K
WIE
B
DE MUIDER T0LKWESTIE.
GRATIS.
Binnenlandsch Nieuws.
Het drama te Zundert
End door een trein gegrepen.
Gashouder te Apeldoorn ontploft
Ongeval bij de militaire oefeningen.
Gemengd Nieuws.
Bloedig familiedrama te Weenen.
„Onrechtmatig dwangmiddel."
Fabrieksbrand te Helmond.
Schietpartij in den nacht
ZICH MET 1N0ANQ VAN
1 OCTOBER 1928
OPGEEFT ALS LEZER VAN DE
SCHAGER COURANT,
ONTVANGT DE NOG VERSCHIJ
NENDE NUMMERS VAN SEPT.
De statuten worden dan vervolgens goedgekeurd
en het Bondshestuur gemachtigd de koninklijke goed
keuring aan te vragen en zoo noodig redactioneels
wijzigingen aan te 'brengen.
De afdeölingen zullen 'hare statuten aan den ixrads-
•ecretaris inzenden en deze zal voor doorzending zor
gen om de koninklijke goedkeuring er op te ver
werven.
Aan <ïen heer Mr. Niemöl'ler brengt de voorzitter
hartelijk dank voor zijn medewerking en belangstel
ling.
Goedgevonden wordt dat een rekening-courant-over-
eenkomst tot f 25000 wordt aangegaan met de Boeren
leenbank te Oudkarspel en een geldleening wordt
aangegaan, eveneens van 125000.— bij de Boerenleen
bank te Noordscharwoude.
Da afgtaartfio van brmkpesa.
Thans moet de eindbeslissing plaats hebben om
trent de sorteering van breekpeen. Met 1254. tegen 196
stemmen wordt besloten dat de sorteering zal plaats
hebben naar de eiachen van het U. C. B.
Tegen stemden de afdeeling Langen dijk van den
L.T.B. en de afdeeling Waarland en Omstreken
Het
bet groot» stuk werk zal zijn voltooid, met eenig
feestbetoon de opening zal plaats hebben en dat er
ook in de groote bladen melding van dit groote stuk
werk zal worden gemaakt. Dat het den bond tot
grooteren bloei moge brengen! Spr. hoopt tenslotte,
dat hij dan ook bij die feestelijke opening tegen
woordig zal miogen zijn. Algemeen gelach.
De heer Deutekom. Koophandel, zegt. dat het hem
genoegen zal doen, voortaan weer als goed vriend
aanwezig te zullen zijn.
Na woorden van dank te hebben gesproken, sluit
de Voorzitter de vergadering.
EEN KASTELEIN DOOR MARECHAUSSEE
DOODGESCHOTEN.
en trad D. de woning binnen, doch stje Jongeren fepoer
vond bij niet Stilten gekomen, zagen zij den anderen
broer van D., die eveneens aldaar woont, aankomen en
hoorden zij tegelijkertijd een schot, waarna C. D. be
gon te gillen. L. D. riep daarop tegen Van den Hout:
Als je niet weggaat, schiet Ik je ook kapot Van den
Hout koos toen het hazenpad en ging de politie waar
schuwen.
Na dit verhaal begaf de politie zich naar de woning
van de moeder van D. Zij trof daar C. D., die te bed
lag en twee schotwonden ia zijn linkerbeen had, ter
wijl in het vertrek kruitdamp hing. Hij verklaarde,
dat hij door zijn broer L. D. opzettelijk in zijn been
was geschoten, Onmiddellijk begaven de agenten zich
naar de woning van L. D. en verzochten hem de deur
te openen, waaraan na lang wachten werd voldaan. Of
schoon er medegedeeld werd, dat het politie was, deed
hij de deur open, terwijl hij een geopend mes in zijn
rechterhand had. De agenten arresteerden daarop L. D.
en stelden hem ter beschikking van den burgemeester
te Veldhoven, daar het feit in die gemeente gepleegd ia
Het geweer, waarmede het schot werd afgevuurd, ia
in beslag genomen.
OP EEN ONBEWAAXTEN OVERWEG 317
EERBEEK.
De staat aansprakelijk?
Opnieuw komt in bespreking het weegstelsel en dat
dit voor een algemeene vergadering een dankbaar
onderwerp is, bleek wel uit de diseussiën die volg
den.
