SchagerCourant DWARS DOOR CANADA. DE RAADSELACHTIGE MAN. DE HANDSCHOENEN VAN DEN KONING Derde Blad. Bij de Katholieke Hollanders. De Fortuin van een gedemobiliseerd officier. van pi a, met >4 pt. pt 10 5 Zaterdag 10 November 1928 71ste Jaargang. No. 8355. ssen en eel ai ten PLUMAS, 4 Oectober 1928. Het Is dö heer Cox, ©en (Holandsch zakenman, reeds Jaren in Winnipeg gevestigd, die met toestemming der Canadeesche kerkelijke autoriteiten en onder de auspiciën van de Canadeesche Staatsspoorwegen, ver leden winter naar Holland gekomen is ten einde een Voldoend aantal kolonisten tezamen te brengen, om in Plumas een Katholieke Hollandsche kolonie te itichten, met eigen kerk en priester. Die priester is lijn broer, Father Cox, vroeger in Zuid-Frankrijk werkzaam en daar nu juist weer teruggegaan, om door Father Rottier, vroeger in Noorwegen werkzaam, opgevolgd te worden. Het resultaat van 's heeren Cox's pogingen was, dat hij en zijn broer midden Mei van dit jaar te Winni peg terugkwam, vergezeld van een groep Nederiand- iche Katholieke emigranten, die nu den kern vor men van wat wellicht tot een model-kolonie zal groeien. De „partij" bestond toen uit 48 zielen, waar van vier families met hunne kinderen en drie vrij gezellen, wier totaal kapitaal tezamen ongeveer 40.000 bedroeg. Later siloten zich nog nakomers bij ben aan. De heer Cox bracht de kolonisten in verbinding met een der belangrijkste Canadeesche Maatschap pijen, de Great West Life Company, welke practisch geheel Plumas en alle districten rondom bezit en waarmede na grondige onderhandelingen en proefne mingen van de' grondsoort en inspectie der gebou wen, koop- of huurkoopcontracten werden afgeslo ten. Bijkans alle familiehoofden, of groepen van vrij gezellen te zamen, sloten .den koop voor een grond gebied van 160 acres elk, in prijs varieerende van 8500 tot 4000 Dollars totaal. Daartoe was een eerste betaling van 200 noodig en een verdere jaariijksche afbetaling van 200 verplicht. Doch niet een ieder kon direct de 8 200 uitleggen en voor hen is een rege ling gemaakt dat zij de eerste twee jaren de helft van den graanoogst als afbetalingsom zullen inbren gen en de volgende jaren als de anderen, 200 per jaar voor elke 160 acres. Deze grondprijs van circa 8 25 per acre is zeer re delijk en zoo is ook de hypotheekrente van 6 Een inspecteur der iandvestigings-afdeeling van het Gou vernement en van de Kolonisatie-afdeeling der Cana deesche Staatsspoorwegen waren tegenwoordig bij alle onderhandelingen en verklaarden hun instem ming met de redelijkheid der prijzen en condities voor de 'landen en de gebouwen. Bescherming voor den nieuwkomer is er dus in Canada wel meer dan men zoo oppervlakkig zou denken. Een heel en dag heb ik gespan deerd om door deze (kolonie heen te rijden en het was in gezelschap van den scheidenden zielzorger, pastoor Cox. Duidelijk viel overal op te merken, welk een plaats hij met zijn pionierswerk in de harten van al zijn parochi anen ingenomen heeft en vooral toen wij aan het einde van onzen tocht een bezoek brachten aan het pas gekochte ^kerkje en de frissohe nieuwe pastorie, eoo vertrouwelijk weggescholen in de hooge zilver- populieren met de eindelooze gouden prairie-vlakten, koesterend onder den intens blauwen hemelkoepel, toen was dit scheiden, juist nu na het harde begin de eerste lichtstralen voor de kolonie begonnen door te breken, wel wat hard. Plumas heeft dit jaar een buitengewoon goeden oogst te boeken gehad en dit is natuurlijk voor de xiieuw-komers een groote meevaller. Vandaar dan ook dat de stemming er zonder uitzondering uitste kend was. Ik trof de heele kolonie volop aan het dorschen en dit is een gezicht van tegelijk landelijke als modern mechanische schoonheid. De motorwagen tuft genoegelijk en aan beide zijden van de dorsch- PEU1LLETO& .elfbind» 