, dat toen de heer Zeeman in eerste instantie bij de rondvraag deze kwestie aanroerde, de Voorzitter afwijzend op het idéé tot het verleenen van een bijdrage beschikt en gezegd heeft, dat het onzinnig zou zijn, zich ten aanzien van wegenonderhoud bulten ons grondgebied te begeven en we in onze gemeente nog genoeg te doen hadden. Het verleenen van een bijdrage heeft de Voorzitter betiteld met pure philantrople. En spr. heeft die uitjpraak toegejuicht, omdat hij het er volkomen mee eens was. Zuldscharwoude behoort tegenover de gemeente Alkmaar nog niet aan philantrople te doen en tot staving van dit oordeel wijst spr. er op. dat uit een statistiek over den belastingdruk over 19271928 blijkt, dat de belasting te Alkmaar voor een gezin met 2 kinderen, inkomen f 1000, bedroeg f 4.50, te Zuld scharwoude f 8.16. Spr. blijft dan ook bij de meening, die ook steeds aan de tafel van B. en W. naar voren is gebracht en herinnert er nog aan dat de Voorzitter in de bijeenkomst ln „Concordia" op sarcastische wijze het verleenen van een bijdrage besprak. Spr. herinnnert ook ar.n de memorie van toelichting die naar Haarlem werd gezonden, en waarin gezegd werd dat het .niet op den weg van Zuldscharwoude lag, om eer. bijdrage ln de koe ten van onderhoud of aanleg te geven. Het verwondert spr. nu, dat B. en W. dit standpunt hebben prijsgegeven. Door den Voorzitter is ook gewezen op het gevaar een precedent te scheppen en hoewel ln het plaatselijk blad do spot daarmee werd gedreven, wijst spr. op de kwestie Inzake het niet op diepte houden van slooten. In de vo rige vergadering werd gewezen op hot groote belang van goed vaarwater en als nu de Banne niet voor uit diepen van het vaarwater zorgt, zou de gemeente ook hier voor het verleenen van bijdrage moeten zorgen. Als tweede voorbeeld noemt spr. de Mosselenbrug. Indien de menschen die alles over deze brug hebben te zeggen, niet zorgden voor instandhouding, zou ook hier de ge meente hetzelfde standpunt dienen in te nemen en die nen bij te dragen. Spr. wijst er op dat het niet opgaat om zijn rechten uit handen te geven, alleen met het doel een einde te maken aan een toestand, dien men ongewenscht acht Spr. zegt dat in onze gemeente nog zooveel te doen is, en waarom zullen we dan een niet noodlijdende ge meente als Alkmaar, helpen. Spr. wil er ook aan her inneren, dat toen de winkeliersvereniging gesteund „Wat? Heb je nog steeds het land aan hem? Ik moet je eerlijk bekennen, dat ik diep medelijden met hem heb. Het lijkt me een verre van aangename sen satie, wanneer je je broer ziet thuis komen met het meisje, dat je zelf lief ihebt. Het is uiterst moeilijk, om dan een glimlachend gezicht te zetten, dat kan ik je verzekeren". „Hij geeft niets om haar", merkte Daisy beslist op. „Een genie heeft nooit tijd om tegelijk menschelijk te kunnen zijn." „Dat weet ik nog zoo netjes niet", zei Will pein zend. Hij was er van op de hoogte, in hoeverre zijn vrouw er toe had meegewerkt het jonge meisje van Max te vervreemden en hot had hem ontzettend gehinderd. Vaag begon hij te vermoeden1, dat Daisey den laatsten tijd berouw over haar ondoordacht optreden had ge kregen. Daarna begon zij over Noel te spreken. „Olga vertelde me, dat de operatie vermoedelijk Zondag zal plaats hebben. Wat zal het arme kind zich ongerust maken. Ik ben blij, dat ze Nick en Mu- riel om zich heen heeft. Het is voor allen een vree- selijke tijd .geweest". „Arm kind", zei Will medelijdend. Hij veronderstel de, dat de dagen, welke Olga nog in het vooruitzicht had, veel en veel moeilijker zouden zijn, dan hetgeen ze tot heden had ondervonden. Dit alles was geleidelijk reeds tot het jonge meisje doorgedrongen. Ze had zich verbaasd en teleurgesteld gevoeld over Noel's weigering om vóór zijn operatie met haar te trouwen. Ze had deze weigering allerminst verwacht, niette genstaande zij zijn standpunt volkomen kon begrij pen en respecteeren. 