SchagerCourant
Het Kinderuurtje.
Radioprogramma
SCHRIJFMACHINES
Derde Blad.
VAN PUTTEN OORTMEYER, ALKMAAR.
BOERDERIJ en VEEHOUDERIJ
Eindexamen R.L.W.-SchooI.
Westerwoldsch rooygras.
Kiemkrachtbepaling.
Zaterdag 30 Maart 1929
72ste Jaargang. No. 8434.
buien; 't waa of hij teveel tobde; hij zag ook zoo bleek!
En vaak had hij, midden onder zijn gepeins, van die
zotte lachbuien, welke zijn vrouw opnieuw verontrust
ten, ofschoon ze veel van hem gewoon was geraakt.
Dan meesmuilde hij maar. Wat had Bernard toch?
Toen de instuif in vollen gang was en tante Tonia
haar vast grapje op Bernard's ouders had getapt, begon
oom Theodoor over de radio. En allen werden plotse
ling stil.
Bernard's radio was de gebeurtenis in de familie ge
weest. Zoo'n ding, dat was nu juist iets voor dien on-
zinnigen Bernard. Wat had je nu aan een radio? ,,'t
Was toch maar namaak-muziek", zei snibbige Suze, die
zelf aan piano deed. En neef Jonas begreep niet, waar
die Bernard het geld vandaan kreeg, want zoo'n in
stallatie kostte toch 'n driehonderd gulden.
Oom Theodoor was opgestaan en bekeek met nieuws-
MIGNON f25.—; ROYAL f90.—; REMING-1
TON f 35.—; OLIVER f 45.—; UNDERWOOD
KWITANTIE WAGEN f135.—; SMITH
BROS f 150.—: REMINGTON No. 12. LAAT
STE MODEL, ALS NIEUW f 175.—; EMPIRE
(ADLER) f 80.—; REMINGTON, LAGE WA
GEN f85.— EN VELE ANDERE MERKEN.
ALLE SCHRIJFMACHINES ZIJN IN PRIMA
STAAT EN WORDEN 1 JAAR GRATIS
ONDERHOUDEN.
PAÏGLOP 18. Underwood Agentschap. TEL. 898.
Repareeren. Onderhoud Abonnementen.
gierige blikken het instrument.
„Zou je 'm niet eens kunnen laten spelen?" vroeg hij
zoo langs zijn neus weg.
„Als de gasten daar geen bezwaar tegen hebben?"
antwoordde Bernard onverschillig.
„Ja-toe! neer Bernard, een mopje radio!" vleide nicht
Frederlek. Eensklaps verrast, dat ze een object had
gevonden voor een variant op de eeuwige scheur in
het pak van den jubilaris, voegde ze er aan toe: „Maar
gunst, Bernard, zie je niet dat er een scheur in het dek
sel is van je kast? April!!!"
„We zullen hem aanzetten. Attentie dames en hee-
ren!" riep Bernard gewichtig.
Een een teemende ouwe-jongejuffrouwwenstem galm
de door het vertrek.
en dan heb ik nog wat te zeggen voor de lieve
kindertjes Baartman. Blinderen 4k feliciteer jelui met
(EEN APRILGRAP)
door
H. G. CANNEGIKTER.
Het trof toevallig, dat Braatmian op 1 April' jarig
was. Hij was tot nog toe altijd op 1 April jarig geweest,
en elk jaar had deze coïncidentie weer aanleiding ge
geven tot toespelingen ten koste van zijn persoon. Het
was, zeiden de tantes en oom es, die hem bij de mid
dagthee kwamen gelukwensohen, de beste Aprilmop ge- I
weest, die geboorte van Bernard, hun neef. Want
ooiijker snaak was er in de wereld moeilijk te vinden,
„De wereld" was het provinciestadje, waarin Bernard
Braatman met zijn familie woonde. De familie Braat-1
man muntte niet door ondernemingszin uit; er waren
weinig Bra&tanan'a onider de uitvinders, ontdekking»- j
reizigers of handelökosmopolleten. De Braatmans namen
genoegen met het bescheiden deel, dat hun provincie- j
stadje ze opleverde en bleven daar hangen, de ééne
tak in de houtzaaJk, de andere ln de ambtenarij. De j
mannen hadden geen reden om te veronderstellen^ dat
de meisjes buiten hun woonplaats geschikter voor
huisvrouw waren dan die utt de stad on zoo trouwden
ze mat hun vriendinnetje» van school. En daar hun
zusters even hokvast waren als de broers en dua
vreemden geen kans gaven miet hun (bekoorlijkheid
kennis te maken, bieren zij, voorxoover zo niet met een
achterneef uit de plaats samen een huishouding op
zetten, ongetrouwd. Derhalve had Bernard Braatman
veel nichten en oude tante», die hem, al of niet verge
zeld van haar echtgenooten, op zijn verjaardag kwamen
gelukwenschen.
