VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
Geesles-Spoft en Hersen-Gymnastiek
Thuiskomst.
EVENTJES DENKEN.
VOOR ONZE SCHAKERS.
VOOR ONZE DAMMERS.
OVERSCHOTJE.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 22 September 1928. No. 8327.
Vraagstuk No. 201.
Vraagstuk No. 202.
Vraagstuk No. 203.
Vraagstuk No. 204.
Een kostbaar feestmaal.
onder leiding van GEO VAN DAM.
DE OVERBLUFTE BOER.
Een boer zond zijn drie dochters naar de markt ozn
appels te verkoopen. De oudste had er 60, de tweede
dochter 30, en de jongste 10. De boor zeide, om zijn
kinderen te plagen, dat zij de vruchten tegen den
zelfden prijs moesten verkoopen (de een mocht dus
niet meer geld per stuk er voor vragen dan de ander)
dat toch alle drie evenveel geld moesten zien thuis
te brengen.
Tot zijn verbazing deden zij dit!
Hoe speelden de handige boerendochters dat klaar,
denkt UT
NA EEN VASTEN-DAG.
Hoeveel hardgekookte eieren kan een hongerig menseh
op zijn nuchtere maag eten?
OPLOSSINGEN DER PUZZLES
uit ons vorig nummer.
No. 197. „EEN KLEINE MISREKENING".
Nadat zij twintig keer 10 appels tegen een dubbel
tje verkocht had (vier van de eene soort en zes van
do andere), waren de 120 goedlcoope appels op, terwijl
zij er nog slechts 80 van de duurdere soort van de hand
had gedaan.
Toch dusver had zij nóch verloren, nèch gewonnen,
[ro^ar zij had nog 40 appels van de duurdere soort over,
die haar zelf 50 cent gekost hadden. Door deze te ver-
ikoopen tegen 10 voor een dubbeltje, kreeg zij slechts
veertig cent en verloor zij dus een dubbetlje.
No. 198. „EEN LASTIGE VRAAG".
Het antwoord is 20, want 5020=30 en 8050 is ook
terwijl 80, dus het viervoud van 20, precies zooveel
méér is dan 50 als het gevraagde getal minder is!
van Th. Her 11 n.
De diagramstand behoort te lulden: Wit Kd6, IAi, Pc8
6n twee pionnen op a3 en c4. Zwart Ka6 en één pion
op a4. Wit speelt en geeft mat ln vier zetten.
OPLOSSING PROBLEEM Na 199.
van O. Wurzburg.
De diagramstand ln cijfers was: Wit Kc3, De2 en
^T. Zwart Kb7 en drie pionnen op a8, a7 en e5. Wit
«peelt als sleutelzet Ld7h3 dreigend met 2. Dg4. Op
zwart's antwoord aö zou volgen 2. Da6 schaak en even
eens met mat op den derden zet Witte strategie met
verdubbeling. Op de diagonaal h3c8 moet de dame
vóór den looper komen, wat door den kritischcn zet
Lh3 wordt voorbereid. Dat ls de idee-variant; het dame-
otter is een aardig toegiftje. Dit thema wordt Turton-
Veidubbeling genoemd naar den uitvinder; diens eerste
uitwerking was... echter nevenoplosbaar. ZJJ verscheen
in }856 ln het Illustrated London News, Iets vóór de
Publicatie van Loyd's probleem, zoodat Loyd evenveel
rechten had op het thema els Turloa,
van Joh. deBree, Amsterdam.
(Slagzet.)
Zwart: 13.
'm m.
m
wn wm
Wit: 13.
De diagramstand ln cijfers was: Zwart 13 sch. op 3, 4,
6—8, 12, 15, 16, 18, 19, 22, 23, en 25. Wit 13 schijven op
26, 27, 29, 82—35, 37, 40, 42, 43, 45 en 48. Wit speelt
en wint!
OPLOSSING PROBLEEM No. 200,
van A. Plant inga, Noord-Scharwoude.
De diagramstand ln cijfers was: Zwart 11 sch. op
8—11, 17, 19, 23. 27, 31, 35 en 36. Wit 11 sch. op 26, 33,
3739, 42, 44 en 4649. Wit speelt hier zeer fraai ach
tereenvolgens: 4741, 33—28!, 26—21!!, 21X5, 5X40!,
48X37!! (zw. 5045, motiefstand) 49 X 40 en 46 X 37!
Een keurige bewerking van het motief. Het is een
compositie, die er wezen mag. Het thema e 1 s c h t het
dienstdoen van elk stuk, Iets wat het construeeren zeer
moeilijk maakt. Ons compliment!
iN ALLE KLEUREN.
(Passing Show, Londen.)
Ik heb 'n typiste, die in mijn dienst grijs ge
worden is.
De mijne was eerst zwart, werd toen bruin en
Is nou blond 1
Oorspronkelijke vertelling door Sirolf.
(Nadruk verboden. Alle reohten voorbehouden.)
