9 Stato della Citta del Vaticano. VOOR DE KINDEREN. <^10 WAT PIM EN PUK OVERKWAM. Zoo is er dus weer een werkelijk Kerkelijke Staat weliswaar klein aan grondbezit maar groot Ran macht. Geen; mensch, die de vorige week te Rome verblijf hield, kan aan dat laatste twijfelen. Ik heb U reeds meermalen geschreven, hoe vol be wondering ik steeds weer ben voor de uitnemende r<pje, waarover de Roomsch Katholieke kerk, overal, en ze ker niet het minst in Rome, weet te disponeeren. Regie hoeft zulk een groote beteckenis. Ik ben geen liefhebber van de cinema, dus ga er zelden, heen. Ik ga er slechts heen, wanneer lk eens hoor of lees over een voorstelling met buitengewoon goed geslaagde regie en dan amuseer lk me ook werkelijk, omdat ik geboeid blijf of op het goede moment getroffen wordt. Dat Is ook het geheim van de regie der Katholieke Kerk, die booit en verrast. Ook nu weer met deze algemeen be wonderde oplossing der Romelnsche kwestie. Geheim houding. jaren lang, en opeens de klap op den vuurpijl. Ik heb reeds in vorige artikelen er op gewezen, dat alles medewerkte om een regeling tot stand te brengen en dat dit voor alles betrof de persoonlijkheden van Pius XI en Mussolinl. Maar niet alleen de persoon Mussolini, doch ook zijn regiem werkte mee. Het zou voor het Vattcaan onaangenaam geweest zijn, steeds weer in de pers commentaren op onderhandelingen te hebben moeten lezen. Onwillekeurig richt de Pers bij onderhandelingen veel schade aan, zooals nu weer een Nypels in de Belgische kwestie, daarbij gevoed door in genieurs. die liever hun kennis moesten luchten in de Vakorganisatie, n.1. het Koninklijk Instituut van In genieurs dan dat te doen tegenover leeken In de cou rant. Men noemt zulke heeren gewoonlijk „Streber"; lk noem hen staatsgevaarlijk. In -oegcr jaren, onder een liberaal bewind, zou het In It:-;,:- absoluut onmogelijk geweest zijn, om onder- h''.n<ie'mgen over de Romelnsche kwestie buiten de Pers te houden. Dan hadden er natuurlijk polemieken gestaan In de M.eseageró, Tribuna, Corrlere della Sera, enz. en zou het Vaticaansche blad de Osservatore Romano wel meet en antwoorden. Dan zouden de gemoederen in bei de kampen in het Zwarte (Vaticaan) en het Witte (Quirir ial) opgezweept zijn met het negatieve gevolg van... een échec. Nu heerscht het Fascisme in Italië en houdt er een censuur op na, die ons, vrijheidslievende Hollanders, niet prettig aandoet, doch dan toch maar zeer nuttig gebleken is Men las in geen enkel blad iets over dc:ze raak totdat ze in kruiken en vaten was en... t< -n v de publieke opinie zoo gelukkig over het schoone historische feit, dat geen enkel journalist meer roet in het eten kon gooien en die opinie bewerken; die was en blcuf gevestigd in gunstlgen, waardeerenden zin. Nu de rvjp.c zult* ge zeggen! Welnu alles kwam voor elkaar een paar dagen voor de 7e verjaring van de verkiezing van Plus XI tot Paus. Was er schconer verrassing voor de Katholieken denk baar, daar de openbaai uaking van een zoo heuglijk .feit als de verzoening tusschen Vaticaan en Quirinaal or. ,:n dag, waarop de troonsbestijging verjaarde. (k besloot om geen moeite meer te doen voor een plaats in de St. Pleter zelf, ter gelegenheid van de cele bratie op 12 Februari, maar mij tusschen de menigte, die zich op het plein vóór de St. Pieter en dus ook vóór het Vaticaan zou verzamelen, te begeven. I Mijn opzet was om mee te maken, dat de Paus' die menigte zou zegenen, zooals Z.H. dat den 12en Februari 1922, dus 7 jaar geleden, ook gedaan had. Toen ik uitging, had ik spijt van mijn plan, want het regende, dat het goot, maar daar moet een Hol- landsche kikker tegen kunnen. Op het plein een niet te beschrijven menschen- massa. Dadelijk viel mij op, hoeveel officieren in groot tenu zich naar de St. Pieterskerk begaven. Dat had ik nog nooit gezien. Voor officieren in de uniform van het Quirinaal, was alles wat tot het Vaticaan behoorde, t&boe. Deze verandering gaf mij dadelijk stof tot na denken. Terwijl lk daar stond, had ik weer spijt niet liever voor een kaart gezorgd te hebben, dan zou ik nu binnen zitten, nu moest ik buiten staan. Het werd mij te maohtig, ik