'Maar hierdoor was alles zooveel moeilijker voor haar geworden. Ze verlangde naar den al'loop van de operatie, omdat Max daarna voor goed uit haar leven zou kunnen verdwijnen. Niet, dat hij haar hinderde; dat was volstrekt niet het geval. Integendeel: hij nam zoo goed als geen no titie van haar. doch zijn aanwezigheid alleen reeds was een voortdurende kwelling voor haar. Ze had het gevoel, alsof de groene oogen, wanneer ze zich een enkelen keer op haar richtten, haar on derzoekend gadesloegen om haar op een gegeven oogenblik op een zwakheid te kunnen betrappen. Nick was in die dagen een groote troost voor haar, niettegenstaande zij voelde, dat hij verschillende din gen totaal niet opmerkte of kon begrijpen. En het was precies zoo met dokter Jim gesteld. Na het jonge meisje gevraagd te hebben of ze veel van Noel hield, had hij kalm haar engagement geaccepteerd. Hij had echter op geen nadere bijzonderheden aangedrongen en evenmin geinfomieerd, waarom zij haar eerste ver loving verbroken had. door de geheel# burgerij, om Intrekking vroeg van het besluit inzake winkelsluiting, de Voorzitter den raads leden voorhield dat de raad om zijn prestige moest den ken. Maar apr. oordeelt dat nu ln deze kwestie de raad zijn prestige verliest In den tijd, dat spr. niet mocht leien, heeft spr. toch nog Iets geleien en wel enkele dagen na het besoek van den minister te Broek op Langendijk, dat een wetsont werp aanhangig Is, waarbij wordt bepaald, dat het uit gesloten ls, dat tollen niet meer mogen worden geplaatst en Indien 't moeilijk ls aan te geven wie eigenaar van 'n weg is: als eigenaar zal worden aangewezen, hij die de laatste jaren het onderhoud van den weg heeft gehad. Dit beteekent dus, dat wanneer wij nog wat wachten met het aanvaarden van het onderhoud van den Twuij- verweg en het wetsvoorstel is aangenomen, de gemeente Alkmaar als eigenares van den Twuijverweg zal worden aangemerkt, en dus een einde Is gemaakt aan een zaak, die, hoewel niet voor spr., voor anderen nog dubieus scheen te wezen. In zijn verder betoog wijst de heer Du Burck er op, dat hij alleen tegenstander van het voorstel van B. en W. is, maar wel gezegd wordt dat menschen die iets doen, omdat anderen het doen, laffe menschen zijn en aan lafheid doet spr. niet mee. Spr. blijft het verleenen van een bijdrage een verkeerde daad achten. Wij hebben zelf in onze gemeente nog genoeg te doen, en de Voorzitter heeft zelf wel gezegd dat wij niet weten hoe aan onze belastingpenningen te komen, en dan gaat het niet op om voor f 166 per jaar het aandeel in de onderhouds kosten van den Twuijverweg te nemen. De kleintjes moeten het loodje leggen. De moderne Shylock. De heer Du Burck wijst voorts op het eigenaardige ge val, dat zoodra de Minister met een plan komt de B. en W.'s der verschillende gemeenten over stag gaan en daar uit weer blijkt, dat zoodra de grooteren zich met een zaak bemoeien, de kleintjes veelal het loodje moeten leggen. Dat is ook hier het geval. Zuldscharwoude moet als kleine gemeente wijken voor de gemeente Alkmaar. Spr. zou het beter achten ala de kleintjes werden ge holpen, want Zuldscharwoude heeft zoo goed als nie mendal, terwijl Alkmaar verschillende genietingen biedt. Spr. citeert verschillende deelen van het verslag van den gemeenteraad van Alkmaar om aan te toonen, hoe daar als nieuwe voorwaarde zal