FRANZ LISZT TE ROME.
PUROL
De twee minuten stilte voor den vrede.
Uit onze Omgeving.
WINKEL.
WARMENHUIZEN.
WIERINGEN.
SINT PANCRAS.
LANGENDIJK.
&<Jin€x£e
De Noordermarktbond.
BILLY BOO.
Zondag a.s, 11 November ral bet tien jaar geleden
rijn, dat de groote Europeesche oorlog eindigde.
De laatste jaren werd op steeds meerdere plaatsen
in al meer landen om elf uur op dien elfden No
vember alle werk voor een paar minuten onderbro
ken, ter herdenking van die wereldgebeurtenis.
Ook hier te lande groeide daarvoor merkbaar de
belangstelling; en het kan haast niet anders don dat
door de al meer daarvoor gevoerde propaganda uit
zeer onderscheiden kringen ook al meerderen daar
aan zullen gaan denken en dan zich onwillekeurig
daaraan ook niet onttrekken.
Sober maar veelzeggend is zekor het daarvoor van
theosofische zijde aanbevolen geb6d:
,jO verborgen Leven Gods, waarbuiten niets be
staan kan, help ons U te zien in het gelaat van
onze vijanden en U lief te hebben in hen; zoo
zal Uw vrede zich verbreiden over de aarde en
Uw wil zal geschieden op aarde gelijk in da he
melen".
Ook verdient de aandacht de vijfde druk aener pro-
paganda-kaart, verkrijgbaar bij de Administratie
,;Bouwstemmen", adres Mevr. J. de Tempo-Mebius te
Schoorldam. Daarin toch wordt gowezen op het zeker
merkwaardige feit, hoe die stilte ditmaal voor het
eerst valt juist midden in de hoofdgodsdienstoefe-
ningen van de grootste meerderheid der kerkelijke
gezindten, die immers allen ook steeds niets anders
dan de bevordering van den waren vrede bedoelen.
Het ds ongetwijfeld belangwekkend, hoe nu straks
door de verschillende „dienaren des woords" de be
doelde twee minuten zullen worden „meegemaakt"
voor hun gemeente, waaronder ze wel zeker ook hoor
ders zullen kunnen vermoeden, die lan de stilte zul
len wenschen en verwachten, inhoudrijker dan de
welsprekendste rodel
De dienstplichtige der lichting 1928, G. J. van Leer-
Bum, is overgeplaatst van het 21ste Reegt. Infanterie,
naar het Regiment Grenadiers, en oestemd om op
4 December a.s. te worden ingelijfd.
Aan het bestuur van den Polder Waard en Groet
is, in afwijking van de Arbeidswet, vergunning ver
leend om voor de uitvoering van onderhouds- en Her
stellingswerken tot en met 81 December 1928, arbeid
te doen verrichten gedurende 37% uur per week, van
1 Januari 1929—31 Maart 1929, 42 uur per week, van
1 April 192931 Öctober 1929, 54% uur per week, en
van 1 November—31 December 1929 37% uur per
week.
Rioleeolng.
Het maken van een rioleeriag met septietank ir. de
gedempte sloot, achter het Patronaat, is door B. en
W, opgedragen aan M. J. de Nijs, alhier.
GEMEENTE WARMENHUIZEN.
Ingeschreven gedurende de maan October 1928.
Geboren. Maria Johanna, dochter van A. Boekei
en van C. de Groot. Wilhelmus Petrus, zoon van J. de
Groot en van G. Swart
Ondertrouwd: Geene.
Getrouwd: Geene.
Overleden: Loontje Marees, oud 72 Jaar, gehuwd met
M. de Moor. Antje Wit, oud 74 jaar. gehuwd met P.
Berkhout. Stijntje Brouwer, oud 79 jaar, weduwe
van K- de Jong.
In de plaats van den Rijksveldwachter J. C. Har
der, die weer naar zijn standplaats is vertrokken, is
thans tijdelijk te Westeriand alhier gedetacheerd de
Rijksveldwachter-brigadier-titulair F. Guiking van
Edain.
Ds. Van Andel is thans ook beroepen bij de Geref.
gemeente te Oudshoom.
