Schagsr Courant - ~r,"" RAAD VAN SCHAGEN. ft 9 B Zaterdag 8 Juni J929. (Vervolg.) Bijdrage aansluiting. Verzoek van den heer P. Berkhout om een bijdrage in de kosten van aansluiting van zijn perceel aan het net van het P.E.N. B. en W. stellen den Raad voor op het verzoek afwijzend te beschikken. Het College heeft geene termen kunnen vinden in deze eene bijdrage voor te stellen, gelet op de om standigheid, dat de Raad bij vroegere dergelijke aan vragen een dienovereenkomstig standpunt heeft in genomen. Bij toestaan van het verzoek zou een precedent worden geschept, waarvan de gevolgen niet zijn te overzien. De heer Van Nuland acht het standpunt van B. en W. niet juist dat er een precedent zou worden geschapen. (In het prae-advies van B. en W. staat geschept, maar spr. zegt dat het moet wezen gescha pen.) Ook anderen moet gelegenheid worden gege ven tot aansluiting en moet niet uitsluitend worden gevraagd of het een paar centen zal kosten. Spr. wijst op aansluitingen van Burghorn, Lagedijk en Tolke, welke aansluitingen niet rendabel gemaakt kunnen worden. Voor die buitenwijken ontstaat jaar lijks een tekort, terwijl de gemeente er hier met één bijdrage af is. De heer Van Erp wil ook de menschen helpen en de risico loopen dat er straks andere menschen een dergelijk verzoek indienen. Het is geen rechtvaardig standpunt dat de menschen in de bebouwde kom men alleen van dergelijke zaken profiteeren. De heer Leguit wijst er op dat tot aansluiting van Chrisjeswerf ook zullen overgaan. De heer Schoorl is eenigszins verwonderd over de betoogtrant van den heer Van Erp. Anders wil deze altijd weten waar hij aan toe is. Spr. wijst op de consequentie, volgend jaar kunnen er wel aanvragen tot een bedrag van f 1000 inkomen. De heer Gorter wijst er op dat hij indertijd tegen de aansluiting van de buitenwijken was, omdat de aansluiting het bedrijf op losse schroeven zou zetten. Thans evenwel is dat anders en meent spr. dat de de tekorten door het bedrijf kunnen worden ge dekt, moet de overtollige winst helpen. Was aanslui ting der buitenwijken direct geschied, dan zou de Btroomprijs hooger zijn geweest en dus hebben de menschen in de kom ervan geprofiteerd. De heer Bakker zegt, dat toen het aansluiting van Chrisjeswerf betrof, en er een tekort van f2550 was, dit is afgewezen. Toen betrof het een uitbreiding op eigen erf, nu echter uitbreiding van het net gedeelte lijk in de gemeente Sint Maarten. De heer Overtoom voelt in principe voor aanslui ting van alle wijken, maar wil dan eerst weten wat het zal kosten. Spr. zou daarom willen dat die kosten onderzocht werden. Er gaan meerdere stemmen op die dat wensche- lijk oordeelen en B. en W. nemen dan ook tijdelijk hun voorstel terug, om den directeur een nader on derzoek te doen instellen. Vergoeding vorstschade. Verzoek van den heer A. Schoorl om vergoeding wegens vorstschade, wegens gasbuisbreuk. Naar aanleiding van dit verzoek stellen B. en W. den Raad voor adressant eenige vergoeding toe te kennen, hoewel de desbetreffende buisbreuk, blijkens mededeeling van den Directeur der Lichtbedrijven, niet het geyolg is geweest van ondeugdelijke samen stelling van het buizennet, doch van de abnormaal strenge vorst. Waar het College uit andere bronnen is gebleken, dat de schade wat ruim is opgegeven, daar adressant tijdig voor de overbrenging van zijn voorraad heeft gezorgd, wordt voorgesteld de schadevergoeding te be palen op f30. Hierbij wordt opgemerkt, dat adressant oorspron kelijk aan B. en W. een schade van f40.heeft op gegeven, terwijl hij nu een bedrag van f50.noemt. De heer De Vries zegt dat adressant bovendien nog had een