De dolende Ridder.
IPIAROL
Raad van Petten.
Donderdag 24 Januari 1929.
72ste Jïxsxrjiairjiö No. 8397.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
SCHAGER
Alputi Nieiis-
COURANT.
Mratniit- LaidlniMii
Int lilnd verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
ti'uiiiin nog zooveel mogelijk in heL eerstuitlcomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TEEEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.05. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootoro letters worden naar plaatsruimte borolccnd.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zltüng van Dinsdhg 22 Januari 1929.
Uitspraken vorige zitting:
Gerrit van L.f Bergen, bedrog met vleeschwaren,
vrijgesproken bij gebrek aan voldoend bewijs opzet.
Tj. B., huisvrouw H. D., Den Helder, valschheid in
geschrifte en verduistering, vrijgesproken.
Willem S., Beets, wederrechtelijke toeëigenlng van
eenden, f 50 boete of 50 dagen.
Naatje de R., hulsvrouw H. de G.r Castricum, mein
eed, 1 maand gev.
W. K., Winkel, hooger beroep leerplichtwet f 4
boete of 4 dagen.
Joh. B. Heerhugowaard, hooger beroep Motorwet,
f 25 boete of 25 dagen, met toewijzing der civiele vor
dering ad f 10.20.
B. v. D., Hoorn, zedenmisdrijf, 4 maanden gev. voorw.
met 3 proefjaren.
Nieuwe Zaken.
BRANDSTICHTING EN AFDREIGING.
De 1-jarige stoffeerder Leonardus K. te Alkmaar,
die 'n kwartier te laat op de zitting verschijnt, staat
terecht ter zake brandstichting, 5 maal gepleegd in
de maanden Aug. en Sept. 1928 in de verschillende
meubel pakhuizen van den heer L. Elzas, alhier.
Voorts heeft hij aan gezegden heer Elzaa eenlge
anonieme brieven geschreven en toegezonden, waarin
hij den heer Elzas sommeerde tot afgifte van f 500
en f 1000 met doodsbedreiging tegen den heer Elzas
en diens schuldelooze zoontjes. Deze ging er niet op
in, doch waarschuwde de politie. In Alkmaar herin
nert zich ieder nog wel die mysterieuse branden in de
pakhuizen Koningstraat en Breesbraaty branden die
gelukkig allemaal nog tijdig ontdekt waren, doch die
voor een solied handelaar als de heer B. is, zeer on
aangenaam waren.
Verdachte was voorheen in dienst van den heer B.
doch had zelf zijn betrekking opgezegd. Wat de dreig
brieven betreft, moest de heer E. het geld afgeven aan
den vrachtrijder Plomper.
Verdachte, die eendgen tijd in voorarrest heeft door
gebracht, erkent de hem ten laste gelegde feiten, zoo
wel de brandstichtingen als het schrijven en toezen
den van de dreigbrieven. Hij beweertnu, de brieven
uit „aardigheid" te hebben gezonden.
Het blijkt echter, dat hij wel degelijk de verwachting
koesterde, dat de brieven het gewenschte effect zou
den sorteeren. De vrachtrijder Plomper van Bergen is
op 29 Octo-ber, op den Bergerweg 's morgens in de
vroegte aangesproken, vermoedelijk door verdachte,
die zich eenigszins had gecamoufleerd met een bril,
en is hem verzocht een brief die hem zou worden ter
hand gesteld door Elzas, te bezorgen in de Oude Prins'.
De heer Engeln, bij- wien verdachte nu werkzaam
is, geeft van hem een niet ongunstige getuigenis. In
dien hij voorwaardelijk wordt veroordeeld, wil deze
getuige hem wel in dienst houden. De werkgevers
zijn over het werk van verdachte over het algemeen
niet ontevreden.
De Officier noemt de feiten zoo ernstig en zoo tal
rijk, terwijl ook nog gebruik is gemaakt van een val-
schen sleutel, dat Z.Ed. 2 jaar gev. vordert. Men kan
zich niet laten terroriseeren door een kwajongen van
19 jaar.
De verdachte heeft dat „liever niet".