Ds. W. H. A. van Andel, geref. predikant alb'er,
komt voor op het tweetal ter beroeping van oen predi
kant bij gelijke gemeente te Vlieringen.
NOORDSCHARWOUDE.
We vernemen, dat de Kerkvoogdij een strook grond
van 7 M. breedte en ongeveer 12 M. diep, heeft kun
nen verkoopen voor de kolossale som van f3500 aan
de -gemeente voor den bouw van een nieuw gemeente
huis. De Kerkvoogdij vroeg echter een aanmerkelijk
hooger bedrag.
NOORDSCHARWOUDE,
De heer Ds. O. Staal heeft bedankt ala commissaris
van de N.V. Concordia en de heer W. Muller te Zuid-
scharwoude heeft zijn benoeming tot lid van de .Com
missie van Bijstand niet aangenomen,
LANGENDIJK.
Het gaat blijkbaar niet slecht aan onze veilingen,
als we althans mogen afgaan op de uitbreidingen wel
ke ze maar steeds ondernemen. De L.G.C. kocht een
pand met erf aan ter uitbreiding van haar markt en
de Noordermarktbond is op het oogenblik bezig een
veilingscomplex te stichten, waarop het Bestuur en
de bij dien Bond aangesloten vereenigiügen trotsch
kunnen zijn. Een groote oppervlakte water wordt daar
overkapt, zoodat voor alle vaartuigen ligplaats is en
den tuinbouwers een gemak wordt bezorgd, dat ge
tuigt van een zorgend en zorgzaam beleid. In de ge
bouwen zelf zijn den laatsten tijd allerlei faciliteiten
aangebracht, dio èn door bezoekers, èn door tuinders
èn door kooplieden op grooteu prijs worden gestold.
Het technische op veilingsgobiea staat hier op hoo-
gen trap.
LANGENDIJK.
Uit de Veilingsbesturen van Noordermarktbond, on
L.G.C. zullen aangewezen commissies een excursie
maken naar Sleeswijk Holstein, welke excursie levens
als studiereis zal worden benut, daar de tuinbouw in
deze streken zijn voordeel zal trachten te doen met
de daar opgedane kennis en ervaring.
OUDKARSPEL.
Benoeming hoofd der school.
Voor de betrekking van hoofd der openbare school
alhier, hebben zich 17 sollicitanten aangemeld.
Gevonden.
Op dein openbaren weg is een portemonnaie met
inhoud gevonden. Inlichtingen verstrekt de gemeente- j
veldwachter.
Hinderwet.
Door burgemeester en wethouders is aan de wed.
C. M. E. Lantman te Alkmaar, krachtens de Hinder
wet, vergunning verleend tot het oprichten van een
broodbakkerij, in het perceel, kadastraal bekend als
sectie D no. 1131, wijk A no. 115.
NOORDSCHARWOUDE.
De uitbreiding van het veilinggebouw.
De werkzaamheden ter uitbreiding van de groenten-
veiling, vorderen al heel aardig. De overkapping van
het water aan de Oostzijde van de veiling is zoo goed
als klaar; momenteel is men bezig de kanten van
deze groote ligplaats van veilingbezoekende schuiten,
dicht te maken. De ingebruikneming kan dan ook
spoedig verwacht worden.
ZUIDSCHARWOUDE.
Ons wordt meegedeeld, dat de voorbereiding der te
houden Bazar door het fanfarecorps „Kunst na Ar
beid", in vollen gang is en schitterend vordert. Alle
uitnoodigingen tot medewerking zijn. verzonden, ter
wijl de antwoorden spoedig zullen worden opgehaaL l.
Ook in Broek op Langendijk, waar bereids een com
missie is gevormd, gaan nog deze week de uitnoodi
gingen tot medewerking rond. Voor den theetuin,
welke door de firma Holsmuller uit Alkmaar wordt
ingericht, zijn eenige dames en heeren musici ge
vraagd, welke allen 'hun medewerking toezegden. In
middels zijn reeds de eerste geschenken uit Alkmaar
binnengekomen.
van het verplichte 1/50 Indien dit ook door de
andere groote veilingsvereenigingen geschiedt, kon
geen bijval vinden.
