SchagerCourant
DWARS
DOOR
CANADA.
DE RAADSELACHTIGE
MAN.
DE HANDSCHOENEN VAN
DEN KONING
Derde Blad.
Bij de Katholieke Hollanders.
De Fortuin van een gedemobiliseerd officier.
van pi
a, met
>4
pt.
pt
10
5
Zaterdag 10 November 1928
71ste Jaargang. No. 8355.
ssen
en
eel ai
ten
PLUMAS, 4 Oectober 1928.
Het Is dö heer Cox, ©en (Holandsch zakenman, reeds
Jaren in Winnipeg gevestigd, die met toestemming
der Canadeesche kerkelijke autoriteiten en onder de
auspiciën van de Canadeesche Staatsspoorwegen, ver
leden winter naar Holland gekomen is ten einde een
Voldoend aantal kolonisten tezamen te brengen, om
in Plumas een Katholieke Hollandsche kolonie te
itichten, met eigen kerk en priester. Die priester is
lijn broer, Father Cox, vroeger in Zuid-Frankrijk
werkzaam en daar nu juist weer teruggegaan, om
door Father Rottier, vroeger in Noorwegen werkzaam,
opgevolgd te worden.
Het resultaat van 's heeren Cox's pogingen was, dat
hij en zijn broer midden Mei van dit jaar te Winni
peg terugkwam, vergezeld van een groep Nederiand-
iche Katholieke emigranten, die nu den kern vor
men van wat wellicht tot een model-kolonie zal
groeien. De „partij" bestond toen uit 48 zielen, waar
van vier families met hunne kinderen en drie vrij
gezellen, wier totaal kapitaal tezamen ongeveer
40.000 bedroeg. Later siloten zich nog nakomers bij
ben aan.
De heer Cox bracht de kolonisten in verbinding
met een der belangrijkste Canadeesche Maatschap
pijen, de Great West Life Company, welke practisch
geheel Plumas en alle districten rondom bezit en
waarmede na grondige onderhandelingen en proefne
mingen van de' grondsoort en inspectie der gebou
wen, koop- of huurkoopcontracten werden afgeslo
ten.
Bijkans alle familiehoofden, of groepen van vrij
gezellen te zamen, sloten .den koop voor een grond
gebied van 160 acres elk, in prijs varieerende van
8500 tot 4000 Dollars totaal. Daartoe was een eerste
betaling van 200 noodig en een verdere jaariijksche
afbetaling van 200 verplicht. Doch niet een ieder
kon direct de 8 200 uitleggen en voor hen is een rege
ling gemaakt dat zij de eerste twee jaren de helft
van den graanoogst als afbetalingsom zullen inbren
gen en de volgende jaren als de anderen, 200 per
jaar voor elke 160 acres.
Deze grondprijs van circa 8 25 per acre is zeer re
delijk en zoo is ook de hypotheekrente van 6 Een
inspecteur der iandvestigings-afdeeling van het Gou
vernement en van de Kolonisatie-afdeeling der Cana
deesche Staatsspoorwegen waren tegenwoordig bij
alle onderhandelingen en verklaarden hun instem
ming met de redelijkheid der prijzen en condities
voor de 'landen en de gebouwen. Bescherming voor
den nieuwkomer is er dus in Canada wel meer dan
men zoo oppervlakkig zou denken.
Een heel en dag heb ik gespan deerd om door deze
(kolonie heen te rijden en het was in gezelschap van
den scheidenden zielzorger, pastoor Cox. Duidelijk
viel overal op te merken, welk een plaats hij met
zijn pionierswerk in de harten van al zijn parochi
anen ingenomen heeft en vooral toen wij aan het
einde van onzen tocht een bezoek brachten aan het
pas gekochte ^kerkje en de frissohe nieuwe pastorie,
eoo vertrouwelijk weggescholen in de hooge zilver-
populieren met de eindelooze gouden prairie-vlakten,
koesterend onder den intens blauwen hemelkoepel,
toen was dit scheiden, juist nu na het harde begin
de eerste lichtstralen voor de kolonie begonnen door
te breken, wel wat hard.
