SchagerCourant Raad Hoogwoud. De gevaren van de woestijn Darwas. Avontuur van een Russische expeditie. Zaterdag 9 Maart 1929, 72ste Jaargang. No. 8422. ZESDEBLAD Vergadering van don Raad op Vrijdag 8 Maart 1929, dos morgens 10 uur. Allo loden bleken aanwezig te eljn, toen de vergade ring te kwart voor elven werd geopend. De Voorzitter deelde de pers mede, dat helaas ©erst een comité vergadering had moeten plaats vinden. De raadszaal ls thans gerestaureerd en heeft een vriende lijker, moderner annalen gekregen, door oen nieuw be hangetje en verfje. De heer Bossen merkt op dat In de notulen staat ver meld, dat hij, Inzake de ealarleering van burgemeesters, secretarissen en ontvangers, een persoonlijke bespre king hield. Eensdeels is dat waar, maar dat kwam om dat de burgemeester achter spr's rug om persoonlijk was geweest. Spr. herinnert opnieuw aan een valeche afgifte die door den Voorzitter zou zijn verstrekt. Spr. heeft toen reoht gezocht en verkregen maar dat (heeft f 25 gekost en vandaar dat «pr. vorig maal gezegd heeft, van den burgemeester nog f 25 te krijgen. Verder heeft spr. het nog over bet afhalen van een bedrijf dat voor heen van de gemeente was en nu van de provincie is, maar spr. is hierbij zoo onduidelijk lm zijn betoog, dat de beteekenls van zljm woorden niet tot de pers doordrong. De Voorzitter zogt geen stenografisch verslag te ma ken, als de raad dat wil, moet hij hier oen stenograaf zetten. De notulen worden hierna goedgekeurd. Mededeellngen en ingekomen stukken. De Voorzitter deelt mede, dat met het wegruimen van den gevaarlijken hoek in de Woere een aanvang ls ge maakt en straks een voorstel tot aankoop van grond aan de orde komt. Nu do wed. J. Burger te Aartswoud is overleden, stel len B. en W. wel voor tot slooping van de woning over te gaan. Goedgevonden. De adressen van de raadscommissie der gemeente Ha renkarspel en van den Bond van Gemeenteambtenaren, Inzake de nieuwe salarisregcllng van burgemeesters, secretarissen en ontvangers, worden voor kennisgeving aangenomen. Een raadsbesluit tot het doen van af- en overschrij ving ia door Ged. Staten goedgekeurd. Ten Ronzlon van het bes-fluit tot het aangaan van oen geldletmlng ad f GOOO voor verbreeding van de wegen, lu het onderzoek van Geid. Staten nog niot afgeloopen, en is do beslissing verdaagd. Hot verslag van den keu ringsdienst van vee en vleesch, over do maanden Octo- ber, Novomber on December ls ingukomen, evenals d« begrooting voor 1929, sluitende tot een bedrag van f 6500, met een post van f 44.80 voor onvoorzien. De commissie tot wering van schoolverzuim zond be richt van de benoeming van haar Voorzitter on Secre taris, zoomede het jaarverslag, waaruit "blijkt, dat het onwettig schoolverzuim zeer gering 'is. De beer Blauw merkt op, de secretaris dier commis sie blijkbaar -geen berloht heeft ontvangen dat de heer Weg--1 aan benoemd is tot lid der commissie. De Voorzitter zegt dat dit verzuimd is, wel is de heer Wegdam in kennis gesteld van zijn benoeming. Ingekomen zijn verslagen van cursussen voor school vrije jeugd, de cursus te Langereis is nog niet afgeloo- pen. Van de gemeente Memaldumadeel kwam bericht in, dat een bedrag van f 10.74 verschuldigd, doordat Jeltje Koster te Dronrijp de school heeft bezocht. ZaJl betaald worden. Mevr. de wed. Koeman dankt voor den toeslag op haar pensioen en vraagt ook over 1929 dezen toeslag te mogen ontvangen. De raad heeft daartoe reeds be sloten. Op het verzoek