De dolende Ridder. IPIAROL Raad van Petten. Donderdag 24 Januari 1929. 72ste Jïxsxrjiairjiö No. 8397. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. SCHAGER Alputi Nieiis- COURANT. Mratniit- LaidlniMii Int lilnd verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- ti'uiiiin nog zooveel mogelijk in heL eerstuitlcomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TEEEF. No. 20. Prijs per 3 maanden fl.05. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootoro letters worden naar plaatsruimte borolccnd. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zltüng van Dinsdhg 22 Januari 1929. Uitspraken vorige zitting: Gerrit van L.f Bergen, bedrog met vleeschwaren, vrijgesproken bij gebrek aan voldoend bewijs opzet. Tj. B., huisvrouw H. D., Den Helder, valschheid in geschrifte en verduistering, vrijgesproken. Willem S., Beets, wederrechtelijke toeëigenlng van eenden, f 50 boete of 50 dagen. Naatje de R., hulsvrouw H. de G.r Castricum, mein eed, 1 maand gev. W. K., Winkel, hooger beroep leerplichtwet f 4 boete of 4 dagen. Joh. B. Heerhugowaard, hooger beroep Motorwet, f 25 boete of 25 dagen, met toewijzing der civiele vor dering ad f 10.20. B. v. D., Hoorn, zedenmisdrijf, 4 maanden gev. voorw. met 3 proefjaren. Nieuwe Zaken. BRANDSTICHTING EN AFDREIGING. De 1-jarige stoffeerder Leonardus K. te Alkmaar, die 'n kwartier te laat op de zitting verschijnt, staat terecht ter zake brandstichting, 5 maal gepleegd in de maanden Aug. en Sept. 1928 in de verschillende meubel pakhuizen van den heer L. Elzas, alhier. Voorts heeft hij aan gezegden heer Elzaa eenlge anonieme brieven geschreven en toegezonden, waarin hij den heer Elzas sommeerde tot afgifte van f 500 en f 1000 met doodsbedreiging tegen den heer Elzas en diens schuldelooze zoontjes. Deze ging er niet op in, doch waarschuwde de politie. In Alkmaar herin nert zich ieder nog wel die mysterieuse branden in de pakhuizen Koningstraat en Breesbraaty branden die gelukkig allemaal nog tijdig ontdekt waren, doch die voor een solied handelaar als de heer B. is, zeer on aangenaam waren. Verdachte was voorheen in dienst van den heer B. doch had zelf zijn betrekking opgezegd. Wat de dreig brieven betreft, moest de heer E. het geld afgeven aan den vrachtrijder Plomper. Verdachte, die eendgen tijd in voorarrest heeft door gebracht, erkent de hem ten laste gelegde feiten, zoo wel de brandstichtingen als het schrijven en toezen den van de dreigbrieven. Hij beweertnu, de brieven uit „aardigheid" te hebben gezonden. Het blijkt echter, dat hij wel degelijk de verwachting koesterde, dat de brieven het gewenschte effect zou den sorteeren. De vrachtrijder Plomper van Bergen is op 29 Octo-ber, op den Bergerweg 's morgens in de vroegte aangesproken, vermoedelijk door verdachte, die zich eenigszins had gecamoufleerd met een bril, en is hem verzocht een brief die hem zou worden ter hand gesteld door Elzas, te bezorgen in de Oude Prins'. De heer Engeln, bij- wien verdachte nu werkzaam is, geeft van hem een niet ongunstige getuigenis. In dien hij voorwaardelijk wordt veroordeeld, wil deze getuige hem wel in dienst houden. De werkgevers zijn over het werk van verdachte over het algemeen niet ontevreden. De Officier noemt de feiten zoo ernstig en zoo tal rijk, terwijl ook nog gebruik is gemaakt van een val- schen sleutel, dat Z.Ed. 2 jaar gev. vordert. Men kan zich niet laten terroriseeren door een kwajongen van 19 jaar. De verdachte heeft dat „liever niet". Verdediger van verdachte, Mr. Wijnne, schakelt aan vechting der feiten uit en wenscht alleen te spreken over de appreciatie, waarover hij een ander licht laat