ichager Courant dolende Ridder. PU ROL Radioprogramma HEERHUGOWAARD. Tweede Blad. Boerderij. ABDIJSIROOP Uit onze omgeving. Jhvuse a£e Dinsdag 5 Februari 1929 72ste Jaargang. No. 3403. DE MOEILIJKHEDEN DER SUIKER* INDUSTRIE. jjrr\ng te Anna Paulowna vanwege de HolL MHJ. van Landbouw. Dat de jongste vergadering van de afdeeling Anna j,ulowna der Hollandsche Maatsohappij van Land- ,uw zco flink bezocht was, lag ongetwijfeld aan de jlBPgrljkheld van het onderwerp, dat besproken zou lorden. Althans, ondanks de nog altijd slechte wogen vele leden, niet alleen van de eigen afdeeling, ook verscheidene uit de afdeellngen1 „Waard en it" en „Wieringerwaard" naar „Veerburg" geko- om te luisteren naar de uiteenzetting van de Ikheden der suiker-industrie, waarbij vrij wat mwers in het Noorden direct belang hebben. De voorzitter, de heer C. D. Rezelman, ging in zijn gswoord, en terecht, nog wat verder, door als meening uit spreken, dat de suiker-industrie niet Heen een landbouwbelang, maar een algemeen Ne- erlandsch belang mocht heeten en door de lezing van heer J. M. van Bommelen van Vloten, die thans ïlt woord kreeg, werd deze meening krachtig ge- Isund. Spr. begon met een stukje historie, waarin flnnerd werd, hoe het zoeken naar surrogaten voor rlel artikelen, die door Napoleon's continentaal sel verboden waren, de beetwortelsuiker-industrie eft doen ontstaan, hoe na de Fransche overheer- bing deze nieuwe industrie niet te loor ging tege-^ k met de omstandigheden waaruit ze geboren werd, hoe zij integendeel nog voortdurend toenam, odat de bietwortelsuikerfabrlcage in ons land thans a enormen omvang heeft. Spr. zet uiteen, hoe ln- rtljd, door een elgenaardigen vorm van accijnshef- da suikerindustrie den steun der regeering ge it, zoodat het denkbeeld van regeerlngssteun, waar in In dezen tijd geroepen wordt, dan ook volstrekt een nieuw idee is. Na de Brusselsohe conventie van 102, alwaar door de verschllcnde sulker-produceeren- land en overeengekomen word, de bescherming dezer duatrie op te heffen, heeft de Nederlandsche suiker- duetrie tot 1914 het bewijs geleverd, de concurren- van het buitenland, zelfs zonder ook maar don go ngsten regoorlngstseun, nochtans glansrijk het hoofd, kunnen bieden. De wereldoorlog bracht echter hierin iranderlng, veroorzaakte een suiker-tekort, de Brus- Ische Conventie werd in 1920 ontbonden en sedert het buitenland beschermende maatregelen, die [n groote uitbreiding der suikerproductie tengevolge adden. Dit uitkeering hield allerminst gelijken tred et de behoefte en zoo zien wij weldra een overpro- ictie ontstaan, die in 1926'27 een aanmerkelijke rijsdaling tengevolge heeft. De door velen gekoesterde meening, dat de rletsul- irproductie oneindig goedkooper en daardoor nood- ittig voor de bietsuikerindustrie is, wordt op zeer umeembare gronden door spr. bestreden, die aantoont Wat deze meening op geheel verkeerde voorstellingen oerust en dat, onder normale omstandigheden, de con- irrentie der Javasuiker volstrekt niet valt te vreezen- een, de moeilijkheden in onze bietsuiker-industrie zijn ieraan te wijten dat de suikerproductie in het buiten lid tegenwoordig alom bescherming ondervindt. Zelfs Ingeland heeft zijn vrijhandelspolitiek prijsgegeven. Heen Nederland en zijn koloniën hebben die bescher- ling niet. Het noodlottig gevolg daarvan is, dat onze iheemsche suikerindustrie niet meer tegen de buiten- ndsche is opgewassen en groot gevaar