worden gesteld dat Alkmaar 2/3 deel verwacht van de eventueele bijdrage uit het wegenfonds; een voorwaarde die de heer Wes terhof, als de moderne Shylock uit de Koopman van Venetië gesteld wil zien. Spr. noemt de houding van Alk maar niet bijzonder fair. Spr. eindigt ten slotte met de verklaring dat het spr.'s heilige eerlijke en oprechte over tuiging is, dat onze gemeente niet moet bijdragen in de onderhoudskosten van den nieuwen Twuijverweg. De vermeende aanspraak rust op een ver gissing. De Voorzitter zegt, dat hij alleen het zakelijke in het betoog van den heer Du Burck zal bekijken. Dat B. en W. een ander jasje hebben aangetrokken, in de eerste plaats ls dat gemakkelijk genoeg, maar ln de tweede plaats heeft men, als men goed heeft geluisterd, kun nen hooren uit de mededeelingen die spr. bij den aan vang heeft gedaan, dat dit komt omdat zich nieuwe ge zichtspunten voordeden. In plaats van op het scheppen van een precedent wil spr. wijzen op verschillende ante cedenten, als het besluit tot het geven van een bijdrage voor de kanalisatie en het neutraal ziekenhuis te Alk maar. Het gaat niet aan om alleen uitgaven te voteeren voor zaken, die uitsluitend Zuldscharwoude betreffen, maar we moeten, lettende op de finantleele omstandig heden, naar mate van onze draagkracht ook medehel pen tot het totstand brengen van andere zaken. Spr. wijst er verder op, dat de B. en W.'s op de conferentie te Broek op Langendijk geen last van vrees hebben ge had, zij hebben niet gezamenlijk „ja, Excellentie" gesta meld, en er was geen kwestie van drang of vrees. Of het onderhoud eeuwigdurend zal zijn, zal de toekomst leeren. Spr. herinnert er aan, hoe ook de dorpsstraat, uit kapitaalsuitgaven vernieuwd ls geworden, en zoo zal het ook later gebeuren, dat de Twuijverweg op kosten van de Langendijker gemeenten opnieuw zal worden aange legd. Wat de uitkeering uit het wegenfonds betreft, ook spr. heeft het raadsverslag van Alkmaar gelezen, en heeft zich met den burgemeester van Alkmaar in verbin ding gesteld en deze heeft erkend dat de vermeende aanspraak op een uitkeering op een misverstand moest berusten en hij het recht zou zetten. Er is te dien aan zien geen overeenstemming bereikt, alleen na de confe rentie is een praatje gemaakt en heeft de Minister ge zegd, het te zullen onderzoeken. Later ls geen ander voorstel van den Minister gekomen, dan wat thans hier ter tafel ligt. De uitkeering uit het wegenfonds is voor de onderhoudsplichtigen en het stellen van een voor waarde door Alkmaar, nemen B. en W. van onze ge meente voor kennisgeving aan. B. en W. zouden er ook niet op ingaan, want het voorstel dat zij nu verdedigen is de uiterste grens. Ze veronderstelde, dat hij meer dan genoeg van Nick te weten was gekomen en ze waardeerde zijn houding, niettegenstaande ze zich op een echt typisch vrouwelijke wijze, toch eenigszins heleedigd voelde. Ze had echter niet te veel tijd om zich in alle mo- lijke dingen te verdiepen, daar al haar gedachten zich voortdurend om Noel concentreerden. Den dag voordat de operatie zou plaats hebben, be gaf hij zich naar een particulier ziekenhuis. Hij verkeerde in een zeer vroolijke stemming en voordat er een paar uur verstreken waren, had hij alle ver pleegsters reeds voor zich gewonnen. Zelfs Max verbaasde zich eenigszins over zijn stem ming, en Sir Kersley gaf openlijk zijn bewondering te kennen. „De Wyndhams zijn toch eigenaardige menschen", zei hij dien avond tot Max. Max glimlachte cynisch, „De jongen is veel flinker dan ik gedacht had gaf hij toe. „Ik geloof werkelijk niet, dat hij ons dank zij Olga veel moeite zal bezorgen". „Oh, veronderstel