CURSUSVERGADERINGEN
Raad
Oude Niedorp.
VAN DE VEREENIGING VAN OUDLEERLINGEN DER
RIJKSLANDBOUWWINTERSCHOOL TE SCHAGEN.
weest. Spr. had de cijfers ln zijn zak toen hij dit
zeide, maar heeft die verkeerd geciteerd.
De heer Van der Sluija dringt op juiste opgave aan
door B. en W.
De heer HooiJ zegt dat als de aannemer van de
schoo lte Oudesluis in gebreke blijft met zijn werk
en lijdelijk verzet pleegt, er toch boetebepalingen
zijn.
Voorzitter zegt, dat deze bepalingen er zijn en ook
zal worden nagegaan of boete moet worden toege
past. De school moest 1 October gereed zijn.
De heer Doorn acht grondig onderzoek in deze toch
noodig.
Hierna sluiting.
In het Noordhollandsch Koffiehuis te Schagen had
Maandag 28 Januari 1929 wederom een cursusverga
dering plaats, waar de hoer Ir. J. D. Kocslag een
inleiding hield.
Voorzitter de heer P. Blaauboer Gz., Kolhorn.
Als Voorzitter van Oud'leerlingen der R.L.W.S. te
Schagen, heet spr. de aanwezigen hartelijk welkom
op dezen 3on en laatsten cursusvergadering in 1929
en wel in het bijzonder den geaohten spreker van he
denmorgen, den heer Ir. J. D. Koeslag, Secretaris van
het Centraal Comité inzake keuring van gewassen tc
Wageningen en den heer Ir. W. B. L. Verhoeven, de
Bpreker voor vanmiddag.
Voorts heet spreker welkom de aanwezige eereleden
en den Rjjkslandbouwconsulent den heer Huisman,
Secretaris van de Holl. Mij. van Landbouw en de pers
voor haar aanwezigheid hier op deze 3 achtereenvol
gende weken. Door de weergave in de plaatselijke bla
den toch van het hier verhandelde, zijn vele, die hier
niet uanwczig konden zijn, toch in de gelegenheid ge
weest hun konnis te vermeerderen door do leerzame
voordrachten, welke hier zijn gehouden.
Ir. J. D. Koeslag zal hier een voordracht houden
over: De beteekenis van het Centraal Comité voor de
keuring van gewassen.
Zooals velen van de aanwezigen bekend is, heeft de
heer Koeslag in 1926 voor onze: Vereeniging een in
leiding gehouden over 't Centraal Comité. Waar toen
gebleken is dat hierbij zooveel belangrijke kwesties
ter sprake 'kwamen, dat het den heer. Koeslag toen
niet mogelijk was zijn inleiding te beëindigen, dus
voor dit onderwerp zooveel belangstelling bleek te be
staan, doet 't ons bestuur genoegen den heer Koeslag
opnieuw bereid te hebben gevonden ons voor te lich
ten eenerzij ds, om thans te bespreken waarvoor dt
eerste keer geen tijd beschikbaar was, doch bovendien
om in de gelegenheid te zijn, ons met 't nieuwste op
dit gebied bekend te maken. Hiermede opent spr. dc
vergadering en geeft l^et woord aan den heer Ir.
Koeslag.
DE BETEEKENIS VAN HET CENTRAAL
COMITÉ VOOR DE KEURING VAN
GEWASSEN.
De spreker begint met de mededeeling, dat zijn in
leiding van vandaag kan worden beschouwd als een
voortzetting van zijn lezing van vorig maal, toen hij
weinig of niets gezegd heeft van de keuring van aard
appelen, terwijl juist deze aardappelkeuring een van
de meest belangrijke onderdeelen van de keuring is.
