UITOEFENING VAN HET STEMRECHT BIJ VOLMACHT. Huwelijksbeslommeringen in Kaja-Kajaland Een hartige beet Maar ln *tjn llofdt voor Italië vooral voor een machtig «n onderling hecht vereenlgd Italië, deed hij «aker niet voor een van bolden onder. Evenals Mazzlnl en Ohrlspl, zocht hfo niet naar macht om zich daardoor te verrijken, Hij streefde naar macht, omdat hij moonde dan do idealen, welke hij koesterde, te kunnen verwe zenlijken. Om machtig en rijk te zijn, moest hij eon krachtige partl] achter zich hebben. Dus toog hij aan het reorganiseeren van zijn partij, van do partij dor Fasol. De krachtige natuur van Mussollni zocht naar expansie, (Wordt vervolgd.) „EEN MENSCHENHAltT DUUT SOMS ZOO RAAR!" In „De Koerier" komt een artikel voor van de hand van een Belgischen pater Geurtjens, dat op leutige wijze vertelt van de beslommeringen, die zich voordoen bij het tot stand komen van huwelijken tusschen de inlan ders in het Kaja-Kajaland. Het lijkt wel of 't schrikkeljaar is, zoo druk loopt het hier tegenwoordig met de trouwlustige paartjes, aldus schrijft hij. Nu schijnt volgense sommige geleerden verliefdheid een goedaardig soort van krankzinnigheid te zijn, van daar, dat verliefden nog al eens komiekerig doen on bijdragen leveren tot de algemeene vroolljkheld. Een algemeen bekende waarheid is 't bovendien, dat een melsjeshart een wispelturig ding is. 't Lijkt soms wel op een kwispelend hondenstaartje 1 Maar zoo als het hartje van Walingaw heb lk er nog nooit een zien kwispelen... Walingaw ia een der opbloeiende schoonheden van ons dorp; en al is ze klein, ze is dapper bovendien. Haar moeder ls al lang geleden gestorven en sedert kwamen op haar de zorgen van 't huishouden neer. Nu ls zoo'n Kaja-KaJa-hulshoudlng wel niet zoo erg om slachtig, maar ze moest toch geregeld de sago kloppen en den dagelijkschen koek poffen voor vader en twee kleine broertjes. En zorgen leggen lood in den knikker en maken jonge menschen ernstig en degelijk. Papa Obadem was er dan ook van overtuigd, dat Wa lingaw Mangoe gelukkig zou kunnen maken als ze „voor hem ging zitten" <=hem trouwde). Ze bleef dan in de naaste buurt en hoefde dan alleen den sago-koek een stukje grooter te maken, voor Mangoe mee. En, zoo als bet helaas! met zoo weinig schoone plannen gaat, alle belangstellenden waren 't hiermee roerend eens. Maar ze hadden nog den tijd, om die plannen te laten bezinken, want Mangoe was nauwelijks begonnen met de eerste baardsprlotjes te kweeken. »t Was niettemin dik aan tusschen die twee. Nog on langs stiet Walingaw me aan: „Kijk dat jongmonsch daarginds eens, wat die fijntjes cocosnooten uit de boomen pijlt: elk schot ls raak!" Maar wie is dat toch? Ihaa! gilde ze on weg was ze Maar, daar kwam het konlnglnnefeest on zooals het voor oen groot feest betaamt, werd er gedanst den hee- icn nacht door. Van heinde on verre waren do deelnemers toege stroomd „als rookwolken" zoo dllc en „de grond was er zwaar van". Maar do hoofden der jongelui worden door •t feestgejoel licht en roken op hol. Nauwelijks kwamon do eerste lichtbundels den nacht van do lucht vegen, nauwelijks waren de laatste trom slagen van den dans weggedreund, of daar stond Jogem voor mijn neus, gewichtig en geheimzinnig: „Toean, ge moet niet boos zijn, maar