Door den heer Ootjers wordt medegedeeld, dat
overleg is gepleegd met „Koophandel'hoewel het
met dit overleg niet te vlug is geloopen. Het idée-
Waimenhuizen ds 'hier practisch niet uitvoerbaar, de
situatie is hier anders. Daarom meent spr. dat den
leden vrij gelaten moet worden of zij al dan niet per
krat Bullen aanvoeren. Maar wordt por krat aange
voerd en het gewicht ie niet in orde, dan dient 10
boete te worden geheven1. Door den (keurmeester zou
den willekeurige steekproeven kunnen worden ge
nomen. Overigen» dient zooveel mogelijk per 100
K.G. gewogen te worden. Het plaatsen van de bascu
les op den kant is niet mogelijk, wel om do bascules
zoo overzichtelijk mogelijk te plaatsen. Spr. wijst er
nog op dat de verpakking van onze productie toe
neemt, wat een belang voor de tuinbouwers genoemd
•kan worden.
De heer P. de Jong, Waarland, wil de door den
heer Ootjers genoemde regeling dan serieus doorge
voerd zien en hoopt diat deze zaak dan eens voor
goed van da baan is.
Vanuit de vergadering worden bezwaren naar vo
ren gebracht over de overwicht, die gegeven zou
moeten worden om bij verpakking in kistjes verze
kerd te zijn, het werkelijk gewicht te hebben. Van
andere zijde wordt evenwel opgemerkt, dat dit niet
zoo'n bezwaar behoeft te wezen. Als 100 Kilo over 4
kistjes verdeeld word't, zal wel rekening worden ge
houden met de mogelijkheid dat het «ene kistje iets
te zwaar kan zijn, het andere daarentegen iets te
licht. Ben ander heeft weer bezwaar tegen hot be
palen van de boete op 10 en in dit bezwaar wordt
dan tegemoet gekomen doordat wordt besloten do
boete dan 'hoogstens 10 te doen zijn.
Het besluit is dan tenslotte dat, wie per krat wil
aanvoeren, dit doet, en als bij een steekproef van
den keurmeester blijkt, dat niet aan het gewicht
wordt voldaan, een flinke boete tot ten hoogste 10
wordt geheven.
De bascules zullen dwars worden gezet, opdat de
gewichten te zien zullen zijin.
De rondvraag.
De heer Ootjers deelt mede, dat voortaan voor
goed drinkwater voor de paarden zal worden ge
zorgd, nu de chef heeft goedgevonden, dat hiervoor
water wordt betrokken uit de pomp bij het station
netje.
De heer P. Kostelijk vraagt, of het do bedoeling is,
wanneer de uitbreiding van het veilinggebouw ge
reed is, met eenig feestbetoon de ingebruikneming
te doen plaats hebben.
De vergadering verleent daartoe aan het Bestuur
vrij mandaat.
Door een der afgevaardigden wiordt de wenscbe-
lijkheid uitgesproken, dat hij het rangeeren de wa
gons eerder op de laadplaats worden gebracht.
De heer Ootjers zegt, dat dit een technische aange
legenheid is, maar belooft er met den chef over te
zullen spreken.
Over roofridders.
De heer Slot, Koophandel, herinnert aan het ar
tikel in „De Tuinderij", waarin de kooplieden ge
kwalificeerd Werden met den naam moderne roof
ridders. Door het bestuur van den N.M.B. is goed-
keuring gehecht aan het optreden van de Provin- j
ciale Commissie. Wij, zegt spr., vallen daarover,
want dit slaat dan ook op het gewraakte artikel.
Roofridders zijn minderwaardige menschen en wij
hebben ons daarom die kwalificatie aangetrokken.
Beschouwt men ons werkelijk als roovers, dan zal
het ons moeilijk zijn in den vervolge weer in deze
vergadering te verschijnen en spr. zou dan ook een
uitspraak van deze vergadering wenschen, bij monde
van den voorzitter of door middel van een motie.
Wel waren de bedoelde middelen in het belang van
ons, maar als roovers willen wij niet worden be
schouwd.
De Voorzitter gelooft openhartig te mogen zeggen,
dat het Bestuur van den N.M.B. en zijne leden niets
liever dian in goede verstandhouding met Koophan
del wenschen te leven en spr. toont met enkele
voorbeelden aan, waaruit dit is gebleken. Het is
beter deze zaak niet in finesses te bespreken, maar
spr. wil wel meedelen, dat het Bestuur van den
N.M.B. in zijn laatste vergadering heeft gezegd, dat
de houding van de Provinciale Commissie correct is
geweest, al hadden enkele leden het wel wcnsohe-
lijk gevonden, dat voor deze ingrijpende aangelegen
heid een buitengewone vergadering was gehouden.