van het bestuur der R.K. school om voorschot -wordt gunstig beschikt Over bet afgeloopen jaar is voor deze school besteed f 1607.99, de gemeente heeft te veel betaald, maar ddt wordt bij de 3-jaarlijksche afrekening vereffend. Xfe «pBttsg WJ Os schoolreftsji®. Het bestuur van de Petrus Oanishietefcoot deelt mede dat de leerlingen zijner school niet meer de schoolreisje* van de openbare school kunnen meemaker», doch nu een eigen vereenlging ls opgericht met het doel schoolreis jes te organiseeren. Tot dit doel wordt nu een gemeen telijke subsidie aangevraagd. De meerderheid van B. en W. de voorzitter en de hoer Vijn, oordeelt dat „Volka- min" steeds susidie geniet voor deze schoolreisjes en zoawel protestantsche als katholieke kinderen irs de ge legenheid «telt aan de schoolreisjes deel te nemen. Om die reden is er voor de meerderheid van B. en W.geen aanleiding om aan het verzoek te voldoen. De heer SchlMer noemt dit geen Juiet standpunt, zoolang die kinderen de openibaro school bezochten, heb ben zij ook deelgenomen aan die redsjes. Maar de kin deren gaan nu naar een school in de gemeente Sijbe- karepel on „Volksmln" kan toch niet voor kinderen zor gen die bulten de gemeente school gaan. Da toemtand is nu geheel veranderd. De heer Blauw sluit al oh bij <le woorden van dein (heer Sohllder aan. De hoer ViJn vindt er nu nog minder reden voor om te subsidieeren, nu de school bulten de gemeente ls. De heer Schilder zegt dat hetzelfdo aan Abbekerk ls gevraagd, maar daar wil men de zaak geheel aan het particulier initiatief overgolaten. Op de vraag van den hoer Boenen, antwoordt spr. dat verleden Jaar de katho lieke kinderen nog mot „Volksmiin" zijn (meegeweest. De beer Bossen vindt het "bouwen enz. van die bijzon dere scholen op »loh zelf treurig, maar de wet la er eenmaal. De kinderen evenwel haken naar een school reisje en waar spr. den kinderen zoo'n releje niet wi! onthouden ,zal hij voor het geven van subsidie stemmen De heer Glas meent dat er niets tegen is om de zaak op den ouden voet voort te zetten. „Voflksmin" neemt bijv. ook de kinderen van de Langereizer school mee en j Nieuwe Niedorp betaalt voor haar kinderen de koeten. De heer Boseen zegt, dat het bij hem niet gaat om de l bijzondere school, maar om de kinderen. De heer Blauw zegt, dat het doel is om gezamenlijk met allo kinderen der school uit te gaan, want dat an ders teikens een gedeelte der kinderen mankeert. Het voorstel van de meerderheid van 3. en W. om geen subsidie te verleenen, wordt verworpen awst 4 te gen 3 btemmen. Voor stomden de heeren Glas, Vijn en De Wit. De heer Schilder stelt nu voor een subsidie van f 50 te verleenen, en waar blijkt, dat dit bedrag, wat het aanbal kinderen betreft, In goede verhouding is met de subsidie aan „Volksmln", wordt dit voorstel met 4 te gen 3 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Glas, Vijn en De Wit Sleaht geboerd. Van het tentoonstellingacomlté der groote landbouw- I tentoonstelling te Mdembllk 4e een schrijven Ingekomen dat het geheele waarborgfonds zal moeten worden aan gesproken, ja, het waarborgfonds zelfs niet voldoend* zal zijn om het flnantleel tekort te deikken. Gevr? agd wordt het toegezegde bedrag voar het waartKyrgiouuS I te willen storten. De toegezegde f 50 zullen worden betaald. De begrooting door Ged. Staten niet goed gekeurd. Van Ged. Staten ia ingekomen een schrijven, over de door den raad vastgestelde begrooting, nader gewijzigd cn opnieuw