Alpntti üiims-
ri
IJzeren Grendelen.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
Wenscht gij Uw goederen niet meer te nummeren
Dinsdag 28 Mei 1929.
SCHAGER
72ste Jaargang No. 8464
U R A Dl T.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitlcomcnd nummer geplaatst.
POSTnEKr.NÏNC, No. 23330. INT. TEI.r.r. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Zitting van Vrijdag 24 Mei 1929.
KIEVITSEIERENZOEKERSDRAMA MET NOOD-
LOTTIGEN AFLOOP.
De drie heeren gebroeders Herm., Gijs en Willem A.
te Oudorp, die op 7 April zonder vergunning op het
kerkeland der N.H gemeente zouden hebben gewandeld,
verschenen heden op volle sterkte weder ten tooneele,
ten einde hun zaak, geschorst door hun unanieme ont-
kenntenis, ten einde den verbalisant Drost te hooren,
verder te hooren behandelen. Ook papa A., de vracht
rijder, met de snelvoetige ket, was als voogd over zijn
minderjarige 2 zoons weder present. Gehoord werd de
heer Drost, rijksveldwachter te Koedijk, die echter van
zijn proces-verbaal geen duimbreed afweek, verklaarde
dat hij de verdachten, die zich bezig hielden met het
opsporen van kievietseieren, persoonlijk op het ver
boden terrein had waargenomen en deze verklaring nog
eens extra onderstreepte met de mededeeling, dat de
rechthebbende op het land zijn assistentie tot wering
der ongewenschte bezoekers had ingeroepen. De heer
kantonrechter verbaasde er zich dan ook over, dat die
jongelui, nu het feit zóó onomstootelijk vast stond, nog
zooveel drukte hedden gemaakt om de zaak aan te
doen houden en veroordeelt jongeheer A. Senior tot f 8
boete of 8 dagen hechtenis, idem jongeh. A. Medior tot
f 8 boete of 1 week tuchtschool, terwijl jongeh. A. junior
op grond van zijn jeugdigen leeftijd aan zijn ouders
zou worden teruggeven, zonder toepassing van straf, een
voorrecht waar de jeugd wel eens wat meer dankbaar
voor mag zijn.
DE STORM IN HET GLAS WATER GESTILD.
In deze, door overschoon zomerweder begunstigde
zitting, werd volgens belofte ook voortgezet tfe zwaar
lijvige zaak contra den ouden binnenschipper Pieter
D., die op 7 Mei zijn koppige praam had vastgeketend
aan een gemeentelijken straatlantaarn en wegens deze
misbruikhig van dit kunstzinnig lichtapparaat van den
heer Roorda, politie-agent te Alkmaar, de gebuikelijke
oproeping had ontvangen. De brave gezagvoerder die
zich de vorige week nog al opgewonden had betoond,
bleek heden heel rustig gestemd en volgens verklaring
van den agent, dewelke niets onhebbelijks of nadeeligs
van' den verdachte kon vermelden, zou het voorgevallene
gebleven zijn bij een waarschuwing, ware het niet, dat
ook toen de schipepr door zijn minder tactisch optre
den, een proces-verbaal had uitgelokt.De ambtenaar zag
de zaak dan ook minder donker in en eischte f 2 boete
of 2 dagen, waarop de schipper gemoedelijk met de
hand op zijn broekzak repliceerde: ik most maar meteen
betalen, dan ben ik er maar of!
Onder spontane hilariteit der aanwezigen, beduidde
de kantonrechter den haastig gebakerden schipper, nog
even zijn gemak te houden en verminderde toen in zijn
vonnis de straf tot één gulden boete, die dan ook a con
tant werd-afgetikt
ALTIJD MAAR WEER DE VEELBESPROKEN EN
VEELGPLAAGDE MAGNETISEUR.
Alweder diende heden een strafzaak tegen den heer
FEUILLETON
Naar het Engelsch
van
ETHEL M. DELL.
60.
Hij bleef .niet staan en keek evenmin om. „Maar toch
heb je het gezegd," antwoordde hij op een toon, die
haar het gevoel gaf alsof hij haar een stortbad ijskoud
water in het gezicht gegooid had; en het volgende oogen
blik hoorde zij zijn vluggen stap op het tuinpad en be
sefte zij, dat hij weg was.
Het was nutteloos om te trachten hem te volgen.