19, 69, U Dames 1 in 10 b gestreelj inP met Naar het Engelsch van EDGAR WALLAGE. Elsa opende de lippen om tegenwerpingen te mar ken, doch vóór zij een woord had kunnen uiten, was bij vertrokken, zonder inachtneming van eenige ver dere beleefdheidsvormen jegens haar, evenmin als jegens de tafel, waartegen zij, verbijsterd en sprake loos van woede, geleund stond. »tk ga niet, ik ga niet!" Ik heb hem gezegd, dat ik Verhinderd was en ik weiger zijin huis te betreden." Juffrouw Dame wierp haar een blik toe, alsof zij dit best kon begrijpen. Doch van den anderen ;kant I »Ik zou zijn huis toch wel eens gaarne zien'\ zeide fij. „Ik wed dat het vol is met valluiken en geheime gangen. Heb je ooit de film gezien „Voor Goud: Ver- flchacherd"? Amery doet mijl denken aan den! echt- Bonoot. Deze hield zijn wettige vrouw gekneveld in ®on kelder opgesloten en gaf zich uit voor jonggezel, toen>. terwijl hij een onschuldig meisje naar het wtaar ldidde, verscheen een zwaar gesluierde gestal te 'bij de deur van de sacristie je ziet het vóór je, «jet waar? terwijl hij dacht, dat zij goed en wel een kelder zat; en zie juist toen de geestelijke h^t punt was de woorden te spreken. „Wie wil vrouw tot zijn rechtmatige echtgenoote maken?" eeedt die gedaante naderbij, rukt haar sluier af, en «J is het!" „Wie?" vroeg de ontstelde Elsa, in weerwil van flchzelve geboeid, „Wel! zijn vrouw zijn ware vrouw, natuurlijk!" "fP juffrouw Damel triomfantelijk uit. „Zij, die hij vri)5en 'kelder ^ad opgesloten. Zij wist zich te be- vïï met de 'hulp van den huismeester, die geld 8t taan mai1 gestolen ^ad, en do kelderdeur open machine «taan op d« «rvrare vrachtwagen* de mannen, die zonder ophouden de schoven in de schokkerige geul voeren, waar het in minder dan geen tijd ver dwenen is. Het zware hooge kwaliteit-soort graan vloeit in den graanwagen terwijl het stroo als een soort rook uit de uitlaatpijp komt vliegen om neer te vallen op den strooberg van steeds groeiende afme tingen. Zoo groot zijn de oogsten hier, dat er in de meeste gevallen geen sprake kan zijn van al dat stroo te gebruiken en daarom steekt de boer er door gaans den brand maar in. Dat is een fantastisch ge zicht, meermalen uit het raam van mijn slaapwagen genoten, als daar midden in den pikzwarten nacht ergens de helrood© toorts van een brandenden stroo berg te lekken staat. Al onze boeren hier in nieuw-Holland zijn dus te vreden. Sommigen uiterst tevreden, zooals degene die op 80 acres land een ruim 1700 bushels gerst ge oogst heeft van oen eerste kwaliteit, Diens maat Is deze maal minder bevoorrecht geweest, doch hot land was nog niet in dien staat waarin het behoor de te zijin en dus verwacht hiji er het volgend Jaar meer van, wanneer hij, zelf heeft kunnen ploegen en zaaien. „Al moet de onderste steen boven komen, slagen zal ik hier", aldus deze jonge man, een oud stedeling en dat is de „spirit" welke in Canada sla gen doetl Blji een echt Limburgsche familie waren ter ge legenheid van den goeden oogst de „vla's"1 gebak ken. Limburgsche gastvrijheid sterft nooit af, zelfs niet in de Canadeesche prairie en op dien achter middag in vroeg Sleptember, met den stevenden zon in het venster, het gebak en de koffie op tafel, de kleine kinderen vol zomersproeten in het aangren zende vertrek in gezonden middagdut en het Lim burgsche accent van onze gastvrouw, was het moei lijk te gelooven op duizenden mijlen van Limburg verwijderd te zijn. De leidende motieven in deze kolonisatie-poging zijn, om zoowel knechts als eigenaars te doen uit komen. Die als knecht komt werken, verdient be halve kost en inwoning een gemiddeld salaris van 35 per maand, gedurende den oogst veel meer, wel een 8 a 4 Dollar per dag, gedurende den win ter weer minder. Aldus werkend kan hij sparen tot hij voldoende stamkapitaal