schijnen. Verdediger wijst op de baloorigheid die ver dachte beheerschte omdat hij werkloos was, het lezen van prikkellectuur en een soort wraakzucht wegens 1 het gekregen ontslag. Zijn handelingen wat betreft de dreigbrieven dragen, een meer kinderachtig karakter. Pleiter verzoekt alsnog en reclasseerlngsrapport, op dat het mogelijk is een voorw. straf op te leggen. Dr. Kruitbosch, de psychiater, acht een celstraf voor verdachte ondoelmatig. De Officier heeft daartegen geen bezwaar. Het onderzoek wordt geschorst tot 12 Februari. DIEFSTAL VAN EEN KONIJN. De 26-jarige landarbeider Hendrik Aart O., wonen de te Noordscharwoude, wordt verdacht van diefstal van een konijn in den nacht van 3 Nov. op 1 Dec. J.l. ten nadeele van den 12-jarigen Joh. Groenland te Heerhugowaard. Verdachte ontkent. Het konijn dat hij heeft gemarkt, was zijn eigendom. Er zijn echter sterke bewijzen van het tegendeel. Jantje heeft echter zijn grijs konijn herkend op de Zaterdagmarkt te Alkmaar. Het was In 't bezit van zekeren Broertjes en toen heeft Jan's vader het konijn teruggekocht. Toen het dier w:eer in '4 hok was gezet, gevoelde het zich direct thuis. Willem Groenland, caféhouder te Heerhugowaard, vader van Jantje, heeft gezien dat verdachte 2 konij nen afleverde aan Broertjes te Alkmaar. Een daarvan herkende hij als het konijn van zijn zoontje. Hij be schrijft die kenteekemen meer uitvoerig en in bijzon derheden. De gemeenteveldwachter Bleijendaal van Heerhugo waard, verklaart dat verdachte hem en zijn collega Visser heeft medegedeeld, dat hij de 2 konijnen uit het hok van zijn vader heeft gehaald. Vader O. verklaarde echter, dat hij al sinds een maand, althans een week geleden, geen konijnen in het hok heeft gehad. Al leen was er een konijn van zijn dochtertje. De vertegenwoordiger van het O. M., subs. officier mr. v. d. Feen de Lille, releveert in het kort nog eens de geschiedenis en komt tot de conclusie, dat het be wijs is geleverd en vordert, gelet op den persoon van verdachte, en diens niet brandschoon strafregister (7 veroordeeliingen)v 3 maanden gevangenisstraf. Verdachte blijft bij zijn ontkennende houding vol harden. Ten einde een deskundige op konijnenge- bled alsnog te hooren, wordt overwogen de zaak aan te houden. DIEFSTAL VAN EEN OVERJAS. De 22-jarige smid C. P. M., thans marine-matroos te Den Helder, staat in uniform terecht ter zake het hem ten laste gelegde feit, dat hij In den nacht van 18 op 19 Nov. een garbardine-regenjas, eigendom van den 20-jarigen landbouwer Jan Waaij te Hoogwoud, heeft weggenomen uit het café van Renooij aldaar. Verdachte erkent de wegneming, doch ontkent opzet tot diefstal te hebben gehad. Hij verkeerde in de mee ning, dat het zijn eigen jas was. Jammer echter voor hem, heeft hij de kenteekenen uit de Jas verwijderd. Getuige Jonker zegt: HIJ had ien Jéis an en ien over FEUILLETON Een verhaal uit den tijd van den Spaanschen Sucolasle-Oorlog. (Naar het Engelsch) van MORICE GERARD. 1L HOOFDSTUK XHL EEN GEVECHT VAN MAN TEGEN MAN. Toen ze de muren van de vesting bereikt hadden, zagen ze de hoofdpoort links van zich, een twintig stappen verder. Anna ging naar rechts en bleef in de diepe schaduw van den muur der binnenplaats. Tusschen de steenen groeide gras, wat 't geluld van de voetstappen dempte. In het wachtlokaal brandde licht; er waren geen ruiten in de vensters, zoodat men het rinkelen van de dobbelsteenenen het heesche gelach der mannen duidelijk kon hooren. Anna rilde en haas- te zich voort. Den halven omitrek van het fort waren ze rondgeloopen, toen Anna" stilhield. Het meisje klopte op een deur, die men in de duisternis vaag onder scheiden