schade van f 50.f n.1. de rekening van den dokter, en spr. stelt daaróm voor adressant het ge vraagde bedrag f50 toe te staan. De heer Van Nuland steunt dit voorstel en wijst op de meerdere schade die nog is geledën. Waar de heer Van Erp hoort spreken over mijn heer Schoorl (adressant) meent spr. dat bedoeld wordt den wethouder Schoorl en verwondert spr. zich over het advies van B. en W. Nadat dit misverstand uit den weg is geholpen, kan ook deze spr. met het voorstel-De Vries meegaan. De heer Bakker wijst er op dat in de voorwaarde voor gaslevering voorkomt de clausule dat de aan geslotenen voor de gevolgen van vorstschade enz. komen te staan. Spr. zou dus in dit geval niet wil len spreken van vorstschade, maar van vergoeding van geleden verlies. De Voorzitter noemt dit een zeer practisch voorstel. Met algemeene stemmen wordt goedgevonden aan adressant de gevraagde vergoeding te geven. Vergoeding arbeidsloonen 'Schager IJsclub. Van het bestuur der Schager IJsclub is het ver zoek ingekomen om 50 uit te keeren van dé uit betaalde arbeidsloonen. Uit de bijgelegde lijst met bonnen blijkt, dat is uitbetaald f423.65. Hiervan wordt dus de helft gevraagd. B. en W. adviseeren: Bij raadsbesluit van 3 Januari 1929 werd op het Verzoek van het Bestuur der Schager IJsclub om eene bijdrage van 50 in de uit te betalen arbeids loonen besloten, op het verzoek gunstig te beschikken tot een maximum bijdrage van f150. Thans vraagt het Bestuur voornoemd eene bijdrage van 50 in de totaal uitbetaalde arbeidsloonen. Bij dit verzoek werd door het Bestuur overgelegd eene opgave van de uit dien hoofde gedane betalin gen. Het College vroeg zooals gebruikelijk is afschrift van de volledige rekening, ten einde den Raad onder overlegging der cijfers een voorstel te kunnen doen. Het Bestuur bleek hiertoe niet genegen en een onder houd met den Voorzitter der Vereeniging had geen ander resultaat. Naar aanleiding van een en ander deelt het Col lege den Raad mede dat, hoewel het sympathiek te genover 'het verzoek staat, naar zijn oordeel niet van het standpunt kan worden afgeweken, dat, zoolang niet de volledige rekening is overgelegd, aan het verzoek niet zal kunnen worden voldaan. De heer De Vries kan niet met het advies van B. en W. meegaan. In den allerbenardsten tijd zijn de loonen uitbetaald, de IJsclub is een machtige mee helpster geweest in de bestrijding van de werkloos heid en -spr. zou nu de gevraagde 50 willen toe staan. De heer Gorter wijst er op dat de vergadering vorig maal de voorwaarde tot het overleggen van de reke ning niet heeft gesteld. Nu de IJsclub haar eigen exploitatierekening met dit surplus moet belasten, waarom zou nu de rekening wel overgelegd worden. De Voorzitter wijst op het algemeene principe: rekening overleggen en B. en W. dachten voorzich tig te handelen. De heer Gorter zegt dat dit gebruikelijk is als het subsidieaanvragen betreft, maar hier is het hulp bij werkloosheidsvoorziening en worden de bewijzen van de uitbetaalde arbeidsloonen overgelegd. De Voorzitter zegt dat ook B. en W. oordeelen dat het streven van de IJsclub alle mogelijke waardee ring verdient. De heer Van Erp meent dat B. en W. toch niet veel waardeering hebben voor het werk van de IJs club. B. en W. hebben voldoende bewijzen, waar de penningmeester een opgaaf, voorzien van de hand- teekening van alle personen die loonen hebben ont vangen, overlegt. De Voorzitter zegt juist gedacht te hebben dat de heer Van Erp zou vragen naar bewijsstukken, waar op de heer Van Erp zegt niet zoo klein van ge dachte te zijn. De heer Overtoom oordeelt dat er onderscheid moet worden gemaakt tusschen aanvraag