loopt, zoo al- ans niet tijdig door de regeering wordt ingegrepen, tt zij haar productie zal moeten staken. Uitvoerig ont spr. aan, hoe een eventueel te-nleb-gaan der sul- irbietenteelt en der suikerindustrie voor onze volks welvaart hoogst ernstige gevolgen zou kunnen hebben, oge de regeering dan de helpenide hand reiken, eer et te laat is. In de 2de Kamer werd door het Kamer- d Van den Heuvel gevraagd," of het er met de sui- erfabricage in ons land Inderdaad reeds zoo beden- elljk voorstond, dat van een noodtoestand mocht orden gesproken en zoo ja, wat de regeering in dat dacht te doen. Bij de beantwoording dezer vro- o heeft helaas de regeering zich blijkbaar eenzijdig in hoofdzaak laten leiden door argumenten, welke niet Coöperatieve suikerindustrie heeft aangevoerd. FEUILLETON Een verhaal uit den tijd van den Spaanschen Succlssie-Oorlog. (Naar het Engelsch) van MORICE GEKARD. HOOFDSTUK XXIV. WAT DE RIVIER TERUGGAF. Anthony Marston was nu reeds eeenige maanden it van Baronesse Auguste van Marcken op Kasteel u en zijn krachten waren door de goede verzor- fkg die hij genoten en het prettige leventje dat hij ge- kld had, weer geheel teruggekomen. De tijd was dan M niet meer verre dat hij zich weer in het rumoer krijg en avontuur zou onderdompelen. Het as een ijzig koude, late Decembermlddag dat met Mark bezig was in de rivier forellen te vangen. J Hij had zijn bak bijna vol; zijn handen, In groote hand- choenen gestoken, waren haast gevoelloos van de Joude, Hij was juist uit het diepe gedeelte van de rivier den oever komen waden; toen Fagan die een eindje hem afstond, hem toeriep: Pas op, sir Anthony, daar komt wat aan. Waar .vandaan? Hij hoefde al niet lang meer te wachten. Een meter l twintig de rivier op was iets zwaars in de kleine wa- nfval gekomen; het werd als een blok hout heen en 8er gestuwd; toen kwam het met schuim bedekt 1 groote vaart aandrijven. spanning, maar met een voorgevoel van Iets onheil- Pellend3 vroegen zij zich af wat het wel zou zijn. Het uurde niet lang of het kwam op de plek waar Sir An- "ony had staan visschen. Het was het doode lichaam een man! Anthony waadde naar het diepe gedeelte, het lichaam, dat heen en weer geslingerd werd trok het naar den: oever, wat geen gemakkelijke K was, daar het een forsch lichaam was en de klee- H met water doordrenkt. Spoedig Kwamen soldaten noopen, die hem hielpen het op het droge te leggen. aJa een kre0t to0n hij het gezicht gezien en den fl°od8 herkend had. Spr. toont aan, dat die argumenten van de Central* Suikermaatschappij onjuist ïljn en voortgekomen uit louter eigen-belang, boven het algemeen belang en. het boerenbelang. De heer Van den Heuvel meende, dat inkrimping der cultuur, b.v. tot op de helft, verbetering In den toe stand zou brengen, doch aangetoond wordt, dat daar door de productiekosten enorm zouden stijgen. Boven dien is vooral in het Zuiden de bietenteelt van veel te grooten omvang, dan dat die zoo opeens maar aan zienlijk zou kunnen ingekrompen worden. Bodem *n klimaat in verband met nog allerlei andere omstan digheden hebben nu eenmaal overal een bfpaald be- drijfstype doen ontstaan, dat maar niet als fcij toovef. elag kan worden veranderd, Cultuur-inkrimping geeft dus geen uitkomst. De heer Van der Sluis verwachtte die uitkomst van een veredeling van het bietenras, wat tot nog toe, volgens zijn verklaring, schier uit sluitend bij wijze van amateurschap is beproefd, nog