Geestes-Sport eo Hersengymnastiek Uit een Balkan-staat. VOOR ONZE SCHAKERS. EVENTJES DENKEN. VOOR ONZE DAMMERS.) Si W m m m M m m m HOE J O EGO-SLAVIB ONTSTOND. OVEREEN KOMST VAN BAS EN VERSCHILLEN DOOB OPVOEDING. PBAOTZSCHE BEZWAREN NA VEEL GEESTDRIFT. XVan onzen retsenden correspondent). Zagreb, 7 October 1928. Ala men van Italië komend over Fiume en de Joego slavische stad Susak het „Koninkrijk der Serven, Kro- aten en Slovenen' (de officieele naam van Joego-Sla- vië) langs de wonderlijk schoone kust binnen komt, is men eerst verbaasd en dan dankbaar gestemd. Joego-Slavlë is een Balkan-staat, maar aanvankelijk vindt men er geen spoor van wat wij aan het begrip „Balkan" verhinden. Dankbaar wordt men gestemd, als men overal vindt goede, zindelijke hotels, uitste kend eten en vriendelijke, gemoedelijke menschen. „Ia dat de Balkan?" vraagt men zich vérbaasd af en die vraag dringt zich telkens weder op als men verder reist en de steden Ljubljana (vroeger L&ib&ch gehee- ten) en Zagreg (vroeger Agram) bezoekt Uitstekand ingericht zijn de treinen en nu en dan is er een langer oponthoud aan een station, waar men tegen een matigen prijs goed eten kan en de menschen algemeen den goe den, smakelijken wijn van het land drinken. Ljubljana ls een stad van zeventigduizend Inwoners en een der vriendelijkste en zlndelljkste steden van deze grootte, die ik ln Europa ken. Breed zijn er ov/sr het algemeen de straten, waar men hier en daar aan lantaarnpalen metalen korfjes vindt om er afval, cou rantenpapier, vruchtenschillen e.d., In te werpen en verrassend is er het getal groote, moderne huizen. On geveer dertig Jaar geleden is de stad door een aard beving gedeeltelijk verwoest en men beeft baar toen nieuw opgebouwd. Br zijn een Sloveenache universiteit, een groot opera-gebouw, waar opera's ln de Sloveexv- eche taal worden gegeven, een intiemer sobouwburg, een groot gebouw, waar de turners groote zalen vinden. Door de stad spoedt zich een wild riviertje, zijrivier van de Save en een uitgestrekt, prachtig park biedt den bewoners van Ljubljana gelegenheid tot rustige ont spanning. Zagreb, stad van honderdvijftigduizend inwoners, doet al evenmin Balkan-achtig aan. Ook hier heerlijke parken, breede straten, groote gebouwen, fraaie win kels en een schouwburg, zooals ik er in ons geheele land niet één ken. Echter, de werkelijke Balkan ls het ook hier niet Zagreb behoorde vroeger tot Hongarije Ljubljana tot Oostenrijk en eerst in 1918 werden deze steden en de gebieden, waarvan ze de hoofdsteden vormden, Kroatië en Slovenië, vereenigd met het oude Servië tot het „Koninkrijk der Serven, Kroaten en Slovenen", waarvan ook Bosnië, Herzegowina en het vroegere Koninkrijk Montenegro deel uitmaken. Deze nieuwe, met het oude Servië vereenigde gebieden zijn geen „veroverd" land; al deze gebieden vormen een nieuwen staat waarin ook het oude Servië werd op genomen en die niet alleen een nieuwen naam, doch ook een nieuwe vlag kreeg. De oude Servische vlag was (de banen rechthoekig staande op den vlaggestok) rood, blauw, wit; de vlag van het nieuw gevormde Joego-SlaviS, om me aan den korteren, niet offlcleelen naam te houden, is blauw, wit rood, waarbij ook weder de kleuren rechthoekig op den vlaggestok staan, zoo- dat de Joego-Slavische vlag de omgekeerde Nederland- Bohe vlag is. De grondslag, waarop deze verschillende gebieden tot één staat werden vereenigd, was de „eenheid van ras" der bevolking. Joego-Slavië ia, als men afziet van hier en daar gesloten tezamen levende