ging met de grootste moeite weer weg, /iel een koffiehuis binnen en Blurpte een „expresso", sen lekker met stoom gemaakt kopje koffie. Hier hoor de ik zeggen, dat de Paus heelemaal niet bulten op de .loggione" zou verschijnen, want dat zou in strijd zijn met het protocol, omdat de overeenkomst nog niet de ïandteekening der beide vorsten droeg. Ik was mooi ontevreden en nu werkelijk boos op me zelf, dat ik niet voor een kaart gezorgd had. Ik had 'uist geen kaart genomen, omdat ik bang was, niet tij dig uit de St. Pieter te zijn om den Paus zijn volk te Men zegenen en nu zou dat heelemaal niet gebeuren. Ik had op het verkeerde paard gewed. Opeens zei een heel oud heertje, dat hij overtuigd was, dat de Paus wèl zijn volk zou zegenen. Pius XI heeft reeds in 1922 ge toond, dat de liefde voor zijn volk boven alles gaat en Tal dat weer doen. Meteen schoten den ouden heer de tranen in de oogen. De anderen zwegen en waren ook zichtbaar ontroerd. Ik voelde ook een brok in de keel. Het was toch ook prachtig mooi om te hooren welk een sterk vertrouwen deze man had in de liefde voor den Kerkvorst, den stedehouder van Christus, den vorst der liefde voor de menschheid. Ruim twaalf uur ging ik weer naar het plein terug en schoof al nader en nader naar de „Loggione", het beroemde balcon, waarop de Paus, Indien hij zegent, komt te staan. Het duurde zoolang, het was zulk ellendig weer, het was zoo'n gedrang, ik verloor bijna den moed. Het is ook niet leuk om tusschen duizenden menschen be kneld de opmerking te hooren maken: „de eene helft van de bevolking van Rome heeft de griep en de an- ;lere helft wacht tot die eerste helft beter is om het ook te krijgen". Opeens, terwijl ik er niet op verdacht was, ontstaat er een geweldige beweging rondom mij, ik bemerk, dat ik zoowat de eenLge persoon ben tusschen tienduizen den, die zich nog niet ter aarde geworpen heeft of len minste geknield is. Ik buig iets in de kniën, want in die modder te gaan knielen was mij te machtig en kijk haar het balcon. Daar staat een figuur met een grooten rooden hoed op. Ik heb den Paus dikwijls gezien, maar steeds, hetzij met tiara of met wit kalotje op het hoofd, k herkende Z.H. dan ook niet direct Totdat hij zijn hand in zegening ophief, toen wist ik, dat 'daar niemand anders dan Pius XI kon staan. Die prachtige armbe weging, feitelijk drie elkaar opeenvolgende elegante be wegingen heeft mij ieder keer weer getroffen. MXJNHARDT'r Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Kiespijn-Tabletten 60 ct. Laxeer-Tablotten 60 ct. Zenuw-Tabletten 75 ct. Maag-Tabletten 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. Het volk applaudiseerde, juichte, riep, schreeuwde, neen brulde. Ik wist niet wat ik zag en hoorde. Ik heb toch herhaaldelijk meegemaakt hoe 50.000 pérsonen, in de St Pieter verzameld, Zijne Heiligheid toejuichten en in de handen klapten, iets wat mij steeds als banaal trof, maar dit hier dat was niet meer banaal, dat was grootsch door de overweldigende extase van wellicht eeni paar honderdduizend geloovigen, toegestroomd uit. Italië, in de hoop van dit oogenblik te mogen beleven. Wat een ontroering! De Paus was blijkbaar getroffen en hief beide armen zegenend op. Dit gaf aanleiding tot een hernieuwde machtige manifestatie, waarop de Paus Zijn hoed afnam om daarmede, alvorens terug te treden, het volk toe te wuiven. Lieve lezeres, vriendelijke lezer, weet U wat ik toer dacht? W]at woet het heerlijk wezen voor een geloovig Katholiek dit oogenblik te hebben mogen doorleven. Het was grootsch, geweldig. Het was een machtig vorst, die daar achter die balkondeuren verdween. Het is ook een groot en goed man, een man, die inderdaad de mensch heid liefheeft en die weet dat liefde groot is en het kleine op zijde weet te zetten. Daaraan is ook de ver zoening tusschen Vaticaan en Quirinaal te danken. Pius XI is een edel mensch. Rome was in feestgewaad, overal Staats- en Kerke lijke vlaggen, vriendschappelijk bijeen. Rome is weer oisschopsstad geworden. De Paus zal als bisschop van Rome weer in de bisschopskerk, San Giovanni di Late- ;ane, de mis kunnen celebreeren en de Koning