Sedert 1920 is de oppervlakte aan aardappelenver
bouw steeds uitgebreid en niet alleen is het aantal
H.A. verbouwd met aardappelen vermeerderd, ook de
vooruitgang is quantitatief belangrijk. Was in 1920
de oppervlakte van gekeurde aardappelen 3000 H.A.
tegen 10.000 H.A. andere gewassen, dus 22 van het
aantal gekeurde gewassen, in 1927 was dat aantal ge
stegen tot 4800 H.A. aardappelen en 4300 H.A. andere
gewassen. In 1920 werd van de gekeurde aardappelen
afgekeurd 34 in 1927 echter 22 Hierbij moet nog
in het oog worden gehouden dat de eischen die in
1927 bij de keuring werden gesteld, veel hooger wa
ren dan in 1920.
Spr. doet dan mededeelingen over de voorschriften
die door het Centraal Comité worden opgevolgd. In
1923 zijn die voorschriften verzameld, in 1928 zijn ee
herzien en in een klein boekje uitgegeven. Evenwel
men is nog niet klaar met de voorschriften, voortdu
rend worden nog tal van nieuwe maatregelen in over
weging genomen en in de a.s. algemeene vergadering
van het Centraal Comité, komen wederom voorstellen
aan de orde.
Men heeft de veldkeuring en de partij keuring. De
veldkeuring is onderverdeeld in 4 rubrieken, n.1. dt
rasechtheid, de ziekten, de onkruiden en de stand. De
heele toer nu is hiernaar de indeeling te maken en
beoordeeld wordt naar het 10-deelig puntenstelsel.
Een uniformstelsel voor de aardappelen is er nog niet
Verschillende moeilijkheden doen zich voor en daarom
is men tot een compromis gekomen. Een algemeent
lijn is aangegeven, waarbij 3 klassen A, B en C zijn
genomen en in welke klassen de aardappelen bij
veldkeuring moeten worden gebracht en waarbij nier.
gebruik maakt van de 4 genoemde rubrieken en mei
punten geeft. Als er b.v. voor plantenziekten 10 of
9 punten worden gegeven, behoort het gekeurde ir.
klasse A, bij 8 punten in klasse B, bij 6 of 7 puntei
in klasse C.
De leden van het Centraal Comité zijn nu vrij dc
certificaten naar het keuringsrapport in te richten.
Sommigen vermelden alle cijfers en zoo'n certificaa
ziet er dan mooi uit Bezwaren hiertegen kwamei
in, omdat te hooge waarde aan de cijfers werd toegc
ltend en er werd dan ook aangedrongen op een uni
forme regeling. De aardappelcommissie oordeelde hc
beter dat weinig op het certificaat en keuringslijst
werd vermeld over de klasse-verdeeling en ri
ttenen van rasechtheid en van stand achterwege
te laten. Verenoedelijk zullen we in 't vervolg dt.
klassificatie A, B en C aangeduid krijgen.
Over de voorschriften van het C. C.
Welk poote-oed nu wordt voor keuring aangehou
den? Alleen van den kweeker zelf, dus origineel poot-
goed, of door één der leden van het C. C. gekeurd.
(Certificaat overleggen.)
In het begin heeft deze regeling eenlge moeilijk
heden opgeleverd en als overgangsmaatregel is dan
ook genomen dat willekeurig pootgoed kan worden
aangewend, maar dat het alleen werd goedgekeurd
voor eigen gebruik en niet voor den verkoop dus.
Dit stelsel is goed bevallen en heeft ook waarde bij
het begin van selectie.
Welke rassen mogen voor de keuring worden aan
genomen? Werd dit vroeger vrijgelaten, spoedig werd
voor de graangewassen een lijst aangelegd en werd
door het C. C. overgenomen de lijst in 1924 samenge
steld door het Instituut tot veredeling van landbouw
gewassen. Tot 1927 heeft het geduurd deze schifting te
maken.» Tot 1926 werd een groot aantal rassen ge
keurd, bijv. in 1925 werden 52 aardappelrassen aan
gegeven, waaronder vele rassen die van weinig of
geen beteekenis waren. In 1927 is daarom een oprui
ming van kleine rassen gehouden, die van de keuring
werden geschrapt Spr. maakt hier melding van de
moeilijkheid hoe de keuring van vroege aardappelen
moest plaats hebben en van de regeling bij de herzie
ning van de voorschriften, dat de keuring door een
keuringsdienst op één bedrijf plaats vindt en de alge
meene bepaling die is gemaakt dat de aangifte van
ieder perceel vóór 31 'Mei geschiedt, opdat voorkomen
wordt dat de perceelen worden verwisseld. Spr. vreest
echtor dat deze bepaling niet gehandhaafd zal kunnen
worden en niet voldoende zal blijken of pootgoed van
verschillende kleur of ontsmet niet afzonderlijk is
aangegeven en evenmin de aanduiding waar de per
ceelen beginnen en ophouden. Voor do keurmeesters
zal dit moeilijk zijn te controleeren.