kleine groepen Italianen, Hongaren, Dultschers, Bulgaren en Alba- neezen een „nationale" staat waarvan de bevolking wordt gevormd door Zuid-Steven (Joego beteekent „zuid"). De Montenegrijnen zijn Serviërs door afkomst taal en godsdienst en Montenegro zou zich reeds tien tallen jaren vroeger met Servië hebben vereenigd, in dien de machthebbers te Ween en dit slechts hadden toegelaten. De bewoners van Bosnië en Herzegowina zijn eveneens grootendeels Serven, met aan de kust Kroaten. Deze laats ten zijn evenals de Serven Steven en hebben met hen een gemeenschappelijke taal, het Servlsch-Kroatisch, al schrijven de Serven dan ook het Cyrillische alphabet (bijna geheel overeenstemmende met het Russische alphabet), terwijl de Kroaten het voor hun Slavische taal lichtelijk gewijzigde Latijnsche alphabet gebruiken. De derde groote groep der bevol king, de Slovenen, is eveneens een Slavisch volk met een Slavische taal, die ook met L&tijnsche schrift wordt geschreven en slechts weinig afwijkt van bet Servlsch-Kroatisch. In jubelende geestdrift hebben tien jaar geleden, na het ineenstorten1 der Oostenrijksch-Hongaarsche macht, de Serven, Kroaten en Slovenen zich vereenigd tot één volk van Zuid-Slaven. Met heimwee in het hart hadden de Serven ln Bosnië en Herzegowina steeds uitgezien naar hun broeders ln het oude Servië; de Kroaten hadden zich onderdrukt gevoeld door de Hongaren; wanneer Amery dicteerde, sprak hij met een radheid, die aan haar steno-snelheid de hoogste eischen stelde. De woorden vloeiden over zijn lippen, stootend als het geratel van een machinegeweer, en zijn volzinnen na men een even onverwacht einde. Zij keekjsp, in af wachting dat hij haar zou laten gaan, en zag dat bij haar zat aan te kijken. „Feng Ho is een Chinees," zeide hU, geheel buiten het onderwerp om, en toen hij haar zag glimlachen, liet hij met een trek van misnoegen volgen: „Zoovele menschen houden de Chlneezen verkeerdelijk voor een naburig volk." Hij zweeg en ging daarna langzaam voort: Soyoka daarentegen, is een Japanner. En Soyoka is een zeer goed betaalmeester." De naam kwam haar bekend voor, doch voor het oogenblik kon zij zich niet herinneren waar zij dezen meer had gezien of gehoord. „Een zeer uitmuntend betaalmeester," sprak hij ver der. „Ik geloof dat gij verstandiger zoudt doen met hem te dienen dan dat amateur-volkje. Soyoka betsalt zeer ruim." Hij hield zijn oogen niet van haar gezicht afgewend, en hij bemerkte dat zij niets van zijn woorden begreep. „Ia het uw wensch dat ik u dat ik Amery vaarwel zeg?" vroeg ze. „Wie ls Soyoka? De naam komt mij ©enigszins bekend voor." „Soyoka is een Japansche heer," zeide hij, met iets gemaakt in zijn stem, „en een zeer rijk Japansch heer. Soyoka wordt niet" hij zweeg even „door de politie in het oog gehouden. En zijn vrienden zijn steeds bereid de diensten san te namen van menschen, {11e hen waarschijnlijk behulpzaam kunnen zijn. Soyoka zou er niets tegen hebben iemand aan te nemen, die voor zijn concurrenten gewerkt had; veel eerder, zou hij die gelegenheid gretig aangrijpen. En zoo als lk zeide, hij ls een uitmuntend betaalmeester." Zij schudde het hoofd. „U doet mij versteld staan, Majoor Amery. Ik weet werkelijk niet wie Soyoka is, en ik geloof niet dat ik gaarne zou willen werken voor Oosterlingen." Hij gaf haar geen antwoord. Toen; „Ge kunt Feng Ho volkomen vertrouwen," zeide hij onverwacht. „Hij bezit alle deugden en geen enkele van de ondeugden van het Oosten. De meeste Chlnee zen zijn beminnenswaardige delen