vastgesteld, gelet op het besluit van 27 Do- pember 1928, no. 115, waarbij de beslissing is verdaagd. Gv elzen een adres vane mej. W. G. v. d. Veen, amb- tenaresse ter secretarie der gemeente Hoogwoud, d.d. 8 I September 1928, waarbij deze verzocht te willen bevor- i deren, dat hare jaarwedde die op deze 'begrooting op f 600 in plaats van op f 750 is geraamd, wederom op !'f 750 worde gebracht, alsmede een adres van de afdee- llng Noordholland van den Ned. Bond van gemeen te- j ambtenaren d.d. 2 September 1928, houdende verzoek de begrooting de gemeente Hoogwoud voor den dienst 1929 niet -goed te keuren, alvorens daarop de jaarwedde van de ambtenares se ter secretarie wederom tot een bedrag van f 750 zal zHn uitgetrokken. I Overwegende, *dat op deze begrooting allg jaarwedde van de ambtenarease ter secretarie een bedrag van f 600 is geraamd, niettegenstaande die jaarwedde sedert 1 Januari 1926 f 750 bedroeg; Overwegende dat, naar bij de behandeling der begroo ting In den gemeenteraad is beweerd, deze jaarwedde met ingang van 1 Januari 1926 van f 600 tot f 750 werd verhoogd uit overweging, dat do bedoelde ambtenaresee toondertijd te Schagen woonachtig was en voor hare reizen naar Hoogwoud on terug kosten moest maken, zoodat er nu zij inmiddels to Hoogwoud was komen wonen, voor deze verhooging geene aanleiding meer be stond; Overwegende, dat, nog afgezien van het feit, dat uit eptul®» raaffisv'ar^dfrrtezgva voe 90 9p91. en 'Oot. 1935, waarin dese «alarUwvsrhooglng werd "behan deld, van dergelijke motieven niet blijkt, de omstandig heid, dat de ombtenareswe ter secretarie tbors te Hoog woud woont en derhalve geen reiskosten meer behoeft' te maken voor de verlaging der jaarwedde geen grond kan opgeven; Overwegende dat een salarie van f T50, waarvan nog een pensioensbijdrage ad 4 pet wordt geheven, niet to hoog geacht kan worden, voor een gemeente van meer dan 2150 zielen; Overwegende dat de raad met 4 tegen S «temmen fe- wnigerd heeft den bedoelden poet te verhoogon; Overwegende, dat daarom tegen de begroottog be zwaar bestaat; gelet op de bepalingen der gemeentewet: besluiten aan de begrooting der gemeente Hoogwoud voor den dienst 1929 de goedkeuring te onthouden. De Voorzitter zegt dut de raad tegen dit besluit van Ged. Staten J-n beroep kan gaan, doch dat het besluit van Ged. Staten tot gevolg heeft dut over de helft van de posten, waartegen geen bedenkingen zijn gemaakt, mag worden beschikt. Dilt geeft dua stagnatie, voor de werkloosheidsvoorziening ia reeds over de helft van den post beschikt, on als dus de raad bij zijn Idee blijft, zul len wo de werkloosheidsvoorziening stop moeten zetten. En aüs het Juni wordt eer een beslissing ls gevallen, nullen wo geen salarissen meer kunnen betalen. En spr. denkt dat bij het ln beroep gaan bij de Kroon toch tenslotte het gevolg zal zijn dat dó raad nul op het roquost krijgt. Het kost tijd en hot geeft lust. Spr. pleit dus voor hot uittrekken van den post op f 7Ö0. De heer Vijn: Dus re zetten je het mes op de keal! Zóó moet Je een zoets Jongen worden! Ds Voorzitter: Er zijn twee wegen open. ln beroep gaan of over niet meer dan de helft van de posten be schikken. De heer Vijn: J© bent heelemaal schaakmat. De heer Schilder oordeelt dat er een wiskundige ze kerheid ia dat de raad geen gelijk krijgt, en spr. kan het niet in hot belang der gemeente achten, het geno men besluit to blijven handhaven. De Voorzitter wijst ©r op, dat het voeg B. en W. lastig