SchagerCourant
Raad
Anna Pauiowna.
IJzeren Grendelen.
Tweede Blad.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
SjurvsafaJ™™}
Donderdag 28 Februari 1929
72ste Jaargang. No. 8417.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dlnwlag 20 Februari 1020.
IC EN uelabtinq snbrtzaak van HET JAAR 0.
Hoi komt on» voor, dut oan belaallngovorlrodlng dia
door da schuld dor Justlllaola autoriteiten niet blnnon 1
het. Junr na hot plegen van het fslt kun worden berolkt, I
uls vorjnurd vervullen moest worden verklaard. Het is
tooh belachelijk, dut Iemand die geen grooler misdaad
heeft begaan dan het verkoopen van 'n paar kistjes
slguren, waarvan aan de gulzige belastingadministratie
geen cljnoponnlnkeke werd voldaan, nog Jaron later
over deze futiliteit wordt lastig gevallen, al is het dRn
ook van algemeens bekendheid, dat men van den fis-
cua dc meest hondsche behandeling kan verwachten. I
Zoo stond dan vandaag tereoht do gewezen reiziger
thans kelner, Theodorus do K. uit Utreoht, omdat hij
ln 1927 te Behagen eenlge kistjes Stlnkadorus Colorado
Claro Maduro Asthmutlco aan 'n paar boertjes had
verkocht, welke sigaren bicken niet voorzien te zijn
van de beruchte banderolles. De goede stakker waa mal
genoeg geweest in deze Siberische temperatuur heel uit
Utrecht te komen, om die oude koe nog eens uit sloot
to zien halen en niet mlndor dan 100 gulden booto of
100 dagen hechtenis tegen zich to hooren elschen.
Hij beweerde door werkeloosheid en ziekte financieel
geheel uitgeput te zijn en dit monsterachtige bedrag
niet te kunnen betalen. Het zal ons nu benieuwen of
de rechtbank btj de uitspraak wat barmhartiger ls.
KOMAAN KINDEREN, WIE VERBETERT HET
BOD VAN 100 GULDEN? I
De caféhouder Marlnus O. te Hoorn was de tweede
gelukkige, die de eer genoot heden te vallen in de keu
rig gemanicureerdo vingeren van den Edelgestr. heer
Rijksadvocaat uit Groot-Mokura.
Tegen hem waren de verschrikkelijkste bezwaren ge
rezen, omdat hij ln Juli of Juni 1927 of '28, er 13 nie
mand bij machte den Rijksadvocaat op 'n afstand van
meer dan 1JA meter te verstaan, ln zijn café aanwezig
had 'n onbeduidend partijtje emookertjes in een kistje,
waarvan de banderol-zegel was verbroken, terwijl de
sigaren dat belastingmerk misten. Dat ls verboden op
6traffe des doods, door middel van ophanging. Zoo'n
kistje, dat alleen Is gezegeld mag men wol aanwezig
hebben, doch dan mag er ook niet een sigaar nan ont
breken. Dank zy die ongezegelde sigaren werd de café
houder zelf de sigaar en luidde tegen hem ook don
ulloszlns billijken cisch, waarvoor dient zoo'n man an
ders dan hem met de citroenpers te bewerken, 100 gul
den boete of 100 dagen de Uk in.
DAT HAD MOEDER NOU NIET MOETEN DOEN.
Niet alleen de caféhouder O., doch ook diens echt-
genoote, Anna Maria de G., had de Hooge Oomes der
belasting-administratie tegen zich in het harnas gejaagd,
door gedurende de ln de voorgaande zaak gereleveerde
ïcéxie met de banderolloose sigaretjes, den heer Smit,
commies der belastingen, te belemmeren zijn ambtelijken
plicht te vervullen. Zij rukte namelijk de kistjes met
sigaren, die hij in beslag wilde nemen, uit zijn handen,
bracht ze in veiligheid in een zijkamer en was niet te
bewegen aan de sommatie van den heer Smit tot uit
levering te voldoen. Dat was gevaarlijk en kwam ook
niet te pas. De ambtenaren, die daarvoor zijn aangewe
zen, hebben de taak te vervullen die hen is opgelegd,
op straffe van ontslag of ambtelijke correctie, hen mag
men dus niet bemoeilijken. Maar de vrouw was begrij
pelijk zenuwachtig en opgewonden. Een dergelijk ingrij
pen irriteert de menschen en wij hopen, dat de H.H.
