Geestes-Sport eo Hersengymnastiek
Uit een Balkan-staat.
VOOR ONZE SCHAKERS.
EVENTJES DENKEN.
VOOR ONZE DAMMERS.)
Si
W
m
m
m
M
m
m
m
HOE J O EGO-SLAVIB ONTSTOND. OVEREEN
KOMST VAN BAS EN VERSCHILLEN DOOB
OPVOEDING. PBAOTZSCHE BEZWAREN
NA VEEL GEESTDRIFT.
XVan onzen retsenden correspondent).
Zagreb, 7 October 1928.
Ala men van Italië komend over Fiume en de Joego
slavische stad Susak het „Koninkrijk der Serven, Kro-
aten en Slovenen' (de officieele naam van Joego-Sla-
vië) langs de wonderlijk schoone kust binnen komt,
is men eerst verbaasd en dan dankbaar gestemd.
Joego-Slavlë is een Balkan-staat, maar aanvankelijk
vindt men er geen spoor van wat wij aan het begrip
„Balkan" verhinden. Dankbaar wordt men gestemd,
als men overal vindt goede, zindelijke hotels, uitste
kend eten en vriendelijke, gemoedelijke menschen.
„Ia dat de Balkan?" vraagt men zich vérbaasd af en
die vraag dringt zich telkens weder op als men verder
reist en de steden Ljubljana (vroeger L&ib&ch gehee-
ten) en Zagreg (vroeger Agram) bezoekt Uitstekand
ingericht zijn de treinen en nu en dan is er een langer
oponthoud aan een station, waar men tegen een matigen
prijs goed eten kan en de menschen algemeen den goe
den, smakelijken wijn van het land drinken.
Ljubljana ls een stad van zeventigduizend Inwoners
en een der vriendelijkste en zlndelljkste steden van
deze grootte, die ik ln Europa ken. Breed zijn er ov/sr
het algemeen de straten, waar men hier en daar aan
lantaarnpalen metalen korfjes vindt om er afval, cou
rantenpapier, vruchtenschillen e.d., In te werpen en
verrassend is er het getal groote, moderne huizen. On
geveer dertig Jaar geleden is de stad door een aard
beving gedeeltelijk verwoest en men beeft baar toen
nieuw opgebouwd. Br zijn een Sloveenache universiteit,
een groot opera-gebouw, waar opera's ln de Sloveexv-
eche taal worden gegeven, een intiemer sobouwburg, een
groot gebouw, waar de turners groote zalen vinden.
Door de stad spoedt zich een wild riviertje, zijrivier van
de Save en een uitgestrekt, prachtig park biedt den
bewoners van Ljubljana gelegenheid tot rustige ont
spanning.
Zagreb, stad van honderdvijftigduizend inwoners, doet
al evenmin Balkan-achtig aan. Ook hier heerlijke
parken, breede straten, groote gebouwen, fraaie win
kels en een schouwburg, zooals ik er in ons geheele
land niet één ken. Echter, de werkelijke Balkan ls het
ook hier niet Zagreb behoorde vroeger tot Hongarije
Ljubljana tot Oostenrijk en eerst in 1918 werden deze
steden en de gebieden, waarvan ze de hoofdsteden
vormden, Kroatië en Slovenië, vereenigd met het oude
Servië tot het „Koninkrijk der Serven, Kroaten en
Slovenen", waarvan ook Bosnië, Herzegowina en het
vroegere Koninkrijk Montenegro deel uitmaken. Deze
nieuwe, met het oude Servië vereenigde gebieden zijn
geen „veroverd" land; al deze gebieden vormen een
nieuwen staat waarin ook het oude Servië werd op
genomen en die niet alleen een nieuwen naam, doch
ook een nieuwe vlag kreeg. De oude Servische vlag was
(de banen rechthoekig staande op den vlaggestok)
rood, blauw, wit; de vlag van het nieuw gevormde
Joego-SlaviS, om me aan den korteren, niet offlcleelen
naam te houden, is blauw, wit rood, waarbij ook weder
de kleuren rechthoekig op den vlaggestok staan, zoo-
dat de Joego-Slavische vlag de omgekeerde Nederland-
Bohe vlag is.