Verdediger van verdachte, Mr. Wijnne, schakelt aan
vechting der feiten uit en wenscht alleen te spreken
over de appreciatie, waarover hij een ander licht laat
schijnen. Verdediger wijst op de baloorigheid die ver
dachte beheerschte omdat hij werkloos was, het lezen
van prikkellectuur en een soort wraakzucht wegens 1
het gekregen ontslag. Zijn handelingen wat betreft de
dreigbrieven dragen, een meer kinderachtig karakter.
Pleiter verzoekt alsnog en reclasseerlngsrapport, op
dat het mogelijk is een voorw. straf op te leggen.
Dr. Kruitbosch, de psychiater, acht een celstraf voor
verdachte ondoelmatig.
De Officier heeft daartegen geen bezwaar.
Het onderzoek wordt geschorst tot 12 Februari.
DIEFSTAL VAN EEN KONIJN.
De 26-jarige landarbeider Hendrik Aart O., wonen
de te Noordscharwoude, wordt verdacht van diefstal
van een konijn in den nacht van 3 Nov. op 1 Dec. J.l.
ten nadeele van den 12-jarigen Joh. Groenland te
Heerhugowaard.
Verdachte ontkent.
Het konijn dat hij heeft gemarkt, was zijn eigendom.
Er zijn echter sterke bewijzen van het tegendeel.
Jantje heeft echter zijn grijs konijn herkend op de
Zaterdagmarkt te Alkmaar. Het was In 't bezit van
zekeren Broertjes en toen heeft Jan's vader het konijn
teruggekocht. Toen het dier w:eer in '4 hok was gezet,
gevoelde het zich direct thuis.
Willem Groenland, caféhouder te Heerhugowaard,
vader van Jantje, heeft gezien dat verdachte 2 konij
nen afleverde aan Broertjes te Alkmaar. Een daarvan
herkende hij als het konijn van zijn zoontje. Hij be
schrijft die kenteekemen meer uitvoerig en in bijzon
derheden.
De gemeenteveldwachter Bleijendaal van Heerhugo
waard, verklaart dat verdachte hem en zijn collega
Visser heeft medegedeeld, dat hij de 2 konijnen uit het
hok van zijn vader heeft gehaald. Vader O. verklaarde
echter, dat hij al sinds een maand, althans een week
geleden, geen konijnen in het hok heeft gehad. Al
leen was er een konijn van zijn dochtertje.
De vertegenwoordiger van het O. M., subs. officier
mr. v. d. Feen de Lille, releveert in het kort nog eens
de geschiedenis en komt tot de conclusie, dat het be
wijs is geleverd en vordert, gelet op den persoon van
verdachte, en diens niet brandschoon strafregister (7
veroordeeliingen)v 3 maanden gevangenisstraf.
Verdachte blijft bij zijn ontkennende houding vol
harden. Ten einde een deskundige op konijnenge-
bled alsnog te hooren, wordt overwogen de zaak aan
te houden.
DIEFSTAL VAN EEN OVERJAS.
De 22-jarige smid C. P. M., thans marine-matroos
te Den Helder, staat in uniform terecht ter zake het
hem ten laste gelegde feit, dat hij In den nacht van
18 op 19 Nov. een garbardine-regenjas, eigendom van
den 20-jarigen landbouwer Jan Waaij te Hoogwoud,
heeft weggenomen uit het café van Renooij aldaar.
Verdachte erkent de wegneming, doch ontkent opzet
tot diefstal te hebben gehad. Hij verkeerde in de mee
ning, dat het zijn eigen jas was. Jammer echter voor
hem, heeft hij de kenteekenen uit de Jas verwijderd.
Getuige Jonker zegt: HIJ had ien Jéis an en ien over
FEUILLETON
Een verhaal uit den tijd van den
Spaanschen Sucolasle-Oorlog.
(Naar het Engelsch)
van
MORICE GERARD.
1L
HOOFDSTUK XHL
EEN GEVECHT VAN MAN TEGEN MAN.
Toen ze de muren van de vesting bereikt hadden,
zagen ze de hoofdpoort links van zich, een twintig
stappen verder. Anna ging naar rechts en bleef in de
diepe schaduw van den muur der binnenplaats.