wondt, niet vorder dan de helft der posten te gaan, en j zij zullen zich ook niet verantwoordelijk stellen voor het overige gedeelte. Spr's Idee ls om aan den wensch van Ged. Staten gevolg te geven, teneinde stagnatie te voorkomen. De heer Vijn: Ze kunnen den raad wel opdoeken. De Voorzitter: Misschien doen ze dat nog wel eens. De heer Bossen: Het zou gemakkelijk wezen. Het voorstel van den Voorzitter wordt aangenomen, waarbij de heer Vijn zegt dat hij het onder protest doet, do zaak is niet consequent, niet eerlijk. De post wordt dus op f 750 gebracht, en de Voorzitter zegt dat dan de poet kosten krankzinnigen verlaagd kan worden. De heer Vijn: Ja er is altijd nog een geluk bij een ongeluk. Een verzoek om aalarlsverhooglng. In behandeling komt bet vorig maal. aangehouden adres van den gemeenteveldwachter Bood, waarin ge- I wezen wordt op de salarieerlng van zijn collega's ln an- öere gemeenten en gevraagd wordt om vertoooging van j jaarwedde cn vergoeding als .bode voor ven'ohiil&ndo i werkzaamheden. J De meerderheid van B. en W. stelt voor de jaarwedde j van bode met f 100 te verhoogen, terwijl zij van meening I zijn, dat de genoemde werkzaamheden tot de taak van den bode behooren. De heer Vijn wil het adres voor kennisgeving aanne men. In het adres wordt ook gewezen op die levering van koffie en thee aan den raad. De heer Groen merkt op dat dit gedeelte van het schrijven foutief ls, want de gemeente levert de kof file en thee. Het ls de bediening. De Voorzitter zegt dat dit ook de bedoeling ls. Het voorstel van de meerderheid van B. en W. wordt verworpen met 6 tegen 1 stem, die van den heer Schil der. De Boekelwegbuurt aan de waterleiding. Ten aanzien van de aanfluiting van de Boekelwegbuurt aa.n de waterleiding is een schrijven ingekomen van het P.W.B.. De kosten zullen bij deze aansluiting niet wor den gedekt, maar waar het hier een kleine buurtschap betreft en in verband met het komen van .een primai re n weg, meerdere bebouwing is te verwachten, wil het P.W.B. deze regeling treffen, dat de gemeente tot dek king van het niet gedekte kapitaal, gedurende 10 jaar, een bijdrage van f 200 verleent Zoodra er evenwel in onze gemeente Ü0 pot van de aansluitpllchti-ge perceelen te aangesloten, zal de gemeente van deze bijdrage wor den ontheven. He,t ligt ln de bedoeling van het P.W.B. spoedig met den aanleg van het buigen/net te beginnen. B. en W. stellen voor op deze regeling in te gaan. AARDBEVING IN HET GEBERGTE. DOOR ROO- VERS OVERVALLEN. LEVEND IN HET ZAND BEGRAVEN. GERED. Een Sovjet-Russisohe geologische expeditie, bestaande alt 14 personen, is ln het begin van de vorige maand uit Wladiwostok vertrokken, om in de woestijn Darwas wetenschappelijke onderzoekingen te ver richten. Een der leden van de expeditie vertelt van een avontuur, dat ze daarbij hebben meegemaakt. De woestijn Darwas begint in het uiterste Oosten van Boechara, wordt Zuidelijk door den Darwasche bergketen onderbroken en strekt zich dan uit tot aan Hindoestan en de Afghaansche grens. Noordelijk ver heft zich de bergketen van Karateginsk en verbindt do woestijn met Ferghana, de lage landen van Tur- kestan. In het Oosten grens zij aan de met sneeuw bedekte toppen van don Pamir. De weg over Obi-Hingau een rotsachtige hoog vlakte, loopend langs de zandige oevers van de ri vier, de Surhaba was vol hinderpalen: steile berg wnnden, totaal onbegaanbare paden en gevaarlijke overgangen over dc talrijke, bruisende