heeft om na drie of vier jaar een eigen farm te beginnen. Hij heeft dan het voordeel zoowel de taal te kennen als de landwaarde en zich betere keuze te kunnen maken dan degene, die direct tot koopen decideert Natuurlijk worden in of rond Plumas katholieke Hollanders zooveel mo gelijk bij katholieke boeren geplaatst en blijven in voortdurend contact met de rest en vooral met den zielzorger der kolonie. De kolonist die direct een farm wil koopen, moet over minstens 1000 beschikken, ten einde de eerste jaren (altijd de minst profijtelijke) door te kunnen komen met zijn gezin, zonder dit aan te nijpende zor gen bloot te stellen. 'Het systeem van „mixed farming" wordt hier over al toegepast. Men verbouwt tarwe, haver, gerst en aardappelen en houdt daarnaast koeien, varkens, kip pen en dergelijken. Alleen graan te verbouwen zou veel profijtelijker zijn indien men op succes vast reke nen kon, doch daar de graanoogst onderhevig is aan tal van ongewisse elementen, is de uitsluitende graan bouw zulk een loterij, dat men er zich steeds min der aan waagt. Naast graan komen dus de bijproduc ten en het vee, hetgeen <ie gecombineerde kans op slagen veel grooter maakt en bovendien het belang rijke voordeel heeft dat de boer ook 'b winters door werken kan. Plumas is in vele opzichten gunstig gelegen. Het is slechts vier uur van Winnipeg af, vlak aan den spoorbaan, heeft een eigen kerk, een school, dokter, enz. Het klimaat is er goed en dat is bijkans even belangrijk als al die faciliteiten. In Plumas ligt ook een der modelboerderijen der regeering, een centrum van hulp en inlichting en verbetering voor den far mer. Het spoorwegstation heeft twee elevators, ter wijl een in de buurt gelegen „Cre&mery" bijna eiken dag bij de boeren rondgaat om room van hen op te koopen. En voor sommigen van onze Hollandsche nieuwkomers beteekent dit reeds een aardige weke- lijksche cheque. Indien ik mijn katholieke landgenooten, die zich voor deze kolonie interesseeren, een raad mag ge ven, dan zou het deze zijn: absoluut noodzakelijk zijn eenig geld, een goede gezondheid, en practische landbouwervaring. Plumas is geen ideaal paradijs, men moet er hard werken en dan is er een redelijke kans op succes, op veel meer succes dan in Holland en op een veel grootere kans daartoe. De geestelijke verzorging is onder het volkomen vertrouwbare op pertoezicht van den Hollanders zeer genegen Aarts bisschop van Winnipeg. Men zij natuurlijk voorzich tig (met den aankoop van land. Men zij even voor zichtig met den woordenrijkdom van iederen agent die koeien met gouden horens 'belooft. De koeien hebben in Canada geen gouden horens, het eenigste ■goud wat er in den Ganadeeschen landbouw is, is de toekomst voor den hardwerkenden en ervaren landbouwer, vooral indien die over eenig kapitaal kan beschikken en kinderrijkdom heeft. En omdat die elementen naar mijn meening zeer sterk uitblinken onder deze eerste kolonisten van Plumas, durf ik in de kolonie, doch vooral dan om hen zelf, vertrouwen te hebben. K. VAN HOEK. „Nu, maar goejd en wel, ik ga niet naar zijn huis", zeide Elsa. „Misschien zijn daar Indische bedienden", ging juf frouw Dame in hoopvolle verwachting voort. „Don kere, zich onhoorbaar bewegende mannen iiq vlekke loos wit. Hij klapt in zijn handen en zij verschijnen als bij tooverslag, van achteir verborgen deuren. En afgodsbeelden ook! En wierook de wierook komt uit Indië, niet waar, juffrouw Marlowe? O, wat zou ik dat huis gaarne van binnen zien". Zij schudde droevig het hoofd. „Indien ik in uw plaats was, ging ik, jufrouw Warlowe." „En ik denk er niet over", zeide Elsa, de kap nijdig over haar schrijfmachine plaatseinde. „Ik zal mij met u in dezelfde kamer bevinden", moedigde juffrouw Dame haar aan. „Er zijn daar al tijd geheime valluiken. Herinnert u zich j,De