De veldkouring moet plaats hebben op het tijdstip
dat 't meest geschikt is voor beoordeeling. Kan dit
niet in één keer gebeuren, dan zal de keuring meer
dere malen moeten plaats hebben en voor aardappe
len is dat van veel belang. Perceelen geplaatst in
A en B zullen minstens 2 maal moeten worden ge
keurd, de A-klasse wordt zelfs vaak 3 4 maai be
werkt.
De technische voorschriften voor de keuring zijn
nog weinig in détails vermeld en reeds lang is er
aandrang om die nauwkeurig te omschrijven. Reeds
een 10-tal ziekten werden genoemd, die met poot-,
goed kunnen overgaan.
Wat de keuring op rubrieken betreft, de rubriek
onkruiden kan wel vervallen, terwijl wat betreft de
rubriek „stand", er bij het begin van de keuring zeer
groote beteekenis aan werd gehecht door den practi-
schen boer, maar de ervaring heeft geleerd, dat er
weinig beteekenis aan kan worden gehecht. Immers
een mooie stand van beste gewassen gaf vaak nader-
hand teleurstellende resultaten. Onder deze rubriek
viel voorts te rangschikken de gelijkmatigheid van
het gewas, maar indien er een ongelijkmatigheid op
treedt, vindt dit haar oorsprong in ziekte en dit werd
reeds beoordeeld in de rubriek „ziekten". Daarom is
de rubriek „stand" van weinig waarde.
Iets anders is het met de rasechtheid, deze rubriek
is van meer beteekenis. Spr. wijst op de groote mate
van vermenging van diverse rassen, vroeger en op de
vooruitgang in dit opzicht, dank zij de keuring. Ook
moet aandacht worden geschonken aan de kwestie
van opslag, vooral bij zachte winters. Spr. noemt hier
de knopvariaties, de mannetjesplanten, hooge of late
Eerstelingen.
Van groote beteekenis is dan de rubriek ziekten, een
overheerschende rubriek. Behalve een 10-tal ziekten
als bladrol, stippelstreepziekte, Rhizoctonia, zwart-
beerigheid, wratziekte, enz., komen er misschien nog
meer. De z.g. Virusziekten hebben allen dezelde wijze
van bestrijding, doordat deze ziekten niet worden aan
gebracht door den grond, terwijl schimmelziekte en
oacteriënzieikte wel in den grond achterblijven. Bij
aankoop van pootgoed, diene men hieraan te denken.
Weet men vroeger het voorkomen van aardappel
ziekte aan de generatie, geleidelijk aan is men tot het
inzicht gekomen dat van de generatie geen sprake is,
maar dat wanneer ziek worden van aardappelen
wordt voorkomen, men van de generatie niets zal be
speuren.
Door de keuring zal dus een ras, dat voor de cul
tuur van groote beteekenis is, in stand gehouden
kunnen worden en spr. wijst op de merkwaardig-
neid, dat men in Duitschland hier nog niet aan wil,
en daar blijft wijzen op de z.g. „Abbau".
Doordat met sommige planters geen goede uit
komsten werden verkregen, wegens onzuiver plant
goed, omstreeks 1.912, b.v. krul, is men gekomen tot
net nemen van pootgoed van gezonde planters; cn is
de selectie begonnen. Spr. noemt hier de wijziging
van selecteoren, eerst het plaatsen van stokjes bij
zieke planten, later bij gezonde planten, wat een
scherpere selectie heteekende en hield men de oogst
van deze gemerkte planten apart. Evenwel bij de
stamboomteelt werd het verschil in productiviteit
nooit vastgesteld, maar bij keuring diende er reke
ning mee gehouden te worden.