om subsidie en een tegemoetkoming om weldadig werk mogelijk te maken. Het ligt op den weg der gemeente om de vereeniging in dat werk tegemoet te komen. De Voorzitter stelt de Wethouders voor het voor stel in te trekken. Nadat dit is geschied, wordt met algemeene stem men besloten, de 50 van de uitbetaalde arbeids loonen toe te staan. Vaart verbetering. De heer N. Iloogschagen verzoekt vaartverbetering van de zijsloot toegang gevende tot het erf van den Schager Houthandel. B. en W. deelen mee, dat blijkens opgave van den gemeente-opzichter de verbetering van dit vaartge- deelte een uitgave van f 145.met zich zal brengen, in welk bedrag verzoekers hebben verklaard een som van f75.te willen bijdragen. Ten opzichte van de meening van verzoekers, dat het uitbaggeren zal moeten geschieden door middel van een kleinen baggermolen, deelen B. en W. mede, dat aan B. en W. bij onderzoek is gebleken, dat af gescheiden van de moeilijkheid hier een dergelijke machine te krijgen, de kosten zeer belangrijk hoo ger zullen zijn in verband vooral ook met het ver voer naar en van het werk. Gelet op bovengenoemd aanbod, stellen B. en W. voor op het verzoek gunstig te beschikken en het werk met de hand te doen uitvoeren. De heer Van Nuland bepleit het verbeteren van vaarwater, waarbij men zich niet alleen zal kunnen bepalen tot uitbaggeren, maar ook tot het. verbreeden van bruggen. Spr. geeft in overweging hier alle aan dacht aan te schenken. De kanalen zijn er nog niet en het is een dubieuse vraag of ze er ooit zullen komen. De heer Gorter wijst op een mededeeling in het schrijven van den heer Krimp, dat de meerderheid van zijn aandeelhouders voor het verplaatsen van de zaak is naar Schagerbrug. Als dat waar is, zou het uitdiepen van dat zijwater niet noodig zijn. Waar er echter nog andere belanghebbenden zijn, wil spr. met het voorstel van B. en W. meegaan. De heer Leguit zegt, dat er nog 3 belanghebbenden zijn. De heeren De Vries en Gorter informeeren verder naar het uitbaggeren met de hand en het blijkt dat de opzichter een onderzoek heeft ingesteld en het dus geen half werk belooft te zullen worden. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. Restitutie stroomprijs. Van den heer M. C. Tuinman is het verzoek inge komen om restitutie voor te veel betaalde stroom prijs. Naar aanleiding van dit adres deelen B. en W. den Raad mede, dat inderdaad de heer Tuinman voor de eerste 3000 K.W.U. heeft betaald de som van f450.terwijl hij volgens het nader vastgestelde krachtstroomtarief voor de kleinstroomgebruikers voor deze eerste 3000 K.W.U. .zou hebben te betalen een bedrag van f 335. B. en W. erkennen de billijkheid van het verzoek en stellen voor adressant over 1928 een restitutie te. verleenen, groot f 115.Ten opzichte van het ver zoek van adressant om restitutie ook over 1929, ver wijzen B. en W. naar hun voorstel tot het vaststel len van een speciaal tarief voor adressant met ingang van 1 Januari 1928. (Zie verder.) Wordt goedgevonden. Aankoop bouwterrein. Aan de orde is een verzoek van den heer P. Rezel- man, om aankoop van bouwterrein op het Heeren bosch, ter grootte van 157 M2. a f 5.per M2. Dit is het hoekperceel liggende ten oosten van het ontwor pen plantsoen. B. en W. willen hierop gunstig beschikken. De heer Overtoom informeert naar de motieven om een van de mooiste perceelen te verkoopen voor min der dan den vastgestelden prijs. De Voorzitter zegt dat de opzichter feitelijk de eerste aanvraag inzond en B. en W. oordeelden het voorrecht voor een mooi perceel had tegen niet te hoogen prijs. Adressant vroeg een veel mooier ter rein, tegen denzelfden