Haar knieën knikten onder haar. Bovendien wist zij,
dat zij naar Jeanie terug moest. Met bleeke lippen en
trillend over al haar leden liep zij naar de trap.
Hij had haar geheel verkeerd begrepen; zij had
slechts uiting gegeven aan de gedachte, die in duizenden
op heeft moeten komen, toen zij voor het eerst van de
wereldtragedie hoorden; maar hij had een persoonlijke
bedoeling in haar woorden gelegd. Hy had haar opzet
telijk wreed, onedelmoedig, bitter gevonden. Dat hij
haar op die wijze verkeerd had kunnen begrijpen deed
haar hart opnieuw bloeden. O, het was beter, dat zij
afzonderlijk leefden! Hoe was het mogelijk, dat er ooit
weer vertrouwen, intimiteit tusschen hen zou kunnen
zijn?
Tranen sprongen haar in de oogen...
Een stem riep van boven en zij schrok. Zij bedwong
zich vlug en liep de trap op. De verpleegster kwam
haar tegemoet.
„De kleine is niet zoo goed. Ik dacht, dat zij sliep,
maar ik ben bang, dat zij bewusteloos is!"
„O, zuster, en ik heb haar alleen gelaten!"
Er klonk zulk een haryerscheurende wanhoop ln
Avery's stem, dat de verpleegster diep ontroerd werd.
„Liefste, je zoudt er njets aan hebben kunnen doen.
Het is de .zwakheid vóór het einde en wij kunnen niets
doen, om het af te wenden. Hoe is het met haar moe
der? Kan zij komen?"
Avery schudde wanhopig het hoofd „De eerste week
niet."
„Ah!" zeide de verpleegster; en dat was alles. Maar
Avery wist op dat oogenblik, dat er nog slechts weinige
weken verloopen zouden vóór de kleine Jeanie Lorimer
door de Open Poorten zou gaan.
Zij wilde dien nacht niet naar bed. Zij wist, dat zij
toch niet zou kunnen slapen.
v. d. P. magnetiseur te Amsterdam, wegens overtreding
van art 436 Wetb. v. Strafr.: Het onbevoegd uitoefenen
der geneeskunde. Ook in dit geval was het weer te
Limmen, waar de heer v d. P. zeer populair schijnt te
zijn, dat proces-verbaal tegen hem werd opgemaakt.
Gezegde heer v. d. P. had namelijk gedurende het
najaar van '28 tot Januari '29 in behandeling genomen
mej. Catharina V.. huisvrouw van den electricien J. G.
H. welke dame lijdende was aan, naar zij vermeende
rheumatische pijnen in haar rechterarm, voorts aan
keel- en oorpijn. Zij was voor deze aandoeningen, zonder
eenige baat te ondervinden door verschillende wettig
gebrevetteerde artsen en specialisten en ten einde raad
had de heer H. zieïi gewend tot den magnetiseur, die
hem als een voortreffelijke geneeskracht was gerecom
mandeerd. De heer v. d. P. was dan ook verschenen
en had op de bekende wijze, het maken van strijkende
bewegingen en het wegwerpen 'van iets onstoffelijks de
lijderes gecureerd. De seance had 2 maal per week
plaats en de heer v. d. P. ontving telkens f 2, soms ook
f 2.50 honorarium. De vrouw verklaarde, er veel baat
bij te hebben gevonden en kon nu haar arm weer nor
maal gebruiken.
De verdachte was evenmin als de vorige maal bij de
behandeling van deze zaak verschenen.
De ambtenaar meende in zijn requisitoir kort te kun
nen zijn, omdat verdachte, in overleg met zijn raadsman
en verdediger, in verzet tegen de uitgesproken vonnissen
is gekomen en deze zaken nog eens zullen worden
behandeld.
Alleen wilde de ambtenaar naar voren brengen, dat
hoewel hij gevallen als dit niet als de ernstigste (be
schouwt, er nog andere zaken zijn aangebracht, waaruit
blijkt, dat niet elk ziektegeval voor zijn behandeling
is geschikt, zoodat zelfs één patiënt door het gemis aan
doeltreffende middelen is overleden. Spreker was dan
ook van oordeel, dat de praktijk van verdachte met
krachte moet worden geweerd en vorderde in dit geval
f 200 boete subs. 100 dagen hechtenis.
De kantonrechter wees allereerst schriftelijk vonnis
in de zaak v. d. P., 14 dagen geleden behandeld, waarin
v. d. P. had gepractiseerd over mej. Metselaar, geb.