Na de stamboomteelt heeft de wetenschap zich be
zig gehouden met het gevaar van overbrengen der
ziekte door insecten en kwam men tot het geïsoleerd
uitzetten, bijv. de bietenperceelen.
Een verdere stap was da oude ervaring dat voor
deel gelegen zou zijn in het vroeg rooien van de plan
ters. De smetstof van bladrol door bladluizen over
gebracht en de verbreiding nu van de smetstof gaat
m de plant heel langzaam en het duurt lang voordat
Je knollen besmet zijn van zulke planten, en zoo
doende kunnen er gezonde knollen gerooid worden.
Je groote vooruitgang met den gezondheidstoestand
/an de aardappelen is voor een groot gedeelte te
danken aan het systeem vroeg rooien. Maar het
^roeg rooien heeft groote gevolgen gehad voor het
jewaren van de aardappelen. Sterke spruitvorming
uient daarbij te worden tegengegaan. Een der aar-
iigste dingen die spr. den laatsten tijd heeft opge
merkt, in de moderne pootgoedbewaarplaats, de boer
voelt het het nut en begrijpt dat hij met zijn tijd
lient mee te gaan. Spr. heeft vanmorgen met den
neer Ir. Verhoeven en den heer Ëand van Nieuwe
Niedorp, een bezoek gebracht aan de coöperatieve
uewaarplaats te üudkarspel en er zal aandacht aan
geschonken dienen te worden of dit in de toekomst
misschien de beste methode is. Binnen een paar jaar
zal men wel weten wat de beste methode is, coöpe
ratief bewaren of een ieder op zich zelf.
Spr. bespreekt dan verschillende ziekten, o.a. blad
rol, 't schadelijkst, productievermogen zeer gering,
de mozaïekziekte, niet zoo n ziekte, maar juist wegens
net veel voorkomen, toch van groote beteekenis. En
oij de keuring doen zich vele moeilijkheden voor,
doordat men feitelijk 2 types van mozaïekziekte
moet onderscheiden, lichte en donkere mozaiek.
De atippelstreepziekte is raadselachtig en grillig
in baar optreden. Als men bijv. een gezondo Eerste
ling ent met Zeeuwsche blauwen, blijkt dat ze la-
lont is in de Zeeuwsche blauwen. Spr. wijst er op,
dat atippelstreepziekte in Noordholland veel voor
komt, in Friesland daarentegen kent men de ziekte
bijna niet.
Met rhizoctonia willen we rekening houden bij de
veldkeuring, maar deze ziekte is niet zichtbaar en
feitelijk is het beter zich hier te heperkon tot partij
keuring. Doch dit is ook weer wat gevaarlijk, om
dat de aardappelen ook mozaiek onder de leden
Kunnen hebben.
De wratziekte is de schrik voor land- cn tuinbou
wer en wel door de exportmaatregelen, die aan deze
ziekte vastzitten. Het buitenland is bang voor deze
ziekte en strenge matregelen zijn genomen om aard
appelen, afkomstig uit streken waar wratziekte
voorkomt, niet ingevoerd te krijgen. De indruk is
wel eens gekregen, dat deze vrees dankbaar is aan
genomen om protectionistische maatregelen te kun
nen toepassen.
In ieder geval dient deze ziekte zoo krachtig mo
gelijk te worden bestreden en één der middelen daar
toe is, om .den teelt van wratziekte vrije poters te
bevorderen. In 1927 zijn de voor deze ziekte vatbare
aardappelen geschrapt voor de keuring en die mo
gen dus niet worden aangevoerd. He is dus de be
doeling de Bravo, Kampioen en de Wet uit te sluiten
en als die rassen niet gehouden worden, zullen ze
spoedig degeneretron. Oa de uiteluiting echter tof
te passen, moeten er goede vervangers voer aanwe
zig zijn en daarom worden byv. Eeretelingen en
Eigenheimer» niet van de keuring uitgesloten.
