Uittuil Nitiws-
Mmintit- üiliirtlit
Smyrna herrijst uit haar asch.
De Schoone Duivelin
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagcn.
Eerste Blad.
De Levant vóór en na den oorlog.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Donderdag 20 Juni 1929.
SCHAGER
72ste Jaargang No. 8478
COURANT.
Dit £lad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitlcomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TEI.EE. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
OOG OM OOG, TAND OM TAND.
DE DOOR DE TURKEN TOEGEPASTE WET, WAAR
DOOR HET OUDE SMYRNA TEN
GRONDE GING.
Wanneer men terugdenkt aan de jaren 1914 tot 1918
en aan al het bloed en goed, dat door den ellendigen
wereldoorlog onherstelbaar vergoten en vernield ls, dan
laait er drift in ons op, We weten immers nu allemaal,
dat al het leed voor niets geleden is, dat de wereld
verhoudingen niet beter maar slechter geworden zijn
dan voor Juli 1914 en dat de staatslieden of would-be-
•taatalieden nog steeds tevergeefs zoeken naar het pro
bleem om werkelijk vrede te verkrijgen.
Want wie zijn oog open houdt en zijn oor te luisteren
legt, weet helaas maar al te goed, dat er geen vrede
heerscht op aarde, maar dat haat en nijd en afgunst
de factoren zijn die de wereld beheerschen.
Men zou nu gedacht hebben, dat men na 1918 voor
zichtiger en bedachtzamer geworden was na al de
harde lessen, maar niet in den Balkan en allerminst
ln Griekenland.
Wie vóór den oorlog in de Levant reisde, kon zich
overtuigen van de enorme welvaart, die er heerschte
onder de duizenden Grieken, die buiten Griekenland
in de Levant gevestigd waren. In Aziatisch Turkije bijv.
hadden de Grieken schatten verzameld en feitelijk zon
der heel hard te werken.
Slechts in de 3 4 maanden gedurende welke de
producten verscheept moesten worden, moest men hard
werken, maar dan toch maar 4 dagen van de week.
Vrijdags was rustdag der Mohamedanen, Zaterdags der
Joden en Zondags der Christenen.
Vooral in Smyrna en omgeving hadden de Grieken
van de handelskansen geprofiteerd en groote rijkdom
men verzameld. Uitvoer van vijgen, rozijnen, gerst, ka
toen en tabak leverde groote winsten op. Allerlei indu
strieën werden door Grieken gesticht en met succes
bedreven. Aan de kade langs de mooie Golf van Smyrna
atonden ware paleizen, die tot woning dienden der
Grieksche handelaars en lndustrieelen. De taal, die in
Turkije de voertaal was, was niet Turksch doch
Grleksch. Iedereen sprak behalve Fransch of Engelsch
of Italiaansch of wat dan ook, Grieksch.
In het binnenland bezaten de Grieken uitgestrekte
landgoederen en hofsteden, soms ter grootte van 10.000
hectaren.
De Turken hadden ln Smyrna weinig in te brengen.
Dé capitulaties oude overeenkomsten tusschen de
vreemde mogendheden en het Ottomaansche Rijk
gaven aan de vreemdelingen rechten, die tot heel wat
willekeur aanleiding gaven en de Turken feitelijk ln
«en hoek drongen. De vreemdeling behoefde zich niet
door de Turken te laten berechten, hij verscheen voor
zijn eigen consulaire rechtbank. Verder had men vrij
stelling van douanerechten, waarvan schromelijk mis
FEUILLETON
door
DET. DUNN.
10.
HOOFDSTUK IX.
DE RING VAN LORD BALMAINE.
Helston stond midden in de kamer, het bloed druppel
de langs zijn wang. Wat mankeerde hem? Het scheen
wel of hij doof was.
„Waarom ga je niet?" riep ze radeloos.
Een boosaardige, sluwe lach kwam in zijn staalharde
©ogen.
„Zeg me, waar je het ding verstopt hebt, Leonie, en
dan zal ik als een haas maken dat ik weg kom."
Ze was verstomd en beet zich op de lippen om een
uitbarsting van woede te weerhouden.
Aleo Helston, voor wien ze haar leven zou hebben
Willen geven de eenige man in de wereld die haar
hart sneller kon doen kloppen gebruikte haar voor
zijn eigen zelfzuchtige doeleinden. Maar dat was nog
het ergste niet. Het ergste was, dat hij haar niet wilde
vertrouwen.
De schel ging weer. Haar man werd ongeduldig. Toch,
hoewel elk uitstel noodlottig kon worden, ofschoon
Iedere seconde goud waard was, wilde ze dezen knap
pen, donkeren, zelfzuchtigen man op de proef stellen.