Bruid van den Rajah"? Ethel Exuisite speeüde de hoofdrol ik geloof niet dat dit haar ware naam was u? Wat is uw telefoonnummer?" „Ge behoeft mij volstrekt niet op te bellen wanr neer hij imij laat roepen; ik zal er miett de minste acht op slaan". „Brook Street 304", mdmpdlde juffrouw Dame. „Een Huis vol Geheimzinnigheid!" Ondanks zichzelve moest Elsa lachen. „Doe niet zoo bespottelijk. Het is een zeer gewoon huis in West End. ik ben het meermalen voorbijgeloo- pen, en eenmaal ben ik er binnen geweest, toen de oude heer Amery nog leefde". „Hij heeft het waarschijnlijk geheel anders en naar zijn Oostersche denkbeelden ingericht", hield juf frouw Dame vol, niet geneigd, do voorstelling, die zij zich gevormd had, te wijzigen. „Er moeten tapijten liggen waarin de voet tot den enkel wegzinkt, en divans "Divans?" verbeterde Elsa. „O, spreekt men dat zoo uit?" vroeg Juffrouw Da me verrast. „Divans? Welnu, die zijn daar ook. En reukwerken, en muziek Ik ken dat soort menschen och Hteere! Ik wilde dat u het ook eens zaagt!" Elsa zag haar smeekende oogen en was het lachen zoo dicht nabij als zij kon. „Men zou bijna denken dat ge met hem samen spant", zeide ziji op vriendelijker toon. „En thans naoogt ge mijl tot aan het hotel vergezellen, anders word ik misschien in de straten van Londen ont Naar het Engelsch van Allee Grant Roeman. (Nadruk verboden.) Merrick had rijn handschoenen vergeten. Dat was ver velend, want na de onhebbelijkheid van zijn hospita, kon hij niet met goed fatsoen teruggaan, ook al had hij tijd gehad. Merriok was oon vergovonegerind man, zelfs ton op zichte van hospita's, maar hij was ln oen prlkkelbaro stemming, want hij had geen ontbijt gehad. Deze luxe, had (hij -evenals zoo vele andere, iden laatsten tijd afge schaft Een jaar lang had hij geleefd van rijn demobilisatie toelage en de zeldzame cheques van een paar zeer cou lante uitgevers, die niet alleen de voortbrengselen van zijn echrijf-talent accepteeren, maar ze ook contant be taalden. Het was niet bepaald een weelderige periode in zijn leven geweest, maar zijn vooruitzichten waren nog min der weelderig, nu er tegelijkertijd een eind was geko men aan 'zijn toelage en aan het geduld van zijn hos pita en hij begon bijna te verlangen naar een nieuwen oorlog, want dat beteekende tenminste geregelde maal tijden en gezelschap van -kameraden. De eerste maanden na de demobilisatie had hij be steed aan het schrijven van zijn tooneelstuk het stuk dat zijn hersens gepijnigd had gedurende de eindelooze maanden in de loopgraven. Toen het klaar was had hij zich de beenen week geloopen om een theaterdirecteur te bewegen het op te voeren, Maar tooneeldirecteuren moesten nietB hebben van stukken van onbekende ac teurs, ja, ze stierven liever dan ze zelfs te lezen, Merrick was dien ochtend uitgegaan voor een onder houd met een uitgever en dat maakte de kwestie van de handschoenen belangrijk. Hij was ervan overtuigd dat het er meer op aankwam er verzorgd dan intelli gent uit te zien en daarom liet hij zich veel gelegen liggen aan zijn uiterlijk. Zijn pak zag er nog zeer be hoorlijk uit, zijn hoed wa's keurig afgeborsteld, zijn boord en das waren onberispelijk. De handschoenen slechts ontbraken om aan zijn verschijning de „finishing touch" te geven en hij voelde met een weeë zekerheid dat zijn zelfvertrouwen daaronder bezwijken zou. Hij kon zich niet de aanschaffing van een paar nieu we permltteeren; voor hij uitging had hij rich overtuigd dat de Inhoud van zijn vestzak niet meer dan 6 shilling 3% pence bedroeg. Geldgebrek stond tusschen hem en zijn goed geluk. Opeens viel zijn oog op het opschrift cp het étalage- raam van een onaanrienlijken winkel: Tweede Hands-Kleeding voor Dames en Heeren. Als geëlectrlseerd bleef hij'.staan. Waren er ook men schen die hun gedragen handschoenen