i VAN DIT EN W EN VAN ALL1 DAT RADIO-RUBRIEK. GRABBELTON. Vrouwen uit den tijd der Oud-Grieksche beschaving Storingen bij de Radio-ontvangst WARE WOORDEN. WETENSWAARDIGHEDEN. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 9 Maart 1929. No. 8422. Van verschillende zijden werd ons reeds de vraag gesteld, waardoor de hinderlijke fluittoon, die niet zeldeq de radio-ontvangst bederft, tooh ontstaat. Vroe ger had men hiervan geen last, maar thans zooveel te meer, en dat bij hetzelfde toestel en onder oogen- schijnlijk de zelfde omstandigheden. En de tweede vraag i» dan natuurlijk: hoe kunnen wij dit euvel opheffen? Waarde lezers, dit is een probleem, dat eerst den laatster; tijd ontstaan is en waarvan de oplossing niet Ir. handen van de toestelbouwers is. Deze moet, als het ware van hoogerhand uitgaan. Wat toch is het geval? Een zendstation zendt een draaggolf uit van een zekere frequentie. Deze draaggolf wordt gemoduleerd d.wz. op deze draaggolf wordt als het ware ingeënt een serie muzikale „golven" van ulteenloopende frequentie. Dit nu veroorzaakt, dat het bewuste zendstation een grooter deel in den aether opeischt dan man zou denken. Het Is ook beter te zeggen, dat leder zer.4- etatlon een „golfband" uitzendt. Is bijv. de golflengte 100C meter, dan zal de „golfband" door dezen frequen tieband bedragen 9951005 meter. Een zendstation met een golflengte van 990 meter zal bovengenoemd zendstation dus storen, daar de „banden" elkaar raken of gedeeltelijk overlappen. Dit voorbeeld Is niet gezocht, doch is tn overeen- ming met de werkelijkheid. Het aantal zenders, vooral op de kortegolf, is te groot Deze zullen elkaar bijna als regel storen} temeer 'daar het uitzenden niet altijd op de vastgestelde golflengte plaats vindt Een kleine afwijking veroorzaakt dus een groote kans op het overlappen van eikaars gebied en dan ontvangt men tevens deze toooge fluittoon. Soms hoort men deze toon bij ontvangst van een speciaal station, en scans ook weer niet De boven aangehaalde kleine afwijkingen van de golflengte ver oorzaken dit Bij het eene toestel hoort men het en bij het andere niet En hiermee komen we op een ander gebied. Want dit ligt wèl aan het toestel. Het moge op het eerste gezicht vreemd schijnen, maar dat toestel, waarmede deze fluittoon wel ont vangen! wordt (de z.g. interferentietoon) is beter dan' dat waarbij dit niet het geval is. Het eerste toch ont vangt den geheelen band, geeft dus zoowel hooge als lage tonen weer. Het andere daarentegen vlakt af, versmalt den band, geeft de muziek dus niet in zijn vollen omvang en diepte weer. D© Toestelbourwera staan dus hier voor een belang rijke puzale. Wiat te doen? Maken zij het toestel zóó selectief, dat deze interferentie-toon praktisch gespro ken nooit doorkomt, dan versmallen zij dus den band. Hierdoor vallen de extra hooge en lage tonen uit, ..aardoor de muziek niet tot zijn recht komt. Nooit .uilen zij hiervoor een goede oplossing kunnen vin den. De opiossing moet wij zeiden het reeds gevonden worden ln inkrimping van het aantal zenders en dit gaat met nog mesr moeilijkheden gepaard. Een ding is echter zeker. Lang niet alle zenders storen elkaar. Welnu, die zenders, die elkaar storen, moeten zoolang van het lijstje „te ontvangen stations" geschrapt worden. Storen deze zenjders elkaar niet al tijd, maar soms wel, dan ontvangt men op den sto ringsdag een ander station. Want dit heeft in ieder geval toch het grootste aantal zenders, vooral in Euro pa voor: de keuze uit vele. Men inake er dus van, wat ervan te maken valt. Het doek is voor iederen mensch gespannen; het beeld van zijn leven schildert hij er zelf op. o Zorg er voor het kind met rust te laten, zoo zelden mogelijk direct 'in te grijpen, ruwe en onreine Indruk ken op een afstand te houden, maar leg er u met al uw kracht op' toe, dat uw eigen persoonlijkheid en het leven zelf de werkelijkheid in haar eenvoud en naakt heid, de opvoeder van het kind wordt! o Een uitgestrooid gerucht door ophelderingen het zwij gen op te leggen, Is hetzelfde als met verheffing van stem den echo het zwijgen op te leggen. o Rechtvaardigheid Is de gezondheid der ziel en de hoofdvoorwaarde voor alle zedelijk welbehagen. Menigeen spot ermee dat een ander niet helder kan zien, nadat hij hem tevoren zand in de oogen heeft ge strooid. o Verwacht niet in uw zaken van anderen een geluk, dat gij uzelf beter en duurzamer verschaffen kunt door eigen handen, door eigen wilskracht. o Strooi de woorden van licht en liefde maar links en rechts om u heen. 