Plumas heeft dit jaar een buitengewoon goeden
oogst te boeken gehad en dit is natuurlijk voor de
xiieuw-komers een groote meevaller. Vandaar dan
ook dat de stemming er zonder uitzondering uitste
kend was. Ik trof de heele kolonie volop aan het
dorschen en dit is een gezicht van tegelijk landelijke
als modern mechanische schoonheid. De motorwagen
tuft genoegelijk en aan beide zijden van de dorsch-
PEU1LLETO&
.elfbind»
19, 69, U
Dames 1
in 10 b
gestreelj
inP
met
Naar het Engelsch van EDGAR WALLAGE.
Elsa opende de lippen om tegenwerpingen te mar
ken, doch vóór zij een woord had kunnen uiten, was
bij vertrokken, zonder inachtneming van eenige ver
dere beleefdheidsvormen jegens haar, evenmin als
jegens de tafel, waartegen zij, verbijsterd en sprake
loos van woede, geleund stond.
»tk ga niet, ik ga niet!" Ik heb hem gezegd, dat ik
Verhinderd was en ik weiger zijin huis te betreden."
Juffrouw Dame wierp haar een blik toe, alsof zij
dit best kon begrijpen. Doch van den anderen
;kant
I »Ik zou zijn huis toch wel eens gaarne zien'\ zeide
fij. „Ik wed dat het vol is met valluiken en geheime
gangen. Heb je ooit de film gezien „Voor Goud: Ver-
flchacherd"? Amery doet mijl denken aan den! echt-
Bonoot. Deze hield zijn wettige vrouw gekneveld in
®on kelder opgesloten en gaf zich uit voor jonggezel,
toen>. terwijl hij een onschuldig meisje naar het
wtaar ldidde, verscheen een zwaar gesluierde gestal
te 'bij de deur van de sacristie je ziet het vóór je,
«jet waar? terwijl hij dacht, dat zij goed en wel
een kelder zat; en zie juist toen de geestelijke
h^t punt was de woorden te spreken. „Wie wil
vrouw tot zijn rechtmatige echtgenoote maken?"
eeedt die gedaante naderbij, rukt haar sluier af, en
«J is het!"
„Wie?" vroeg de ontstelde Elsa, in weerwil van
flchzelve geboeid,
„Wel! zijn vrouw zijn ware vrouw, natuurlijk!"
"fP juffrouw Damel triomfantelijk uit. „Zij, die hij
vri)5en 'kelder ^ad opgesloten. Zij wist zich te be-
vïï met de 'hulp van den huismeester, die geld
8t taan mai1 gestolen ^ad, en do kelderdeur open
machine «taan op d« «rvrare vrachtwagen* de mannen,
die zonder ophouden de schoven in de schokkerige
geul voeren, waar het in minder dan geen tijd ver
dwenen is. Het zware hooge kwaliteit-soort graan
vloeit in den graanwagen terwijl het stroo als een
soort rook uit de uitlaatpijp komt vliegen om neer
te vallen op den strooberg van steeds groeiende afme
tingen. Zoo groot zijn de oogsten hier, dat er in de
meeste gevallen geen sprake kan zijn van al dat
stroo te gebruiken en daarom steekt de boer er door
gaans den brand maar in. Dat is een fantastisch ge
zicht, meermalen uit het raam van mijn slaapwagen
genoten, als daar midden in den pikzwarten nacht
ergens de helrood© toorts van een brandenden stroo
berg te lekken staat.
