RAAD VAN SCHAGEN.
Tweede Blad.
A's
ELLEN
BILLY BOO.
2.35
5.80
Woensdag 7 November 1928.
71ste Jaargang. No. 8353
des
tergadering op Dinsdag 6 November 1028,
ode ten 7 uur.
Voorzitter de heer J. Cornelissen, burgemeester,
retaris de heer A. C. Roggeveen.
-ezig de heerem Overtoom en Willeonse.
opening der vergadering volgt de goedkeuring
lotulen.
MedodeeJlngjeaa.
tedegedeeld wordt door den Burgemeester:
"at betreft de 'kosten der schoeiing van het Ra-
pad, wordt verwezen naar den staat van den ge-
jnte-opzichter.
'en aanzien van het verminderde bezoek aan de
„0,school deelen B. en W. mede, dat door hen,
loord het Hoofd der School, het volgende is be
ten:
l het tijdstip der toelating tot de school zal
irtaan op 1 Mei worden gesteld;
i, aan alle leerlingen zullen kosteloos leermidde-
worden uitgereikt, met uitzondering van de
}ken en atlassen;
het Hoofd der School zal circulaires opstellen
aanmoediging voor het schoolbezoek. Deze circu-
res zullen gezonden worden aan de ouders der leer-
gen van 6e en 7e klasse der openbare lagere scho-
al'hier en in eenige gemeenten uit de omgeving.
|'at punt b betreft, wordt tenslotte opgemerkt, dat
1 tot uitvoering hiervan kan worden overgegaan
P met goedkeuring van den Raad. Hierover kan be-
t worden bij de behandeling der begrooting voor
[e heer Gorter heeft op den staat van den opzichter
en, dat er nog f252 over is en vraagt met het
op een straks volgend agendapunt herstelling
Noord of er nog belangrijke werken uit dezen
'moeten worden betaald?
irzitter zegt, dat alleen een sloot in de Hoep
het kerkhof moet worden uitgebaggerd. Maar dit
onder werkverschaffing. Spr. wijst er op dat de
g op het Noord echter onder een anderen begroo-
jspost valt als de schoeiing van het Rapenpad, enz.
e heer Van Erp wijst in dit verband op een bij
en W. ingekomen verzoek om de Laansloot uit te
geren. CB. en W- hebben dezen adressant weer ver
en naar het Polderbestuur, terwijl de Voorzitter
r bij zijn mondeling bescheid, den man weer naar
sn W. vérwees.
oorzitter: Da's gemakkelijk,
e heer Van Erp: Ja, maar nu is de vraag: hoe
tt het nu met het voldoen aan dit verzoek? De
nsloot is indertijd voor gemeenterekening uitge-
gerd en dat zal nu ook ditmaal wel weer dienen
;ebeuren,
irzitter zegt dat het voor rekening is gebeurd
den Polder met gemeentesubsidie. De Polder is
jlicht voor de slooten in de gemeente te zorgen,
heer Van Erp wijst er op dat op deze wijze, het
lek niet veel resultaat zal brengen, iets wat toch
is, onmogelijk als het is voor dé schippers
Ier door te komen.
[oorzitter zegt dat de slechte toestand van het
rwater de volle aandacht 'heeft van B. en W. en
dat ook in een andere vergadering hierop is
lezen en hij daarvan mededeeling aan B. en W.
'doen. Ook het antwoord van het Polderbestuur
it spr. beter eerst in B. en W. te bespreken.
Ie iheer Gorter vraagt of het bedrag voor de gratis
middelen voor de U.L.O. school, zooals B. en W.
wenschen, op de begrooting staat.
Voorzitter zegt: Ja, voor f950.—.
Ingekomen stukken.
nge'komen is van Ged. Staten goedkeuring instruc-
Gemeente-Ontvanger; verordening grondbedrijf;
dkeuring geldleeningen: dito verordening markt-,
ftn- en waaggeld; de ontvangst der algemeene poli-
'erordening.
berken olgt bericht van den Commissaris der Koningin,
de heer J. Cornelissen met ingang van 18 October
opnieuw benoemd was tot burgemeester,
te laatste kasopname bij den gemeenteontvanger
aan dat in kas was en moest zijn f7235.40y2.
