Alfiiiti Nitm- llKFMÜl- LUttlllM ilat II in tte Donderdag 29 November 1928. 71ste Jaargang No. 8366. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN &Co., Schagen. Eerste Blad. jken laa :z, L. uis. het! Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. LANDBOUWERS EN LANDARBEIDERS. VAN RUSWIJK's Schoenmakerij Plaatselijk Nieuws. DE RAADSELACHTIGE MAN. eifbenhen^. J.GPUNO's AAI-TABAK a 'tvanjeq en «r 3PER SCHAGER COURANT. jit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- lêntiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs por 3 maanden 11.05. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels 11.10, iedere regel moer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootcre lettors worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. son Loet n fra» uitat eren, ls: ten. ïn9» lagen joort, hrtft. agen. r. gal g. ot eohte daa Ten len >lboer rUt Var- MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 27 November 1928. LUCTOR ET EMERGO. Ik worstel en kom boven, de krachtige Zeeuwsehe wapenspreuk kon nu ook met recht en reden worden toegepast op Mozes S. en Abram v. L., twee linke jongens, die niet tegen een avontuurtje opzagen en laatstelijk te Den Helder tegen de lamp liepen, toen zij een rijwielhersteller hadden opgelicht voor een paar autobanden. De Officier eischte tegen ieder 6 maan- den, doch sedert dit moment hebben deze zwakkelln- föi, thans definitief gevestigd te Den Haag, zich on der de goede leiding van den filantroop en reclassee- jjngsambtenaar v. d. Eist zich zoo aangepast bij de ordelijke samenleving en zich zoo onberispelijk gedrag- gen, dat de Officier thans bereid werd gevonden, zijn elsch te wijzigen in een voorwaardelijke met 8 proef jaren. Daar de rechtbank ongetwijfeld in dezen geest uitspraak zal doen, rest ons nog, Moos en Bram onze hartelijke gelukwenschen aan te bieden met het wel verdiende succes, hopende dat zij steeeds zullen toene men in deugd en aangenaamheid bij Gode en de men schen. DAT WERD EEN GEBED ZONDER EIND. In. den loop van dit jaar had in de balzaal „Amicitla" te Alkmaar een knokpartij plaats tusschen Charleston- nende Egmond aan Zeeërs, waarbij de heeren Gebroe ders Prins werden afgerost door hun mede-inboorlin gen Willem R. en Slem W. Het scheen echter niet mo gelijk de heeren Prins als getuigen in de rechtszaal te krijgen, zoodat de Officier, ten slotte het wachten moede, de zaak maar opgaf en heden voor R. en Z. vrijspraak eischt. DE MYSTERIEUSE POSTKWITANTTE DER CHR. RADIO VEREENIGING. De geschorste postbodo A. W. te Zuidscharwoude, in dienst bij het hulpkantoor te Noordscharwoude, was op 29 Augustus belast met het innen van postkwitantiea en presenteerde o.m. een kwitantie ad f 4.16 bij de familie Kramer ten behoeve van de Chr. Radiovereeniging. Mej. Kramer lag ziek te bed en gaf haar dienstbode op dracht te kwitantie terug te geven met verzoek 8 dagen later opnieuw te presenteeren. Op 31 Augustus echter werd die kwitantie alweer aangeboden en betaald. Het bleek echter op het hulpkantoor, dat de kwi tantie niet was voldaan en toch niet op het kantoor aanwezig was. Volgens den postbode W. was de kwitantie niet be taald en had hij deze ook niet op 31 Augustus opnieuw aangeboden. Daarentegen beweerden mej. K. en naar dienstbode, dat de kwitantie, die overlegd werd, wel degelijk aan W. was voldaan. De rijks- en gemeentepolitie word in de zaak betrok ken en na een langdurig verhoor werd dat beëindigd mot een volledige erkentenis van den verdachten post- looper. Toen