Bernard was de uitsondering ln de familie. Hij was
de eenige, die zich had aangetrokken gevoeld tot de
vreemde wereld daarbuiten de stad; als reiziger voor de
houteaak had hij in zijn jeugd het heele land afgezwor
ven; zélfs was hij over de grenzen geweest! Niemand
van de familie nam dezen lossen krullébol au sérfeux;
men mocht hem wel om zijn gijntjes, maar vond hem
toch eigenlijk een maatschappelijke mislukking, die de
heele familie blameerde door zijn. gebrek aan betame
lijkheid.
Het was niet voor niet, dat Bernard op 1 April waa
geboren. Hij kon het niet helpen; hij was hierdoor tot
malligheid voorbeschikt. En zijn verjaardag leende zich
telkens weer tot een algemeene voor den gekhouderij,
waarvan Bernard het slachtoffer was.
De verjaarsgrappen van de familie waren niet gees
tig. Zo lcwam telken Jare weder op 't zelfde neer.
Do dikke tante Tonia gaf gewoonlijk het sein.
„Wel, Bernard", zed zo, nadat zo Neef met eenj klap
zoen gelulc had gewenscht, „dat heeft je moeder tcdh
knopjes uitgezocht Ik denk, dat Je vader, toen ze hem
op 't kantoor de boodschap brachten, Je bent im
mers zoo onverwachts midden op den dag géboren?
tegen het loopmeisje geantwoord hebbeni: April!"
Neef Jonas, die kommies bij de belasting was, viel nu
in: „Apropos, Bernard, heb je gehoord, dat ze belasting
gaan heffen van de menschen, die op 1 April zijn ge
boren? 't Moet, zegt men, zijn voor een stand/beeld, dat
ze dn Den Brlel willen oprichten ter herinnering aan het
ontzet."
En ale Bernard, met de hoffelijkheid, die een! gast
heer betaamt, dan gedaan had aleof hij 1 geloofde,
barstte heel de familie ln lachen uit en neef Jonas
bulderde: „Maar man, heb je dan den datum ver
geten!"
Tante Adele bracht geregeld een stukje zeep, dat van
marsepein bleek te zijn; nicht Friederiek ontdekte even
geregeld een scheur ln het feestpak van deni jubilaris
en oom Arnoldus wekte met dezelfde werktuigelijkheid
jaarlijks een oogenblik ontsteltenis met het bericht dat
er een gToote brand Ibij den bakker was uitgebroken,
en, als de tantes en nichten de flacons reeds trokken
om een dreigende flauwte van schrik te bezweren,
haastte de goedigaard zich, ze genist te stellen met fle
verzachte toevoeging: „Ja, in den oven^ ha^haü"
Toen Bernard zijn veertigste verjaardag zou vieren,
dacht hij met weerzin aan de op handen zijnde visite.
Het begon hem, allenJgs te vervelen, dit flauwe April-
gedoe. Hij moest er wat op verzinnen, dat hij ditmaal
een aardiger feest dan gewoonlijk beleven! kon. Maar
wat?!
Gelukkig, hij w&s er! Eenige weken geleden had hij
een radio-toestel gekregen en dit instrument zou voor
de gasten een nieuwtje zijn. Oom Theodoor, de direc
teur van de houtzaak en! als zoodanig het familiehoofd,
althans van de houtzaak-tak, was dop op muziek en
zou, wanneer de familie onderwijl aan het towabfbelen
sloeg, wel stilte gebieden. Zoo kon het Instulfuurtje
genoegelijk voorbijgaan en zou het lin élk geval zijn
schadelijk karakter hébben verloren. Men zou »sn het
verband tusschen 1 April en de geboorte van Bernard
niet langer denken, afgeleid als men was door Taan
haliger of Carmen.
Maar toen Bernard het plan met zijn vrouw besprak,
ontgoochelde deze hem als gewoonlijk.