met een hartstocht voor zangvogels. Indien Feng Ho ooit een plaats op dit kantoor vindt hoe dan ook, zult gij van Feng Ho gaan houden. HU wint er bU, hoe beter men hem leert kennen. Een rivierroover doodde zijn vader," vervolgde hU op zUn onsamenhangende spreekwijze. „Feng Ho volgde hem tot in de bergen van Nlngpo en bracht ln zijn reistasob de hoofden van zeven zoovers met rioh de Slovenen waren geknecht door de Oostenrijkers en nadat de oude Donau-monarohle uiteen was gevallen, zou nu een periode aanbreken, waarin de Zuid-Steven zichzelf konden zijn. Edoch, de jubelende geestdrift hielp niet met een tooverslsg heen over bestaande ver schillen. In den loop van eeuwen hadden Serven, Kro aten cn Slovenen een andere opvoeding genoten, andere invloeden ondergaan. Kroaten en Slovenen, hoewel nationaal onderdrukt, hadden onder Oostenrijk-Hon- garije toch geleefd in een sfeer van Europeesche be schaving; de Serven stonden nog lang onder de macht van het Aziatische Turkije en nadat ze zich vrij hadden gevochten, bleef hun niet veel tijd over voor bescha vingsarbeid, want de eene oorlog volgde den ander. Het stoken van de Oostenrijksch-Hongaarsche politici was hieraan niet vreemd. De machthebbers te Weenen zetten door hun gelntrigeer steeds weder het eene Balkan-volk tegen het andere op, want een bondgenoot schap der Bal kanstaten zou voor Oostenrtjk-Hongarije een gevaar zijn. Zoo werden de Serven telkens weder gedwongen naar de wapenen té grijpen, wat hen an ders deed worden dan de ia veel rustiger toestanden levende Kroaten sa Slovenen. Een groot verschil vorm de (en vormt) de godsdienst: de Serven zijn vrijwel uitsluitend Griekech-orthodox. de Kroaten en Slovenen daarentegen Roomsoh-Katholiek. Er waren verschillen ln zeden, gewoonten, karakter, die, niettegenstaande alle rasverwantschap tot botsingen moeeten voeren. In het Joego-Slavische parlement, de Skoepejtlna, kwamen Kroaten en Slovenen, die te Boedapest en Weenen een niet zeer ideale parlemen taire opvoeding hadden genoten; doch er kwamen ook Serven, die heel hun leven slechts politiek hadden gevoerd met geweer, dolk en revolver, mannen, die ln de wouden, te de bergen, te meeuw, te modder als ben- den&anvoerders hadden gestreden tegen Turken, Bul garen en Oostenrijkera De volksvertegenwoordiger Ratsjltej, die in Juni J.l. eenlge «ijner oollega'e te koelen bloede neereohoot, was een van die vroegere benden- aanvoerders, een vrijheidsheld zeer zeker, die honderden malen zjjn leven op het spel sette voor de vrijheid van zijn vaderland, doch die zeer zeker geen Ideaal parlementariër la Dadelijk bij de vorming van den nieuwen staat deden zich ook ernstige practische moeilijkheden voor. De Slovenen hadden geleefd onder het Oosten rijks che be lastingsysteem, de Kroaten onder het Hbngaarsche be lastingstelsel; het oude Servië had natuurlUk zijn eigen belastingen gehad en het was uit den aard der zaak onmogelijk een dier drie belastingstelsels plotseling voor het geheele land van kracht te verklaren en zoo bleven, tot een algemeene belastinghervorming zou zijn doorgevoerd, in de verschillende de el en van den nieu wen staat da verschillende belastingstelsels van kracht, een toestand, die nog voortduurt De schuld daarvan ligt zeer zeker niet alleen bij de Serven. De moeilijkheden, waarvoor Joego-Slaviuë zich bevindt, zou men evenwel kunnen beschouwen als kin derziekten van den jongen staat die wel wat plotse ling en zonder koel overleg werd gevormd en hoopvol reeds ts, dat goen der groepen