Houtenbosch, te Limmen, die souffleerde aan zenuw
hoofdpijn, in deftige kringen „migraine" genoemd. De
magistraat was hier van meening, dat ieder geval op
zich zelf moest worden behandeld en waar nu uit de
verklaring van de getuige was gebleken, dat de onder
gane behandeling, waarbij geen geneesmiddelen waren
verstrekt, een goed resultaat had verwekt, zoo meende
de kantonrechter dat zulks in de mate der straf moest
worden aan het licht gesteld en werd verdachte veroor
deeld tot slechts f 25 boete subs. 12 dagen (geëischt
was f 300 boete of 300 dagen). En voorts onmiddellijk
recht doende, veroordeelde de kantonrechter den ver
dachte in de heden \ehandelde zaak op dezelfde gron
den als in het hiervoren vermelde vonnis, gereleveerd,
tot slechts f 10 boete subsidiair 10 dagen gevangenisstraf
Schele hoofdpijn
is vaak te wijten aan
slechte spijsvertering.
Foster's Maagpillen
verdrijven spoedig uw
kwaal, werken uiterst
aacht en verschaffen
u een gezonden eetlust,
qieuwe energie en een
opgeruimd humeur.
Maagpillen^
f 0.65 per flacon.
Fo ster's
Alom verkrijgbaar
Zij zag Piers eerst laat in den avond. De verpleegster
ging hem vertellen hoe het met Jeanie was. Hij kwam,
bleek en akelig kalm boven, en stond verscheidene mi
nuten te kijken naar de slanke, vlug ademende wezentje,
dat, dicht bij het open raam, tusschen de kussens lag.
Avery kon in die minuten niet naar zijn gezicht kij
ken zij durfde niet aar toen hij zich ten slotte om
keerde, zeide hij.
„Blijf jij hier?"
„Ja," fluisterde zij.
Hij deed geen poging om haar van dat plan af te
brengen. Het eenige wat hij zeide was: „Kan ik in je
kamer wachten? Daar ben ik te beroepen."
„Natuurlijk."
„Eri zal je me roepen, als er verandering komt?"
„Natuurlijk."
Hij knikte en ging.
En dan begon de lange, lange nachtwake. Het regende
en het was heel donker. Het diepe geruisch van de zee
rees plechtig op en vulde de stille kamer. De vloed
kwam op.
Langzaam sleepte de nacht zich voort. De regen klet
terde een poosje en hield dan op. Het zeebriesje blies
zacht, zilt en zuiver binnen. Het deed de bruine haar
tjes op Jeanie's voorhoofd trillen.
De verpleegster zat naast een overkapte lamp te wa
ken, Avery dicht bij het bed niet te bidden, nauwelijks
te denken, slechts te wachten op het opengaan der Poor
ten. En in dat uur verlangde zij er o, hoe hartstoch
telijk! naar, dat, wanneer zij opengingen, zij ook naar
binnen mocht gaan.
In het donkerste uur van den nacht begon het getij
te keeren. Zij keek bijna instinctief naar een verande
ring, doch er kwam er? geen. Jeanie bewcog zich niet,
behalve wanneer de verpleegster zich over haar heen
boog en haar voedsel gaf, en iederen keer nam zij
minder.
De nacht begon te verstrijken. Een grijs licht voor
het raam. Het briesje werd frisscher.
En heel plotseling hield het ademhalen, waarnaar
Avery den geheelen nacht geluisterd had, een paar se
conden op en maakte plaats voor een diepen zucht als
van iemand, die uit een zwaren slaap wakker wordt.
Zij stond vlug op en de verpleegster keek op; Jeanie's
oogen, donker, bovenaardsch, onbevreesd, stonden wijd
open.
Zij keek Avery een oogenblik als verbaasd aan. Dan
zacht fluisterend: „Heeft Piers afscheid genomen?"
„Neen, lieveling. Maar hij wacht. Ik zal hem roepen."
„Vlug!" fluisterde de verpleegster, toen zij langs haar
kwam.
Vlug, stil, ging Avery naar haar kamer. Maar hij
scheen gevoeld te hebben, dat zij kwam, want hij stond
reeds op den drempel.
9
Stuurt dan Uw wasch naar de
NOORD-HOLL. van S. KROM,
Telet. 523.
DE DIMMER SCHOODHEIBEL ZAD NU EENS TER
DEGE WORDEN UITGEZOCHT.