De grondslag, waarop deze verschillende gebieden
tot één staat werden vereenigd, was de „eenheid van
ras" der bevolking. Joego-Slavië ia, als men afziet van
hier en daar gesloten tezamen levende kleine groepen
Italianen, Hongaren, Dultschers, Bulgaren en Alba-
neezen een „nationale" staat waarvan de bevolking
wordt gevormd door Zuid-Steven (Joego beteekent
„zuid"). De Montenegrijnen zijn Serviërs door afkomst
taal en godsdienst en Montenegro zou zich reeds tien
tallen jaren vroeger met Servië hebben vereenigd, in
dien de machthebbers te Ween en dit slechts hadden
toegelaten. De bewoners van Bosnië en Herzegowina
zijn eveneens grootendeels Serven, met aan de kust
Kroaten. Deze laats ten zijn evenals de Serven Steven
en hebben met hen een gemeenschappelijke taal, het
Servlsch-Kroatisch, al schrijven de Serven dan ook het
Cyrillische alphabet (bijna geheel overeenstemmende
met het Russische alphabet), terwijl de Kroaten het
voor hun Slavische taal lichtelijk gewijzigde Latijnsche
alphabet gebruiken. De derde groote groep der bevol
king, de Slovenen, is eveneens een Slavisch volk met
een Slavische taal, die ook met L&tijnsche schrift
wordt geschreven en slechts weinig afwijkt van bet
Servlsch-Kroatisch.
In jubelende geestdrift hebben tien jaar geleden, na
het ineenstorten1 der Oostenrijksch-Hongaarsche macht,
de Serven, Kroaten en Slovenen zich vereenigd tot één
volk van Zuid-Slaven. Met heimwee in het hart hadden
de Serven ln Bosnië en Herzegowina steeds uitgezien
naar hun broeders ln het oude Servië; de Kroaten
hadden zich onderdrukt gevoeld door de Hongaren;
wanneer Amery dicteerde, sprak hij met een radheid,
die aan haar steno-snelheid de hoogste eischen stelde.
De woorden vloeiden over zijn lippen, stootend als het
geratel van een machinegeweer, en zijn volzinnen na
men een even onverwacht einde. Zij keekjsp, in af
wachting dat hij haar zou laten gaan, en zag dat bij
haar zat aan te kijken.
„Feng Ho is een Chinees," zeide hU, geheel buiten
het onderwerp om, en toen hij haar zag glimlachen,
liet hij met een trek van misnoegen volgen: „Zoovele
menschen houden de Chlneezen verkeerdelijk voor een
naburig volk." Hij zweeg en ging daarna langzaam
voort: Soyoka daarentegen, is een Japanner. En
Soyoka is een zeer goed betaalmeester."
De naam kwam haar bekend voor, doch voor het
oogenblik kon zij zich niet herinneren waar zij dezen
meer had gezien of gehoord.
„Een zeer uitmuntend betaalmeester," sprak hij ver
der. „Ik geloof dat gij verstandiger zoudt doen met
hem te dienen dan dat amateur-volkje. Soyoka betsalt
zeer ruim."
Hij hield zijn oogen niet van haar gezicht afgewend,
en hij bemerkte dat zij niets van zijn woorden begreep.
„Ia het uw wensch dat ik u dat ik Amery vaarwel
zeg?" vroeg ze. „Wie ls Soyoka? De naam komt mij
©enigszins bekend voor."
„Soyoka is een Japansche heer," zeide hij, met
iets gemaakt in zijn stem, „en een zeer rijk Japansch
heer. Soyoka wordt niet" hij zweeg even „door
de politie in het oog gehouden. En zijn vrienden zijn
steeds bereid de diensten san te namen van menschen,
{11e hen waarschijnlijk behulpzaam kunnen zijn. Soyoka
zou er niets tegen hebben iemand aan te nemen, die
voor zijn concurrenten gewerkt had; veel eerder, zou
hij die gelegenheid gretig aangrijpen. En zoo als lk
zeide, hij ls een uitmuntend betaalmeester."
Zij schudde het hoofd.
„U doet mij versteld staan, Majoor Amery. Ik weet
werkelijk niet wie Soyoka is, en ik geloof niet dat ik
gaarne zou willen werken voor Oosterlingen."