Spr. meent, dab de heer Slot te ver gaat door een
uitspraak te verlangen van deze vergadering, over
wat in „de Tuinderij" is geschreven. Dat kan beter
in de groote organisatie worden behandeld. Spr.
dienkt niet dat een der leden een koopman zal be
schouwen ale roover. Dat is te persoonlijk opgevat,
het ging tegen een zakenkwestio.
De heer Slot verheugt zich er over dat spr. en de
zijnen dus niet als minderwaardigen beschouwd
worden.
De heer Wijnveld, burgemeester van Oudkarspel,
dankt den voorzitter voor zijn welkomswoorden,
heeft met groote belangstelling de afwikkeling van
de agenda gevolgd, spreekt zijn genoegen uit over
het tot stand komen van een compromis tusschen
handelaar en producent en hoopt ook, dat ale straks
Voor do burgerlijke kamer der Haagsche rechtbank
zijn Donderdagmiddag de pleidooien gehouden in de
zaak betreffende het drama te Zundert
Zooals men zich herinneren zal, werd een kastelein
te Zundert In den nacht van 10 op 11 Januari 1927 ln
zijn café door eenlge marechaussees doodgeschoten.
Naar aanleiding hiervan heeft zijn weduwe den Staat
en de beide marechaussees in quaestie gedagvaard. Zij
meent, dat de Staat zoowel als de marechaussees ieder
voor het geheel verplicht zij** aan haar te vergoeden de
schade, welke haar door het overlijden van haar echtge
noot tengevolge van het optreden van deze marechaus
sees is veroorzaakt.
Op grond hiervan vroeg «U veroordeeling van gedaag
den, met dien verstande, dat de een betalende, de an
der zal zijn bevrijd, aan haar tegen kwijting te betalen
een bedrag van t 60.000, zijnde f 20.000 voor haar en
f 20.000 voor haar beide kinderen, of haar te betalen
tot aan haar dood of een volgend huwelijk f 2000 per
jaar en aan ieder der kinderen tot aan hun meerderja
righeid f 500 per jaar.
Voor de weduwe werd gepleit door mr. L. van Glgh en
voor de gedaagden door mr. A. F. Telders.
Mr. van Gigh herinnert er aan dat de kastelein werd
doodgeschoten bij een huiszoeking. Van de zijde der
I eiseheres wordt beweerd, dat de marechaussees schul-
I dig zön geweest aan dezen dood, hetgeen echter door
dezsn pertinent wordt ontkend. Naar pleiters meening
is er voor het toekennen van een schadevergoeding aan
eiseheres alle reden. In het kort ging pleiter nog eens
de feiten na, zooals die vroeger reeds zijn vermeld
Het feit van het doodschieten wordt wel door de ma
rechaussees erkend, maar dat zij beweren, dat ze gehan
deld hebben uit noodweer, omdat volgens hun verkla
ringen de kastelein een mes in zijn hand zou hebben
gehad. In deze verklaring staan de marechaussees ech
ter geheel alleen. Want uit verklaringen van andere
aanwezigen is naar pleiters meening wel komen vast te
staan, dat de kastelein geen mee heeft gehad. Voorts
beweren gedaagden, dat van de schietwapens gebruik
moest worden gemaakt, omdat de kastelein zeer ongun
stig bekend stond. Uit ia dit geding overgelegde verkla
ringen van tal van personen blijkt echter, dat op den
man geenszins het odium van ongunstigheid bekend
staan, rustte.
Pleiter merkt o.m. op, dat de marechaussees in dienst
van den staat zijn en dat daarom de staat aansprakelijk
ia voor de handelingen, welke zij gedurende de uitoefe
ning van hun dienst plegen, zoolang zij dus binnen den
formeelen kring van hun bevoegdheid blijven. En dat
waren zij in het onderhavige geval. Spr. betoogde dat
het beroep op noodweer door de rechtbank moet worden
verworpen.
Teneinde de zaak ten spoedigste af te doen, verzocht
pleiter de rechtbank, hooger beroep uitdrukkelijk uit te
stollen, totdat eindvonnis zal zijn gewezen.