De 53-jarige huisvader en tuinder Jacob K. te Limmen
had volgens dagvaarding zijn leerplichtwettige spruit
in de 5e klas Jacob vanaf 11 Febr. tot 19 Maart niet
behoorlijk ter school gezonden en daar hij in het ver
leden reeds eenige malen te dier zake met dit watertje
voor den dokter kwam, werd hem tevens recidive of
herhaling ten laste gelegd.
De heer Jb. K. erkende net feit, doch beweerde steeds
zijn jongen trouw naar de school te hebben gezonden,
doch dat de knaap geregeld elke morgen door het hoofd
der school Bosma was terug gezonden. Het schijnt dat
hier een kwestie is, waarop het schoolhoofd die weige
ring grondt
De kantonrechter, die ook dit klokje al heeft hooren
luiden, zeide grimmig tot verdachte: U zal recht ge
schieden, dat verzeker ik U. Ik ben er óók nog.
De zaak werd daarop aangehouden tot a.s. Vrijdag
en zullen alsdan als getuigen worden gehoord het des
betreffende schoolhoofd, benevens den inspecteu van
het lager onderwijs, de heer E Rahder.
AANRIJDING TUSSCHEN DE DIACONIE EN DE
GEMEENTE ALKMAAR.
De enorme gevaarsverhooging van het stedelijk ver
keer is de oorzaak, dat de Diaconie en de dienst der ge
meentewerken te Alkmaar, die tot dusver in ideale
vrede naast elkander voortbestonden, misschien onher
stelbaar zijn gebrouilleerd en de mogelijkheid, dat de
Directeur der gemeente-reiniging in de verre toekomst
eenmaal zou kunnen ambieeren, naar het voorrecht tot
de pensionaris van eerstgemelde altruïstische instel-
linf te behooren, vrijwel kan worden uitgeschakeld
Het gebeurde dan, dat op 14 Maart j.1. omtrent half
12 voormiddags de elegante 4-wielige motorwagen door
de gemeente gebezigd tot expeditie, der geconserveerde
faecaliën, gechauffeurd door den gem.-werkman Dirk
M., welk bakbeestje 6 meter lang is, vanuit de Lange»
straat de Houtil wilde indraaien, door een voor den
schoenwinkel van de firma Nette staande luxe auto
werd belemmerd, de bocht bij de beruchte hoek van
Worm behoorlijk reonts te nemen, met gevolg, dat de
48-jarige heer G. Hoek, huismeester der Diaconie voor
tijds meer hartelijk en amicaal „vader" genoemd, die
op zijn rijwiel rechts van de straat de Houttil uitped-
delde, door de achterzijde van de gemeentelijke Boldoot-
wagen werd aangereden. Alles reed kalm en bezadigd,
zoodat het ongeval zich bepaalde tot een schade van
heelemaal 3 guldens aan het voorwiel van des heeren
Hoek's fiets.
De zaak scheen oppervlakkig beschouwd, zoo simpel
mogelijk. De gemeente betaalde f 3 schadevergoeding
aan den heer Hoek en dit de sop van de kool niet
waard zijnde zaakje was voorgoed de wereld uit. He
laas, es war so schön gewesen, aber es hat nicht
sollen sein!
Over de schuldvraag werd vurig gedebatteerd. De
heer Hoek achtte zich volkomen schuldeloos en wilde
zich met 3 pop tevreden stellen. Echter gemeentewerken,
bevreesd voor een dreigend faillissement, wees elke be
middeling af, bewerende dat de schuld geheel moest
Zijn oogen keken even vragend in de hare en dan
gingen zij samen naar Jeanie's kamer terug. Geen
woord werd tusschen hen gesproken. Er waren geen-
woorden noodig.
Jeanie's gezicht was naar de deur gekeerd. 'Haar
oogen keken langs Avery heen en glimlachten een wel
kom tegen Piers. Hij knielde naast haar neer.
„Lieve Sir Galahad!" zeide zij.
Hij schudde zijn hoofd. „Neen, Jeanie, neen!"
Zij hijgde. Hij liet zijn arm onder het kussen glijden,
om haar te steunen. Zij keerde haar gezicht naar het
zijne.
„O, Piers," hijgde zij. „ik zou zoo graag willen
dat jij gelukkig was."
„Ik ben gelukkig, lieveling."
Maar Jeanie's gezichtsvermogen was op dat oogen
blik scherper dan het ooit geweest was. „Je bent niet
gelukkig, Piers," zeide zij. „En Avery is ook niet ge
lukkig."