„Man", teemde ze, „je hebt er niet aan gedacht, dat
het 's Maandags juist onder theetijd op alle station»
het kinderuur is. En wat hébben ze daaraan?"
Ja, wat hadden ze daaraan! Bernard was zelf kinder
loos en kinderloos waren .ook zijn verwanten. Kinderen
kwamen in de familie Braatman niet voor. Men) merkte
ze tenminste nooit Het was, alsof een Braatman on-
mdddelijk na de geboorte een volwassen schepsel was
geworden, vaardig om met den naam „neef", „nicht",
„oom" of „tante" te worden aangesprokeni
Bernard was eigenlijk het eenige kind in de familie,
ofschoon zijn veertigste verjaardag voor de deur stond.
„Neef Bernard zal levenslang een kind blijven!" ver
zuchtten de verwanten hoofdschuddend, nadat ze uitge
lachen waren om de pret, die het kind hun wederom had
verschaft.
Dus: geen radio! Als Aprilgrap-bestrijding kon helaas
oo de radio geen dienst doen. Bernard moest opnieuw
lxerzinnen gaan. En hij zette zich aan het verzin-
n. Zyn vrouw maakte zich ongerust over zijn stille
Afgeloopen week zijn weer een aantal jongelui blij
en gelukkig gemaakt, toen aan hen na afgelegde be
wijzen van bekwaamheid een diploma der Rijksland-
bouwwinterschool kon worden uitgereikt. Ik zeg blij
en gelukkig, want stemt bet niet tot verheugenis als
een vooropgezet doel bereikt wordt en als er een ein
de is gekomen aan de vele zorgen en moeilijkheden
die voor het bereiken van dat doel moesten worden
overwonnen. De gediplomeerde jongelui hebben ge
toond iets te willen in den goeden zin van het
woord. Zij wilden hun kennis op landbouwgebied ver
meerderen. Dat op zichzelf doet a! prettig aan, afge
scheiden nog van de quaestie of de verkregen kennis
later met meer of mfnder voordeel kan worden aan
gewend. In dezen futloozen tijd, nu massa's Jongelui
meenen, dat het er niet zoo nauw op aankomt, hoe
men door de wereld gaat, in dezen tijd, nu pretjes en
uitjes aan de orde van den dag zijn, is het een ver
blijdend iets, dat er toch ook nog jongelui zijn van
ernstig willen, die naast de vermaken der wereld ook
nog gevoel en behoefte hebben aan kennisvermeer
dering. Van harte gefeliciteerd jongelui. Gij gaat nu
het leger versterken van hen die al reeds in het be
zit van meergenoemd diploma zijn. Het zijn er al
meer dan 600. Een behoorlijk aantal dus, die ln de
landbouwende wereld een onzichtbare kracht vormen,
een kern als het ware, waarop voort te bouwen is en
waaraan reeds menige verbetering on vooruitgang op
allerlei gebied is te danken. De Ideeën op de land
bouwschool verkregen, worden al meer en meer in
daden omgezet en zoo moet het ook gaan.
Zeker, lk zou te kort doen aan anderen die geen
diploma bezitton en toch boste bouwers en veehou
ders zijn, als lk elke vooruitgang zou willen toeschrij
ven aan de diploma-bezitters. Onder de ouderen ko
men ook tol van flinke menschen voor, die een open
oog hebben voor de behoeften van het door hen geleid
bedrijf, en ook is het waar dat diploma-bezitters niet
altijd aan de gestelde verwachtingen beantwoorden.