Tenslotte werd besloten ook ditmaal weer 1/10
van den omzet voor de reclame beschikbaar te stel
len.
Aan het Dagelijksch Bestuur werd opgedragen de
Statuten der aangosloten voreenigingon to vergelijken
mot do Bondsstatuton vóór zo worden opgezonden tor
Kon. goedkeuring.
Ingevolge een schrijven van het Centraal Bureau
der veilingen met betrekking tot een excursie naar
Sleeswijk—Holstein, werd besloten hieraan voor den
N.M.B. drie bestuursleden te doen deelnemen. Aan
gewezen werden hiervoor de 'heeren Ootjers, Kliffen
en Brugman en tot plaatsvervanger de heer Swager.
De ontwerpen voor instructies voor: keurmeester,
marktopzichter-nummerafgever, controleur en telefo
nist, door de Comm. van Beheer samengesteld, ga
ven hoegenaamd geen aanleiding tot discussie en wer
den aldus vastgesteld.
Het dagelijksch bestuur ontving de machtiging tot
het aangaan eener loopende-rekening tot f25.000 en
het aanvragen van een voorschot tot f25.000 respectie-
volijk bij de Boerenleenbanken te Oudkarspel en te
Noordscharwoude.
Indien de heer Vis de bestekken enz. gereed heeft
voor nog uit te voeren werken, zal de bouwcommis
sie vergaderen voor het uitschrijven der aanbeste
ding.
iBehandeling van een ontwerp-huishoudelijk regle
ment en een marktreglement zal in de volgende be
stuursvergadering plaats hebben.
Hierna sluiting.
en springende lippen
I» doona vaa 30-60 m 90 et Tabt 60 CL Apotk u Drogl*»»
ïh het ïok&al van den heer Dekker vergaderde
Woensdagavond het Bondsbestuur, waarbij met ken
nisgeving van verhindering afwezig waren de hee
ren Kostelijk en Meereboer van „Nieuwleven" en de
heer Band van Nieuwe Niedorp.
Na opening der vergadering en lezing dei notulen,
kwamen de ingekomen stukken aan de orde. Enkele
aanbiedingen werden voor kennisgeving aangeno
men.
Naar aanleiding van een desbetreffend schrijven
van de vereieniging „Koophandel", werd besloten de
Maandagveiling 1% uur later te doen aanvangen ter
bevordering van den aanvoer op dien dag. Hiervoor
zal met de zusterverenigingen in de omgeving een
gemeenschappelijke advertentie worden geplaatst en
daarin worden bekend gemaakt, dat dit zal ingaan
op 19 November. Getracht zal worden op dien dag
dan ook den trein later te doen vertrekken met het
oog op het voorkomen van eenige stagnatie in de
verzending.
Met betrekking tot verlichting in de nieuwe over
kapping, werd door den heer Rens in overweging ge
geven daarvoor z.g. loodkabels te bezigen, terwijl
door den heer Jac. Groen de wenschelijkheid werd
uitgesproken, bij min of meer belangrijke werkzaam
heden van meerdere personen prijsopgave te vragen.
Door de Prov. Commissie uit de Veilingen in Noord-
Holland ia een circulaire toegezonden met betrekking
tot een extra bijdrage voor de reclame van Noord-
Hollandsche producten. Hierover ontspint zich een
breedvoerige discussie. Niet omdat men algemeen niet
zeer veel zou gevoelen voor reclame, doch het feit,
dat de bijdragen, ook percentsgewijs, zoo uiteenloo
pend zijn, geeft aanleiding tot allerlei opmerkingen,
Vooral* de houding van „Warmenhuizen", 'van waar
men steeds zoo warm heeft gepleit voor reclame,
wekte groote bevreemding. Door den heer Ootjers wer
den cijfers verstrekt omtrent de gevoerde reclame en
de bijdragen der verschillende vereenigingen.
(Mei; het oog op het feit, dat het provinciaal subsidie
voor de Noordhollandsche reclame afhankelijk is van
de vereenigingsbijdrage, moest dezerzijds een ruim
standpunt worden ingenomen, oordeelde men.
Het idee van den heer Kliffen om te besluiten weer
1/10 beschikbaar te stellen met inbegrip dan
Toon Bllly was bijgekomen.