Hij gaf haar geen antwoord. Toen;
„Ge kunt Feng Ho volkomen vertrouwen," zeide hij
onverwacht. „Hij bezit alle deugden en geen enkele
van de ondeugden van het Oosten. De meeste Chlnee
zen zijn beminnenswaardige delen met een hartstocht
voor zangvogels. Indien Feng Ho ooit een plaats op
dit kantoor vindt hoe dan ook, zult gij van Feng Ho
gaan houden. HU wint er bU, hoe beter men hem leert
kennen. Een rivierroover doodde zijn vader," vervolgde
hU op zUn onsamenhangende spreekwijze. „Feng Ho
volgde hem tot in de bergen van Nlngpo en bracht ln
zijn reistasob de hoofden van zeven zoovers met rioh
de Slovenen waren geknecht door de Oostenrijkers en
nadat de oude Donau-monarohle uiteen was gevallen,
zou nu een periode aanbreken, waarin de Zuid-Steven
zichzelf konden zijn. Edoch, de jubelende geestdrift
hielp niet met een tooverslsg heen over bestaande ver
schillen. In den loop van eeuwen hadden Serven, Kro
aten cn Slovenen een andere opvoeding genoten, andere
invloeden ondergaan. Kroaten en Slovenen, hoewel
nationaal onderdrukt, hadden onder Oostenrijk-Hon-
garije toch geleefd in een sfeer van Europeesche be
schaving; de Serven stonden nog lang onder de macht
van het Aziatische Turkije en nadat ze zich vrij hadden
gevochten, bleef hun niet veel tijd over voor bescha
vingsarbeid, want de eene oorlog volgde den ander.
Het stoken van de Oostenrijksch-Hongaarsche politici
was hieraan niet vreemd. De machthebbers te Weenen
zetten door hun gelntrigeer steeds weder het eene
Balkan-volk tegen het andere op, want een bondgenoot
schap der Bal kanstaten zou voor Oostenrtjk-Hongarije
een gevaar zijn. Zoo werden de Serven telkens weder
gedwongen naar de wapenen té grijpen, wat hen an
ders deed worden dan de ia veel rustiger toestanden
levende Kroaten sa Slovenen. Een groot verschil vorm
de (en vormt) de godsdienst: de Serven zijn vrijwel
uitsluitend Griekech-orthodox. de Kroaten en Slovenen
daarentegen Roomsoh-Katholiek.
Er waren verschillen ln zeden, gewoonten, karakter,
die, niettegenstaande alle rasverwantschap tot botsingen
moeeten voeren. In het Joego-Slavische parlement, de
Skoepejtlna, kwamen Kroaten en Slovenen, die te
Boedapest en Weenen een niet zeer ideale parlemen
taire opvoeding hadden genoten; doch er kwamen ook
Serven, die heel hun leven slechts politiek hadden
gevoerd met geweer, dolk en revolver, mannen, die ln
de wouden, te de bergen, te meeuw, te modder als ben-
den&anvoerders hadden gestreden tegen Turken, Bul
garen en Oostenrijkera De volksvertegenwoordiger
Ratsjltej, die in Juni J.l. eenlge «ijner oollega'e te koelen
bloede neereohoot, was een van die vroegere benden-
aanvoerders, een vrijheidsheld zeer zeker, die honderden
malen zjjn leven op het spel sette voor de vrijheid
van zijn vaderland, doch die zeer zeker geen Ideaal
parlementariër la
Dadelijk bij de vorming van den nieuwen staat deden
zich ook ernstige practische moeilijkheden voor. De
Slovenen hadden geleefd onder het Oosten rijks che be
lastingsysteem, de Kroaten onder het Hbngaarsche be
lastingstelsel; het oude Servië had natuurlUk zijn eigen
belastingen gehad en het was uit den aard der zaak
onmogelijk een dier drie belastingstelsels plotseling
voor het geheele land van kracht te verklaren en zoo
bleven, tot een algemeene belastinghervorming zou zijn
doorgevoerd, in de verschillende de el en van den nieu
wen staat da verschillende belastingstelsels van kracht,
een toestand, die nog voortduurt De schuld daarvan
ligt zeer zeker niet alleen bij de Serven.
De moeilijkheden, waarvoor Joego-Slaviuë zich
bevindt, zou men evenwel kunnen beschouwen als kin
derziekten van den jongen staat die wel wat plotse
ling en zonder koel overleg werd gevormd en hoopvol
reeds ts, dat goen der groepen ervan spreekt uit het
staatsverband te treden. Eenheid willen allen, slechts
om den vorm der eenheid woedt de politieke strijd.
nJtwïÏL' ZL t £.'1 bij miss Heten Dubl
ontboden; zij heeft dokters hulp noodlg.
f ^acht u maar 'n ha" "ürtje, me
neer^müe Helen heeft juist persvertegenwoordiger
mede terug. Een zonderlinge kerel."
