SchagerCourant
Raad Hoogwoud.
De gevaren van de woestijn Darwas.
Avontuur van een Russische expeditie.
Zaterdag 9 Maart 1929,
72ste Jaargang. No. 8422.
ZESDEBLAD
Vergadering van don Raad op Vrijdag 8 Maart 1929,
dos morgens 10 uur.
Allo loden bleken aanwezig te eljn, toen de vergade
ring te kwart voor elven werd geopend.
De Voorzitter deelde de pers mede, dat helaas ©erst
een comité vergadering had moeten plaats vinden. De
raadszaal ls thans gerestaureerd en heeft een vriende
lijker, moderner annalen gekregen, door oen nieuw be
hangetje en verfje.
De heer Bossen merkt op dat In de notulen staat ver
meld, dat hij, Inzake de ealarleering van burgemeesters,
secretarissen en ontvangers, een persoonlijke bespre
king hield. Eensdeels is dat waar, maar dat kwam om
dat de burgemeester achter spr's rug om persoonlijk
was geweest. Spr. herinnert opnieuw aan een valeche
afgifte die door den Voorzitter zou zijn verstrekt. Spr.
heeft toen reoht gezocht en verkregen maar dat (heeft
f 25 gekost en vandaar dat «pr. vorig maal gezegd heeft,
van den burgemeester nog f 25 te krijgen. Verder heeft
spr. het nog over bet afhalen van een bedrijf dat voor
heen van de gemeente was en nu van de provincie is,
maar spr. is hierbij zoo onduidelijk lm zijn betoog, dat de
beteekenls van zljm woorden niet tot de pers doordrong.
De Voorzitter zogt geen stenografisch verslag te ma
ken, als de raad dat wil, moet hij hier oen stenograaf
zetten.
De notulen worden hierna goedgekeurd.
Mededeellngen en ingekomen stukken.
De Voorzitter deelt mede, dat met het wegruimen van
den gevaarlijken hoek in de Woere een aanvang ls ge
maakt en straks een voorstel tot aankoop van grond
aan de orde komt.
Nu do wed. J. Burger te Aartswoud is overleden, stel
len B. en W. wel voor tot slooping van de woning over
te gaan. Goedgevonden.
De adressen van de raadscommissie der gemeente Ha
renkarspel en van den Bond van Gemeenteambtenaren,
Inzake de nieuwe salarisregcllng van burgemeesters,
secretarissen en ontvangers, worden voor kennisgeving
aangenomen.
Een raadsbesluit tot het doen van af- en overschrij
ving ia door Ged. Staten goedgekeurd.
Ten Ronzlon van het bes-fluit tot het aangaan van oen
geldletmlng ad f GOOO voor verbreeding van de wegen,
lu het onderzoek van Geid. Staten nog niot afgeloopen,
en is do beslissing verdaagd. Hot verslag van den keu
ringsdienst van vee en vleesch, over do maanden Octo-
ber, Novomber on December ls ingukomen, evenals d«
begrooting voor 1929, sluitende tot een bedrag van
f 6500, met een post van f 44.80 voor onvoorzien.
De commissie tot wering van schoolverzuim zond be
richt van de benoeming van haar Voorzitter on Secre
taris, zoomede het jaarverslag, waaruit "blijkt, dat het
onwettig schoolverzuim zeer gering 'is.
De beer Blauw merkt op, de secretaris dier commis
sie blijkbaar -geen berloht heeft ontvangen dat de heer
Weg--1 aan benoemd is tot lid der commissie.
De Voorzitter zegt dat dit verzuimd is, wel is de heer
Wegdam in kennis gesteld van zijn benoeming.
Ingekomen zijn verslagen van cursussen voor school
vrije jeugd, de cursus te Langereis is nog niet afgeloo-
pen.
Van de gemeente Memaldumadeel kwam bericht in,
dat een bedrag van f 10.74 verschuldigd, doordat Jeltje
Koster te Dronrijp de school heeft bezocht. ZaJl betaald
worden.
Mevr. de wed. Koeman dankt voor den toeslag op
haar pensioen en vraagt ook over 1929 dezen toeslag
te mogen ontvangen. De raad heeft daartoe reeds be
sloten.
