UITOEFENING VAN HET STEMRECHT BIJ
VOLMACHT.
Huwelijksbeslommeringen in Kaja-Kajaland
Een hartige beet
Maar ln *tjn llofdt voor Italië vooral voor een
machtig «n onderling hecht vereenlgd Italië, deed hij
«aker niet voor een van bolden onder. Evenals Mazzlnl
en Ohrlspl, zocht hfo niet naar macht om zich daardoor
te verrijken, Hij streefde naar macht, omdat hij moonde
dan do idealen, welke hij koesterde, te kunnen verwe
zenlijken. Om machtig en rijk te zijn, moest hij eon
krachtige partl] achter zich hebben. Dus toog hij aan
het reorganiseeren van zijn partij, van do partij dor
Fasol. De krachtige natuur van Mussollni zocht naar
expansie,
(Wordt vervolgd.)
„EEN MENSCHENHAltT DUUT SOMS ZOO RAAR!"
In „De Koerier" komt een artikel voor van de hand
van een Belgischen pater Geurtjens, dat op leutige wijze
vertelt van de beslommeringen, die zich voordoen bij
het tot stand komen van huwelijken tusschen de inlan
ders in het Kaja-Kajaland.
Het lijkt wel of 't schrikkeljaar is, zoo druk loopt het
hier tegenwoordig met de trouwlustige paartjes, aldus
schrijft hij.
Nu schijnt volgense sommige geleerden verliefdheid
een goedaardig soort van krankzinnigheid te zijn, van
daar, dat verliefden nog al eens komiekerig doen on
bijdragen leveren tot de algemeene vroolljkheld.
Een algemeen bekende waarheid is 't bovendien, dat
een melsjeshart een wispelturig ding is. 't Lijkt soms
wel op een kwispelend hondenstaartje 1 Maar zoo als
het hartje van Walingaw heb lk er nog nooit een zien
kwispelen...
Walingaw ia een der opbloeiende schoonheden van
ons dorp; en al is ze klein, ze is dapper bovendien.
Haar moeder ls al lang geleden gestorven en sedert
kwamen op haar de zorgen van 't huishouden neer. Nu
ls zoo'n Kaja-KaJa-hulshoudlng wel niet zoo erg om
slachtig, maar ze moest toch geregeld de sago kloppen
en den dagelijkschen koek poffen voor vader en twee
kleine broertjes. En zorgen leggen lood in den knikker
en maken jonge menschen ernstig en degelijk.
Papa Obadem was er dan ook van overtuigd, dat Wa
lingaw Mangoe gelukkig zou kunnen maken als ze
„voor hem ging zitten" <=hem trouwde). Ze bleef dan
in de naaste buurt en hoefde dan alleen den sago-koek
een stukje grooter te maken, voor Mangoe mee. En, zoo
als bet helaas! met zoo weinig schoone plannen gaat,
alle belangstellenden waren 't hiermee roerend eens.
Maar ze hadden nog den tijd, om die plannen te laten
bezinken, want Mangoe was nauwelijks begonnen met
de eerste baardsprlotjes te kweeken.
»t Was niettemin dik aan tusschen die twee. Nog on
langs stiet Walingaw me aan: „Kijk dat jongmonsch
daarginds eens, wat die fijntjes cocosnooten uit de
boomen pijlt: elk schot ls raak!"
Maar wie is dat toch?
Ihaa! gilde ze on weg was ze
Maar, daar kwam het konlnglnnefeest on zooals het
voor oen groot feest betaamt, werd er gedanst den hee-
icn nacht door.
Van heinde on verre waren do deelnemers toege
stroomd „als rookwolken" zoo dllc en „de grond was er
zwaar van". Maar do hoofden der jongelui worden door
•t feestgejoel licht en roken op hol.
Nauwelijks kwamon do eerste lichtbundels den nacht
van do lucht vegen, nauwelijks waren de laatste trom
slagen van den dans weggedreund, of daar stond Jogem
voor mijn neus, gewichtig en geheimzinnig: „Toean, ge
moet niet boos zijn, maar Noewo wil trouwen met Wa
lingaw. Ze zijn al samen weg naar Sangasee.