Mr. A. F. Telders deelde mede, dat hij de feiten zoo
kort mogelijk zal behandelen, omdat deze feiten niet ge
heel vast staan, en een behandeling daarvan in dit sta
dium geen nut heeft. Doch als men de feiten aanneemt,
zooals die dezerzijds zijn gesteld, dan moet men zeker
tot de overtuiging komen, dat de marechaussees uit
noodweer hebben gehandeld. Spr. legde over een schrij
ven van den auditeur-militair in 's Hertogenbosch, volT
gens hetwelk deze geen reden aanwezig achtte voor een-
strafrechtelijke vervolging van de beide marechaussees,
aangezien dezen uit noodweer zouden hebben gehandeld.
Waar dus een vordering tegen de marechaussees niet
kan opgaan, en er alleen een vordering tegen den Staat
mogelijk zou kunnen zijn, moet echter een zoodanige
vordering niet-ontvankelijk worden verklaard op grond
van noodweer.
Pleiter geloofde, dat de rechtbank noch een enquête,
noch een verschijning van partijen noodig zal achten,
maar dat zij zonder meer de vordering niet-ontvankelijk
zal verklaren.
Na repliek van mr. Van Gigh werd de conclusie van
den Officier van Justitie, mr. Hermans, bepaald op 4
Oct. a.s.
TWEE PERSONEN ZWAAR GEWOND.
Oorzaak van de ontploffing onbekend.
Donderdagmiddag, ongeveer half vijf, ontplofte de
-in aanbouw zijnde gaehoudier in de nabijheid van de
stichting Hoenderloo. Op den gashouder bevonden
zich J. D. Weenink, adj. directeur van de gemeenfce-
Uijko (gasfabriek te Apeldoorn en de werkman Schol.
Bedden werden de lucht ingeslingerd. De eerste
kwam weer op den gashouder terecht, terwijl Schol
in prikkeldraad viel. Ernstig verwond werden de
mannen opgenomen. De eerste hulp werd verleend
door mevrouw Tenlhoff, echtgenoot» van den dlrec-
teur en mevrouw v. d. Weg, heiden oud-verpleegsters
en zuster Croese van het ziekenhuis der stichting.
De gewonden werden per ziekenauto naar het zie
kenhuis te Apeldoorn vervoerd. Naar men gisteravond
vernam, is de heer Weenink reeds weer uit het zie
kenhuis ontslagen. Aanvankelijk was hij buiten be
wustzijn. Het bleek, dat hij «enige oppervlakkige ver
wondingen had opgeloopen. Schol heeft zijn sleutel
been en ruggewervel gebroken en heeft enkele arm-
wonden.
Omtrent de porzaak van de eiplosie tast men dn
het duister. Als een gelukkige factor valt aan te
merken, dat de jongens van- stichting, die daar aan
het werk zijn, juist schaftuur hadden.
Bij Eerbeek was een driejarig meisje met haar
ouders bij familie op bezoek. Het kibcf ontsnapte
aan het toezicht en ging spelende op den weg'. Het
•bereikte den spoorweg en begaf zich op een onfee-
waakten overweg, juist toen een trein naderde. Het
kind werd gegrepen en eenige meters verder met
ernstige verwondingen gevonden. De küeine is spo*
di'sr overleden.
EEN SERGEANT ERNSTIG GEWOND.
Te Valkenburg heeft een vrij ernstig ongeval pla
g-ebad, tijden» de oefeningen. De sergeant Van del
Steen, uit Deume, raakte, toen hij op zijn rijwiel]
met groote vaart, den Couhurg afreed, de macht ovetl
het stuur kwijt. Hij viel „door do vitrines van de fir|
ma Smeets» aan dé Muntstraat. Met een ernstige S
hoofdwonde en een beenbreuk werd de sergeant op-;
genomen en, nadat hij door het Roode Kruis verben-1_
den was, naar het hospitaal te Maastricht vervoerd. L
VROUW DOODT HAAR MAN EN DAARNA
ZICHZELF.