Op het verzoek van het bestuur der R.K. school om
voorschot -wordt gunstig beschikt
Over bet afgeloopen jaar is voor deze school besteed
f 1607.99, de gemeente heeft te veel betaald, maar ddt
wordt bij de 3-jaarlijksche afrekening vereffend.
Xfe «pBttsg WJ Os schoolreftsji®.
Het bestuur van de Petrus Oanishietefcoot deelt mede
dat de leerlingen zijner school niet meer de schoolreisje*
van de openbare school kunnen meemaker», doch nu een
eigen vereenlging ls opgericht met het doel schoolreis
jes te organiseeren. Tot dit doel wordt nu een gemeen
telijke subsidie aangevraagd. De meerderheid van B. en
W. de voorzitter en de hoer Vijn, oordeelt dat „Volka-
min" steeds susidie geniet voor deze schoolreisjes en
zoawel protestantsche als katholieke kinderen irs de ge
legenheid «telt aan de schoolreisjes deel te nemen. Om
die reden is er voor de meerderheid van B. en W.geen
aanleiding om aan het verzoek te voldoen.
De heer SchlMer noemt dit geen Juiet standpunt,
zoolang die kinderen de openibaro school bezochten, heb
ben zij ook deelgenomen aan die redsjes. Maar de kin
deren gaan nu naar een school in de gemeente Sijbe-
karepel on „Volksmln" kan toch niet voor kinderen zor
gen die bulten de gemeente school gaan. Da toemtand
is nu geheel veranderd.
De heer Blauw sluit al oh bij <le woorden van dein (heer
Sohllder aan.
De hoer ViJn vindt er nu nog minder reden voor om
te subsidieeren, nu de school bulten de gemeente ls.
De heer Schilder zegt dat hetzelfdo aan Abbekerk ls
gevraagd, maar daar wil men de zaak geheel aan het
particulier initiatief overgolaten. Op de vraag van den
hoer Boenen, antwoordt spr. dat verleden Jaar de katho
lieke kinderen nog mot „Volksmiin" zijn (meegeweest.
De beer Bossen vindt het "bouwen enz. van die bijzon
dere scholen op »loh zelf treurig, maar de wet la er
eenmaal. De kinderen evenwel haken naar een school
reisje en waar spr. den kinderen zoo'n releje niet wi!
onthouden ,zal hij voor het geven van subsidie stemmen
De heer Glas meent dat er niets tegen is om de zaak
op den ouden voet voort te zetten. „Voflksmin" neemt
bijv. ook de kinderen van de Langereizer school mee en
j Nieuwe Niedorp betaalt voor haar kinderen de koeten.
De heer Boseen zegt, dat het bij hem niet gaat om de
l bijzondere school, maar om de kinderen.
De heer Blauw zegt, dat het doel is om gezamenlijk
met allo kinderen der school uit te gaan, want dat an
ders teikens een gedeelte der kinderen mankeert.
Het voorstel van de meerderheid van 3. en W. om
geen subsidie te verleenen, wordt verworpen awst 4 te
gen 3 btemmen. Voor stomden de heeren Glas, Vijn en
De Wit.
De heer Schilder stelt nu voor een subsidie van f 50
te verleenen, en waar blijkt, dat dit bedrag, wat het
aanbal kinderen betreft, In goede verhouding is met de
subsidie aan „Volksmln", wordt dit voorstel met 4 te
gen 3 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren
Glas, Vijn en De Wit
Sleaht geboerd.
Van het tentoonstellingacomlté der groote landbouw-
I tentoonstelling te Mdembllk 4e een schrijven Ingekomen
dat het geheele waarborgfonds zal moeten worden aan
gesproken, ja, het waarborgfonds zelfs niet voldoend*
zal zijn om het flnantleel tekort te deikken. Gevr? agd
wordt het toegezegde bedrag voar het waartKyrgiouuS
I te willen storten.
De toegezegde f 50 zullen worden betaald.
De begrooting door Ged. Staten niet goed
gekeurd.