Word de jongen vreeselljk bang,
Want hij voelde een heeten adem
Van de wolf op zijne wang.
„Stil", daoht hij, „blijf ik liggen.
Dat la d'eenige kans op behoud.
Ik zal zoo onbewegelijk Wijven,
Dat de wolf me voor een doods houdt.*
En Bllly hield zioh rustig,
Stevig vasthoudend d'amulet,
Denkend, „mijn .beurt zal komen,
Dan wordt alles /betaald gezet."
Bllly wist zich zoo te houden,
Dat de wolf kwam ln de waan.
Dat Billy was gestorven,
En wilde weg van Billen gaan.
Je moet nooit vergeten stil te blijven liggen, ais je iets
overkomt, zooals Bllly en misschien kun ja het de wolf
net ®oo betaald setten*
Franz Liszt, de hoogbegaafde pianist, was ook een
bijzonder bekwaam componist en vooral zijn de plano
concerten, b.v. dat in Es gr. t., zeer bekend. Bij die
composities reiken componist en pianist elkaar de
hand, vullen elkaar aan, corrigeeren elkaar.
Toch Word lk, wanneer ik aan Liszt denk, steeds weer
herinnerd aan zijn Valses Hcngroises; hier heeft de
componist zijn vurig Hongaarsch bloed doen spreken.
Wanneer je die heerlijke muziek door Tsiganen hoort
spelen, dan wordt ge opgehitst en in extase gebracht,
het rustige Hollandsche bloed ten spijt.
Liszt heeft veel gezworven en heeft o.a. enkele jaren
in Göttingen gewoond. Hij was een groot vereerder van
Richard Wagner en zijn dochter Cossina is ook de
echtgenoot© van den Parsifal-componist geworden en
woont nog te Bayrenth, evenals hun zoon Siegfried
Wagner, de componist van Wahnfried. Deze Siegfried
bezit echter niet de heilige vonk van vader en groot
vader en het la eigenlijk maar gelukkig dat hij zich na
Wahnfried niet meer aan componeeren gewaagd heeft.
Althans men hoort er niet meer van.
Toen in 1864 Koning Lodewijk van Beijeren aan
Richard Wagner gastvrijheid in zijn hoofdstad Mün-
chen aanbood, was Liszt, die toen reeds in Rome woonde
uitbundig van vreugde en las aan ieder, die het hooren
wilde, het opschrift van den koninklijken brief voor.
Het was inderdaad een koninklijke brief, waarin hij
Wagner gastvrijheid in zijn hoofdstad aanbiedt, uit
dankbaarheid voor al het schoonp, dat de componist
hem van zijn jeugd af heeft doen genieten.
Welke redenen Liszt eigenlijk bewogen hebben om
in Rome te gaan. wonen, zal wellicht steeds een mysterie
blijven. Trouwens, Liszt hield van het raadselachtige,
want hij was geweldig ijdel. Het is ook waarschijnlijk
die ijdelheid geweest, die hem op ouderen leeftijd naar
Rome gestuurd heeft.
Dank zij pater Theiner, pauselijk geheim archivaris,
en een groote vriend van Liszt, was dezen gelegenheid
gegeven om in het klooster Santa Maria del Rosario,
op den Monte Marlo gelegen, te wonen.
In dit vroeger zeer druk bevolkte klooster woonde
ten tijde van Liszt nog slechts een Dominikanor. Deze
las lederen morgen de mis, die Liszt trouw bijwoonde
en wel van uit een aan zijn cel zich bevindende loge,
zooals Karei V dat in het klooster St. Just had en zoo
als de heeren van het Grunthuis te Brugge, de mis
in de Mariakerk konden bijwonen. Liszt deed het niet
minder en zal wel lederen ochtend zijn IJdelheid ge
streeld hebben gevoeld.
In zijn cel had hij een planino, waarvan de tJjdgenoor
ten vertellen, dat de bas D niet wilde aanslaan.