kon. De twee mannen stonden ieder een kant van hun gids ^gereed om haar te beschermen. Zij wachtten. Van den rivierkant kwam koude lucht opzetten ofschoon het Juni waa. Anna huiverde. Weer klopte zij. nu wat luider. Bijna onmiddellijk hoorde men een klop aan de binnenzijde. Het meisje klopte ten derde male, toen werd 'n sleutel omgedraaid De deur ging open, net ver genoeg om iemand door te laten. Anna ging naar binnen. Marston hoorde ge fluister en even daarna kwam een hand om de deur, oen kleine vrouwenhand die de zijne greep. Hij volgde en bevond zich op den steenen vloer van een gang. Fagan sloop achter zijn meester «an Ik zal U leiden, fluisterde Anna. Moge God U be schermen! Een oogenblikje sprak ze nog met den man, die haar binnengelaten had, haar verloofde, Korporaal Gotlich: Je bent dus hier als ze komen? i Ja, dood of levend! Toen hoorden ze het geluid van een kus; was het een afscheid? Hand in hand schreden ze voort; zij aamen de schoenen in de hand om geen geluid te mar en. Ze zetten ze neer bij den muur om ze later terug W halen. Na eenigen tijd voortgeloopen te hebben za- zij een lichtschijnsel. Het meisje hield haar etappen in. Zij kwamen aan een paar steenen treden, waarboven een lantaarn hing, bij het gelige licht waarvan ze een zware, met ijzer beslagen deur konden onderscheiden. Aan de andere zijde dor deur hoorde men stemmen. Hier is de wapenkamer, hier worden ze gepijnigd. Ternauwernood had Anna deze woorden gesproken of zij hoorde een gekreun. O, God, kermde het meisje. Ze bedekte haar ooren met de handen; die stem, dat was de stem van haar vader! Marston sprong de steenen trap op, Fagan volgde op den voet. Zij waren boven! Marston greep den zwaren grendel, doch voor hij deze terugschuiven kon werd de deur van de binnenzijde geopend. Een van de bewakers, geheel gewapend, kwam naar 'bulten. Toen hij Marston in het oog kreeg aarzelde hij en slaakte een kreet van verbazing. Op hetzelfde oogen- blik was bij de keel gegrepen en achteruit in de kar mer gesmeten. De soldaat kwam met zijn hoofd tegen i den ruwen steenen muur van de wapenkamer terecht. Hij draalde in het rond en viel toen als een zwaar blok op den grond. Marston keek niet wat er verder met den man ge beurde, maar sprong midden in de kamer. Fagan had ondertusschen al met één blik de heele situatie over zien. Op een verhooging, aan het einde van het vertrek, I stond een. forsere man tegen den muur, verder 'n rek, I waarop een gestalte was uitgestrekt. Twee mannen, tot het middel naakt, waren op bevel van den grooten man bezig het folterwerktuig te hanteeren. Een half dozijn soldaten die tegen den muur stonden, sloegen het j schouwspel gade. Fagan draaide zich om en bleef bij de deur staan, waardoor zij binnengekomen waren; naast den grendel, die zoowel van bulten als van bin- I nen verschoven kon worden, was een slot met den sleu tel erin. Vlug draiade hij dien om, nam den sleutel er uit en stak hem in zijn zak. Tenslotte was al het beter alleen met de mannen in de wapenkamer te doen te hebben dan met de heele bezetting. Twee in het ver trek waren ongewapend; dus er waren zeven stuks om |mee af te rekenen. De inval kwam voor Majoor Voltman en zijn mannen wel heel onverwacht. Zij hadden gedacht dezen armen kolenbrander naar hartelust te kunnen kwellen, om hem de bekentenis te ontwringen van misdaden die hij nooit bedreven had. De verbazing van den commandant ging echter on middellijk over in grenzelooze woede. Hij zag een te genstander met getrokken zwaard voor zich; een man van rang met een knecht achter zich. Voltman was wel wreed, doch geen lafaard. Hij was een roekelooze