zal St. Pieter en Vaticaan kunnen betreden, de twee machten jtaan nu vriendschappelijk naast elkaar. Het kleine Vaticaansche Rijk zal niet met geldzorgen oehoeven te kampen, het hof van St. Pieter is rijk, schatrijk, en kan zich dus de luxe van eigen postdienst, hgen vliegdienst, eigen radiodienst en wat al niet meer kunnen veroorloven. Het zal ook zijn tnaditioneele legertje behouden, dat even schilderachtig als ongevaar lijk is. Het zal geen oorlog met wapenen voeren, maar wee dengene, aan wien het toch oorlog verklaart Die zal met geestelijke wapenen bestookt worden en wel op een wijze, waarvan het Vaticaan het geheim bezit Over de geheele wereld bezit het Vaticaandsche Rijk Koloniën, overal zijn Katholieken, die den Paus als hun heerscher erkennen. Voor de Katholieken in Amerika, voor die in Cana da, in Australië, Nederland sch Oost- en West- Indië, is de Paus de eerste heerscher. Voor de Katholieken in Italië evereens. Wat zal nu het resultaat van deze verzoening ons in Italië brengen. Zal het Fascisme nu gesteund worden door de gees telijkheid, omdat de Vorst van het Vaticaansche We- reldsche Rijk dit gebiedt In zijn hoedanigheid van Vorst over het Vaticaansche Geestelijke Rijk? De tijd zal het leeren. Indien die steun komt, die steun van een organisatie, eeuwenlang beproefd en deugdelijk gebleken, een or ganisatie, waarbij die van het Fascisme kinderspel is, dan kon het Fascisme wel eens machtig genoeg zijn om de strakke teugels wat losser te laten. Dit zou een zegen wezen... voor het Italiaansche Volk, dat langzamerhand gebukt begint te gaan onder het Fascisme, dat alle persoonlijke vrijheid, die niet toe vallig Fascistisch is, bestrijdt. Mussolini is ontegenzeggelijk een groot man, ook de Romelnsche kwestie heeft dat weer bewezen, maar op den duur moet het tot een conflict komen, indien er in Italië geen plaats zal zijn voor niet-Fasclsten. Steeds moeilijker wordt het voor de niet-Fasclsten om op hun geboortegrond te leven, terwijl hun het emi- greeren verboden is. Italië ls als het ware geoccupeerd door het Fascisme, dat met de Fascistische militia het Volk in bedwang houdt Mussolini heeft nu een daad gedaan, waardoor hij de harten van tienduizenden vrome Italiaansche Katho lieken een dienst bewezen heeft laat hij nu trachten daarvan te profiteeren door het Volk meer bewegings vrijheid te geven. Velen zullen zich verder afvragen wat de gevolgen zullen zijn voor andere landen. Wij Nederlanders hier te Rome, bespraken al of het nu niet noodig zou wezen onzen gezant bij het Quirinaal tevens te accrediteeren bij het Vaticaan, daar dit de residentie van een Rijk is geworden. Weliswaar klein in omvang, doch groot in diplomatieke macht. Ik las in Tribuna of Giornale, dat de nieuwe staat zich niet bij den Volkenbond zal aansluiten, maar er wordt dezer dagen natuurlijk heel wat gedaan aan poli tieke tinnegieterij. W<at lk mij afvroeg, dat was, wat de zwarte adel zou doen. Ik had U in mijn eerste artikel over Paus en Premier geschreven over het Palazzo Aldobrandini. De groote poort is weer geopend en op het gebouw ziet men naast elkaar de Pauselijke en de Italiaansche vlag wapperen. Daar de familie Lancellotti-Aldobrahdini tot de meest fanatieke „rouwdragenden" sedert de dagen van 1870, behoorde ,kan men overtuigd wezen, dat de geheele Zwarte adel verzoend is, hetgeen voor Italië ook weer een gelukki gfeit te noemen is.. Dan de hoofdpersonen? Over den Koning en over Mussolini leest en hoort men weinig. Het eenige belang rijke dat ik over den Koning vernam was, dat Z.M. en de Paus elkander wederkeerig een bezoek zullen bren gen en dat er in de kerken voor den Koning zal wor den gebeden. Over den Paus hoort men meer. Het schijnt, dat de geheele wereld, spoorwegiwagons, automobielen, vliegtui gen, radio en wat al niet 'meer wil leveren. Ik heb om een toegangskaart voor den Vaticaanschen tuin gevraagd en ben daar weer eens gaan wandelen. Toen dacht lk aan die prentbriefkaart, die ik on langs weer in de Via Sistina kocht en waarop men den Paus ziet, turende naar den horizont, terwijl hij aan den uitersten kant van het terras van zijn tuin staat Ik