„Hoe zullen we haar noemen V
Wordt dikwijls nog gezegd,
Als men de Jonggeboor'ne
In móéders armen legt
Hier volgt een lijstje namen.
Zoekt er maar even uit,
Misschien «omt u te weten
Wat ook uw naam beduidt 1
Adeline, Alice, Adela edel van geboorte
Ada rijke gave.
Agatha goed, vriendelijk.
Agnes kuisch.
Albertine beroemd.
Alexandra verdedigster der menschen.
ejnanda beminnenswaardig.
Amaiia energiek.
Anna, Annette, Nannette bevallig, liefelij k
AAtoinette onschatbaar.
Arabella een Afabische vrouw
Augusta keizerlijk
Aurora frisch, schitterend.
Barbara vreemd
Beatrice gelukkig makend
Bertha opgeruimd, schoon.
Betty vroom
Brigitte kracht.
Caroline. Chariotte edel, moedig.
Catherine Kitty rein.
Cecllia - kortzichtig
Célestine hemeisch.
MADELIEFJES PLUKKEN.
Jan en Marietje zijn aan t bloemetjes
plukken in de wei, dezelfde bloempjes die
hun moeder op hun kleeding geborduurd
heeft.
Jantje draagt een kiel van ivoorkleurige
shantungzljde, gegarneerd met een rand
van rose en blauwe madeliefjes boven de
blauwe zoom, waaronder zijn broekje nog
Juist te voorschijn komt.
Benoodigd: 1.15 M. in 1 M. breed.
Marietje heeft een Jurkje dat aan de hals
geborduurd is en van onderen groote afge
ronde tanden vertoont. Dit jurkje is uit rose
toile de sole en is bezraid met blauwe
bloempjes, geborduurd met glanzend plat
katoen.
Benoodigd 0.55 M. in 1 M. breed.
En bekijken we nu nog eens verder de
garderobe van deze beide kleuters, zoo zien
wij achtereenvolgens: een vilthoedje met
lintgarneering, waarboven de bloempjes,
daartegenover een kapotje in wit shantung,
geborduurd met bloemetjes.
Een pullover in citroengeel toile, gezoomd
met een levendig blauwe festonrand, met
eveneens blauwe bloempjes geborduurd.
Daaronder een kiel in rose toile de soie met
twee blauwe banden van onderen en bloemen
Dan een meisjeskiel, met caoutchouc band
om het middel sluitend, geknoopt aan de
zijde. Deze kiel is in wit wollen mousseline
met roode bloemetjes.
Dan een proviandtasch in grof linnen met
levendig groene bloemetjes.
Een shawl in wit nubienne, gevoerd met
levendig blauw, in welke kleur eveneens de
breede zoom is. Deze shawl past bij de hemd-
blouse in wit toile de laine met eveneens
levendig blauwe bloemetjes.
Vervolgens een combinaison in levendig
rood badhanddoekenstof, gefestonneerd en
gegarneerd in blauw.
En tenslotte een kiel in amandelgrrene
toile de soie, geborduurd met zacht rose
bloemetjes.
Garneering in bijpassende kleur.
BETEEKENIS VAN VROUWEN
NAMEN.
Clara, Clausse beroemd.
Claudia gebrekkig.
Clementine zacht, goedig.
Cora maagd.
Deborah een bij.
Dina veroordeeld.
Dora gave van God.
Edith geluk.
Ella. Eleonora lichtzinnig
Eliza - vroom.
Elvira wit
imma, Eraily vlijtig
Ernestine ernstig.
Esther ster.
Eugenie edel.
Eva leven.
Evangeline - draagster van goede tijding
Fanny, Franciska vrij.
Flora bloem
Florence bloeiend.
Frederiek vreedzaam.
Georgine grondbezitster.
Geraldine sterk.
Geertruide lansdraagster.
Henriëtte. Hendrika hoofc^van 't huis.