„En als Ik weiger, wat dan?"
„Dan ga ik niet weg. Ik ben gek op je, Leonie, dat
weet je wel maar ik mag verdoemd zijn als je me
hou netjes behandelt Nou vooruit! Laat je man niet lan
ger wachten. Wat er ook gebeurt, je moet hem te vrind
hóuden."
Helston had geen medelijden met haar. Hij was wel
de laatste man die haar had mogen dreigen, maar wat
kon hem dat schelen als hij zijn zin maar kreeg. Hij zag
haar rillen bij de herinnering die die woorden bij haar
opwekte en zijn dunne lippen vertrokken triomfantelijk
„Goed dan, als je het met alle geweld weten wilt,"
hijgde ze. „In het graf van Maurice Bradley."
Hij deinsde terug.
„Verd...I" snauwde hij heesch. „Hoe kwam je daar
bij?"
bruik gemaakt werd. Nog altijd hoort men het verhaal
hoe een Portugeesch consul zes piano's liet komen, hij
beweerde in elke kamer een piano te willen hebben.
Een feit was, dat de piano's op één na allen bij
vrienden terecht kwamen.
Nu zou men geneigd zijn aan te nemen, dat men niet
beter had kunnen doen dan zich tevreden te stellen
met dezen toestand en zich met het lot van het Turk-
sche Rijk zelf maar niet te bemoeien.
Maar men had niet op vaatjes buskruit, genaamd
Lloyd George en Venizelos gerekend. Die heertjes had
den besloten om een einde aan het Turksche Rijk te
maken en nu beging men den grooten fout om dat zaak
je ln handen te geven van Griekenland.
Wanneer de Engelschen het zelf hadden opgeknapt
of aan de Italianen zouden hebben toevertrouwd, dan
zou er niet veel tegenstand geboden zijn. De zieke man
zoo werd Turkije onder Abdul Hamid spottender
wijze genoemd was zieker dan ooit en zoo zwak ge
worden, door al de oorlogen, die het land in de laatste
halve eeuw gevoerd had, dat men aan het denkbeeld
om de zelfstandigheid te zullen verliezen, al ging wen
nen. Maar om die zelfstandigheid aan den aartsvijand
Griekenland af te staan, dat was te erg en zoo werd
over het ongelukkige Turkije een geest van verzet vaar
dig, die met wijs beleid door den knappen generaal
Moestapha Kema! Pacha en eenige zijner wapenbroeders
georganiseerd, uitliep op een geweldige afranseling van
Griekenland.
Reeds, waren de Grieken voorbij Eski Chehir gekomen,
toen langzamerhand een 'druk op hen werd uitgeoefend,
die eindigde met een catastrophe voor de Grieken, die
bij Smyrna de zee werden ingejaagd.
De overwinnende Turken hadden onderweg reeds hun
woede gekoeld op de Grieken en Armeniërs.
Het overwinnende Grieksche leger had overal in ste
den en dorpen de roode haan laten kraaien in de Turk
sche wijken, het overwinnende Turksche leger nam
wraak en de Grieksche en Armenische wijken gingen
in vlammen cp. Oog om oog, tand om tand. Had de
Turksche bevolking geleden onder de schendende hand
der Grieken, de Grieken en Armeniërs ondergingen het
zelfde lot
In Smyrna werd geplunderd, Grieken en Armeniërs
boden tegenstand. Van uit een kerk werd door hen
het verzet geleid, bij de beschieting geraakte die kerk
in brand en even later verspreidde zich het vuur door
de Armenische en Grieksche kwartieren.
Ik sprak van de week nog een Hollandsche machinist,
die met de Ulysses van de Kon. Nederl. Stoomboot Mij.
hier te Smyrna lag en alles meegemaakt heeft Het
was een ontzettend onheil.
Slechts door het draalen van den wind bleef een
gedeelte der stad behouden.
Jaren lang bleef Smyrna een stad van ruïnes, die
juist in het midden der stad liggen. Wanneer men van
het gespaarde Europeesche gedeelte gaat naar het aan
de andere zijde gelegen gespaarde Turksche gedeelte
dan komt men langs de ruïnes der voormalige, schitte
rende woningen van Griefcsche handels- en industrie
koningen. Alles verwoest
Gedurende de laatste twee jaren is men druk bezig
om alle ruïnes op te ruimen, men heeft door een
„Zwijg nu. Ik heb je gezegd, ga nu," riep ze verstrooid
en stampte met den voet.