Rechters, die in gelukkiger omstandigheden verkeeren
en van belasting-ambtenaren niets hebben te vreezen,
de hand over het hart zullen strijken en deze huismoe
der niet zullen veroordeelen tot de f 100 boete of 100
dagen, door Rijksadvocaat en Officier gevorderd, doch
haar met de uiterste clementie zullen behandelen.
'N ARME BROODSCHROBBER AAN BRANDHOUT
GEHAKT.
De laatste belastingzondaar van dezen dag van gram
schap, was de sigarenfabrikant (als je nog eens fabri-
fotflf! mfj, m* snw MMwr> WLIWHL» f.
Joviale Limburger, wlen het noodlot naar Alkmaar
heeft geblazen om s!ch daar als sigarenmaker en detail
ln de kunst van hongerlijden te bekwamen.
De 14e Juni ven het Jaar 1928 wiu» voor hem al een
zeer mleorabeler dag O), zijn rijwiel kwam hij aange-
peddeld op hot Zeglls, vroolljk. welgemoed en op hoop
van zegen, dat do ambtenaren de 34 kletjee met 100
ongobanderolleerde, he ho, wat weer 'n woord, om je
asem bij to verliezen,sigaren niet In de gaten
wouden krijgen, Helaas, dat stond geschreven ln het boek
des levens, dat het niet zoo zijn zou. Twee aotleva
ambtenaren stonden gereed hom to bespringen, weg alle
lltuelën en de 15 kistjes sigaren, benevens de hoop op
'n kleine, maar zoete winst.
De ramp die hem op dezen 14 Juni had getroffen,
kon do arme Leonardus Hubertua thans eerst ln vollen
omvang overzien, want de rljksadvooaat vorderde tegen
hem 2 X 300 on 1 X 80 guldon booto, plus verbeurdver
klaring der 11 honderd ln beslag genomen sigaren,
terwijl do Offlolor .verlangde, dat hij bij niet voldoening
dezor geringe boete tot 250 dagen rutsslobben, snort-
likken en bruine boonen-kauwen zou worden veroor-
doald,
Wnn hot wonder, dat do sigarenmaker van schrik bij-
kunt dood bleef on nlloon mst hot laatste restant kracht
dia hrm nog overbleef, kon stamelen, dat hij nooit bij
machte zou zijn, zoo'n kapitaal «an boete ts besjollsme?
De luoht klnardn merkelijk op, toen don Rijksadvo
caat nu eau hartelijk afscheid, niet van de sigaren-
maker, maar van de rechtbank de boenen nam en weer
naar zijn standplaats terugkeerde.
Van dien kant althans konden er heden geen slacht
offers meer vallen.
LEELIJK IN DE BUNSINGKLEM GERAAKT.
De 27-Jarlge Willem Fred. H. Is ln one arrondissement
on rechtzaal lang geen onbekende, hoewel er nJet bijge
voegd kan worden, dat zijn reputatie bijzonder schitte
rend ls.
In Enkhulzen, waar hij oorspronkelijk thuis hoort,
herinnert men zich hem wel, omdat hij met een paar
door hem verleide Jongens betrokken; was ln een diefstal
bij een alleenwonend oud man. Op Texel, waar hij 'n
blauwen Maandag werkzaam was aan de Zulderzee-
indijklng, deed hij twee Jaren geleden eveneens van zich
spreken. Hij gapte toon vier kippen bij den boer, waar
hij had gewerkt en ontvreemde een kralen beurs met
7llveren knip uit de winkellade van een bejaarde win
kelierster ln snoepgoed en safflaantjes, die hij zoo nu
en dan met zijn klandlsle vereerde. De gestolen kippen
verkocht hij voor f 2 per stuk aan mej. de wed. D. en
maakte dit goede mensch wijs, dat hij dit pluimgedierte
had ontvan'gen van zijn patroon Mandjes inplaats van
loon, aangezien Mandjes zoo krap bij kas was, dat hij
geen uitbetaling kon doen in contanten.
