Tutti Frutti. htrar betaalde tn melk krijgt H!J fa later eek ultge- keerd door het Burgerlijk Armbestuur. Er is geen den ken aan dat zij, die niet verzekerd zijn, niet zuilen wor- don geholpen. De heer Rezelman zegt dat door den langen winter het een bijzonder geval ia, het verschaffen var. hulp valt nu ook buiten den tijd, waarvoor men is verze kerd. De Voorzlter wijst er op, dat de georganiseerden recht op de uitkeering hebben, voor de anderen is er geen steunregeling, maar ze worden niet vergeten. De heer Kuiken zegt dat hij op dat gebied rekent op den Voorzitter, want hem moet de eer worden toegege ven dat hij er voor zorgt. De heer Koorn heeft alle respect voor de wijze waarop voor de georganiseerden wordt gezorgd. Maar spr. is het met den hoer Rezelman eens, dat ook voor de on georganiseerden moet worden gezorgd en hoort dan ook al van den Vooralter, dat dit gebeurt. Want er wordt geloden, zegt spr. Alle kruideniers en bakkers zullen vorklaren, dat de nood veel «erger hs dan men denkt, dat de nood met reuze schreden klimt. Spr. was dozer dagen zolf nog in een wijkje, waar 3 mcnschen sterk absoluut armoode leden, en die niets hadden ge had. Dertien weken lang was er niets verdiend, dertien weken gepoft en men had niets gehad. Spr. weet wel dat die menschen niet naar voren komen, maar dat komt omdat het hen zoo verschrikkelijk zwaar valt naar het raadhuis te komen om te klagen. Spr. vraagt daarom of het niet op den weg van het armbestuur ligt, of op dien van een te benoemen commissie, om te onderzoeken waar hulp noodig is. Werkelijk, zegt spr.. er is nood op het oogenblik. De Voorzitter zegt dat we voor allen even goed voelen Spr. had deze week nog iemand bij zich, wien spr. voor rekende dat hij dan wel niet over het geheels jaar f 8000 had verdiend, maar dan toch wel den geheelen zomer f 100 in de week. Hij had groote kinderen, had van het Katholiek Armbestuur f 7 ontvangen en be loofde ook de ondersteuning terug te zullen betalen. Spr. gaf hem er f 15 bij. Eerst vertelde die persoon spr. niets van die f 7. Spr. kreeg nu ook een briefje van Breezand in handen, waar een wedstrijd was gehouden en menschen uit de omgeving worden geholpen, waar van men weet dat ze het niet rijk hebben. Ook op dat briefje kwam die persoon voor voor f 12, -een evengoed klaagt hij. Wel heeft hij een groot gezin, maar hij had da n toch ook f 34 ontvangen. Maar als er menschen zijn die in dezen heelen slechten tijd arm zijn en niet bij het Armbestuur willen komen, waarom schrijven zij spr. dan geen briefje, opdat zoo vertrouwelijk mogelijk geweten wordt dat ze geholpen moeten worden. Spr. brengt hier hulde aan armvoogden, voor wat zij pres- teeren en zegt dat deze wel degelijk in hun wijk een onderzoek instellen. De heer Stammes wijst er op dat op een Ieder, die weet dat er een gezin is die hulp noodig heeft, de plicht rust dit bij den burgemeester te komen zeggen. Dat behoeft niet alleen een armvoogd of een wethouder te dien. De «heer Koorn had zoodra hem die gevallen be kend waren, zoo vroeg mogelijk bij don burgemeester moeten komen en had moeten zeggen, denk er om, dat daar zoo gauw mogelijk, liefst voor den mdidag nog geholpen wordt. De heer Koorn zegt, dat het niet zijn bedoeling een blaam te werpen op het armbestuur, spr. respec teert die personen ook. De heer Komen kan zich aansluiten bij hetgeen door de heeren Kuiken, Rezelman en Koorn is gezegd over steun aan niet-georganiseerden en heeft met genoegen gehoord, dat hieraan aandacht wordt geschonken. We leven in een bijzonderen, tijd en al mag het voor menig gezinshoofd, dan een zware gang zijn naar het gemeente huis, als er in dat gezin gebrek wordt geleden, moet dat