vechtersbaas, overwinnaar in meer dan honderd duels. Hij nam de uitdaging aan, haalde zijn z'n aarm. Eerst was verdachte al buiten geweest en kwam toen terug om bij de jassen te scharrelen. Toen hij in 't café kwam, had hij één overjas aan. De Officier houdt zich voorzichtigheidshalve aan de subsidiaire tenlastelegging: verduistering en requireert tegen verdachte, die reeds meermalen wegens vermo gensdelicten ia veroordeeld en eenmaal ter zake mis handeling, 4 maanden, onvoorwaardelijke gevangenis straf. Verdachte zegt nu door ziekte verhinderd te zijn, de jas terug te bezorgen. HOOGER BEROEP OVERTREDING JACHTWET. De arbeider Jb. C. te Castricum is op 20 October door den kantonrechter te Alkmaar tot f 25 boete of 25 dagen veroordeeld ter zake het feit dat hij zijn hond die zich op het terrein van Duin en Bosch in het jachtveld wild opspoorde, niet heeft teruggeroepen. Appellant staat thans terecht in hooger beroep en de biteert thans ook het bekende verhaal van de falsant met de stukgeschoten poten en heeft ongeveer het zelf de verloop als voor den kantonrechter. De jachtopziener houdt zich concientleus aan zijn voor den kantonrechter afgelegde verklaring, dat verdachte zijn hond niet heeft teruggeroepen. De Officier vordert bevestiging van het gewezen vonnis. EEN AUTOMOBILIST MOET KALM ZIJN BEURT AFWACHTEN. In de drukke Keizerstraat te Den Helder reed op 14 October de welgedane landbouwer Plet de G. en zijn zoete last bedroeg een paar aardige kantoord ame- tjes, die werkelijk in Plets Hlspano Suiza geen be roerd figuur maakten. Bij een drukken koek- en ban ketwinkel werd gestopt, want 'n slagroomsoes is een lang niet te verwerpen versnapering, doch toen Piet zijn stoomlcaros weer dp gang zou brengen, stond daar dicht voor zijn auto 'n aardig 15-jarig klppie met 2 fietsen aan de hand te wachten, welke jongedame niet scheen te kunnen of willen op zij gaan, toen vader Plet met autobestuurdersgewichtigheid het sein gaf. Hij zette toen toch zijn zin door, met het gevolg, dat de Jonge dame met de twee flesten werd aangeredon en tegen de vlakte kwakte, aangezien een dor rijwielen met het spatbord van de niet genoeg naar lüiksch uit geweken auto werd geraakt Plet de G. weigerde de hemi aangeboden minnelijke schikking ad f 3 aan mej. Bogaerd te voldoen. Hij ging liever in zee met den kantpnrechtr, die hem nog meer teleurstelde en hem tot f 25 boete of 25 dagen veroor deelde. Mijnheer Piet kwam steeds meer van den drup in den regen. Hij ging van het vonnis in hooger beroep en -verzekerde zich nu van den steun van een ervaren en pienter advocaat, tmr. Bulskool uit Scha gen, die natuurlijk zijn verheven ambt ook niet louter uit humaniteit beoefent Helaas, ook voor het meervoudige College kreeg de heer de G. niet veel troost Hem werd beduid, dat het niet aangaat om in een twijfelachtig geval maar door te rijden en bevestiging van het vonnis gevorderd. Mr. Buiskool deed met alle middelen, die hem in casu te* dienste stonden, zijn best de rechtbank te overtuigen, dat zijn cliënt niet de grootste schuld had en reductie op de boete een eisch was van rechtvaardigheid. Fine. Jtwfi/e sttfirtcue 4TMA4X en springende lippen !n doozca v«n 30-40 en 90 ct Tub« 80 ct Bl| Apoth. en Droglittn wapen uit de acheede on sprong op zijn aanvaller toe. Hij en Marston kwamen zoo dicht mogelijk bij elkaar in het midden van de wapenkamer, een hoog vertrek met zware eiken balken en een eiken vloer, verlicht door toortsen langs de wanden. Een groote en zware lan taarn hing ln het midden van de kamer. U hebt het gewaagd hier binnen te dringen me neer, schreeuwde Majoor Voltman, en U zult ervoor