In bijzijn van hun 16-jarigen zoon»
In de villa-voorstad Hietzing heeft zich in den nacht I
van Woensdag, op Donderdag een «bloedig familie- 1
drama afgespeeld1. Donderdagmorgen vroeg vond men
den „Regierungsrat" dr. Artmann dood in een kamer
van zijn woning liggen; met vijf steekwonden in de
borst en «en schotwond' in den mond. In dé bad
kamer lag het lijk van zijn vrouw, eveneens met een
doodelijke schotwond. De zestienjarige zoon van het
echtpaar, die eveneens in de woning aanwezig was, f
had niet-ernstige snijwonden aan de rechterhand. Uit
zijn verklaringen bleek, dat gedurende den nacht zijn
ouders twist hadden gekregen. De vrouw had met
De zaak ln kort geding voor den president der
rechtbank.
KRUIDENIERSPOLITIEK VAN DE REGEERING.
DRAADNAGEL-FABRIEK IN DB ASOH GELEGD.
150 arbeiders zonder werk.
Woensdagnacht omstreeks 7 uur is te Helmond brand
ontstaan in de pakkerij der draadnagelfabriek van de
firma van Thiel. Het vuur vond gretig voedsel in de
voorraden verpakkingsmateriaal. Van de pakkerij breid
de het vuur zich over een groot gedeelte van de fabriek
uit De brandweer die spoedig ter plaatse was, tastte
den brand direct energiek aan en kon zoodoende voor
komen, dat het vuur zich mededeelde aan do naast
de fabriek van Van Thiel gelegen textiel-fabrieken der
firma Raaymakers. Om 12 uur was zij den brand mees
ter en kon het grootste gedeelte der brandweer inruk-
ken. Er bestond van de zijde van het publiek enorme
belangstelling voor den brand. De schade welke zeer
groot ia, is thans nog niet te schatten. De geheele fa
briek, waar ongeveer 150 arbeiders werk vinden, ligt
voorloopig stil. Een klein deel van het personeel zal
over eenige dagen het werk kunnen hervatten. De
firma van Thiel la tegen bedrijfsschade verzekerd beno
vens op beurspolia tegen brandschade. De machines
hebben veel van haar waarde verloren. Gedurende den
brand stonden op een nabij gelegen dak eenige kijk-
lustigen. Plotseling stortte een 20-jarige Jongeman
van een hoogte van zes meter naar beneden. HU werd
bewusteloos opgonomen en naar zijn woning overge
bracht. Piraat levensgevaar bestaat er niet
DOOB ZIJN BROER IN HET BEEN GESCHOTEN.
In den nacht van Woensdag op Donderdag ongeveer
i uur werd de politie te Eindhoven telefonisch medege
deeld, dat er in de nabijheid van de steenbakkerij De
Meljorij iemand met een revolvor had geschoten. On
middellijk begaf een hoofdagent zich ter plaatse met
eenige agenten. Daar troffen zij op den Meerveldhoven-
schen weg onder do gemeente Eindhoven ©en persoon
aan, genaamd J. A. O. v. d. Hout wonende te Tilburg,
die verklaarde, dat hij in dien nacht te Eindhoven was
gekomen vergezeld van zekeren O. D. met de bedoeling i
om een minderjarigen broer van D., die bij zijn vader
te Tilburg was weggeloopen en thans bij zijn moeder
verblijft, te gaan halen. De moeder woont te Zeelst bij
Eindhoven, Toen bedden aan de -woning ven D.'e
wtn gekomen, werd na herhaald geklop «yrfTti
In kort geding heeft Donderdag voor den president der
rechtbank ,mr. Coninok Westenberg, de «behandeling
plaats gevonden van de vordering door den heer Floris
Vos te Naarden Ingesteld tegen den heer E. J. Bredlus,
q. q. dijkgraaf van den zeedijk beoosten Muiden. Eischer
vraagt van den president dat deze in voorziening bij
voorbaat tot een onrechtmatige daad van gedaagde zal,
verklaren, dat deze door het doen afsluiten van den tol
boom, op de brug over de Vecht te Muiden hem belem
merd heeft ln het berijden van den openbaren weg, er.
gedaagde zal verplichten deze belemmering achterwege
te laten door het openlaten van den tolboom. Verder
vraagt eischer een schadevergoeding ten bedrage van
f 10.
Pleidooi van Mr. Zadoks.
Voor eischer trad in dit kort geding op mr. Zadoks.