De man stond daar, aan den rand van het bos oh
en keek uit over de zacht glooiende, paarse heide
Aan den verren horizon daalde de zon in diep-rood-
gou-den glanzen. Van de boomen dwarrelden, zacht
jes ritselend op een vleugje wind, vergeelde blade
ren naar omlaag om zich te voegen bij het prach
tige tapijt van roode en bruine en gele bladeren,
dat den grond warm dekte. Zoo stond hij daar, in
den laten namiddag van dien stralenden October-
dag en nam afscheid van de natuur, afscheid van
den zomer, zooals hij fioh voorgenomen had, dat
hij zou doen. Als hij weer in Holland was
Als jongen nog bijna, wel 15 en meer jaren gele
den, had hij! die gewoonte aangenomen, als een ge
wijd rituaal, om op dat zelfde plekje, aan den ramt
van het bosch, daar waar de heide begint en zich
uitstrekt tot aan den horizon, voor een laatste maal
op een schitterenden najaarsdag, in de eerste *week
van October, afscheid te nemen van de stervende
natuur. Tot een volgend jaar- Jaren achtereen
had hij dat gedaan. Toen was hij naar de Oost ge
gaan, zooals zooveel jongelui. Voor een paar jaar.
Maar het waren er tien geworden. En in die tien
lange jaren, in de rimboe van Sumatra, waar hij
jaar na jaar niet zijn honderden contract-koelies
IN HET HOLST VAN DEN NACHT.
(/ohn Blunt, Londen.)
Vrouw, tegen echtgenoot, die tegen drie uur
nachts thuis komt: Waarom draai je toch zoo
aan dien deurki op
licht!.'!noot, rad,(-liefhebber: Mensch, ik zoek
Amerika!
nieuwe gronden „opende", zich wegen baande door
de wildernis, om den grond te gaan voorbereiden
voor de cultuur, terwijl de „mata hari" meedoogen-
loos blakerde en reeds vroeg de eerste zilveren dra
den door zijn haren vlocht, had hij zich steeds voor
gehouden, als een symbool haast van „verlof* en
van „Holland", hoe hij, met verlof gaande naar het
vaderland, weer in de eerste week van October naar
dat zelfde plekje zou gaan, om de zon te zien dalen
over de heide, om de zon te zien spelen met het
vallend gebladerte, dat onder haar streeling werd
tot vlekken goudom afscheid te nemen van
den Hollandschen zomer.
En nu was het dan eindelijk gekomen, dat oogen-
blik, waarnaar hij bijna tien jaren lang had uit
gekeken, eerst met een onbewust, later met een
steeds toenemend bewust gevoel van heimwee. Hij
was pas een paar dagen in Holland terug, waar de
groote ontgoocheling gekomen was, dat niemand
hem meer kende. De vrienden van weleer, weggesto
ven naar allen kant, vervreemd, veranderd, ge
trouwd, met groote kinderen al... Maar één zou hem
trouw blijven. Dat was de natuuren daarom
was hij met nég meer verlangen naar het vertrouw
de plekje gegaan, waar hij afscheid van den zomer
zou nemen, net zooals vroeger, bij dezelfde boomen,
dezelfde held, dezelfde zon»heol alleen.
Een gevoel van onzegbaren weémoed maakte zich
van -den man meester, terwijl hij' daar roerloos
stond en blijkbaar naar iets ktek, dat oneindig ver
der nog lag dan de verste horizon, De scherpe, dron-
ken-makende lucht van vochtige aarde en blade
ren, riep diepverborgen herinneringen wakker.
aan toentien jaar geleden. Vlak vooTdat hij naar
de Oost was gegaan, toen hij voor de laatste maal
van de natuur afscheid had. gen-omen, in het tude
Holland. Hier had ze gestaan, vlak naast hem.
teer figuurtje in dun, tè dun bijna voor den tijd
van het jaar, licht Japonnetjekind nog bijna,
niet haar zeventien jaren.en haar kastanjebruine
vlechten, zooals meisjes toen nog droegen»... Een
oogenblik zelfs had hij viej- en twintig-jarige
haar hand gepakt en zachtjes gedrukthij had
gezien, hoe een zachte blos over het fijne, ovale ge
zichtje was getrokken en de lange wimpers boven
de neergeslagen oogen hadden getrildMaar hij
had niets gezegd- haar niet over zijn liofdo wil
len spreken. Het kon niet, het mocht nietdat
kindvrouwtje kon hij immers niet naar Sumatra,
naar zijn plantershuis in de rimboe laten komen,
om daar, te leven, alleen met hem, en een paar
honderd koeliesen hij had immers weer getee-
kend, over een dag of wat vertrok hij immers...
tabé Holland..tabé..klein meisje-met-je-bruine
lokkenje lange wimpers.»tabé.Welkom jij
woeste rimboe, vervloekte wildernisslamat da
tengwelkom
Zoo was het meisje uit zijn leven verdwenen. Er
lagen immers oceanen tusschen. Ook geschreven
had hij haar niet. Waartoe? Wat kon hij haar bie
den? Waarom haar jeugd te laten verwelken, in
jarenlang wachten? Waarom? Dat mocht hij irnm-rs
piet doen. Klein meisje-met-haar-bruine-lokken
moest maar zien, dat ze gelukkig werd, met een
flinken man in Holland, een, die niet ongeschoren
met een rietje in zijn hand, op een knol door de ke
bon reed, om de mandoers uit te kafferen
OM DEN DROMMEL OEEN ORAP.