boeten. Ik ben gekomen om onrecht te verhinderen. Majoor Voltman werd pioenrood ,de aderen op zijn hoofd leken wel touwen. Ik zal u een lesje In manieren geven, meneer; al leen zult u er niets meer aan hebben. Uw uren zijn geteld. Beiden hieven hun zwaard omhoog en onmiddellijk daarna kletterde staal tegen staal in een tweegevecht waarvan ieder in het vertrek wist dat het een op leven en dood was. Zoodra Mark zag dat het geschil op deze wijze uitge vochten werd, sloop hij weg van achter Marston's rug. Over den uitslag was hij niet in twijfel; hij had nog nooit gezien dat zijn meester overwonnen was. De an deren in het vertrek letten met op hem; ze waren te zeer verdiept in den spannenden strijd. Zachtjes ging hij naar het eind van de kamer en kwam bij den ar men kolenbrander op het rek; hij bukte zich en sneed met zijn dolk snel de touwen door, waarmee de man stevig vastgebonden was en hielp hem opstaan, een van de half-naakte kwelduivels die het zag scheen lust te hebben tusschenbeide te komen, maar een blik uit Fagan's scherpe kleine oogjes en een tik op het hand vat van diens dolk zei hem dat hij wijzer deed zich er niet mee te bemoeien. Het duurde een oogenblik voor de kolenbrander al leen kon staan. Zoo gauw hij een beetje hersteld was fluisterde Mark hem toe: Je deed het beste met heen te gaan; je dochter wacht buiten In de gang. Kom mee, ik zal je uitlaten. De oogen van de toeschouwers waren geboeid door het schouwspel voor hen, zoodat zij ongemerkt aan de deur kwamen; Fagan opende deze en liet den ko lenbrander uit. Toen ging hij er met zijn rug tegenaan staan, oogenschijnlijk de minst-geinteresseerde van het heele gezelschap. Voltman was geweldig sterk, een Her cules. Hij hanteerde zijn zwaard met groote bedreven heid en bewoog zich vlugger dan men van iemand van zijn postuur zou verwachten. Marston's schermkunst stond echter hooger en hij was ook beter in conditie dan zijn tegenstander, die de laatste maanden in het fort niet veel beweging had ge had. In het eerst nam Anthony een verdedigende hou ding aan en hij wist alle aanvallen af te weren. Hij hield Voltman scherp in het oog, peilde zijn' aanvals- Vergadering van den Raad dezer gemeente op 21 Januari 1920. Tegenwoordig alle leden, met uitzondering van de heeren J. J. G. Blom en D. van der Vlies. De Voorzitter opent de vergadering, waarna de no tulen der vorige vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. Ingekomen stokken. Ingekomen is de rekening-courant van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten, waaruit blijkt, dat over het 4de kwartaal 1928 aan rente f0.53 is ver schuldigd. De mededeeling van Ged. Staten, dat de rekening over 1927 door dat college is gesloten. Het bericht van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, dat over 1928 f 1000 aan de ge meente wordt verstrekt als bijdrage in de kosten der gemeente-huishouding. De mededeeling van den Directeur van don Rijks dienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeids bemiddeling, dat het bedrag van het subsidie, dat op grond van het Werkloosheidsbesluit 1917 over het tweede kwartaal 1928, ten laste dezer gemeente komt, is vastgesteld op f 136.38. Al deze stukkon worden voor kennisgeving aan genomen. Aangeboden wordt het verslag van hetgeen met betrekking tot verbetering der volkshuisvesting in de gemeente Petten gedurende het jaar 1928 is ver richt. Herziening jaarwedden van burgemeesters, secretarissen en ontvangers. Van Ged. Staten is een ontwerp ingekomen tot herziening van de jaarwedden van Burgemeesters, Secretarissen en Ontvangers, met verzoek om ad vies. De Voorzitter licht toe, dat