gezinshoofd dien zwaren stap zetten en vragen. Wij weten niet altijd waar er gebrek heerscht en dat mag ook een armvoogd niet worden aangerekend. In bijzon dere omstandigheden moeten er bijzondere maatregelen worden getroffen, dat ondervindt een bedrijfshoofd ook wel. Misschien zijn er meerdere gezinnen, die, als in het straks genoemde voorbeeld, later als er weer ver diend wordt, het als ondersteuning genoten® weer ver- willen betalen. Uit de rekening van het Armbestuur heeft spr. gezien dat wel meer aan een voorschot wordt geholpen en spr. vindt dat een sympathieke. mooie manier van ondersteuning. Wellicht dat deze manier van helpen niet zoo bekend was. De Voorzitter beaamt, dat het een goede maatregel is en met pleizier kunnen de menschen een voorschot krijgen. De heer Kuiken vraagt of het niet op den weg der gemeente ligt met een lijst rond te gaan. Misschien heeft het een opbrengst van f 300—f 400. De Voorzitter zegt dat hem dit ook is gevraagd, maar spr. heeft er vriendelijk voor bedankt Wat beteckent een door den heer Kuiken genoemd bedrag als reeds voor de georganiseerden een bedrag van f 835 noodig is. De heer Komen zou bij het Rijk willen aandringen om een bijdrage voor de georganiseerden. De Voorzitter denkt niet dat het zal helpen. Onze ge- MORAAL-BAROMETER. De „huichelaars" in Engeland kunnen jubelen. Hoe afschuwelijk hun overigens ook de rokken der dochteren En- gelands mogen voorkomen, kunnen zij nu zwart op wit bewijzen, dat van alle hoofdste den op de wereld in Londen nog altijd de lang ste rokken worden gedragen. Dit bewijs is geenszins gebaseerd op de gegevens van een verwoede-aan-statistiek-doende-journalist, die met een centimetertje van het eene land naar het andere snelde, integendeel. Een veel groo- tere autoriteit heeft Londen's moreelen rang bevestigd, namelijk de schoone filmster Lya de Putti. Toen deze, zoo vertelt zij zelf, zich voor twee jaar terug in Duitschland de rokken een beetje^!) liet inkorten, was dit volgens haar zelf toch al een heel stuk. In Parijs echter moest zij ervaren, dat het bij lange na niet ge noeg was, dus wederom viel een reepje aan de grillige mode-koningin ten offer. Toeiv New-York! Op straat werd ze met een lachend gezicht nagekeken, omdat ze zulke lange rokken droeg. Natuurlijk werd met een geringe moeite aan deze lach-verwekkende ergernis tegemoet gekomen. Edoch, had Lya de Putti nu gedacht, eindelijk de grens te heb ben bereikt, in het film-paradijs, Hollywood, zou men haar wel beter inlichten. Nog een maal moest de schaar er aan te pas komen; „het laatste stuk, dat zij kon missen" viel on- der de handige vingers van de naaister. Haar gelukkig gesternte redde de filmster, nog bij tijds boven deze non plus ultra te moeten uit gaan. Op het oogenblik dat haar rokken toch absoluut niet hooger konden „klimmen", zette zich een neerdalende beweging in. Lya de Putti kwam namelijk naar Londen, en daar bleken de meisjes nog zulke lange(?) rokken te dra gen, dat de in Parijs en Amerika afgeknipte stukken er weer netjes aangezet konden wor- dsn. meente werdt niet feranfvehrkt enitr dt noodlijdende* en epr. wijet erop, dat de gemeente tenslotte ook niet* kreeg voor de werkverschaffing. De heer Komen zegt, dat het rijk den uitkeerlngs- termijn met 12 dagen heeft verlengd, misschien was het gedaan te krijgen dat er nog eens 12 dagen wer» 'den opgelegd. De heer Van der Ham zegt, dat de verlenging van 12 dagen Zaterdag a.s. is geëindigd en spr. stelt zich voor en meent te weten dat dit reeds gebeurt, dat de besturen der werkioozenkassen weer stappen doen om te tr&chteh de uitkeering verlengd te krij gen. En waar het rijk a gezegd heeft, zal het moei lijk vallen geen