B ingekomen het verslag over de middenstands-
mingen over het jaar 1928 (reeds vroeger vermeld),
tl deze stukken worden voor kennisgeving aange-
toa,
[De heer Gorter wenscht Voorzitter geluk met zijn
ïoeming als Burgemeester en doet dit tevens na-
zijn fractie, hierbij de hoop uitsprekend, dat
ontitter nog lange jaren als Burgemeester voor de
teente mag werkzaam zijn.
Voorzitter toont zich zeer erkentelijk voor de feli-
mten atie, is hier met veel genoegen werkzaam en hoopt
iden
ten
rkeii
>ires
EN
lle
zelfs I
vele jaren Burgemeester van Schagen te blijven,
capac
g emidii Een onverkwikkelijke kwestie.
Van den heer J. Velders is een brief ingekomen,
roiie Sdl aarin verzocht wordt hem ontslag te verleenen als
fahl orzitter der Commissie van Toezicht op het La-
Onderwijs.
Hoewel zulks geen gewoonte is, gevoelt ondergetee-
IN MA*nde gedrongen tegenover uw college de reden
I? ontslagaanvrage in het kort te vermelden,
te voorzitter van de Commissie van Toezicht op
Lager Onderwijs te Schagen, bracht ondergetee-
de in 1926 bij den heer Burgemeester ter sprake
geestelijke ontwikkeling van een kind van Flap-
fi dat niet in staat is de school te bezoeken. Over-
werd mej. Visser op te dragen dit kind
aige uren per week huisonderwijs te geven en te
'roeven of dit kind nog zooveel kon leeren, dat het
M ter misschien in eigen levensonderhoud zou kun-
"\Yoorzien. Over'de kosten daarvoor, zijn tusschen
"leer Burgemeester en ondergeteekende moeilijk-
ontstaan.
en mondelinge bespreking daarover beriep de
neester zich op een door hem samengesteld
'hjven, hetwelk ondergeteekende nooit nader onder
aogen' heeft gehad. Ware dit wel geschied, dan
1 ondergeteekende direct ernstig opgekomen zijn
!=»l UT* -eze aDgcheele verkeerde voorstelling van za-
Irj J|Bn- Bij de verdere besprekingen daarover is door den
30 t8emeester een houding aangenomen en zijn door
uitdrukkingen gebruikt, die het Hoofd der Ge-
g verknJE 6©nte ten zeerste ontsieren,en bij ondergeteekende
n zoodanige ontstemming hebben gewekt, dat hij
101 en te nimmer meer in zakelijke relatie wil tre-
r en A2 R ^et Hoofd der Gemeente Schagen.
ar "jue door mej. Visser nog te declareeren onkosten zijn
w ondergeteekende nu uit eigen middelen aan haar
'teald, omdat ondergeteekende op het standpunt
Jati dat die niet de dupe mag worden van een mee-
ivelend,
a A n «itst ue uupe anag woi ueii vtui ecu moc-
yVerschil tusschen den heer Burgemeester en
lgen,
w.g. J. H. VELDERS.
Burgemeester Cornelissen antwoordt daarop het vol
gende:
Naar aanleiding van den brief van den heer J. H.
Velders alhier aan den Raad dezer gemeente, heb ik
de eer uw college het volgende te berichten:
In den loop van den zomer van 1926 had do heer
Velders met mij een bespreking over huisonderwijs,
te geven aan het dochtertje van Flapper, dat niet in
staat was, schoolonderwijs te volgen. Aangezien het
verloop van deze aangelegenheid zeer duidelijk blijkt
uit den hierbij overgelegden brief van 7 Decem
ber 1926, no. 35, 10/25. aangeduid als bijl. I, ben ik
zoo vrij ter voorkoming van herhalingen, daarnaar te
verwijzen. Echter heeft de heer Velders nimmer bij
de over deze zaak gevoerde besprekingen gezegd, dat
hij bij mij kwam in zijn kwaliteit van voorzitter der
commissie van toezicht op het lager onderwijs, zooals
hij in den brief aan den Raad schrijft.