hij echter den volgenden dag het proces-verbaal ïdu teekenen, weigerde hij zulks en kwam hij geheel terug op de afgelegde erkentenis. Niettemin werd de strafrechterlijke vervolging door gezet en stond de jonge man heden terecht wegens ver duistering van f 4.15 in zijn kwaliteit als beambte der posterijen. Hij bleef ook nu zijn onschuld krachtig volhouden en beweerde dat zijn vöor de politie afgelegde erkentenis hem feitelijk zou. zijn afgedwongen. Welke insunlatle echter door den Rijksveldwachter Rood werd afgewezen. Men had verdachte er alleen op gewezen, dat de kans bestond, als hij bleef ontkennen, op een aanhouding en overbrenging naar Alkmaar. De voor verdachte meest bezwarende getuige, mej. Glas, bleef echter hardnekkig volhouden, dat zij op 31 Augustus aan verdachte de kwitantie had voldaan en deze op het buffet had neergelegd. Voornamelijk op grond van deze verklaring was de Officier dan ook geneigd om de schuld van verdachte aan te nemen en requlreerde tegen hem 4 maanden gevangenisstraf. De verdediger, mr. Belonje, oefende critiek uit op het politie-onderzoek en concludeerde vrijspraak. EEN BEETJE AL TE DIK OPGEBLAZEN ZAAK. De pensionhouder en radio-Installateur J. H. de V. te Egmond aan Zee was ontevreden op den grossier in Radio-artikelen Eduard van Leeuwen te Almelo en had op de strook van een hem toegezonden postwissel dien heer gekwalificeerd als een lummel en 'n stomme suffert. De geadresseerde nam geen genoegen met die minder vleiende uitdrukkingen en diende een klacht in ter zake beleediging, met gevolg, dat de onparlemen taire pensionhouder heden terecht stond. De heer Officier had de zaak nogal hoog opgenomen en deze aangebracht bij de Meervoudige Strafkamer. Nog gewichtiger scheen de T (beleedigde het gebeurde te achten, daar hij f 50 schadevergoeding wegens ver lies van eer en goeden naam verlangde en bovendien aanplakking van het vonnis op kosten van den ver dachte. Gevorderd werd f 50 boete subsidiair 50 dagen hechtenis. Aa Dinsdag uitspraak. De toestanden ten plattelande en wel voornamelijk die in het landbouwbedrijf, trekken in den laatsten tijd sterk de aandacht tot zich. Een maand geleden hield de S.D.A.P. een congres speciaal gewijd aan de be langen van kleine landbouwers en landarbeiders, terwijl voor enkele weken de Vrijzinnig-democratische Bond op zijn jaarvergadering den toestand besprak aan de hand van een rapport over een onderdeel van het vraagstuk, met name over het pachtvraagstuk. Bij de besprekingen op het congres der S.D.A.P. kwam men telkens tot do slotsom, dat alleen volledige uitkomst Is te verwachten als alle grond aan de gemeenschap is gekomen, m.a.w. wanneer alle particulier grondbezit is opgeheven. Bij de besprekingen op de vergadering van den V.D.B. kwam in tegenstelling hiermede de elsch naar voren, dat aan een ieder de volle vrucht van zijn eigen inspanning moet verzekerd zijn, ook dus voor den landbouwer, dat wil zeggen, dat er naar gestreeft moet worden, dat de grond het eigendom is van hem, dien hij bewerkt. Veel ontbreekt hier nog aan. Meer dan de helft van hen, die hun bestaan moeten vinden in land- en tuinbouw, doen dit op grond, dien zij moeton huren, terwijl nog een zeer groot deel van hen die boe ren op eigen grond, hierop zware schulden hebben staan. Waar de vraag naar grond steeds hot aanbod overtreft, (de besohikbare grond is cn zal altijd beperkt blijven) ligt het voor de hand, dat de huurprijzen PRACHTCADEAUX een paar mooie SCHOENEN of PANTOFFELS. Prima vetleeren werk. steeds omhoog