(pistigt Kölner Zeitung, Keulen.)
Ik honrde beweren, dat je getrouwd was, maar
dat is zeker 'n grap.
Ik bén getrouwd, maar het is geen grapi
Er ritselde iets, vlak bij hem. Maar de man, dis
tien jaren had gewacht, om van de natuur afscheid
te nemen, hoorde niets. HIJ merkte niet eerder, dat
bij niet meer alleen was, dan toen een hand de
zijne beroerdedan zag hij, schooner, bloeiendor
dan het pas ontloken meisje van vroeger, tot jonge,
volwassen vrouw gerijpt, maar nog met dezelfde
trouwen oogen met de lange wimpersklein-
meisje-met-de-bruine-lokken. En in zijn ooren klonk
het ais een vreemde, gelukkig-makende muziek,
toen ze heel rustig, fluisterend bijna, vertelde: Ik
wist, jongen, dat ik je hier eens zou vinden.nee-
nee, ik ben nooit verloofd of getrouwd geweest
ik heb al die jaren gewacht en vertrouwd, o ja, ik
wist wel, hoe je het maakte, daarginds........ er was
iemand, die me af en toe schreef over jemaar
ik kon je toch moeilijk het eerst schrijven, niet
waar? Maar elk jaar, om dezen tijd, ben ik hier
heen geweestnet als jij placht te doenen dit
jaar, toen ik je naam in de passagierslijst van de
Indische boot lastoen voelde ik, wist ik, dat
ik je hier zou vinden.:.arme boy, wat heb je hier,
naar dit prachtige stukje Holland moeten verlan
gen, toen je daarginds wasneenee, zeg er maar
niets over, ik begrijp het weldie paar grijze ha
ren zeggen ine genoeg, er is een heel stuk leven
voorbij gegaan.maar we hebben nog een heel
leven vóór ons..misschienzou je nog weten
wat je had willen.had moeten zeggennu pre
cies tien Jaar geleden,weet ja het nog?
Maar de man sprak geen woord. Hij deed iets veel
welsprekenders. Sloot namelijk het kind-vrouwtje
in zijn armen en kust haar op de lange wimpers.
De zwerver was thuis gekomen.
I
Dat is heusch geen wissewasje*
Wat ons volk op eens beleeft,
Twee cmaal honderd millioen guldens,
Die de Staat dus over hoeft!
Die men wist opzij te leggen,
Heel in stilte, zonder meer,
Als een vetgemeste spaarpot
Van den suikeroom De Geer!
Menig brave Nederlander
Wreef z'n doffe oogen uit,
Reserveerde voor zijn portie
Een gedeelte van den buit,
Want hij dacht aan de belasting,
Die (hem jaren had genekt,
Die (hem nog, al werd het beter,
Langzaam naar beneden trekt!
Veelgeliefde overschotje,
Wat gaat men nu met je doen,
Geef je nu den gauwen fiscus
Eens behoorlijk van «katoen?
Zul j'em ongezouten zeggen:
„Stop meneer, het is genoeg,
„Geef maar op je rijwielplaatje,
„Jij, die altijd overvroeg? I"
Of krijgt ieder soms zijn aandeel
Van den bom behoorlijk thuis,
Heel die millioenenikwestie
Is toch later geen abuis?
Gaat het maar per giro storten,
Dat brengt weer den moed er in,
't Is een dfkke honderd gulden
Zoo gemiddeld per gezin!
We beleven grootsche dagen,
Dit dient duidelijk 'gezegd,
Staat, geeft eens een moedercursus,
Hoe je 't wel hebt aangelegdl
Dan kan ook de huisvrouw leeren,
Want ze krijgt het wat benauwd,
Hoe men niet te kort moea komen,
En soms «elf wat oveihoudt!
Twee maal honderd millioen guldens
Zoo. maar naar de spaarbank toe,
Twee maal honderd millioen guldens
Opgepot en waar en hoe!
«Moeders van de Nederlanden,
Is dat niets of is dat wat?!
Kunt U zich den tijd wel heugen,
Dat U over hebt -gehad!
('Nadruk verboden.)
September 1928. KROES.
GEHOUDEN IN DE 18e EEUW.
Van de kostbaarheid en overvloedigheid der feest
malen in vroeger tij-d geeft o.a. het volgende bericht
een -staaltje. lm 1721 sloot Rusland na een langdurigen
oorlog vrede met Zweden en dit op voorwaarden,
welke voor de Russen zeer voordeelig waren. Dien
tengevolge richtten hun gezanten in de verschillen
de landen, waar zij geaccrediteerd waren, feestmalen