Piers keerde zich even om. „Kom hier, Avery!" zeide
hij.
De oude bevelende klank was in zijn stem. maar met
een verschil. Hij stak zijn vrije hand naar haar uit en
trok haar naast zich; en toen zij ook neerknielde, sloeg
hij zijn arm om haar ïieen en drukte haar tegen zich
aan.
Jeanie's oogen waren op hen beiden gericht ster
vende oogen, die straalden met een mystieken glans. Zij
zag den vastberaden blik op Pier's gezicht., terwijl hij
zijn vrouw tegen zijn hart gedrukt hield. Zij zagen de
aarzeling, waarmede zij toegaf.
„Jullie zijn nu niet gelukkig," fluisterde zy'.
„Maar jullie zult gelukkig worden
Daarna scheen zij voor een tijdje van hen weg te
glijden, het contact met hen als het ware te verliezen,
maar toch nog niet buiten hun bereik te zijn. Een paar
maal scheen zij te trachten te bidden, maar zij konden
haar woorden niet opvangen.
Hot dageraadslicht werd sterker voor het raam. Het
geluid der golven was een gefluister geworden. Van
waar zij geknield lag kon Avery den verren horizont
zien. Piers' arm was nog om haar heen. Zij had een
gevoel alsof zij samen geknield lagen voor een onzicht
baar Alt.' ir, wachtend op een zegen.
Jeanie's ademhaling werd minder gehaast. Zij scheen
reeds aan gene zijde va n het aardsche lijden. Toch ke
ken ook haar oogen naar dien verren horizont alsof zij
op een teeken wachtten.
De groote Verandering was nabij.
Ver weg links groeide een wondere helderheid aan.
De hemel scheen terug te wijken, werd van grijs waas
achtig blauw. Een wolkengordijn, dat deze geheelen
nacht door de sterren verborgen had, loste zich zacht
op in gouden draden en over de zee schoot met een
worden geweten aan den heer Hoek. Deze deed daarop
aangifte en werd door den heer Wijnberg, de verkeers-
dictator, procesverbaal opgemaakt tegen den chauffeur
van de Alkmaarsche Houbigant et Coty-auto. Gevolg
was thans, verschijning van dezen chauffeur als ver
dachte, bijgestaan door den Directeur der Reinigings
dienst als raadsman, voor den Kantonrechter.
De heer Hoek als benadeelde partij, betoogde dat
het hier niet ging om de knikkers, doch om het recht
van 't spel.
Hij meende als fietsrijdend weggebruiker, die zich stipt
hield aan de regels van 't verkeer, verzekerd te moeten
zijn, niet te worden gehinderd door een automobiel van
de gemeente, die hetzij genoodzaakt of niet, in strijd
met die regels de linkerkant van den weg had bereden,
op dien grond wees de heer Hoek elke schuld beslist af.
De heer D. M., de verdachte gemeente-chauffeur, be
riep zich op overmacht en beweerde dat de heer Hoek
te snel had gereden en eer had moeten stoppen. Voorts
werd met ijver het meeste odium gestapeld op het neu
trale hoofd van den heer Wijnberg, die maar roekeloos
proces-verbaal had opgemaakt, zonder den verdachte te
hooren. De ambtenaar, aan het woord komende, haastte
zich verkeersagent Wijnberg te rehabiliteeren. Deze had,
daar vaststond, dat de chauffeur van de
gemeente, om welke reden dan ook, bedoelde bocht links
had genomen, wat op alle manieren bij art 6 der Motor
en Rijwielwet, voor zoover het niet geldt het inhalen
van andere voertuigen, is verboden. Volgens zijn ambts
plicht tegen dezen overtreder proces-verbaal opgemaakt.
De ambtenaar achtte het te laste gelegd wettig en over
tuigend bewezen en vorderde f 8 boete of 8 dagen.
Na eenige repliek van den heer C. Grootegoed, be
paalde de kantonrechter de uitspraak op 7 Juni. Om
zich een helder en juist oordeel te kunnen vormen, zal
de kantonrechter de geheele aanrijding, zooveel moge
lijk met origineel materiaal, in scène zetten.
De hinderlijke luxe auto (eigenlijk een fordje) zal bij
Netten worden opgesteld. De odeurwagen zal met den
kantonrechter als eerepassagier, weer rijden en de bocht
nemen, de heer Hoek zal peddelen en zijn nieuw voor
wiel opnieuw laten vermorzelen... in één Woord, het be
looft een grootsche demonstratie te worden.