b te willen zeggen. Want er zijn ge meenten die straks een heele groote strop zullen hebben. Bij onze afdeeling zijn Maandag niet direct illen uitgetrokken, er zullen 8 H zijn. Als de uit keering verlengd wordt, wordt de steunregeling op geschort. Namens spr.'s organisatie dankt spr. B. en W. voor hun goedgunstig advies en spr. hoopt en verwacht dat de raad met het voorstel accoord zal gaan. Spr. verzoekt evenwel om de uitkeering ook lo geven aan hen die er reglementair nog geen recht jp hadden, nl. zij die nog geon geheel jaar lid zijn ;an de organisatie, maar dan in dezen vorm, dat dit betreft georganiseerden die vóór 1 Januari 1929 lid waren. ue Voorzitter zegt, dat hiertegen geen bezwaar is, het lag in de bedoeling. De heer Van der Ham wijst er op, wat den steun ion ongeorganiseerden betreft, dat deze nu ten koste komen van Armbestuur of gemeente, dat zij zich een gang naar het Burgerlijk Armbestuur had- .Jen kunnen besparen, als zij zich hadden verzekerd. Spr. wil niet zeggen dat ze moeten verhongeren, .naar ze hadden al lang lid der organisatie kunnen .ijn. Spr. zou dan nog voorts deze bepaling willen maken, dat aan kostgangers en gelijkgestelden («dus aiet voor alle ongehuwden) de gewone reglementaire uitkeering zal worden gegeven. De Voorzitter vraagt, welke kostgangers dat dan zijn. De heer Van der Ham: Alleen zij die het buiten hun schuld zijn geworden en dat dient dan per geval te worden bekeken, wat door het B. A. en Jen heer Baken in overleg met de organisatie kan worden besproken. De Voorzitter zegt, dat B. en Wl zich hiermee kun nen vereenigen. De heer Van den Berg was vorig maal een beetje bang voor de steunregeling aan ongehuwden, maar nu de winter zoo lang aanhoudt, is het wat anders. Maar spr. is toch bang om aan kostgangers toeslag te verieenen. De Voorzitter vraagt waarom. Het betreft kost gangers, die het niet zijn geworden door ruzie met nun ouders te maken, maar als het ware alleen staande kostgangers. De hoer Van den Berg zegt, dat het een aan het ander vastzit. De heer Van der Ham oordeelt, dat de heer Van den Berg niet bang beho'e.t te wezen, dat or^gehuw- den in den kost zullen gaan. De heer Stammes zegt, dat ieder geval op zich zelf zal worden beschouwd. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van B. en W. geamendeerd door den heer Van der Ham, aangenomen. De heer Van der Ham erkent dat de nood begint te nijpen en geeft daarom aan B. en W. in overwe ging, om de menschen, wier spaarpotje is uitgeput en aangewezen zijn op de uitkeering, waar noodig een kleine verhooging te geven, door bijv. den toe slag van 60 cent tijdelijk op f 1 te brengen, bijv. als tegemoetkoming op de extra benoodigde brandstof. Spr. is van oordeel, dat het B. A. royaal optreedt. De heer Stammes meent, dat het kan als brand- stoffentoeslag. De Voorzitter zegt, dat ook die gevallen op zich zelf kunnen worden beschouwd. Als de organisaties menschen weten die daarvoor in aanmerking ko men, zouden zij het aan B. en W. kunnen mededee- len en dan verder aan dit college verder overlaten. De heer Van der Ham kan zich er mee vereeni gen en zegt namens zijne fractie te spreken als hij zegt, dat in Anna Paulowna niet slecht gezorgd wordt voor de werkloozen. Het is daarom dat spr. geen voorstel deed, maar het alleen in overweging gaf. De Voorzitter dankt op zijn beurt de organisaties voor den steun dien van haar wordt ondervonden en waar spr. zeer dankbaar voor is. Een nieuwe roomsche school. Volgt aanvraag om gelden uit de gemeentekas te willen toestaan: lo. van het bestuur van de Christelijke school om een achttal banken aan te schaffen; 2o. van het R.K. Kerkbestuur der parochie O.L.V. Prassentatie gevestigd