Paschen en Paaschgebruiken.
De beteekenis der Paaschvuren
en Paascheieren.
WETENSWAARDIGHEDEN.
WARE WOORDEN.
DE ZOON
VAN JUFFROUW MULDER.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 30 Maart 1929. No. 8434.
De Lente In 't land.
Met den Paaschtljd is ook de lente ln 't land geko
men. Het is den tijd, dat alles herleeft in de natuur,
dat de lente het land komt indrijven op het water van
stroomen en rivieren, die gezwollen zijn en helder van
de gesmolten sneeuw der bergen. En al dit vloeiend nat,
dat ginder in het Zuiden reeds den lente en de bloe
men heeft gezien en geroken, murmelt de kikvorschen
en het nieuwe gras wakker. En het gras vertelt het
aan de madeliefjes, die met hun witte kraagjes als het
ware door het jonge groen verbaasd heen komen glu
ren. Över de boomen, die met het sap de lente opzuigen,
komt een. groene waas te llgen en de duizenden bot
ten knallen open. De lucht geniet van het water, klaar
en open worden de einders, zonder smoor en men ziet
torens van verre steden. Van achter de met molens ge-
teekcnde verten komen de grooto vluchten vogels. Nieu
we geruchten en geuren loopen door bosch en beemd.
Het Is de tijd van Paschen., van de lente en alles staat
ln het teeken van herleving en verjeugdiging en vrucht
baarheid.
Symbolisch worden deze drie lenteboden, ojm. ook
voorgesteld door het
Paaschei.
De echte eieren worden gekleurd of beschilderd met
allerlei figuren; de nagebootste worden vervaardigd
van chocolade, suiker of fondant en soms gevuld met
versnaperingen of verrassingen.
De hertogin van Sforza ontving eens een reusachtig
ei dat echter van ijzer bleek te zijn. Toen zij het ver
ontwaardigd op den grond wierp, kwam er een dooier
van goud te voorschijn, dat een juweelenkistje bleek te
zijn, waarin een kostbaar parelsnoer verborgen was.
Dergelijke hoogst kostbare eieren zijn, niet zeldzaam:
de Amerikaansche millionnairs zijn er 3terk in; en eens
kreeg een der Spaansche prinsesjes een el, waarin een
mechanische vogel verborgen zat, die allerlei wijsjes
floot.
In verschillende landen wordt Paschen op uiteenloo-
pertde wijzen gevierd, maaro veral ish at een vreugde
feest. In Italië is het een herademing van de stilte, die
voorafgegaan is en die rouw beteekent. In Rusland is
het of was het 't voornaamste feest van het jaar. Daar
werd in de stille week met grooten ernst gevast en was
de avond voor Paschen de voorbereiding voor uitbun
dig vreugdebetoon. In Schotland neemt men Paschen
veel nuchter op. Tn Tyrol daarentegen is bet een hoogst
ernstig feest In Monaco wordt nog steeds met Paschen
oen mysteriespel vertoond.
Wijl Paschen het feest der herleving is, ook voor de
natuur, is er veel vraag naar bloemen en worden hier
en daar bloemen ook symbolisch gebruikt. Anemonen
en Sleutelbloem (primula veris) zijn er reeds en wor
den hier en daar in brood of koek gebakken. Vooral is
sr veel vraag naar lelletjes van dalen, witte narcissen
en irissen. De ires heet zelfs Paasch-lelie. Tulpen en
hyacinten zijn er met Paschen al en spoedig volgen er
andere voorjaarsbloemen. Vooral in Turkije is de tulp
in hoog aanzien en het voorjaarsfeest werd er steeds
met grooten luister gevierd.
Een tweede Paaschgebruik is het ontsteken van
Paaschvuren.
Die Paaschvuren zijn nog een overblijfsel van het
feest der oude Germanen, gewijd aan de Godin van het
licht Ostra in wie men ook de godin van liefde en le
ven vereerde. Onze heidensche voorouders dansten zin
gend rond de vuren en men sprong door de vlammen
waaraan een zuiverende en levenbrengende kracht
"werd toegeschreven.