EEN VEELGEPLAAGD HUISVADER.
De nagenoeg 50-jarige heer Piet K., wiens garderobe
nu juist niet den indruk wekte van financieele over
daad .stelde zioh voor als gepensionneerde van de Ned.
Spoorwegmaatschappij en was vergezeld van een mager
bleek vrouwtje van twyfelachtigen leeftijd, beladen met
een bruin reiskoffertje, welke niet gedagvaarde dame
den kantonrechter de naïeve vrakg deed ontlokken, of
hij deze vrouw voor de gezelligheid had meegebracht.
Meer waarheidslievend dan hoffelijk ontkende de heer
K., die de eenigszins late eer heeft, vader te zijn van
een schoolbezoekend, dochtertje, de meerdere gezellig
heid,doch beweerde dat zyn vrouw beter op de hoogte
was van het feit, waarvoor hij terecht stond. Hij zou
dan op 8 Maart zijn dochtertje niet naar de middag-
school hebben gezonden. Verdachte deed daarop een
heftig verhaal, dat ze hem al 3 maal te grazen hadden
genomen en toen hij de school had bezocht, om daar
over den meester te spreken, hadden die apen van jon
gens hem uitgejouwd voor „opa", zonder dat de mees
ter hen dit had verboden. Verdachte sprak dan ook in
minder geciviliseerde termen zijn twijfel uit omtrent de
paedagogische wanorde van dien opvoeder der jeugd.
Deze had zijn kind ook nog geteisterd met een stem
vork. Daarop kwam zijn vrouw aan het woord en gaf
een tamelijk moeilijk te volgen definitie, waaruit we
na lang deduceeren en combineeren konden distilleeren
dat de meester verlof had gegeven voor een halvx dag
diamanten schittering de eerste straal zonnelicht.
Toen scheen Jeanie wakker te worden, als het ware
op te rijzen uit de diepten van gepeins. Haar oogen wer
den grooter; dan glimlachten zij plotseling.
Zij trachtte zich op te richten, maar wist niet dat zij
alleen door Piers' kracht opgelicht werd. Zij loosde een
zucht, die bijna een kreet was, maar blijdschap en geen
pijn drukte die uit
Een paar ademlooze oogenblikken keek zij naar bui
ten als in een extase van verrukking, als iemand, die
van een bergtop een wijder uitzicht heeft dan aardsche
oogen konden omvaten.'
Dan wendde zij zich tot Piers: „Ik zag den Hemel
geopend..." zeide zij en in haar zachte stem klopte een
verrukking, die niet in woorden geuit zou kunnen wor
den.
Zij had meer willen zeggen, maar iets hield haar te
gen. Zij maakte een gebaar alsof zij hem om den hals
wilde vallen, maar zij zonk weg in zijn armen.
Hij hield haar dicht tegen zich aan en terwijl hij
haar vasthield, voelde hij de laatste, trillende ademhaling
wegglijden uit het kleine, vermoeide lichaam...
HOOFDSTUK V.
DE VERLATEN WEG.
„Dat is juist waarin je je vergist, beste Crowther.
Je bent in sommige opzichten een bijzonder scherpzin
nige kerel, maar van vrouwen heb- je even veel verstand
als ik van theologie."
„Geloof je dat?" vroeg Crowther een beetje melan
choliek.
Piers lachte. „Ja, nu heb ik je op je eksteroog ge
trapt. Maar houd er den moed in, oude jongen! De pijn
is dadelijk weer over."
Crowther's gezicht ontspande zich wat, maar toch
was hij nog niet tevreden... „Ik ben heelemaal niet te
vreden over je .jongen! Ik geloof, dat je een prachtge-
legenheid voorbij hebt laten gaan."
„Dan geloof je verkeerd," zeide Piers. „Ik had met
den besten wil van de wereld geen uur langer kunnen
blijven. Ik was in een valsche positie. En zij arme
meid! ook. We hebben de strijdbijl ter wille van het
kind begraven, maar erg diep onder de aarde was zij
niet. Ik heb mijn best gedaan en zij ook, geloof ik.
Maar zelfs dien laatsten nacht kwamen we ertegen
in verzet. Het diende nergens .voor langer „alsof" te
spelen. Het spel was afgeloopen. Dus ben Ik wegge
gaan."
(Wordt vervolgd).