Deze herinnerde er aan, dat de heer Floris Vos voor
twee jaar aan het waterschapsbestuur kennis had ge
geven dat hij geen tol zoude betalen en dat hij sindsdien
ongehinderd de tol zonder betaling met zijn auto gepas
seerd is, totdat dit hem eenige weken geleden door een
gesloten tolboom verhinderd is. Het geldt hier de zuiver
luridische vraag niet of het waterschapsbestuur de tol
rechtmatig heft, maar of het gerechtigd ls tot afsluiting
van den openbaren weg. Pleiter betoogt dat de afsluting
wiet gegrond is op de wet en niet overeenkomstig de
wet die den tolboom als executie-maatregel niet kent. De
tegenpartij zal zich beroepen op het Koninklijk Besluit
van 29 October 1833, houdende de regeling van tolboo-
men op rijkswegen, waarin staat dat niemand door een
tolboom zal mogen rijden zonder betaling; dat een leder
die zulks wil de doorgang belet zal worden en dat iemand
beboet zal worden met een som bedragende 50 maal het
tolgeld.
Dat is de wettelijke grondslag van den tolboom. Daan-
na ds echter gekomen een K.B. van 5 Mei 1850, houdende
bepalingen op de tollen, op veren, die geen groote wegen
zijn, waarmede het «besluit van 1833 niet meer op wegen,
aangelegd door de provincie, particulieren of water
schappen. De strafwettelijke sanctie voor de tol van Mui
den is komen te vervallen; volgens het Kon. Besluit van
1833 werd deze tol trouwens alleen geheven voor „voer
tuigen door dieren getrokken en diligences."
Van auto's is in het besluit geen sprake.
Daarna geeft pleiter een historische en Juridisehe
uiteenzetting van de tolheffing ln Nederland.
Vervolgens zegt hij te voorzien, dat hij van zijn tegen
partij het verwijt te hooren zal krijgen, dat wat eischer
deed was een revolutionaire daad. Dit zal op hem
weinig indruk maken. Tal van revolutionairen zijn thans
groote heiligen. Nederland in zijn tegenwoordige staats
rechtelijke gedaante ia het resultaat van een revolutie.
Zoodra een wet of de toepassing daarvan in strijd ls
met het algemeen rechtsgevoel pleegt ze revolutie. Deze
kan geoorloofd zijn tegen een wetgeving welke zich
niet aan het geméene rechtsbewustzijn heeft aangepast
Trouwens één mensch maakt geen revolutie; de heer
Vos wenscht het ook niet hij wonscht el echts een er
kenning bij de wet van wat algemeen als recht wordt
erkend; en om deze erkenning te bereiken beeft hij
eerst alle regelmatige middelen berpoeft
„De ClhlnfMYran
Europa,"
De opheffing van de tol te Mtilden stuit alleen ai op
de kruidenierspolitiek van de regeering, die op een
paar centen voor een belangrijke zaak kijkt «en door
niets te doen den tegenwoordige» onmogelijken toe
stand in het leven heeft geroepen. In heel Europa
vindt men dergelijke tolplagorijen alleen nog maar ln
Nederland. Verder bestaat nog zooleta in China; hierin
zal wel een van de oorzaken liggen voor onzen''bij
naam: Chineezon van Europa.
Tenslotte betoogde pl. dat het K. B. van 1833 geen
rekening houdt met de enorm gewijzigde vorkeers-
toestanden en dat men een zoo verouderd besluit alleen
daarom al niet meer mag toepassen.
Pleidooi van mr. Worst
Daarna was het woord aan mr. J. Woret Deze her
innerde eraan, dat reeds voor Pinksijeren het plan be
stond om de tol te Muiden te „bestormen". Het bestuur
van het Hoogheemraadschap heeft toen voorgesteld aan.
het bestuur van de K.N.A.C., dat men aan een onpar
tijdig rechtsgeleerde advies zoude vragen over de vraag
of de tolheffing rechtmatig was. Bij dit
advies zouden beide partijen zich neerleggen. Toen nu
mr. Modderman had uitgemaakt, dat het recht van tol
heffing den dijkgraaf en het Hoogheemraadschap
van den zeedijk beoosten Muiden toekwam heeft eischer
zich aan deze afspraak niet gehouden doch met eenige
kwaadwilligen groote verkeersstoornissen veroorzaakt
Door een uitmuntende verkeersregeling van den burge
meester van Muiden en den marechaussee is thans alles
in orde wat dit betreft Van een noodtoestand, die een
onmiddellijke voorziening bij voorbaat eischt, ls dan
ook geen sprake
Pl. betoogt dan, dat in zake een schadevergoeding do
president van de rechtbank geen definitieve beslissing
kan geven, dan zoude hij den grondslag van het recht
raken. Ook daarom is de vordering niet ontvankelijk
Verder betoogt pl. dat een particulier niet kan op
treden als hoeder van den openbaren weg; dat is aan
de overheid toevertrouwd.