Maar ge moot het niet verklappen, toan! We weten
wol, zo zijn Christen en 't gaat allemaal in eer en deugd.
We zullen haar bij de vrouw van den goeroe brengen
en over een paar dagen kómen we terug om de zaak
te bepraton en te regelen."
Tja, zei lk. de Belzen beweren, dat liefde jeuk is
aan 't hart en daar helpt geen krabben aan. Ik be
loofde te zwijgen als 't graf wel overtuigd, dat heel de
zaak al lang een publfek geheim was.
Weldra had ik dan ook Obadem over den vloer. Neen,
dat zou niet gaan, Walingaw mocht niet 'buitendorps
trouwen, want ze moest voor hem en de broertjes zor-
gon.
Akkoord, zei lk, ga dan maar naar het kantoor en
vraag den toean een soerat en trek daarmee naar San-
gasscej om Walingaw terug tehalen.
Den volgenden morgen kwam de stoet af, Walingaw
scheen Intusschon wol op azijn gestaan te hebben en
stijf tegen allo redenaties in, dat ze met niemand tor
wereld zou trouwen dan met Noewo.
Men toonde zich al meegaande, door te zeggen, dat als
ze dan Mangoe niet wilde, ze ook Kabol wol kon krij
gen. Maar niets hielp; Walingaw bleef stug en onhan
delbaar.
Nou, zei ik, gaat dan eerst maar eens naar don
toean van 't kantoor verslag uitbrengen, dan kunnen
we daarna maar weer verder zien, maar Walingaw ls
nog jong en als de vader dat elscht, dan moet ze voor-
loopig hier blijven.
Dat waren, volgens de ouden, verstandige woorden en
met dien troost alvast ln 't hart togen ze kantoorwaarts.
Na lang praten kwam men daar overeen, dat Walingaw
dan maar met Jajoe zou trouwen. Dat die allang stie-
kum een oogje op haar had, word nu ook van de doken
verkondigd. Ze zou dan Noewo de bons maar geven.
Om de eer aan zich zelf to houden, verklaarde, Noewo
dat ook'beat te vinden, want hij had Walingaw alleen
maar meegenomen, omdat die zelf zoo aandrong. De
ridderlijkheid zat hem blijkbaar veel dieper in 't bloed
HOOFDSTUK XLH.
WIE DE CHEQUES ONDERTEEKENDE.
Mijnheer Dame had het voorval niet opgemerkt, In
dat oogenblik werd zijn volle aandacht bezig gehouden
door' een rotspartij, en hot ontging hem dat het meisje
met strakke blikken naar de garage stond te staren.
„Is dat een garage?" vroeg zij, zoodra zij haar stem
voldoende meester was.
„Ja, dat is een garage," antwoordde Mijnheer Dame
afgemeten. „De Ingang bevindt zich aan de andere zijde.
Daar is een laantje. U moest 's zomers eens hier komen,
Juffrouw, en mijn rozen zien..."
Zou hij opgemerkt hebben hoe bleek zij geworden was,
vroeg zij zich af, want de ontdekking had al het bloed
uit haar wangen verdreven.
Schijnbaar was Mijnheer Dame zoodanig in zijn trots
over zijn bezit, verdiept dat hij geen oogen had voor het
geen het zijne was, en juist werd*het gerinkel vernomen
van een bel, die hen naar de opgesmukte eetkamer riep
waar de thee zou gebruikt worden, zoodat zij zich spoe
dig wist te beheerschen.
„En, zeg mij nu eens, hoe denkt u over uw baas, Juf
frouw?" vroeg de vader van Jessie Dame, terwijl hij
den halven Inhoud van zijn kop thee op het schoteltje
uitgoot „Een wandelend raadsel?"
Elsa voelde geen neiging over den raadselachtigen man
met wie ook te spreken, het allerminst met iemand, dien
zfj nog slechts eenige minuten kende.