dacht dan altijd aan den machtigsten man in de wereld, die toch de minst vrije ia. Ik ben naar het hok van den grooten adelaar gegaan en heb dat goede dier in het Hollandsch toegesproken en gezegd: Zouden ze jou nu ook vrij laten? De Paus, Je meester, mag nu weer de vleugels uitslaan, zal weer zijn geliefde Alpen mogen terugzien en jij? De vogel keek mij heel wijs aan alsof hij zeggen wilde: goede man, loop eens naar den Dierentuin en zie hoeveel broeders en neven van mij daar opgesloten zijn, allemaal geschenken van Mussolini. Neen vriend, in dit land mag slechts één adelaar de vleugels uitslaan zooals hij wil en die adelaar heet... muisje! 1). 1). Woordspeling op Mussolini, zeer gebruikelijk on der vreemdelingen, die bevreesd zijn den* naam van den minister te noemen. 763. Moeder zette een fijn kopje koffie. Ze zaten gezellig zoo een beettje te praten, toen neef opeens zij: En nu moet ik u eens vertellen, wat wij hier precies koimen doen. We vieren de volgende week onze bruiloft en nu zouden wij het erg aardig vinden als u ook op 't feest zou willen komen. Wat graag, zeiden vader en moeder verheugd. Wij zullen natuurlijk graag van de partij zijn. 764. En jullie dan,_ vroeg neef aan Plm en Puk? Zouden jullie ook niet graag op 't feest komen? De peuters keken elkaar aan en wisten niet, wat ze moesten zeggen. Als jullie komt laat ik jullie allemaal met een auto halen. Afgesproken? Bij zoo'n feest moet je op een paar knollen of ra dijsjes meer of minder niet kijken. Of dat fijn was! Pim en Puk maakten een soort Indianendans van plezier! 765. Heden is de groote knaldag waarop neef Knollenrijk tot Kooldorip met mejuf frouw Bermine Amalia Dorofhea Peen in het huwelijk zal treden. Pim en Puk, keu rig netjes uitgedost, wachten op neef's auto, die ze af zal komen halen. Ze oefe nen zich zoolang in 't deftig spreken. Hoog es Pim, bgauwt Puk, je moogt stgaks maar dgie gebakjes nemen en niet meeg hoog, andegs ben je een schgok! Gij kunt in zeven en tachtig knoopen waaien, geliefde zustig, antwoordt Pim deftig. 766. Daar is de auto al! Neon maar, wat een prachtding is het. Daarbij vergeleken is het Fordje van den dokter niet meer dan een leeg cacaoblikje. Daag is onze auto, waagde bgoedeg, zegt Puk weer bui tengewoon deftig. Zeeg goed, geliefde zusteg, antwoordt Pim, laat ons eg onmiddellijk heengaan. Of loopt ge wellicht lieveg met dat schoone wedeg? Ja, ik zal gèk wezen, valt Puk uit, die haar deftigheid even vergeet en haar ge liefde „bgoedeg" heeft de grootste schik. 767. Papa en Mama gaan naar buiten, groeten den deftigen chauffeur, die het por tier opon houdt en stappen in. Het <zlt ge makkelijk Jn do mollige kussens, die zoo zacht zijn als Jonge, malsche spinazie- 'blaadjes zonder dorentjes. Papa heeft zich nog nooit zoo rijk gevoeld en Mama zegt, ,Jhbhh" als zo zit, en begint al dadelijk oen paar plulsjee van het groene fluweel te tippen,' 768. Als Plm en Puk óók ingestapt zijn, zet de auto zlCh in beweging. Wat suist ze zacht over het plaveisel. Maar het gaat toch snel, eigenlijk veel te snel, denken Plm en Puk, die zldh eens heerlij-k willen laten be wonderen. Telkens als ze een vriendje of vriendinnetje op straat zien, wuiven ze erg deftig of ze zeggen willen: „Wij zitten wel in een kanjes van een auto, maar we zijn toch hcusch niet grootsch hoor!" 769. Kijk, daar gaat Simon Spinazie. Hij moet naar school ,de arme knul, zegt Pim plotseling. Laten we hem eens 'n beetje troosten... En Pim en Puk, die vandaag fijn viijaf hebben, beginnen vriendelijk te wul ven. Het duurt even, eer Simon ln de ga ten heeft, wie zijn deftige kennissen zijn. Maar dan wuift hij ook uit allemacht te rug. Hij is wat trotsch op zulke voorname vrienden. 770. Simon stapt al zwaaiende door en aldus marchoert hij tegen niemand minder dan Juffrouw Kaatje Kwebbel, die twee emmera water sjouwt om een uurtje met buurvrouw te kletsen, en daarna haar stoepje te boenen. De ramp is ijeeiijkj om aan te zien. Juffrouw Kwebbel vergelijkt de arme Simon bij een ezel, een eend, een os, een gans en nog meer ongelukken uit het dierenrijk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 11