Zij was sprakeloos van afschuw en ontzetting.
„Dat dat kleine mannetje?" ris pzU op ongeloo-
vigen toon uit. „Hoe vreeselijk!"
.Het is veel vreeselijker wanneer men iemands vader
de keel afsnUdt," merkte de raadselachtige man koel
tjes op. En toen, weer over iets andera beginnende:
Feng Ho beteekent voor de tegenstanders van Soyoka
den dood onthoudt dat"
,Wle ls Soyoka?" vroeg zij, thans een weinig ge
ërgerd. „U heeft drie malen op hem gezinspeeld, Ma
joor Amery, en ik mag stomp van hersens zijn, doch
uw bedoeling ontgaat mij."
HU antwoordde niet: dat was het ergerlijkste en
maakte iemand razend.
„Wat doet u gewoonlUk des Zondags?" was na weer
zUn onverwachte vraag.
Tot antwoord stond zij op en raapte haar paperassen
bUeen.
„U zult deze brieven vóór de middagpost .af willen
hebben, Majoor Amery," zeide zU.
„U heeft mU geen antwoord gegeven."
„Ik geloof niet dat dat iets is wat u eigenlijk aan
gaat, vindt u niet?" hernam zU een weinig tilt de
hoogte, hoewel zU het ongerijmde daarvan Inzag.
ZUn vingers trommelden snel achtereen op zijn
vloelmap.
Het privé-leven van mijn personeel is iets waarin
ik het levendigste belang stel," zeide hU. „Doch ml»-
schlen is het in dit land de gewoonte, zich daarover
niet te zeer te bekommeren. Alléén, het viel mij op, dat
uw optrekje min of meer afgelegen is, en zeer kort
in de nabijheid van de rivier; en u behoorde ijzeren
staven voor het venster van uw kamer te hebben.
Het is veel te laag bU den grond, en iedere man dia
een beetje vlug ia zou op het kozijn kunnen springen
en uw kamer binnendringen, vóór ge het woord „mes"
kunt uitspreken."
Elsa was plotseling weer gaan zitten. Hoe wist deze
man van het aan een van de inhammen van de Theems
gelegen week-end optrekje van Maurice Tarn? En
niet alleen dat WJ daarvan wist, doch WJ had da plek
zóó nauwkeurig onderzocht, dat hem precies bekend
was in welke kamer rij bij gelegenheid van dja korte
oponthouden sliep; hU had zelfs den afstand van het
venster boven den grond geschat hst was ongeloof
lijk.
„Ik begrijp u waarlijk niet, Majoor Amery. U heeft
mpt al deze vragen iets in den zin, en eerlijk ge
zegd, voel ik mU niet geheel en al gerust over over
3ommige dingen."
Zij was woedend op sichzelvs over baar stotteren:
onder leiding van GEO VAN DAM.
Vraagstuk No. 215.
van Dr. 2. DOBRUSKY.
Zwart: 5.
ede
Wdt: L
De diagramstand behoort te luiden: Wit KcS, Dh5,
Dd2 en een pion op a4.
Zwart 4 pionnen op a5, d3, d6 en e6, Kei.
Wit speelt en geeft mat in drie zetten.
OPLOSSING PROBLEEM No. lij-
van F. EL J. ORTMANS.
De diagramstaand in cijfers was: Wit Kdfi, Pf3,
Pifl, Lf8 en een pion op g5. Zwart K15 en een pion op
f4. Wit speelt bier LX8g7. Zwart Kf5—g6; en wit
nu Lg7Ml
Een uitmuntend voorbeeld van een volledigen tem-
po-driezet, waarin wit's tweede zet ook een tempo
zet .is.
Wanneer in de aanvamgsstelling zwart moest spe
len, zou na l.Kg6 de tempozet EJLhö beslissen; wit
moet dus zóó spelen, dat de stelling onveranderd blijft
en toch 2JLh6 kan volgen; vandaar, dat de Looper in
twee stappen naar M gaat
Vraagstuk Na 213.