Men begrijpt zeker wel, dat men die cel niet te klein
moet voorstellen, het was een vrij ruim vertrek, met
behalve de vleugel een groote schrijftafel en langs de
wanden boekenrekken. De bezoeker had genoeg om ln
zich op te nemen. Overal verspreid hingen wel twaalf
heiligenbeelden; op een tafeltje lag de hand van Chopin,
in marmer gehouwen. Daarnaast weer een ring, hem
door paus Pius IX geschonken, toen deze in 1868 aan
Liszt een bezoek bracht.
De pianino gebruikte Liszt uitsluitend om te com
poneeren, want men kan. wel begrijpen, dat iemand als
Liszt, onder wiens handen vroeger in de geheele wereld
de mooiste vleugels getrild hadden, niet op een pianino
met een weigerachtige D-bas kon gaan spelen. Toch
maakte hij eens een uitzondering. Het was toen hij in
den zomer van 1864 bezoek kreeg van zijn landgenoot,
den vlolist Reményi en den Engelschen consul uit Nar
pels, diens vrouw en dochter. Reményi had zijn viool
bij zich en speelde eenige zigeunerliederen, welke Liszt
op zijn piano zonder D begeleidde. Voor de bezoekers
vertrokken, vroeg de consul Douglas aan Liszt: per
mitteert U, dat ik op uw klavier één accoord aansla?
Liëzt antwoordde, dat hij daar niets op tegen had.
Douglas ging naar de piano, sloeg een accoord aan,
haalde zijn notitieboekje voor den dag en noteerde:
Maandag 30 Mei 1864, s middags om 4 uur, heb ik bij
Franz Liszt in het klooster Maria del Rosario op diens
klavier één accoord aangeslagen.
Intusschen heeft Liszt zich door de mankeerende
D-bas niet laten weerhouden om te Rome mooie com
posities te schrijven. Liszt werd meer en meer tot de
Roomsche kerk aangetrokken, reeds in 1864 gingen er
geruchten, dat hij tot den geestelijken stand zou over
gaan. De componist gaf zelf ook wel aanleiding tot die
geruchten en zooals men elkaar toefluisterde met een
bepaalde reden. Hij was ml. doodsbang voor Zijn vrien
din Caroline, vorstin zu Sayn Wittgenstein, geboren
prinses Iwanowska, want hij wist hoe jaloersch deze
dame was. Daarom was het hem niet onverschillig, dat
de vorstin vernam, dat hij het geestelijke kleed zou
aantrekken, want dan behoefde zij immers niet meer
bang te zijn, dat de oude heer misschien nog met een
jong meisje zou huwen,
Hoe dit zij, de prinses kwam in 1865 naar Rome en j
zette hemel en aarde in beweging om) Liszt tot dom-
heer van St. Pieter te laten benoemen.
In Rome heeft Liszt een compositie geschreven naar 1
aanleiding van de volgende legende van den heiligen
Franziskus. Franzlskus bevond zich op een goeden dag
in het woud en begon tot de vogels te prediken. De
gevederde zangers raakten zoodanig onder de bekoring
van deü begaafden prediker dat zij allen verstomden en
toeluisterden
Uit zijn Romeinschen tijd stamt ook het bekende
pianoconcert mjet kwartet, contrabas en harmonium
begeleiding en niet te vergeten de mis, die ter gelegen
heid van de kroning van keizer Frans tot koning van
Hongarije te Budapest gecelebreerd zou worden. Terwijl
de traditie wilde, dat de keizerlijke kapel te Weenen
deze muziek leverde, was ditmaal door den Primaat
de Hongaar Liszt daartoe uitgenoodigd en wel op aan
drang van de Magyaren, wier nationaliteitsgevoel niet
anders toeliet dan dat een landgenoot de mis compo
neerde en dirigeerde. Aldus viel den 9 Juni 1867 aan
Franz Liszt deze eer te beurt.
Liszt mluntte zeker meer uit als pianist en dirigent
dan als componist, althans dit was zijn eigen meening.
Op een avond had hij een Weldadigheldsconcort te
Rome gedirigeerd en was daarbij ook als pianist op
getreden. Hij had aan het slot stormachtige ovaties
in ontvangst te nemen. Toen hij met een vriend naar
huis liep, zei hij plosellng: Wil je wel gelooven, dat ik al
dat gejubel, al die ovaties gaarne zou missen indien ik
eindelijk eèns een werkelijk schoone compositie zou
mogen scheppen! Waarschijnlijk dacht hij aan 't werk
van zijn vriend Richard Wagner, dien hij zeer vereerde.