je, dat 't aan haar te danken is?" vroeg Kersley. „Voor oen groot gedeelte zeker", antwoordde Max. Er lag een ernstige uitdrukking in de oogen van den ouderen man. „Ik vrees, dat ze den laatsten tijd te veel van haar krachten heeft gevergd". „Vindt je, dat ze er slecht uitziet?" „Niet bepaald slecht", zei Sir Kersley zonder Max aan te zien. „maar volgens mijn opvatting is ze veel te mager en ik vermoed ook, dat ze zeer nerveus is". „Dat is ze altijd geweest". „Wij moeten zorgen, dat haar zenuwen haar op een gegeven oogenblik niet de baas worden", merkte Sir Kersley op. „Ze moet zich goed zien te houden, ter wille van Noel", zei Max kortaf. Hij scheen slechts aan het welzijn van zijn broer te denken. Heel laat begaf hij zich nog naar het zie kenhuis om Noel goedennacht te wenschen. Een glimlachende verpleegster vertelde hem, dat zijn broer al een paar uur geleden in slaap was gevallen. Op zijn teenen sloop Max de kamer binnen: ja, hij was inderdaad als een kind ingesluimerd. Hij had een normalen polsslag en onwillekeurig kwam er een nevel voor Max' oogen... Wat was de jongen dap per! Toen hij den volgenden dag de ziekenkamer be trad, hoorde hij reeds vanuit de verte Noel's vroolij- ken lach. Hij had het grootste pleizier met een der Iersche pleegzusters, doch toen zijn broer binnen trad, kwam hij wat tot kalmte en vroeg waar Olga was. Olga bevond zich met Nick in het gebouw, maar men had htt raadiaam geacht op den ochtend' van DE aorteerlng In Koffara, Taaaohen en Reismanden voor Uw REIS vindt U In hat Koffermagazijn van LAGE PRIJZEN. Aanbevelend, Hoogzljde 26 - Tel. 73 - Schagen. 's Menschen) ydelheld. Wedijver ln de zorg voor de kleine luyden. Wat den vol genden edelachtbare voor den geest zweeft De heer Zeeman behoeft zeker niet te verklaren dat hij zich verheugt over het voorstel van B. en W. en dat hij zich als ieder mensch gestreeld gevoelt, omdat hij gelijk heeft gekregen. Dat ls 's menschen ijdelheid. Spr. toch heeft altijd gezegd dat de oplossing door aige- meene samenwerking moest worden verkregen, en spr. heeft altijd op het standpunt gestaan d&t Alkmaar geen eigenares van den weg was. En ondanks de groote stuk ken in de pers, waarin men maar om de zaak heen- zwamt, heeft men spr. niet kunnen overtuigen, dat hij ten deze onjuist was. Aan de hand van het algemeen reglement heeft spr. meerdere malen aangetoond dat een onderhoudsplichtige nog geen eigenaar is. Maar er schij nen menschen te zijn, die nooit leeren. Maar nu is wel bewezen, dat Alkmaar niet gedwongen kan worden. Dat de kleine luyden het loodje zouden moeten leggen. Spr. wijet er op dat ze reede lang hebben betaald. Spr. noemt het betoog dea heeren Du Burck een oppervlak kig betoog en zegt dat door de afsluiting v&n den weg de firma Kok en Tuinman reeds duizenden guldens heeft geofferd, en het zijn zoowel de kleine luyden als de be ter gesitueerden die dit in den vorm van hooger tarief hebben moeten betalen. Er komen ten opzichte van het verkeer andere eischen, en wie het groote probleem niet ziet, is blind, die heeft geen begrip van de nieuwe eischen en voor hem zou elke gemeente hermetisch gesloten dienen te worden. Wij leven met en voor elkaar. De kwestie is, of het goed is dat volstaan wordt met een grintweg. Maar dat de gemeente Alkmaar niet ver der wil gaan, spr. kan het zich indenken. De Langendij- kers hebben getoond harde koppen te hebben en spr ls overtuigd, dat vroeger in Alkmaar een meerderheid zou zijn geweest voor het bijdragen van een bedrag van f 50.000. Maar het gebruik maken van die gelegenheid is verwaarloosd, ook met de medewerking van den heer Du Burck. (De