gaan en zeker niet meer in verhouding staan met een verwachte opbrengst. Veel pachtora lij den dan ook een zorgelijk bestaan, zijn aan de grens van het pauperisme verteren een eventueel aanwezig klein kapitaaltje. Trots zwoegen van den vroegen mor gen tot den 'ïaten avond kunnen zij het hoofd niet boven water houden, na afdracht der pacht blijft er te weinig over ook om gebouwen, werktuigen en machinerieën te onderhouden zooals zulks noodig is; er is geen vol doende opbrengst om aan de arbeiders een behoorlijk loon uit te betaien. En dit laatste is zeker over bijna de geheele linie te laag. De opbrengst van het landbouw bedrijf Is zelfs bij bevredigende prijzen van de produc ten, niet In staat de kosten te dekken. Onder deze ne men het loon en de pacht een zeer groote plaats in. Op de loonen kan niet bezuinigd worden, andera dan door arbeiders zoo min mogelijk aan het w?erk te hou den, hen zoo spoedig mogelijk te ontslaan en daardoor de werkloosheid te vergrooten. De pachtsom zal zoolang het vrije spel van vraag en aanbod bij een boperkte grondvoorraad, gehandhaafd blijft gesteund door een toeneming van de bevolking steeds stijgen. Reeds wordt zoo intens mogelijk gewerkt en tilt den bodem gehaald wat er uit te halen is, verandering van cultuur (van landbouw in tuinbouw of groententeelt, kan niet over al plaats vinden, komt niet In enkele jaren tot stand en wordt ook door pachtvoorwaarden belemmerd. De op brengst van den grond zal nog opgedreven kunnen worden wanneer zooveel mogelijk de bebouwer tevens eigenaar is, een uitbreiding dus van het klein grond bezit. (Geen socialisatie dus van den bodem). Doch ook dit gaat slechts geleidelijk en heeft om vruchten af te werpen tijd noodig, intusschen lijdt het tegenwoordige landbouwersgeslacht, inbegrepen de landarbeiders, ge brek. Er is een noodtoestand en de regeering dient met spoed in te grijpen. Voor de hand ligt maatregelen te treffen tegen het oogenbllkkelijk ernstigste kwaad, met name tegen de veel te hooge pachtsommen. Dit zag ook de algemeene vergadering van dt V.D.B. in, toen zij na uitgebreide gedachtenwisseling zich uitsprak voor den elsch, dat bij de wet de mogelijkheid geschapen moet worden, hetzij voor het geheele Rijk, hetzij voor bepaalde gebieden, maxima vast te stellen voor bU verhuring van landerijen te bedingen pachtprijzen, on der bedreiging van straf tegen verhuring boven deze maxima. Door zulk een maatregel kan do pachtboer ge holpen worden aan een mcor menschwaardig bestaan, zal het bedrijf in staat zijn allen, die daarop werken, dus ook den landarbeider, een hooger loon voor hun werk te geven. Onverminderd andere oorzaken, die op dit oogenbllk onze landbouwers neerdrukken, kan een wettelijke pacht regeling reeds een begin van herstel veroorzaken, niet alleen tot heil van het platteland, doch tot voordeel van het geheele land. FEUILLETON BJWARTEN. *V Dinsdag had in „De Posthoorn" een onderlinge biljartmatch plaats, van welke uitnoodiglng 12 spe lers gebruik itiaaikten. Ook dit was non handicap-wed strijd, waarvoor vier prijzen in den vorm van kiinstvoorworpon be schikbaar waren gesteld. Naar het Engelsch van EDGAR WALLACE. 