prijs. B. en W. oordeelden dat niet te doen, maar wilden het bouwen daar toch een beetje aantrekkelijker maken. De heer Van Erp kan zich er niet mee vereenigen dat deze grond verkocht wordt beneden den kostprijs. Waar moet dat heen als de minder mooie plekjes moeten worden verkocht. Spr. wil voor de mooie ter reinen den kostprijs of meer. De heer Gorter is het met deze redeneering niet eens, het doet hem genoegen dat B. en W. dezen weg zijn ingeslagen, al meent hij dat nog wel iets verder gegaan had kunnen worden. De Voorzitter zegt dat B. cn W. het voor reclame doen. Met 10 tegen 1 stem, die van den heer Van Erp, wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. Vertegenwoordiger Kcuringskring Barsin- gerhorn. De Burgemeester heeft bedankt voor zijn benoe ming als vertegenwoordiger in den Keuringskring Barsingerhorn. B. en W. komen met het voorstel om den heer J. Schoorl Pz. te benoemen. Den heer Gorter doet het leed dat dit schrijven van den Voorzitter is ingekomen. Het ging vorig maal niet direct tegen den persoon van den heer Schoorl, maar hel doel was om de goede verstandhouding in den kring Barsingerhorn in goede banen te leiden en •dat had de Voorzitter kunnen bevorderen. De Voorzitter zal zich in het openbaar niet verder over deze kwestie uitlaten. Spr. zegt nogmaals dank voor het in hem gestelde vertrouwen; hij heeft er een speciale reden voor om de benoeming niet aan te 'nemen, maar acht het niet wenschelijk dit in het publiek te zeggen. De heer Van Nuland onderschrijft wat de heer Gorter heeft gezegd. Het doet spreker leed dat de Voorzitter niet het gemeentebelang boven het per soonlijke belang stelt. Spr. wijst er op dat we hier straks zullen hebben een keurige inrichting, terwij! de gemeente hagen dan in de commissie vertegen woordigd wordt door iemand die het vertrouwen der commissie niet heeft. Spr. zal dan ook in dit geval zijn stem niet uitbrengen. De Voorzitter zegt dat dit nog niet uitgemaakt is. Wel heeft de heer Schoorl indertijd een blunder begaan, dat is duidelijk genoeg gebleken, maar voor de commissie zal dat toch geen reden wezen dat niet verder zal worden samengewerkt. De heer Schoorl heeft in de commissie zeer goed werk ver richt, is een zeer flinke vertegenwoordiger geweest. Wat het persoonlijke belang betreft, spr. heeft niets medegedeeld, dus de heer Van Nul and weet daar niets vanaf. De heer Van Nuland zegt bedoeld te hebben het persoonlijke belang van den heer Schoorl. Tot stemming overgaande, wordt de heer Schoorl met 6 stemmen benoemd, 5 stemmen worden blanco uitgebracht. De heer Schoorl verklaart de benoeming aan te nemen. Volgt benoeming lid Commissie Eierveiling. B. en W. hebben geen aanbeveling. De heer Lookman wordt met 6 stemmen benoemd, 3 blanco, 1 op den heer Kooij, 1 op, den heer Van Erp. De* heer Lookman neemt de benoeming aan. Vermenigvuldigingscijfer. B. en W. adviseeren ten opzichte van de bepaling van het vermenigvuldigingscijfer belastingjaar 1929— 1930 het volgende: a Op de begrooting voor 1929 werd onder volgnum mer 300 geraamd: Opbrengst inkomstenbelasting: a. betreffende het in het dienstjaar aanvangende be lastingjaar (19291930) f52624.83 b. betreffende het in het dienstjaar ein digende belastingjaar (1928—1929) f26312.41 Totaal f 78937.24 Op den dienst 1928 is verantwoord wegens opbrengst van de inkomstenbelasting 19281929 2/3 van de bij het vaststellen van het vermenigvuldigingscijfer ge raamde opbrengst van f81000.of fo4000.(Art. 9 van de Rekeningsvoorschriften). Bij brief van 19 Februari 1929 berichtte de Inspec teur der Directe belastingen te Alkmaar dat de gemeentelijke inkomstenbelasting over 1928—1929 door hem werd geraamd op f87000.welk bedrag volgens nadere opgaaf kan worden verhoogd tot f 88000.