Noewo wil trouwen met Wa lingaw. Ze zijn al samen weg naar Sangasee. Maar ge moot het niet verklappen, toan! We weten wol, zo zijn Christen en 't gaat allemaal in eer en deugd. We zullen haar bij de vrouw van den goeroe brengen en over een paar dagen kómen we terug om de zaak te bepraton en te regelen." Tja, zei lk. de Belzen beweren, dat liefde jeuk is aan 't hart en daar helpt geen krabben aan. Ik be loofde te zwijgen als 't graf wel overtuigd, dat heel de zaak al lang een publfek geheim was. Weldra had ik dan ook Obadem over den vloer. Neen, dat zou niet gaan, Walingaw mocht niet 'buitendorps trouwen, want ze moest voor hem en de broertjes zor- gon. Akkoord, zei lk, ga dan maar naar het kantoor en vraag den toean een soerat en trek daarmee naar San- gasscej om Walingaw terug tehalen. Den volgenden morgen kwam de stoet af, Walingaw scheen Intusschon wol op azijn gestaan te hebben en stijf tegen allo redenaties in, dat ze met niemand tor wereld zou trouwen dan met Noewo. Men toonde zich al meegaande, door te zeggen, dat als ze dan Mangoe niet wilde, ze ook Kabol wol kon krij gen. Maar niets hielp; Walingaw bleef stug en onhan delbaar. Nou, zei ik, gaat dan eerst maar eens naar don toean van 't kantoor verslag uitbrengen, dan kunnen we daarna maar weer verder zien, maar Walingaw ls nog jong en als de vader dat elscht, dan moet ze voor- loopig hier blijven. Dat waren, volgens de ouden, verstandige woorden en met dien troost alvast ln 't hart togen ze kantoorwaarts. Na lang praten kwam men daar overeen, dat Walingaw dan maar met Jajoe zou trouwen. Dat die allang stie- kum een oogje op haar had, word nu ook van de doken verkondigd. Ze zou dan Noewo de bons maar geven. Om de eer aan zich zelf to houden, verklaarde, Noewo dat ook'beat te vinden, want hij had Walingaw alleen maar meegenomen, omdat die zelf zoo aandrong. De ridderlijkheid zat hem blijkbaar veel dieper in 't bloed HOOFDSTUK XLH. WIE DE CHEQUES ONDERTEEKENDE. Mijnheer Dame had het voorval niet opgemerkt, In dat oogenblik werd zijn volle aandacht bezig gehouden door' een rotspartij, en hot ontging hem dat het meisje met strakke blikken naar de garage stond te staren. „Is dat een garage?" vroeg zij, zoodra zij haar stem voldoende meester was. „Ja, dat is een garage," antwoordde Mijnheer Dame afgemeten. „De Ingang bevindt zich aan de andere zijde. Daar is een laantje. U moest 's zomers eens hier komen, Juffrouw, en mijn rozen zien..." Zou hij opgemerkt hebben hoe bleek zij geworden was, vroeg zij zich af, want de ontdekking had al het bloed uit haar wangen verdreven. Schijnbaar was Mijnheer Dame zoodanig in zijn trots over zijn bezit, verdiept dat hij geen oogen had voor het geen het zijne was, en juist werd*het gerinkel vernomen van een bel, die hen naar de opgesmukte eetkamer riep waar de thee zou gebruikt worden, zoodat zij zich spoe dig wist te beheerschen. „En, zeg mij nu eens, hoe denkt u over uw baas, Juf frouw?" vroeg de vader van Jessie Dame, terwijl hij den halven Inhoud van zijn kop thee op het schoteltje uitgoot „Een wandelend raadsel?" Elsa voelde geen neiging over den raadselachtigen man met wie ook te spreken, het allerminst met iemand, dien zfj nog slechts eenige minuten kende. „Ik hoor dat hij u meisjes een leven