Tusschen de steenen groeide gras, wat 't geluld van de
voetstappen dempte. In het wachtlokaal brandde licht;
er waren geen ruiten in de vensters, zoodat men het
rinkelen van de dobbelsteenenen het heesche gelach
der mannen duidelijk kon hooren. Anna rilde en haas-
te zich voort. Den halven omitrek van het fort waren
ze rondgeloopen, toen Anna" stilhield. Het meisje klopte
op een deur, die men in de duisternis vaag onder
scheiden kon. De twee mannen stonden ieder een
kant van hun gids ^gereed om haar te beschermen.
Zij wachtten. Van den rivierkant kwam koude lucht
opzetten ofschoon het Juni waa. Anna huiverde.
Weer klopte zij. nu wat luider. Bijna onmiddellijk
hoorde men een klop aan de binnenzijde. Het meisje
klopte ten derde male, toen werd 'n sleutel omgedraaid
De deur ging open, net ver genoeg om iemand door te
laten. Anna ging naar binnen. Marston hoorde ge
fluister en even daarna kwam een hand om de deur,
oen kleine vrouwenhand die de zijne greep. Hij volgde
en bevond zich op den steenen vloer van een gang.
Fagan sloop achter zijn meester «an
Ik zal U leiden, fluisterde Anna. Moge God U be
schermen!
Een oogenblikje sprak ze nog met den man, die haar
binnengelaten had, haar verloofde, Korporaal Gotlich:
Je bent dus hier als ze komen? i
Ja, dood of levend!
Toen hoorden ze het geluid van een kus; was het
een afscheid? Hand in hand schreden ze voort; zij
aamen de schoenen in de hand om geen geluid te mar
en. Ze zetten ze neer bij den muur om ze later terug
W halen. Na eenigen tijd voortgeloopen te hebben za-
zij een lichtschijnsel. Het meisje hield haar etappen
in. Zij kwamen aan een paar steenen treden, waarboven
een lantaarn hing, bij het gelige licht waarvan ze een
zware, met ijzer beslagen deur konden onderscheiden.
Aan de andere zijde dor deur hoorde men stemmen.
Hier is de wapenkamer, hier worden ze gepijnigd.
Ternauwernood had Anna deze woorden gesproken of
zij hoorde een gekreun.
O, God, kermde het meisje.
Ze bedekte haar ooren met de handen; die stem, dat
was de stem van haar vader!
Marston sprong de steenen trap op, Fagan volgde op
den voet. Zij waren boven! Marston greep den zwaren
grendel, doch voor hij deze terugschuiven kon werd de
deur van de binnenzijde geopend.
Een van de bewakers, geheel gewapend, kwam naar
'bulten. Toen hij Marston in het oog kreeg aarzelde hij
en slaakte een kreet van verbazing. Op hetzelfde oogen-
blik was bij de keel gegrepen en achteruit in de kar
mer gesmeten. De soldaat kwam met zijn hoofd tegen
i den ruwen steenen muur van de wapenkamer terecht.
Hij draalde in het rond en viel toen als een zwaar blok
op den grond.
Marston keek niet wat er verder met den man ge
beurde, maar sprong midden in de kamer. Fagan had
ondertusschen al met één blik de heele situatie over
zien.
Op een verhooging, aan het einde van het vertrek,
I stond een. forsere man tegen den muur, verder 'n rek,
I waarop een gestalte was uitgestrekt. Twee mannen, tot
het middel naakt, waren op bevel van den grooten man
bezig het folterwerktuig te hanteeren. Een half dozijn
soldaten die tegen den muur stonden, sloegen het
j schouwspel gade. Fagan draaide zich om en bleef bij
de deur staan, waardoor zij binnengekomen waren;
naast den grendel, die zoowel van bulten als van bin-
I nen verschoven kon worden, was een slot met den sleu
tel erin. Vlug draiade hij dien om, nam den sleutel er
uit en stak hem in zijn zak. Tenslotte was al het beter
alleen met de mannen in de wapenkamer te doen te
hebben dan met de heele bezetting. Twee in het ver
trek waren ongewapend; dus er waren zeven stuks om
|mee af te rekenen.
De inval kwam voor Majoor Voltman en zijn mannen
wel heel onverwacht.
Zij hadden gedacht dezen armen kolenbrander naar
hartelust te kunnen kwellen, om hem de bekentenis te
ontwringen van misdaden die hij nooit bedreven had.
De verbazing van den commandant ging echter on
middellijk over in grenzelooze woede. Hij zag een te
genstander met getrokken zwaard voor zich; een man
van rang met een knecht achter zich.