—. Het verschil tusschen deze raming der opbrengst en het in den dienst 1928 verantwoord bedrag van f 54000.f 34000.zal dus aan den dienst 1929 ten goede komen en worden verantwoord onder volgnum mer 300 sub b. Als-gevolg hiervan zal het in de begrooting 1929 onder volgnummer 300 sub b geraamd bedrag van f26312.41 worden overschreden met f34000. f26312.41 f 7687:59 en kan dua-he,t onder a van dit volgnummer geraamd bedrag van f52624.83 worden verlaagd met het bedrag van f7687.59 en worden uit getrokken op f 4-4937.24. Daar ingevolge art. 9 der Rekeningsvoorschriften dit bedrag 2/3 van de bij het vermenigvuldigingscijfer geraamde opbrengst is, zal de te ramen opbrengst der G.I.B. over 19291930 kunnen worden bepaald op 2/3 X f44937.24 f67405.86. Met een vermenigvuldigingscijfer van 2 werd voor het belastingjaar 192S1929 een opbrengst verkregen van rond f 88000. Indien aangenomen wordt dat het belastbaar in komen over 19291930 niet lager zal zijn dan over het belastingjaar 19281929 dan zou een verlaging van het vermenigvuldigingscijfer met 0.05 een mindere be lastingopbrengst geven van 1/40 X f88000.— f2200. Voor 19291930 zal f67405.86, dus f20594.14 minder geraamd behoeven te worden. Verlaging van het vermenigvuldigingscijfer met 0.45 zou dus een mindere opbrengst van 9 X f2200. f 19800.geven. Met een vermenigvuldigingscijfer van 1.55 zou dus de geraamde opbrengst worden verkregen. Hoewel volgens deze berekening een grootere ver laging van het vermenigvuldigingscijfer zou zijn te wettigen, zijn B. en W. van oordeel, dat met het oog op te verwachten groote uitgaven als schoolbouw e.d. niet verder moet worden gegaan dan tot e2n verla ging van het cijfer met 0.25. In verband met het bovenstaande stellen B. en W. den Raad voor het vermenigvuldigingscijfer voor het belastingjaar 1929—1930 vast te stellen op 1.75. Den heer Van Erp doet deze belastingverlaging ge noegen, maar waar de uitkomsten zoo zijn meege vallen, wil spr. den middelweg bewandelen en het vermenigvuldigingscijfer op 1.65 bepalen. De heer Gorter neemt eenzelfde standpunt in. Blij kens het advies van B. en W. zou het met 0.45 ver minderd kunnen worden en als het vermenigvuldi gingscijfer dus op 1.65 wordt bepaald, blijft men toch aan den veiligen kant. Spr. wijst er op, dat uit gaven van school enz., toch nog niet op de begroo ting staan. De heer Bakker wijst er op, dat begonnen is met een tekort op de rekening van f13000 en nu de toe stand vooruit is gegaan, dat de belasting aanmerke lijk verlaagd kan worden. Spr. zegt dat de Raad al eens, wat vermindering van het vermenigvuldigings cijfer betreft, aan het opbieden is gegaan en een flinke navordering naderhand noodig bleek. Om nu die risico te ontloopen, heeft de S.D.A-P.-fractie beslo ten, het voorstel van B. en W. te steunen. De Voorzitter lijkt dit ook een veel verstandiger po litiek. Spr. herinnert aan de kasgeldleeningen die voorheen moesten worden aangegaan. De heer De Vries wijst er op, dat het te verkrij gen surplus de begrooting van.volgend jaar ten goede komt en dus den vermenigvuldigingsfactor van vol gend jaar ten goede komt. De heer Schoorl zegt, dat er behalve schoolbouw nog andere factoren waren voor B. en W. om dit voorstel te doen. Aan rente van vlottende schuld is 2-3-4 jaar 2 a 2*/2 duizend gulden betaald moeten worden, terwijl we nu gelegenheid hebben een mooie belastingverlaging te krijgen, en een overschot van middelen om er de eerste maanden mee te werken. Als factoren van het voorstel noemt spr. de vaartver