In den loop van December 1926 kwam de heer Vel
ders eindelijk bij mij. Ik deed hem bij dat onderhoud
mededeeling van het door mej. Visser uitgebracht
rapport van 18 December 1926, hetwelk eveneens
hierbij wordt overgelegd en ingediend is als bijlage II.
Tevens vroeg ik er hem opheldering over, dat bedoeld
huisonderwijs zonder goedkeuring van iB. en W. was
gegeven. Velders deelde mij toen mede, dat de kosten
van dat onderwijs voor rekening waren geweest van
een fondsje, dat nu echter was uitgeput. Verder ver
zocht hij tot 1 Mei 1927 de kosten van dat onderwijs
voor rekening der gemeente te nemen. Deze kosten
zouden pl.m. f25 totaal bedragen. De korte inhoud
van genoemd onderhoud is aangeteekend onder aan
bijl, II. De aanteekening is gemaakt tijdens het on
derhoud uit den mond van den heer Velders, zooals
steeds mijn gewoonte is. Velders ontving daarop den
brief van B. en W. van 5 Januari 1927, no. 35 10/25,
waarvan doordruk hierbij wordt overgelegd en aan
geduid als bijl. III.
Zooals mij tot mijn teleurstelling bleek, zou de
kwestie hiermede niet uit zijn. In den loop van den
zomer kwam bij mij mej. Visser, die er zich over
beklaagde dat de heer Velders haar nog nimmer de
kosten 'had betaald voor het onderwijs, voor 1 Januari
1927 aan het kind van Flapper gegeven. Namens haar
aangeboden kwitanties schenen door Velders gewei
gerd te zijn. Ik vertelde haar de toedracht der zaak.
In een later onderhoud deelde zij mij mede, eindelijk
betaling ontvangen te hebben.
Voor het echter zoover was, had de heer Velders
het onderhoud met mij, waarop hij in zijn brief aan
den Raad doelt. Het zal ongeveer eind Augustus j.1.
geweest zijn, dat Velders zich bij mij vervoegde, om
over de betalingskwestie te spreken. Reeds bij het
begin van dit onderhoud was de heer Velders zenuw
achtig en opgewonden en voerde hij het gesprek op
een zoodanige wijze, dat ik 'hem vroeg, of het niet
verstandiger was niet verder op deze wijze door to
gaan. Zoo zeide hij, dat ik hem als bode had ge
bruikt, om boodschappen te doen aan mej. Visser.
Toen ik 'hem er aan herinnerde, dat ik hem in den
loop van 1926 boodschap na boodschap had gestuurd,
om hem te vragen bij mij te komen, zeide hij. „dus
„twee boodschappen", terwijl hij ook ontkende deze
ontvangen te hebben en daarentegen beweerde, meer
malen op het raadhuis te zijn geweest, doch dat ik
daar nooit aanwezig was geweest. Tenslotte legde ik
hem de bewijsstukken, bijlagen dezes, over. Hij be
weerde den brief van 7. December 1926, aangeduid als
bijl. I, nimmer ontvangen te hebben, terwijl hij zei
de dat 't niet waar was, dat hij ooit gezegd had, dat dei
kosten van het onderwijs voor 1 Januari 1927 uit een
fondsje zouden worden betaald. Aangezien Velders mij
als 't ware beschuldigde mij te beroepen op valsche
bewijzen, maakte ik een einde aan dit onderhoud en
verzocht hem zich te verwijderen.
Welke houding door mij is aangenomen en welke
uitdrukkingen ik bij genoemde besprekingen heb ge
bruikt, die „mij ten zeerste ontsieren", is mij niet dui
delijk, tenzij het mocht zijn, dat ik mij met kracht
verzet heb tegen het gebrek aan waarheidsliefde
van adressant. Het is niet de eerste keer dat ik on
dervonden heb, dat hij het met de waarheid niet
nauw neemt, hetgeen ik op mijn beurt zeer „ontsie
rend" vind voor een onderwijzer der jeugd. Ik kan
het dan ook moeilijk betreuren, dat adressant nooit
of te nimmer meer in zakelijke relatie met mij wil
treden.
w-g. J. CORNELISSEN.