Al onze boeren hier in nieuw-Holland zijn dus te
vreden. Sommigen uiterst tevreden, zooals degene
die op 80 acres land een ruim 1700 bushels gerst ge
oogst heeft van oen eerste kwaliteit, Diens maat Is
deze maal minder bevoorrecht geweest, doch hot
land was nog niet in dien staat waarin het behoor
de te zijin en dus verwacht hiji er het volgend Jaar
meer van, wanneer hij, zelf heeft kunnen ploegen
en zaaien. „Al moet de onderste steen boven komen,
slagen zal ik hier", aldus deze jonge man, een oud
stedeling en dat is de „spirit" welke in Canada sla
gen doetl
Blji een echt Limburgsche familie waren ter ge
legenheid van den goeden oogst de „vla's"1 gebak
ken. Limburgsche gastvrijheid sterft nooit af, zelfs
niet in de Canadeesche prairie en op dien achter
middag in vroeg Sleptember, met den stevenden zon
in het venster, het gebak en de koffie op tafel, de
kleine kinderen vol zomersproeten in het aangren
zende vertrek in gezonden middagdut en het Lim
burgsche accent van onze gastvrouw, was het moei
lijk te gelooven op duizenden mijlen van Limburg
verwijderd te zijn.
De leidende motieven in deze kolonisatie-poging
zijn, om zoowel knechts als eigenaars te doen uit
komen. Die als knecht komt werken, verdient be
halve kost en inwoning een gemiddeld salaris van
35 per maand, gedurende den oogst veel meer,
wel een 8 a 4 Dollar per dag, gedurende den win
ter weer minder. Aldus werkend kan hij sparen tot
hij voldoende stamkapitaal heeft om na drie of vier
jaar een eigen farm te beginnen. Hij heeft dan het
voordeel zoowel de taal te kennen als de landwaarde
en zich betere keuze te kunnen maken dan degene,
die direct tot koopen decideert Natuurlijk worden
in of rond Plumas katholieke Hollanders zooveel mo
gelijk bij katholieke boeren geplaatst en blijven in
voortdurend contact met de rest en vooral met den
zielzorger der kolonie.
De kolonist die direct een farm wil koopen, moet
over minstens 1000 beschikken, ten einde de eerste
jaren (altijd de minst profijtelijke) door te kunnen
komen met zijn gezin, zonder dit aan te nijpende zor
gen bloot te stellen.
'Het systeem van „mixed farming" wordt hier over
al toegepast. Men verbouwt tarwe, haver, gerst en
aardappelen en houdt daarnaast koeien, varkens, kip
pen en dergelijken. Alleen graan te verbouwen zou
veel profijtelijker zijn indien men op succes vast reke
nen kon, doch daar de graanoogst onderhevig is aan
tal van ongewisse elementen, is de uitsluitende graan
bouw zulk een loterij, dat men er zich steeds min
der aan waagt. Naast graan komen dus de bijproduc
ten en het vee, hetgeen <ie gecombineerde kans op
slagen veel grooter maakt en bovendien het belang
rijke voordeel heeft dat de boer ook 'b winters door
werken kan.
Plumas is in vele opzichten gunstig gelegen. Het
is slechts vier uur van Winnipeg af, vlak aan den
spoorbaan, heeft een eigen kerk, een school, dokter,
enz. Het klimaat is er goed en dat is bijkans even
belangrijk als al die faciliteiten. In Plumas ligt ook
een der modelboerderijen der regeering, een centrum
van hulp en inlichting en verbetering voor den far
mer. Het spoorwegstation heeft twee elevators, ter
wijl een in de buurt gelegen „Cre&mery" bijna eiken
dag bij de boeren rondgaat om room van hen op te
koopen. En voor sommigen van onze Hollandsche
nieuwkomers beteekent dit reeds een aardige weke-
lijksche cheque.
Indien ik mijn katholieke landgenooten, die zich
voor deze kolonie interesseeren, een raad mag ge
ven, dan zou het deze zijn: absoluut noodzakelijk
zijn eenig geld, een goede gezondheid, en practische
landbouwervaring. Plumas is geen ideaal paradijs,
men moet er hard werken en dan is er een redelijke
kans op succes, op veel meer succes dan in Holland
en op een veel grootere kans daartoe. De geestelijke
verzorging is onder het volkomen vertrouwbare op
pertoezicht van den Hollanders zeer genegen Aarts
bisschop van Winnipeg. Men zij natuurlijk voorzich
tig (met den aankoop van land. Men zij even voor
zichtig met den woordenrijkdom van iederen agent
die koeien met gouden horens 'belooft. De koeien
hebben in Canada geen gouden horens, het eenigste
■goud wat er in den Ganadeeschen landbouw is, is
de toekomst voor den hardwerkenden en ervaren
landbouwer, vooral indien die over eenig kapitaal
kan beschikken en kinderrijkdom heeft. En omdat die
elementen naar mijn meening zeer sterk uitblinken
onder deze eerste kolonisten van Plumas, durf ik in
de kolonie, doch vooral dan om hen zelf, vertrouwen
te hebben.