Iaat lelden als een hel," ging Dame voort „Ik zeg telkens tegen Jessie dat zij haar baantje er aan moest geven en thuiskomen, doch zij is een van die koppige meisjes die hun eigen zin volgen. O, vrouw, vrouw!" Misschien waren het zijn alledaagschheid, of zijn be zigen van gemeenplaatsen, die haar een oogenblik her innerden aan Mijnheer Tupperwlll. Echter met deze uit zondering, dat zij den zwaarlijvigen bankier niet ver afschuwde, doch dezen man met zijn loerende, fletse blauwe oogen, in den grond van haar hart verfoeide. „Heeft u een auto, Mijnheer Dame?" vroeg zij, een uitvlucht te baat nemende ten einde Amery buiten het gesprek te houden. „Nog niet. doch ik zal er een aanschaffen. Ik heb de den de liefde, hetgeen algemeen waerdeerlng vond. Roep dan Jajoe maar even, zei lk, dat ik ven hem ook eens verneem, of hij 't ermee eens ls, In plaat# van Jajoe Itwam weldra Wadlla aangesto ven. Ais Wadlla 'i op haar heupen hooft, is 't beter uit don weg to gaan; oen poótige mold, met een toet hoorn tje! Wacht even, toean, zei ze, ze moest even op asem komen en toen begon het toethoorntje te schetteren: „Neen, Jajoe zou niet komen; die was van haar en wat verbeeldde Walingaw zich wel, om haar verloofde te paaien? Ze zou ze breken, die krokodil, diedie Hou maar op, zei ik, lk begrijp het al, lk zal or voor zorgen dat ze 't te weten komt Het feest speelt den menschen nog in den kop, -dacht ik; over een paar dagen zijn al die bevliegingen uit het kwispelende hartje van Walingaw weggewaaid en kijkt ze weer, hoe fijn Mangoe klappers van de boomen kan schieten Terwijl ik nog zoo zat te plekeeren, kwam daar alweer een andere deputatie aan. Je hebt als oprecht Kaja- kaja toch je eergevoel en kunt toch niet alles over je kant laten gaan! Een troepje mannen en vrouwen stoeberde een jonge meid vooruit en mijn voorgalerij op. „Toean" zelden ze „hier is Jekola, knip haar de haarverlengsels af en kleed haar, ze wil trouwen met Mangoe." En Walingaw dan? „Gha!" bromden ze, die kijkt naar alle jongens, dat is uit, die willen wc niet." Waar is Mangoe dan? „Daarginds achter 't huis." Verlegen en bedremmeld Het hij er zich bij sleuren en verklaarde toen heel bedeesd, dat zijn hart „al maar beet naar Jekola" en naar niemand anders ooit gebe ten had. Jekola zei lekker niks en trok alleen de wenkbrauwen hoog op ten teekon van instemming. Maar ,toen ze on der de schaar zat en een paar andere vrouwen den fraaien afval van haar hoofd zorgvuldig vergaarden en samenbundelden, was de verlegenheid alweer geweken en vertelde ze me, dat ze al een vet varken had voor 't aanstaande trouwfeest. Toen Jokola kaal geschoren was, gaf lk haar kleeren. Die kabaja zou zo eerst maar om haar hoofd draaien, want ze voelde zich hoelemaal onwennig, om met zoo'n kaasbolletje door het dorp te wandelen. Toen kwam Mabol even den goeder, apostel uithangen. „Toean, 't komt niet te pas, dat Walingaw met dien Jajoe trouwt, die ls de verloofde v&n Wadila. Laat Wa dlla hem gerust houden, dien lummel, dat luie varken, dat niets doet dan deuken dn den grond liggen. Toan, lk wil met Walingaw trouwen." Goed, ik zal het haar voorstellen. Ik heb er geen bezwaar tegen. Toen kwam Itam: „Toean, die Mabol dat is niks voor Walingaw, zoo'n schurftig vel! Hij is zoo