verkochten? be dacht hij. Het leek hem niet erg waarschijnlijk, maar hij kon het licht vragen. Hij stapte den winkel (binnen en een oude vtouw in formeerde vriendelijk wat er van zijn dienst was. Zijn verzorgde verschijning was een sensatie voor de koop vrouw, die een gansch ander publiek gewoon was. Verkoopt u ook handschoenen? vroeg Merrick. Ik denk dat ik precies heb wat U zoekt. Kijk hier, zeven en een halve shilling. Dat Is me te duur, verklaarde Merrick, die de peau-de-suède handschoenen van goede kwaliteit nauw keurig bestudeerde. Zes en een half dan! Is me nog te veel. Zes. Wel lieverd, bekijk ze maar eens goed. Eerste kwaliteit, animeerde de vrouw. Weet je wat, ik zal er vijf shilling van maken, maar op mijn woord, het Is alleen mijn goede hart en omdat je gezicht me aan staat. Het zijn handschoenen van. den koning en de meeste lui die hier komen zou ik ze niet eens laten zien. Merrick betaalde de vijf shilling en stapte het winkel tje uit met 3% stuiver in zijn zak en de handschoenen van den koning in zijn hand. Wat had de oude praatjes- maakster toch in vredesnaam bedoeld? Hij moest lachen bij de gedachte aan een onfortuinlijken monarch die zijn handschoenen bij een uitdraagster verkocht. Het speet hem dat hij niet gevraagd had van welken koning ze afkomstig waren! In elk geval, het waren heel behoorlijke handschoenen en als Rogers nelt afschoof kon hij altijd nog zijn hor loge naar de 'bank van leening brengen. Dat voorwerp was gewend aan dergelijke logeerpartijen! Hallo Merrick! Johnson hield hem staande. Hij had zijn ouden krijgs- malkker niet gezien sedert ze gedemobiliseerd waren. Wel, kerel, je ziet er patent uit. Wat heb je al dien tijd uitgespookt? Zijn oog viel op Merrick's handschoenen. A propos, voor ik verder ga, zei hij, ik heb Je nooit die vijf pond terugbetaald, die Je me Indertijd ge leend hebt. Laat ik meteen mijn geweten van dien last bevrijden. Merrick nam half verdoofd het biljet van vijf pond aan en sloeg een invitatie van Johnson om mee te gaan lunchen af. Het spijt me. Ik moet over tien minuten bij Ro gers van de „Wortd'» Magaato»* rijn. Ik heb een rif- spraak. Jij was altijd een geluksvogel. Nu, tot weerziens dan. Vijf pond! De horizon begon op te klaren. En met vernieuwd zelfvertrouwen stapte hij hst bureau van het tijdschrift binnen, waar hij onmiddellijk tot het privé- 1 kantoor van den machtigen uitgever werd toegelaten, Hij legde zijn stok en zijn handschoenen achteloos op j Rogers schrijftafel en Rogers keek over zijn lorgnet Inaar de handschoenen, fronste het voorhoofd en zei: I Het doet me genoegen u te zien, Mr. Merrick. Die I novelle van u was uitnemend. Ik zou gr^ag willen dat U een serie voor ons schreef. Merrick verliet het bureau van de „World's Maga zine" met een cheque ln zijn portefeuille en de hand schoenen van den koning ln zijn hand geklemd. In rijn weg stond een heer te wachten op een taxi die hij Julat gewenkt had, HIJ draalde zijn gebogen hoofd in Morrlck'fl richting toen dozo aangewandeld kwam on Merrick zag dat de oogen een moment als geboeid op de grijze handschoenen bleven rusten. Het volgende ©ogenblik hief de man het gebogen hoofd op en rij her kenden elkaar, Het was Macallster. Maoalister was in Frankrijk eenige maanden zijn kolo nel geweest. Een beetje plompe vent, vond Merrick, en ze waren nooit intiem geweest, maar nu begroetten zo elkaar toch met de hartelijkheid van oude wapenbroe ders. Ga met me lunchen, inviteerde Macallster, toen de taxi hen bereikt had. Merriok had er wel ooren naar. Hij had na zijn laatste ervaringen ontdekt dat het een heerlijke zomerdag en het leven de moeite waard was. Ze lunchten dn de „Flccadi'lly"; op de tafels stond een weelde van rozen. Vlak bij hen zat een meisje in een lichte zomerjurk. Haar haar en oogen goud onder een