•^7y* De dood uit den krater. VOOR DE KINDEREN. WAT PIM EN PUK OVERKWAM. De smart is «en bode Gods, die komt om ons beter te mokon, niet om ona te vernietigen. -—O Laat schrapen wie wat wil: maar gij, gedraag u wijzer! War.t leven voor het goud, dat geeft een ziel van Ijzer. Als u niets te doen hebt, stoor dan ook niet dengeen, die het druk heeft Stort ook de sterkste tronk vermolmend neder, zijn sterker zelf leeft voort In nieuw gewas. WANNEER KRACHTEN IN HET BINNENSTE DER AARDE ZICH EEN UITWEG BANEN. Vuurspuwende bergen veiligheidskleppen van onzen aardboL Wederom hebben bij de huidige uitbarsting van den Etna de verborgen krachten in het binnenste der aarde hun ontzettende macht doen gevoelen. Wederom heeft die donkere krater daar boven op den berg dood en verderf uitgebraakt verwoestingen aanbrengend, waar wij, nietige menschen, machteloos tegenover staan. Wij, die gedwongen zijn te leven op een aardkorst, welker massa ons begrip ternauwernood kan omvatten, maar die toch zoo nietig schijnt wanneer de natuurkrachten losbarsten, wanneer de spanning van het gesmolten gesteente in de peillooze diepte der aarde en de uit hen zich ontwikkelende gassen grooter wordt dan het weer standsvermogen van de vaste steenlagen, welke door die enorme krachten vanéén worden gespleten, zelfs wanneer zij vele honderden meters dik zijn. In dezen zin heeft men de vuurspuwende bergen eens treffend de veiligheidskleppen van onzen aardbol genoemd. In totaal telt de aarde ongeveer drie honderd vulka nen, die min of meer in werking staan. Het ls vaak moeilijk, om van uitgedoofde vulkanen te spreken, wijl sommige, die sinds menaohenheugenls rustig zijn ge weest, plotseling beginnen te werken. De Kilimands- jaro de berg van den boozen geest) In Afrika, oa kan men als uitgedoofd beschouwen, doch in zijn om trek vertoonen zich nog steeds zwakke vulkanische ver schijnselen. Verder ls het bekend, dat de Vesuvius, vóór de verwoesting van Pompeji, een met bosschen be groeide berg was. Ofschoon intusschen de aardbeving»- en de vulkaan- gebieden samenvallen, heeft de ervaring toch geleerd, dat de werkzaamheid der vulkanen volstrekt niet met die der z.g. aardbevingshaarden samenvalt, desondanks kunnen beide door dezelfde factoren veroorzaakt wor den. Wtui■K/JIDSi'.hE KLAARHEID. ijl Travaso, Rome.) Mijnheer, het moet nn eens tot klaarheid komen tnnehen u en mijn dochter in zake uw verhouding. -— Oraag, mevrouwzoodra het tot klaarheid Ie gekomen tunchen uw echtgenoot en mij in zake xtyn finaneieele positie. De Dultsche geleerde, prof. Meijer, die de groote uit barsting van den Veauvius in 1906 medemaakte, en dezen vulkaan ook jaren daar vóór had bestudeerd, deelde van zijn bevindingen het een en ander mede, dat een begrip geeft van de werking van vulkanen la het al gemeen. Reeds in 1875 bezocht hij den Vesuvius voor het eerst, drie jaar na zijn laatste groote uitbarsting. Sinds een jaar hadden grootere en kleinere erupties de uit barsting aangekondigd, doch die trad desondanks zóó plotseling op, dat verschillende menschen, die zich tot dicht bij den krater-wand gewaagd hadden, door de lava werden verrast en gedood. De Vesuvius kwam dlreot na de groote uitbarsting van 1872 tot rust, In 1875 stootte hij nog slechts zwa veldampen uit De kraterinzinking bleek een diepe ketel, met een doorsnede van eenige honderden metera. In 1903, drie jaar voor een andere uitbarsting, was zijn werkzaamheid geheel veranderd. Onophoudelijk, schier om de vijf minuten, vonden kleine erupties plaats. Donkere rookmassa's werden hoog in de lucht gewor pen, tegelijk met brokken lava en steenen. De krater- mond was veel kleiner geworden. Op den bodem be vonden zich drie gaten, waaruit de rook omhoog steeg. De aschkegel was veel hooger geworden. In 1906 bleek de lava den aschkegel doorbroken te hebben. Zes weken vóór de groote uitbarsting van 1906 stroomde de lava al ln beduidende massa's