niet op wetenschappelijken grondslag, een bewering die de vergadering, méér deskundig dan de heer Van der Sluis, onwillekeurig lachen doet Nader wordt aangetoond, hoe de bestrijding van den Bond van Coöperatieve suikerfabrieken door de Cen trale Suikermaatschappij, volkomen op onjuiste argu mentatie berust en slechts een versterking van eigen positie beoogt. Spr. besluit met de hoop uit te spre ken, dat zijn uiteenzetting, hier als elders, er toe zal bijdragen, dat de Bond van Coöperatieve suikerfabrie ken meer steun moge ontvangen, dan tot nog toe het geval la, Snel buiten ADEM Maak Uzelf niet wijs, dat Uw kortademigheid „nu eenmaal bij Uw gestel hoort". Uw ademhalings orgaan is verzwakt en door verouderd slijm verstopt. Versterk dus Uw luchtwegen en lo? het hinderlijke en gevaarlijke slijm op met dagelijks AKKER'S Voord» Borst Na afloop der inleiding voerden verschilende aan wezigen nog het woord, hetzij om den spr. vragen te doen, hetzij om hun meening omtrent deze kwestie uiteen te zetten en allen wierden uitvoerig door den inleider beantwoord. Organisatorisch zou het natuurlijk zijn, wanneer de drie bovongenoemde afdeellngen niet op zichzelf adresseerden, maar zich tot het Hoofdbe stuur der Maatschappij wendden met het verzoek, dat dit do door den Bond govoerd© actie bij de regeering wilde steunen, doch daar het Hoofdbestuur niet enkel uit landbouwers, maar ook uit koeboeren bestaat, ver wacht mem daar weinig resultaat van. Tenslotte wordt het 't beste geacht, dat de afdeellngen het Hoofdbe stuur zullen aansporen om elk afzonderlijk te adres- seeren. Van de spoedig te houden vergadering van bieten bouwers, waarvan hier velen aanwezig waren zou, meende men, een dergelijk evrzoek kunnen uit gaan. Wel een bewijs, hoe zeer de aanwezigen over tuigd waren van de wenschelijkheid, dat de regeering de industrie, eens aan een ernstig onderzoek wilde onderwerpen om vervolgens nogmaals te overwegen, welke maatregelen tot het behoud der sulkerindv-strle in Nederland gewenscht en noodzakelijk zijn. Ik heb speciaal om kleine aardappelen gevraagd en nu krijg ik nog groote. O, als u er de rotte plekken afsnijdt, zijn ze even J. kleine. D (Smith's Weekly) 10.00 10.20 11.00 1.20 12.00 12.15 12.20 12.25 12.30 12.50 1.2.50 1.20 1.25 2.00 2.50 3.00 3.20 3.50 4.00 4.05 4.05 4.20 4.50 5.00 5.05 5.20 5.20 5.30 5.45 6.00 6.15 6.50 6.30 6.50 7.00 7.05 7.15 7.20 7.20 7.20 7.30 7.45 8.00 8.00 8.01 8.05 8.35 8.30 8.20 8.50 9.20 9.30 9.50 9.50 10.02 10.35 10.45 11.20 Voor Woensdag 6 Febr. HILVERSUM (1071) Tijdsein en morgenwijding. HAMBURG (392) Gramophoonplaten. HUIZEN (336) Korte ziekendienst. DAVENTRY (1563) Gramophoonplaten. HILVERSUM (1071) Politieberichten. HILVERSUM Lunchmuzie'k. DAVENTRY (1563) Balladenconcert. LANGENBERG (462) Middagconcert HUIZEN (336) Middagconcert PARIJS (R. 1765) Concert. DAVENTRY (iu63) Gramophoonplaten. DAVENTRY (1563) Lunchmuziek. HAMBURG (392) Concert. HILVERSUM (1071) Gramophoonplaten. KALUNDBORG (1153) Namiddagconcert. HILVERSUM (1071) Causerie door C. Sehaake Verkozen. DAVENTRY (482) Concert. KONINGSBERGEN (280) Concert HILVERSUM (1071) Lezing door Prof. V. v. d. Pluym. DAVENTRY (1503) Concert PARIJS (R. 1705) Concert. MOTALA (1382) Gramophoonplaten. DAVENTRY (482) Dansmuziek. HUIZEN (336) Kinderuurtje. LANGENBERG (462) Vesperconcert HAMBURG (302) Conoert. BRUSSEL (509) Concert HILVERSUM (1071) Gramophoonplaten. HILVERSUM (1071) Landbouw-halfuurtje. HUIZEN (1852) Causerie door P. Korthuys. HILVERSUM (1071) Vooravondconcert «oor Om roeporkest BRUSSEL (509) Concert HUIZEN (1852) Fransohe les voor beginners. DAVENTRY (482) Concert HUIZEN (1852) Engelsche handelscorresponden tie. PARIJS (R. 1765) Gramophoonplaten. HILVERSUM (1071) Gezondheidshalfuurtje. BERLIN (475) Conoert Daarna tijdseinberichten en dansmuziek. LANGENBERG (462) Gemengd avondprogramma ZEESEN (1649) Programma van Berlin. HUIZEN (1852) Causerie door E. Steendam. HILVERSUM (1071) Politieberichten. HILVERSUM Tijdsein. HUIZEN (1852) Causerie Ir. W. Droesen. HILVERSUM (1071) Handelsvetenschappelijke 1© zingen. DAVENTRY (1563) Verraasingsnummer. HILVERSUM (1071) Studio-opvoering: Deftige Straat, van J. M. Barrie, door Vereen, Tooneal, Tusschen de bedrijven gramophoonplaten, BRUSSEL (609) Gramophoonplaten. HUIZEN (1852) Concert PARIJS R. 1765) Concert BRUSSEL (609) Concert DAVENTRY (482) Concert HUIZEN (1852) Persberichten Voz Dlas. KONINGSBERGEN (280) Dansmuziek. KATTOWIZ (422) Dansmuziek. DAVENTRY (482) Concert DAVENTRY Dansmuziek. HILVERSUM (1071) Gramophoonplaten. DAVENTRY (1563) Dansmuziek. door hun beste voetje voor te zetten, getracht hebben den dank van de geheel bezette zaal te winnen. „O Pépita'', komische serenade, gezongen door het koor, bracht de lachspieren ln beweging, terwijl van de kinderen opviel het op sobere, tcere wijze vertolkte Wiegeliedje van J. Worp. De clou van den avond was echter de door mej. Hittemade Veth, speciaal voor deze gelegenheid ver vaardigde revue, waarin in kort verband de voornaam ste lotgevallen van „Ons Genoegen:" aan oningewijden werd medegedeeld. Pietje en Leun, de twee grasgroenen die echter niet zoo grasgroen zijn als men op het eerste gezicht zou vermoeden komen juist bij hun oom en tante te logeeren als deze naar de oprichting van de nieuwe zangvereeniging gaan. Met ons zijn ze daarom ver plicht de geheele serie voorvallen mede te maken, ter wijl zij In de tusschenaoten voor een niet onaangename afwisseling zorgen. Op één punt blijken ze echter on verbeterlijk. Een gebrek dat bij vele kinderen ln de eerste jeugd optreedt, is bij hen blijven bestaan. Trots alle aangewende middelen blijven ze op hun vinger* zuigen. I Het publiek kwam te zien hoe de zangvereeniging werd opgericht, hoe een bestuur en een directeur wer den benoemd, en kwam het eerste door de vereeniglng gezongen lied te hooren. Ook een repetitie zonder di recteur werd gegeven. Voor de tweede maal werd Pepita ten gehoore gebracht. Het begon als het zoete 1 gekweel van de nachtegaal, deed, langs verschillende toonladders «wevende, tenslotte denken aan het brul len van een stier en eindigde met een wilden ronde dans en een: „Houd er den moed maar in", om den loco-directeur, die zich met oen: „Ik zal dat zakie wel even opknappe", zelf benoemd had. Tevens kwamen we te weten waarom op één avond door elf leden de repetitie niet bezocht werd, terwijl i één man wel altijd present was, n.