De persoonlijkheid spreekt in deze ook nog een woord
je mee. Doch ik vrees toch geen tegenspraak als ik
beweer dat de geest van deze pijn. 600 gediplomeer
den de geheele streek als oen zuurdeesem doortrekt
en als men niet blind is voor de feiten, is dit in onze
omgeving zeer duidelijk waar te nemen als men daar
mede oens vergelijkt wat ln andere streken van ons
vaderland te zien is, waar de menschen niet zoo van
het nut van landbouwonderwijs zijn doordrongen. Per
soonlijk verkeugen wij ons ook over het verworven
bezit der gediplomeerde leerlingen en als iets onze
vreugde tempert, is het dit, dat het ons altijd eeniger-
mate teleurstelt, dat nog niet meerdere Jongelui van
deze onderwijsinrichting gebruik maken. Ik weet wel,
allerlei bezwaren kunnen hiervoor bestaan. Zijn het
flnantieele ovorwogingen, dan kan ik mij daar vol
komen bij neerleggen, hoewel er vaak toch nog wol
aan een en ander een mouw ia te passen, als er de
wil voor bestaat. Daar vloeit mij het woordje wil weer
uit de pen. Daaraan ontbreekt het ook nog veel meer
dan aan de flnantiën. Veel Jongelui, toonen in deze
geen wil te bezitten en dat is zeer te betreuren. Wie
op een leeftijd van 16 Jaar en ouder blijkt geeft van
geen wil te bezitten om iets goeds te bereiken, och,
zoo iemand zakt later odk zoo gemakkelijk af en kun
nen zich dan ook zoo moeilijk staande houden. Wel
aan dan jongelui, nu de lentedagen komen en veld
en weide uw aandacht vragen, zuilen wij u niet vra
gen om ook eens een paar winterhalfjaren de tan
den op elkaar te zetten en ook eens te toonen dat men
een wil -heeft. In den nazomer, in den herfst dus, hoop
ik Jullie jonge landbouwers en veehouders nogmaals
van deze plaats toe te spreken. Raadpleeg en overleg
in dien tusschentijd eens met hen die een diploma der
R.L.W.S. hebben willen behalen.
Klaver, Rozendaalsche roode, is niet geheel winter
vast en het zou mij niets verwonderen als na do
strenge vorstperiode hier en daar een stuk klaver
moest worden omgeploegd, omdat het beschot niet
zoo heel groot kon worden, zelfs niet, onder de meest
gewenschte groeiomstandigheden. Ja, maar wat dan.
Wij moeten toch klaverhooi winnen en paardevoer
hebben. Zou het dan misschien geen overweging ver
dienen. om wat Westerwoldsch rooygras uit te zaaien.
Wel heeft dit gras niet de waarde van klaver, als vee
voeder, maar het Westerwoldsch rooygras is toch een
van de gewassen, dat zich kolossaal snel kan ontwik
kelen en waarvan de opbrengst ook buitengewoon
hoog kan zijn, zoodat in den zomer over ©en flinke
hoeveelheid groenvoer kan worden beschikt.
In vorm komt het gras veel overeen met het Ita-
liaansch roóigras. Het Italiaansch rooigras bereikt
echter pas in het tweede jaar zijn volle ontwikkeling,
het Westerwoldsch daarentegen schiet reeds spoedig
na zijn uitzaai in de aar en kan in een vochtigen zo
mer twee tot drie, bij gunstig weer zelfs wel vier sne
den geven. Het gras is van een goede qualiteit en
wordt gaarne door de verschillende diersoorten gege
ten. Het is evenwel niet van blij venden aard en heeft
reeds na één jaar zoo goed als afgedaan.
Daar Westerwoldsch rooygras zeer snel groeit,
moet het in korten tijd veel plan ten voedsel opnemen.
De grond,, waarop het verbouwd zal worden, dient
dus van nature rijk aan voedsel te zijn of flink be
mest te worden. Kalkhoudende kleigronden zijn wel
de meest geschikte gronden, wat niet wegneemt, dat
op voldoend vochtige vruchtbare zandgronden, het
gras ook heel goed groeien wil. Wel is het gras vrij
goed tegen droogte bestand, doch het verkiest toch
de meer vochthoudende grondsoorten. Ook winterkou
de kan het aardig goed verdragen, zoodat hot desnoods
ook al wel in het najaar gezaaid kan worden. Mis
lukt het dan evenwel, dan is alleen het zaad verloren
en moet in het voorjaar opnieuw gezaaid worden.
Komt het gewas evenwel goed den winter door, dan
kan men reeds vroeg over een flinke snede groenvoer
beschikken.
Wat de bemesting betreft, merken we op, dat oude
mest in den bodem voor de ontwikkeling van groot
belang is. Met een bemesting met kunstmest zijn ech
ter ook zeer gunstige resultaten te bereiken. Deze kan
in het najaar worden toegediend bij herfstuitzaai en in
het voorjaar als in de lente wordt uitgezaaid. 500
K.G. Thomasslakken of eenzelfde hoeveelheid super
lijkt mij wel gewenscht, terwijl het gewas ook zeer
dankbaar is voor stikstofbemesting. Bij uitzaai in het
voorjaar doen 150 K.G. chili of Norge uitstekende
dienst. Na iedere snede trachte men het gewas op
nieuw met een 100 K.G. salpetermeststof weer zoo
spoedig doenlijk op dreef te brengen.