uit De werkzaamheid van den Vesuvius nam steeds toe. Hooge rookzuilen stegen op. Op Napels vielen benauwende aschregens neer. En onverwacht openden zich aan de Zuid-Oost zijde verschillende kratermonden. In den nacht van den zevenden op den achtsten April vond de groote uitbarsting plaats. In den geheelen omtrek viel een dichte aschregen. De Napollt&nen kon den den berg niet eens zien. De Vesuvius stootte een geweldige, een paar kilo meter hooge rookwolk uit, waarin gloeiende bommen tot acht honderd meter hoog werden weggeslingerd. Ononphoudelijk echoten bliksemstralen heen en weer, de rookwolken blauw en vaalgeel kleurend. De gloed van den kratermond was diep rood. De berg scheen aan zijn rechterflank opengespleten te zijn. Een bree&e lavastroom verdeelde zich in ver schillende armen. Toen opende zich de vulkaan ruim zes honderd meter onder zijn top en witgloeiend stroomde een reusachtige stroomlava uit De nieuwe krater wierp brokken steen van meters lengte in de lucht. De lava stortte als een waterval de helling af. Gloeiende bonken rolden over elkaar, daverden in snelle sprongen omlaag. Een schouwspel van indrukwekkende schoonheid, maar angstaanjagend. Eerst verder naar beneden vertraagde de vuurstroom, maar hier flikkerden de vurige tongen telkens op, wanneer een huis of een wijngaard werd aangetast De lava verspreidde groote hoeveelheden waterdamp en rook. De geheele omgeving werd er in gehuld. Spoe dig kon men den Vesuvius nergens meer onderscheiden. Tuaechen 1 en 2 uur 's nachts bereikte de uitbarsting haar hoogtepunt Er volgde een geweldige ontploffing, toen trad er een betrekkelijke rust in. Alleen de rook wolk dwarrelde nog tot enorme hoogten op. Bij meting bleek haar hoogte dertien kilometer te bedragen. Na de catastrophe had de Vesuvius zijn vorm aan- EEM BESTE KEREL. ftrndagtMliw-Strix, SiockhotaJ Ds oltgever van „De Komeet" is'n beste kere». Hij plaatst mijn teekeningen wel is waar nooit, maai Mi lacht er toch niet om. merkelijk gewijzigd. Hij was flink wat lager gewo^A Van 1385 meter zakte de berg tot 1232 meter. De krater, die vroeger een doorsnede van zestig ter had had daarna 650 meter middellijn. De goht»h top van den vulkaan was letterlijk in de lucht gebUueu! Aan de hand van deze waarnomingen ls het den Duitschen geleerde mogelijk geweest, deze uitbarsting natuurkundig te verklaren. Uit het binnenste der aardo was de gloeiende massa steeds hooger gestegen, nn^ den mond van den krater toe. Daar ze steeds een nit- nigte gassen met zloh voert, hadden er kleinere ultbi stlngen plaats, die den aschkegel deden stijgen, lava in den berg moest telkens meer stijgen, om «es uitweg te vinden, doch de uitlaat werd steeds moei! ker, de druk ln den berg nam ieder oogenblik toe. Dj kracht der vloeibare massa's werd grooter en grool Ze deden den berg tenslotte splijten. Maar hierd' stortten de wanden van den krater ineen. De wegvloei ende lava had een groote open ruimte overgelaten. De gassen in den berg vonden echter hun uitlaat ver- sperd, doch baanden zich tenslotte toch een weg en z« brachten een ontploffing te weeg, die heel den top van den Vesuvius neerwierp op een stadje van 15000 i& woners, Ottajano, benevens op verschillende dorpet Het was volbracht. De kracht, die de lavamassa's omhoog drukte, echter nog onbekend. Vulkanische uitbarstingen heb ben intusschen niet alle het zoo juist omschreven ka rakter. Ofschoon in den Etna thans wel hetzelfde plaata vindt, weet men het niet met zekerheid, daar alle tot- gangswegen tot den top zijn afgesloten, Men kan slechtj vanuit een vliegmachine uiteraard onnauwkeurige waarnemingen doen. Maar één gevolg la hetzelfde: de vernieling van ge heele steden en dorpen en de tragische vlucht van jam merende dakloozen. Ben verheugend verschijnsel is het, dat de menach geleerd heeft, zloh in zekere mate ook tegen dit gevaar te w<eer te stellen. Door dammen poogt men de