ï. de Directeur. Een der mooiste nummers der revue was zeker de door vier paren ln Rocooo-costuum (midden 18e eeuw) I uitgevoerde dans, ingestudeerd door mej. A. Zomer. Als men ziet wat hier met veel goeden wil op een j klein tooneel, ook wat belichting aangaat, bereikt was, dan houdt dit zeker een schoone belofte in voor de I feesten, die dit najaar ter gelegenheid van het 30- jarig bestaan van den polder gevierd zullen worden. en springende lippen tb domen van 30-40 «o 90 et. T*b» 80 et Bil Apoth. «n Drogliten Onwillekeurig dachten we Zaterdag aan den goeden ouden tijd, toen er nog geruchten gingen, dat onze Burgerwacht thans rustend gereed stond om 's nachts gewapend met geweer, de bruggen te verde digen tegen mogelijke kwaadwilligen, die per auto strooptochten in den polder gingen ondernemen. Was n.1 reeds ©enige dagen geleden een, partij van 606 - K.G. uien ontvreemd in het Zuiden van den polder, terwijl daarna aan het Verlaat eveneens een goed op gezette uiendiefstal geconstateerd Werd, Zaterdag morgen deed de heer Wagenaar aan den Westdijk de wetenschap op, dat een aantal van zijn kippen spoor loos verdwenen was. In al de drla gevallen is tot nog toe geen sponr van de daders ontdekt Later op den, dag werden de dieren versuft van do kou ergens op den berm van den dijk aangetroffen. Eenig stroo, zooals men gemeenlijk in kippenkorven gebruikt, verried dat men om de een of andere reden van verder vervoer had afgezien. In alle drie geaYl» len is tot nog toe geen spoor van de daders ontdekt. Zondagavond gaf de Zangvereeniging „Ons Ge noegen" in het lokaal van den heer Rus een uitvoering ter gelegenheid van haar tienjarig bestaan, en gezegd kan worden, dat zoowel koor als kinderkoor dien avond Ook ernst was niet vergeten. Hiervoor zorgde me vrouw GlasRutsen, ln het wiegelied „Slaap Zacht!" van Em. Hullebroek. Rondom het kind In den wieg, de goede feoën, die 't op den levensweg zullen beschermen terwijl de' zachte klanken van een vrouwenstem het in •slaap doen vallen. Een ouder zusje, staat eveneens over den wieg gebogen, vol bewondering voor het Jonge teere dat voor haar „jolndje" ia Ook in de revue zorgde het kinderkoor door „de Insignes" en het in sprookjesvorm voorgedragen „de Dwergjes" (Jao, Dalcroze) voor zeer gewaardeerdo af wisseling. Om ongeveer half 12 sloot de voorzitter, de heer Blaauw, dit welgeslaagde feest, met een woord van dank aan allen die hadden meegewerkt, een woord van opwekking aan ouders die kinderen hadden, om deze iu te laten schrijven als lid van „Ons Genoegen". Spe ciaal werd nog genoemd de heer Van der Meij, voor het vele dat hij als directeur had gedaan, terwijl mej. I Zomer als dank voor haar belangelooze medewerking, onder applaus een ruiker had in ontvangst te nemen. Daarna bal, dat, gezien: de vele prettige gezichten, vermoedelijk een even geanimeerd verloop zal hebben gehad als het eerste deel van den avond GEMEENTE HEERHUGOWAARD. Ingeschreven gedurende de maand Januari 1929. Geboren: Cornelis, zoon van D. Timmer en Arentje v. d. Heuvel. Geértruida Alida, dochter van K. Oude man en G. Bruin; Maria Theresia, dochter van Alber- tus Bloothoofd en M. Commandeur; Maria Geertrui- da, dochter van J. P. Koenis en J. Beers; Jacoh Cor nelis, zoon van Jh- Lugtig en C. de Boer; Cornelis Pe trus, zoon van J. Wokke en Eva Korver; Gerardus Theodorus, zoon van J. Baars en C. Schotten; Johan nes, zoon van Joh. Wijnker en A. v. Langen; Rem brand Jozef, zoon van J. A. Deken en A. Boots; Ni- colaas Adrianus, zoon van Pieter Schouten en M. Verkooijen. Cornelis Johannes, zoon van Anth. Does en M. Groot. Cornelis Nicolaas Petrus, zoon van C. |P. v. Leeuwen en Cath. Konijn. Pieter, zoon van Dirk de Boer en M. de Groot. j Overleden: Pieter Molenaar, wednr. van G. Weel, 78 jaar; Pieter v. d. Gragt, wednr. van Joh. Wink, '84 jaar; Maria Dekker, wed. v. C. Konijn, 76 jaar; Ni colaas Sijs, zoon van