de in het ontwerp voor gestelde salarissen niet overdreven zijn, gezien de vele werkzaamheden, die verricht moeten worden; de moeilijkheid zit echter in het uitbetalen dier jaarwedden. Voor de gemeente Petten wordt het salaris van den Burgemeester, tevens secretaris, f700.hooger, van den ontvanger f40.vermeer derd met het bedrag, dat wegens verhaal van pen sioensbijdragen zal worden ingehouden. Deze rege ling wordt door Gedeputeerde Staten ontworpen, doch deze stellen niet voor aan de regeering om uitkeoring, ingevolge art. 10 der wet van 1897, te herzien; deze uitkeering blijft gehandhaafd op f600.De salarissen worden dus verhoogd, doch de uitkeering van het Rijk niet. Tengevolge daar van wordt de druk van de salarissen in de kleine gemeenten te zwaar. Ged. Staten stellen echter een dergelijke regeling voor, doch vragen niet of er mid delen zijn om die jaarwedden uit te betalen. methoden, kalm, koel en behcerscht, volkomen over tuigd dat het niet lang meer zou duren of hij zou ont dekt hebben waar de kwetsbare plek van zijn tegen stander lag. Het zweet druppelde van het voorhoofd van den dikken majoor. Nu begon Marston aan te val len, langzaam, heel langzaam verslapte de tegenstand van den majoor. Marston's zwaard kletterde nu in de eene, dan in de andere richting; de slag werd lederen keer nog opgevangen, maar soms net op het nippertje. Ieder oogenblik werd het duidelijker hoe de strijd zou afloopen. Voltman wist het ook en begon angstig te worden. En angst is in een gevecht een gevaarlijke met gezel! De soldaten, die toekeken waren niet meer Ja twijfel over den uitslag. Ze hielden r.let van hun be velhebber, sommige haatten hem zelfs! maar tenslotte was zijn zaak de hunne, met zijn val zouden zij ook vallen. Bijna gelijktijdig trokken alle soldaten hun wa pens en kwamen naar voren. Voltman wierp een blik op den sergeant; het was een bede om hulp, de eerste die hij in zijn leven gedaan had; maar die züdelingsche blik gaf Marston zijn kans, want op dat ondeelbare oogenblik waren die oogen, die in die van zyn tegenstander hadden moeten kijken, niet waakzaam. Anthony deed een uitval; de punt van zijn zwaard drong in de rechterschouder van den ma joor. Hij waggelde en viel tegen de verhooging jaan.. Marston sprong terug en zwaaide zijn zwaard woest in het rond; Far^n rende hem te hulp. Een pistoolschot klonk; een kogel schroeide Anthony's wang en maakte een gat in den rand van zijn hoed. De sergeant had echter niet gerekend op de geweldige vlugheid van Fagan, deze sprong op hem toe en stak zijn dolk in de borst van den onderofficier, die met een gekreun zijn armen omhoog hief en neerviel. Dat was het laatste bedrijf van het drama. Doch Mark Fagan had beneden ook hooren vechten: een troep stevige boeren en stedelingen waren door ver raad een achterpoortje binnengekomen en maakten korte metten met de bezetting en het duurde niet lang of ook de wapenkamer was gevuld met een vreemde groep mannen, die allerlei soorten wapena droegen, van zware ruiterpistolen tot snoeimessen, bijlen en harts vangers toe. Hier was geen vechten tegen; de soldaten gaven zich over en Marston nam het bevel over de grensvesting op zich. Het was met groote voldoening dat hij den volgenden morgen de sleutel aan zijn opper bevelhebber overreikte. Met innlgen dank naderde Anna hem en kuste zijn hand, daarna kwamen haar vader en korporaal Gotlich. Wij kunnen u nooit genoeg danken, zei het meisje met tranen in haar stern. lederen avond zaJ ik bidden dat God U moge beschermen en bewakon zooals hij de zen nacht gedaan heeft. Wordt vervolgd,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 1