't Zijn zaden waarvan wei iets op komt, al ontdekt gij 't zelf misschien niet. Is het U bekend: dat er in Alton (Missouri, Amerika) een schooljon gen van 10 jaar is, die 2.25 M. lang is? dat dit knaapje meer dan 250 pond weegt? d a t ln 1927 meer dan tweederden van de bevolking vaen Portugal (8.080.135 inwoners) lazen noch schrijven kondep? dat, indien er maar één aardappel op de heele we reld was, een zorgvuldig en nauwgezet verbouwer daar van 10.000.000.000 aardappelen kon kweeken, en aldus de wereld opnieuw van zaad voorzien? dat de bemanningen der Brltsche r<ddingtoooten in 1928 572 menschen redden? dat de haai het record van lange afstandzwemmen op zijn record heeft? dat men geconstateerd heeft dat een haai bij een bepaalde gelegenheid 800 mijl aflegde in 3 dagen? dat men in Engeland gemiddeld per jaar 15 miillloen K.O. peper gebruikt of 8/4 pond per hoofd van de be volking? Zou 'le het gevoeld hebben? Hij (hoopvol): „Ik heb nog nooit zulke droomerige oogen gezien." Zij (die hem „zat" is): „Dat komt, omdat je nog nooit zoo lang bent gebleven ais vanavond!" Een geluk bü een ongeluk. Het was mistig en de automobilist zag te laat, dat de spoorwegboomen juist dicht gingen. Met volle vaart reed hij erop in, en werd over de rails geslingerd. Toen hij een paar seconden, later uit den chaos van autoban den, spatborden en scherven te voorschijn kroop, zeide hij blijmoedig: „Ik ben meteen de hik kwijt! Dat is ten minste één geluk!" Hopeloos gevaL Een oude tante was meegenomen naar een groote voetbalmatoh. Lang keek zij vol verbazing toe, „Wat is toch het eigenlijke doel van dit spel," vroeg zij aan haar buurman. „De bal ln het net te mikken." „Zou 't dan niet eenvoudiger zijn," meende de oude dame, „dat zij elkaar wat meer uit den weg gingen?' Dat was wel let»! Een Britsch Indisch vorst pochte tegen een eenvoudig man over zijn onmetelijke rijkdommen: „E en half mil- lioen gulden is voor mij net zooveel als een kwartje voor U!" - „Kunt U dan misschien een kwartije voor me wIsbo- len?" vroeg de ander. Ook een kunstkenner, „Maar kerel d!t schilderij ls er een van èen heel ou den meester!" ,Nou, dat kan wel, maar laat mij je vertellen, dat d>e lijst gloed-nieuw ls en door mij zelf betaald." Zóó zal hij 't zich wel niet voorgesteld heb ben. „Vader, de juffrouw op school heeft vandaag naar U gevraagd!" „Is het heusch?!" „Ja, ze zei, dat ze wel eens zou willen weten, wat voor een verwaand stuk stomkop mijn vader was..." Wat de menschen wel gedacht zullen hebben. Het was op een partij van een vermogend man. Er was een speciaal buffet voor verversingen aangericht, waarheen de gasten zich konden begeven, om zich van alle mogelijke lekkernijen te bedienen. Meneer Pantof fel maakte van die gelegenheid een buitensporig ge bruik. Toen hij voor de dertiende keer van het buffet terugkwam met een schotel ;-ól lekkersen een groot glas wijn, zei zijn vrouw: „Schaam je je niet? Dat is nu de dertiende keer dat je naar het buffet bent geweest! Wat moeten de menschen wel van je denken!" .O, maak je daarover maar niet ongerust," zei me neer Pantoffel gemoedelijk. „Ik heb teg8n iedereen ge zegd dat ik aldoor iets voor jou haalde!" TE VEEL GEVERGD, (Der Brummer.) Beste, ereef me wat vuur. De lucifers sitten in ie vesczakl I HOE DE WERELD DER HETAEREN ONTSTOND. ASPASIA, DE MINNARES VAN PERIKLES. IE denkt, dat de emancipatie der vrouw iets ls van de laatste vijftig jaren, vergist zioh. Zij was er al in de oudheid, alleen onder andere vormen. In de boeken ,die ons het grijs verleden onthullen, in den Bijbel, wij vinden overal vrouwenfiguren, die om zoo te zeggen, los stonden van de massa, en zij wer den er niet minder om geëerd, dat zij In vele opzichten de mannen terzijde streefden. Echter, ze hadden één ding vóór bij de