Van Ged. Staten ia ingekomen een schrijven, over de
door den raad vastgestelde begrooting, nader gewijzigd
cn opnieuw vastgesteld, gelet op het besluit van 27 Do-
pember 1928, no. 115, waarbij de beslissing is verdaagd.
Gv elzen een adres vane mej. W. G. v. d. Veen, amb-
tenaresse ter secretarie der gemeente Hoogwoud, d.d. 8
I September 1928, waarbij deze verzocht te willen bevor-
i deren, dat hare jaarwedde die op deze 'begrooting op
f 600 in plaats van op f 750 is geraamd, wederom op
!'f 750 worde gebracht, alsmede een adres van de afdee-
llng Noordholland van den Ned. Bond van gemeen te-
j ambtenaren d.d. 2 September 1928, houdende verzoek de
begrooting de gemeente Hoogwoud voor den dienst 1929
niet -goed te keuren, alvorens daarop de jaarwedde van
de ambtenares se ter secretarie wederom tot een bedrag
van f 750 zal zHn uitgetrokken.
I Overwegende, *dat op deze begrooting allg jaarwedde
van de ambtenarease ter secretarie een bedrag van
f 600 is geraamd, niettegenstaande die jaarwedde sedert
1 Januari 1926 f 750 bedroeg;
Overwegende dat, naar bij de behandeling der begroo
ting In den gemeenteraad is beweerd, deze jaarwedde
met ingang van 1 Januari 1926 van f 600 tot f 750 werd
verhoogd uit overweging, dat do bedoelde ambtenaresee
toondertijd te Schagen woonachtig was en voor hare
reizen naar Hoogwoud on terug kosten moest maken,
zoodat er nu zij inmiddels to Hoogwoud was komen
wonen, voor deze verhooging geene aanleiding meer be
stond;
Overwegende, dat, nog afgezien van het feit, dat uit
eptul®» raaffisv'ar^dfrrtezgva voe 90 9p91. en
'Oot. 1935, waarin dese «alarUwvsrhooglng werd "behan
deld, van dergelijke motieven niet blijkt, de omstandig
heid, dat de ombtenareswe ter secretarie tbors te Hoog
woud woont en derhalve geen reiskosten meer behoeft'
te maken voor de verlaging der jaarwedde geen grond
kan opgeven;
Overwegende dat een salarie van f T50, waarvan nog
een pensioensbijdrage ad 4 pet wordt geheven, niet to
hoog geacht kan worden, voor een gemeente van meer
dan 2150 zielen;
Overwegende dat de raad met 4 tegen S «temmen fe-
wnigerd heeft den bedoelden poet te verhoogon;
Overwegende, dat daarom tegen de begroottog be
zwaar bestaat; gelet op de bepalingen der gemeentewet:
besluiten aan de begrooting der gemeente Hoogwoud
voor den dienst 1929 de goedkeuring te onthouden.
De Voorzitter zegt dut de raad tegen dit besluit van
Ged. Staten J-n beroep kan gaan, doch dat het besluit
van Ged. Staten tot gevolg heeft dut over de helft van
de posten, waartegen geen bedenkingen zijn gemaakt,
mag worden beschikt. Dilt geeft dua stagnatie, voor de
werkloosheidsvoorziening ia reeds over de helft van den
post beschikt, on als dus de raad bij zijn Idee blijft, zul
len wo de werkloosheidsvoorziening stop moeten zetten.
En aüs het Juni wordt eer een beslissing ls gevallen,
nullen wo geen salarissen meer kunnen betalen.
En spr. denkt dat bij het ln beroep gaan bij de Kroon
toch tenslotte het gevolg zal zijn dat dó raad nul op het
roquost krijgt. Het kost tijd en hot geeft lust. Spr. pleit
dus voor hot uittrekken van den post op f 7Ö0.
De heer Vijn: Dus re zetten je het mes op de keal!
Zóó moet Je een zoets Jongen worden!
Ds Voorzitter: Er zijn twee wegen open. ln beroep
gaan of over niet meer dan de helft van de posten be
schikken.
De heer Vijn: J© bent heelemaal schaakmat.
