RADIO-RUBRIEK. Jr GRABBELTON. Barthelemy. VOOR DEN TOESTELBOÜWER. Een filter, voor het wegfilteren van het ruischen in den luidspreker. ▼rtemde dingt». D»t et» krt»t op Maandag mtt ko- py-nood kampt, komt bij de beste bladen wel meer voor. De kopy-atroom ie met den Zondag een wei nig gedund. Maar dat een schrijver, als Henrl La- vardère. den dag na de plaatsing van een verhaal van nog geen duizend woorden, een postwissel In zijn bus vindt van 11000.—, met de vermelding: „Voor uw verhaal „De Zondaar" in de Ware Ja- cob", dat is wel iete bijzonder». Meer dan f 1.voor een woord, is zelfs een honorarium, waarvan menig Amerikaansch schrijver zou watertanden. Natuur lijk dacht Henri Lavardère aan een vergissing. Het had natuurlijk f 10.000 moet zijn, en iemand had de punt in plaats van achter de eerste nul, achter de derde gezet, en zoo was de vergissing ontstaan,'"en had men hem f 1000 gezonden. Maar niettemin, aan het postkantoor betaalde men Henri Lavardère zon der treuzelen duizend gulden in vele biljetten uit. Waarna hij naar het kantoor van „Do Ware Jacob" ging. en aan den redacteur vroeg, of hij hem al een postwissel had doen zenden. Hetgeen den redacteur een driftuitbarsting bezorgde, waarbij hij den schrijver vroeg, of hij dacht, dat zijn administratie «iets anders te doen had, dan postwissels sturen aan idiote schrijvers van onmogelijke keukenmeidenvor- halen. En toen Henri Lavardère vroeg, of hij hem heusch geen duizend gulden had gestuurd, ook niet bij vergissing, trok de redacteur zich verschrikt ach ter een schrijftafel terug, belde den portier, en liet den schrijver de trap afwerken, met de uitdrukke lijke opdracht, om, wanneer die krankzinnige weer kwam dadelijk het ziekenhuis, afd. geesteszieken, op te bellen. Den volgenden dag kreeg Hienri Lavardère nóg een postwisseltje, maar nu van vijf gulden, van De Ware Jacob, zooals duidelijk uit het blauwe naam stempel bleek. En dat was het honorarium van zijn verhaal „De Zondaar" dat Maandag geplaatst waa. Maar die duizend gulden dan? Op den postwissel daarvan had alleen gestaan „Voor Uw verhaal „De Zondaar" in de Ware Jacob", doch een afzender had er niet op vermeld gestaan, Dood-ongelukkig, immers met een portefeuille vol met bankbiljetten, zóóveel, als hij nog nooit bij! el kaar gezien had en die toch niet van hem konden zijn, liep Henri Lavardère in die dagen rond. Hij voelde zich zooiets als een medeplichtige aan een bankdiefstal en prakkizeerde zich suf over de her komst van die geheimzinnige duizend gulden, en over hetgeen hem nu te doen stond. Maar aan het eind van de week kwam er een briefje. En dat was ook al weer iets heel vreemds. Want het was nu eens niet een aanmaning van de belasting. En ook geen open briefkaart van zijn kleermaker, om hem met vervolging te dreigen, als hij niet dadelijk betaalde. Het' was een briefje, met dezelfde hand geschreven als de anonieme postwis sel van f 1000.En er stond alleen maar dit in: „èeachte Heer Lavardère. Om alle misverstand te vermijden, deel ik U nog even mede, dat de duizend gulden U gezonden, geheel uw eigendom zijn. Ik schenk ze U uit dankbaarheid voor uw verhaal, dat voor mij de oplossinig vormde van een probleem, dat mij dag noch nacht met rust liet. Uw verhaal was namelijk geheel en al op mij van toepassing. Zender het te weten, heeft U mij den grootsten dienst bewezen en een drukkende last van mijn borst gewenteld. Neem daarom deze duizend gulden gerust aan. Die zijn eerlijk verdiend." I Ten «lotte is Hienri Lavardère nog naar de Justi tie gegaan, en heeft alles uitgelegd, en werd ten slotte gerustgesteld, dat hij het geld rustig kon aan vaarden. Dit is de rare geschiedenis van de duizend gulden van Henri Lavardère. OROOTE TOEKOMST. 