bergstroomen, hielden het handjevol menschen, dat bestond uit den schrijver van dit artikel, George Rudnew, geoloog, zijn helper, Ssosnow en vier Boechaarsche geleiders, lan gen tijd op. "Deze groep had zich van de hoofdexpe ditie gescheiden, om de bodemgesteldheid van Obi- Hingou te onderzoeken, terwijl do hoofdgroep, geleid door den docent Michael Krassin, de richting van de Ferghana over den Pamir nam. Deze weg was heel wat gemakkelijker, dus moest Rudnew met zijn man non zich haasten om elkaar op de afgesproken plaats weer op tijd te ontmoeten, aan de bovenste uitlöo- pers van de rivier Surhaba. „Het was heden de achtste dag van onze reis door dn eindeïooze bergketenen" - schrijft Rudnew „die hier en daar uit groote leisteen-lagen bestaan. De vol komen onbegaanbare omgeving maakt het echter on mogelijk, uit dezen onschatbaren rijkdom, die zich hier de eeuwen door opstapelden, eenig voordeel te halen. In de leisteen-lagen ontdekten wij verscheidene sporen v*a pres-historische zeedieren, die er op we zen, dat deze streek tot aan Pamir en oostelijk tot aan de glooiingen van het Himelaya-gebergte, in vroeger jaren door een giganti9chen Oceaan bespoeld is geworden. Eenige, in alles behalve goeden staat, meer verlceerende resten van reusachtige skeletten, die wij in de grauwe zandsteenholen vonden, wezen uit, dat ook hier eens de grond gedreund had onder de I zware voetstappen van voor-wereldlijke monsters als dinosaurus e.a. Wij vonden bovendien nog een, door de natuur beter geconserveerde, kolossale stoottand, die aan een onbekend wonderdier, uit dc familie der, indricuterius, mont. toobohoord hebben. Ilelaus was onze tijd te beperkt, om op deze interessante plek nog langer to blijven. Nadat de plaats nauwkeurig genoteerd was, ze„tten wij onzen tocht verder voort. De schemering strekte zich bereids over de bergen I uit, toen wij vermoeid onze tenten opsloegen om na de inspanningen van dien dag een verkwikkende slaap te genieten. Met behulp van brandende spaan ders werd de omgeving rondom onze rustplaats nauwkeurig onderzocht: de zich onder de verspreid liggende steenen bevindende schadelijke insecten wer den in de vlammen geworpen. Dan namen wij een lang koord, van ongcwssschen schapenwol gevlochten, en legden dit in een grooten kring rondom de leger plaats. Dat is de eehigste, maar tevens de meest ze kere bescherming tegen de giftige scorpioenen, die hier in massa's huizen cn waarvoor wij ons geduren de derf heelen tocht in acht hebben moeten nomen. Schapen zijn hun doodsvijanden, en wanneer ze den reuk maar van hen waarnemen, slaan ze ijlings op de vlucht Wij lagen reods in een weMadigen slaap verzonken, toon plotseling een sterke stoot ons on zacht wekteHet huilen van den wind drong mei een angstaanjagend geluid tot ons door. Dan werd voor een kort oogenblik alles weer doodstil, tot an dermaal eenige seconden achter elkaar een hevigen stoot werd waargenomen.„Aardbeving!" ging het als een bliksemschicht door onze gedachten zooiets was in Darwas volstrekt geen zeldzaam heid. Een der schokken was zoo hevig, dat twee van onze begeleiders tegen den grond sloegen. Daarop volgden meerdere schokken achter elkaar, vergezeld van een dof gerommel: een rots brak ergens af en stortte met donderend geweld in de diepteOp nieuw volgde een doodsche stilte Ingespannen luisterden wij in de diepe duisternis toe, in de verwachting, dat er iets ongewoons zou gaan gebeuren. De bruisende rivier, die zich nauwelijks 