Voltman was wel wreed, doch geen lafaard. Hij was
een roekelooze vechtersbaas, overwinnaar in meer dan
honderd duels. Hij nam de uitdaging aan, haalde zijn
z'n aarm. Eerst was verdachte al buiten geweest en
kwam toen terug om bij de jassen te scharrelen. Toen
hij in 't café kwam, had hij één overjas aan.
De Officier houdt zich voorzichtigheidshalve aan de
subsidiaire tenlastelegging: verduistering en requireert
tegen verdachte, die reeds meermalen wegens vermo
gensdelicten ia veroordeeld en eenmaal ter zake mis
handeling, 4 maanden, onvoorwaardelijke gevangenis
straf.
Verdachte zegt nu door ziekte verhinderd te zijn,
de jas terug te bezorgen.
HOOGER BEROEP OVERTREDING JACHTWET.
De arbeider Jb. C. te Castricum is op 20 October
door den kantonrechter te Alkmaar tot f 25 boete of 25
dagen veroordeeld ter zake het feit dat hij zijn hond
die zich op het terrein van Duin en Bosch in het
jachtveld wild opspoorde, niet heeft teruggeroepen.
Appellant staat thans terecht in hooger beroep en de
biteert thans ook het bekende verhaal van de falsant
met de stukgeschoten poten en heeft ongeveer het zelf
de verloop als voor den kantonrechter.
De jachtopziener houdt zich concientleus aan zijn
voor den kantonrechter afgelegde verklaring, dat
verdachte zijn hond niet heeft teruggeroepen.
De Officier vordert bevestiging van het gewezen
vonnis.
EEN AUTOMOBILIST MOET KALM ZIJN BEURT
AFWACHTEN.
In de drukke Keizerstraat te Den Helder reed op
14 October de welgedane landbouwer Plet de G. en
zijn zoete last bedroeg een paar aardige kantoord ame-
tjes, die werkelijk in Plets Hlspano Suiza geen be
roerd figuur maakten. Bij een drukken koek- en ban
ketwinkel werd gestopt, want 'n slagroomsoes is een
lang niet te verwerpen versnapering, doch toen Piet
zijn stoomlcaros weer dp gang zou brengen, stond
daar dicht voor zijn auto 'n aardig 15-jarig klppie met
2 fietsen aan de hand te wachten, welke jongedame
niet scheen te kunnen of willen op zij gaan, toen vader
Plet met autobestuurdersgewichtigheid het sein gaf.
Hij zette toen toch zijn zin door, met het gevolg, dat
de Jonge dame met de twee flesten werd aangeredon
en tegen de vlakte kwakte, aangezien een dor rijwielen
met het spatbord van de niet genoeg naar lüiksch uit
geweken auto werd geraakt
Plet de G. weigerde de hemi aangeboden minnelijke
schikking ad f 3 aan mej. Bogaerd te voldoen. Hij ging
liever in zee met den kantpnrechtr, die hem nog meer
teleurstelde en hem tot f 25 boete of 25 dagen veroor
deelde. Mijnheer Piet kwam steeds meer van den
drup in den regen. Hij ging van het vonnis in hooger
beroep en -verzekerde zich nu van den steun van een
ervaren en pienter advocaat, tmr. Bulskool uit Scha
gen, die natuurlijk zijn verheven ambt ook niet louter
uit humaniteit beoefent
Helaas, ook voor het meervoudige College kreeg de
heer de G. niet veel troost Hem werd beduid, dat het
niet aangaat om in een twijfelachtig geval maar door
te rijden en bevestiging van het vonnis gevorderd. Mr.
Buiskool deed met alle middelen, die hem in casu te*
dienste stonden, zijn best de rechtbank te overtuigen,
dat zijn cliënt niet de grootste schuld had en reductie
op de boete een eisch was van rechtvaardigheid. Fine.
Jtwfi/e
sttfirtcue
4TMA4X
en springende lippen
!n doozca v«n 30-40 en 90 ct Tub« 80 ct Bl| Apoth. en Droglittn
wapen uit de acheede on sprong op zijn aanvaller toe.
Hij en Marston kwamen zoo dicht mogelijk bij elkaar in
het midden van de wapenkamer, een hoog vertrek met
zware eiken balken en een eiken vloer, verlicht door
toortsen langs de wanden. Een groote en zware lan
taarn hing ln het midden van de kamer.