Het beursje, dat hij voorgaf gevonden te hebben, gaf
hij cadeau aan Dieuwertje B., bij wier oudera hij des
tijds als commensaal zijn Intrek had genomen.
Voor deze twee feiten werd Willem destijds veroor
deeld tot 1 jaar gevangenisstraf, doch hij nam de wijk
naar het buitenland, toen de lucht hem hier te vochtig
werd en wist zich aldus aan zijn straf te onttrekken.
Doch onlangs waagde hij zicht over de Duitsche grens
cn deze brutaliteit werd hem noodlottig. Men pikte hem
secuur in om hom in de gelegenheid te stellen verschil
lende straffen eens netjes af te werken, zooals een be
hoorlijk etaatsburger past.
Deze vereffening van zaken stond ons ventje niet
aan en hij kwam nu in verzet tegen het hem door de
rechtbank te Alkmaar opgelegde vonnis, welke verzet-
zaak Dinsdag als laatste nummer van het programma
werd behandeld.
Onze vriend, die thans ln Den Bosch met groote zorg
en toewijding wordt vastgehouden, verscheen behoorlijk
bewaakt, voor de rechtbank, uitgedoscht in een gr oen-
poepen sportbuis, welke uitmonstering den president
aanleiding gaf of hij ln Dultschland soms het ambt van
boschwachter had uitgeoefend.
De president keek zóó verliefd naar dat mooie, buisje
dat ik dacht: als het nog lang duurt, biedt hy er nog
geld voor.
Wat manheer Willem Fred er ik H. betreft, die bleef
V? «Mlffftf, «Al r»
verdiend en het .beurtje gevonden had, maar de Offi
cier gaf blijken van groote twijfelzucht en requirterde
bekrachtiging van het bij verstek gewezen vonnis, waar
bij verdachte tot 1 Jaar gevangenisstraf werd veroor
deeld. Waarmee de kous voor vandaag weer of ls.
Bitter wreekt zich
de zorgeloosheid, wel
ke velen bij de eerste
rheumatische pijnen
aan den dag leggen.
Zeker, de pijnen
gaan in net begin van
zelf weer over, om
echter later des te he
viger weer terug te
komen.
Hei be«ie is nog altijd direct inwrijven mei
Bij apothekers en drogisten verkrijgbaar.
Vergadering vnn den Raad op Woensdag 27 Februari
1929, dos namiddags 2 uur.
Alle loden zijn aanwezig.
Voorzitter do hoer O. J. Lovlnk, burgemeester, Se
cretaris de hoer C. Keljzer.
Nu oponlng van do vongaderlng dlo ovenaln de vorige
wederom door enkoln belangstellenden werd bijgewoond,
volgt lozing dor notulen, Zo worden onveranderd onder
dankzegging mm den samensteller goedgekeurd.
Medndeelingen.
n. Voor het H.M, de Koningin-Moeder gezonden tele-
•rrnm vnn galukwentoh ter gelegenheid vnn het 50-jarlg
»t<wi t.-burgnr«ohap, In eane dankbetuiging ontvangen.
b. Ingekomen ls het Jaaiwerslag der Commissie tot
wering van schoolverzuim.
Na voorlezing wordt het verslag voor kennisgeving
aangenomen; aan de commlaale zal dank worden ge
bracht.
o. Bij Kon. Besluit d.d. 3 Januari 1929 no. 87 Ie de
forensenaanslag opgelegd ann'B. de Wreede Jr„ to Hll-
logom over hot belastingjaar 1927—1928 vernietigd.
Goedkeuring is verkregen op hot besluit tot verhuring
van land aa n de heeren Jongej&n en Wyd«nes Spaans.
De aardappel-wTatziekte.
Van het Bestuur van de Z.A.P. (Zaaizaadvereenlglng
Anna Pauiowna) ls een adres Ingekomen, waarin ge
wezen wordt op het gevaar dat de wr&tzlekte ten
aanzien van de teelt van pootaardappelen oplevert, ook
voor de bloembollencultuur en op het belang van goed
gezond pootgoed of minder voor deze ziekte vatbare
soorten. Gevraagd wordt een verbod te willen uitvaar
digen van den verbouw van de meest vatbare variëtei
ten. met name dan de Bravo, Kampioen, de Wet en
Beentje.