De heer Schilder oordeelt dat er een wiskundige ze
kerheid ia dat de raad geen gelijk krijgt, en spr. kan
het niet in hot belang der gemeente achten, het geno
men besluit to blijven handhaven.
De Voorzitter wijst ©r op, dat het voeg B. en W. lastig
wondt, niet vorder dan de helft der posten te gaan, en
j zij zullen zich ook niet verantwoordelijk stellen voor
het overige gedeelte. Spr's Idee ls om aan den wensch
van Ged. Staten gevolg te geven, teneinde stagnatie te
voorkomen.
De heer Vijn: Ze kunnen den raad wel opdoeken.
De Voorzitter: Misschien doen ze dat nog wel eens.
De heer Bossen: Het zou gemakkelijk wezen.
Het voorstel van den Voorzitter wordt aangenomen,
waarbij de heer Vijn zegt dat hij het onder protest doet,
do zaak is niet consequent, niet eerlijk.
De post wordt dus op f 750 gebracht, en de Voorzitter
zegt dat dan de poet kosten krankzinnigen verlaagd
kan worden.
De heer Vijn: Ja er is altijd nog een geluk bij een
ongeluk.
Een verzoek om aalarlsverhooglng.
In behandeling komt bet vorig maal. aangehouden
adres van den gemeenteveldwachter Bood, waarin ge-
I wezen wordt op de salarieerlng van zijn collega's ln an-
öere gemeenten en gevraagd wordt om vertoooging van
j jaarwedde cn vergoeding als .bode voor ven'ohiil&ndo
i werkzaamheden.
J De meerderheid van B. en W. stelt voor de jaarwedde
j van bode met f 100 te verhoogen, terwijl zij van meening
I zijn, dat de genoemde werkzaamheden tot de taak van
den bode behooren.
De heer Vijn wil het adres voor kennisgeving aanne
men.
In het adres wordt ook gewezen op die levering van
koffie en thee aan den raad.
De heer Groen merkt op dat dit gedeelte van het
schrijven foutief ls, want de gemeente levert de kof file
en thee. Het ls de bediening.
De Voorzitter zegt dat dit ook de bedoeling ls.
Het voorstel van de meerderheid van B. en W. wordt
verworpen met 6 tegen 1 stem, die van den heer Schil
der.
De Boekelwegbuurt aan de waterleiding.
Ten aanzien van de aanfluiting van de Boekelwegbuurt
aa.n de waterleiding is een schrijven ingekomen van het
P.W.B.. De kosten zullen bij deze aansluiting niet wor
den gedekt, maar waar het hier een kleine buurtschap
betreft en in verband met het komen van .een primai
re n weg, meerdere bebouwing is te verwachten, wil het
P.W.B. deze regeling treffen, dat de gemeente tot dek
king van het niet gedekte kapitaal, gedurende 10 jaar,
een bijdrage van f 200 verleent Zoodra er evenwel in
onze gemeente Ü0 pot van de aansluitpllchti-ge perceelen
te aangesloten, zal de gemeente van deze bijdrage wor
den ontheven. He,t ligt ln de bedoeling van het P.W.B.
spoedig met den aanleg van het buigen/net te beginnen.
B. en W. stellen voor op deze regeling in te gaan.
AARDBEVING IN HET GEBERGTE. DOOR ROO-
VERS OVERVALLEN. LEVEND IN HET
ZAND BEGRAVEN. GERED.
Een Sovjet-Russisohe geologische expeditie,
bestaande alt 14 personen, is ln het begin
van de vorige maand uit Wladiwostok
vertrokken, om in de woestijn Darwas
wetenschappelijke onderzoekingen te ver
richten. Een der leden van de expeditie
vertelt van een avontuur, dat ze daarbij
hebben meegemaakt.
De woestijn Darwas begint in het uiterste Oosten
van Boechara, wordt Zuidelijk door den Darwasche
bergketen onderbroken en strekt zich dan uit tot aan
Hindoestan en de Afghaansche grens. Noordelijk ver
heft zich de bergketen van Karateginsk en verbindt
do woestijn met Ferghana, de lage landen van Tur-
kestan. In het Oosten grens zij aan de met sneeuw
bedekte toppen van don Pamir.