meesten on zer hedendaagsche voorvechsters van de vrouwen: zij waren vrouwen in den volsten, ruimsten zin van het woord ,er was niets mannelijks aan haar, zij namen geen mannelijke gewoonten aan, zij verloochenden haar natuur niet. Zij staken boven haar medezusbetfen uit door haar veel grooter en gecultiveerd Intellect en door haar veel grootere charme, twee dingen, die voor haar volkomen samengingen. De Grieksche jongemieisjes, ofschoon ze slecht onder wezen werden, hadden in de huishoudelijke bezigheden en het maken en toepassen van schoonheidsmiddelen, toch een zekere vrijheid genoten, en van die vrijheid maakten vele harer gebruik om haar talenten te ont wikkelen en zich te ontworstelen aan den huiselijken dwang, die haar slechts kon opleiden tot huisvrouw. De een danste, de andere zong, een derde speelde harp, eeu vierde was weetgierig op letterkundig gebied. Het spreekt vanzelf, dat zij spoedig uitgroeiden bo ven de zeer begrensde ontwikkeling van haar moed'er* dat zich haar horizon verwijdde, dat zij een anderen kijk kregen op de wereld, op de mannen, op de samenle ving. Zij wenschten niet vroeg te huwen en daarna op gesloten te zitten in huls, terwijl de man buitenshuis leefde. Zij wilden haar vrijheid niet prijsgeven, zij wil don haar deel hebben aan 't leven in de maatschappij, zij wilden ln verstand niet voor den jongep man onder doen. Zoo werd langzamerhand van het vrije, Jonge meisje, een jonge vrouw, die de kameraad der mannen werd, die hem vergezelde op zijn wandeling, die het gezelschap van mannem niet meed, ja zelfs opzocht. De mannen, die meestal een afkeer hebben van wat men een intel- lectueele vrouw noemt, zagen echter in haar vrouwen van groote schoonheid, vrouwen van buitengewone charme, vrouwen die niet afkeerig waren van de liefde, al waren zij het van het huwelijk. Zoo ontstond de we reld der hetaeren. Het woord hetaere beteekent eigenlijk dus gezellin, zij waren dus in den volsten zin des woords de kameraden der mannen. Maar... aangezien in de jonge, bruisende Jeugdjaren een vriendschap tusschen man en vrouw niet wel mo gelijk la, of de balans slaat te eeniger tijd over of naar het gebied van de liefde, of naar dat van de verkoeling, werden de hetaeren de minnaressen der mannen en be hoorden tot wat men in onzen tijd: „halve wereld", zou noemen, met dien verstande echter, dat deze liefde vrouwen niet alleen bekoorlijk, schoon, verleidelijk, maar ook verstandig, ontwikkeld, kunstzinnig waren. Zij schonken haar liefde niet aan den eerste de beste, zij verkochten haar liefde niet voor geld, maar er was ook een groot geestelijk contact tusschen hem en haar. Dat vele hetaeren het tot groote rijkdommen hebben gebracht, kwam niet wegens beroepsverdiensten, maar door kostbare schenkingen, die deze grandes courtisa nes van haar minnaars ontvingen. Heel dikwijls waren zij zelf niet ongefortuneerd, en zij stamden niet af van slaven of van arme vrijgelatenen; sommigen waren dochters van rijke kooplieden, en 't was misschien ook wel ten deele daaraan te danken, dat zij niet waxen en ook niet beschouwd werden als paria's der maatschap pij, maar dat zij vaak met meer eerbied en hoffelijkheid behandeld werden dan de fatsoenlijke getrouwde vrouw en de eerzame moeders van gezinnen. Hetaere was geen sohandqaam, doch do naam van een vrije vrouw. Het is bekend immers, dat in den loop der eeuwen dikwijls de vrouwen veel invloed hebben uitgeoefend op de politiek der landen: ook in Griekenland is dit het ge val geweest, en zoo wordt beweerd misschien is het door latere historici alweer bestreden dat de Pelo- poniesische oorlog is begonnen op aanstoken van Aspa- sia, de beroemdste hetaere, die er in Griekschen tijd, in de 4e eeuw vóór Chr. heeft geleefd; de geliefde, later de echtgenoote van Perikles. v. d. Mandele vertelt over haar het volgende in de Ho». Lelie. Zij was geboortig uit Milete ln Ionië, de dochter van Axiochus, een rijk koopman, die zijn mooi dochtertje opvoedde in weelde en vrijheid, waarvan het intelligen te en weetgierige kind met volle maten profiteerde. Toen zij volwassen was, trok zij naar Athene, de stad der wijsheid, de stad der