te Anna Paulowna, om een nieuwe rekenmethode te kunnen invoeren en om 20 banken aan te schaffen; Inderdaad een ware verheugenis voor de Londensche zeden-apostelen. o—o WAAR FLORENZ ZIEGFELD OM LACHT. Flo- renz, de man die 't Amernkaansche bakvisch- je verafgoodt, lijdt vreeselijk aan bijgeloof, maar is volstrekt niét bijgeloovig. Toch draagt hij bij iedere primière een klein groen afgod- beeldie van jade in z'n vestzakje. Heeft echter de eerste uitvoering in New York plaats, dan beschermt hij zich veel beter tegen de booze geesten door een schoentje van de eerste bany van zijn dochter Patricia in zijn broekzak te dragen. Beide geestenbezweerders had hij bij zich toen hij met „Betsy" en „No fooling" een overweldigend succes behaalde. Hier volgt zijn lievelingsmop: Een vreemde ling speelde poker met vier schelmen, die den ongelukkigen kerel er vreeselijk van langs ga ven. Plotseling zag hij, dat een van zijn speel- genooten drie azen onder uit het stapeltje kaart trok. „Aha", riep hij, zich tot zijn buur man wendend, „hebt u dat gezien?" „Wat ge zien?' bromde de ander. „Wat? De kerel trok daarnet drie azen uit het spel." De beschul digde haalde een revolver uit zijn zak en richt te hem op den vreemdeling: „Nou, vroeg bij, „wat gaat u dat aan?" Tegelijkertijd hadden de drie andere kerels hun revolvers getrokken en herhaalden: „Ja, wat gaat u dat aan?" „O", antwoordde de man, „natuurlijk niet3. Ik heb er niet aan gedacht dat hij geven moest oo TUSSCHEN STEEN EN JENEVERBOOM-BOSCHJE. In een der vreeselijke winterstormen, die over Noord-Europa en voornamelijk aan de kusten van het Scandinavische schiereiland woedden, geraakte het kleine Zweed-che stoombootje „Nils", dat vanaf Finland met e' j houtlast en een bemanning van zeven kopju-n —i Elly, de jonge hofmeesteres meegereken onderweg was, in de branding voor het ei «and V&stervik, en daar het schip nu niet bnger naar 't stuur luisterde, dreigde het elk ogen blik op de klippen verpletterd te zuileii wnr- d*s- No# tlee&t» één enkel middel wm er om So. ren het R.K. Kerkbeetuur ven 'de parochie van den Heiligen Joannes den Evangelist, gevestigd te Breezand, voor da stichting van een Iloomach Ka tholieke school voor lager onderwijs. Het onder lo. genoemde wordt goedgevonden. Wat betreft het onder 2o. genoemde, wellicht zul len er banken van andere scholen kunnen worden gebruikt, hoewel ook te Kleine Sluis het aantal kin deren zich uitbreidt. De nieuw te stichten Roomsch-Katholieke school zal er voorloopig een moeten zijn van 60 leerlingen. Er is ook gevraagd om een gymnastieklokaal en hoe wel ze er recht op hebben, is er een bijeenkomst met het schoolbestuur geweest en zal getracht worden een regeling te treffen, waarbij misschien in het midden een gymnastieklokaal kan worden gebouwd, ten be hoeve van de Katholieke schooi 11 en de Christelijke schooi. De heer Kuiken is wel voor de nieuwe R.K. school, dan is dat gesjouw met de autobus afgeloopen. Opgemerkt wordt voorts, dat de bouw op tijd ge schiedt, want anders zou do andere school uitge breid moeten worden. Overeenkomstig de voorstellen van B. en W. wordt besloten. Een bedrijf dat goed werkt Door B. en W. wordt voorgesteld om het loon van den lijnwerker in lossen dienst J. Wiegman, te ver- hoogen van f21 op f24 per week, met terugwerken de kracht tot 1 Januari jl. en den lijnwerker J, Eg- mond te ontheffen van zijn taak bestaande in het innen van kwitantie» en machtiging te verieenen dit werk aan een ander op te drogen tegen eene be- looning van 5 cents per kwitantie. De Voorzitter wijst op de uitmuntende wijze waar op Wiegman zijn werk verricht en op het feit dat de verhooging hoofdzakelijk door derden wordt