De weg over Obi-Hingau een rotsachtige hoog
vlakte, loopend langs de zandige oevers van de ri
vier, de Surhaba was vol hinderpalen: steile berg
wnnden, totaal onbegaanbare paden en gevaarlijke
overgangen over dc talrijke, bruisende bergstroomen,
hielden het handjevol menschen, dat bestond uit den
schrijver van dit artikel, George Rudnew, geoloog, zijn
helper, Ssosnow en vier Boechaarsche geleiders, lan
gen tijd op. "Deze groep had zich van de hoofdexpe
ditie gescheiden, om de bodemgesteldheid van Obi-
Hingou te onderzoeken, terwijl do hoofdgroep, geleid
door den docent Michael Krassin, de richting van de
Ferghana over den Pamir nam. Deze weg was heel
wat gemakkelijker, dus moest Rudnew met zijn man
non zich haasten om elkaar op de afgesproken plaats
weer op tijd te ontmoeten, aan de bovenste uitlöo-
pers van de rivier Surhaba.
„Het was heden de achtste dag van onze reis door
dn eindeïooze bergketenen" - schrijft Rudnew „die
hier en daar uit groote leisteen-lagen bestaan. De vol
komen onbegaanbare omgeving maakt het echter on
mogelijk, uit dezen onschatbaren rijkdom, die zich
hier de eeuwen door opstapelden, eenig voordeel te
halen. In de leisteen-lagen ontdekten wij verscheidene
sporen v*a pres-historische zeedieren, die er op we
zen, dat deze streek tot aan Pamir en oostelijk tot
aan de glooiingen van het Himelaya-gebergte, in
vroeger jaren door een giganti9chen Oceaan bespoeld
is geworden. Eenige, in alles behalve goeden staat,
meer verlceerende resten van reusachtige skeletten,
die wij in de grauwe zandsteenholen vonden, wezen
uit, dat ook hier eens de grond gedreund had onder de I
zware voetstappen van voor-wereldlijke monsters als
dinosaurus e.a. Wij vonden bovendien nog een, door
de natuur beter geconserveerde, kolossale stoottand,
die aan een onbekend wonderdier, uit dc familie der,
indricuterius, mont. toobohoord hebben. Ilelaus was
onze tijd te beperkt, om op deze interessante plek
nog langer to blijven. Nadat de plaats nauwkeurig
genoteerd was, ze„tten wij onzen tocht verder voort.
De schemering strekte zich bereids over de bergen I
uit, toen wij vermoeid onze tenten opsloegen om na
de inspanningen van dien dag een verkwikkende
slaap te genieten. Met behulp van brandende spaan
ders werd de omgeving rondom onze rustplaats
nauwkeurig onderzocht: de zich onder de verspreid
liggende steenen bevindende schadelijke insecten wer
den in de vlammen geworpen. Dan namen wij een
lang koord, van ongcwssschen schapenwol gevlochten,
en legden dit in een grooten kring rondom de leger
plaats. Dat is de eehigste, maar tevens de meest ze
kere bescherming tegen de giftige scorpioenen, die
hier in massa's huizen cn waarvoor wij ons geduren
de derf heelen tocht in acht hebben moeten nomen.
Schapen zijn hun doodsvijanden, en wanneer ze den
reuk maar van hen waarnemen, slaan ze ijlings op de
vlucht
Wij lagen reods in een weMadigen slaap
verzonken, toon plotseling een sterke stoot ons on
zacht wekteHet huilen van den wind drong mei
een angstaanjagend geluid tot ons door. Dan werd
voor een kort oogenblik alles weer doodstil, tot an
dermaal eenige seconden achter elkaar een hevigen
stoot werd waargenomen.„Aardbeving!"
ging het als een bliksemschicht door onze gedachten
zooiets was in Darwas volstrekt geen zeldzaam
heid. Een der schokken was zoo hevig, dat twee van
onze begeleiders tegen den grond sloegen. Daarop
volgden meerdere schokken achter elkaar, vergezeld
van een dof gerommel: een rots brak ergens af en
stortte met donderend geweld in de diepteOp
nieuw volgde een doodsche stilte
Ingespannen luisterden wij in de diepe duisternis
toe, in de verwachting, dat er iets ongewoons zou gaan
gebeuren. De bruisende rivier, die zich nauwelijks 50
meter van ons verwijderd bevond, verstomde.... Het
gewone klotsen der golven wu niet meer to hooren,
l» atójwng» tflftirmirtau ai sawa wel rw Wnm Ce W prt.
en B. ®n W. vervrachten dat dit ook hier zal kunnen en
op aansluiting sa! don ook worden aangedrongen,
Ds heer Bossen vindt het een royaal aanbod.