lava- stroomen, die zich gemakkelijk laten afleiden, andere richting te geven, zoodat ze zonder al te groot» schade aan te richten naar zee stroomen. TevenB voor komt een systematische, door de autoriteiten geleide ontruiming van het bedreigde gebied gelijk thani bij den Etna gebeurt veel ongelukken. In het algemeen kan er veel voorkomen worden door een nauwkeurige observatie der vulkanen. De Vereenig-J de Staten, Nederlandsch-Indlë en Japan staan, volgent Prof. Dr. H. Reek, van het Geologisch Instituut der Berlijnsche universiteit, vooraan in de organisatie van den afweer van vulkanische rampen. Natuurlijk heeft ook Italië zijn observatoriums, waar in geleerde vulkanologen de werkzaamheid der vulkanen bestudeeren. Men was op de Apenijnen zelfs van plan, de krachten van den Etna economisch te benutten. Maar hiervan zal voorlooplg wel niets komen, nu de oude reus het op zijn heupen heeft gekregen pfctt HEAT HU U Gtofe Ben J t Kruip Ook Bwr; ffordt Jt n Ik bh JE 651. Een draak, groots koning, risp Plm mar Ju* verheugd uit? Tm hier een palels- draak? Tic beft dol op draken. !h zal se! Wacht u maar es een oogenblkkje! Als gij die draak voor ons doodt, edele held, zei de koning, dan geef Ik mijn toe stemming tot uw huwelijk met de prinses en dan zult gij later koning worden van dit land. Ik zal hem dooden zei Pimmarius ern stig. 652. De koning vertelde hem toen, dat de vreeselljke draak lederen middag om ze ven minuten na vier laugs de troon kwam wandelen. Pimmartus keek op de klók. 't Is vijf minuten na vier, groote ko ning. Dan maak Ik dat ik wegkom, as! de koning en hij verdween snel. Pimmarua keek rond en kroop toen ach ter een groote bloempot 653. Ga nu, echoone prinses, zei Pim marius zacht. Ga nu vóór de wilde draak komt! De prinses verdween zuchtend en de held kroop opnieuw achter de groote bloempot Hij wachtte, t Was doodstil ln de zaal. Alle konijnen zaten ln groote spanning af te wachten, wat er nu gebeuren zou. Opeens hoorden ze rare schuifelvoetstap pen. En daar... verscheen de draak! 't Was een dikke met ses pooten. 654. Dapper sprong Plmm&rius achter de bloempot weg en je kon zien, dat de pa leisdraak schrok, toen ie daar zoo opeens een held op zich zag toestormen met een degen ln de hand. - Wat moet u? vroeg het ondier. Wat ik moet? brulde Pimmarius. Wat tk moet, vraag je, leelijke draak, die je bent? Dat moet ik. Wild stak ie naar hem met zijn degen. De draak probeerde te bijten en toen stak Pim marius nog wilder. 655. Pim vergat op dat oogenblik heele- maal dat hij niet echt Pimmarius was en dat hij alleen maar een rol speelde. Hij kwam zóó ln vuur, dat hij zich een echte held voelde en de draak... voor een echte aanzag. Hij stak wild met zijn degen, -naar het „ondier" zoodat de konijntjes, die voor draak speelden, en die de eene klap na de andere kregen, bang begonnen te worden. 656. Eerst probeerden ze Plm te „sei nen". Ze fluisterden zachtjes: Pasop! Pas op, nou! maar dat hielp niet. Toen staken ze een arm onder het drakendoek weg en balden de vuisten, maar de „held" was zóó wild, dat hij er steeds harder op sloeg. De arme konijntjes kregen de eene klap na de andere. Opeens hadden se der genoeg van. Ze gooiden alle drie het doek opzij. De mooie kop van den draak rolde over den grond en... 657. Woedend gooiden de „draken-konij nen" alles op zij. Eén van de drie greep de bezem, die als staart van den draak gediend had. Alle drie vlogen ze op den ,„held" af en voor iemand recht begreep, wat er ge beurde, was er een volslagen vechtpartij, aan den gang. 658. Pim had er in het begin niets van begrepen. Hij was zoo in zijn rol verdiept, dat hij eerst niet eens begreep, wat die ko nijntjes wel wilden, maar toen hij de eerste klap kreeg, toen snapte hij 't wel. Hij ver dedigde zich zoo goed hij kon, maar... drie zijn sterker dan een! Hij kwam onder te liggen en...

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 22