'i Wtikly, Londsiu* Mevrouw, uw zoon ia tot groote dingen ge boren. Hij wordt óf Eerste Minister óf hij sterft aan de galg. Je bent ondankbaar, John. Ik ga expres met Henry en ie andere vrienden uit, opdat jij geld kunt sparen voor ons trouwen en je schijnt dat niet eens op prijs te stellen. (Bulletin, Sydney) EEN FRANSCH REVOLUTIONAIR UIT DE VORIGE EEUW. Opgehangen voor een moord, dien hij niet begaan had. Na den val van Napoleon I heeft Frankrijk een reeks revoluties gekend, die werd afgesloten door de Commune van 187L Uit de Commune Ia de tegenwoordige repu bliek geboren, welke volgde op het Tweede keizerrijk, waaraan door den oorlog met Duitachland een einde kwam. Telkens werden die revoluties ln bloed gesmoord en rij die aan het bloedbad ontkwamen, vonden meeren- deels een veilig toevluchtsoord te Londen, waar een heele kolonie Fransche uitgewekenen was. Men liet te Londen die uitgewekenen met vrede, zoolang rij de orde niet in gevaar brachten en om dat te voorkomen, hield een internationale politie een voortdurend waak- ra&m oog op het roerige volkje. In 1850 voegde zich bij deze kolonie een Parijzenaar, met name Barthelemy, die met bewonderenswaardige behendigheid en groote onverschrokkenheid uit de Con- elergerie was gevlucht Hij was weinig meer dan middelmatig groot had een krachtig gespierd lichaam, schitterende zwarte o'ogen en een trek van groote vastberadenheid op het gelaat. Dat alles stempelde hem tot een prachtig type van de bewoners van Zuid-Frankrijk. Allerlei verhalen over dezen man, die zijn hoofd zoo trotach droeg, deden de ronde. Hij was galeislaaf ge weest en droeg het onultwischbaar brandmerk op zijn schouder. Als zeventien-jarige knaap had hij, tijdens den op stand van Blanqui-Bartls ln 1839, een politieagent ge dood en was voor dat fëlt naar het bagno gezonden. Tijdens de Februarl-revolutls kreeg hij kwljtecheldlng van zijn verdere straf en keerde naar Parijs terug, waar hij terstond weer deelnam aan revolutionaire woelingen. In de Juni-revolutie werd hij op een der laatste barri caden gevangen genomen ln de eerste dagen door nie mand herkend. Was dit wel het geval geweest, dan zou hij ongetwijfeld als zooveel anderen op ataanden voet zijn gefusilleerd. Toen hij voor den krijgsraad kwam, was de grootste verbittering voorbij en hij werd tot „de droge guillotine", d.w.z. tot levenslange verbanning naar Gayenne veroordeeld. Het proces had vrij lang gedurd. In Juni 1850 zat Barthelemy nog in de Con- clergerie en juist, toen men van plan was, hem weg te brengen n»«r het land, waar de peper groeit, gelulde het hem te vluchten en natuurlijk richtte hij zijn schre den naar Londen. De Fransche kolonie te Londen telde onverzoenlijke vijanden van Napoleon m. die toen keizer van Frankrijk was en zij vonden in Barthelemy terstond een geest verwant. Toen zij het plan opvatten, Napoleon te vermoorden, was Barthelemy aanstonds bereid, naar Frankrijk terug te keeren en het plan ten uitvoer te brengen. Om zeker te zjjn van zijn zaak, wilde hij den keizer niet met een kogel dooden, maar met stukgehakte, ln phosphorus gedrenkte hagelkorrels van het soort, waar mee men op reebokken Jaagt. Mooht het sohot niet de gewenschte uitwerking hebben, dan zou hij Napoleon met zijn dolk doorboren. Hij had een toegangsbiljet weten machtig te worden voor het eerstvolgende bal ln de Tuilerieën, waar de keizer zou komen. Alles wat aoodig was, had hij, ook geld. Een vrouw, die eveneens ln het oompiot was, zou hem naar Parijs vergezellen. Op weg naar het schip schoot hem te binnen, dat hij van zijn patroon waar hij het laatst gewerkt had hij was een bekwaam werktuigkundige nog loon te goed had. Diens woning was in de nabijheid en hij besloot •srst nog even dat geld te gaan halen. Hij ging naar binnen, terwijl de vrouw voor de deur bleef wachten. Plotseling hoorde men in het hule een hevige woorden wisseling. Een sohot knalde. Van alle kanten kwamen menschen toeloopen, politieagenten drongen het huls binnen en vonden daar den bewoner stervend op den grond liggen. Waar was do moordenaar? Het huls had een achteruitgang en plotseling weer klonken vandaar weer schoten. Een politieagent lag badend ln zijn bloed. Een andere agent, ook gewond, worstelde met Barthelemy, tot er hulp kwam en laatst genoemde werd overmeesterd. Het duurde niet lang meer of het drama, dat in het huls was afgespeeld, werd