De heer De Wit vraagt naar het percentage dat thans
is aangesloten.
De Voorzitter zegt van nu nog geen 60 pet
De raad gaat met het voorstel van B. en W, accoord
De Voorzitter dankt den raad voor dit mooie besluit.
Bijna "de geheele gemeente xal dan van waterleiding
voorzien zijn,
De jKjhoIenbotm.
Van het R.K. Kerkbestuur in het Zulder.'d is het ver
zoek ingekomen om de benoodlgd© gelden te mogen ont
vangen voor het aanbouwen van een leslokaal met bij
komende werken ten behoeve van de R.K. school aldaar.
De Voorzitter (Licht toe "dat verloden jaar hot aantal
leerlingen 174 bedTOog, 116 uit Hoogwoud en 58 tilt Op
meer. Volgena de wet hebben ze reoht op da gelden. Het
>edrag ia nog niet bekend, maar de raad kan het in
beginsel besluiten. In de volgende raadsvergadering kan
dan eon nader besluit worden genomen. Misschien zal
het 5 4 8Q00 gulden kosten.
De hoer Vijn: Het zal wel moeten.
De Voorzitter: We zitten vandaag nogal heel wat met
,dat zal wel moeten."
Het beginselbesluit wordt door den raad genomen.
Thans komt ln bespreking de verbouw van de ochool
ln de Kerkelaan..
De Voorzitter zegt dat tal verschillende plannen door
den gemeente-opsiohter ®ijn gemaakt.
B. en W. hebben zich ook al afgevraagd of deze wel
voldoende met scholenbouw bekend ls. Als de raad
zegt, dat hij goed genoeg ls, leggen B. en W. zich daar
bij neer, maar andeTs hadden B. en W. het oog op mijn
heer Saai te Alkmaar, die o.a. ook de verbouw van de
school te Oude Niedorp heeft uitgevoerd, eien zeer mo
derne Böhool, waarin ook een badinrichting.
De heer Vijn: Laten ze maar in de Sloot kruipen.
De Voorzitter wijst dan op het gevaar, nu er 29 leer
lingen zijn en spr. niet weet of het aantal op 33 gebraoht
kan worden, dat voor een 2-klasslge school de gemeen
te een onderwijzeres, een assistente dan ten volle zal
moeten betalen.
De heer De Wit vraagt, hoe de heeren de toekomst
inzien. Zou het aantal niét tot 24 kunnen terugloopen?
De heer Bossen: Zou het niet tot 40 stijgen? Spr. zou
de kinderen van de Gouw naar de school te Kerkelaan
willen laten gaan.
De Voorzitter wijst er op, dat de kinderen van Toe-
reppel r.iet naar deze school komen en met het gevolg
waarschijnlijk van straks dé kinderen van G. Vijn ook
niet. Spr. zegt dat ze misschien meit de bus hierheen
zouden kunnen komen. Waar -nu een bespreking wordt
gehouden over ever.tueele grenswijziging van do wijken,
vindt de heer De Wit gelegenheid, t« wijzen op ds be
staanszekerheid van de school aan de Langereis. Op
heffing van die school ten bate van de school aan de
Kerkelaan zal niet mogelijk wezen, omdat de menschen
dan eerder hun kinderen naar de school te Veenhuizen
zouden zenden, en men bovendien zou zitten met de 30
leerlingen uit Nieuwe Niedorp.
De Voorzitter vindt het niet aardig dat Toereppel
zijn kinderen naar Abbekerk stuurt.