„Ik hoor dat hij u meisjes een leven Iaat lelden als
een hel," ging Dame voort „Ik zeg telkens tegen Jessie
dat zij haar baantje er aan moest geven en thuiskomen,
doch zij is een van die koppige meisjes die hun eigen
zin volgen. O, vrouw, vrouw!"
Misschien waren het zijn alledaagschheid, of zijn be
zigen van gemeenplaatsen, die haar een oogenblik her
innerden aan Mijnheer Tupperwlll. Echter met deze uit
zondering, dat zij den zwaarlijvigen bankier niet ver
afschuwde, doch dezen man met zijn loerende, fletse
blauwe oogen, in den grond van haar hart verfoeide.
„Heeft u een auto, Mijnheer Dame?" vroeg zij, een
uitvlucht te baat nemende ten einde Amery buiten het
gesprek te houden.
„Nog niet. doch ik zal er een aanschaffen. Ik heb de
den de liefde, hetgeen algemeen waerdeerlng vond.
Roep dan Jajoe maar even, zei lk, dat ik ven hem
ook eens verneem, of hij 't ermee eens ls,
In plaat# van Jajoe Itwam weldra Wadlla aangesto
ven. Ais Wadlla 'i op haar heupen hooft, is 't beter uit
don weg to gaan; oen poótige mold, met een toet
hoorn tje!
Wacht even, toean, zei ze, ze moest even op asem
komen en toen begon het toethoorntje te schetteren:
„Neen, Jajoe zou niet komen; die was van haar en wat
verbeeldde Walingaw zich wel, om haar verloofde te
paaien? Ze zou ze breken, die krokodil, diedie
Hou maar op, zei ik, lk begrijp het al, lk zal or
voor zorgen dat ze 't te weten komt
Het feest speelt den menschen nog in den kop, -dacht
ik; over een paar dagen zijn al die bevliegingen uit het
kwispelende hartje van Walingaw weggewaaid en kijkt
ze weer, hoe fijn Mangoe klappers van de boomen kan
schieten
Terwijl ik nog zoo zat te plekeeren, kwam daar alweer
een andere deputatie aan. Je hebt als oprecht Kaja-
kaja toch je eergevoel en kunt toch niet alles over je
kant laten gaan! Een troepje mannen en vrouwen
stoeberde een jonge meid vooruit en mijn voorgalerij
op. „Toean" zelden ze „hier is Jekola, knip haar de
haarverlengsels af en kleed haar, ze wil trouwen met
Mangoe."
En Walingaw dan?
„Gha!" bromden ze, die kijkt naar alle jongens, dat
is uit, die willen wc niet."
Waar is Mangoe dan?
„Daarginds achter 't huis."
Verlegen en bedremmeld Het hij er zich bij sleuren en
verklaarde toen heel bedeesd, dat zijn hart „al maar
beet naar Jekola" en naar niemand anders ooit gebe
ten had.
Jekola zei lekker niks en trok alleen de wenkbrauwen
hoog op ten teekon van instemming. Maar ,toen ze on
der de schaar zat en een paar andere vrouwen den
fraaien afval van haar hoofd zorgvuldig vergaarden en
samenbundelden, was de verlegenheid alweer geweken
en vertelde ze me, dat ze al een vet varken had voor
't aanstaande trouwfeest.
Toen Jokola kaal geschoren was, gaf lk haar kleeren.
Die kabaja zou zo eerst maar om haar hoofd draaien,
want ze voelde zich hoelemaal onwennig, om met zoo'n
kaasbolletje door het dorp te wandelen.
Toen kwam Mabol even den goeder, apostel uithangen.
„Toean, 't komt niet te pas, dat Walingaw met dien
Jajoe trouwt, die ls de verloofde v&n Wadila. Laat Wa
dlla hem gerust houden, dien lummel, dat luie varken,
dat niets doet dan deuken dn den grond liggen. Toan, lk
wil met Walingaw trouwen."
Goed, ik zal het haar voorstellen. Ik heb er geen
bezwaar tegen.