opgehelderd. Toen Barthelemy zijn geld kwam opeischen, zeide de patroon, dat hij daarvoor op 't kantoor moest komen. Barthelemy drong op onmiddellijke betaling aan De patroon wilde hem de deur uitgooien en toen, dol van woede haalde Barthelemy het pistool, dat voor Napo leon moest dienen, uit zijn zak en echoot den patroon dood. Daarop trachtte hij te vluchten, maar er stonden al menschen voor het huls, dus liep hij naar achteren en wilde over den tuinmuur klimmen. Van die zijde nader den ook politieagenten, met wie hij in geveoht raakte, er een doodde en den ander verwondde. De loop van het proces werd in geheel Engeland met belangstelling gevolgd. Had men hier te doen met moord of met doodslag? De Juristen waren eenparig van oordeel, dat van dood slag moest worden gesproken, want volgens de Engel- sche wet is 't eerst moord wanneer er voorbedachten rade ia en die ontbrak hier. Barthelemy was, toen hij het huls betrad, niet voornemens den bewoner te doo den en bad deze hem het geld uitbetaald dat hij hem schuldig was, dan sou er niets zijn gebeurd. In plaats daarvan had hij Barthelemy aangegrepen, om hem de deur tilt te gooien en de aangevallene had het recht zich te verdedigen. Hij had daarvoor zijn tegenstander niet behoeven te dooden en daarom was hij strafbaar, maar niet wegens moord. Ook had hij niet het voorne men gehad de agenten te dooden. Wat hij tegenover hen deed, was onwettige zelfverdediging, maar alles bijeen genomen kon hem geen voorbedache rade wor den ten laste gelegd, die bewezen moet zijn, om een Dos fa zegt nog niets aan je vader van ons engagement Als ik levend met Je wil trouwen, moet ik wel xwijgen. (Aussie, Sydney). Hebt U zich nooit geërgerd aan dat hinderlijke gonzen en ruischen ln den luidspreker? Aan alle dingen raakt men gewoon, het is waar. Maar let U er toch eens op. Dat ruischen moest toch eigenlijk weggewerkt kunnen worden. Zoo dacht een vriend van ons er ook over. Wes halve hij; bij ons aan boord kwam met de vraag, om een methode aan te geven, die dat ruischen kon doen verdwijnen. Ons antwoord was ontwijkend, en hield het midden tusschen „niets aan te doen" en „toonfilters". Met een toonfilter, een mer zorg geko zen combinatie van condensatoren en smoorspoe len, „dempt" men dit ruischen wel, maar men dempt ook hoe is het anders ook mogelijk het uitge>- zondene en weergegevene. En nu, bij het steeds me- nigvuldiger toepassen van electrische gramofoon- weergave, wil men ook een middel weten om het storende krassen van den naald weg te nemen, al thans te verminderen. Bladerend in een betrekkelijk oud nummter van een bekend radioblad, vonden wij toevallig een schema voor een ruischfilter, dat wij zoo. vrij zijn, hier voor onze lezers te reproduceeron. /TOC -nnnnmnr S e o -nsuTnm^. /</ooo /O O O C&* C&* Z /r« o irrvvmnr' Dit filter houdt de toonfrequenties boven 5000 6000 tegen. Een nadeel is dus dat een deel der bo ventonen i deze hebben niet zelden een frequen tie van 10.000 het ook ontgelden moeten. Daarom weten wij niet, of hier het middel niet erger dan de kwaal is. Mlen kan een dergelijk filter zonder al te hooge kosten zelf maken. De 'beide weerstanden, die niet regelbaar behoeven te zijn, zijn resp. 5000 Ohm en 7000 Ohm, de eerste weerstand is de ingangsweer stand. Aan deze weerstanden zijn parallel gescha keld twee vaste condensatoren, beiden met een ca paciteit van 7000. Vervolgens komen een viertal smoors poelen met luchtkern, waarvan het aantal windingen per smoorspoel 1500 bedraagt; hiervoor kunnen heel handig honigraatspoelen no. 1500 ge bruikt worden. De beide middelpunten van ieder •tel smoors poelen worden weer verbonden door een leiding, waarin een vaste condensator groot 14000 wordt opgenomen. Het ruischfilter, zooals 'het bier aangegeven is, zou in verschillende toestellen, o.a. gramofoonverster- kers, ingebouwd zijn, met gunstig resultaat. Dit sluit natuurlijk niet uit, dat andere waarden voor weerstanden, smoorspoelen en condensatoren in sommige gevallen betere resultaten zullen geven. Men kan dus