Hij haalde de schouders op, draaide zich op de hielen
om en liep naar de deur die naar de prlvétrap voerde.
Het volgende oogenblik had zij een zijden kimono ge
grepen, zich er in gewikkeld en met een blik in den
spiegel, om te zien of haar gezicht haar niet verraden
kon, snelde ze naar de andere deur en opende die.
De graaf, niet in staat om zijn ongeduld te bedwin
gen, liep ongeduldig de gang op en neer. Hij kwam vlug
op haar toe met een nijdigen, boozen glans in zijn inge
zonken oogen. Ze had hem zeker een onbehoorlijk lan
gen tijd laten wachten.
„Het spijt me zoo, liefste," fluisterde ze op verzoenende
toon. „Ik was net bezig mijn haar te doen en ik vind
het zoo naar als je me niet op mijn best ziet. Je vergeeft
je vrouw toch wel haar dwaze ijdelheid, nietwaar?"
Maar de graaf liet zich niet zoo makkelijk vangen als
ze gehoopt en verwacht had. Hij ontving haar liefkoo-
zingen zonder die te beantwoorden en stapte de kamer
in, gekwetst in zijn waardigheid, zijn trots en zijn
blauwe bloed.
Hij liet zich neervallen op de satijnen rustbank, waar
zij een half uur geleden op gelegen had, zijn wenkbrau
wen gefronst, zijn gezicht rood, de diepe groeven in
zijn voorhoofd en langs zijn neus scherp uitkomend.
Leonie had niet voor niets de verschillende buien van
den graaf bestudeerd. Ze herkende maar al te goed de
voofteekenen van een naderenden storm. Ze zonk naast
hem neer, legde haar arm om zijn hals en haar hoofd
op zijn schouder, haar wang vlak bij de zijne.
„Wat heerlijk, dat je bij me bent," zuchtte ze. „Je
bent zoo lief en goed. Ik moet wel de gelukkigste vrouw
op de wereld zijn. En als ik dan bedenk, dat ik nog maar
één jaar geleden de ongelukkigste was. Liefste Marma-
duke, jij hebt me mijn heele ongelukkige verleden doen
vergeten."
De graaf plukte nijdig aan zijn langen grijzen snor.
Leonie wist precies hoe ze haar stem een kalmeerenden
klank kon geven, en hij was daar altijd heel gevoelig
voor geweest, maar vanavond merkte ze, tot haar te
leurstelling, dat zijn gezicht zich niet verzachtte.
De teleurstelling werd ongerustheid. Wat had de graaf
gehoord? Waarom zei die ouwe gek niets?
Hij zocht in zijn zak en haalde er een gewoon visite
kaartje uit. Hij gaf het aan zijn vrouw.
„Ken je dien man?" zei hij scherp.
„Peter Carew", stond er op het kaartje.
Wanneer Leonie, gravin van Lanchester ooit haar
zelfbeheersching had noodig gehad was het nu. Peter
Carew was geen onbekende voor haar en de gebeurte
nis lag haar nog versch in het geheugen, hoewel er vijf
Fransch expert een plan voor een moderne stadsbouw
laten ontwerpen en men is nu bezig om dat te doen
uitvoeren.
Het oude Smyrna had slechts een mooie straat, dat
was eigenlijk geen straat, maar de kade langs het water
Daarachter waren alle straten smal, met leelijke gebou
wen en gebouwtjes en onoogelijke winkels.
Nu worden ruime boulevards met breede zijstraten
en behoorlijke pleinen en rondpolnts aangelegd. Wan
neer men een paar jaar geleden van de kade naar het
groote station, waar de treinen van Angora en Pan-
derma afgaan, moest, dan moest men, hetzij heelemaal
omrijden door het Turksche kwartier of riskeeren ge
radbraakt te worden bij een rijtoer door de ruïnes.
Nu is er de fraaie Boulevar'' du Gazi aangelegd vanaf
de kade, daar waar de relzig die te water arriveeren,
landen tot aan het genoerm station. Een dubbele rij
boomen is geplant en lederen dag worden zij zorgvul
dig besproeid, want het is hier heet en droog.
Mooie gebouwen zijn gezet geworden, anderen zijn
nog in constructie. Men kan zien, dat de oude tijd van
capitulaties en willekeur uit is. De stadsregeering
zorgt er voor, dat aan een rooilijn vastgehouden wordt,
dat het gebouw aan bepaalde regels van schoonheid
en deugdzaamheid voldoet, de trottoirs moeten allemaal
even hoog en even breed zijn. Wat ging dat in dién z.g.
goeden ouden tijd der capitulaties anders. Wandelt U
eens het gedeelte kade, dat door den brand gespaard is
gebleven, dan moet U steeds stoepje op, stoepje af,
want iedereen bouwde zooals hij wilde en liet zijn trot
toir maken zooals hem beliefde.