ervan spreekt uit het staatsverband te treden. Eenheid willen allen, slechts om den vorm der eenheid woedt de politieke strijd. nJtwïÏL' ZL t £.'1 bij miss Heten Dubl ontboden; zij heeft dokters hulp noodlg. f ^acht u maar 'n ha" "ürtje, me neer^müe Helen heeft juist persvertegenwoordiger mede terug. Een zonderlinge kerel." Zij was sprakeloos van afschuw en ontzetting. „Dat dat kleine mannetje?" ris pzU op ongeloo- vigen toon uit. „Hoe vreeselijk!" .Het is veel vreeselijker wanneer men iemands vader de keel afsnUdt," merkte de raadselachtige man koel tjes op. En toen, weer over iets andera beginnende: Feng Ho beteekent voor de tegenstanders van Soyoka den dood onthoudt dat" ,Wle ls Soyoka?" vroeg zij, thans een weinig ge ërgerd. „U heeft drie malen op hem gezinspeeld, Ma joor Amery, en ik mag stomp van hersens zijn, doch uw bedoeling ontgaat mij." HU antwoordde niet: dat was het ergerlijkste en maakte iemand razend. „Wat doet u gewoonlUk des Zondags?" was na weer zUn onverwachte vraag. Tot antwoord stond zij op en raapte haar paperassen bUeen. „U zult deze brieven vóór de middagpost .af willen hebben, Majoor Amery," zeide zU. „U heeft mU geen antwoord gegeven." „Ik geloof niet dat dat iets is wat u eigenlijk aan gaat, vindt u niet?" hernam zU een weinig tilt de hoogte, hoewel zU het ongerijmde daarvan Inzag. ZUn vingers trommelden snel achtereen op zijn vloelmap. Het privé-leven van mijn personeel is iets waarin ik het levendigste belang stel," zeide hU. „Doch ml»- schlen is het in dit land de gewoonte, zich daarover niet te zeer te bekommeren. Alléén, het viel mij op, dat uw optrekje min of meer afgelegen is, en zeer kort in de nabijheid van de rivier; en u behoorde ijzeren staven voor het venster van uw kamer te hebben. Het is veel te laag bU den grond, en iedere man dia een beetje vlug ia zou op het kozijn kunnen springen en uw kamer binnendringen, vóór ge het woord „mes" kunt uitspreken." Elsa was plotseling weer gaan zitten. Hoe wist deze man van het aan een van de inhammen van de Theems gelegen week-end optrekje van Maurice Tarn? En niet alleen dat WJ daarvan wist, doch WJ had da plek zóó nauwkeurig onderzocht, dat hem precies bekend was in welke kamer rij bij gelegenheid van dja korte oponthouden sliep; hU had zelfs den afstand van het venster boven den grond geschat hst was ongeloof lijk. „Ik begrijp u waarlijk niet, Majoor Amery. U heeft mpt al deze vragen iets in den zin, en eerlijk ge zegd, voel ik mU niet geheel en al gerust over over 3ommige dingen." Zij was woedend op sichzelvs over baar stotteren: onder leiding van GEO VAN DAM. Vraagstuk No. 215. van Dr. 2. DOBRUSKY. Zwart: 5. ede Wdt: L De diagramstand behoort te luiden: Wit KcS, Dh5, Dd2 en een pion op a4. Zwart 4 pionnen op a5, d3, d6 en e6, Kei. Wit speelt en geeft mat in drie zetten. OPLOSSING PROBLEEM No. lij- van F. EL J. ORTMANS. De diagramstaand in cijfers was: Wit Kdfi, Pf3, Pifl, Lf8 en een pion op g5. Zwart K15 en een pion op f4. Wit speelt bier LX8g7. Zwart Kf5—g6; en wit nu Lg7Ml Een uitmuntend voorbeeld van een volledigen tem- po-driezet, waarin wit's tweede zet ook een tempo zet .is. Wanneer in de aanvamgsstelling zwart moest spe len, zou na l.Kg6 de tempozet EJLhö beslissen; wit moet dus zóó spelen, dat de stelling onveranderd blijft en toch 2JLh6 kan volgen; vandaar, dat de Looper in twee stappen naar M gaat Vraagstuk Na 213. EEN GEMAKKELIJKE 8CHULDEXSCHEJL Een heer, die tijdelijk geld noodig had, kreeg van zijn vriend f 60-ter leen, die hij kon betalen