De heer Bossen wijst er op, dat medewerking van de
ouders gowenscht la. Er moet ook gelet worden op het
belang van de kipderen te Hoogwoud en het opdoeken
van een openbare school In het hartje van de gemeente
zou men njot graag willen. En één onderwijzer voor 7
klassen is éok ondoenlijk.
De heer De Wit is maar bang dat d© school aan de
Kerkelaan geen reden van bestaan heeft
De hoer Vijn rggt, dat we thans het laagst® aantal
leerlingen wol hebben bereikt
De heer De Wit wijst er op, dat al9 nu over 10 jaar,
als we aan een nieuwe school toe waren, de school zou
worden opgeheven, het jammer zou zijn, dat we er zoo
veel kosten aan hadden besteed.
De beer Schilder meent dat men voor de opheffing
van de school aan de Kerkelaan niet bang behoeft te
zijn.. Tc Werverahoof la een nieuwe «choo! gebouwd voor
16 leerlingen.
De heer De Wit ls ook niet voor opheffing, maar de
afstand HoogwoudOpmeer ls niet zoo groot als van
Langereis naar Hoogwoud.
De heer Schilder bespreekt nog eens het schoolgaan
van de kinderen van de Gouw te Hoogwoud en die te
vervoeren met de bus van Pijper. Dat kost wel Iets,
maar niet meer dan een onderwijzeres die geheel voor
rekening van de gemeente komt
De heer Glas wijst op de moeilijkheid een grens te
trekken, welke kindaren dan vervoerd moeten worden.
De Voorzitter: Men kon betalen voor arwakke kinde
ren.
De heer Vijn: Dan zijn het allemaal zwakke kinderen
De heor Blauw vraagt of we den verbouw van de
school aan de Kerkelaan niet kunnen laten wachten.
ook niet meer het rollen van de, door het water, mee
gesleepte steenen. Verwarde gedachten schoten door
ons brein; ver, heel ver zweefden ze terug; zij vervolg
den den loop der eeuwen, zagen, hoe de algeheele aar
de inéén kromp, hoe de bergen groeiden, langzaam
maar met een zekere volharding
Maar dan kwam plotseling ons bewustzijn weer bo
ven en bemerkten wij den uiteret gevaarlijken toe
stand, waarin wij ons bevonden.„Weg! Weg
van. hier schreeuwde iemand, „De rivier
heeft den stuwdam doorbroken en stort zich uit over
de zandstepperecht op onze legerplaats af!,
Over elkaar struikelend, snolden wij, de paarden en
geiten achter ons meetrekkend, in de duisternis voor
waarts, den naastbijzijnden bergrug op. De dood raas
de, als gloeiende lavamassa's, achter ons aan, on
stuimig «aanrollend, en haalde qns langzaam in,.,.
Doch reeds hadden we steenachtigen, vasten grond
onder de voeten; het ging bergop. Voor ulle zekerheid
liejien we nog eenige tientallen meters door en ble
ven dan, naar lucht snakkend en badend in ons zweet,
staan. Op hetzelfde oogenblik bereikte ook reeds het
water den voet van den bérg, waar het uit elkaar
spatte en een wolk van waterstof, als een bedreiging
naar ons opzond. Maar hier kon ons niets meer deren
en uitgeput legden wij ons op dezelfde plek, waar we
halt gemaakt hadden voor een korten slaap ter
ruste....
Inmiddels was de maan van achter de bergen aan
het firmanent omhoog gestegen, zilver-wit al» een
lichtende spiegel. De steile rotsen, door gapende, inkt
zwarte afgronden omgeven, schemerden bij zijn achijn
sel zacht als fluweel en van zeer nabij. Als het teo-
derete parelmoer glansden "de met sneeuw bedekte top
pen van het Darwasgebergte en aan den hemel daar
boven weerspiegelden zich, in een blauwachtig-witten
vorm van een zeil, zijn gigantische hoogte. De druk
kende hitte was nu voorbij, en een aangename koelte
streek als een wonderdoende hand langs onze sla
pen, ons nieuwe levensmoed en kracht verschaffend.