Beschikt men over gier, dan is deze meststof bij uit
stek geschikt voor Westerwoldsch rooygras. Gewoon
lijk wordt 50 K.G. zaaizaad per H.A. genomen, dat
meestal zonder dekvrucht wordt uitgezaaid.
Daar de opbrengst het tweede jaar weinig te be-
teekenen heeft, wordt het gewas op het einde van
den eersten zomer ondergewerkt. Om het volgend
jaar geen last van opslag to hebben, moet een flinke
grondbewerking worden toegepast.
Mot de cultuur van dit gras, dat bij mislukking van
een ander groongewas 'n ware uitkomst kan zijn, be
velen wij aan eens een proef te nemen.
Bernardtje'a verjaardag en lk (hoop, dat Jelui vanmid
dag een prettig partijtje zult hebben. Ik kan me zoo
voorstellen, hoe gezellig jelui 't allemaal met elkaar
hebt. Ja. 't is, of ik er zelf bij ben. Ja-ja! Ik zie jelui
allemaal zitten bij 't ganzenbord.
Gelooven jelui het niet? Nou dan, zal lk zp eens
opnoemen? Dan zul je zien, dat tante Koos alles van
jelui weet
Dan zie ik allereerst die schat van een Tonia, Tonia,
Tonia, meid, je moet toch oppassen, dat je niet te veel
suikertjes eet. Hoeveel pond weeg je eigenlijk wel, lieve
dikkert! Denk toch een beètje om de slanke lijn, schat
tebout je!"
„Wel allemachtig!" bromde oom Theodoor.
,En nu zie ik een jongetje met een kort broekje en
bloote knietjes en een dot van een buisjo aan. Ja, dotje,
Jonas! dat ben jij. Je bent een reuze-Hef kereltje, vent!
maar ze hebben me verteld, dat je teveel drinkt. Drin
ken is gezond, maar met mate! Onthoud dit van tante
Koos, Jonasje! Eet liever een peer of een sinaasappel,
dat helpt net zoo goed voor den dorst als al dat koude
water. Daar krijg je maar buikpijn van. Zul je 't ont
houden, lieverd!"
„Nou zeg Jonas, onthoud het!" onderbrak oom Arnol
dus.
„Water, ha-ha! Klaar water met suiker, bedoelt ze!"
Neef Jonas, die een echte pimpelaar was, vond het
heelemaal niet plelzlerig en had lust op te staan, die
vervloekte radio ineen te trappen en te verdwijnen.
„Jonas, daar ga Je!" riep tante Adele, en dronk hean
ironisch toe met haar kopje thee
De zoetelijke preekstem van de kinderjuffrouw ging
door:
„...En zal Suusje geen ruzie maken vanmiddag en
't feest niet bederven? Ja-ja, lieverdje, zeg nu maar
niet, dat je nooit snibbig bent, want tante Koosje weet
alles. Als Je je betert en heel zoet -bent, komt tante Koos
ook op jou verjaardag, hoor meid..."
En zoo kregen allen op de kindervisite hun beurt.
Toen tante Koos afscheid genomen had en neef Ber
nard de radio had uitgeschakeld, ging hij breed-ult in
zijn club-fauteuil zitten, wreef zich de handen en keek
met zijn glundere oogen de gasten aan, die verbluft
voor zich uit staarden en niet wisten, of ze lachen d»"
wel boos wezen moest.
„En hoe vinden jelui nu mijn radio, kindertjes!",
galmde Bernard, de juffrouw nabootsend,
„Da's een knap stuk werk", grinnikte oom Theodoor,
„maar hoe wist die juffrouw dit allemaal?"
„Da's nou ereis mijn Aprll-mop geweest", brulde Ber
nard.