met kleine sommen, al naar dat hem schikte. Kort daar op bracht hij zijn eerste som ter aflossing. Zijn twee de aflossing was half zoo groot als de eerste; zijn derde 3/4 maal zooveel; zijn yierde 1/4 maal zooveel en zijn vijfde 2/5 maal zooveel. Hierna bleek, dat hij •zijn vriend nog f2.schuldig waa Hoe groot was zijn eerste aflossing? Vraagstuk No. 214 EEN LASTIGE VERDEEL-PUZZLE. Een stuk touw is 36 c.M. lang. Gevraagd om het zóódanig in tweeën te verdeelen, dat de lengte van zoo eindigden haar volzinnen nu altijd wanneer zij tot dezen man sprak. En daarop barstte hij, tot haar niet geringe verbazing, in een lachen uit Zij had hem nooit eerder zien lachen, en geboeid, keek zij toe. Zijn geheele uiterlijk was veranderd en een se conde lang was hij manschelijk; doch even plotse ling als hij met lachen begonnen was, hield hij op. en zijn gelaat nam weer diezlfde ijskoude uitdruk kingloosheid aan. „U moest Feng Ho om een van zijn kanarievogels vragen; hU heeft er verscheidene. Doch tenzij gU belooft het vogeltje lederen avond voor een wande lingetje mede te nemen, zooals de Ehgelsohman met zijn hond doet, tal hij u er een weigeren. Dank u, thans kunt u uw gang gaan". Elsa verliet zUn kamer, met gloeiende wangen, haar denkvermogen verward, niet wetende of zij boos moest rijn of moest lachen. Feng Ho waa ver dwenen. ZU wenschte dat hU zijn kanarievogel ach tergelaten had; na de raadselachtige man had] zij wel eenige opwekking noodig. HOOFDSTUK VI. DE OVERWINNINGEN VAN MEVROUW TRENE HAT.T.4W, Weinig menschen die de uiterst weelderig ingerichte flat van Mevrouw Trene Hallam te Herbert Mansiona bezochten, brachten haar naam in verband met dien van den voorspoedigen jongen dokter te Half Moon Street, en zU, die door een samenloop van omstandigheden met beiden bekend waren, droomden te de verte niet, da: deze gulle, goudlokkige vrouw, met haar matblauwe oogen en vasten, opeengesloten mond, op «enigerlei wijze aan dien zeer gezienen en aangenomen man verwant was. Uit overweging woonde Mevrouw Hallam van haar echtgenoot gescheiden en maakte zij geen aansprak op verwantschap met dezen. ZU fokte Pekingeezen, was lid van twee bridge-clubs en op het oog was zU een dame met ruime middelen. Dat de menaehen haar met Dr. Hallam ln verband zouden brengen, was niet waarschijn lijk, want rij was een meisje uit het volk, wier tekortko mingen ln opvoeding en beschaving nu en slechts al te pUnlUk aan het licht traden. ZU was met Ralph Hallam getrouwd ten einde van daan te komen uit het mopperige landhuisje dat zU met haar moeder bewoond had, ln de dagen toen hU student aan het St Thomas College was. Het huwelijk was niet gelukkig geweest Behalve met andere gebreken, was Loulse Hallam behept met aonderitege begrippen om het eene deel 4/5 van die van het andere deel b» draagt. OPLOSSINGEN DER PUZZLES. Uit ons vorig nummer. No. 209. „De Schaar." Haal de lus door het tweede handvat en over da| punt der schaar heen en de schaar ia weer vrij. Na 210. De Geheimzinnige Vierkanten. Daar men bij de 146 centen na de eerste rangschik» krng nog 31 centen zou moeten voegen om de twee gevraagde extra rijen te vannen, is het juiste aan tal centen, dat men noodig heeft voor die rijen 176 31 177 Hiervan «al er één (de cent op den hoek) tot de belde rijen behooren» en het aantal centen ia één rij zou daarom bedragen 1762 -f- 1 89. Een vierkant van 89 centen in het vierkant zou dan 89 X 89 7921 centen tellen. Maar volgens de opgavj kwam men hiervoor 31 centen te kort, dus had men slechts 7890 centen. De juistheid van deze bevinding kan znan toetsen door het aantal centen te berek*h«a in het oorspronkelijk visrkant en dat was 1 minde? (dus 89 per rij). De tweede macht van U te 77i^^e maar ln dit geval blijven er 146 centen over en 77U 146 789a Vraagstuk No. 216. van GEO VAN DAM, Wassenaar. 