50 meter van ons verwijderd bevond, verstomde.... Het gewone klotsen der golven wu niet meer to hooren, l» atójwng» tflftirmirtau ai sawa wel rw Wnm Ce W prt. en B. ®n W. vervrachten dat dit ook hier zal kunnen en op aansluiting sa! don ook worden aangedrongen, Ds heer Bossen vindt het een royaal aanbod. De heer De Wit vraagt naar het percentage dat thans is aangesloten. De Voorzitter zegt van nu nog geen 60 pet De raad gaat met het voorstel van B. en W, accoord De Voorzitter dankt den raad voor dit mooie besluit. Bijna "de geheele gemeente xal dan van waterleiding voorzien zijn, De jKjhoIenbotm. Van het R.K. Kerkbestuur in het Zulder.'d is het ver zoek ingekomen om de benoodlgd© gelden te mogen ont vangen voor het aanbouwen van een leslokaal met bij komende werken ten behoeve van de R.K. school aldaar. De Voorzitter (Licht toe "dat verloden jaar hot aantal leerlingen 174 bedTOog, 116 uit Hoogwoud en 58 tilt Op meer. Volgena de wet hebben ze reoht op da gelden. Het >edrag ia nog niet bekend, maar de raad kan het in beginsel besluiten. In de volgende raadsvergadering kan dan eon nader besluit worden genomen. Misschien zal het 5 4 8Q00 gulden kosten. De hoer Vijn: Het zal wel moeten. De Voorzitter: We zitten vandaag nogal heel wat met ,dat zal wel moeten." Het beginselbesluit wordt door den raad genomen. Thans komt ln bespreking de verbouw van de ochool ln de Kerkelaan.. De Voorzitter zegt dat tal verschillende plannen door den gemeente-opsiohter ®ijn gemaakt. B. en W. hebben zich ook al afgevraagd of deze wel voldoende met scholenbouw bekend ls. Als de raad zegt, dat hij goed genoeg ls, leggen B. en W. zich daar bij neer, maar andeTs hadden B. en W. het oog op mijn heer Saai te Alkmaar, die o.a. ook de verbouw van de school te Oude Niedorp heeft uitgevoerd, eien zeer mo derne Böhool, waarin ook een badinrichting. De heer Vijn: Laten ze maar in de Sloot kruipen. De Voorzitter wijst dan op het gevaar, nu er 29 leer lingen zijn en spr. niet weet of het aantal op 33 gebraoht kan worden, dat voor een 2-klasslge school de gemeen te een onderwijzeres, een assistente dan ten volle zal moeten betalen. De heer De Wit vraagt, hoe de heeren de toekomst inzien. Zou het aantal niét tot 24 kunnen terugloopen? De heer Bossen: Zou het niet tot 40 stijgen? Spr. zou de kinderen van de Gouw naar de school te Kerkelaan willen laten gaan. De Voorzitter wijst er op, dat de kinderen van Toe- reppel r.iet naar deze school komen en met het gevolg waarschijnlijk van straks dé kinderen van G. Vijn ook niet. Spr. zegt dat ze misschien meit de bus hierheen zouden kunnen komen. Waar -nu een bespreking wordt gehouden over ever.tueele grenswijziging van do wijken, vindt de heer De Wit gelegenheid, t« wijzen op ds be staanszekerheid van de school aan de Langereis. Op heffing van die school ten bate van de school aan de Kerkelaan zal niet mogelijk wezen, omdat de menschen dan eerder hun kinderen naar de school te Veenhuizen zouden zenden, en men bovendien zou zitten met de 30 leerlingen uit Nieuwe Niedorp. De Voorzitter vindt het niet aardig dat Toereppel zijn kinderen naar Abbekerk stuurt. De heer Bossen wijst er op, dat medewerking van de ouders gowenscht la. Er moet ook gelet worden op het belang van de kipderen te Hoogwoud en het opdoeken van een openbare school In het hartje van de gemeente zou men njot graag willen. En één onderwijzer voor 7 klassen is éok ondoenlijk. De heer De Wit is maar bang dat d© school