EEN GEMAKKELIJKE 8CHULDEXSCHEJL
Een heer, die tijdelijk geld noodig had, kreeg van
zijn vriend f 60-ter leen, die hij kon betalen met
kleine sommen, al naar dat hem schikte. Kort daar
op bracht hij zijn eerste som ter aflossing. Zijn twee
de aflossing was half zoo groot als de eerste; zijn
derde 3/4 maal zooveel; zijn yierde 1/4 maal zooveel
en zijn vijfde 2/5 maal zooveel. Hierna bleek, dat hij
•zijn vriend nog f2.schuldig waa
Hoe groot was zijn eerste aflossing?
Vraagstuk No. 214
EEN LASTIGE VERDEEL-PUZZLE.
Een stuk touw is 36 c.M. lang. Gevraagd om het
zóódanig in tweeën te verdeelen, dat de lengte van
zoo eindigden haar volzinnen nu altijd wanneer zij
tot dezen man sprak. En daarop barstte hij, tot haar
niet geringe verbazing, in een lachen uit Zij had
hem nooit eerder zien lachen, en geboeid, keek zij
toe. Zijn geheele uiterlijk was veranderd en een se
conde lang was hij manschelijk; doch even plotse
ling als hij met lachen begonnen was, hield hij op.
en zijn gelaat nam weer diezlfde ijskoude uitdruk
kingloosheid aan.
„U moest Feng Ho om een van zijn kanarievogels
vragen; hU heeft er verscheidene. Doch tenzij gU
belooft het vogeltje lederen avond voor een wande
lingetje mede te nemen, zooals de Ehgelsohman met
zijn hond doet, tal hij u er een weigeren. Dank u,
thans kunt u uw gang gaan".
Elsa verliet zUn kamer, met gloeiende wangen,
haar denkvermogen verward, niet wetende of zij
boos moest rijn of moest lachen. Feng Ho waa ver
dwenen. ZU wenschte dat hU zijn kanarievogel ach
tergelaten had; na de raadselachtige man had] zij
wel eenige opwekking noodig.
HOOFDSTUK VI.
DE OVERWINNINGEN VAN MEVROUW
TRENE HAT.T.4W,
Weinig menschen die de uiterst weelderig ingerichte
flat van Mevrouw Trene Hallam te Herbert Mansiona
bezochten, brachten haar naam in verband met dien van
den voorspoedigen jongen dokter te Half Moon Street,
en zU, die door een samenloop van omstandigheden met
beiden bekend waren, droomden te de verte niet, da:
deze gulle, goudlokkige vrouw, met haar matblauwe
oogen en vasten, opeengesloten mond, op «enigerlei wijze
aan dien zeer gezienen en aangenomen man verwant
was.
Uit overweging woonde Mevrouw Hallam van haar
echtgenoot gescheiden en maakte zij geen aansprak op
verwantschap met dezen. ZU fokte Pekingeezen, was lid
van twee bridge-clubs en op het oog was zU een dame
met ruime middelen. Dat de menaehen haar met Dr.
Hallam ln verband zouden brengen, was niet waarschijn
lijk, want rij was een meisje uit het volk, wier tekortko
mingen ln opvoeding en beschaving nu en slechts
al te pUnlUk aan het licht traden.
ZU was met Ralph Hallam getrouwd ten einde van
daan te komen uit het mopperige landhuisje dat zU met
haar moeder bewoond had, ln de dagen toen hU student
aan het St Thomas College was. Het huwelijk was niet
gelukkig geweest Behalve met andere gebreken, was
Loulse Hallam behept met aonderitege begrippen om
het eene deel 4/5 van die van het andere deel b»
draagt.
OPLOSSINGEN DER PUZZLES.
Uit ons vorig nummer.
No. 209. „De Schaar."
Haal de lus door het tweede handvat en over da|
punt der schaar heen en de schaar ia weer vrij.
Na 210. De Geheimzinnige Vierkanten.
Daar men bij de 146 centen na de eerste rangschik»
krng nog 31 centen zou moeten voegen om de twee
gevraagde extra rijen te vannen, is het juiste aan
tal centen, dat men noodig heeft voor die rijen 176
31 177 Hiervan «al er één (de cent op den hoek)
tot de belde rijen behooren» en het aantal centen ia
één rij zou daarom bedragen 1762 -f- 1 89. Een
vierkant van 89 centen in het vierkant zou dan 89 X
89 7921 centen tellen. Maar volgens de opgavj
kwam men hiervoor 31 centen te kort, dus had men
slechts 7890 centen. De juistheid van deze bevinding
kan znan toetsen door het aantal centen te berek*h«a
in het oorspronkelijk visrkant en dat was 1 minde?