schubbig als een visch! Ik zou me schamen een meisje te vragen; daarom heb ik u geneesmiddelen gevraagd en nu is mijn huid weer zoo glad als een sago-stengel en toean, ik wil Walingaw trouwen Goed, ik zal 't haar voorstellen. Ik vind het allang goed. Daags daarna, na de kerk, riep ik Walingaw even terzijde en sprak: Walingaw, met Jajoe dat zal niet doorgaan, hoor lk? „Ik denk or niet aan om JrJog te trouwen! dien lui wammes, zoo stom als een schildpad, hoogstens goed genoeg voor Wadlla Nou, maak je maar geen zorg, daar zijn nog an dere liefhebbers; wat dunkt u van Mabol? „Dat schurftig vel?!" Eigenlijk noomde ze een heel riugen visch. Nou, Itiam dan, die ls weer zoo glad als een sago- stengel? „Pheu! toean, lk trouw met Kawam." Nu raak lk den tel kwijt! Maar als Walingaw met Kawam moet trouwen, dan heeft het nog even den tijd, w&ut ,die la om zijn neus en kin nog zoo glad als een sago-stengel. EN EEN LUSTIGE DRONK. Diner-tje(?) uit de 17de eeuw. Onze oude deftige voorouders versmaadden in geen geval een hartigen beet en een lustigen dronk; menig schilderij uit vroeger dagen in musea bewaart daarvan de herinnering en ook zijn meermalen plechtige maaltijden door tijd- of dischgenooten ge noteerd WIJ laten meten hoe de gasten xlch te got deden, maar een opgave van wat xoo'n maaltlM zien en gonieten gaf, spreekt boekdoelen. Karei II van Engeland zou op einde Mei met groot convooi oorlogsschepen van zijn fcallinschi are( weer naar zijn vaderland terugkeeren en na uit <ia plechtig te zijn geleid naar Den Haag, werft ün hem feestmaaltijden aangeboden en een, op kost» van den Staat aangericht, schitterde door pra pracht en kostbaarheid en was bestemd voor hoi eoj derd gasten, waarvoor een kleine twee honderd felbedienden, met een. aanzienlijk keukenpersonei beschikbaar waren; volgens de beschrijving door ee Bcn tijdgenoot, die gewaagde van de servetten, die op borden' op kunstige wijze waren gevouwen als pi dui oho ONAANOENAMH HERINNERING. (Meggendorfer Blatter, Münchcn). ]e maak» teveel lawaai, als je uronken thuis komt, dat kan ik niet verdragen, t jvulill, ubi „cti. denken aan mijn man zaliger! t doet mij altijd Herhaaldelijk is in de laatste jaren de mogelijkheid overwogen ora de kiezers, die op den dag van stemming niet in de gemeente in welke zij op de kiezerslijst zijn geplaatst, aanwezig kunnen zijn, toch aan de stem ming te laten deelnemen. Reeds ln 1922 ls in de kieswet een wijziging aange bracht, waardoor eenigszins aan do bezwaren wordt tegemoet gekomen. De kiezers voor de leden van de Tweede Kamer kunnen, inplaats van in de Gemeente, I op welker kiezerslijst zij voorkomen, in een andere i gemeento aan de stemming deelnemen. Zij, die van deze I bevoegdheid gebruik willen maken, moeten uiterlijk 14 dagen vóór den voor de stemming bepaalden dag, in per soon ter gemeente-secretarie meedeelen, in welke ge- meente zij aan de stemming wenschen deel te nemen. Kiezers, die van deze bevoegdheid gebruik maken, mo gen niet meer stemmen in de gemeente, op welker kie zerslijst zij voorkomen. De mededeeling, dat men zijn stem ln een andere gemeente wil uitbrengen, kan ter secretarie van iedere gemeente in het Rijk geschieden. Kiezers die nog in hun vorige woonplaats op de kie zerslijst voorkomen