Toen kwam Itam: „Toean, die Mabol dat is niks voor
Walingaw, zoo'n schurftig vel! Hij is zoo schubbig als
een visch! Ik zou me schamen een meisje te vragen;
daarom heb ik u geneesmiddelen gevraagd en nu is mijn
huid weer zoo glad als een sago-stengel en toean, ik wil
Walingaw trouwen
Goed, ik zal 't haar voorstellen. Ik vind het allang
goed.
Daags daarna, na de kerk, riep ik Walingaw even
terzijde en sprak:
Walingaw, met Jajoe dat zal niet doorgaan, hoor
lk?
„Ik denk or niet aan om JrJog te trouwen! dien lui
wammes, zoo stom als een schildpad, hoogstens goed
genoeg voor Wadlla
Nou, maak je maar geen zorg, daar zijn nog an
dere liefhebbers; wat dunkt u van Mabol?
„Dat schurftig vel?!" Eigenlijk noomde ze een heel
riugen visch.
Nou, Itiam dan, die ls weer zoo glad als een sago-
stengel?
„Pheu! toean, lk trouw met Kawam."
Nu raak lk den tel kwijt! Maar als Walingaw met
Kawam moet trouwen, dan heeft het nog even den tijd,
w&ut ,die la om zijn neus en kin nog zoo glad als een
sago-stengel.
EN EEN LUSTIGE DRONK.
Diner-tje(?) uit de 17de eeuw.
Onze oude deftige voorouders versmaadden in geen
geval een hartigen beet en een lustigen dronk; menig
schilderij uit vroeger dagen in musea bewaart
daarvan de herinnering en ook zijn meermalen
plechtige maaltijden door tijd- of dischgenooten ge
noteerd WIJ laten meten hoe de gasten xlch te got
deden, maar een opgave van wat xoo'n maaltlM
zien en gonieten gaf, spreekt boekdoelen.
Karei II van Engeland zou op einde Mei met
groot convooi oorlogsschepen van zijn fcallinschi are(
weer naar zijn vaderland terugkeeren en na uit
<ia plechtig te zijn geleid naar Den Haag, werft ün
hem feestmaaltijden aangeboden en een, op kost»
van den Staat aangericht, schitterde door pra
pracht en kostbaarheid en was bestemd voor hoi eoj
derd gasten, waarvoor een kleine twee honderd
felbedienden, met een. aanzienlijk keukenpersonei
beschikbaar waren; volgens de beschrijving door ee Bcn
tijdgenoot, die gewaagde van de servetten, die op
borden' op kunstige wijze waren gevouwen als
pi
dui oho
ONAANOENAMH HERINNERING.
(Meggendorfer Blatter, Münchcn).
]e maak» teveel lawaai, als je uronken thuis
komt, dat kan ik niet verdragen, t
jvulill, ubi „cti.
denken aan mijn man zaliger!
t doet mij altijd
Herhaaldelijk is in de laatste jaren de mogelijkheid
overwogen ora de kiezers, die op den dag van stemming
niet in de gemeente in welke zij op de kiezerslijst zijn
geplaatst, aanwezig kunnen zijn, toch aan de stem
ming te laten deelnemen.
Reeds ln 1922 ls in de kieswet een wijziging aange
bracht, waardoor eenigszins aan do bezwaren wordt
tegemoet gekomen. De kiezers voor de leden van de
Tweede Kamer kunnen, inplaats van in de Gemeente,
I op welker kiezerslijst zij voorkomen, in een andere
i gemeento aan de stemming deelnemen. Zij, die van deze
I bevoegdheid gebruik willen maken, moeten uiterlijk 14
dagen vóór den voor de stemming bepaalden dag, in per
soon ter gemeente-secretarie meedeelen, in welke ge-
meente zij aan de stemming wenschen deel te nemen.
Kiezers, die van deze bevoegdheid gebruik maken, mo
gen niet meer stemmen in de gemeente, op welker kie
zerslijst zij voorkomen. De mededeeling, dat men zijn
stem ln een andere gemeente wil uitbrengen, kan ter
secretarie van iedere gemeente in het Rijk geschieden.