Met het Paaschfeest der Christenen hebben de Paasch
vuren in wezen niets uit te staan; alleen het tijdstip
waarop zij werden ontstoken valt ongeveer met den
Paaschtijd samen, want het was in April dat het Ger-
maansche feest voor godin Ostra plaats vond.
De verkondigers van het Christendom gingen aan
vankelijk zeer tegen de Paaschvuren te keer, maar zon
der resultaat. In 743 gelastte de Kerkvergadering van
Regensburg aan de bisschoppen om verschillende hei
densche gebruiken en daaronder ook het branden van
Paaschvuren te weren. Men kon het gebruik niet doen
verdwijnen en besloot daarom aan de Paaschvuren
voortaan een beteekenis in overeenstemming met het
Christendom te hechten: n.1. het verbranden van de
doornen kroon.
Di Groningen bestond het gebruik om vóór Paschen
*het den rommelpot die ook op Vastenavond de melo-
dieuse klanken met een stokje ontlokt aan een gespan
hen varkensblaas, had doen hooren, rond te gaan on
der" het zingen van een fantastisch liedje, waarin o.a.
de volgende strophen:
Al in den top
Al onder den top
Geeft mi en beetje in den rommelpot
Een al of twei
Een doet (duit) of drei
Al is het dan maar twei.
Andere gebruiken.
In Amsterdam werd op Paasóhavond ook muziek ge
maakt, maar daar klonk ln de 16e eeuw een ander ge
luid, n.1. dat van rateltjes.
Later kwam het „Paaschbrood" gebakken ln bijzonder
groot formaat, dat op den Paaschavond werd rondge
bracht. Daarbij kwamen dan nog andere gebruiken, zoo-
als het in slagerswinkels tentoongestelde Paaschlam,
met bloemen versierd en een sinaasappel in den bek,
Als geschenk werden voorts aangeboden Paaschlamme-
tjes van grasboter gemodelleerd.
De ratelende Amsterdamsche jeugd van de 16de eeuw
zong een vreugdelied in de straten nu het ednde der
vasten naderde:
De dommeldemett®
De vaste is uyt
Kyrie elelson! 1).
Te Pasohen zullen wij ©ij eren eten,
Soo is de vaste al vergeten.
Kryrle elelson!
En ter belooning van het gezang ontvingen de jon
gens „een stuck gelts ende een goede lcanne biers",
welke voor de deur van denschenker werd geledigd.
In Vlaanderen waren In het begin van de 19e eeuw der
gelijke ommegangen van de schooljeugd nog ln zwang
Er werd dan geb^izeu op koehorens en lawaai gemaakt
met rateltjes. Met hetgeen op den rondgang ten ge
schenke werd ontvangen, eieren en geld, kwam men
dan op school en de meester zorgde voor een eerlijke
verdeeling van alles.
De eierdans.
Bekend is als echt Hollandsch volksvermaak de eier
dans, waarbij de kunst hierin bestond, dat de danser,
die zijn schoenen had. uitgetrokken, op één been te mid
den van een aantal eieren hinkte, de eieren stuk voor
stuk buiten een met krijt getrokken kring moest wer
ken.
Een berijmde ultnoodiging tot den eierdans van zeer
ouden datum is de volgende:
Ghljs Bollaert, Bouwen Blauwtype en Mancke
Claes,
Teunis Stortebier, Roeltgen Drassao en Dlel
Franssen,
Moenen Flodderbroeck, Hein Droogbraat en
Huibert Maes,
lek beroep uw alle over d'ey te dansen.
Het eïergaren.
Een ander eigenaardig spel door Ter Gouw beschre
ven, is het eier-garen, dat in Walchersohe dorpen op
Paasohmaandag werd vertoond. De herbergier van het
dorp legde met tusschenruimte van twaalf voet 25
eieren uit op den weg en de eiergaarder moest ze dan
zoo snel hij kon weer één voor één in een korf leggen.