experimenteeren, bijvoorbeeld door het nemen van regelbare weerstanden en door toe passing van uitwisselbare smoorspoelen, (of ho- nigraatspoeljBn). Nogmaals wijzen wij er uitdrukke lijk op, dat dit ruischfilter de storende geluiden „dempt", maar dat tevens boventonen, e.d. pok ge dempt worden, waardoor het weergegevene een „af gevlakte" indruk zal maken. De muziek moet nood wendig iets van haar karakter verliezen. doodvonnis te vellen. Hij had dus slechts wegens dood slag onder verzwarende omstandigheden, tot een lanf. durlge gevangenisstraf veroordeeld kunnen worden. Ondanks alles werd Barthelemy ter dood veroordeel^ en ln de gevangenis New QoJe opgehangen. Wat was het geval? De vrouw, die hom vergezelde, was oon politiespion Zij was wel niet ingewijd met het plan, om Napoleon te vermoorden, maar zij had er tooh wel het een en ander van opgevangen en dat aan de politie verklapt Zoodoende werd Barthelemy opgehangen voor den moord, dlon hij niet goploogd had, maar dat geschiedde ln 1853, Juist toen er een Fransch-Engelsch vorbond tot stand gekomen was en Engeland er dus veel belang bij had, aan Napoleon zijn goede gezindheid te toonon, door hem van een gevaarlijken vijand voor goed te verlos- s en. Een vroolijke dronk. Meneer kwam zeer laat thuis. Men zou ook kun-j nen zeggen, zéér, zéér vroeg. In ieder geval was zijn vrouw heel boos en vroeg verontwaardigd: „Waar ben je geweest?!" De man dacht een oogenblik diep na, hikte eens, en antwoordde dan diepzinnig: „Op het kerkhof!" „Lieve deugd!", riep zijn vrouw uit, „Wie is er' dood?" „Ze waren allemaal dood, stuk voor stuk", ant-j woordde meneer vroolijk. O var rekenen gesproken. Die advocaat van mij weet van rekenen, hoor! Hoe dat zoo? Nou, kijk maar eens naar al die posten op zijn rekening. Hier staat er een gespecificeerd: „Midden in den nacht ontwaakt en over uw zaak nagedacht: f5.-—. Toeslag wegens nachtarbeid: f5.— Een grappenmaker. Ik heb uitgevonden hoe dertig dagon te leven f zonder voedsel. (Hoe dan? Door 's nachts te eten. „De juffrouw gezoendI" De schoolinspecteur bracht een bezoek aan de dorps school, en aan het einde van het onderzoek in de meisjesklas, vroeg hij aan de onderwijzeres, of er ook achterlijke kinderen bij waren. O, nee!" zei de jufrouw verontwaardigd. „Goed", zei de inspecteur, „Ik zal eens een proef nemen. Meisjes, doe allemaal je oogen dicht". De in- specteur maakte vervolgens het sjilpende geluid van een vogel. ,Doe je oogon weer open", beval hij, „En vertel me eens, wat ik gedaan heb". „De juffrouw gezoend!", riep de klas triomfantelijk in koor. De bekentenis.' Woedende eohtgenoote: Zou je mij ook eens willen vertellen, wat dit rooie hnar op je jas boteekent? In het nauw gedreven echtgenoot: Ruzie, liefste, ruzie! Juist daarom. Moeder: Maar Kareltje, wat is er toch, dat je zoo huilt? Kareltje: Papa heefrt zich met den hamer op den duim geslagen. Mpeder: Maar daarom behoef jij toch niet te hui len? Kareltje: Neen, ik had ook gelachen. Scherp antwoord. Dame: Ik kan mij niet begrijpen, welk pleizier er bestaat, zonder dat men dorst heeft, te drinken. Heer: Hetzelfde als wanneer men in een spiegel ziet en niet mooi is. Verkeerd begrepen. Heer in den schouwburg (tot zeer praatzuchtige dame, die vóór hem zit)Pardon, dame, neemt U me niet kwalijk, maar we lcunn geen woord verstaanl De spraakzame ((verontwaardigd): Het gaat U toch ook zeker niets aan, wat ik aan mijn vriendin zit te vertellen?! Goede(?) raad. Redenaar: Ik heb een heeleboel te zeggen en ik weet niet, waar ik beginnen zal. Een stem: Waarom niet bij het eind? Hij kwam er eerlijk voor uit. Vróuw: Je brengt nooit meer eens chocolade voor me mee en voor we getrouwd waren bijna iederen dag. Man: Dat is waar, maar heb jij wel eens gehoord j van een visscher, die aas aan een visch gaf, toen hij hem gevangen had! HET OOGENRLIK DER VERl I.NQ. New Zealand ArtiM' Annuel) Vader, u hoeft uw vinger niet meer op hrf lek te houden. Is de loodgieter er Neen, maar het huis staat ln brand.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 20