Kiezers die nog in hun vorige woonplaats op de kie
zerslijst voorkomen kunnen, door van hunne bevoegd
heid om ln eon andere gemeente te stemmen, gebruik
te maken, tooh in hunne nieuwe woonplaats hun stem
uitbrengen.
Door dezen maatregel zijn Inderdaad vele kiezers ge
holpen, met name zij, die op den stemmingsdag niet
ln hun woonplaats, doch in een andere gemeente ver
toeven. Zeelieden, menschen die in het buitenland ver
toeven, reizigers e.d. zijn er echter niet mee gebaat.
Bij de wet van 21 Juli 1928, S. 288, is nu getracht
het vraagstuk ln zijn geheel op te lossen. Deze wet
steunt op het beginsel, dat bepaalde oategoriën van af
wezige kiezers bij gevolmachtigde kunnen stem
men.
iVolgens dozo wot is de kiezer bevoegd bij vol
macht te stemmen, indien zijn beroep of workznam-
heden medebrengen, dat hij herhaaldelijk of althans
gedurende het gedeelte van hot jaar, waarin de stem
ming gewoonlijk valt, werkzaam pleegt to zijn bulten
do gomoente op welker kiezerslijst hij voorkomt, mits
zijne afwezigheid. Indien hij gedurende het tijdvak of
do tijdvakken, waarin hij aldus werkzaam is, een' of
meermalen in die gemeente terugkomt, als regel tol-
kens langer dan drie dagen duurt™
Eveneens ls bevoegd bij volmaoht te stemmen de
vrouw welke, gehuwd met een kiezer, die voldoet aan
j zooeven genoemde voorwaarden, met haar man, in
verpand niet diens beroep of werkzaamheden, afwezig
pleegt te zijn.
Volgens de memorie van toelichting moet de kiezer
aan twee elschen voldoen, wil hij in aanmerking komen
om bij volmacht te mogen stemmen,
In de eerste plaats moeten zijn beroep of werkzaam
heden medebrenger., dat hij herhaaldelijk ln hot jaar
werkzaam moet zijn buiten de gemeente, op welker
kiezerslijst hij voorkomt, of althans dat dit regelmatig
geschiedt Jn het gedeelte van het jaar, waarin de stem-
ming gewoonlijk valt.
In de tweede plaats mioet hij voor langeren tijd af
wezig zijn; zij, die dagelijks of bijna dagelijks in be
doelde gemeente terugkeeren, kunnen zonder groot
bezwaar oen oplossing vinden, welke het hun mogelijk
I maakt, zelf aan de stemming deel te nemen,
i De kiezer die zich de bevoegdheid wil zien toegekend,
het kiesrecht bij gemachtigde uit'te oefenen, heeft elk
jaar van 1 Ootober tot en met 31 December de gele
genheid, daartoe een verzoek bij het gemeentebestuur
in te dienen. Bedoeld is hier het gemeentebestuur z ij-
ner woonplaats. De formulieren voor de verzoek
schriften, welke met redenen omkleed moeten zijn, zijn
gratis op elke secretarie verkrijgbaar. Het verzoek kan
verzonden worden waar de persoon zich ook bevindt,
al is hij ook in 't Buitenland.
De kiezer kan bij één verzoekschrift tegelijkertijd
het verzoek doen voor de verkiezingen van alle drie de
vertegenwoordigende lichamen, t.w. Tweede. Kamer,
Provinciale Staten en Gemeenteraad.
Het verzoek moet echter voor iedere kiezerslijst op
nieuw gedaan worden.
Het aanwijzen van een gemachtigde kan geschieden
vanaf de indiening van het verzoekschrift. Wanneer
garage drie of vier jaren geleden laten bouwen, doch
haar nog nooit gebruikt. Om u de waarheid te zeggen
ben lk er zeker in een jaar niet binnen geweest.
„Vader heeft liever niet dat er iemand binnen de ga
rage komt," vulde Jessie aan. „Hij zegt dat niemand or
iets te maken heeft tot er een wagen te zien ls. Ik vind
het vreemd dat hij niet reeds eerder een auto gekocht
heeft"
„Alles op zijn tijd; alles komt tot hem, die geduld
heeft," merkte Mijnheer Dame zelfgenoegzaam op.