32. „Hij doet mij denken," zeide Juffrouw Dame, terwijl zl] beefde van woede, „aan een van die hondsche cow boys, die rond de dochter van den rancher heendraalen, steeds menschen afrossen en doodschieten, tot de knappe jonge man versohijnt, die ruzie gehad heeft met. zijn vader, die millionair ls, den cowboy een glas rum ia het gelaat werpt naar ik in de couranten lees, aebben zij daarginds méér rum dan zy weten wat zij er niede doen moeten..." „Wat heeft hij u aangedaan?" vroeg El3a welwillend. „Vraag liever wat hij mij niet aangedaan heeft," ant woordde de verontwaardigde jonge dame. „Een nijdige, bondsche bullebak is hij! Wanneer mijn pater hem zoo eens zag. zou hij wel inbinden." „Uw vader zou stellig niet inbinden," zeide Elsa, met opzet doende alsof zy haar verkeerd begreep. .Jk bedoel my'n pater niet, ik bedoel die vrouwenkwel- ende satan! Doch dat is waar ook, Juffrouw Marlowo, r- wanneer komt u nu eens by ons theedrinken? U heeft ons nieuwe huis nog niet gezien." Hier werd een uitnoodiging aangeroerd, die Elsa ge- namen tijd had weten te ontwijken. „Op een keer," zeide zy onbestemd. „Natuurlijk, wy zijn te min voor u," hernam Juffrouw ertf16!1 "maar vader is een echte heer, en gy zult in het eele West End van Londen geen keuriger ingericht buis aantreffen." Elsa lachte. kora niet om te zlen hoe 813 ingericht zyt, 6. Ik beloof je, ik zal komen zoo spoedig ik kan. at aare onderzoek..." ma?* begrijp je volkomen, lieve", zeide Juffrouw Dame ie cw>een kagischen blik. „Ik kan mij voorstellen hoe je ik i» V, arl Wlnsome ^ad ook van die buien, heb e gezien. En wat die mijnheer achter gind se deur betreft..." het^va Sfeiuid in het aangrenzende vertrek, dat een ersclaulven van een stoel, of het neersmyten van doenaJ* °Pt een inktk°ker had kunnen zyn, was vol gazen °m w Dame haastig den aftocht te doen Elsa mocht dien middag een uur vroeger dan gewoon- ïyk naar huls gaan, en dit buitenkansje was haar wel kom, want zy wenschte naar het hotel te gaan om haar koffers te halen, alsmede dat kleine Instrument, dat haar zooveel genoegen verschaft had ln de dagen, toen zy biyde geweest was het gezelschap van Maurice Tarn en die eeuwige dranklucht te kunnen ontvlieden, en dat de geheimzinnige muziek ten gehoore bracht, die ner gens vandaan kwam, doch op wonderbaariyke wyze door de met zyde omwoelde draden van de antenne op gevangen werd. Tusschen het hotel, waar zy haar bezittingen gehaald had, en Herbert Mansions, schoot het haar eensklaps te binnen dat zy een paar uren geleden niet het ge ringste voornemen gekoesterd had, haar verbiyf by Me vrouw Trene Hallam een dag langer dan noodzakeiyk was, te rekken. En toch, daar was zy nu op weg, haar koffer bovenop de taxi geladen, op weg naar dat huis, er zich in schikkende haar verbiyf voor onbepaalden tyd te verlengen! Zy zocht niet naar de reden van dezen ommekeer zy was haar slechts al te goed bekend. Ma joor Amery had deze kwestie in twee volzinnen voor haar uitgemaakt, zy schikte zich byna met berusting in zyn tirannieken wil Mevrouw Hallam was met meer belangstelling dan geestdrift getuige van het opstellen van de radio-inrich ting, en scheen merkbaar verlicht toen het meisje haar mededeelde, dat de verbinding alleen in haar slaapka mer zou worden aangebracht. „Het lykt my zoo gevaarlyk," zeide Mevrouw Hallam met nadruk. „Al die draden en die electriciteit.ik zou ze niet al tyd om my heen willen hebben... hoe ls de werking eigenlyk?" Dooh Elsa wist niet veel meer van radio af dan de gewone amateur. „Gy biyft dus voorlooplg?" vroeg Lou, toen het meisje de laatste hand aan haar installatie legde. Veel aanmoediging lag er in haar toon niet „U heeft my gevraagd een maand te biyven", ant woordde Elsa eenigszins verlegen. „Biyf zoo lang ge wilt, lieve", doch de poging van de vrouw des huizes om eenige warmte in haar uitnoodi ging te leggen, kwam niet tot