Liszt kon geweldig nijdig worden. Op een goeden dag
vroeg een dame hem: Avez-vous fait de bonnes affai
res a Venise? Liszt keek haar verbaasd aan en vroeg:
Oomment, Princesse? Je voua demande, si vous avez fait
de bonnes affaires i Venise. Liszt barst uit: Les diplo
mate s et les banquiera font des affaires; moi, Je aula
artiste!
Toen een vriend hem tot bedaren trachtte te brengen,
werd Liszt zeer mielankoliek en zei: „Croyez-moi, Ia
célébrité est la punition du talent, et le ch&timent du
mérité!" Hier zit veel waars in.
Toch was Liszt allerminst ongevoelig voor aandacht
en hulde. Wanneer hij aan den vleugel zat en hij meen
de, dat de aandacht niet groot was, dan kon hij heel
leelijk de zaal inkijken. Wanneer hij het stuk beëindigd
had, stond hij op, keek de zaal in, draalde zich om en
ging weg, naar huis. Degenen, die vooraan zaten meen
den dat zij, wanneer Liszt zich omdraaide, hem hoorden
zeggen: vaches!
Niet zeer beleefd, maar men moet niet vergeten, dat
iemand als Liszt geweldig gevoelig was.
Wanneer hij ln later jaren zijn march: „Vom Fels *um
Meer' of zijn „Mephlsto-wals" speelde en hij bemerkte,
dat men hem werkelijk en oprecht om de compositie
bewonderde, dan was hij zoo blij en verlegen als een'
schooljongen, die voor de klas geprezen wordt.
Eindelijk, den 25 April 1865, wtas het gerucht, dat Liszt
tot den priesterstand zou overgaan, werkelijkheid ge
worden. Op dien dag kreeg hij in de particuliere kapel,
welke Monseigneur Hohenlohe ln het Vaticaan had,
den tonsuur.
Twee dagen te voren had Liszt nog op een welda
digheidsfeest den „Erlkonlng" en „Aufforderung rum
Tanz" gespeeld. Wel had hij bij die gelegenheid gezegd,
dat het wel haast de laatste keer zou zijn, dat hij ln het
openbaar optrad, maar toch had niemand vermoed,
reeds een paar dagen later de bom zou springen.
Er werd natuurlijk weer van alles gemompe'cL
Eenerzijds beweerde men dat de prinses Wittgenstein
het ln een vlaag van jaloesle had weten door te zetten,
anderzijds meende men, dat de familie van de vorstin
zeer bevreesd geworden was, dat zij en Liszt zouden
trouwen. Een dergelijke mesalliance kon geen genade
bij de familie vinden en deze had den monseigneur
Hohenlohe, die een broeder was van den schoonzoon
der vorstin, weten te bewegen, al zijn invloed op Liszt
uit te oefenen, opdat deze het geestelijk gewaad zou
aantrekken en trachten daarin die gemoedsernst on be
vrediging te vinden, welke het leven hem tot nog tes
niet geschonken had.
Men kan begrijpen, dat er een week lang over niets
anders dan deze bijzondere gebeurtenis gesproken
werd. Liszt vertoonde zich al spoedig op oonoerten,
maar men vond, dat hij een gepreocoupeerden. Indruk
maakte en men miste zijn geestige opmerkingen en
voorspelde reeds, dat men Liszt spoedig als monseig
neur zou mogen begroeten.
Een jaar later zien wij hoe Liszt druk bezig is om zijn
Dante symphonle te doen opvoeren. De muziek is den
Italiaanschen musici wat modern, zij ligt htm absoluut
niet en men hoort ze mlopperen: non si capisce nlente".
Hen maand later dineerde Liszt bij den Pruisischen ge
zant, in het Palazzo CaffereUi en speelde later zijn
Poolsohe dansen.