Toen de tijd tot vertrekken eindelijk voor het meisje
aangebroken was, vergezelde Jessie haar tot aan den
voortuin.
„Wat denkt gij van den pater?" vroeg zij.
„Hij ls een zeer belangwekkend man," zeide Elsa toe
passelijk.
„Ja, hij Is tamelijk belangwekkend," antwoordde Jessie
zonder veel vuur. „U gaat thans naar huis, vermoed ik?
Het moet heerlijk zijn, zoo vrij te zijn."
Elsa wierp een snellen blik op het meisje. Er lag iets
geheimzinnigs in haar stem en haar oogen, iets verle
gens dat een oogenblik een verandering in haar teweeg
bracht. Doch niet langer dan een oogenblik; toen was
zij zichzelve weder.
„Kom nog eens terug, telkens wanneer gij lust hebt
in een kop thee. De pater zal verrukt zijn u zijn tuin te
kunnen laten zien," zeide zij, en de stoeptreden opwip
pende, had zij de voordeur gesloten, bijna vóór Elsa het
hekje achter zich had.
Mijnheer Dame wachtte zijn dochter in de eetkamer
op en kauwde nadenkend op zijn eindje sigaar.
„Dat is zij dus nu?"
„Ja, dat is zij nu. Waarom waart gij zoo verlangend
om haar te zien, vader?"
„Waarom ik zoo verlangend wa3 om haar te zien, va
der?" herhaalde hij potsierlijk haar woorden. „Je moet
die kunsten van altijd te vragen achterwege laten, ver
sta je? Laat eens zien wat je medegebracht hebt."
Zij ging naar een zijtafeltje waarop zij haar hand-
taschje neergelegd had, opende dit laatste en nam er
eenige verfrommelde papieren uit, die zij aan haar vader
overhandigde.
„Wat Is dat?" vroeg hij toornig.
„Het was alles wat ik kon vinden," zeide zij. „Zij la
gen ia de papiermand."
„Heeft hij geen andere brieven geschreven?"
„Misschien wel," antwoordde het meisje. „Vader, lk
geloof, dat hij argwaan koestert. Tot dusverre kwamen
de uitgaande brieven alljtd bij mij om ingeschreven te
worden, vóór zij gepost werden. Vanmiddag hield hij al
zijn brieven achter, toen ik ze door den loopjongen Het
halen, werd mij gezegd dat hij ze voortaan zelf naar den
post zou brengen."
De man wierp boosaardige blikken van zijn dochter
naar de verfrommelde, met schrijfmachineletters be
dekte papiertjes in zijn hand.
„Het is steeds denzelfden brief," zeide hij. „Wat heb
lk er aan?"
„Dat weet lk niet, vader. Ik heb gedaan wat Ik kon,"
antwoordde Juffrouw Dame kalm. „Er zijn tijden waarin
ik hem nauwelijks in de oogen durf te zien, bij al dat
spionneeren en nasnuffelen dat ik doe, en indien Juf
frouw Marl owe daarachter kwam..."
„Zwijg over Juffrouw Marlowe, en over als zij er ach
ter kwam", beet hij haar toe. „Wat ik wensch is, waar
om ik zijn brieven niet gekregen heb."
„Dat zeide ik u reeds," hernam het meisje met een
gebaar van wanhoop. „Ik kan ze hem immers niet uit
de hand rukken en naschrijven, doch daarmede heeft
hij nu opgehouden, en ik moet mij bepalen tot hetgeen
ik meermalen deed het napluizen van de papiermand".
Hij las den brief zorgvuldig over, woord voor woord,
waarbij zijn stompe vinger de regels volgde.
„F.O.I. wat beteekent dat?" mompelde hij in zich-
zelven. „Het ls goed, Jessie, je kunt naar je kamer gaan.
Zorg dat je te zeven uur gekleed bent, dan gaan, we
daarna ergens samen dineeren."