K. VAN HOEK.
„Nu, maar goejd en wel, ik ga niet naar zijn huis",
zeide Elsa.
„Misschien zijn daar Indische bedienden", ging juf
frouw Dame in hoopvolle verwachting voort. „Don
kere, zich onhoorbaar bewegende mannen iiq vlekke
loos wit. Hij klapt in zijn handen en zij verschijnen
als bij tooverslag, van achteir verborgen deuren. En
afgodsbeelden ook! En wierook de wierook komt
uit Indië, niet waar, juffrouw Marlowe? O, wat zou
ik dat huis gaarne van binnen zien". Zij schudde
droevig het hoofd. „Indien ik in uw plaats was, ging
ik, jufrouw Warlowe."
„En ik denk er niet over", zeide Elsa, de kap nijdig
over haar schrijfmachine plaatseinde.
„Ik zal mij met u in dezelfde kamer bevinden",
moedigde juffrouw Dame haar aan. „Er zijn daar al
tijd geheime valluiken. Herinnert u zich j,De Bruid
van den Rajah"? Ethel Exuisite speeüde de hoofdrol
ik geloof niet dat dit haar ware naam was u?
Wat is uw telefoonnummer?"
„Ge behoeft mij volstrekt niet op te bellen wanr
neer hij imij laat roepen; ik zal er miett de minste
acht op slaan".
„Brook Street 304", mdmpdlde juffrouw Dame. „Een
Huis vol Geheimzinnigheid!"
Ondanks zichzelve moest Elsa lachen.
„Doe niet zoo bespottelijk. Het is een zeer gewoon
huis in West End. ik ben het meermalen voorbijgeloo-
pen, en eenmaal ben ik er binnen geweest, toen de
oude heer Amery nog leefde".
„Hij heeft het waarschijnlijk geheel anders en naar
zijn Oostersche denkbeelden ingericht", hield juf
frouw Dame vol, niet geneigd, do voorstelling, die zij
zich gevormd had, te wijzigen. „Er moeten tapijten
liggen waarin de voet tot den enkel wegzinkt, en
divans
"Divans?" verbeterde Elsa.
„O, spreekt men dat zoo uit?" vroeg Juffrouw Da
me verrast. „Divans? Welnu, die zijn daar ook. En
reukwerken, en muziek Ik ken dat soort menschen
och Hteere! Ik wilde dat u het ook eens zaagt!"
Elsa zag haar smeekende oogen en was het lachen
zoo dicht nabij als zij kon.
„Men zou bijna denken dat ge met hem samen
spant", zeide ziji op vriendelijker toon. „En thans
naoogt ge mijl tot aan het hotel vergezellen, anders
word ik misschien in de straten van Londen ont
Naar het Engelsch van
Allee Grant Roeman.
(Nadruk verboden.)
Merrick had rijn handschoenen vergeten. Dat was ver
velend, want na de onhebbelijkheid van zijn hospita,
kon hij niet met goed fatsoen teruggaan, ook al had
hij tijd gehad.
Merriok was oon vergovonegerind man, zelfs ton op
zichte van hospita's, maar hij was ln oen prlkkelbaro
stemming, want hij had geen ontbijt gehad. Deze luxe,
had (hij -evenals zoo vele andere, iden laatsten tijd afge
schaft
Een jaar lang had hij geleefd van rijn demobilisatie
toelage en de zeldzame cheques van een paar zeer cou
lante uitgevers, die niet alleen de voortbrengselen van
zijn echrijf-talent accepteeren, maar ze ook contant be
taalden.