aan de Kerkelaan geen reden van bestaan heeft De hoer Vijn rggt, dat we thans het laagst® aantal leerlingen wol hebben bereikt De heer De Wit wijst er op, dat al9 nu over 10 jaar, als we aan een nieuwe school toe waren, de school zou worden opgeheven, het jammer zou zijn, dat we er zoo veel kosten aan hadden besteed. De beer Schilder meent dat men voor de opheffing van de school aan de Kerkelaan niet bang behoeft te zijn.. Tc Werverahoof la een nieuwe «choo! gebouwd voor 16 leerlingen. De heer De Wit ls ook niet voor opheffing, maar de afstand HoogwoudOpmeer ls niet zoo groot als van Langereis naar Hoogwoud. De heer Schilder bespreekt nog eens het schoolgaan van de kinderen van de Gouw te Hoogwoud en die te vervoeren met de bus van Pijper. Dat kost wel Iets, maar niet meer dan een onderwijzeres die geheel voor rekening van de gemeente komt De heer Glas wijst op de moeilijkheid een grens te trekken, welke kindaren dan vervoerd moeten worden. De Voorzitter: Men kon betalen voor arwakke kinde ren. De heer Vijn: Dan zijn het allemaal zwakke kinderen De heor Blauw vraagt of we den verbouw van de school aan de Kerkelaan niet kunnen laten wachten. ook niet meer het rollen van de, door het water, mee gesleepte steenen. Verwarde gedachten schoten door ons brein; ver, heel ver zweefden ze terug; zij vervolg den den loop der eeuwen, zagen, hoe de algeheele aar de inéén kromp, hoe de bergen groeiden, langzaam maar met een zekere volharding Maar dan kwam plotseling ons bewustzijn weer bo ven en bemerkten wij den uiteret gevaarlijken toe stand, waarin wij ons bevonden.„Weg! Weg van. hier schreeuwde iemand, „De rivier heeft den stuwdam doorbroken en stort zich uit over de zandstepperecht op onze legerplaats af!, Over elkaar struikelend, snolden wij, de paarden en geiten achter ons meetrekkend, in de duisternis voor waarts, den naastbijzijnden bergrug op. De dood raas de, als gloeiende lavamassa's, achter ons aan, on stuimig «aanrollend, en haalde qns langzaam in,.,. Doch reeds hadden we steenachtigen, vasten grond onder de voeten; het ging bergop. Voor ulle zekerheid liejien we nog eenige tientallen meters door en ble ven dan, naar lucht snakkend en badend in ons zweet, staan. Op hetzelfde oogenblik bereikte ook reeds het water den voet van den bérg, waar het uit elkaar spatte en een wolk van waterstof, als een bedreiging naar ons opzond. Maar hier kon ons niets meer deren en uitgeput legden wij ons op dezelfde plek, waar we halt gemaakt hadden voor een korten slaap ter ruste.... Inmiddels was de maan van achter de bergen aan het firmanent omhoog gestegen, zilver-wit al» een lichtende spiegel. De steile rotsen, door gapende, inkt zwarte afgronden omgeven, schemerden bij zijn achijn sel zacht als fluweel en van zeer nabij. Als het teo- derete parelmoer glansden "de met sneeuw bedekte top pen van het Darwasgebergte en aan den hemel daar boven weerspiegelden zich, in een blauwachtig-witten vorm van een zeil, zijn gigantische hoogte. De druk kende hitte was nu voorbij, en een aangename koelte streek als een wonderdoende hand langs onze sla pen, ons nieuwe levensmoed en kracht verschaffend. In de holen deden zich de jakhalzen hooren. Over en weer schreeuwden zij als .kinderen, lachten als be zetenen en weenden dan als eenzame menschen in de bergen. Onder het gehuil der jakhalzen mengde zich het korte blaffen van de hyena's en, ver verwijderd, het doffe brullen vah een ronddwalenden tijger. De watermassa's