U hebt het gewaagd hier binnen te dringen me
neer, schreeuwde Majoor Voltman, en U zult ervoor
boeten.
Ik ben gekomen om onrecht te verhinderen.
Majoor Voltman werd pioenrood ,de aderen op zijn
hoofd leken wel touwen.
Ik zal u een lesje In manieren geven, meneer; al
leen zult u er niets meer aan hebben. Uw uren zijn
geteld.
Beiden hieven hun zwaard omhoog en onmiddellijk
daarna kletterde staal tegen staal in een tweegevecht
waarvan ieder in het vertrek wist dat het een op leven
en dood was.
Zoodra Mark zag dat het geschil op deze wijze uitge
vochten werd, sloop hij weg van achter Marston's rug.
Over den uitslag was hij niet in twijfel; hij had nog
nooit gezien dat zijn meester overwonnen was. De an
deren in het vertrek letten met op hem; ze waren te
zeer verdiept in den spannenden strijd. Zachtjes ging
hij naar het eind van de kamer en kwam bij den ar
men kolenbrander op het rek; hij bukte zich en sneed
met zijn dolk snel de touwen door, waarmee de man
stevig vastgebonden was en hielp hem opstaan, een
van de half-naakte kwelduivels die het zag scheen lust
te hebben tusschenbeide te komen, maar een blik uit
Fagan's scherpe kleine oogjes en een tik op het hand
vat van diens dolk zei hem dat hij wijzer deed zich er
niet mee te bemoeien.
Het duurde een oogenblik voor de kolenbrander al
leen kon staan. Zoo gauw hij een beetje hersteld was
fluisterde Mark hem toe: Je deed het beste met heen
te gaan; je dochter wacht buiten In de gang. Kom mee,
ik zal je uitlaten.
De oogen van de toeschouwers waren geboeid
door het schouwspel voor hen, zoodat zij ongemerkt aan
de deur kwamen; Fagan opende deze en liet den ko
lenbrander uit. Toen ging hij er met zijn rug tegenaan
staan, oogenschijnlijk de minst-geinteresseerde van het
heele gezelschap. Voltman was geweldig sterk, een Her
cules. Hij hanteerde zijn zwaard met groote bedreven
heid en bewoog zich vlugger dan men van iemand van
zijn postuur zou verwachten.
Marston's schermkunst stond echter hooger en hij
was ook beter in conditie dan zijn tegenstander, die de
laatste maanden in het fort niet veel beweging had ge
had. In het eerst nam Anthony een verdedigende hou
ding aan en hij wist alle aanvallen af te weren. Hij
hield Voltman scherp in het oog, peilde zijn' aanvals-
Vergadering van den Raad dezer gemeente op 21
Januari 1920.
Tegenwoordig alle leden, met uitzondering van de
heeren J. J. G. Blom en D. van der Vlies.
De Voorzitter opent de vergadering, waarna de no
tulen der vorige vergadering worden gelezen en
onveranderd goedgekeurd.
Ingekomen stokken.
Ingekomen is de rekening-courant van de Bank
voor Nederlandsche Gemeenten, waaruit blijkt, dat
over het 4de kwartaal 1928 aan rente f0.53 is ver
schuldigd.
De mededeeling van Ged. Staten, dat de rekening
over 1927 door dat college is gesloten.
Het bericht van den Minister van Binnenlandsche
Zaken en Landbouw, dat over 1928 f 1000 aan de ge
meente wordt verstrekt als bijdrage in de kosten
der gemeente-huishouding.
De mededeeling van den Directeur van don Rijks
dienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeids
bemiddeling, dat het bedrag van het subsidie, dat
op grond van het Werkloosheidsbesluit 1917 over
het tweede kwartaal 1928, ten laste dezer gemeente
komt, is vastgesteld op f 136.38.
Al deze stukkon worden voor kennisgeving aan
genomen.
Aangeboden wordt het verslag van hetgeen met
betrekking tot verbetering der volkshuisvesting in
de gemeente Petten gedurende het jaar 1928 is ver
richt.
Herziening jaarwedden van burgemeesters,
secretarissen en ontvangers.