kunnen, door van hunne bevoegd heid om ln eon andere gemeente te stemmen, gebruik te maken, tooh in hunne nieuwe woonplaats hun stem uitbrengen. Door dezen maatregel zijn Inderdaad vele kiezers ge holpen, met name zij, die op den stemmingsdag niet ln hun woonplaats, doch in een andere gemeente ver toeven. Zeelieden, menschen die in het buitenland ver toeven, reizigers e.d. zijn er echter niet mee gebaat. Bij de wet van 21 Juli 1928, S. 288, is nu getracht het vraagstuk ln zijn geheel op te lossen. Deze wet steunt op het beginsel, dat bepaalde oategoriën van af wezige kiezers bij gevolmachtigde kunnen stem men. iVolgens dozo wot is de kiezer bevoegd bij vol macht te stemmen, indien zijn beroep of workznam- heden medebrengen, dat hij herhaaldelijk of althans gedurende het gedeelte van hot jaar, waarin de stem ming gewoonlijk valt, werkzaam pleegt to zijn bulten do gomoente op welker kiezerslijst hij voorkomt, mits zijne afwezigheid. Indien hij gedurende het tijdvak of do tijdvakken, waarin hij aldus werkzaam is, een' of meermalen in die gemeente terugkomt, als regel tol- kens langer dan drie dagen duurt™ Eveneens ls bevoegd bij volmaoht te stemmen de vrouw welke, gehuwd met een kiezer, die voldoet aan j zooeven genoemde voorwaarden, met haar man, in verpand niet diens beroep of werkzaamheden, afwezig pleegt te zijn. Volgens de memorie van toelichting moet de kiezer aan twee elschen voldoen, wil hij in aanmerking komen om bij volmacht te mogen stemmen, In de eerste plaats moeten zijn beroep of werkzaam heden medebrenger., dat hij herhaaldelijk ln hot jaar werkzaam moet zijn buiten de gemeente, op welker kiezerslijst hij voorkomt, of althans dat dit regelmatig geschiedt Jn het gedeelte van het jaar, waarin de stem- ming gewoonlijk valt. In de tweede plaats mioet hij voor langeren tijd af wezig zijn; zij, die dagelijks of bijna dagelijks in be doelde gemeente terugkeeren, kunnen zonder groot bezwaar oen oplossing vinden, welke het hun mogelijk I maakt, zelf aan de stemming deel te nemen, i De kiezer die zich de bevoegdheid wil zien toegekend, het kiesrecht bij gemachtigde uit'te oefenen, heeft elk jaar van 1 Ootober tot en met 31 December de gele genheid, daartoe een verzoek bij het gemeentebestuur in te dienen. Bedoeld is hier het gemeentebestuur z ij- ner woonplaats. De formulieren voor de verzoek schriften, welke met redenen omkleed moeten zijn, zijn gratis op elke secretarie verkrijgbaar. Het verzoek kan verzonden worden waar de persoon zich ook bevindt, al is hij ook in 't Buitenland. De kiezer kan bij één verzoekschrift tegelijkertijd het verzoek doen voor de verkiezingen van alle drie de vertegenwoordigende lichamen, t.w. Tweede. Kamer, Provinciale Staten en Gemeenteraad. Het verzoek moet echter voor iedere kiezerslijst op nieuw gedaan worden. Het aanwijzen van een gemachtigde kan geschieden vanaf de indiening van het verzoekschrift. Wanneer garage drie of vier jaren geleden laten bouwen, doch haar nog nooit gebruikt. Om u de waarheid te zeggen ben lk er zeker in een jaar niet binnen geweest. „Vader heeft liever niet dat er iemand binnen de ga rage komt," vulde Jessie aan. „Hij zegt dat niemand or iets te maken heeft tot er een wagen te zien ls. Ik vind het vreemd dat hij niet reeds