Inmiddels moest zijn kameraad heen en. weer naar de
herberg loopen en 'n briefje meebrengen als bewijs, dat
hij er geweest was. Wie het eerst zijn opdracht had
uitgevoerd, won de eieren. Vervolgens werden nog eens
25 eieren uitgelegd enJ als variant van de eerste vertoo
ning moest nu een mededinger van den eiergaarder,
met zijn handen op zijn rug gebonden, naar een appel
happen, die in een tobbe met water dreef. Hij moest den
appel opgegeten hebben, voordat zijn tegenpartij da
eieren ln de korf had verzameld, maar menigmaal hapte
hij water in plaats van den appel, terwijl het ook voor
kwam, dat hij ten slotte zijn evenwicht verloor en mid
den in den tobbe belandde.
Handige jongens wisten den appel naar den rand van
de tobbe te drijven en zoo er in te slagen den eersten
hap te bemachtigen. Waa hij eenmaal zoover, dan waa
het verorberen van de rest vain den appel eenvoudiger.
Een Paaschgebruik in het buitenland.
De Paaschradaren van Lüdge.
een uit hout en ander licht brandbaar materiaal getim
merd groot wiel met spaken, het zoogenaamde Zonne-
rad, naar beneden. Door den wind worden de vlammen
aangewakkerd en het rad rolt, zichzelf opbrandend en
vonkensproeiend, dalwaarts recht op de Paaschvuren af.
Voordat het eerste rad de brandende Paaschvuren nog
bereikt heeft volgen reeds andere, en lntusschon lul
den de Paaschklokken, die de boodschap van nieuw en
onbedwingbaar leven onder het land doen galmen, i
1). Heer erbarm U!
DE OEN1ALE.
(Pages Oaies)
Je kunt er gemakkelijk een horloge van maken
waarop je in het donker kunt zien.
Hoe?
Vul dfe voorkant met benzine en als je wilt
zien hoe laat het is, hou er dan een lucifer bij.
Is he.t U bekend:
dat de groote wielen van een locomotief dienen voor
het geven van snelheid?
dat de kleine wielen echter speciaal zijn voor het
dragen van den last?
dat een Parijsche verzekeringsmaatschappij verze
kert tegen het risico van echtscheiding?
O, Vrede! laat ten leste uw rijk nu komen,
Na 't rijk van Haat en alleen broed'ren zijn.
Laat bouwe' uw tempel tusschen graan en boomen,
Laat juiohe' alom uw lofzang blijde en rein.
Daal uit den hemel, kom ons hart vervromen,
Geef de aarde aan alle', als luoht en zonneschijn.
o
Reizen ds voor de jongeren een stuk opvoeding, voor de
ouderen een stuk ondervinding.
o
Een menseh kan niet nalaten eerbied voor iets te
koesteren, wanneer hij ziet, dat anderen er voor willen
vechten of lijden.
o
De menschen moeten leeren waarde te stellen boven
belang.
Het zedelijk leven van den enkeling moet gewekt, het
rechtsbesef ontwikkeld worden, in eigen persoonlijk le
ven moet begonnen worden met „vrede door recht"
o
Kunst is lust, is welgevallen dn hetgeen bestaat in
al wat bestaat en alleen omdat het bestaat
o
Zijt gij niet geroepen tot groote dingen doe dan uw
best, in het kleine getrouw te zijn.
o
Wederzijdsche achting is het- onfeilbaarste middel voor
een waarachtig gelukkig huwelijksleven.
het leven was nog zoo kwaad niet drommels nee, het
had veel beroerder kunnen zijn.
Barehkl Mulder verdiende goed geld, in het bouwvak.
Beter misschien 'dan menigeen in het heele straatje.
En daar was juffrouw Mulder grootsch op.