Het was niet bepaald een weelderige periode in zijn
leven geweest, maar zijn vooruitzichten waren nog min
der weelderig, nu er tegelijkertijd een eind was geko
men aan 'zijn toelage en aan het geduld van zijn hos
pita en hij begon bijna te verlangen naar een nieuwen
oorlog, want dat beteekende tenminste geregelde maal
tijden en gezelschap van -kameraden.
De eerste maanden na de demobilisatie had hij be
steed aan het schrijven van zijn tooneelstuk het stuk
dat zijn hersens gepijnigd had gedurende de eindelooze
maanden in de loopgraven. Toen het klaar was had hij
zich de beenen week geloopen om een theaterdirecteur
te bewegen het op te voeren, Maar tooneeldirecteuren
moesten nietB hebben van stukken van onbekende ac
teurs, ja, ze stierven liever dan ze zelfs te lezen,
Merrick was dien ochtend uitgegaan voor een onder
houd met een uitgever en dat maakte de kwestie van
de handschoenen belangrijk. Hij was ervan overtuigd
dat het er meer op aankwam er verzorgd dan intelli
gent uit te zien en daarom liet hij zich veel gelegen
liggen aan zijn uiterlijk. Zijn pak zag er nog zeer be
hoorlijk uit, zijn hoed wa's keurig afgeborsteld, zijn
boord en das waren onberispelijk. De handschoenen
slechts ontbraken om aan zijn verschijning de „finishing
touch" te geven en hij voelde met een weeë zekerheid
dat zijn zelfvertrouwen daaronder bezwijken zou.
Hij kon zich niet de aanschaffing van een paar nieu
we permltteeren; voor hij uitging had hij rich overtuigd
dat de Inhoud van zijn vestzak niet meer dan 6 shilling
3% pence bedroeg. Geldgebrek stond tusschen hem en
zijn goed geluk.
Opeens viel zijn oog op het opschrift cp het étalage-
raam van een onaanrienlijken winkel:
Tweede Hands-Kleeding voor Dames en Heeren.
Als geëlectrlseerd bleef hij'.staan. Waren er ook men
schen die hun gedragen handschoenen verkochten? be
dacht hij. Het leek hem niet erg waarschijnlijk, maar
hij kon het licht vragen.
Hij stapte den winkel (binnen en een oude vtouw in
formeerde vriendelijk wat er van zijn dienst was. Zijn
verzorgde verschijning was een sensatie voor de koop
vrouw, die een gansch ander publiek gewoon was.
Verkoopt u ook handschoenen? vroeg Merrick.
Ik denk dat ik precies heb wat U zoekt. Kijk hier,
zeven en een halve shilling.
Dat Is me te duur, verklaarde Merrick, die de
peau-de-suède handschoenen van goede kwaliteit nauw
keurig bestudeerde.
Zes en een half dan!
Is me nog te veel.
Zes. Wel lieverd, bekijk ze maar eens goed. Eerste
kwaliteit, animeerde de vrouw. Weet je wat, ik zal er
vijf shilling van maken, maar op mijn woord, het Is
alleen mijn goede hart en omdat je gezicht me aan
staat. Het zijn handschoenen van. den koning en de
meeste lui die hier komen zou ik ze niet eens laten zien.
Merrick betaalde de vijf shilling en stapte het winkel
tje uit met 3% stuiver in zijn zak en de handschoenen
van den koning in zijn hand. Wat had de oude praatjes-
maakster toch in vredesnaam bedoeld? Hij moest lachen
bij de gedachte aan een onfortuinlijken monarch die zijn
handschoenen bij een uitdraagster verkocht. Het speet
hem dat hij niet gevraagd had van welken koning ze
afkomstig waren!
In elk geval, het waren heel behoorlijke handschoenen
en als Rogers nelt afschoof kon hij altijd nog zijn hor
loge naar de 'bank van leening brengen. Dat voorwerp
was gewend aan dergelijke logeerpartijen!
Hallo Merrick!