eerder een auto gekocht heeft" „Alles op zijn tijd; alles komt tot hem, die geduld heeft," merkte Mijnheer Dame zelfgenoegzaam op. Toen de tijd tot vertrekken eindelijk voor het meisje aangebroken was, vergezelde Jessie haar tot aan den voortuin. „Wat denkt gij van den pater?" vroeg zij. „Hij ls een zeer belangwekkend man," zeide Elsa toe passelijk. „Ja, hij Is tamelijk belangwekkend," antwoordde Jessie zonder veel vuur. „U gaat thans naar huis, vermoed ik? Het moet heerlijk zijn, zoo vrij te zijn." Elsa wierp een snellen blik op het meisje. Er lag iets geheimzinnigs in haar stem en haar oogen, iets verle gens dat een oogenblik een verandering in haar teweeg bracht. Doch niet langer dan een oogenblik; toen was zij zichzelve weder. „Kom nog eens terug, telkens wanneer gij lust hebt in een kop thee. De pater zal verrukt zijn u zijn tuin te kunnen laten zien," zeide zij, en de stoeptreden opwip pende, had zij de voordeur gesloten, bijna vóór Elsa het hekje achter zich had. Mijnheer Dame wachtte zijn dochter in de eetkamer op en kauwde nadenkend op zijn eindje sigaar. „Dat is zij dus nu?" „Ja, dat is zij nu. Waarom waart gij zoo verlangend om haar te zien, vader?" „Waarom ik zoo verlangend wa3 om haar te zien, va der?" herhaalde hij potsierlijk haar woorden. „Je moet die kunsten van altijd te vragen achterwege laten, ver sta je? Laat eens zien wat je medegebracht hebt." Zij ging naar een zijtafeltje waarop zij haar hand- taschje neergelegd had, opende dit laatste en nam er eenige verfrommelde papieren uit, die zij aan haar vader overhandigde. „Wat Is dat?" vroeg hij toornig. „Het was alles wat ik kon vinden," zeide zij. „Zij la gen ia de papiermand." „Heeft hij geen andere brieven geschreven?" „Misschien wel," antwoordde het meisje. „Vader, lk geloof, dat hij argwaan koestert. Tot dusverre kwamen de uitgaande brieven alljtd bij mij om ingeschreven te worden, vóór zij gepost werden. Vanmiddag hield hij al zijn brieven achter, toen ik ze door den loopjongen Het halen, werd mij gezegd dat hij ze voortaan zelf naar den post zou brengen." De man wierp boosaardige blikken van zijn dochter naar de verfrommelde, met schrijfmachineletters be dekte papiertjes in zijn hand. „Het is steeds denzelfden brief," zeide hij. „Wat heb lk er aan?" „Dat weet lk niet, vader. Ik heb gedaan wat Ik kon," antwoordde Juffrouw Dame kalm. „Er zijn tijden waarin ik hem nauwelijks in de oogen durf te zien, bij al dat spionneeren en nasnuffelen dat ik doe, en indien Juf frouw Marl owe daarachter kwam..." „Zwijg over Juffrouw Marlowe, en over als zij er ach ter kwam", beet hij haar toe. „Wat ik wensch is, waar om ik zijn brieven niet gekregen heb." „Dat zeide ik u reeds," hernam het meisje met een gebaar van wanhoop. „Ik kan ze hem immers niet uit de hand rukken en naschrijven, doch daarmede heeft hij nu opgehouden, en ik moet mij bepalen tot hetgeen ik meermalen deed het napluizen van de papiermand". Hij las den brief zorgvuldig over, woord voor woord, waarbij zijn stompe vinger de regels volgde. „F.O.I. wat beteekent dat?" mompelde hij in zich- zelven. „Het ls goed, Jessie, je kunt naar je kamer gaan. Zorg dat je te zeven uur gekleed bent, dan gaan, we daarna ergens samen dineeren." Zij schudde het hoofd. „Ik heb geen lust