betering, demping, stofvrij maken van wegen. Spr. raadt daarom den Raad aan niet te ver te gaan met de aanlokkelijke verlaging van den belastingfactor. Het voorstel-Van Erp om het vermenigvuldigings cijfer op 1.65 te bepalen, wordt verworpen met 7 tegen 4 stemmen. Voor mevr. Beerling, en de heeren Van Nuland, Gorter en Van Erp. Het voorstel van B. en W. wordt daarna geacht te zijn aangenomen. Wijziging veronTenicn hondenbelasting. Overgelegd wordt een concept wijziging verorde ning en B. en W. stellen voor dienovereenkomstig de verordening te wijzigen. De meerderheid van het College wil voor een hond 2e klasse fl houden, voor bonden le klasse f5 inplaats van f6. De heer Overtoom kan zich er desnoods mee ver eenigen dat van de eerste klasse de belasting op f5 wordt gesteld, maar zou de belasting van de waak- of trekhonden geheel willen intrekken. De heer Schoorl wijst er op dat de belasting van fl zeer gering is, en door intrekking ervan de ge meente toch een ontvangst van f250 a f300 zou der ven. Waar menschen met niet zoo'n groote finan- tieele draagkracht weeldehonden er op na houden, oordeelden B. en W. het wel gewenscht de belasting van 6 op 5 gulden te brengen. De heeren Van Nuland en Gorter willen de ge volgen van deze belastingwijziging weten eri het re sultaat is, dat het voorstel van B. en W. wordt ver worpen met 8 tegen 3 stemmen; voor de heeren Leguit, De Vries, Schoorl. Daarna wordt in verband met het idee van den heer Overtoom, trek- en waakhonden vrij, le klas honden f 6, en later door den heer Van Erp trek- en waakhonden vrij, le klas honden f5, besloten dat B. en W. een onderzoek zullen instellen naar de fi- nantieele gevolgen voor de gemeente. Voorwaarden stroomlevering G.E.B. Naar aanleiding van eenige tot het College van B. cn W. gerichte vragen betreffende tarieven en stroom- leveringsvoorwaarden van het Gem. Electriciteitsbe- drij fdeelen zij den Raad het volgende mede: Speruren: Volgens mededeeling van den heer Memelink is het uiterste, wat de gemeente in zake de sperurenregeling kan doen, de verlaging van den ingang van den spertijd over de geheele linie met één uur. De ervaring heeft geleerd, dat in ons G.E.B. het hoogste maximum steeds genoteerd wordt vóór 8 uur in den avond. Weliswaar brengt het vastrecht-tarief met de te verwachten ruimere toepassing van huis houdelijke apparaten nog onbekende risico's ten aan zien van de maximale belasting, toch lijkt het weiy- schelijk voor sommige bedrijven de spertijden zoo danig te regefen, dat na de spitsuren door de klein- industrie weer kan worden gewerkt. Intusschen zijn er enkele dagen in het jaar, waar op de gedachte vervroegde eindiging van den sper tijd niet zal kunnen worden toegepast, n.1. de dagen van: Winkelweek, Harddraverij, Veulenmarkt tot en met 5 December. Voor zooveel voor deze dagen geen opheffing van de berekening der maximale belasting kan worden verkregen, zal de spertijd niet óm 8 uur s avonds kunnen worden opgeheven. Duidelijk is gebleken, dat niet kan worden gehand haafd de toestand, waarin de klein-industrie zonder sperklokken wordt gelaten. De vroeger veronderstel- de goede trouw is zoo vaak en zoo opzettelijk met voeten getreden, dat sperklokken een gebiedende eisch ter beveiliging van het G.E.B. zijn geworden. Melkmachines: Voor melkmachines kan met het P.E.N. een speciale regeling worden aangegaan. Aan het P.E.N. wordt de stroom betaald met 12y2 cent per K.W.U., aan de gebruikers van de melk machines mag hoogstens 25 cent in rekening worden gebracht. Aparte meters zijn noodig. De belasting, door de gezamenlijke melkmachines in de gemeente naar hunne aansluitwaarde