Zij schudde het hoofd. „Ik heb geen lust vanavond
uit te gaan."
„Wat jij wilt en wat ik wil zijn twee verschillende din
gen," bulderde hij haar toe. „Ga je kleeden!"
Jessio Dame verdween als een verschrikt hert, en
toen zij drie kwartier later in de eetkamer terugkwam,
zat hij daar nog in zijn gewone daagsche kleeding.
„Ik ben van het denkbeeld om samen te gaan terug
gekomen," deelde hij haar mede,. „Je moet alleen gaan.
En onderteeken deze vóór je gaat.
Op de tafel lagen drie blanco cheques; zij luidden op
Stebbing's Bank, en, een pen opnemende, onderteekende
zij in haar hoekig schrift, ,-H. Stillman," vloeide de hond-
iemand bevoegd is, het stemrecht bij gemachtigde uil
te oefenen, dan ia hij nog meer halfweg. Hij moet nog
iemand aanwijzen, die voor hem zal stemmen. Daartoi
zal het noodlg zijn, dat hij zich in persoon hogoeli asti
naar de secretarie van' de gemeente, op welker kiezer» w
lijst hij moot voorkomen, ora op te geven o.a. de namen
datum en plaats van geboorte van den door hem aan
gewezen gemachtigde. De kiezer kan dit doen, zoodn
het verzoekschrift is Ingediend, doch niet later dan oe
week na den dag der candidaatstelling.
Die gemachtigde moet eveneens in persoon t«B
secretarie meedeelen, dat hij de volmacht aanneem 21
Gelijktijdige verschijning ter seoretarie van kiezer
gemachtigde is niet noodig. Er moet aan gedacht woi
den, dat een kiezer niet »meer dan één aanwijzing al Wa
gemachtigde mag aannemen, behoudens dat hij ee
tweede aanwijzing mag aannemen, indien beide aan
wijzingen zijn geschied door personen, die tot zijn huil
genooten behooren. ÏÏC
Het kan voorkomen, dat de «kiezer, die een gemach en
tlgde heeft aangewezen, tegen verwachting toch aan- 16e
wezig is. De wetgever heeft dit voorzien. In zoo'n ge-
val blijft de kiezer bevoegd zelf te stemmen, tenzij di
gemachtigde reeds gestemd heeft De gemachtigde maf fl
als zoodanig niet stemmen vóór deB middags 12 uur, g|
Indleu de kiezer dus voor 12 uur naar het stemlokaal 6rj
gaat, heeft hij de zekerheid, zelf z'n stem nog te kun-
nen uitbrengen. Wanneer de kiezer zelf reeds gestelij
heeft, mag de gemachtigde als zoodanig niet meer to! '1
de stemming toegelaten worden. rt
Deze „noviteit" ln onze Kieswet zal in menig «p-\V
zicht gunstig werken. Z zal ook bezwaren opleveren,
bezwaren door de Regeering zelf genoemd en die stoc.1i
tegen het stemmen bij volmaoht zijn aangevoerd:
mogelijkheid van pressie op den kiezer om aan eo» 8
bepaald persoon een. volmaoht te geven; de lnbrcul ar
op het absoluut geheim van de stembus; de mogelijk* g,
held, dat de gevolmachtigde, beschamende het ln hen
gestold vertrouwen, anders stemt dan hem is opgcdia
gen. Echter zal hot verbod om voor meer dan één por10
soon tegelijk als gemachtigde op te treden, hot govuai t
voor misbruikon beperken, ook wat betreft de mogelijk et
heid van pressie op den kiezer.-
Het geholmi van de stembus aldus de memorie vai
toelichting beteekent niet, dat de kiezer gehouden 1 'e
om niet aan anderen mede te deelen, hoe hij gestomi is
heeft, doch dat hij vermag te stemmen zonder da rit
Iemand weet, in welken zin hij hot doet. De afwezig
die vreest, dat hij door een gevolmachtigde aan
wijzen, zich verraadt, wijze er geen aan en late ni
voor zich stemmen. Hierin mag geen argument gelege
zijn om de bovoegdheid niet toe te kennen aan he Al
overgroote deel der afwezigen, bij wie dit bezwaa ou
niet zal bestaan. Hetzelfde geldt voor de kans op mil,
bruik van vertrouwen; wie niet zeker is van zijn g«
machtigde, onthoude zich ervan hem aan te wijzen.