Onder de vroege rassen is er feitelijk geen. enkel
ras dat vrij van wratziekte is. En vooral ln bloem
bollenstreken is dit van groote beteekenis, omdat
het gevaar bestaat dat om die redenen de invoer van
bloembollen uit de desbetreffende stroken wordt
vtrboüen. Ook de regeering heeft dit ingezien en
heeft voorgeschreven wratziektevrije aardappelen
te verbouwen. Ook in de Friesche maatschappijen van
landbouw, benevens in Noordholland houdt men zich
mei deze ze&k bezig, ook de C. C. denkt maatrege
len te nemen, door een prijsvraag uit te schrijven,
waarbij 2 maal f 1000 beschikbaar wordt gesteld
voor rassen die een goede consumptie-aardappel
zuilen opleveren.
De vragen die gesteld worden.
De heer Velders wij3t op de groote waarde van de
Bravo als eeuuudappel en vraagt hoe zwaar de
uusiuiting van ue keuring in veruaud met de wrat-
ziökie tegenover deze groote waarde weegt.
De iiueiuer wijst er op, dat er een speciale reden
was om ue Bravo uit te siuuen, omdat die een groot
gevaar opleverde. De Bravo is een goede consump-
ue-aarduppei, maar wordt juist daarom op de per
ceelen van arbeiders jaar op jaar geteeld en is zeer
vatiuar voor de wratziekte.
En de Bravo kon zeer geschikt door
de Bevelander aardappel worden vervangen. Het
eenige bezwaar is dat op enkele gronden de Bravo
met te vervangen is.
Ue heer lr. Verhoeven wijst ook nog op de belaug-
rijke kwestie der wratziekte. Laat men vooral zor
gen dat men niet meer stippen op de kaart krijgt
ais we tegenwoordig hebben en dat is te bereiken
door den verbouw van onvatbare soorten. In enkele
gemeenten bestaat het verbod tot het telen van de
Bravo, en laten we nu trachten de bevoegdheid te
krijgen dat een algeheel teeltverbod van ds Bravo
afkomt.
De heer P. Kistemaker, Kolhorn, meent, dat per
ceelen waarop steeds aardappelen worden geteeld,
cultuurmoe worden. Zou dat nu niet het geval zijn
met aardappelrassen die vrij van wratziekte zijn.
De inleider zegt, dat er geen enkele aanwijzing is,
dat hij gezonde rassen cultuurmoeheid ontstaat. En
de ervaring is dat onvatbare rassen de onvatbaar
heid blijven behouden.
De heer Ir. Verhoeven zegt, dat er geen gevaar is,
op land waar wratziekte voorkomt, andere soorten
te verbouwen. Spr. wijst vooral op het belang van
deze zaak, he gaat hier om de opheffing van export
belemmeringen.
De heer Komen, Anna Paulowna, vr&agt of het
niet gewenscht is, dat de georganiseerde landbouw
de pogingen steunt om een algemeen bouwverbod
te krijgen. In de eerstkomende vergadering van de
afdeeiing Anna Paulowna der Holl. Mij. van Land
bouw denkt spr. deze zaak ter sprake te brengen.
De heer Ir. Koeslag vreest, dat er streken, waar
men tegen een dergelijk algemeen bouwverbod zou
zijn, de organisatie haar eigen leden tegen zich zou
krijgen.
De heer Ir. Verhoeven merkt evenwel op, dat do
maatschappijen die zelf nauw bij deze zaak zijn be
trokken, o.a. de Groninger Maatschappij van Land
bouw, een algemeen verbod aanbevelen.
De heer Huisman, secretaris van de Holl. Mij. .van
Landbouw, meent, dat als alle maatschappijen, aan
gesloten bij het C. C., de Bravo uitsluiten, de rege
ling pas resultaat heeft. De tweede logische stap is
dan dat er bij de regeering op wordt aangedrongen
op een bouwverbod.
De heer Komen vraagt, of er kans van slagen zou
zijn als voor een bepaald rayon bouwverbod werd
gevraagd.