haar recht. In het binnenste van haar gemoed vond Mevrouw Hallam het zeer vervelend. Zy haatte vreemden, en was volstrekt niet ingenomen met haar, die zy beschouwde als „Ralph's laatste". Dat zy mooi was, wilde zy toe geven, doch het was niet die soort van schoonheid, die by Mevrouw Hallam in den smaak viel. In Elsa miste zy geesteiyke verwantschap, hoewel zy deze tekortko ming niet bepaald in die woorden uitdrukte, zelfs niet in zichzelve. „Ik vermoed dat ge een groot deel van uw tijd zult Een spannend boek voor jou, Die fraaie pUp voor mü. Wie BAAI-TABAK van ORUNO rooW. Die krijgt ze er grati* byi ECHTE FRIESCHE tets buitengewoons tegen teer kjgen prip. De oneven nummers zijn haakjes staat de handicap. 1. Van Erp Rot Hoogland J. A. Schenk W. de Wit Hop de winners, tusschen (60) in 12 beurten 60, h. serie 26. (70 in 11 I beurten 56, h. serie 11. (100) in 13 beurten 100, bi. serie 37. (100) in 13 beurten 48, h. serie 20. (70) in 21 beurten 70, h, serie 12. (160) in 20 beurten 94, h. serie 24. J. D. Schenk (110) in 13 beurten 110, h. serie 21. J. Peetoom Jz. (100) in 12 beurten 49, h. serie 13. Slikker {250) in 24 beurten 250, h. serie 28. 10. Broer (75) in 24 beurten 64, h. serie 10. 11. Gorter (56) in 22 beurten 55, h. serie 16. 12. J. Peetoom Cz, (80) in 21 beurten 74, b». serie 12. 2e Ronde: Hoogland (100) in 16 beurten 100, h. serie 60. (60) in 16 beurten 61, h. serie 12. (70) in 20 beurten 70, b. serie 16. (110) in 19 beurten 80, h. serie 18. (250) in 12 beurten 250, h. serie 69. (5ö)in 11 beurten 29, h. serie 8. Van E'rpi De Wit Schenk Slikker Gorter 3e Ronde: W. de Wit Hoogland (70) in 33 beurten 70, h. serie 7. (100) in 32 beurten 00, h. serie 12. Dit was wel geen beste, maar een zeer spannende partij, toen beiden elk nog één punt moesten ma ken, misten zijl, en werd tóch ten slotte De Wit over winnaar. Ter verduideling hierbij het staatje: De Wit 62 Hoogland 94 0 i 0 70 doorbrengen met naar dat ding te luisteren?" vroeg zy vol biyde verwachting, en, op het bevestigende ant woord van Elsa, nam haar belangstelling voor het toe stel plotseling aanzienlijk toe. Elsa deelde haar mede, welk soort van programma's zy gewooniyk opving. „Opera's!" zeide Mevrouw Hallam, een gezicht trek kende. „Opera's zyn goed, maar het zingen bederft ze. Ik wed, dat ge verlangend zyt dien ouden hoe heet hy ook weer? te ontmoeten?" „Mynheer Tupperwlll?" glimlachte Elsa. „Neen. Niet byzonder." „Vind je hem niet aardig?" „Ik vond hem niet onaardig. Hij ïykt my een aange naam mensoh." „In Ieder geval hebt. gij een diepen indruk op hem ge maakt." zeide Lou veelbeteekenend, „en hy is schat- en schatrijk. Ik houd hem voor schrander ook, doch van mijn standpunt beschouwd, zou hy aan de Doode Zee het uiteriyk geven van een sodafontein. Ik haat die soort mannen, die altyd spreken over hetgeen men van hen verwacht dat zy bespreken zullen." „Dan moet Majoor Amery bepaald ln uw smaak val len", merkte Elsa op. Een flauwe blos steeg Mevrouw Hallam naar de wan gen, en zij rilde. „Als die man sterft, kleed ik my in het wit," zeide zy kwaadaardig. „Wat wordt de raadselachtige man toch door veel menschen gehaat," dacht Elsa, lerwyi zy verder alleen haar koffer uitpakte. De openbaring dat zy niet tot die „veel menschen" behoorde, kwam tot haar als een schok. HOOFDSTUK XXXIV. DE HEER UIT CLEVELAND. In Scotland Yard zou een conferentie plaats hebben, en buiten die wonderlyke deur „Inlichtingen," waardoor in de schemering van den avond verdachte mannen ko men binnensluipen, om