Bijlage I.
In den loop van dezen zomer hield U met mij een
bespreking over huisonderwijs te geven aan het doch
tertje van Flapper, dat niet in staat was schoolonder-
wijs te volgen, U verzocht mij deze zaak aanhangig;
te maken in het college van B. en W., opdat de kosten
van dit onderwijs door de gemeente zouden worden
gedragen. Uw verzoek werd aanvankelijk door B. en
W. afgewezen. De bezwaren van dit college bracht ik
u mondeling ter kennis. U beloofde mij andermaal een
onderzoek in deze te zullen instellen en deze kwestie
met mij te komen bespreken., in October als ik van.
verlof terug was. Later vernam ik van terzijde, dat(
genoemd onderwijs thans plaats heeft, zonder dat,
B. en W. hunne goedkeuring hieraan hebbem gehecht. I
U zelf hebt deze zaak nimmer meer met mij bespro-1
ken, niettegenstaande ik u 'herhaaldelijk deed verzoe
ken bij mij te, komen. Onlangs schijnt u eenmaal op
het raadhuis te zijn geweest, maar is u weer wegge-
gaan, omdat u te lang moest wachten.
Indien het uwe bedoeling is, dat de kosten van j
genoemd onderwijs niet door de gemeente worden
gedragen, sta ik natuurlijk verder buiten deze kwestie, i
hoewel 'het dan misschien juister ware geweest, datl
u mij dat even bericht hadt. Moet de gemeente dit
onderwijs echter wel betalen, dan verzoek ik u vóóri
12 dezer bij mij ten raadhuize te komen, teneinde een
nadere 'bespreking te houden. Ik ben voor het publiek
te spreken tusschen 9y2 en 12 uur (morgen, Woens-1
dag, ben ik afwezig). Kunt u hieraan niet voldoen en:
moet de gemeente de kosten betalen, dan zal ik zeer
tot mijn spijt mej. Visser moeten vragen haar huis
onderwijs aan genoemd kind te staken.
(w.g.) De Burgemeester van Schagen.
Aan
den Heer VELDERS, Alhier.
Bijlage IX.
Deze is van geen beteekenis, zegt Voorzitter, maar
komt het alleen op de aanteekening daarop aan.
De aanteekening van den Burgemeester daarop aan
gebracht, luidde.
„Deze kosten zijn voor rekening van een fondsje
geweest, dat nu echter is uitgeput. Velders verzocht
tot 1 Mei a.s. dat onderwijs voor rekening der ge
meente te nemen. Kosten pl.m. f25 totaal."
Bijlage HL
Naar aanleiding van uw desbetreffend verzoek be
richten wij u, dat door ons is besloten de kosten van
het onderwijs van Truusje Flapper tot 1 Mei a.s. voor
rekening der gemeente te nemen tot een maximum
van f25.—-.
(w.g.) B. en W. van Schagen.
Aan
den Hoer J. H. VELDERS.
B. en W. deelen den Raad naar aanleiding van dit
alles mee, dat volgens art. 2 der Verordening, rege
lende de samenstelling der Commissie van Plaatse
lijk Toezicht op het Lager Onderwijs, deze aangele
genheid buiten de competentie van den Raad ligt, in
verband waarmee wordt voorgesteld, de commissie
van het ontslagnamen van den voorzitter in kennis te
stellen, opdat deze tot benoeming van een voorzit
ter zal kunnen overgaan.
De heer Van Erp zegt, de notulen van iB. en W.
er op to hebben nageslagen en gezien te hebben, dat
de inlichtingen van den Burgemeester juist zijn ge
weest, omdat daar van een fondsje is gesproken. De
'kwestie tusschen Voorzitter en den hoer Velders laat
spr. natuurlijk buiten 'beschouwing, maar wat de heer
Velders als voorzitter van de Schoolcommissie voor
het huisonderwijs voor het meisje van Flapper heeft
gedaan, verdient waardeering. En spr. acht het niet
goe'd dat deze de kosten van November en December
1920 uit eigen zak betaalt. Spr. zou graag zien, dat
afgescheiden van deze kwestie, de gemeente deze
kosten voor haar rekening nam.