veroor zaakt, wordt door het P.E.N. van het jaarmaximum afgetrokken. Speciaal contract met Timmerfabriek Tuinman. Momenteel geldt voor de Timmerfabriek het vol gende tarief: tot 3000 K.W.U. 15 cent; 30006000 K.W.U. 10 cent; boven 6000 K.W. 7*/2 cent. Voor groot-industrie is dit tarief aan den hoogen kant, althans voor de eerste 3000 K.W.U. Meterhuur G.E.B. De meterhuren zijn niet hooger dan in de meeste andere bedrijven. Tegen verlaging der meterhuren is overigens aan te voeren, dat vele lichtstroomverbrui- kers een zoodanig gering jaarverbruik hebben, dat de kosten van hun aansluiting door dat verbruik niet worden goedgemaakt. De meterhuur vormt een vaste bijdrage, welke ook in gevallen van minimum-ver bruik maakt, dat de aansluiting aan het bedrijf niet op verlies komt te staan. Wanneer de uitkomsten van het bedrijf ruimer zijn dan voor afschrijving en reserveering noodig is, dan dienen de stroomtarieven te worden verlaagd, niet de meterhuren. Opgemerkt wordt, dat het P.E.N. aan particulieren f 0.50 per maand voor meterhuur in rekening brengt. In verband met het vorenstaande hebben B. cn W. de eer den Raad de volgende voorstellen te doen: 1. In de klein-industrie wordt in elke motoraanslui ting grooter dan 1 y2 P.K. voor rekening van het G.E.B. een. sperlclok geplaatst. Voor huur van de sperklok wordt per maand in rekening gebracht f 0.60 voor sperklokken, waarvan de aanschaffings- kosten niet meer bedragen dan f50.— en f0.80 voor sperklokken, waarvan de aanschaffingskosten meer bedragen dan f50. Met ingang van 1 September 1929 zal voor de sper uren de volgende regeling gelden: 1 Januari 4.30 uur; 15 Januari 5.uur; 1 Februari 5.30 uur; 15 Februari 6.uur; 1 Maart 6.30 uur; 15 Maart 7 uur;1 September 7.uur; 15 September 6.30 uur; 1 October 6.uur; 15 October 5.30 uur; 1 November 5.uur; 15 November 4.30 uur; 1 December 4.30 uur; 15 December 4.30 uur. Behoudens hierna te noemen data zal de spertijd steeds eindigen te 8 uur 's avonds. Op de dagen van Winkelweek, Harddraverij, Veu lenmarkt tot en met 5 December zal, voor zooveel van het P.E.N. geen opheffing van de berekening der maximale belasting wordt verkregen, de spertijd eindigen te 11 uur 's avonds. 2. Voor melkmachines wordt met het P.E.N. het speciaal tarief voor melkmachines aangegaan. Aan de gebruikers van melkmachines wordt de stroom in rekening gebracht a 20 cent per K.W.U, 3. Met den heer M. C. Tuinman wordt een nieuw speciaal tarief aangegaan aldus: tot 3000 K.W.U. 10 cent per K.W.U., daarboven 7^2 cent Per K.W.U., waarbij de heer Tuinman garandeert een verbruik van tenminste 20000 K.W.U. per jaar. Dit tarief wordt gerekend te zijn ingegaan op 1 Januari 1929. De heer Van Erp is teleurgesteld dat B. en W. geen voorstel doen tot verlaging van meterhuur. Spr. deelt mede, dat die huur in 1926 opbracht ruim f3500, terwijl aan onderhoud van de meters was be taald f52, in 1927 opbrengst f3941, onderhoud f6.85, in 192S opbrengst f4294, onderhoud f30.75, terwijl de meters op de balans voorkomen met fl. Spr. meent, dat een aanmerkelijke verlaging mogelijk is; ook wat de huur van de gasmeters betreft, al is het dan riet in dergelijke mate. Spr. stelt, voor de huur voor de ëlectrische meters met 10 cent te verlagen, die van de gasmeters met 5 cent. Den heer De Vries doet het genoegen, dat een be tere regeling t.a. van den spertijd wordt voorgesteld. Hoe minder die spertijd drukt, hoe beter voor het bedrijf der industrieelen Maar spr. zou gaarne zien dat voor de kleine industrie den voorgestelden sper tijd tusschen 15 Nov. en 15 Januari uitgezonderd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 5