Het recht van tolheffing staat vast en ontkent
eischer niet Nu van tweeën een: of de tol wordt ge-
beven op een brug, en dat is geen weg, en dan is de
vordering niet toewijsbaar, of hij wordt geheven op den
openbaren weg, die ligt over de brug, en dan is de tol
heffing rechtmatig, dus ook de sluiting van den tol
boom voor weigerachtigen om te behalen.
De strafwettelijke sanctie moge zijn vervallen, maar
de bevoegdheid tot het heffen van tol is daarmede niet
vervallen.
Pl. ontkent een subjectief recht om van den open
baren weg gebruik 'te maken. Doet men het, dan doet
men iets wat geoorloofd is, maar oefent geen recht uit.
Mag men alleen gebruik van den weg maken tegen
betaling dan mist men het recht om het zonder betaling
te doen. De tolboom is te beschouwen als een zichtbaar
teeken, dat niet ieder onvoorwaardelijk mag passeeren
over dat stuk van den openbarenweg of dat de weg
daar niet openbaar is. In beide gevallen kan men geen
onvoorwaardelijke doorlating eischen.
Pl. wijst er op, dat de president reeds meermalen in
kort geding verklaard heeft dat hij vorderingen alleen
toe kan wijzen als ook de gewone rechter waarschijn
lijk de eischende partij in het gelijk zou stellen. Maar
hier blijkt uit niets dat de zaak aan het oordeel van
den gewonen rechter zal worden onderworpen. Het is
ook niet waarschijnlijk. De aangekondigde vordering
tot schadevergoeding voor den gewonen rechter heeft
met de vordering niets te maken.
Pl. besluit met de opmerking, dat het door het heels
land een weldadigen indruk zal maken, als de rechter
toont dat verkregen oude rechten tegen revolutionnaire
daden in zijn bescherming veilig zijn.
Ds prssldsnt zal Maandag te half sli uitspraak doen.
DE TOL TE ZAANDIJK.
Kritiek ln de gemeenteraad.
In de Donderdagavond gehouden vergadering van den
gemeenteraad van Zaandijk heeft de heer D. Witbaard
(V. D.) enkele vragen aan B. en W. gesteld met betrek
king tot de jongstleden Zondag bij den Zaandijker tol
gehouden demonstraties.
Interpellant drong erop aan, dat, wanneer weer een
dusdanige demonstratie wordt gehouden, al het moge
lijke zal worden gedaan om het autobusverkeer en goed
willende betalers doorgang te vorleenea. Naar sprekers
inzicht was do verkeersregeling Zondag zeer onvoldoende
en ontbrak een kraohtige leiding. Beter ware het ge
weest, indien de burgemeester zelf ter plaste* wars ge
komen om het doorgaands verkeer te regelen. De heef
Witbaard drong er bij B. en W. op aan, dat zij al het
mogelijke zullen doen om te trachten <c«a geldelijke uit-
keering uit het wegenfonds te verkrijgen, waardoor de
gemeente den tol zou kunnen opheffen.
De heer Bets (A. R.) vond de houding, welke het dage-
Ujksch bestuur van de Vereertlging voor Vreemdelin
genverkeer ten opzichte van de actie heeft aangenomen,
zeer onbehoorlijk. Nog nimmer heeft deze vereeniglng
zich tot het gemeentebestuur of den raad gewend, om te
trachten den tol weg te krijgen. Spr. wilde oen woord
van protest doen hooren tegen dit dagelijksoh bestuur
voor de wijze, waarop het gemeend heeft tegen de tollen
te moeten ageeren. V.V.V. had verdienstelijker werk ge
daan, als zij de gemeente daadwerkelijk gesteund had
ln baar pogingen om oen ultkoering uit het wegenfonds
te krijgen. Do aanleg en het onderhoud van de wegen
in de gemeente gaat ver boven de draagkracht van de
ingezetenen uit
De heer Dirkse (S. D.) onderschreef het betoog van den
heer Sets.