De heer Ir. Verhoeven zegt, dat op 't oogenblik de
wet niet toelaat bepaalde gebieden uit te sluiten
voor vatbare soorten, doch aangedrongen wordt op
wetswijziging, waarbij dan niet alleen gesproken
wordt over het belang van cultuur, doch over het
belang van cultuur en handel.
De heer Ir. Smeding vraagt, of het geen aanbeve
ling zou verdienen, het loof te verbranden, omdat er
ziekten zijn, die met het loof vergaan, worden on-
dergeploegd en ook wel wordt het loof gebruikt
voor het afdekken van hoopen, enz. Ook vraagt spr.
naar de productiviteit bij stamboomteelt.
Spr. merkt dan verder op, dat het vreemd'aan
doet, dat wanneer vroeg rooien dan van invloed is,
er geen sterkere verbreiding van de ziekte te con-
stateeren valt.
De heer Ir. Koeslag zegt, dat zoolang niet is geble
ken, dat de productiviteit bij stamboomteelt afwijkt,
de onproductiviteit niet mag worden aangeduid. Spr.
noemt de kleurvaratie, die vrij veel voorkomt, maar
niets te merken is van andere eigenschappen. Wat
het gebruik van loof betreft, er zijn verschillende
ziekten waarom het gevaar oplevert, en vooral met
het stengelaaltje in Friesland bijv. moet men voor
zichtig zijn.
De Voorzitter brengt hierna dank aan den heer Ir,
Koeslag voor zijn inleiding. Het is een gelukkige
gedachte geweest, de verbouw van pootaardappelen
breidt zich hier voortdurend uit, om den heer Koe-
slag uit te noodigen en uit het groot aantal vragen,
dat werd gesteld, bleek wel dat het onderwerp de
belangstelling der aanwezigen had. Als de werkwijze
van het Centraal Comité nog eenige verandering
mocht ondergaan, hoopt spr. dat de heer Koeslag
andermaal bereid zal zijn voor onze vereeniging te
willen optreden.
Hierna wordt gepauzeerd.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 29 Januari
1929, des namiddags half drie.
Aanwezig zijn de leden J. Wit, J. Bakker Jz., G.
Liefhebber, D. Kriller, J. van Zoonen, J. Ligthart en
Th. Tromp.
Voorzitter: B. J. F. Meijer, Burgemeester.
De Voorzitter 2ogt, dat hij, alvorens deze eerste ver
gadering in 1929 te openen, den loden cn hun gezin
nen een gelukkig jaar 1929 toowenscht, zoowel stof
felijk als geestelijk. Spr. hoopt dat het jaar 1929 «oo
mege zijn als het jaar lt£8 ten opzichte van de samen
werking. In litó8 is er op prettige wijze samengewerkt
Naturlijk hebben we wel eens van meoning ver
schild, maar op een prettige manier hebben wij onze
meeningen naar voren gebracht en het heeft nim
mer aanleiding tot een conflict gegeven in den ge
meenteraad.
De notulen van de vergadering van 9 November
1928 worden onveranderd vastgesteld.
Ingekomen stukken.
a. Uittreksel uit het register van besluiten van
Ged. Staten d.d. 27 December 1928, no. 1, waaruit blijkt
dat door dat College is goedgekeurd de gemeenschap
pelijke regeling der bij den Vleeschkeuringsdienst
in den Kring Barsingerhorn aangesloten gemeenten
tot regeling van dien Keuringsdienst en tot stichting
en exploitatie van eene .centrale noodslachtplaats en
verwerkingsinrichting voor afgekeurd vee en vleesch
met labofatorium en bijbehoorende gebouwen.
b, KanUchrijvtn van Ged. Staten d,d, 0 Januari j.L,
no. 70, ten geleide van de goedgekeurde raadsbeslui.
ten van 9 November 1928, tot aankoop van strooken
grond voor verbreeding van den Oude Niedorperweg,
c. Alsvoren, d.d. 5 December 1928, no. 92, ten c«!
leide van het goedgekeurd raadsbesluit van 9 Novenj.