Als we Zaterdags vroeg gegeten hadde^L en Barend
Mulder had zijn welcelijksche financieel e en hoogst 1j>
gewikkelde- rekening en verantwoording afgelegd, dan
plaoht Barend Mulder op te staan, zijn pijp op de
schoorsteenmantel uit te kloppen,, de halfverbrande
tabak te gebruiken om zijn steenen pijp, die hij altijd
thuis rookte, te stoppen, en de asch met zijn vlakke
hand er af te schuiven, om die in het schelp- asch-
bakje op te vangen. Dan ging hij in zijn rieten leunstoel
zitten en blies dikke wolken| grijsblauwe rook uit. Zijn
kousevoeten rustten op de tafel en zijn duimen zaten
behaaglijk weggedoken in de armgaten van zijn vest
Vanaf den roodeni zakdoek, die om zijn hals geknoopt
was, ging het heele hoofd van meneer Barend Mulder
schuil achter dikke rookwolken^ die langzaam het ka
mertje vulden en rondzweefden-en kringelden in vreem
de figuren. Dat oogenfelik koos juffrouw Mulder altijd
uit om de twee vaasjes op den schoorsteen af te stof
fen. Maar daarbij bleef het niet. Alles in de buurt van
meneer Mulder saheen plotseling met een ontzettende
stoflaag overdekt te zijn, want alles in ssijn onmiddel
lijke nabijheid werd hardnekkig afgestoft, met wel
overwogen, duidelijke bewegingen.: Wat voor Barend
Mulder het bewijs was, dat juffrouw Mulder het Juiste
oogenblik afwachtte om hem iets van buitengewoon
belang te 'gaan vertellen. Met zijn grondige kennis van
juffrouw Mulderis eigenaardigheden, verminderde me
neer Mulder het aantal rookwolken dat uit zijn schier
onuitputtelijke pijp opgezogen en weer uitgeblazen werd,
en hielp haar een eindje op streek, door te zeggen*
„Hoe maakt de jongen het op kantoor?"
Juffrouw Mulder was blijkbaar nog niet heelemaal
gereed voor haar groote mededeeling, want zij stofte
het ééne vaasje twee keer achtereen grondig af eed
dan pas:
„O, dat gaat best, zegt hij".
Hebben ze 'm misschien al dirrilkteur gemaakt?"
„Misschien wel", mompelde juffrouw Mulder.
Kijk, dat zat zoo, met den zoon van juffrouw Mulder.
De jongen was op kantoor gegaan. Het was een slag
geweest voor Barenjd Mulder, toen htm „Hendrik" zijn
raad om „goed geld" in het bouwvak te verdienen in
den wind had geslagen en een baantje had gekregen
m et-eennboord-om, op een scheepvaartkantoor. Barend
Mulder was altijd de meegaandheid van juffrouw Mul
der gewend geweest ent kon de eigenwijsheid van huA
„Henderik" niet goed zetten. Den laatsten tijd scheen
juffrouw Mulder evenwel hoe langer hoe geheimzin
niger te worden omtrent het „baantje" op kantoor van
hun „Henderik"; het sdheem Barend Mulder toe, alsof
zij zorgvuldig de carrière van „hun" Henderik opkweek
te, net als een tulpenbol ln het duister, tot de dag zot*
komen, waarop zo zou zeggen: „Ziezoo, Barend Mulder,
wat zeg je nou van onze Henderik?"
Maar nu scheen het toch, dat juffrouw Mulder iets
heel bijzonders had. Nog nooit was de boel op den
schoorsteen blijkbaar zóó stoffig geweest Barend Mul
der schoof wat onrustig heen en weer, klopte zijn stee
nen pijp uit, rukte zijn stoel om en zei: „Nou. jtif, ver
tel aria op!"
„Henxlrik hét een meissie".
Ziezoo, juffrouw Mulder had het gezegd. Se hield
dus dadelijk op met stof afnemen, ging zitten, liet
de stofdoek vallen en nam eenj schortpunt in haar
handen.
„Wat?!\ riep Barend Mulder schor.
„Een meissie", zei Juffrouw Mulder, en frommelde
aan een andere schortpunt.