klein hoedje. Ze keek naar Merrick toen hij zijn hand schoenen neerlegde; daarop ontmoetten hun oogen el kaar en hij had het gevoel of de wereld uiteenviel ln duizend heerlijke, zachtgekleurde stukjes. Het was een gezellige lunch, de goede, met zorg ge serveerde maaltijd, smaakte Merrick na zijn karige kost van den laatsten tijd, de conversatie was geanimeerd ,hot meisje aan het tafeltje naast hen, aanbiddelijk. Op een gegeven oogenbllk pakte Macallster ln gedach ten de handschoenen op, maar Merrick trok ze hem uit de hand. Wat is er voor bijzonders aan die handschoenen dat je ze als een Cerberus bewaakt? vroeg de oud-kolonel met een verbaasden glimlach, Ze zijn betooverd, antwoordde Merrick raadsel achtig en er klonk een besche!den> maar zilver lachje aan de belendende tafel. Toen hij echter omkeek was het gouden meisje in druk gesprek tmet haar tafelgenoot, san jongeman met een forsoh figuur en een tamelijk lik hoofd. j Dwaze vent, zei Maoalister. Wat denk je van de jschouwburg vanavond? Kan niet. Ik ga de rivier op. Hij had niet het minste plan in deze richting toen hij dit sprookje opdisohte, maar Macallster scheen zoowel ietwat jaloersch als onder den indruk. Gelukkige kerel. Be wilde dat ik me ook zulke luxes kon veroorlooven, inplaats van ma te moeten aftobben om aan de kost te komen. Maar Maandag? Zullen we afspreken om negen uur in de „Prophetic? Uitstekend. Macalister moest een trein pakken en ging eenigs- zlns haastig heen. Toen Merrick hem langzaam volgde liet hij één van zijn (handschoenen bij het tafeltje naast hem vallen en het kostbare ding gleed langs de aanbiddelijke zomer jurk. Het gouden meisje boog onwillekeurig om hem op te rapen en Merriok liet haar haar gang gaan. Hij begon een bovennatuurlijke kracht aan de handschoe nen des konings toe te kennen en het interesseerde het hoogelijk welke uitwerking rij op de onbekende schoon© zouden hebben. Het is eigenlijk tegen den regel, zei hij gemoedelijk toen ze hem zijn bezit weer overreikte, eigenlijk had U Uw handschoen moeten laten vallen, en ik had dien moeten oprapen. Waarom? vroeg het meisje geamuseerd, Omdat dat zoo de gewone manier is. Dan zoudt U mij bedankt hebben en ik zou mezelf met een kwasi- peinzend gezicht hebben afgevraagd waar ik U toch al eens eerder ontmoet had en of ik Uw broer niet ge kend heb in den wereldoorlog, Heeft hij Je gekend? wendde het meisje zich tot haar,, tafelgenoot, met het dikke hoofd, Neen, antwoordde het jonge mensch, meer nadruk kelijk dan beleefd, Een vierde persoon voegde rich bij het gezelschap, Zijn jullie nu nog niet klaar met eten ,hongerhal- zen? En toen opeens: Wel allemachtig, B311 Merriok! Goeie hemel, oude jongen, ik heb je in geen eeuwen go- zien, ken je mijn nicht en neef: Agatka en Tommy Royal? Het meisje en Merrick keken elkaar aan en barstten in lachen uit. Jim Royal was een joviale kerel en kwam onmiddel lijk met een invitatie aan Merrick voor den dag om mee te gaan de „week-end" door te brengen in hun houten landhuisje aan de Theems. Eleanor heeft dat ding. daar laten neerzetten, vertelde hij, het is vjjf voet in het vierkant en je kimt in elk geval dn de keukengootsteen silapen. Ik ga er juist met deze onschuldige schaapjes in de auto heen... tandenborstel en zoo kun Je van mij leenen. Natuurlijk ging Merriok mee. En natuurlijk zat hij voerd en naar den harem van Majoor Ameryi ge sleept". „Zelfs iets dergelijks is voorgekomen", sprak juf- fwrouw Dame opgeruimd. Elsa bracht geen genoeglijken avond door. Nauwe lijks was ziji op (haar kamer in het hotel aangeko men, of het meisje vroeg haar door de telefoon of zij reeds van gedachten veranderd was. Bij1 tusschen- poozen van een half uur,, vernam zij' de gretige stem. van de zoekster naar romantiek. „Wees nu niet zoo vervelend, Jessie", zeide ziji streng. Dit