Voorzitter vindt dit een mooie houding, maar moet
er toch op wijzen, dat de heer Velders hem nooit heeft
gezegd als voorzitter der schoolcommissie bij hem te
komen. Ik heb bijv. indertijd nog tegen Flapper ge
zegd, toen deze kwestie werd besproken: wat is mijn
heer Velders een nobel man om zich daarvoor zoo te
intereaseeren. En dat fondsje is niet voor dit doel bij-,
eengebracht. Er was eigenlijk geen fondsje. Dat be-,
trof iets heel anders. Maar spr. oordeelt dat de heer
Velders toch wel zeer eigenmachtig is opgetreden.
iDe heer Gorter zegt van dat fondsje alles te weten
en niet te begrijpen dat daarvan nog geld over was,
omdat de gelden daarvoor zoo moeilijk Waren binnen
gekomen. Spr. meent dat 'hieromtrent een misvatting
tusschen de 'beide heeren moet bestaan. De heer Vel
ders heeft het wellicht wat verkeerd gezegd, of u
heeft het verkeerd begrepen,. Maar ook spr. meent dat
die kosten van 1920 voor de gemeente genomen moe
ten worden en spr. wijst er op dat hij (de heeren
Gorter en Van Erp waren toen wethouders) geheel is
afgegaan op de toen door Burgemeester gegeven in
lichtingen, maar als hij dit alles had geweten, zeker
zijn stem had gegeven om ook de kosten voor 1926);
j voor rekening der gemeente te nemen. In de kwestie i.
zal 'spr. natuurlijk niet treden, niet er over oordeelen J.
als hij kan.
Voorzitter zegt, dat alle heeren die hier wethouders
zijn geweest, anders wel weten hoe precies spr. alles
op een blocnota aantéekent als hem in het gemeente
huis over het een of ander wordt gesproken. En ook
als er een ingekomen stuk is, maakt spr. daarop zijn
aanteekening, wat ook nu weer is gebleken. En in
dat geval is er oók beslist van een fondsje ge
sproken.
De heer De Vries 'heeft tot zijn leedwezen kennis
genomen van deze onverkwikkelijke zaak. Spr. sluit
zich aan bij de heeren Van Erp en Gorter, om den
heer Velders alsnog de kosten van 1926, zijnde f 16,
terug te betalen. Wat de heer Velders heeft gedaan
in het 'belang van het kind, was toch zeer sympa
thiek en het gaat niet aan dat deze het nu uit eigen
zak moet betalen. En spr. zou het zeer toejuichen als
er een middel kon worden gevonden om dit bedrag
aan den 'heer Velders terug te betalen. De heer Vel
ders maakt ons' dit niet gemakkelijk, omdat -hij er
niet om wil vragen, maar toch zou spr. het hem wil
len aanbieden.
Voorzitter vindt dit zeer sympathiek, maar begrijpt
niet waarom of Velders zich niet eerder tot hem
heeft gewend. Eerst toen mej. Visser is wezen Wa
gen dat haar quitanties niet werden betaald, is dat
eindelijk gebeurd.
i De heer Leguit herinnert, dat door hem met den
heer Van Rijswijk over de zaak is gesproken en hij
gezegd heeft het verzoek te willen steunen en de
heer Schoorl is nog verder gegaan, zoodat hier geen
schuld ds bij het tegenwoordig college, voor wie het
moeilijk was dit bedrag ongevraagd te voteeren.
Nadat nog in denzelfden geest over de zaak was
1 doorgepraat en de heer Leguit nog had geopperd dat
de heer Velders eerst moest vragen, werd zonder
hoofdelijke stemming besloten de f 10 aan den heer
Velders aan te bieden.
"Het voorstel van B. en W. wordt daarna met alge
meene stemmen aangenomen.
Het acbres van Arnemuiden.