betaald. Om tegemoet te komen aan de klacht dat het per soneel tekort verdient, wordt voorgesteld Egmond te ontheffen van het innen der kwitanties. Daar be steedde hij 64 uur aan en voorgesteld wordt de pl.m. 540 kwitanties door een aparten kwitantielooper te deen innen voor 5 cent per stuk. B. en W. wilden daarvoor den heer Muntjewerf, doodgraver, nemen. De palen bij den Stoomweg zullen dan ook eens ver dwijnen. Le heer Van der Ham gaat met de voorstellen ac coord, maar spr. vraagt of het geen overweging ver diend om Jonker, die ook de kwitanties van een wijk int, daarvan te ontheffen. De Voorzitter wijst er op, dat het voor controle wel goed is dat de heer Jonker een gedeelte der kwitan ties int en met het oog op de controle verdeelt hij de wijken wel eens. De heer Van der Ham merkt op, dat hij geduren de 3H jaar Jonker nooit de kwitanties te Van Ewijck- sluis heeft zien innen, en de heer Raven maakt de zelfde opmerking ten aanzien van den Oostpolder, gedurende een jaar. De Voorzitter zegt, dat als blijkt dat de heer Jon ker het te druk krijgt, het aantal door hem te innen kwitanties van 200 op 100 kan worden gebracht. Spr. deelt mede, dat het 't bedrijf goed gaat. Wel zal de Oostpolder het aigeloopen jaar nog een f 500 kosten, maar toch is er een winst over van f3000. De ge middelde prijs, die aan stroom is betaald bedraagt 30.9 cent. Voor enkele verbruikers is de prijs nog te hoog en dit. dient nog nader onder de oogen te wor den gezien. En wat dan den gemiddelden stroom- prijs betreft, wijst spr. er op, dat uit een reclame van het P.E.N. blijkt, dat daar hoogstens 30 cent wordt betaald. De heer Kuiken vraagt, of het P.E.N. dan weer ge probeerd heeft, het net over te nemen. De Voorzitter zegt, dat het alleen een reclame-cir culaire is aan de afnemers van het P.E.N. gericht. Den heer Komen was het niet bekend dat Jonker belast was met het innen van kwitanties. Spr. vindt het beter, als het bedrijf nu aanstonds 2 kwitantiu- loopers heeft, dan Jonker alleen de leiding van do zaak houdt. Het bedrijf is heel druk. Acht Jonker het voor controle echter zelf noodig, dan is het wat an ders. Waar de heer Braaf een vast salaris geniet van f350, vraagt spr. of er geen ongelijkheid ont slaat. De Voorzitter herhaalt dat B. on W. kunnen zien den heer Jonker zooveel mogelijk te ontlasten. De heer Komen is door wat hij heeft gehooid van de heeren Van der Ham en Raven, niet over tuigd, dat het kwitantie-innen door Jonker als con- trolemaatregl kan worden aangemerkt. Spr. bedoelt dit niet als een verwijt, maar spr. zou hem er dan geheel van ontheven willen zien. De Voorzitter is het er mee eens, dat het geen werk voor mijnheer Jonker is. De heer Komen wijst er dan verder op, dat als er 2 kwitantieloopers zijn, het op den duur niet op gaat, dat de één ongeveer eon dubbeltje per kwi tantie krijgt, de ander 5 cent. De Voorzitter herinnert er aan, dat het bedrijf in hun veege lijf te redden en dat was, dat men zou moeten trachten met het eilandje verbin ding te krijgen. Vader en zoon Norberg bod^n zich aan, aan een lijn naar het rif te zwem men. De vader echter, als de beste zwemmer zou tenslotte het levensgevaarlijke waagstuk ondernemen. Hij sprong in het ijskoude water en worstelde tegen de bruisende golven en ijs- schollen en eerst na bovenmenschelijke in spanning mocht het hem gelukken het eiland je te bereiken. Daar bevestigde hij de lijn, waarlangs nu de anderen heel gemakkelijk van het verongelukte schip konden afkomen. Het eilandje, waarop de schipbreukelingen zich nu bevonden, was niet grooter dan onge veer 300 meter in doorsnede en volkomen met ijs en sneeuw bedekt. Aan het eene einde lag een groote steen, terwijl