Johnson hield hem staande. Hij had zijn ouden krijgs-
malkker niet gezien sedert ze gedemobiliseerd waren.
Wel, kerel, je ziet er patent uit. Wat heb je al dien
tijd uitgespookt?
Zijn oog viel op Merrick's handschoenen.
A propos, voor ik verder ga, zei hij, ik heb Je
nooit die vijf pond terugbetaald, die Je me Indertijd ge
leend hebt. Laat ik meteen mijn geweten van dien last
bevrijden.
Merrick nam half verdoofd het biljet van vijf pond
aan en sloeg een invitatie van Johnson om mee te gaan
lunchen af.
Het spijt me. Ik moet over tien minuten bij Ro
gers van de „Wortd'» Magaato»* rijn. Ik heb een rif-
spraak.
Jij was altijd een geluksvogel. Nu, tot weerziens
dan.
Vijf pond! De horizon begon op te klaren. En met
vernieuwd zelfvertrouwen stapte hij hst bureau van het
tijdschrift binnen, waar hij onmiddellijk tot het privé-
1 kantoor van den machtigen uitgever werd toegelaten,
Hij legde zijn stok en zijn handschoenen achteloos op
j Rogers schrijftafel en Rogers keek over zijn lorgnet
Inaar de handschoenen, fronste het voorhoofd en zei:
I Het doet me genoegen u te zien, Mr. Merrick. Die
I novelle van u was uitnemend. Ik zou gr^ag willen dat U
een serie voor ons schreef.
Merrick verliet het bureau van de „World's Maga
zine" met een cheque ln zijn portefeuille en de hand
schoenen van den koning ln zijn hand geklemd.
In rijn weg stond een heer te wachten op een taxi
die hij Julat gewenkt had, HIJ draalde zijn gebogen hoofd
in Morrlck'fl richting toen dozo aangewandeld kwam on
Merrick zag dat de oogen een moment als geboeid op
de grijze handschoenen bleven rusten. Het volgende
©ogenblik hief de man het gebogen hoofd op en rij her
kenden elkaar, Het was Macallster.
Maoalister was in Frankrijk eenige maanden zijn kolo
nel geweest. Een beetje plompe vent, vond Merrick, en
ze waren nooit intiem geweest, maar nu begroetten zo
elkaar toch met de hartelijkheid van oude wapenbroe
ders.
Ga met me lunchen, inviteerde Macallster, toen de
taxi hen bereikt had.
Merriok had er wel ooren naar. Hij had na zijn laatste
ervaringen ontdekt dat het een heerlijke zomerdag en
het leven de moeite waard was.
Ze lunchten dn de „Flccadi'lly"; op de tafels stond een
weelde van rozen. Vlak bij hen zat een meisje in een
lichte zomerjurk. Haar haar en oogen goud onder een
klein hoedje. Ze keek naar Merrick toen hij zijn hand
schoenen neerlegde; daarop ontmoetten hun oogen el
kaar en hij had het gevoel of de wereld uiteenviel ln
duizend heerlijke, zachtgekleurde stukjes.
Het was een gezellige lunch, de goede, met zorg ge
serveerde maaltijd, smaakte Merrick na zijn karige kost
van den laatsten tijd, de conversatie was geanimeerd ,hot
meisje aan het tafeltje naast hen, aanbiddelijk.
Op een gegeven oogenbllk pakte Macallster ln gedach
ten de handschoenen op, maar Merrick trok ze hem uit
de hand.
Wat is er voor bijzonders aan die handschoenen dat
je ze als een Cerberus bewaakt? vroeg de oud-kolonel
met een verbaasden glimlach,
Ze zijn betooverd, antwoordde Merrick raadsel
achtig en er klonk een besche!den> maar zilver lachje
aan de belendende tafel. Toen hij echter omkeek was het
gouden meisje in druk gesprek tmet haar tafelgenoot,
san jongeman met een forsoh figuur en een tamelijk
lik hoofd.
j Dwaze vent, zei Maoalister. Wat denk je van de
jschouwburg vanavond?
Kan niet. Ik ga de rivier op.