geschiedde na ide vijfde maal; zijl had ge dineerd en was op haar kamer gebleven. „Rij beeft mij niet geroepen, en wanneer hiji het doet, ga ik niet." „Ik zal u tot half twaalf ieder half uur opbellen', antwoordde het volhardende dametje aan het an dere einde van den draad. „Daarop kunt u zich ver laten, Juffrouw Marlowe." Elsa kreunde en hing 'den hoorn op. Ken paar minuten voor elven rinkelde de telefoon schel opnieuw, en in de meening, dat het Jessie zijn zou, was Elsa in tweestrijd of zij aan den oproep ge hoor zou geven. Toen ziji zulks gedaan had, was de stem die tot haar sprak, de stem van A'mery. „Spreek ik met Juffrouw Marlowe? Hier is Majoor Amery. Neem een taxi en rijd als 't u blieft dadelijk naar mijn woning. Ik heb mijn huishoudster uitge zonden om Juffrouw Dfame te balen." „Maar, Majoor Amery, ik wilde juist naar bed gaan. Klik! De boom werd opgehangen. Nu was de gelegenheid om haar onafhankelijkheid te toon en aangebroken. Zij was een zwak, 'kneed baar schepsel geweest, dat de minachting van ieder vrouw die eerbied voor zichzelve koesterde, verdiende. Zij zou zich niet opnieuw door hem laten bevelen alsof zij een slavin was. Thans zou zij hem toonen dat haar wil sterker was dan de zijne. Vastbesloten 'ging zij op den rand van haar bed zitten, haar oogen gevestigd op de telefoon, en toen de schel na verloop van een kwartier werkelijk weer rinkelde, sprong zij op. „Is juffrouw Marlowe daar?" De stem verried nu ongeduld, bijna toom. „Ik wacht u nog steeds. Juf frouw Dame is reeds aangekomen". „Ik kom", gaf zij ten antwoord. Zij trachtte zich wijs te maken, dat zij uitslui tend ging, omdat zij Jessie Dame onmogelijk alleen kon laten in dat huis, hetwelk door deze als „Een Huis vol Geheimzinnigheid" beschreven was, en om dat zij zoodoende het verlangen naar sensatie van het vreemde meisje hielp bevredigen. Doch in den grond van haar hart wist zij dat zij slechts toegaf aan de heerschappij die de raadselachtige man over haar uitoefende, en haar haat jegens hem was sterker dan ooit. Een zeer prozaïsche huisknecht opende de deur, en een kleine vrouw van middelbaren leeftijd, met een zeer ingetogen uiterlijk, bracht haar naar den salon, waar zij Jessie Dame op haar vond wachten, zittende op de punt van een stoel, de lippen dicht opeen ge klemd, haar wijdgeopende oogen met afkeurenden blik gevestigd op de ontegenzeggelijk geheel Wester- sche inrichting van het vertrek. Dit was zeer ruim en een weinig ouderwetsch, met zijn kristallen lichtkroon voor het gebruik van elec- trisch 'licht veranderd, zijn Chippendale-stoelenmet hoogen rug, en antieke kabinetten. Het vloerkleed, be werkt met patronen van bloemen, krullen en ruwha rige Cupido's, was onmiskenbaar van Victoriaanschen stijl. Elsa kon zich de teluerstelling van Juffrouw Dame levendig begrijpen. De raadselachtige man was nergens fe ontdekken, en zij werden alleen gelaten. „Hebt gij hem gezien?" vroeg jufrouw Dame met fluisterende stem, „Neen". „Er is hier niet veel bekijks ook", merkte jufrouw Dame afkeurend op. „iMaar er is hier een Chinee- sche bediende. Wij zullen moeten oppassen 1" Zij legde een vinger op haar lippen, toen de deur ge opend werd en Majoor Amery binnentrad. Hij was in avondkleeding, en, uit den rimpel die zijn voorhoofd doorploegde, meende zij te mogen afleiden dat hij in zijn gewone stemming verkeerde. „Ik had niet verwacht dat ik vanavond nog om u zou zenden," zeide hij zonder inleiding, doch er is iets voorgevallen dat een onschuldige grap van mij in een ernstig geval 'heeft doen verkeeren". .(gen onschuldige grap van hem! Den adem W3rd haar bijna ontnomen. Was zijn opvatting van een grapje, dat hij haar ieder oogenblik bij zich kon ont bieden? Naar allen schijn, ja, want hij vervolgde;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 9