Helena - lichtzinnig
Horiense tuinierster.
ica - goddelijk
irene - vreedzaam
isaoella - godvruchtig
Jacoba Jacqueüne indringster.
(Ohanna Jeanne - gave van Gods barm
nartigheid
j joephine - vermeerdering
Judith - geprezene
lulla - *achi van haar
'ustine recht vaaraig
.auia laurierstruik.
Letitia, Lettle geluk.
Lilly lelie.
Lousa, Lisette dapper.
Lucie in dageraad geboren.
Lucretia gewin.
Lydia geboortig van Lldya (KL Azië),
Magdalena behoorend in Magdala.
Margaretha parel.
Marie bitter; óók: ster der zee.
Martha hulshoudster.
Mathilde heldin.
Myra treurende.
Ophelia slang.
Olympia hemelsch.
Paula klein.
Penelope weefster.
Philippine liefhebster van paarden.
Priscilla oud.
Rachel een ooL
Rebekka betooverend schoon.
Rosa roos.
Ruth schoonheid.
Sara prinses.
Selina maan.
Sibylla profetes.
Sofie wijsheid.
Stella ster.
Suze lelie.
Theodora gave van God.
Thèrése die weet te bedwingen.
Ulrica rijk.
ürsula berin.
Victoria overwinning.
Violette - viooltje.
Virginia kuisch.
vilhelmina beschermster.
OOGSPRONG VAN F.EN1GE
GEBRUIKSVOORWERPEN.
Er zijn voorwerpen waarvan het gebruik
dermate verbreid is en die volgens onze be
grippen zoo onontbeerlijk zijn dat men zich
bijna niet anders voorstellen kan of zij heb
ben altijd bestaan. Tot deze voorwerpen be-
hooren in de allereerste plaats die welke wij
bij de maaltijden noodlg hebben; en toch.
hoe vreemd het klinken moge, is hun ge
bruik nog slechts van betrekkelijk korten
datum.
De Romeinen aten liggend en met hen
drong deze gewoonte in Gallië en andere ver
overde gebieden door. Onder Karei de Groote
waren de gasten op kussens rondom kleine
tafeltjes gezeten. Deze laatste waren in de
hooge kringen uit kostbare metalen als goud
en zilver gemaakt en waren zij versierd met
teekeningen of gebeeldhouwd. Eerst drie
eeuwen later, dus omstreeks 1100, ziet men
de eiken tafels verschijnen en tegelijk met
deze de banken met gebeeldhouwde leunin
gen.
De lepels, zooals gemakkelijk te begrijpen
is, zijn net zoo oud als het bestaan van de
soep, want om uit een vaas of kom met ko
kende vloeistof te scheppen, was er wel niets
anders dan een lepel denkbaar; maar om
een stuk vleesch of visch aan den mond te
brengen, waren er zulke natuurlijke en prac-
tische voorwerpen de vingers dat men
het tot in de zeventiende eeuw niet noodlg
vond om daarvoor een vork uit te vinden!
In het hoogtebloeitijdperk van het Oude
Griekenland at men met zijn vingers en
Plutarchus gaf de regels aan om dit met de
noodige gratie te doen. Bij de Romeinen
bootste men de Grieken na en alleen om te
scheppen had men lepels en voor het snijden
der groote stukken een mes. Waar de Grie
ken en Romeinen, d.w.z. de meest beschaafde
en geraffineerdste volkeren der Oudheid het
als doodnatuurlijk beschouwden om met hun
vingers te eten, kan men niet verwachten dat
de barbaren der middeleeuwen er anders over
dachten. Op oude prenten, hun feestmalen
voorstellende, ziet men dan ook de gasten
lustig met de vingers de spijzen van hun
bord nemen.
Om de vork een plaats bij de maaltijden
te zien innemen, moet men dan ook wachten
tot de bewerking der edele metalen op een
hoogere trap van ontwikkeling gekomen ls.