Vdlgt het bekende adres der gemeente Arnemuiden
aan den Minister van Onderwijs, dat de wet zoo worde
gewijzigd, dat geen navordering meer mogelijk is
over voorgaande jaren inzake schoolgelden, volgens
art. 104 der Lager Onderwijswet.
B. en W. stellen voor de gevraagde instemming op
dit adres niet te verleenen, aangezien door deze ge
meente steeds de hruto-onkosten voor het onderwijs
,in rekening zijn gebracht.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W. worat
besloten.
De -woning voor den directeur dar Licht"
bedrijven.
Aan de orde is het voorstel van de S.D.A.P.-frac-
tie, waarin zij aangeven aan te koopen voor gemeente
rekening een woning van den Middenstandewoning-
bouw in de C. Bokstraat en die te bestemmen voor
woning van den gasdirecteur en de tegenwoordige
waning van (Hen directeur te Swstemmen voor kon
toorlokalen.
B. en W. stellen den Raad voor hiertoe niet over
te gaan, in de eerste plaats uit overweging, dat het
niet in het 'belang van hot bedrijf moet worden ge
acht, als do Directeur op zoo grooten afstand daar
van woont, en verder, dat de transactie als door do
fractie bedoeld, een grooter offer van het gasbedrijf
zou vorderen, dan het bouwen van een nieuwe Di
recteurswoning op het terrein der fabriek.
Verder wordt hierbij overgeflegd een brief van den
heer G. J. Knüwer, houdende mededeeling, dat hij
zijn bod van f2950.— voor de Directeurswoning in
trekt, zoomede het rapport der Commissie van Onder
zoek in zake de aanbesteding van de Directeurswo
ning.
B. en W. deelen medé dat van hun College geen ver
dere voorstellen omtrent de onderwerpelijke aangele
genheid zijn te verwachten.
De commissie, bestaande uit de heeren Schmalz,
Dekker en Overtoom, had het volgende gerapporteerd:
Naar aanleiding van uwe ontvangen uitnoodiging
tot hot onderzoeken van de begrootingen van den ge
meente-opzichter en van den laagsten inschrijver van
bovengenoemde besteding kwamen ondergeteekenden
op 8 October j.5. ton Raadhuize bijeen en hebben daar
beide begrootingen met elkander vergeleken.
Zij kwamen tot de volgende conclusie:
De kosten voor de materialen en arbeidsloonen kwa
men in hoofdzaak overeen. Het verschil der eindcij
fers ontstaat, doordat op de aannemersbegrooting
de volgende posten voorkomen, welke door den op
zichter of in de prijzen der materialen en arbeidsloo
nen zijn verwerkt of geheel zijn verwaarloosd:
kosten van loodsen en keten;
kosten van gebruik steigerhout en gereedschappen;
kosten voor sociale wetten;
kosten voor brandverzekering;
kosten voor renteverlies;
kostüin voor Onvoorziene voor den aannemer.
Daarbij is in de aannemersbegrooting een bedrag
verwerkt, dienende voor vergoeding aan mede-in
schrijvers, z.g.n. opzet, zoodat deze allen te zamen het
verschi'l ad f560.uitmaken.
Het kleine verschil tusschen beide 'begrootingen
acht de commissie van geen overwegend belang. Het
lijkt ondergeteekenden zeer moeilijk als Directie een
begrooting te maken, welke gelijk is met de laag
ste inschrijvingssom, terwijl een te hooge begrooting
niet in het belang van besteder is te achten.
Resumeerende, komt het de commissie voor,
dat het bedrag van den laagsten inschrijver, verhoogd
met den vergeten post ad f 100.—, in totaal dus
f9050—, alleszins billijk is te achten.
Een systeem dat niet bewonderd wordt.
De Voorzitter deelt nog mede, dat hedenmiddag
van den heer Knüwer een brief is ingekomen, waar
in hij mededeelt 'den hierboven genoemden brief
weer in te trekken- Spr. merkt op, dat hij dit
systeem, zoo maar klakkeloos voor de vergadering
dergelijke brieven in te zenden, niet bewondert.