De Voorzitter wil, waar het adres nog niet door B.
en tv. ls behandeld, het adres in hun handen stellen
om pr&e-advies. Spr. ziet nog niet ln hoe door een
gemeentelijk verbod het gevaar kan worden verminderd.
De heer Lubbert deelt mede, dat de vereeniglng voor
bloembollencultuur zich bereid heeft verklaard, alle
medewerking te verleenen, omdat deze zaak voor de
bloembollencultuur ook van ontzaggelijk belang is.
De Voorzitter zegt, dat de Z.A.P. ook van de mede
werking van het gemeentebestuur verzekerd kan zijn,
maar de vraag is of dit met behulp van wettelijke be
palingen kan.
De heer Kuiken daoht, dat in tijden, van gevaar, het
1 rijk maatregelen nam.
De heer Komen zegt dat het gaat om verbouw van
onvatbare of minder vatbare soorten pootaardappelen.
Spr. horinnert eraan dat deze zaak ln de afdeeling der
Koll. Maatschappij van Landbouw ls ter sprake gebracht
Het betreft hier een gevaar, waarbij het algemeen belang
zeer betrokken is en tijdig maatregelen genomen dienen
te worden. Om die redenen wordt er een verbodsbepa
ling tegen den verbouw gevraagd. Er is een Centraal
Comité voor de keuring te velde, dat de vatbare soor
ten uitschiet voor de keuring. En nu heeft het een
zaak van overweging uitgemaakt, om voor die soorten
die van. de lijst van gekeurde soorten zijn uitgesloten,
een bouwverbod uit te vaardigen. Het is noodig dat
daartoe wettelijke maatregelen worden genomen. In
hoeverre dat mogelijk is, is spr. nog niet heelemnal
bekend en spr. zou het. op prijs stellen, als dit werd
onderzocht. Als het gemeentelijk niet kan, dan dient er
I een algemeen bouwverbod te komen, omdat bij het voor-
I komen van de wratziekte ,de pootaardappelexport er ten
zeerste door zou worden getroffen.
De Voorzitter belooft bij het Ministerie van Landbouw
te zullen informeeren. Wat een gemeentelijk verbod be-
I treft, het zal heel moeilijk zijn te controleeren, een
overtreding moeilijk te constateeren.
De heer Stammes meent dat dit laatste wel zal gaan,
men. ziet de aardappelen toch groeien,
i De heer Rezelman meent ook dat dit heel best ls te
doen. Er zijn bepaalde soorten die ln verband met de
ziekte door het Centraal Comité van keuring worden
uitgesloten de Z.A.P. wil de menschen aan goed poot
goed helpen, tegen billijken prijs, spr. meent van 5 cent.
De heer Van der Ham zegt, dat de afdeeling van
den Landarbeidersbond ook een brief van de Z.A.P.
over deze zaak heeft gekregen en daaruit blijkt ook, dat
voor de menschen die aardappelen telen in een, eigen
UW»
gesteld. De prije wae nog niet bekend. Spr. gelooft dat
ook van dien kant alle medewerking aal worden ve>
leend. Spr. si et er eer. algemeen belang in, want als
er een uitvoerverbod kwam, sou het algemeen er door
worden geetroffen.
De hoor Kuiken wijst er op, dat men veel leest over
de wratzlekt, maar spr. kan de ziekte nog niet consta/-
teeren, en dat is tooh geweneoht als men pootaardap
pelen koopt.
De Voorzlter meent dat als men pootgoed noodig
heeft, men toch goede koopt, terwijl de heer Stam
mes erop wijst dat bepaalde vatbare soorten worden
aangegeven en dis hier niet zooveel worden verbouwd.
De heer Rezelman wijst er op, dat er julet voor de
bravo een goede vervanger Is n.1. de Bevelander. Juist
voor de kleine tuintjes waar jaar op Jaar aardappelen
worden verbouwd, bestaat het gevaar.
De hner Komen raadt den menschen die pootgoed
koopen aan, goed te overwegen, waar men hot koopt.