ber 1928, tot aankoop van een schuldbrief van f 1000.
d. Schrijven van Burgemeester en Wethouders der
gemeente Barsingerhorn, d.d. 14 November j.1., no. 730
ten geleide van een afschrift der rekening 1927 en b«.
grooting 1929 van den Keuringsdienst van Vee
Vleesch in den Kring Barsingerhorn, zoomede van h«i
jaarverslag over 1927.
e. Verslag over 1927 van de commissie tot voorlich
ting bij de beroepskeuze te Den Helder.
f. Uittreksel uit het register van besluiten van
Ged. Staten, d.d. 28 November 1928, no. 39, waaruit
blijkt, dat de beslissing omtrent het raadsbesluit van
9 November 1928, tot het aangaan ecner geldleening
is verdaagd.
g. Schrijven van Burgemeester en Wethouders van
de gemeente Alkmaar, d.d. 20 November j.1., 2e afdee
iing, no. 352.11 K, ten geleide van de rekening 1927 en
de begrooting 1929 van den Keuringsdienst voor Wa
ren in het gebied Alkmaar.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangeno
men.
De onvolwaardige arbeidskrachten
h. Schrijven van de Ned. Vereeniging tot bevon
dering van den arbeid voor onvolwaardige arbeid»
krachten (A.V.O.) te Amsterdam, d.d. Nov. j.1., hou
dende verzoek, om als lid tot die vereeniging toe k
treden, tegen eene jaarlijksche contributie van f50.-,|
B. en W. adviseeren, afwijzend op het verzoek |J
beschikken.
De heer Van Zoonen kan zich niet direct vereeniget
met het voorstel van B. en W. Z.i. is het vraagstol]
wn ue onvolwaardige arbeidskrachten ais een zes
belangrijke zaak te beschouwen. Het betreft een zaal
van algemeen belang, en het is ook voor ons van b»
lang dat er voor de onvolwaardige arbeidskracht^
zoo goed mogelijk wordt gezogrd. Zooals ten doel ge
steld wordt deze zaak te bevorderen, heeft hot spr.1
sympathie. Wel is voor on*e gemeente de contributli
hoog, maar toch zou spr. het op prijs stellen als di
gemeente blijk gaf te willen medewerken en te trach
ten voor iets minder contributie lid te worden.
De heer Bakker verzoekt den Voorzitter te willu
inlichten welk doel de vereeniging heeft en op welki
manier men de menschen denkt te helpen.
De Voorzitter deelt mede, dat er te Amsterdam mi
Congres is gehouden, waar verschillende sprekers hel
woord hebben gevoerd. Over hot vraagstuk zelf li
men het nog niet eens kynnen worden, maar men ii
bezig de onvolwaardige arbeidskrachten niet meei
als verpleegden te beschouwen, doch het mogelijk tl
maken dat ze in het economisch bedrijf hun krachtei
blijven aanbieden. Wat de opmerkingen van dei
heer Van Zoonen betreft, het vraagstuk is zeer zekei
waard onder de oogen te worden gezien, maar juis!
omdat het hier een zaak van algemeen belang be
treft, zien B. en W. liever dat het Rijk de zaak tei
hand neemt. Het is wel mooi dat het Rijk zijn stem
toezegt en sympathie betuigt, maar zoolang dit nie!
belichaamd wordt in het plaatsen van een post oj
de begrooting, hebben we er niet veel aan. Dc hcei
Van Zoonen zal nu wel opmerken dat B. en W. het
zelfde doen en in zeker opzicht is dat ook wel waar,
maar voor de gemeente is het bedrag te hoog om o|
die wijze sympathie te 'betuigen. Om nu te tradv
ten voor een mindere contributie lid te worden, dat
wordt het een koqpmanszaak en dat acht spr. nie
juist. B. un W. oordeelen dat het belang voor oni
gemeente niet zoo groot is om de gevraagde contii
butie te betalen, maar die contributie wordt als non
gesteld.