De heer Van Nuland kan zich er wel mee yereeni-
gen dat het voorstel van de S.D.A.P.-fractie niet door
B. en W. wordt ondersteund, maar overigens meent
spr. dat door het prae-advies van B^. en W. de raad.
nog in het duister verkeert. Hlet wordt tijid om uit de
inpasse te geraken en gezien het rapport der com
missie, wil spr. een principieele uitspraak van den
raad, of een nieuwe woning zal worden gebouwd,
ja of neen.
De heer Blakker verheugt zich over het rapport en
merkt op, dat er dJus werkelijk opzet bestond. Over
de hoegrootheid er van heeft spr. nooit gesproken.
Gezien de meerdere kosten die er uit zouden voort
vloeien, kan spr. er zich wel mee vereenigen dat er
geen woning in de C. Bokstraat Wordt gekocht. Spr.
zou ter gelegener tijd tot bouwen willen overgaan
en nu de zaak eerst maar laten rusten.
Den heer Gorter doet het bijzonder groot genoegen
dat uit het rapport blijkt, dlat de Schager aannemers
vrijwel vrij; uitgaan. De heer Bakker zegt nu wel, dat
er toch opzet was, f50, maar daA is een pose van den
heer Bakker, die spr niet graag tot de zijne zou ma
ken Het doet spr. genoegen voor de Schager aanne
mers en de heer Bakker had beter gedaan zijn ge
zicht te houden, want hij is zelf ook wel eens aan
nemer en 'hij zal er later wel meer van hooren.
De heer Van Erp sluit zich aan bij de woorden van
den heer Gorter. De S.D.A.P.-fractie, of spr. zal zich
liever bepalen tot den beer Bakker, is de aanleiden-
de oorzaak van deze zaak geweest, doordat, toen B.
en W. voorstelden een crediet van f 400 'boven de be-
grootingssom beschikbaar te stellen, de heer Bakker
vroeg naar een hem. bekenden brief. Er zijn toen
woorden aan het adres van de aannemers gericht,
die, wat wel meer gebeurd is, later niet waar ble
ken te zijn. Spr. laat dat echter voor rekening van
'den heer Bakker. Spr. verwacht dat de raad. op het
standpunt blijft om een woning te doen bouwen en
schaart zich aan de zijde van den heer Van Nuland
waar deze een uitspraak van den Raad wil, aan de
hand van' de cijfers die we nu hebben.
De heer Leguit wijst er op, dat de heer Knüwer
d'e laagste inschrijver voor den bouw der woning,
thans voor de risico voor den bouw in dézen tijd
f100 in rekening wil brengen.
De beer Van Nuland wil toch de principieele uit
spraak om daarnaast te bepalen wanneer het werk
moet worden uitgevoerd.
De heer Van Erp zou deze risico niet voor reke
ning der gemeente willen nemen, maar dan bijv. 1
Februari a.s. te doen bouwen, voor het bedrag in het
rapport der commissie genoemd1.
Den heer De Vries doet het ook groot genoegen
dat het rapport der commissie aldus luidt, dat komt
den naam van Schagen ten goede. Op 't oogenblik
is moeilijk uitvoering te geven aam het besluit tot
bouwen, de zaak is te veel geforceerd en spr. zou
Billy liet zijn zweep hard knallen,
En schreeuwde ,,'t Isie" angstig toé:
„Harder, harder, moet je galoppeeren,
Of 't is gedaan met Billy Boo"
,,'t Isie" liep zoo snel als mogelijk,
Maar, de wolven kwamen naderbij,
Zij volgden het spoor van de «lede,
Het waa een groote woestenij.
„Zie je dien grooten grijze, Billy,
Z'n naam is de Roede Klauw,
Hij is er op uit om te dooden."
„O," riep Billy, „O, help me gauw,
O, Redneb, weet je dan geen middel,
Om te ontsnappen aan dit helsch gebroed.
O, help me, lieve, beste Redneb,
Ik ben bang, dat 'k sterven moet"
Waar ls toch de amulet? Billy Vergeet het altijd-