Om dat to doen ln engen; omtrek ls boter dan uit den
vreemde. Hot verdient daarom aanbeveling dat de Zaal-
zundvsreenlglng voor kleine bouwers goed pootgoed be
schikbaar stelt. Spr. wijst er den heer Kuiken op, dat
de heer Raap een preparatie heeft 'van zieke knollen
en hot Is Jammer, dat de heer Kuiken de vergadorlng
niet hoeft bijgewoond, want dan had hij alles kunnon
hoortn en zlvn van deze ziekte
De Voorzitter belooft, dat B. en W. een onderhoud
zullen aanvragen bij het Ministerie.
Da zorg voor da uitgetrokken werkloozen
en da hulp dlo ln 't algemeen wordt ver
leend. Een blanco credlot.
In bi-handellng komt een adres van de afdeelingen
Anna Pauiowna vnn don modernen en den Chlrstelljker.
Landarbeidersbond. houdondp verzoek om geldelijken
steuni uit do gemeentekas te verleenen nan uitgetrokken
werkoloozen, in verband met het ontbreken van werk
gelegenheid door den langdurlgen vorst.
Na gehouden overleg met de betrokken besturen wordt
voorgesteld om aan gehuwden en kostwinners een ult-
k9erlng te verleenen, vanaf het tijdstip waarop de leden
uitgetrokken zijn, tot het tijdstip waarop de werkge
legenheid weder zal aanvangen, tot het bedrag der ult-
keetlng uit de werkeloozenkas, verhoogd met hot be
drag van den toeslag, toegekend bij raadsbesluit van
23 Januari j.1.
De Voorzlter zegt dat B. en W. dus voorlooplg voor
dezen ernstigen tijd een blanco credlet vragen. Het ls
niet te zeggen wat de uitkeering zal kosten. Het is
thans zóó, dat aan gehuwden en kostwinners een uit
keering van f 8.40 plu3 f 3.60 toeslag ls f 12 plus oen
toeslag van 50 cent per kind wordt gegeven. Nu do
winter zoo lang aanhoudt, en er straiks meerdere uitge
trokken zullen zijn wordt voorgesteld deze uitkee
ring te blijven doen. Tot nu toe heeft de gemeente to
taal uitgekeerd f 1793.50. Als alle leden van de aange
sloten bonden zijn uitgetrokken, zal de uitkeering voor
die georganlseerden f 835 per week bedragen. Ook de
niet-aangeslotenen worden geholpen en heele groote ge
zinnen ontvangen een extra uitkeering, wat apart be
slist kan worden.
De heer Kuiken erkent dat het heel wat koet, maar
toch is spr. er erg voor, dat zoo goed mogelijk wordt
geholpen, nu de winter zoo lang duurt. Spr. vraagt
vooral te willen letten op de stille arme menschen, zon
der onderscheid of het georganlseerden of ongeorgani
seerden zijn. Spr. maakte zich door een berichtje ln do
courant eerst een beetje ongorust over de hulpverleo-
ning, maar toon hij het bericht van don heer Baken
las, viel het hem hard mee.
De Voorzitter zegt ook al gehoord te hebben dat het
gewenscht was dat de gemeente f 2000 beschikbaar
stelde, maar uit de zoo even genoemde cijfers blijkt wel,
dat dit weinig beteekent. B. en W. vragen daarom
niet anders dan een blanco crediet. Wat de stille ar
men betreft, ja, dat is moeilijk na te gaan en als men
ze weet, spr. houdt zich voor mededeeling aanbevolen.
De heer Kuiken zegt dat de winkeliers en bakkers
dat 't beste weten en spr. heeft een bakker gevraagd,
te willen zeggen wie geen brood had, (maar die bakker
kon er geen één opnoemen.
De Voorzitter wijst, er op, dat er ook in ander op
zicht wordt geholpen, o.a. door de ijsclub, die reeds
met meer dan f 400 heeft geholpen, en waarvoor spr.
hartelijk dank zegt. Ook van anderen kant wordt ge
holpen en dat ls goed ook, want het is een arme tijd.
De heer Kuiken herhaalt dat het veèl zal kosten,
maar dan moet er aan den anderen kant maar worden
bezuinigd.