Zijn abbé-gewaad hinderde hem klaarblijkelijk niet
om met het grootste vuur deze polonaisen ten gehoore
te brengen, waarbij hij als een Mephistofeles naar alle
kanten demonische blikken wierp. Franz Liszt bleef zich
zelf en zijn heftig temperament altijd gelijk. In de
Kerstdagen van 1867 was Liszt met vele anderen de
gast van den prins Teano-Caetani, dié later zijn vader
als hertog van Sermoneta opvolgde, en gehuwd was
met de allerliefste en mooie Ada Bootle-Wilbraham,
dochter van den Barl of Lathorn. Toen de schoone En-
gelsche Liszt verzocht om haar vleugel eens te pro-
beeren, kon hij onmogelijk weerstand bieden aan dé
mooie oogen. van de prinses. Hij zette zich aan den
vleugel en fantaseerde een uur lang. Weg was de pries
ter. Aan den vleugel zat Franz Liszt, dé artist met
,den goddelijken vonk, de dweper!
In den winter van 1867 had Liszt zijn Monte Marlo
verlaten en in het klooster Santa Francesca Romans»
aan het Forum zijn intrek genomen. Zoo was hij meer
in het mouvement. Hjij was steeds een gaarne gezien
gast, die alleraardigst vertellen kon, o.a. van zijn jeugd
in Parijs doorgebracht. Hij vereerde Beethoven en Wag
ner en trachtte de Romeinen de schoonheid van de mu
ziek dezer groote Duitsche componisten te doen besef
fen. Het zal hem zeker heel, heel moeilijk gevallen zijn,
want nu 60 jaar later behoeft men slechts de concer
ten in het Augusteo te Rome bij te wonen, om te be
merken, hoe moeilijk het voor Italianen la, om werken
van genoemde meesters te vertolken.
Liszt had indertijd ook de aandacht van koningin
(later keizerin) Augusta op Meijerbeer*s Hugenoten ge
vraagd en van zelf sprekend op de beroemde vierde
acte. Het gevolg was, dat hij het „Koor der eedgenooten"
in het paleis ten gehoore mocht brengen. Hij verscheen
met de Conspirateurs allen inrok en witte das.
Alleraardigst is ook de anecdote, hoe de ouverture
i van Rossini's Semiramis ontstaan is. Rossini had feite-
lijk van Metternich de opdracht gekregen te zorgen,
dat deze opera te Venetië opgevoerd zou kunnen wor
den ter gelegenheid van het bezoek, hetwelk Keizer
Frans met zijn Russischen collega Alexander aan Ve
netië zouden brengen.
Rossini was kort voor dit bezoek gereed met dé oper*
maar... hij had nog geen ouverture klaar. Metternich
gaf een diner, Rossini behoorde tot de gasten, het ge*
sprek kwam op volksliederen en populaire gezangen.
Metternich zei: mjjn lievelingslied is „Freut euch defl
Lebens" en trachtte het te zingen. Tevergeefs. Toen
zong een jong cavalerie-officler het lied.
Rossini memoriseerde het en thuisgekomen daoht hij-
Waarom zou ik mijn beschermer Metternich niet een
genoegen doen. Hij zette zich neer om de ouverturfl
voor de Semiramis te schrijven en toen de opera in Ve
netië werd opgevoerd en Metternich) in de buurt van (te
keizers behagelijk naar de muziek zat te luisteren, werf
hij opeens getroffen door het door Rossini in de ouver
ture verwerkte: „Freut euch des Lebens".
In 1867 schreef Liszt te Rome nog een ballade, maaf
toch was het, alsof hij zich zelf oud begon t« voelen,
want toen hij in het begin van 1888 de Tanhausaf
ouverture speelde,, hield hij telkens op en riep bijna
radeloos uit: Sapristi, je suis trop vieux!
I Het tonsuurtje scheen toch zijn invloed te doen gelden.
Het was alsof met zijn lange haren die anders, terwijl
hij speelde, als leeuwenmanen geschud werden, ook zijn
krachten aan het klavier iets verminderd waren: een
moderne Slmson, met de kerk (of prinses WitigeB"
steln), als Delila,
Arms Liszt, het was alsof de vleugels van een Hoa-
gaarschen adelaar gekortwiekt waren en WJ het b*
kende gezegde van de Pausen tot het zijne maakte
met zijn: „je suis fcrop vieux" eigenlijk bedeelde:
i poMumusl
PP