De heer Bakker vindt het een scheev» vorhoudin
als een groote gemeente evengoed f50 geeft als eci
kleine gemeente. Maar spr. vindt ook niet goed on
er aan te pingelen en zal dan liever zijn stem gevel
aan het voorstel van B. en W.
De heer Van Zoonen zegt, te hebben gevreesd ds
er geen meerderheid was voor een voorstel om f51
voor het doel beschikbaar te stellen en daarom wildi
hij probeeren voor een minder bedrag te kunnen toa
treden als lid. Als de statuten der vereeniging ziel
evenwel daartegen verzetten, is het iets anders. Spr
gelooft dat in de toekomst deze zaak zoo van belan(
zal blijken, dat een uitgaaf van f50 volkomen go
wettigd is.
Het voorstel-Van Zoonen om de gevraagde contn
butie toe te staau, wordt niet ondersteund, zoodal
geacht wordt dat het voorstel van B. en W. is sas
genomen.
i. Schrijven van B. en Wu van IJsselmonde, d.d
2/24 No. j.1. no. 19/34, houdende verzoek adhaesie M
betuigen aan een door den Raad dier gemeente aac
den Minister van Binnenlandsche Zaken cn Land
bouw gericht adres nopens toepassing van art. 122i
der gemeentewet.
B. en W. adviseeren afwijzend op het verzoek te b>
schikken.
In de eerste plaats is deze zaak niet van belang
voor onze gemeente, in de tweede plaats had hel
meer op den weg van het gemeentebestuur van IJ»
selmonde gelegen dat het zich gewend had tot dl
Vereeniging van Ned. Gemeenten, waarna deze ver
eeniging zich dan had kunnen wenden tot den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw. Dal
zou regelmatiger zijn geweest.
Het schrijven wordt voor notificatie aangenomen,
j. Schrijven van A. Bregman, Wed. J Siewertsei
alhier, d.d. Dec. jl., houdende verzoek om ontslag
als schoolschoonmaakster, ingaande 1 Januari 1929.1
B. en W. adviseeren het ontslag eervol te verlefH
nen en ingaande genoemden datum te benoemen t<j
schoolschoonmaakster mej. G. Eriks, alhier, zulu
tegen eene vergoeding van f 2.50 per week, doch deu
vergoeding te bepalen op f4 per week, gedurendl
den tijd dat zij werkzaam is als helpster bij het ge
bruik der douche-baden, door de leerlingen der laag
ste klassen der O. L. school.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W. word!
door den Raad besloten.
k. Schrijven van het bestuur der Protestantschi
Armvoogdij d.d. November 1928, houdende ingc-volg»
art. 5 van het reglement van Bestuur dier instellinl
eene aanbeveling ter benoeming van een lid van h«
bestuur dier instelling, wegens periodieke aftreding
van het lid G. Liefhebber en mede inhoudende eem
aanbeveling ter benoeming van een lid der com
missie van toezicht wegens periodieke aftreding v&i
C Groen.
De aanbeveling voor de vacature-G. Liefhebbif
luidt: 1. G. Liefhebber; 2. C. van Zoonen.
De heer Liefhebber wordt benoemd met 6 stam
men, 1 stem werd uitgebracht op den heer Van
Zoonen.
De Voorzitter feliciteert den heer Liefhebber met
deze wederbenoeming cn zegt, dat de Prot. Armvoog
dij ermee in kennis zal worden gesteld.
Voor de vacature-C. Groen luidt de aanbeveling:
1. C. Groen; 2. W. Langedijk.
De heer Groen wordt met algemeene stemmen b*
noemd.
Ook van deze benoeming zal aan de Prot. Arm
voogdij mededeeling worden gedaan.
Over de samenvoeging der gemeenttf
Winkel, Nieuwe Niedorp en Oude Ni*
dorp.
1. Schrijven van B. en W. van Nieuwe Niedorp.
d.d. 17 Januari Jl., no. 1/2, houdende verzoek te wil
len berichten of medewerking wordt verleend aai
de samenstelling eener commissie van onderzoek
nopens eventueel» samenvoeging der geramtlA
Winkel, Nieuwe Niederp es Oudt Niedorp.
i