aan den voet van den berg trok ken zich nu langzamerhand in hun bedding terug. Ook wij braken op en vervolgden onzen weg. De paar den en geiten klommen, op hun hoeven uitglijdend, over de steile rotsen, voorzichtig de dreigende af gronden vermijdende. Wij waren on» doel reeds tot op een uur afstands genaderd, toen van achter de kleine, aan den kant van den weg groeiende struiken een licht geritsel waarneembaar werd, terwijl witte gewa den er door heen blonken... „Halt!" schreeuwde een rauwe stem in het Turksch-Arm®tn»oh« dialoet, en ln het volgende oogenblik waren wij door een bende, tot aan de tan- Jen gewapende Th6kiners (een van roof levende Turk8ch-Armeensche stam) omringd. Niemand van ons dacht er over zich te verweren; het zou ook nutteloos geweest zijn.' Wij werden op schoppen en vuistslagen getracteerd, om daarna door de bandie ten met de handen op onzen rug stevig te worden gebonden, zoodat onze knoken er van kraakten. In looppas joegen zij ons onder striemen met de kar wats het smalle bergpad af .in de richting van eerdge opgeslagen tenten, omgeven door brandende leger- vuren, die wij na een minuut of twintig bereikten. Voor de grootste tent zat de hoofdman der bandie ten, een oude man met een lange, zwarte baard en een pokdalig, wild gezicht. Onze pijnigers sleepten oit8 tot voor zijn voeten, waarna zij vol eerbied eeni- ge schreden achteruit gingen. Een heels poos nam if: bandiet ons stilzwijgend op en zeide dan in ge breken Russisch: „Door mijn verkenners ben ik voortdurend over ullie bezigheid hier op de hoogte gehouden. Jullie komt uit het land van de vijf-puntige ster en denkt .lier in onze bergen goud te zoeken. Maar daartoe zul jullie niet komen, want reeds hebben wij over uw toekomstig lot beslist." Ln zonder ons verder nog met een enkele blik te vervaardigen, gaf hij zijn mannen een toeken en verdween in het binnenste van zijn tent Dadelijk wierpen zich acht groote bandieten op ons en voer den ons weer denzelfden weg terug, die wij geko men waren. Maar toen wij een honderdtal meters ge gaan waren, sloegen we een hoek om en gingen steil naar beneden. Bij het heldere schijnsel van de maan schitterde de uitgestrekte zandzee als een witte doek V-en paar van de Thekiners gingen nu, met schoppen gewapend, een stukje vooruit. Spoedig maakten zij echter halt en begonnen zes gaten te graven, drie aan den eenen, en drip aan den anderen kant. Nu eerst vermoedden wij, welk een duivelsch plan deze aartsschelmen in hun schild voerdonVol af schuw merkten wij verschillende zwart uitziende steenen rondom ons op de afgeknaagde hoof den van in het zand begraven menschem De bandieten maakten absoluut geen haast met hun werk en gingen af en toe wat staan praten. Na een uur van kwelling en tergend wachten waren zU klaar en werden eerst onze vier Boechaarsche gidsen tot aan hun hals in het zand begraven. Daarna was de beurt aan ons.Vol vertwijfeling schreeuwde Ssosnow om hulp en rukte tevergeefs aan zijn boeien. Ik zelf stond er als versteend bij te kijken, niet in staat, ook maar één woord uit te brengen. Als met ijzeren geweld hield mjj de doodsangst om klemd en verlamde mij totaal. Na verloop yan en kele minuten smeedde zich reeds het zware zand ook drukkend ora onze ledematen: Iemand stopte mij een acuk hout in den mond en toen ik het weer nA&r bui- 'en drong kreeg ik zoo'n schop tegen mijn slaap, dat ik mijn bezinning verloor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 19