Hij had niet het minste plan in deze richting toen hij
dit sprookje opdisohte, maar Macallster scheen zoowel
ietwat jaloersch als onder den indruk.
Gelukkige kerel. Be wilde dat ik me ook zulke luxes
kon veroorlooven, inplaats van ma te moeten aftobben
om aan de kost te komen. Maar Maandag? Zullen we
afspreken om negen uur in de „Prophetic?
Uitstekend.
Macalister moest een trein pakken en ging eenigs-
zlns haastig heen.
Toen Merrick hem langzaam volgde liet hij één van
zijn (handschoenen bij het tafeltje naast hem vallen en
het kostbare ding gleed langs de aanbiddelijke zomer
jurk. Het gouden meisje boog onwillekeurig om hem
op te rapen en Merriok liet haar haar gang gaan. Hij
begon een bovennatuurlijke kracht aan de handschoe
nen des konings toe te kennen en het interesseerde het
hoogelijk welke uitwerking rij op de onbekende schoon©
zouden hebben.
Het is eigenlijk tegen den regel, zei hij gemoedelijk
toen ze hem zijn bezit weer overreikte, eigenlijk had
U Uw handschoen moeten laten vallen, en ik had dien
moeten oprapen.
Waarom? vroeg het meisje geamuseerd,
Omdat dat zoo de gewone manier is. Dan zoudt U
mij bedankt hebben en ik zou mezelf met een kwasi-
peinzend gezicht hebben afgevraagd waar ik U toch al
eens eerder ontmoet had en of ik Uw broer niet ge
kend heb in den wereldoorlog,
Heeft hij Je gekend? wendde het meisje zich tot
haar,, tafelgenoot, met het dikke hoofd,
Neen, antwoordde het jonge mensch, meer nadruk
kelijk dan beleefd,
Een vierde persoon voegde rich bij het gezelschap,
Zijn jullie nu nog niet klaar met eten ,hongerhal-
zen? En toen opeens: Wel allemachtig, B311 Merriok!
Goeie hemel, oude jongen, ik heb je in geen eeuwen go-
zien, ken je mijn nicht en neef: Agatka en Tommy
Royal?
Het meisje en Merrick keken elkaar aan en barstten
in lachen uit.
Jim Royal was een joviale kerel en kwam onmiddel
lijk met een invitatie aan Merrick voor den dag om mee
te gaan de „week-end" door te brengen in hun houten
landhuisje aan de Theems. Eleanor heeft dat ding. daar
laten neerzetten, vertelde hij, het is vjjf voet in het
vierkant en je kimt in elk geval dn de keukengootsteen
silapen. Ik ga er juist met deze onschuldige schaapjes
in de auto heen... tandenborstel en zoo kun Je van mij
leenen.
Natuurlijk ging Merriok mee. En natuurlijk zat hij
voerd en naar den harem van Majoor Ameryi ge
sleept".
„Zelfs iets dergelijks is voorgekomen", sprak juf-
fwrouw Dame opgeruimd.
Elsa bracht geen genoeglijken avond door. Nauwe
lijks was ziji op (haar kamer in het hotel aangeko
men, of het meisje vroeg haar door de telefoon of
zij reeds van gedachten veranderd was. Bij1 tusschen-
poozen van een half uur,, vernam zij' de gretige stem.
van de zoekster naar romantiek.
„Wees nu niet zoo vervelend, Jessie", zeide ziji
streng. Dit geschiedde na ide vijfde maal; zijl had ge
dineerd en was op haar kamer gebleven. „Rij beeft
mij niet geroepen, en wanneer hiji het doet, ga ik
niet."
„Ik zal u tot half twaalf ieder half uur opbellen',
antwoordde het volhardende dametje aan het an
dere einde van den draad. „Daarop kunt u zich ver
laten, Juffrouw Marlowe."
Elsa kreunde en hing 'den hoorn op.