vanavond uit te gaan." „Wat jij wilt en wat ik wil zijn twee verschillende din gen," bulderde hij haar toe. „Ga je kleeden!" Jessio Dame verdween als een verschrikt hert, en toen zij drie kwartier later in de eetkamer terugkwam, zat hij daar nog in zijn gewone daagsche kleeding. „Ik ben van het denkbeeld om samen te gaan terug gekomen," deelde hij haar mede,. „Je moet alleen gaan. En onderteeken deze vóór je gaat. Op de tafel lagen drie blanco cheques; zij luidden op Stebbing's Bank, en, een pen opnemende, onderteekende zij in haar hoekig schrift, ,-H. Stillman," vloeide de hond- iemand bevoegd is, het stemrecht bij gemachtigde uil te oefenen, dan ia hij nog meer halfweg. Hij moet nog iemand aanwijzen, die voor hem zal stemmen. Daartoi zal het noodlg zijn, dat hij zich in persoon hogoeli asti naar de secretarie van' de gemeente, op welker kiezer» w lijst hij moot voorkomen, ora op te geven o.a. de namen datum en plaats van geboorte van den door hem aan gewezen gemachtigde. De kiezer kan dit doen, zoodn het verzoekschrift is Ingediend, doch niet later dan oe week na den dag der candidaatstelling. Die gemachtigde moet eveneens in persoon t«B secretarie meedeelen, dat hij de volmacht aanneem 21 Gelijktijdige verschijning ter seoretarie van kiezer gemachtigde is niet noodig. Er moet aan gedacht woi den, dat een kiezer niet »meer dan één aanwijzing al Wa gemachtigde mag aannemen, behoudens dat hij ee tweede aanwijzing mag aannemen, indien beide aan wijzingen zijn geschied door personen, die tot zijn huil genooten behooren. ÏÏC Het kan voorkomen, dat de «kiezer, die een gemach en tlgde heeft aangewezen, tegen verwachting toch aan- 16e wezig is. De wetgever heeft dit voorzien. In zoo'n ge- val blijft de kiezer bevoegd zelf te stemmen, tenzij di gemachtigde reeds gestemd heeft De gemachtigde maf fl als zoodanig niet stemmen vóór deB middags 12 uur, g| Indleu de kiezer dus voor 12 uur naar het stemlokaal 6rj gaat, heeft hij de zekerheid, zelf z'n stem nog te kun- nen uitbrengen. Wanneer de kiezer zelf reeds gestelij heeft, mag de gemachtigde als zoodanig niet meer to! '1 de stemming toegelaten worden. rt Deze „noviteit" ln onze Kieswet zal in menig «p-\V zicht gunstig werken. Z zal ook bezwaren opleveren, bezwaren door de Regeering zelf genoemd en die stoc.1i tegen het stemmen bij volmaoht zijn aangevoerd: mogelijkheid van pressie op den kiezer om aan eo» 8 bepaald persoon een. volmaoht te geven; de lnbrcul ar op het absoluut geheim van de stembus; de mogelijk* g, held, dat de gevolmachtigde, beschamende het ln hen gestold vertrouwen, anders stemt dan hem is opgcdia gen. Echter zal hot verbod om voor meer dan één por10 soon tegelijk als gemachtigde op te treden, hot govuai t voor misbruikon beperken, ook wat betreft de mogelijk et heid van pressie op den kiezer.