heer Du Burck wijst op zijn beurt naar de tafel van B. en Maar de drang om tot verbetering van den toestand te komen is tenslotte sterker geworden. Spr. ls er van overtuigd, dat er naderhand een klinker bestrating zal komen en wijst op hetgeen in de kommen reeds door het Hoogheemraadschap wordt gedaan. Ook wij zullen dan ons portie moeten betalen, maar de wijze waarop de bijdrage zal worden verkregen, verwacht spr. te zullen zien veranderen, bijv. door wegschappen. Wel mag de heer Du Burck fier zeggen dat hij niet met het voorstel meegaat, maar spr. zegt met fierheid, dat hij er de consequentie van aanvaardt. Spr. wijst er op, hoe de autobusdienst van deze afsluiting per jaar f 12000 schade ondervindt; de afsluiting duurt in December 1928 2 jaar, en zou men nu nog langer willen dat de Lan gendijker gemeenten die schade dragen. Als Alkmaar aanspraak zou meenen te moeten maken op een bijdrage uit het wegenfonds, hoopt spr. den modernen Shylock te bewerken, en misschien is daar reeds al wat voor ge daan. Maar laat de heer Du Burck consequent zijn en zich afvragen of nog langer het verkeer over Heerhu- gowaard moet worden geleid, en of de menschen, die kool moeten vervoeren, eteede moeten blijven wachten tot de autobus gepasseerd ls. Het blijkt nu wel, dat het plan van 1 78.000 nog niet zoo slecht was. Er zweeft apr. iets voor den geest, n.L als de kanalenplannen tot stand komen en een pri maire weg dicht bij onze gemeente, ja misschien wel mijnhardts Staal-Tabletten .90« Maag-Tabletten. .73 Zenuw-Tabletten 75« Laxeer-Tabletten .60- v Hoofdpijn-Tabletten 60 Bij Apoth. en Drogisten de operatie geen bezoekers bij hem toe te laten. Noel beweerde echter kalm, dat hij niet van plan was zich aan de operatie te onderwerpen, wanneer Olga niet even bij hem mocht komen. Het jonge meisje werd daarom een paar minuten met hem alleen gelaten. Hij had honderden dingen te vertellen. Het eenige wat ze zich evenwel later herinnerde was de opmer king, welke hij maakte, toen hij haar voor de laat ste maal in zijn armen geklemd hield: „En wanneer ik er niet doorkom, lieveling, dan moet je met een anderen man trouwen, hoor. Je moogt niet op eer» sentimenteele manier over me blijven denken, want dat ben ik volstrekt niet waard. Ga nu maar gauw weg. Adieu, liefste." Niettegenstaande hij haar nog nimmer op zulk een bijna koude wijze gekust had, was er toch iets in die liefkoozing geweest, wat haar de tranen in de oogen had doen Bpringen. Ze wist zich evenwel onmiddellijk te beheerschen, toen zij Max in den corridor zag staan. Hij praatte met een pleegzuster en ze had onbemerkt voorbij wil len sluipen, toen hij terstond zijn gesprek staakte en zich bij haar voegde om haar terug te brengen naar de kamer, waar Nick op haar wachtte. „Luister eens", zei hij haastig, „ik geloof niet, dat je je erg ongerust hoeft te maken Ik geef je mijn woord van eer, dat ik verwacht, dat de operatie uitste kend gelukken zal". Het was zoo volkomen in tegenstrijd met zijn ge woonte om zich op een dergelijke manier betreffende zijn patiënten uit te drukken, dat Olga als tegen haar wil haar oogen opsloeg en hem aankeek. Zijn oogen ontmoetten de hare en hielden deze voor een kort oogenblik gevangen. Er lag een Ifcude en toch vriendelijke uitdrukking op zijn gelaat en het was duidelijk merkbaar dat geen enkele pijn lijke herinnering bij hem werd opgeroepen. „Zelfs wanneer de operatie geen succes mocht blij ken te zijn", vervolgde hij, „dan beloof ik je toch, dat hij in het leven zal blijven. Wil je nu eens voor één enkelen keer mijn raad opvolgen?" „Ja", mompelde zij, zich over haar eigen onderwor penheid