Ken paar minuten voor elven rinkelde de telefoon
schel opnieuw, en in de meening, dat het Jessie zijn
zou, was Elsa in tweestrijd of zij aan den oproep ge
hoor zou geven. Toen ziji zulks gedaan had, was de
stem die tot haar sprak, de stem van A'mery.
„Spreek ik met Juffrouw Marlowe? Hier is Majoor
Amery. Neem een taxi en rijd als 't u blieft dadelijk
naar mijn woning. Ik heb mijn huishoudster uitge
zonden om Juffrouw Dfame te balen."
„Maar, Majoor Amery, ik wilde juist naar bed
gaan.
Klik! De boom werd opgehangen.
Nu was de gelegenheid om haar onafhankelijkheid
te toon en aangebroken. Zij was een zwak, 'kneed
baar schepsel geweest, dat de minachting van ieder
vrouw die eerbied voor zichzelve koesterde, verdiende.
Zij zou zich niet opnieuw door hem laten bevelen
alsof zij een slavin was. Thans zou zij hem toonen
dat haar wil sterker was dan de zijne.
Vastbesloten 'ging zij op den rand van haar bed
zitten, haar oogen gevestigd op de telefoon, en toen
de schel na verloop van een kwartier werkelijk weer
rinkelde, sprong zij op.
„Is juffrouw Marlowe daar?" De stem verried nu
ongeduld, bijna toom. „Ik wacht u nog steeds. Juf
frouw Dame is reeds aangekomen".
„Ik kom", gaf zij ten antwoord.
Zij trachtte zich wijs te maken, dat zij uitslui
tend ging, omdat zij Jessie Dame onmogelijk alleen
kon laten in dat huis, hetwelk door deze als „Een
Huis vol Geheimzinnigheid" beschreven was, en om
dat zij zoodoende het verlangen naar sensatie van
het vreemde meisje hielp bevredigen. Doch in den
grond van haar hart wist zij dat zij slechts toegaf
aan de heerschappij die de raadselachtige man over
haar uitoefende, en haar haat jegens hem was sterker
dan ooit.
Een zeer prozaïsche huisknecht opende de deur, en
een kleine vrouw van middelbaren leeftijd, met een
zeer ingetogen uiterlijk, bracht haar naar den salon,
waar zij Jessie Dame op haar vond wachten, zittende
op de punt van een stoel, de lippen dicht opeen ge
klemd, haar wijdgeopende oogen met afkeurenden
blik gevestigd op de ontegenzeggelijk geheel Wester-
sche inrichting van het vertrek.
Dit was zeer ruim en een weinig ouderwetsch, met
zijn kristallen lichtkroon voor het gebruik van elec-
trisch 'licht veranderd, zijn Chippendale-stoelenmet
hoogen rug, en antieke kabinetten. Het vloerkleed, be
werkt met patronen van bloemen, krullen en ruwha
rige Cupido's, was onmiskenbaar van Victoriaanschen
stijl. Elsa kon zich de teluerstelling van Juffrouw
Dame levendig begrijpen.
De raadselachtige man was nergens fe ontdekken,
en zij werden alleen gelaten.
„Hebt gij hem gezien?" vroeg jufrouw Dame met
fluisterende stem,
„Neen".
„Er is hier niet veel bekijks ook", merkte jufrouw
Dame afkeurend op. „iMaar er is hier een Chinee-
sche bediende. Wij zullen moeten oppassen 1"
Zij legde een vinger op haar lippen, toen de deur ge
opend werd en Majoor Amery binnentrad. Hij was in
avondkleeding, en, uit den rimpel die zijn voorhoofd
doorploegde, meende zij te mogen afleiden dat hij
in zijn gewone stemming verkeerde.
„Ik had niet verwacht dat ik vanavond nog om
u zou zenden," zeide hij zonder inleiding, doch er
is iets voorgevallen dat een onschuldige grap van
mij in een ernstig geval 'heeft doen verkeeren".
.(gen onschuldige grap van hem! Den adem W3rd
haar bijna ontnomen. Was zijn opvatting van een
grapje, dat hij haar ieder oogenblik bij zich kon ont
bieden? Naar allen schijn, ja, want hij vervolgde;