beroemdheden, woonplaats van -zooveel onsterfelijke kunstenaars, die reeds bij hun leven geëerd werden. Zij stond model voor een leerling, beeldhouwer van Pheidias, en het was in diens huls, dat Perikles haar voor het eerst ontmoette. Al heel gauw voelden deze twee zich tot elkaar aangetrokken. De schoonheid van deze Jonge vrouw, haar voortreffe lijk citherspel, haar kunstzin en Intelligentie trokken hem aan, en zij bewonderd© in hem den staatsman en het wijs beleid, de rechtschapenheid van zijn karakter, waardoor hij ln zoo menig opzicht zijn wil kon doen zegevieren. Zij vergezelde hem meestal in manneklee- ren, en was bekend als de sohoone Mileensche jongeling dien Perikles steeds bij zich wenschte te hebben om zijn citherspel. Want in het Griekenland dier dagen werden schoone jongelingen evenzeer in het openbaar bewonderd (waarschijnlijk een gevolg van de openbare spelen) als schoone vrouwen. In werkelijkheid wilden echter Perikles en Aspasla hunne verhouding een ge- helm doen zijn. Hij was nu eenmaal getrouwd, bad niet alleen eigen zoons, maar ook Alciblades op te voeden, die ihU als heel jonge wees tot zich had genomen. Wat eiken man ln die dagen sub rosa werd vergund, werd nog niet toegestaan aan het hoofd van den staat Bo vendien, Perikles kende zijn vrouw Telesslppe, Zo was ■oen echte kletskous, uit gebrek aan beter discours. Ze had haar vriendinnen, Xantippe, Socrates' vrouw niet te vergeten, en indien hij Aspasla openlijk als zijn ge liefde zou erkennen tegenover TeleBlppe, wist morgen de heele stad het en nog veel meer. Zij zou niet boos zijn of jaloersch. Zij wist wel, dat Perikles niet meer van haar hield, maar «Ij was zijn gemalin, en dat was haar meer waard dan iets ter wereld. Niets echter blijft een geheim* en onöanxs haar man- nekleersn lekte de verhouding spoedig uit Perikles had echter buiten tien waard gerekend, wat zijn vrouw betrof. Telesippe had gehoord van den jongen cither- s pel er, en op een goeden dag was hij in haar huis ge treden en had voor haar gespeeld. Zij was verrukt ge weest had hem ontvangen met alle gastvrijheid, een kunstenaar waardig, zij zette hem haar heerlijkste scho tels voor en betreurde het, dat zijn bezoek slechts zoo kort duren kon Perikles en de oitherspeler vertrok ken... Een paar dagen later wist een harer vri en dimmen haar te vertellen, dat de jonge kunstenaar en Aspasia, de geliefde van haar gemaal, één waren. En die had zij in haar huis, een vorst gelijk ontvan gen! Nog dienselfden dag kreeg Perikles de verwijten naar zijn hoofd geslingerd en zij dreigde hem Aspasia openlijk het huis uit te jagen, indien zij er ooit weer een voet ln durfde zetten, 't zij als man of als vrouw gie- kleed. Eerst jaren later, toen zijn beide zoons volwassen waren en Alciblades tot Jongeling was opgegroeid, en naar Socrates als zijn voogd en leermeester overging, heeft Telesippe er ln toegestemd van Perikles te schel den. Toen ls hij roet Aspasla gehuwd; heel lang heeft hun huwelijk niet geduurd. Perikles stierf in de pest epidemie, die in de helft der 4e eeuw Griekenland heeft geteisterd. Eindelijk beleefden rij als geliefden den meest onbe zorgder tijd. Aspasia ontving in haar landhuis de ge leerden en kunstenaars van dien tijd: Pheidias, Sopho- cles, Eurlpldes, Socrates, die vian het eerste oogenbllk, dat hij haar zag, doodelljk verliefd van haar werd, doch daar Perikles een vriend van hem was. dit nooit heeft willen toonen. Aspasia echter, met de intuïtie van een vrouw, heeft dat wel begrepen, en zij noemde hem nooit anders dan haar leermeester. Socrates was de eerste, die Perikles' ontzield lichaam heeft gezien, waar Aspasia bij zat, als een standbeeld van smart, zonder te weenen. Toen hij binnentrad, keek zij op; zij wees hem op Perikles. Socrates zag haar aan, en zij hem, ln 'n langen, zwijgenden, troosteloozen blik. Socrates. stond er bewegingloos bij en staarde in deze als uitgedoofde vrouwenoogen, Dan ging hij heen, zondier een woord. Hier was hy te veel. En hy voelde, dat de allesoverheer- schende liefde van deze twee hoog was uitgestegen bo ven zjjn eigen gevoelens.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 23