Tenslotte zij nog vermeld, dat de nieuwe regelinji
uniform zal gelden voor de verkiezingen van d p,
Tweede Kamer, de Provinciale Staten en den Gemeen 0r
teraad. Aangezien echter in sommige gevallen de bo
voegdheid om bij volmacht te stemmen, samen hang
met afwezigheid gedurende het gedeelte van het jaai v*
waarin de stemming gewoonlijk valt, kan het voorko
men, dat Iemand bevoegd Is bij gemachtigde te stem j,
men voor de eene verkiezing en niet voor een ander»
Vandaar dat vastgehouden moet worden aan een afzon
derlijko aanwijzing voor elk der verkllzlngen. Bezwarei 'e
van beteekenls zal dit wel niet opleveren omdat - ej
naar wij reeds schreven - het verzoek voor do ver s
kiezingen der drie vertegenwoordigende lichamen b!
één verzoekschrift kan geschieden.
Van 1 October tot en met 31 December van elk jaa
kan ieder belanghebbende gelijk hlervoren is vermei Ik
aan het Gemeentebestuur verzoeken om als bevoeg Df
bij volmacht te stemmen op de kiezerslijst te worde! n
vermeld.
Om deze bevoegdheid te verkrijgen vóór de verkil
zingen van de leden van de Tweede Kamer ln 1929, D
het dus noodlg, dat men bedoeld verzoekschrift indien! (n
vóór 1 Januari 1929. n
Amersfoort.
A. OVER.
aaj
teekening af en gaf hem de cheques terug.
„Is er nog iets, vader?" vroeg zij bedeesd.
„Ja, er is nog iets. Ga dineeren in het Cardinal
wees te half tien ln de MIspah, Indien Iemand je vrat
waar, ik ben, zeg hem dat ik ergens ln de buurt bei
Blijf in de Mespah tot twee uur. Je hebt altijd gezeg
dat je gaarne bent waar deftige menschen zijn we
nu, je moogt vanavond wat langer bij hen blijven. He
je me begrepen?"
„Ja, vader," antwoordde zij onderworpen.
„Ik heb je geen minuut vroeger dan te twee uur r.o>n
dig."
„Ja, vader," herhaalde zij, nam haar avondmantel vi
een stoel en vertrok. En de wanhoop die op haar gelft
geschreven stond, opgemerkt hebbende, had nlemai
kunnen denken dat Jessie Dame op weg was naar h
door haar zoo vurig begeerde gezelschap van deftil Ijl
menschen.
fcf
n.l
HOOFDSTUK XLITI.
MIJNHEER TUPPERWILL VRAAGT OM RAAR.
Lang nadat Elsa het kantoor verlaten had,
Majoor Amery aan zijn bureau blijven zitten, over
eene vel schrijfpapier na het andere, met zijn vlugge
heenvliegende. Hij schreef een fraaie, duidelijke hasj
bijna als gecalligrateerd, en met een snelheid, die in
omstandigheden merkwaardig mocht heeten.
Hij was aan den benedenkant van het zesde vel g> le>
komen, toen er zacht op zijn deur geklopt werd,
staande, trad hij op die deur toe, draaide den sleui
om en opende haar. Het was de nachtwaker, die na ba)
toortijd zün ronde maakte.
„Neem mij niet kwalijk, mijnheer, indien ik u sto*
doch er is een heer, die u wenscht te spreken NIJ
heer Tupperwlll."
Amery raadpleegde zijn horloge; het was half zevj
„Laat hem maar boven komen," zeide hij, en naar
bureaugaande, bergde hij zijn schrifturen in een 1"
en ging in zijn stoel zitten met het gelaat naar de de
door welke Mijnheer Tupperwill weldra binnentrad.
Wordt vervolgd