(dus 89 per rij). De tweede macht van U te 77i^^e
maar ln dit geval blijven er 146 centen over en 77U
146 789a
Vraagstuk No. 216.
van GEO VAN DAM, Wassenaar.
1
Zwart: 2.
1
H
6
m
B
11
li
1!
16
11
jgf
21
§§f
Hf
26
zijn
!;■-
mm
li
31
Hf
36
43
1
n
3
46
n
1^1
MIMI
f^l
Wit: L
De diagramstand in cijfers moet luiden: Zwart 1
dam op 37 en een schijf op 26. Wit 4 schUven op 28,
36, 38 en 47. Wit speelt en forceert de winstl
OPLOSSING PROBLEEM No. 212,
van Mr. C BLANKENAAR, Rotterdam.
De diagramstand in cijfers was: Zwart 1 schijf op
38 en een dam op 25. Wit twee dammen op 6 en
11 en twee schijven op 17 en 85. Wit speelt 11—1611
Op 253 volgt dan 16X43 en 044. Op 25—43 volgt
167 (43—49 gedw.), 7—34 (38—42 gedw.); 34—48
(43-47 gedw.), 48-42 (47X11); 6X44 (49X40); en
35X44. Op 38—42 volgt onmiddelijk 35—30.
Wanneer hiermede alles nog niet duidelijk ft bou
de men rekening met het feit, dat zwart geen schijf
mag offeren, want in dezen stand zou hij dan ver
liezen met 4 tegen L
trent het mijn en dijn. ZU waa een geboren dievegge, en
zelfs de verandering te haar omstandigheden had haar
deze gewoonte niet kunnen afleeren. Ralph Hallam had
twee malen een groote som gelds moeten betalen, ten
einde een schandaal te vermUden. Eén maal, waa deze
kleptomane ternauwernood aan de Justitie ontsnapt
Daarna hadden zU een afzonderlijke woning betrokken,
en wegens de „overwegingen", die zU thans liet gelden,
was zU volkomen bereid den stand van zaken voor het
overige van haar leven onveranderd te laten.
Hij was een van de zeldzaamste bezoekers van Her-
bert Mansions en de verrassing, waarvan hU bHjk gaf,
wanneer hU toegelaten werd tot den salon waar zU haar
rust genoot, onder het genot van een kop koffie naast
zich en een sigaret tusachen de Uppen, mocht niet ge
heel geveinsd heeten.
.Welkom, vreemdeling!" reide rij op kameraadschap-
pelUken toon. „Dit ia een lust voor vermoeide oogen. Ii
er hommeles?"
Een trek van misnoegen verscheen op rijn gericht
„Ik wenschte dat je je niet van die platte uidrukklo*
gen bediende," relde hU met doffe stem.
ZU zag hem kalm en onversaagd in de oogen. Verwij
ten over haar nederige afkomst wekten sedert Jaren
haar toorn niet meer op.
.Wat moet je van mU hebben?" vroeg rij op den man
af. „Echtscheiding?"
HU nam een sigaret uit rijn koker en stak deze aan
alvorens te antwoorden.
Heen. Die dwaasheid ben Ik Goddank te boven. Wan
neer ik denk aan die gekinnen, die ik zou hebben moeten
trouwen indien ik van Je gescheiden was toen ik dat
wenschte, ben Ik je zeer dankbaar. JU bent mUn plecht
anker. Laat je nooit van mij schelden!"
„Tob daar niet over," zeide zU met ingenomenheid
„Indien lk een ander huwelUk wenschte aan te gaan,
was het misschien iets anders, doch maak Je niet on
gerust. Eén huwelijk is voldoende voor een persoontje
als ik! Ralph, wat voer je tegenwoordig uit!"
„Wat bedoel je dat lk tegenwoordig uitvoer?" vroeg
hU.
„Je verdient veel geld. Daarover beklaag Ik mU niet
maar je verdient grof geld, en lk ben nieuwsgierig hoe?
Je hebt mijn toelage vermeerderd. God zegene je daar
voor! En toen lk je verzocht die kleine bezitting bulten
voor mij te koopen, voldeed je terstond ngn mijn wensch
Je betaalde haar niet met de duiten van je Mama. Welk
luchtje zit er aan dat geld?"
Hij schrikte op en rag haar wantrouwerlg aan.
Wordt vervolgd.