De heer Rezelman gelooft wel dat het reeds zal ge
beuren, maar spr. dringt er op aan, dat de ongeorga
niseerde werkeloozen dezelfde hulp krijgen als do ge
organlseerden.
De Voorzitter zegt, dat als het noodig blijkt, ook die
worden geholpen, maar spr. wijst er op dat het toch
voor die ongeorganiseerden een goede les is, dat zij
zich ln den zomer tegen werkeloosheid dienen te verze
keren. Spr. noemt den ongeorganiseerde, die volgens cou
rantenbericht f 4 zou hebben ontvangen, maar de heer
Baken heeft uitgerekend dat deze 20 ontving, ^een
FEUILLETON
Naar het Engelsch
van
ETHEL Mr DELL
12.
De jager, die op het tooneel kwam, vond Avery
bleek, maar toch nog steeds het luik met haar lichaams
gewicht stevig op zijn plaats houdend. Hij riep de hon
den met heesche vloeken en vooral zweepgeknal tot
de orde en terwijl hij dat deed, kwamen de andere le
den der partij, die verbaasd zwegen, toen zij bij de hut
kwamen.
En dan richtte de jagermeester zich met ironische
hoffelijkheid tot Avery: „En nu, miss, wilt u misschien
wel zoo goed zijn ter zijde te gaan en de honden hun
werk laten doen."
Maar Avery antwoordde met oogen, die fonkelden ln
haar bleek gezicht: ,,',U zult dat arme dier niet als een
rat ln een val dooden. Het verdiend een beter lot. U
hebt de kans gehad het in hot vrije veld te dooden,
maar dnt 1b u niet gelukt. Het ls geen sport om het
in het donker to dooden."
„Wo zullen het er gauw genoeg uit hebben," relde de
jager grimmig.
Zij schudde haar hoofd. Haar handen balden zich ln
de aan flarden gescheurde handschoenen en trilden.
Do jagermeester vloekte togen een dor honden, om
zijn gemoed lucht te goven, en keek naar de steeds
groobar wordende menigte ruiters. Een hunner, kolonel
Roso van Wardenhurst nam met groote hoffelljkhoid
rijn hoed af.
„Madam," zelde hij, „wij stollen uw moed op prijs,
maar sta mU toe u er op te wijzen, dat deze vos nu het
w.ttlg eigendom der Jaöht ls en u niet het minste recht
he>t ons daarvan to berooven."
Zijn dochter Ina, een slank meisje van twin
tig Jaar, stiet hem aan. „Hij zal ona eigendom blijven
of wij hem dooden of niet. Laat hem leven om weer to
vluchten!"
„Wat?" riep oen stem ln de aohtepbocde. „Een vrouw
tusschonbolde laten komen? Lieve hemel nog toe, Bar*
chard! Ben je krankzinnig geworden?"
Barchard, de Jagermeester, keek rond, toen een ou'de
man op een sterken schimmel zidh een weg naar voren,
baande. Zijn grijze oogen straalden woest naar Avery
Isof hij haar wilde vermoorden. De trappelende hoe
ven kwamen op een yard ofatandv van haar. Maar als
hij dacht haar daardoor haar post te doen verlaten, ver
giste hij zich zeer. Zij verwachtte ieder oogenblik door
het zenuwachtige dier vertrapt te zullen worden, maar
zij week geen centimeter.
„Ter zijde!" donderde Slr Beverley. „Vervloekt! Op
zijde!"
Maar Avery verroerde zioh ndet. Zij keek hem aan,
hijgend, maar onbevreesd. Het schuim van het dier be
vuilde haar, de modder van de stampende hoeven sloeg
haar ln haar gezicht, maar nog bleef zij staan, om het
weerlooze dier achter zich te verdedigen.
Zij vroeg zich later dikwijls af wat Slr Beverley ge
daan zou hebben, als hij zijn gang had kunnen gaan.
Zij was doodsbang, maar zij zou voor niets geweken
zijn dan voor brute kracht.