Vaak gebeurt het, dat de landbouwer als hij gaat
zaaien, nog wat zaad heeft van een vorig jaar. Het
is jnrmer het dan niet te gebruiken, maar recht ver
trouwen doet hij het ook niet. Wat dit laatste betreft,
is dit geen wonder. Immers zaad, dat lang bewaard
wordt, gaat in kiemkracht achteruit en wel des te
sterker, naarmate het slechter bewaard wordt. Vooral
een vochtige omgeving, gepaard aan een hooge of lage
temperatuur, werken zeer nadeelig. Ofschoon de ver
schillende soorten zaad niet alle even lang bewaard
kunnen blijven, behouden de meeste, mits in een
droge omgeving bewaard, nog vrij lang hun kiem
kracht, vooral wanneer de zaden onder gunstige om
standigheden zijn geoogst. In vochtige lucht daaren
tegen worden de zaden muf en schimmelig en boeten
dan vrij snel hun kiemvermogen in. Evenwel is men
van zaad, dat oenigen tijd bewaard is geworden, nooit
zeker. Het verdient daarom, wanneer men oud zaad
niet weg wil doen, of wanneer men nieuw zaad heeft
dat onder minder gunstige omstandigheden is gewon
nen, aanbeveling het vooraf op kiemvermogen te doen
onderzoeken of dit zelf te doen. Ofschoon dit laatste
niet zoo precies kan plaats hebben als aan het Rijks
landbouwproefstation voor Zaadcontrole te Wagenin-
gen, kan men zich tot toch op vrij eenvoudige wijze
een aardig idee omtrent deze eigenschap vormen.
Men kan bij bedoeld onderzoek gebruik maken van
houtzaagsel of van filtreerpapier. Men doet h.v. in
een bloempot houtzaagsel, dat behoorlijk vochtig ge
maakt en gehouden wordt. (Hierin worden een be
paald aantal, honderd of tweehonderd, zaden gelegd.
Vervolgens wordt de bloempot in een niet te koude
omgeving gezet, het liefst in een vertrek, waar ge
stookt wordt. De zaden welke ikiemkrachtig zijn, zul
len dat weldra toonen. Wanneer filtreerpapier ge
bruikt wordt, worden daarin de zaden gevouwen, op
een bord gelegd en vochtig gehouden door er eiken
dag met een spons wat water op te sprenkelen. Om
de verdamping tegen te gaan, kan een stuk glas op
het bord gelegd worden. Aanbeveling verdient het in
beide gevallen, de zaden, wel'ke ontkiemd zijn, te ver
wijderen
Het kiemingsproces moet op deze wijze vrij wat
sneller verloopen dan in den bodem. Is dat niet het
geval, dan is het beter de zaden niet voor den uit
zaai te gebruiken. Blijkt op een der twee wijzen dat
het zaad wel kiemkrachtig is, maar niet in dezelfde
mate als nieuw zaad, dan kan men dit nog wel ge
bruiken, als men dan maar bedenkt, wat dikker te
zaaien.
Daar de proef met weinig moeite te nemen is en
niets kost, kunnen we haar in geval van twijfel sterk
aanbevelen en raden we in ieder geval af, zaad uit
te zaaien, waarvan men niet ten naaste bij de kiem
kracht kent.
Nu we toch over kiemkracht schrijven, moeten we
nog even opmerken, dat een goede kiemkracht nog
niet altijd een goede opkomst waarborgt, ook al zijn
de weersomstandigheden daarvoor goed en al treden
geen insectenplagen op. De zaden kunnen namelijk
door niet waarneembare schimmels aangetast zijn,
welke niet verhinderen, dat zij ontkiemen, maar wel,
dat zij zich verder ontwikkelen. Zoo zijn erwten vaak
aangetast door een schimmel, welke men met den
naam Ascochyta Pisi aanduidt. Een erwt hierdoor
aangetast, ontkiemt wel, maar tevens neemt men
waar, dat uit de erwt, die wat bruinig gekleurd is.
een massa witte schimmeldraden te voorschijn ko
men, die de kiem ondermijnen en ten slotte vernie
len.
S. V.
De samenstelling en I
bereiding der origineels j
pepermunt
I staat onder voortdurende I
medische en scheikundige I
controle. I
Engroi bij J. F. T. LIESHOUT en O. XUYPER,
Voor Zondag 81 Maart.
,7.30 HUIZEN (336) N.C.R.V. Carillonconcert Paasch-
klokken van Koninkl. Paleis te Amsterdam.
8.25 HUIZEN (336) N.C.R.V. Morgenwijding -door Dfl.
P. H. Borgers. EJvang. Luth. Predikant
9.00 HILVERSUM (1071) VARA. Gramophoonplaten.
9.20 HILVERSUM (1071) VJLRJL Cursus Doe het
veilig.
9.40 HILVERSUM (1071) VARA Gramophoonplaten
10.00 HILVERSUM (1071) V.A.R.A Paedogoglsch con
cert. met medewerking van het Haagsch strijk
kwartet.