aan het andere punt een boschjé van jenever-struiken stond. Eu tusschen deze twee uiteinden nu begonnen do verongelukten in een scherpen Oostenwind heen en weer te loopen om zich warm te hou den en dat beteekende hetzelfde als om zich in leven te houden. Wie zich afgemat terneer zou leggen, zou weldra in een diepen slaap verzinken, dien na eenigen tijd door den dood zou worden afgelost. Dat wisten de zeelieden en ook het meisje heel goed. Zelfs aan een oogenblik gaan zitten was nauwelijks te den ken, want de kleeren vroren dan dadelijk aan het ijs vast, zoodat later weer opstaan onmo gelijk werd. Dien avond en den ganschen daarop volgen den nacht liepen de verkleumde menschen tus schen den steen en het boschje op en neer, steeds maar op en neer, af en toe uitkijkende of er niet ergens hulp kwam opdagen. Moede loosheid maakte zich van de anders zoo" stoere en onversaagde mannen meester. Zij stonden op het punt zich gewonnen te geven. Was niet Elly, de jonge hofmeesteres, er geweest, dan zouden zij zich reeds lang hebben neergewor pen om te sterven. Het meisje echter had den moed nog niet t verloren, zelfs haar opgewekt- heid nog niet. Zü begon te zingen, een marsch, tem stzaatdruatjs, liedje» alt haar kinderjaren. 't begin moest roeien met de ritmen die het had, en herinnert aan de kwitantie» der achterstallige be dragen bij den voorganger van Jonker en Braaf toon. de zaak heeft opgeknapt en hem een vast salaris van f300 is gegeven. B. en W. sullen de kwestie be spreken. De heer Van der Hein vindt het in de toekomst goed dat Jonker geen kwitanties int. Spr. zegt niet, dat Braaf teveel verdient, maar deze heeft een vast selaris, wat bij het pensioen komt, terwijl de ander per kwitantie wordt betaald. De Voorzitter zegt, dat ook Muntjewerf in het pen sioenfonds kan. De heer Van der Ham vindt het ook goed dat beide kwitantieloopers een zolfde salaris genieten. De Voorzitter zegt, dat alles niet op een goud schaaltje is te wegen. Of Braaf meer heeft km spr. niet zeggen, maar B. en W:. zullen een onderzoek instellen. De voorstellen van B. en W. worden zonder hoof delijke stemming aangenomen. Ingevolge de landarbeiderswct Ingekomen zijn aanvragen om voorschotten uit de gemeentekas tot bckoming van een plaatsje Inge volge de bepalingen van de Landarbeiderswet, van A. Spruit, A. de Wit, C. Raven, N. Keppel, A. Pool en C. Meeldijk. Respectievelijk worden voorschotten gevraagd van f3000, f3500, f2425, f3350, f3300 cn f3550 en wanneer t rijk deze voorschotten verstrekt, heeft de Raad gcon bezwaar. Alvorens tot de rondvraag over te gaan, vraagt en verkrijgt de Voorzitter machtiging tot het doen aan brengen van een tweeden ventilator in de raadzaal. De rondvraag. De heer Jonker zegt, dat als de kinderen der open bare scholen en de onderwijzers zelf vrijaf willen •hebben, dit moet worden aangevraagd bij den burge meester. «Spr. vraagt of dit ook het geval is waar het de bijzondere school betreft. De Voorzitter zegt, dat dit een interne aangelegen heid is, waarin het schoolbestuur zelf baas is. De heer Van der Ham vraagt of tijdens de hcer- schende strenge koude, de kachels in de scholen misschien eventjes eerder kunnen worden aange maakt dan regel is. Spr. heeft gehoord «dat het 's mor gens nog te koud is in de scholen. De Voorzitter zegt overleg te zullen plegen met het onderwijzend personeel. De heer Koorn licht toe, dat het is gebeurd, dat de kachels 's nachts doorbrandden en anders worden d8 kachels 's morgens om 7 uur, dus 2 uur voor den aanvang van den schooltijd, aangemaakt. De heer Van der Ham: Dan is het niet noodig. De verplichting tot aansluiting aan de waterleiding. De heer Keuris weet niet precies hoe het is