A. Sijs en A. Koppes, 5 mnd.; Marston, die eveneens geschrokken was, toen hij het gezicht had gezien, riep: Het is Baron von Eyck! Er lagen verbazing en toorn in zijn oogen. Ja, Sir Anthony, Ik wist het al toen Ik hem in het water zag liggen met dat grijzende haar en die vier kante schouders. Drommels, nog geen drie dagen geleden ben ik met hem op jacht geweest. Ik heb den Baron gisteren nog gezien, meneer, zei een houthakker, die het groepje genaderd was. Breng lichten! riep Sir Anthony Laten we pro- beeren te ontdekken wat de oorzaak van zijn dood is; de Baron is niet verdronken, dat staat vast, al heeft het water hem hier gebracht. Door zijn kleeren moest een scherp voorwerp gesto ken zijn; juist ter hoogte van het hart; het kon een dolk geweest zijn of de punt van een spies dat was dus blijkbaar de doodsoorzaak. Kijk eens hier, sir Anthony, zei Mark. Onder het rechteroor van den Baron was een ster met vijf punten ingekorven. Dat heeft de „Roode Vos" gedaan, meneer, zei Karl Hollen, de boschwachter, dat is zijn teeken; dat set hij op al zijn slachtoffers. Lieve hemel, Ik dacht dat wij van hem bevrijd waren; hij schijnt dus teruggekomen te zijn, nu kunnen we wat beleven! Anthony stond op; hij strekte zijn. schouders, er tril de strijd en avontuur in de lucht. Wat bedoel je, Karl? vroeg hij. Wat heeft de „Roode Vos" te maken met dit teeken op de hals van den Baron? Ze noemen hem altijd de „Roode Vos", Excellentie, Wie? Ik heb nog nooit van hem gehoord. Verleden jaar is hij weggegaan; sommigen zeggen naar Itall. Wij waren erg blije: maar nu is niemand'* rleven meer veilig. Hij leeft op de top van een rots naast een afgrond, excellentie, in de Volsburg, met een troep mannen, meest Italianen en wat Duitschers, vogelvrijen en bandieten. Vijf jaar geleden hebben ze mijn zuster ontvoerd; wij hebben haar nooit weergezien. Bedoel je dat die man zijn gang maar gaat in het geweld aandoen van mannen en vrouwen? vroeg Mar ston verontwaardigd. De boschwachter spreidde met een hulpeloos gebaar zijn handen uit. Wat kunnen we doen? We hebben geen leider; bij is de Volsburg ndet te paard te bereiken, er is maar één pad naartoe, dat dag en nacht bewaakt wordt als Salvio in zijn burcht is. Is dat de naam van de „Roode Vos"? Ja, Excellentie. Anthony richtte zich op; hief Was een taak voöï hem; een avontuur zooals hij er weer eens een hebben moest! Sir Anthony gaf order dat het lichaam van den Ba ron met een mantel bedekt en naar het kasteel gedra gen moest worden. Hij ging vlug vooruit om de Ba rones van het gebeurde ln kennis te stellen. Toen hij op weg was hoorde hij het hoefgetrappel en een wit paard kwam aangaloppeeren. Het werd bereden door 'n forschen man, een meisje zat achter hem. Het was de jonge Barones von Eyck, de dochter van den man, wiens lichaam zoo juist gevonden was; Sir Anthony kende haar alleen van gezicht; zij was pas kort geleden terug gekeerd uit een klooster in Hongarije. Zij sprong van het paard en riep: O, Sir Anthony Marston, ik kom om hulp te vragen. Zij hief haar han den op. wanhopend en smeekend. De forsche man, de opperjager van haar vader, was ook uit het zadel ge komen en stond naast haar. Sir Anthony voelde een diep medelijden met het jonge meisje; zij leek nog een kind, haar haren waren Iosgewaaid en hingen op haar rug. Anthony strekte zijn handen uit alsom haar te troosten. Die vreeselijke man, die ze de „Roode Vos" noemen, is teruggekomen, hij