Doch op dat oogenblik kwam er plotseling een wen
ding. Een andere stem liet zich ln woest protest hooren
Een ander paard werd vooruitgejaagd en Plers, bleek
tot zijn lippen toe, leunde voorover In den zadel en
greep met zijn linkerhand Slr Beverley's teugel, terwijl
hij het dier terugtrok.
Wat hij zelde kon Avery niet hooren; het werd fluis
terend gesproken .Maar zij zag een vreeselijken blik alg
oen boozen geest in Slr Beverley's oog komen. Zy zag
zUn rechterhand omhoog gaan en hoorde zijn rijzweep
met een geluld als een pistoolschot op Piors' schouders
neerkomen.
Het was een vreeseiyk schouwspel, dat zij nooit ver
geten zou. De twee paurden begonnen to springen; dat,
hetwelk Sir Beverley bereod, steigerde en werd ten
«lotte weer neergetrokken door Piers, dis ala het ware
aan den teugel'hing. waardoor hy zyn schouders aan
del meedoogenlooze slagen blootstelde.
Zy gingen tenslotte terug door de menigte, die ang
stig ultoenwoek, om zo door to laton.
Eon gevoel van groote zwakte maakte zich van Avery
meester. Haar knieën knikten onder haar. Dan hoorde
zy Ina's stem:
„Barchard, breng de honden terug naar de kennels!
Ik vind, dat we voor vandaag genoeg gehad hebben!"
„Luister! Luister!" zei een man ln de menigte.
En Ina lacht. Dank je Dlck. Ga mee, vader! Laat
dien ouden vos met rust! Vindt u niet, dat wy Slr Be
verley en Plers moesten schelden? Wat een oude drift
kop is hy!"
„Piers is niet veel boter," zelde degene, dien zij Dlck
gendemd had, maar die el'geniyk Richard Guyos heette
Het Jonge meisje lachte weer. Zy werd door eomml-
gen de bedorven schoonheid van den omtrek genoemd.
„O. Plers zit vol buskruit, dat weet Iedereen. Hy ont
ploft by een aanraking. Maar wat zal hy uitgelachen
worden. Doch dat neemt niet wog, dat Ik haar moed
bewonder," zelde zy, terwyi zij als de laatsten wegre»
den in da duisternis. „Hst zal ms benieuwen wie zy ls.
Zeker een vriendin van Piers. Heb je gezien hoe woe
dend hij was.?'
„Het was een raak pak slaag," zeide Guyes. „Ik be
grijp niet hoe hy het uithield!"
„O,. Piers kan alles uithoudên! Hij ls zoo sterk als een
os."
Dé stemmen stierven ln de verte weg. De duisternis
Werd dieper. Een gevoel van totale verlatenheid en
groote moeheid maakte zich van Avery meester. De
strijd was voorbij en zy was er tromphantelijk uit te
voorschyn gekomen; maar dat scheen haar onverschil
lig te laten. Zy kon slechts denken aan de vreeseiyke
slagen, die neerregenden op de weerlooze schouders van
den jongen, die als haar kampioen opgetreden was. En
zy sloeg haar handen voor haar gezicht en weende.
HOOFDSTUK XI.
DE STER DER HOPE.
i>an weerklonk het vlugge slaan van galoppeerende
hoeven, het inhouden voor en het stil zyn van een
sprong en eindelyk vlak by den plof van dienzelfde hoe
ven, welke neerkwamen aan deze zyde der haag. De'
ruiter liet zich van zyn paard giyden, streelde don nek
van het dier en liep regelrecht naar de hüt. Avery hoor
de hem niet komen. Zij huilde als een zwalkke vrouw,
was met modder bespat en zag er jammerlik ulL Het
gebeurde zóó zelden, dat zy zich niet beheersohon ko«n,
dat het die enkele keeren ook een totaal verlies van
zelfbedwang was. zy was boven haar kracht 'beproefd.
Lichaam en geest waren geleidelik uitgeput.
Maar toen sterke armen haar plotseling omvatten en
zij zich dicht tegen een mannenborst aangedrukt voel
de, kwam vlug en Instinctief de Impuls om weerstand
te bieden, zy trok zich met een gil van hem terug.
„Ik ben het maar," zeide Piers. „Dat is toch zoo erg
niet?"