geschiedenissen op te disschen over hen, die hun verkeerdeiyk hun vertrouwen geschon ken hebben, stonden twee politiebeambten een man op te waohten, die nog niet verschenen was. Sir James Fowler, Chef van den Inlichtingendienst, bevond zich met zyn Hoofdinspecteur en een Inspec teur-detective, in zyn kamer. Het uur liep tegen vyven, en van tyd tot tyd wierp Mynheer Bickerson ongedul- I dig een blik op de klok. „Nu moeten zy over een paar minuten hier zyn," merkte Hoofd-Inspecteur Wille op, de richting van den blik van den ander volgende. „Verwacht ge veel van j de mededeelingen van den sinjeur, Bickerson?", I „Ja mijnheer," antwoordde Bickerson, „Drie maanden De Wit (70) in 11 beurten 70, h. serie 28. Slikker (250) in 11 beurten 130, b. serie 35. De Wit bacl dus de eerste prijs. Slikker (250) in 18 beurten 250, h. serie 69. Hoogland (100) in 18 beurten 60, h. serie 15. Slikker had alzoo de tweede prijs en Hoogland de derde prijs. Om don 4den prijs speelden nu nog de heeren GoK- voor hy gearresteerd werd, was hij te Londen, en Ik heb reden om te gelooven dat hy in nauwe verbinding stond mot de amateurs, en mogeiyk met de bende van Soyo- ka." „Zou hy iets loslaten?' 'mompelde Sir James. „Daar op komt het slechts aan: zal' hy iets loslaten? Binnen drie dagen hebben wy drie brieven van het Ministerie ontvangen, eindeiyk om goede tijding vragende. Tot he den zyn wy niets verder gekomen, Ge zyt overtuigd dat Amery de groote man is?" „Ik was nog nooit zoo zeker van iets als van dat," gaf Bickerson ten antwoord zonder zich te bedenken. Sir James bromde iets binnenmonds. Hy was van na ture een onverdraagzaam mensch, en "rijn prikkelbaar heid werd aanzieniyk verhoogd door de vermaningen van hooger hand, die hem steeds tot meer spoed aan zetten. „Werd Tarn vermoord door Soyoka? Heeft Amery ook daarin de hand gehad, denkt gy?" vroeg hy. „Ik denk dat indien Amery het niet deed, hij er mins tens de hand in gehad heeft. Alles wyst er op dat hij onze man is. Zyn geschiedenis veroordeelt hem voldoende. Wegens het smokkolen van opium, uit den Politieken Dienst ontslagen, is hy of Soyoka, of, wat waarschyniyker is, het eigeniyke hoofd van de ama teurs." „Doch ge zeidet dat Hallam dat was?" merkte de Hoofd-inspecteur hem op. ,Jk ben overtuigd dat Hallam er tot zijn hals by be trokken is evenals ik er zeker van ben, dat, indien Majoor Paul Amery de groote baas is. Hallam met de feiten volkomen onbekend ls. Doch dat is de wyze, waarop die benden geleid worden; er staat altyd iemand geheel bovenaan, die alle draden ln handen houdt, de meeste handelingen bestuurt, alles financiert en de op brengst opstrykt; en er is een lagere, die zich verbeeldt, dat hij de eigeniyke man ia Amery is een opium-smok kelaar, zoo glad als een aal en zoo wUm als de duivel." „Heeft u veel mooi te gehad met dat laten overkomen van Moropoülus, mynheer?" vroeg de Hoofdinspecteur. „Hoegenaamd niet. Do bewijzen tegen hem waren niet voldoende, het openbaar ministerie vond geen termen tot verdere vervolging. De Clevelandsohe politie stond met my in telegrafische gemeenschap, ik kwam op het denkbeeld Bickerson te raadplegen en telegrafeerde dat de man overgebracht moest worden hij reist onder geleide van een detective uit Cleveland, tusschen twee haakjes .Ik denk dat wij hem het spreken zullen krijgen; afgaande op de besohryving die ik van hem kreeg, moet hy zoo'n man zyn. En indien hy spreekt, zal ik weldra met die anderen afrekenen. Daar komt hy." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 1