zocht twist met mijn vader en broer haar stem stokte omdat... omdat... hij mij als vrouw wilde hebben...Zij bedekte haar gezicht met de handen. Mark Fagan sloop weg, want hij hoorde de mannen aankomen met hun droeven last en het meisje wist nog niet wat er gebeurd was. Het jonge meisje ging voort: Het was een week geleden; wij waren het al haast vergeten. Gisteren wa ren mijn vader en broer, die twee jaar ouder is dan ik, gaan Jagen, de borgen in, achter een gewond hert aan. Die vreeselijke man is hen achterna gegaan en wat er gebeurd is weet lk niet... Maar vanmorgen kwam een kolenbrander op het kasteel, doodsbleek; hij had mijn broer gezien, met de handen op zijn rug gebonden op een paard zittend, zij gingen in de richting van de rots, waar de „Roode Vos" woont, twintig mannen waren er bij, maar mijn vader heeft hij niet gezien. Sir Anthony nam het meisje zacht bij den arm en leidde haar door de poort naar de vertrekken van de Barones. Toen ging hij nadat hij haar een stoel gege ven had, de Barones zoeken. In een paar woorden vertelde hij haar de tragedie. Zij haastte zich, doodsbleek naar het jonge meisje. Sir Anthony wachtte buiten in de gang. Plotseling hoorde hij een kreet: Dood! Dood! Neen! Neen! Dat kan niet, riep het meisje. Hij voelde een prop ln zijn keel; een woeste woede maakte zich van ham meester. Dit kind had een beroep op hem gedaan; hij deed een gelofte dat het niét ver- geefsch was geweest! Toen ging hij heeen om te zorgen dat bet lichaam van haar vader vervoerd werd. HOOFDSTUK XXV. HET HOL VAN DEN „ROODE VOS." Sir Anthony had een paar uur tevoren nog nooit van den Rooden Vos gehoord, maar Karl Hollen had hem nu zóóveel ervan verhaald, dat hij popelde om hem in zijn hol te gaan opzoeken. Karl had hem precdes ver teld waar en hoe de roofburcht gelegen was en gezegd dat hij een vijftigtal mannen tot zijn beschikking had. Het aantal soldaten in het kasteel was te gering voor een aanval. Daarbij moesten er voldoende achterblij ven voor de veiligheid van de Barones. Sir Anthony be sloot een dozijn mannen in het kasteel te laten, de rest ging den volgenden morgen vroeg op weg in de richt- tflng van den Blauwen Berg, op de top waarvan Sal- vio's verblijf gelegen was. Inmiddels waren in den hee- len omtrek boodschappers uitgezonden om de bevolking op te roepen; de Baron was algemeen bemind geweest, het lot dat hem getroffen had kan ook het hunne wor den en de edellieden uit de streek zouden zeker aan de roepstem gehoor geven. Anthony Marston, Mark Fagan en Karl Hollen, allen in het jagercostuum van het kasteel Hansau, en tot aan de tanden gewapend, vormden de voorhoede van' de expeditie, die eindigen moest met de ondergang van de „Roode Vos" of die van henzelf. Sir Anthony nam aarzelend afsoheid van de Barones; ze was meegegaan tot aan den ingang. God behoede U Sir Anthony, zei ze zacht, maar no- drukkelijk. God zal de rechtvaardigen verdedigen en de boo- zen straffen, antwoordde hij. Na eenige uren rijden kwamen zij bij een geitenhoe dershut, die 's zomers bewoond was, doch 's winters leeg stond. Ze stond aan den zoom van de bergketen die de Blauwe Berg werd genoemd. Verder konden ze de paarden niet gebruiken. Zij ótalden ze in de hut; vanuit het kasteel zouden ze van voer worden voorzien. Toen ze te voet verder liepen, ging Anthony naast den boschwachter loopen, Mark liep achter hen aan. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 5