verbazend. Hij glimlachte goedkeurend en haar hart begon zoo heftig te kloppen, dat het haar voorkwam, alsof hij het zou moeten hooren. ,yDat is verstandig van ja", zei hij op zijn beken den, aanmoedigenden toon. „Vraag dan aan Nick een wandeling met je te gapm maken, die ongeveer an derhalf uur zal duren. Ga met hem naar de kikvor- schen in-den Serpentine-vijver in Hyde Park kijken. Kikvorschen zijn buitengewoon interessante beestjes. En vergeet niet een glas melk te drinken, voordat je weggaat. Aaieui" Hij stak zijn hand uit, waarin dj de hare legde en de kaai d&t we krijgen een primaire» we» door on*» gemeente, dan zal het van groot helang zijn, dat wé hebben secundaire wegen, die daarbij goed aansluiten. Op die wijae xlet spr. onie belangen, ook die van di kleine luyden, het best behartigd. Spr. eindigt met de verklaring: Ik heb vertrouwen. In tweede Instantie verlangt niemand het woord, zoo- dat het voorstel van B. en W. om Jaarlijks voor 1/® gedeelte bij te dragen ln de onderhoudskosten, in stemming wordt gebracht en aangenomon wordt met 5 tegen 1 stem, die van den heer Du Burck. De Voorzitter hoopt, dat in de toekomst moge bla ken, dat dit een goed besluit is geweest Rondvraag. Ter keersaan gelegenheden. Bij de rondvraag zegt de heer Zeeman dat het hek by Van der Welle een stukje achteruit ls geplaatst Spr. zou gaarne gezien hebben, dat het inpla&ta van 20 c.M. een halven meter was verplaatst en heeft gehoord, dat Van der Welle niet ongezind was. De Voorzitter zegt dat niet is te verwachten dat ln de omgeving de hekken achteruit geplaatst zullen wor den en daarom ls ook bij Van der Welle niet verder •gegaan. Anders zou daar ter plaatse weer zoo'n g©. vaarlijken hoek zijn ontstaan. De heer Kroon wijst erop, dat Indertijd het hek al eens achteruit was geplaatst Wel heeft de heer Van der Welle, spr.'s buurman, al eens gezegd, dat zijn hek wel een meter achteruit mocht en gevraagd wat hij dan daarvoor zou krijgen, maar spr. meent dat betaling niet mag plaats vinden, want dan komt de gemeente In conflict met degenen, die hun grond gratis afstonden. De heer Groen wijst erop, dat het ongewenscht is, dat na bestrating een hoop klinkers of puin zoo lang blijft liggen en zegt dat de hoop bij het gebouw van Het Witte Kruis ongelukken heeft veroorzaakt, door dat men 's nachts met de fiets er bij op Is gereden. De Voorzitter deelt mede, dat deze klinkers of puin wel tegen vergoeding wordt weggehaald en ln bedoeld geval te lang ls gewacht met het weghalen. De heer Oroen zou ln dit geval gewild hebben, dat de hoop op kosten der gemeente was verwijderd. De Voorzitter zou het niet economisch achten, dat wanneer de klinkers tegen vergoeding zullen worden weggehaald, de gemeente ze dan laat vervoeren. En bovendien is de moeilijkheid, dat de gemeente er geen plaats voor heeft De heer Kramer meent, dat het bezwaar is opgeheven als de stratenmaker onmiddellijk zorgt dat ze opgesta peld worden langs den kant van den weg. De Voorzitter zegt toe, dat de aandacht van den op zichter hierop zal worden gevestigd. Hierna volgt sluiting. Men heeft wel gelezen van de groote verrichtingen, welke ln Hoofddorp, op Houtrust, en thans in verschil lende Friesche steden, de Kozakken maken op hun fiere hengsten. Het ls een troep van 11 Kozak'ken-officieren, die met den oorlog zijn uitgeweken en thans in het buitenland ongelooflijke staaltjes van hun heldenmoed en hun groote rijkunst te genieten geven. In Hoofddorp hebben duizenden genoten, in Den Haag zijn de Kozakken op de handen gedragen en nim mer had In ons land zulk een troep een zoo groot suc ces. Zondag traden ze te Drachten