Het was naïef uitgedrukt, zoo naïef, dat zy te midden
van al haar ellende probeerde te lachen. „O, wat hebt
u my doen schrikken!" was alles, wat zy zeggen kon.
„Maar u wist tochnatuurlijk, dat ik terugkomen
zou."
>e gemelijke toon klonk in zyn stem.
M verzamelde haar verstrooide krachten en maakte
zie*, zacht uit zyn omarming los. „Het was heel harte-
ïyk *an u, Mr. Evesham," zeide zy. „Maar wees zoo
goed' te bedenken, dat lk Jeanie niet ben!"
Hy maakte een impulsief-ongeduldige beweging. „Bc
heb iv^oit beweerd, dat u dat was," bromde hy. „Maar
u huilqe, niet waar? Waarom huilde u?"
Zyn .oon klonk byna agressief. Hy scheen boos te
zyn, maar of hy het was op haar of op zichzelf of op
een derde, dat kon Avery niet uitmaken.
Zij begreep, dat de situatie vastberadenheid verelsch-
te en begon dienovereenkomstig te handelen.
„Het was heel dwaas van me oan te huilen. Ik ben er
nu heele maal weer boven op, denk er dus niet verder
aan. Het was heel hartelijk daareven mijn party te
kiezen te meer, daar u het niet eens met me hebt
kunnen zyn, ik dank u zeer."
Weer maakte ihy een ongeduldig gebaar. „Wees tooh
niet zoo officieel. Daar kan ik niet tegen. Als een an
der u gedreigd had, zou ik hem, geloof ik, doodgesla
gen hebben."
Hy sprak met gedwongen hartstocht, maar Avery
was vastbesloten niet dramatisch te worden. Zy pro
beerde op het veilige alledaagsche'te komen.
„Hoe gelukkig, dat dat niet het geval was! Ik zou
daar niet graag verantwoordelyk voor zyn. Ik heb nu
al genoeg verantwoordelykheid. Ik hoop, dat u zoo
gauw mogelyk vrede zult sluiten met uw grootvader."
Piers lachte woest. „Hy heeft zijn zweep op my ka
pot geslagen. Denkt u, dat ik daarvoor vrede met hem
sluiten wil?"
„O, Piers!" riep zy radeloos uit.
Het was eruit vóór zy het tegenhouden kon - dat
onwillekeurige gebruiken van zijn voornaam.
Hy profiteerde niet onmiddellijk van haar vergissing,
maar zy wist dat hy het gehoord had en het als het
ware registreerde, om er later op terug te komen.
„Neen," zelde hy na een korte stilte gemeiyk, „lk ge
loof niet, dat ln dit geval het ongelijk aan myn kant
ls. Hy heeft de voldoening gehad mU in tegenwoordig
heid van allen af te ranselen." Er klonk wrok ln zyn
stem, maar dan begon hy plotseling tot Avery's groote
verbazing te lachen. „Het was in leder geval de moeite
waard, dus zullen we geen chicanes maken over den
prys. Hoeveel langer bent u nog van plan dat ongeluk
kige dier op te sluiten? Vindt u nJet, dat het tyd voor
nem wordt, om naar zyn wyfje te gaan?"
Avery ging weg van het luik, waartegen zy zoo lang
gestaan had. Ik kon he mniet laten dooden," zelde zij.
„U kun het natuuriyk niet begrypen. Maar lk kon het
eenvoudig niet"
Waarom zou ik het niet begrypen? Dat heeft u mij
al meer voor de voeten gegooid. Ik weet wel waarom."
Zyn toon verbysterde haar. Zy kon niet zeggen of hy
in ernst of uit de grap sprak, zy antwoordde niet en
in de stilte, die volgde, nam 'hy het luik van den in
gang weg en keek naar binnen. Avery's mandje met
inkoopen stond vlak by hem. Hy raapte het op. „Ga
mee! Hy ligt in dén hoek in elkaar en zyn oogen ky-
ken, alsof hy denkt, dat alle duivels uit de hel hem
op de hielen zaten. Hoe vreemd het u ook mag toe-
schynen, ik kan zyn gevoelens en de uwe begrypen.
Laten we gaan en hem in vrede laten ontsnappen!"
Wordt vervoligd.