vast gesteld, maar spr. dacht dat er een bepaling was, waarbij is voorgeschreven dat als een perceel bin nen een afstand van 40 meter van het waterleiding buizennet af is gelegen, dit perceel binnen een zeke ren tijd aangesloten moet worden. De Voorzitter zegt, dat die verordening er is en men tot directe aansluiting verplicht is. Spr. kan mededeelen dat hij de nog niet aangeslotenen een paar maal heeft angeschreven. Een gedeelte is aan gesloten, maar spr. zou tegen de anderen nu maar proces-verbaal willen laten opmaken. Spr. wijst er op dat liet P.W.B. zich thans verschuilt achter de niet- aangeslotenen. Voorheen kregen we wel een compli- «ment over het percentage dat was aangesloten, maar nu gaan ze zeggen, zooveel moeten er nog aansluiten. Spr. wil dan ook de niet-aangcslotenen niet m»?ar aanschrijven, maar proces-verboni laten opmaken. De heer Keuris zegt, dat het P.W.B. zich dan ten minste daarop niet kan beroepen. De heer Rezelman vraagt of het aantal nog niet aan gesloten pcrccelen belangrijk is. We hooren getallen van 200 en 160 en de Voorzitter merkt op, dat toen 'het bedrijf nog niet populair was, geoordeeld werd, dat men er niet met den sabel achter moest. De heer Van der Ham begrijpt niet dat de menschen niet aansluiten, spr. zou het kraantje niet graag wil- len missen. Buiten het arbeidsveld van. der Raad. De heer Kuiken vraagt of de aanslagen in de be lasting geheim worden gehouden'.^ Spr. w.jst op een berichtje in de Schager Crt en waaruit zou zijn af te leiden dat enkele gegoeden te laag zijn aangeslagen. Spr. is blij dat de Raad niet meer belast is met diep aanslag, het is geen pleizierig werk iemands doop- alles letterlijk, wat haar op dat oogenblik maar te binnen wilde schieten, om de kameraden moed in te spreken. En toen de oude Norberg, wiens krachten door het zwemmen in het ijs koude water het meest waren uitgeput, uit riep, dat hij het niet langer kon uithouden en zich te slapen wilde leggen, nam zij zijn arm en trok hem, al zingende, met zich mee. Al dus hield het meisje den moed er in. Toch zou dit voor den ouden Norberg niet baten, want tegen den morgen kon hij niet langer weer stand bieden en onder de zwiepende takken van het jeneverboom-boschje ontsliep hij in ie armen van zijn zoon. Inmiddels zetten de overgeblevenen hun „wed loop om het leven" nog maar steeds voort, ge kweld door honger en koude, totdat zij einde lijk door een loodsboot werden opgemerkt Zes en twintig uur achtereen hadden de onge- luklygen op wat voor hen „het eiland der ver schrikking" geworden was, doorgebracht Heel dien langen tijd hadden zij onafgebroken tus schen den steen en het boschje heen en weer geloopen, welke twee voorwerpen hun ^eer ze ker als een droeve herinnering aan dien ver- schrikkelijken nacht zal bijblijven, oo „WIT EN ZWART IVOOR". De Weensche film regisseur en schrijver Nowak heeft verleden jaar met een expeditie, die door Hongaarsche aristocraten uitgerust was, een reis onderno men naar Afrika, om daar onder den titel „Wit en zwart ivoor" een film te maken, die Afrikaansche slavenjachten en de ontvoering van blanke meisjes naar Afrika in beeld moest brengen. De gouverneur van het gebied, waar de foto's gemaakt werden en dat onder Engel- sche suzereiniteit staat, heeft verleden jaar, even voor Kerstmis, alle films door troepen in beslag laten nemen en Nowak over de grens laten zetten. 'Als motief werd opgegeven, dat de film de toestanden in Afrika verkeerd schetste en op zoodanige wijze, dat Engclands naam er in de beschaafde wereld onder lijden zou. Nowak, die dezer dagen te Weenen is te- rugftkeard, ugi hiarUfsnovsr, dat zga bral-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 6