op en de „Leeuwarder Crt." is vol lof over het gepresteerde, waarnaar ook daar duizenden opgekomen waren: Wij halen uit het verslag er van aan: „Liefhebbers van ruitersport hebben kunnen genieten van de prachtige staaltjes rijkunst, die de Kozakken b hun enkele en dubbele sprongen gedurende een vil genden galop hebben laten zien. Deze vroegere Rus sische militairen zfjn niet alleen uiterst bekwame rui ters, maar ook voortreffelijke acrobaten, die, terwijl hun paaiden ln razende snelheid voortgaloppeeren, ln en naast het zadel alle mogelijke houdingen aannemen. Ook met hun wapenen, als sabels en lansen wisten ze, al rennende, ware kunststukjes te verrichten. Bijzonder Interessant waren numnvjxs ais oorlogstoo- neelen, ambulances der Djigultenkozakken de ren te paard door het vuur enz. Dat deze Russen de danskunst, waarin hun landge- nooten zoo plegen uit te blinken, ook machtig zijn, be wees wel het nummer „Kozakkendans in het kamp". In de komende dagen gaan de Kozakken naar Mep- pel, Deventer, Doetinchem, Hoogeveen, en overal ls de spanning groot, is het een strijd om plaatsen, wijl dui zenden dit willen zien. Hè* is de V.V.V. te Hoorn mogen gelukken de Kozak ken ie engageeren op den eersten kermis-Zondag, 12 Augustus a.s., wanneer daar een demonstratie wordt ge geven van het volledige program der Kozakken, n.1. 21 nummers. voor een kort oogenblik hielden zijn vingers de hare gevangen.... Hierop wendde hij zich met een ruk om en liep den corridor in. Olga bleef hem nakijken, doch hij draaide zich geen enkelen keer meer om. Nick bracht Olga naar den Serpentine-vijver en hij trachtte op alle mogelijke manieren haar gedach ten af te leiden. Hij dwong haar te praten, hoewel ze er naar smachtte te mogen zwijgen en opnieuw ver baasde zij zich er over, dat Nick zoo goed als heele* maal niet scheen te kunnen begrijpen, wat er in die momenten in haar om moest gaan. Ze dwong zich dan ook om zijnentwille zijn vragen te beantwoorden. Op deze wijze verliepen de angstige uren van wachten. Het kwam Olga op den terugweg voor, alsof ze geen voet meer kon verzetten. Haar knieën knikten onder haar lichaam on eerst op dat moment scheen de heele situatie Nick duidelijk te worden. Hij wierp haar een vluggen blik toe en bood haar zijn arm aan. „Houd je nu nog even goed, kindje. Het is bijnft j achter den rug", zei hij troostend. Zwijgend vervolgden zij ihun weg. Nick zag haaf niet meer aan en sprak ook niet. Zijn mond beefde eenigszins, doch verder was er totaal niet aan hem te bemerken, wat er in hem omging. Eindelijk bereikten ze het hek van het ziekenhuis, waarachter zich zooveel ellende verborg. Toen ze bin nentraden, drong een eigenaardige lucht tot Olga door. Ze bleef stilstaan en zelfs haar lippen zagen bleek. „Nick," bracht ze heesch uit. „Nick,;dat is de lucht van.... van.... het pijnstillende middel". Op hetzelfde oogenblik trad Max hen tegemoet. Hij keek Nick aan en knikte. Er lag een triomfantelijke blik in zijn groene oogen. Hij nam onmiddellijk Olga's hand in de zijne. „Alles is in orde", zei hij. Ze staarde hem aan, alsof ze haar ooren niet ge looven kon. „Het is in orde", herhaalde hij „De toestand is zoo bevredigend, als men slechts verlangen kan. Wees nu niet dwaas en houd je dapper". Dat was de oude Max weer. „Kom hier even binnen en ga zitten. Straks mag je hem zien." Ze deed, wat hij haar bevolen had en gebruikte zonder tegenstribbelen het vlugzout, dat bij haar voor hield. Max bleef dicht bij haar staan, nog steeds een van haar handen in de zijne geklemd houdende en sprak intusschen met Nick. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 6