De eerste vork, waarvan in de geschiedenis
melding gemaakt wordt, behoorde aan Peter
Gaveston, een gunsteling van Edward II.
Men leest n.1. dat hij bezat: „Drie zoogenaam
de vorken om peren mee te eten." Men ziet
dat het gebruik zich beperkte tot een ge
legenheid, waarbij men het zeer goed zonder
kon stellen. Voor dat men het zoover bracht
om er vleesch en visch mee te eten, moesten
er nog drie eeuwen verloopen!
Glazen en glazen bekers waren zeer zeld
zaam tot in de 15e eeuw, toen Vene
beroemde glaswerk over Europa bs
verspreiden. Op de buffetten en taj
koningen vond men wel eenige glai
monteerd op gouden of zilveren voet,
verrijkt met kostbare steenen, maai
dagelij ksche leven gebruikte men be
tin of hout. Deze trof men overal aai
herbergen waren zij zeer eenvoudig vi
in de kasteelen der edellieden waren
steeds rijk gemonteerd.
Wat betreft de eierdoppen en boi
twee voorwerpen die ons als zoo
sprekend voorkomen, heeft het zei
geduurd voor men deze in gebruik n
ln de 16e eeuw bestond er geen wt
een eierdopje aan te duiden, wel een
hoe zeldzaam dit voorwerp was.
melding van gemaakt wordt heet he
ding om de eieren ln te zetten" of
„een zilveren ding om de eieren ln te
sen." Het zoutvat vond men alleen
tafel des konings, waar het de oei
innam. Bijna steeds was het een
zonder product van goudsmeedkunst
aan de andere feestmaaltijden
koninklijk waren, vond men zoutva
een heel wat eenvoudiger vorm-
waren dit stukken brood waarin m
klein holletje gemaakt had dat met
gevuld werd. Elke gast kreeg dan
gelijk zoutvat naast zijn bord.
Di
RECEPTEN.
Kerriesoep van witte boonen.
Benoodigdheden: K L. witte boon E
L. boonennat, 1 d L. melk. eetlepef D!
1 uitje, 50 G. boter.
Bereiding: Het gesnipperde uitje
kerrie fruiten in de boter, zonder da
bruin wordt. De gaargekookte boone
een zeef wrijven, hierbij de gefrui
en kerrie voegen en het boonennat,
nog 20 minuten laten doorkoken, evi
het opendoen de melk toevoegen,
steentjes gefruit brood bi] de soep
teeren.
ONZE PATRONEN.
Patronen van de modellen van mantcti
derjurken zijn verkrilgbaar bit onze
jn jumcii »ci m uk u.iai uu uiut o
eda< trlce Mejuffrouw L. Berendes, Jozi Di
suyckerstraal 96. Den Haag.
Dp patronen voor dames kosten 1.
kinderen t 0.80. Het duurt ongeveer
ilvorens ze in het bezit komen van degt we
natronen aanvragen.
Aan de lezeressen, die een patroon tx
wordt beleefd verzocht bi) de aanvrage b
schuldigde bedrag tn te sluiten ter vooi
an administratiekosten
REDA
VOOR DE EERSTE Z1MERSCHE DAGEN.
to
Bt4
Pa
i»va
Hierbij twee aardige ensembles welke giv
op een warmen lentedag reeds dragen kunt
en die u verder den geheelen zomer van
dienst kunnen zijn.
Het tweede is in een fijn grijs reps Twet
plooien, ter zijde aangebracht, geven de noo
dige wijdte aan den rok Het manteltj-
wordt gedragen over een 4ange blouse ln de
zelfde kleur grijs met blauwe moezen.
Benoodigd 2 75 M. ln 1.40 M
Het eerste ls een beige Jersey Twi
jioolen, waarvan het bovenste gedeell
gestikt is, geven hier de verlangde wllj
den rok. Het manteltje ls recht en
■net beige toile de sole met roode
dezelfde stof waaruit het bovenülf
igd ls, evenais de kraag en de shai