10.30 HUIZEN (336) K.R.O. Uitzending van de plech
tige Hoogmis op laten Paaschdag uit de kerk
van de H. Theresia ab Infante Jesu te Breda,
10.50 BERLIJN (475) Concert
12.00 HILVERSUM (1071) A.V.R.O. Middagconcert, bar
riton Paul Pul.
12.20 LANGENBERG (452) Middagconcert
12.25 HAMBURG (392) Concert
12.30 HUIZEN (336) KRO. I.unchmuziek.
1.05 PARIJS (1744) Dansmuziek.
1.25 MOTALA (1365) Symphonie-conoert
1.80 HUIZEN (336) K.R.O. Godsdienstonderricht,
1.50 KALUNDBORG (1153) Concert
2.00 HILVERSUM (1071) A.V.R.O. Boekenhalfuurtje.
Dr. P. H. Ritter Jr.
2.00 HUIZEN (336) K.R.O. Literair halfuurtje.
2.20 HAMBURG (392) Concert.
2.30 HILVERSUM (1071) AV.R.O.-Sollsten-concert
2.30 HUIZEN (336) K.R.O. Middagconcert
3.20 WEENEN (520) Concert
3.30 HILVERSUM (1071) AV.R.O.-causerie door Louis
Schmldt.
3.30 MUNCHEN (537) Concert.
3.50 BERLIJN (475) Populair concert.
3.50 LANGENBERG (462) Vesperconcert
3.50 DAVENTRT (482) Concert uit Birmingham.
3.50 DAVENTRY (1563) Concert door militair orkest.
4.00 HILVERSUM (1071) Wedstrijduitslagen van het
Persbureau Vaz Dias, in de rustpoozen gramo-
phoonmuziek.
4.05 DAVENTRY (1563) Orkestmuziek.
4.20 FRANKFURT (421) Concert.
4.30 HUIZEN (336) Ziekenhalfuurtje.
4.45 BUDAPEST (545) Concert.
4.50 PARIJS (R. 1744) Gramophoonplaten.
5.50 HUIZEN 336) N.C.R.V. Kerkdienst uit de Geref.
Kerk (H.V.) te Amsterdam Zuid. Voorganger Dr.
J. G. Geelkerken.
6.00 WEENEN (520) Balladenconcert
6.05 DAVENTRY (1563) Bach-cantate.
6.30 HILVERSUM (1071) V.P.R.O. Spr. Ds. S. H. H.
Gorter, Muzikale medewerking van vocaal-kwar
tet.
6.50 BERLIJN (475) Opera „Carmen" van Blzet
6.50 BRUSSEL (509) Concert door omroeptrio,,
6.50 FR. a. d. MAIN (421) Opera „Aida" van Verdi,
daarna dansmuziek.
7.05 PARIJS (R. 1744) Gramophoonmuziek.
7.05 BUDAPEST (545) Concert door zigeunerkapel.
7.20 HAMBURG 392) Hoffmans Erzahlungen, opera
van Jacques Offenbach.
7.20 KONINGSBERGEN (280) Populair concert
7.20 LANGENBERG (462) Paaschconcert
7.20 MUNCHEN (537) Concert.
7.30 HUIZEN 1852) K.RX). Spr. Prof. Dr. Alph. Mul
ders van Hoeven.
7.50 BERN (411) Paaschconcert.
8.00 HILVERSUM (1071) A.V.R.O. Tijdsein en sport
ten persberichten van het Persbureau Vaz Dias.
8.10 HUIZEN (1852) K.R.O. Voetbaluitslagen van de
R.K. Voetbalfederatie, daarna praatje tot de luisteraars
daarna concert.
8.15 HILVERSUM (1071) Concert van het Utrechtsch
Stedelijk orkest o. 1. v. Albert van Raalte, solist
Sam Swaap, viool.
8.20 MILAAN (504) Opera.
8.35 KALUNDBORG (1153) Deensche muziek.
8.35 BRUSSEL (504 Concert door omroeporkest.
8.50 PARIJS (R. 1744) Concert.
9.05 MOTALA (1365) Concert.
9.20 DAVENTRY (482) Concert uit Victoria Hotel.
9.25 DAVENTRY 1563) Grieg concert.
9.30 HUIZEN (1852) Persbureau Vaz Dias. Persbe
richten ,daarna epiloog door klein koor.