Van Ged. Staten is een ontwerp ingekomen tot
herziening van de jaarwedden van Burgemeesters,
Secretarissen en Ontvangers, met verzoek om ad
vies.
De Voorzitter licht toe, dat de in het ontwerp voor
gestelde salarissen niet overdreven zijn, gezien de
vele werkzaamheden, die verricht moeten worden;
de moeilijkheid zit echter in het uitbetalen dier
jaarwedden. Voor de gemeente Petten wordt het
salaris van den Burgemeester, tevens secretaris,
f700.hooger, van den ontvanger f40.vermeer
derd met het bedrag, dat wegens verhaal van pen
sioensbijdragen zal worden ingehouden. Deze rege
ling wordt door Gedeputeerde Staten ontworpen,
doch deze stellen niet voor aan de regeering om
uitkeoring, ingevolge art. 10 der wet van 1897, te
herzien; deze uitkeering blijft gehandhaafd op
f600.De salarissen worden dus verhoogd, doch
de uitkeering van het Rijk niet. Tengevolge daar
van wordt de druk van de salarissen in de kleine
gemeenten te zwaar. Ged. Staten stellen echter een
dergelijke regeling voor, doch vragen niet of er mid
delen zijn om die jaarwedden uit te betalen.
methoden, kalm, koel en behcerscht, volkomen over
tuigd dat het niet lang meer zou duren of hij zou ont
dekt hebben waar de kwetsbare plek van zijn tegen
stander lag. Het zweet druppelde van het voorhoofd
van den dikken majoor. Nu begon Marston aan te val
len, langzaam, heel langzaam verslapte de tegenstand
van den majoor. Marston's zwaard kletterde nu in de
eene, dan in de andere richting; de slag werd lederen
keer nog opgevangen, maar soms net op het nippertje.
Ieder oogenblik werd het duidelijker hoe de strijd zou
afloopen. Voltman wist het ook en begon angstig te
worden. En angst is in een gevecht een gevaarlijke met
gezel! De soldaten, die toekeken waren niet meer Ja
twijfel over den uitslag. Ze hielden r.let van hun be
velhebber, sommige haatten hem zelfs! maar tenslotte
was zijn zaak de hunne, met zijn val zouden zij ook
vallen. Bijna gelijktijdig trokken alle soldaten hun wa
pens en kwamen naar voren.
Voltman wierp een blik op den sergeant; het was een
bede om hulp, de eerste die hij in zijn leven gedaan
had; maar die züdelingsche blik gaf Marston zijn kans,
want op dat ondeelbare oogenblik waren die oogen, die
in die van zyn tegenstander hadden moeten kijken,
niet waakzaam. Anthony deed een uitval; de punt van
zijn zwaard drong in de rechterschouder van den ma
joor. Hij waggelde en viel tegen de verhooging jaan..
Marston sprong terug en zwaaide zijn zwaard woest in
het rond; Far^n rende hem te hulp. Een pistoolschot
klonk; een kogel schroeide Anthony's wang en maakte
een gat in den rand van zijn hoed. De sergeant had
echter niet gerekend op de geweldige vlugheid van
Fagan, deze sprong op hem toe en stak zijn dolk in
de borst van den onderofficier, die met een gekreun zijn
armen omhoog hief en neerviel.
Dat was het laatste bedrijf van het drama. Doch
Mark Fagan had beneden ook hooren vechten: een
troep stevige boeren en stedelingen waren door ver
raad een achterpoortje binnengekomen en maakten
korte metten met de bezetting en het duurde niet lang
of ook de wapenkamer was gevuld met een vreemde
groep mannen, die allerlei soorten wapena droegen, van
zware ruiterpistolen tot snoeimessen, bijlen en harts
vangers toe. Hier was geen vechten tegen; de soldaten
gaven zich over en Marston nam het bevel over de
grensvesting op zich. Het was met groote voldoening
dat hij den volgenden morgen de sleutel aan zijn opper
bevelhebber overreikte. Met innlgen dank naderde
Anna hem en kuste zijn hand, daarna kwamen haar
vader en korporaal Gotlich.
Wij kunnen u nooit genoeg danken, zei het meisje
met tranen in haar stern. lederen avond zaJ ik bidden
dat God U moge beschermen en bewakon zooals hij de
zen nacht gedaan heeft.
Wordt vervolgd,