Barend Mulder stond langzaam op, streek met zijn
hand over zijn voorhoofd en keek naar iets in de verte,
dat er niet was. 'n Meissie... As je me nou... Die jonge
was overal zoo vroeg bij- Zoodra ie in de lange broek
was, had ie d'r al uit gewild. Nou ja, hijzelf was er in
ze jonge jare ook al jong uit gegaan. Maar in die dage
most er nog gewerkt worde. Het eenigste wat hij zich
levendig herinnerde, was dat ziin moeder zoo huilde...
Nou ja... Een melsie... Natuurlijk zoo'n nieuwerwetsdh
ding, veel snaps en zonder verstand, met een lucht van
cdeur en die altijd zatte te lache en te gieehele om
niks... Een meissie... jandorie...
Juffrouw Mulder liet haar schortpunt opeens met
rust en liep hard naar de voordeur, omdat er gebeld
was. En voordat meneer Barend. Mulder tijd had gehad
zich te herstelleni, kwamen „Hendrik" en het „melsMe"
de keuken in. „Zet je hoed af, lieverd", hoorde hij
juffrouw Mulder zeggen. ,En ga in de leunstoel zitten,
die is veel gemakkelijker".
Meneer Mulder, op zijn kousenvoeten, schuifelde naar
de trap, naar de slaapkamer. Juffrouw Mulder waalde
breeduit met een| schoon wit tafellaken en toen dat
eindelijk op tafel lag, was meneer Mulder heelemaal
verdwenen. Naar boven.
Later kwam hij naar beneden, toen hij geroepen werd,
om een boterham te komen eten Juffrouw Mulder zette
een stoel naast die van Sofletje Je moest haar So-
fietje noemen, vader!, had ze gezegd Hij had zijn
blauwe pak aan en zijn gele schoenen en een van zijn
gestreept-) overhemden-vooivZon-en-feestxlagen. Juffrouw
Mulder had dit dadelijk opgemerkt als een teeken van
verzoening en ze keek stralend naar .Henderik"... Even
later betrapte Barend Mulder er zich op, dat hij juf
frouw Mulder het broodschaaltje aanreikte. Hij zelf
nam met opzet een „kap". Hij stond er op. dat Sofletja
den laatsten boterham nam. Meneer Barend Mulder
Een oeroud gebruik van mythischen oorsprong heeft
zich ln het bij bad Pyrmont gelegen dorpje Lüdge in
ongewijzlgden vorm door de eeuwen weten te handha
ven. Tegenwoordig zorgt zelfs een vereenlging, die
volksfeesten organiseert, voor de instandhouding. Want
het geldt als een ongesohreven wet bij de bevolking, dat
het gebruik van het laten loopen der Paaschraderen
zou uitsterven, zoodra één schakel in de Jaarlijksohe
keten mocht ontbreken.
Tegen zonsondergang op eersten Paaschdag komt de
landbevolking van wijd en zijd bijeen om den loop der
raderen van den Paaschberg bij te wonen. Op den top
van dien berg verheft zioh een kruis van meer dan 4
M. hoogte ,dat als symbool van leven en licht, door fak
kels hel verlicht, het begin van het spel bepaalt.
Aan den voet van den berg vlammen de Paaschvu
ren op, en dan rolt eensklaps van het kruis daarboven
Vrij naar een Engelsch gegeven, door SIROLF.
(Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden).
Als meneer Borend Mulder Zaterdagsmiddags thuis
kwam, telde hij altijd in juffrouw Mulderis roode werk
handen haar aandeel in de verdiensten van de week .uit.
Bij de berekening die hij dan maakte trok hij soms
ontstellende en onbegrijpelijke bedragen af, voor duis
tere uitgaven en bijdragen aan vreemde en onnaspeur
lijke fondsen, enizoovoort. En juffrouw Mulder hield
flan sputterend en, brommend heur hand op, de aftrek
kingen aanvaardend als een niet te ontduiken belasting,
opgelegd^ door het slechte weer of een staking in een
aanverwant bedrijf, waarvoor alle kameraden een. bij
drage moeten afstaan, vanwege de solidariteit. Het
wilde haar echter wel eens voorkomen, dat er voort
durend een onnoemelijk aantal stakingen was, waarvan
zij nooit een woord in de krant las. Maar, zoo dacht w,