In de holen deden zich de jakhalzen hooren. Over en
weer schreeuwden zij als .kinderen, lachten als be
zetenen en weenden dan als eenzame menschen in de
bergen. Onder het gehuil der jakhalzen mengde zich
het korte blaffen van de hyena's en, ver verwijderd,
het doffe brullen vah een ronddwalenden tijger.
De watermassa's aan den voet van den berg trok
ken zich nu langzamerhand in hun bedding terug.
Ook wij braken op en vervolgden onzen weg. De paar
den en geiten klommen, op hun hoeven uitglijdend,
over de steile rotsen, voorzichtig de dreigende af
gronden vermijdende. Wij waren on» doel reeds tot op
een uur afstands genaderd, toen van achter de kleine,
aan den kant van den weg groeiende struiken een
licht geritsel waarneembaar werd, terwijl witte gewa
den er door heen blonken...
„Halt!" schreeuwde een rauwe stem in het
Turksch-Arm®tn»oh« dialoet, en ln het volgende
oogenblik waren wij door een bende, tot aan de tan-
Jen gewapende Th6kiners (een van roof levende
Turk8ch-Armeensche stam) omringd. Niemand van
ons dacht er over zich te verweren; het zou ook
nutteloos geweest zijn.' Wij werden op schoppen en
vuistslagen getracteerd, om daarna door de bandie
ten met de handen op onzen rug stevig te worden
gebonden, zoodat onze knoken er van kraakten. In
looppas joegen zij ons onder striemen met de kar
wats het smalle bergpad af .in de richting van eerdge
opgeslagen tenten, omgeven door brandende leger-
vuren, die wij na een minuut of twintig bereikten.
Voor de grootste tent zat de hoofdman der bandie
ten, een oude man met een lange, zwarte baard en
een pokdalig, wild gezicht. Onze pijnigers sleepten
oit8 tot voor zijn voeten, waarna zij vol eerbied eeni-
ge schreden achteruit gingen. Een heels poos nam
if: bandiet ons stilzwijgend op en zeide dan in ge
breken Russisch:
„Door mijn verkenners ben ik voortdurend over
ullie bezigheid hier op de hoogte gehouden. Jullie
komt uit het land van de vijf-puntige ster en denkt
.lier in onze bergen goud te zoeken. Maar daartoe
zul jullie niet komen, want reeds hebben wij over
uw toekomstig lot beslist."
Ln zonder ons verder nog met een enkele blik te
vervaardigen, gaf hij zijn mannen een toeken en
verdween in het binnenste van zijn tent Dadelijk
wierpen zich acht groote bandieten op ons en voer
den ons weer denzelfden weg terug, die wij geko
men waren. Maar toen wij een honderdtal meters ge
gaan waren, sloegen we een hoek om en gingen steil
naar beneden. Bij het heldere schijnsel van de maan
schitterde de uitgestrekte zandzee als een witte doek
V-en paar van de Thekiners gingen nu, met schoppen
gewapend, een stukje vooruit. Spoedig maakten zij
echter halt en begonnen zes gaten te graven, drie
aan den eenen, en drip aan den anderen kant. Nu
eerst vermoedden wij, welk een duivelsch plan deze
aartsschelmen in hun schild voerdonVol af
schuw merkten wij verschillende zwart uitziende
steenen rondom ons op de afgeknaagde hoof
den van in het zand begraven menschem
De bandieten maakten absoluut geen haast met
hun werk en gingen af en toe wat staan praten. Na
een uur van kwelling en tergend wachten waren zU
klaar en werden eerst onze vier Boechaarsche gidsen
tot aan hun hals in het zand begraven. Daarna was
de beurt aan ons.Vol vertwijfeling schreeuwde
Ssosnow om hulp en rukte tevergeefs aan zijn
boeien. Ik zelf stond er als versteend bij te kijken,
niet in staat, ook maar één woord uit te brengen.
Als met ijzeren geweld hield mjj de doodsangst om
klemd en verlamde mij totaal. Na verloop yan en
kele minuten smeedde zich reeds het zware zand ook
drukkend ora onze ledematen: Iemand stopte mij een
acuk hout in den mond en toen ik het weer nA&r bui-
'en drong kreeg ik zoo'n schop tegen mijn slaap, dat
ik mijn bezinning verloor