1 Zwart: 2. 1 H 6 m B 11 li 1! 16 11 jgf 21 §§f Hf 26 zijn !;■- mm li 31 Hf 36 43 1 n 3 46 n 1^1 MIMI f^l Wit: L De diagramstand in cijfers moet luiden: Zwart 1 dam op 37 en een schijf op 26. Wit 4 schUven op 28, 36, 38 en 47. Wit speelt en forceert de winstl OPLOSSING PROBLEEM No. 212, van Mr. C BLANKENAAR, Rotterdam. De diagramstand in cijfers was: Zwart 1 schijf op 38 en een dam op 25. Wit twee dammen op 6 en 11 en twee schijven op 17 en 85. Wit speelt 11—1611 Op 253 volgt dan 16X43 en 044. Op 25—43 volgt 167 (43—49 gedw.), 7—34 (38—42 gedw.); 34—48 (43-47 gedw.), 48-42 (47X11); 6X44 (49X40); en 35X44. Op 38—42 volgt onmiddelijk 35—30. Wanneer hiermede alles nog niet duidelijk ft bou de men rekening met het feit, dat zwart geen schijf mag offeren, want in dezen stand zou hij dan ver liezen met 4 tegen L trent het mijn en dijn. ZU waa een geboren dievegge, en zelfs de verandering te haar omstandigheden had haar deze gewoonte niet kunnen afleeren. Ralph Hallam had twee malen een groote som gelds moeten betalen, ten einde een schandaal te vermUden. Eén maal, waa deze kleptomane ternauwernood aan de Justitie ontsnapt Daarna hadden zU een afzonderlijke woning betrokken, en wegens de „overwegingen", die zU thans liet gelden, was zU volkomen bereid den stand van zaken voor het overige van haar leven onveranderd te laten. Hij was een van de zeldzaamste bezoekers van Her- bert Mansions en de verrassing, waarvan hU bHjk gaf, wanneer hU toegelaten werd tot den salon waar zU haar rust genoot, onder het genot van een kop koffie naast zich en een sigaret tusachen de Uppen, mocht niet ge heel geveinsd heeten. .Welkom, vreemdeling!" reide rij op kameraadschap- pelUken toon. „Dit ia een lust voor vermoeide oogen. Ii er hommeles?" Een trek van misnoegen verscheen op rijn gericht „Ik wenschte dat je je niet van die platte uidrukklo* gen bediende," relde hU met doffe stem. ZU zag hem kalm en onversaagd in de oogen. Verwij ten over haar nederige afkomst wekten sedert Jaren haar toorn niet meer op. .Wat moet je van mU hebben?" vroeg rij op den man af. „Echtscheiding?" HU nam een sigaret uit rijn koker en stak deze aan alvorens te antwoorden. Heen. Die dwaasheid ben Ik Goddank te boven. Wan neer ik denk aan die gekinnen, die ik zou hebben moeten trouwen indien ik van Je gescheiden was toen ik dat wenschte, ben Ik je zeer dankbaar. JU bent mUn plecht anker. Laat je nooit van mij schelden!" „Tob daar niet over," zeide zU met ingenomenheid „Indien lk een ander huwelUk wenschte aan te gaan, was het misschien iets anders, doch maak Je niet on gerust. Eén huwelijk is voldoende voor een persoontje als ik! Ralph, wat voer je tegenwoordig uit!" „Wat bedoel je dat lk tegenwoordig uitvoer?" vroeg hU. „Je verdient veel geld. Daarover beklaag Ik mU niet maar je verdient grof geld, en lk ben nieuwsgierig hoe? Je hebt mijn toelage vermeerderd. God zegene je daar voor! En toen lk je verzocht die kleine bezitting bulten voor mij te koopen, voldeed je terstond ngn mijn wensch Je betaalde haar niet met de duiten van je Mama. Welk luchtje zit er aan dat geld?" Hij schrikte op en rag haar wantrouwerlg aan. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 10