- Het geholmi van de stembus aldus de memorie vai toelichting beteekent niet, dat de kiezer gehouden 1 'e om niet aan anderen mede te deelen, hoe hij gestomi is heeft, doch dat hij vermag te stemmen zonder da rit Iemand weet, in welken zin hij hot doet. De afwezig die vreest, dat hij door een gevolmachtigde aan wijzen, zich verraadt, wijze er geen aan en late ni voor zich stemmen. Hierin mag geen argument gelege zijn om de bovoegdheid niet toe te kennen aan he Al overgroote deel der afwezigen, bij wie dit bezwaa ou niet zal bestaan. Hetzelfde geldt voor de kans op mil, bruik van vertrouwen; wie niet zeker is van zijn g« machtigde, onthoude zich ervan hem aan te wijzen. Tenslotte zij nog vermeld, dat de nieuwe regelinji uniform zal gelden voor de verkiezingen van d p, Tweede Kamer, de Provinciale Staten en den Gemeen 0r teraad. Aangezien echter in sommige gevallen de bo voegdheid om bij volmacht te stemmen, samen hang met afwezigheid gedurende het gedeelte van het jaai v* waarin de stemming gewoonlijk valt, kan het voorko men, dat Iemand bevoegd Is bij gemachtigde te stem j, men voor de eene verkiezing en niet voor een ander» Vandaar dat vastgehouden moet worden aan een afzon derlijko aanwijzing voor elk der verkllzlngen. Bezwarei 'e van beteekenls zal dit wel niet opleveren omdat - ej naar wij reeds schreven - het verzoek voor do ver s kiezingen der drie vertegenwoordigende lichamen b! één verzoekschrift kan geschieden. Van 1 October tot en met 31 December van elk jaa kan ieder belanghebbende gelijk hlervoren is vermei Ik aan het Gemeentebestuur verzoeken om als bevoeg Df bij volmacht te stemmen op de kiezerslijst te worde! n vermeld. Om deze bevoegdheid te verkrijgen vóór de verkil zingen van de leden van de Tweede Kamer ln 1929, D het dus noodlg, dat men bedoeld verzoekschrift indien! (n vóór 1 Januari 1929. n Amersfoort. A. OVER. aaj teekening af en gaf hem de cheques terug. „Is er nog iets, vader?" vroeg zij bedeesd. „Ja, er is nog iets. Ga dineeren in het Cardinal wees te half tien ln de MIspah, Indien Iemand je vrat waar, ik ben, zeg hem dat ik ergens ln de buurt bei Blijf in de Mespah tot twee uur. Je hebt altijd gezeg dat je gaarne bent waar deftige menschen zijn we nu, je moogt vanavond wat langer bij hen blijven. He je me begrepen?" „Ja, vader," antwoordde zij onderworpen. „Ik heb je geen minuut vroeger dan te twee uur r.o>n dig." „Ja, vader," herhaalde zij, nam haar avondmantel vi een stoel en vertrok. En de wanhoop die op haar gelft geschreven stond, opgemerkt hebbende, had nlemai kunnen denken dat Jessie Dame op weg was naar h door haar zoo vurig begeerde gezelschap van deftil Ijl menschen. fcf n.l HOOFDSTUK XLITI. MIJNHEER TUPPERWILL VRAAGT OM RAAR. Lang nadat Elsa het kantoor verlaten had, Majoor Amery aan zijn bureau blijven zitten, over eene vel schrijfpapier na het andere, met zijn vlugge heenvliegende. Hij schreef een fraaie, duidelijke hasj bijna als gecalligrateerd, en met een snelheid, die in omstandigheden merkwaardig mocht heeten. Hij was aan den benedenkant van het zesde vel g> le> komen, toen er zacht op zijn deur geklopt werd, staande, trad hij op die deur toe, draaide den sleui om en opende haar. Het was de nachtwaker, die na ba) toortijd zün ronde maakte. „Neem mij niet kwalijk, mijnheer, indien ik u sto* doch er is een heer, die u wenscht te spreken NIJ heer Tupperwlll." Amery raadpleegde zijn horloge; het was half zevj „Laat hem maar boven komen," zeide hij, en naar bureaugaande, bergde hij zijn schrifturen in een 1" en ging in zijn stoel zitten met het gelaat naar de de door welke Mijnheer Tupperwill weldra binnentrad. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1928 | | pagina 14