Het gaat natuurlijk langzaam, want Smyrna is nog
niet geheel hersteld van de catastrophe. Buitendien, de
Grieksche en Armenische kooplieden zijn weg en blij
ven weg en dus Is er nog geen behoefte aan mooie,
groote woonhuizen. Maar fraaie bankgebouwen en kan-
loodlokalen, winkels en flatgebouwen zijn gereed of in
aanbouw.
Houten loodsen maken plaats voor pakhuizen in beton
uitgevoerd, speciaal geconstrueerd met het oog op mo
gelijke aardbevingen.
De invloed van Griekenland in Klein-Azië is voor goed
verdwenen. Andere elementen zullen hun plaats hier in
nemen. Een Commissie, bestaande uit Turken, Grieken,
Italianen, Franschen en anderen, de z.g. Commission
Mixte behartigt de belangen der personen die schade
geleden hebben en ook van de Grieken die niet meer
hier terugkomen en de Turken, die uit Griekenland
en andere Balkanlanden naar Klein-Azië komen, het
z.g. uitwisselprobleem.
Allemaal moeilijke, ingewikkelde factoren, die eigen
lijk de ontwikkeling van de landen tegenhouden.
Wanneer ik hier, tegen dat de zon in de verte achter
de bergen schuil zal gaan en de warmte dus dragelijk
is, mijn wandeling langs de kade maak, dan kan ik zoo
boos worden, wanneer ik zie wat hier als gevolg van
menschelijke dwaasheid voor onberekenbare schade
gedaan is.
Wanneer ik dan eens ga wandelen naar het industrie-
kwartier en ik zie de fabrieken, die aan Grieken toe
behoorden, leeg staan, dan zou ik zoo graag eens willen,
weten wat er omgaat in de harten en in den geest van
die vele Grieksche kooplieden en industrieelen, die
hier een rijk en gelukkig bestaan hadden en nu voor
goed dit land vaarwel hebben moeten zeggen.
De Turken ontwikkelen zich iederen dag meer, wor
den lederen dag meer geschikt om de taak der Grieken
over te nemen. Het gaat nu nog stroef, maar men be
speurt iederen dag vooruitgang. De uitmuntende leiding
van Moestafa Kemal Pacha, Imat Pacha en anderen
doet zich gevoelen, de jongere generatie zal er geheel
anders voorstaan dan de huidige, wier handen nog al
eens verkeerd staan.
Men hoort zoo dikwijls door de personen, die den
jaar overheen waren gegaan.
Ze keek haar man recht in de oogen.
„Nee, wie is dat?"
„Daar komen we straks op. Moet ik aannemen, dat
je me je woord van eer geeft, dat deze man een volko
men onbekende voor je is?"
De gravin richtte zich met een vertoon van veront
waardiging op.
„Het spijt me, Marmaduke, dat je zoo weinig vertrou
wen in me hebt, dat je me niet gelooft zonder dat ik
mijn woord van eer geef. Maar het schijnt dat je me
vanavond wilt plagen, nee, minachten en daarom zal Ik
je niet dwarsboomen. Op mijn woord van eer, mijnheer
Peter Carew, wie hij ook mag zijn, is me totaal onbe
kend. Goeden nacht!"
Ze draaide zich bruusk om en liep naar de slaapka
mer, maar de graaf riep haar terug.
„Vergeef me, Leonie!" riep hij opeens week. „Nee, je
moet niet weggaan. Ik had heelemaal niet de bdoeling
je gevoelens te kwetsen..."
Lord Lanchester had zich gewonnen gegeven, me
vrouw zag haar voordeel en wist van geen medelijden.
„Mijn gevoelens kwetsen? Wat beteekenen die voor
jou, Maramduke! Ik weet niet, wat voor reden je hebt
om me te kleineeren, maar ik zeg je, dat ik het geen
tweeden keer verdraag. Wel te rusten."
„Praat geen onzin, Leonie," zei hij met zijn arm om
haar middel. „Je moet me niet verkeerd begrijpen. Ik
ben er van overtuigd, dat die kerel zich vergiste en als
ik er absoluut zeker van geweest was zou lk hem de
deur uit hebben getrapt. Hij kwam vanmiddag hier, ter
wijl jij uit was en stelde zich voor als de jongste fir
mant van een groote maatschappij van diamanthande
laars in Hatton Garden. Hij vroeg eerst naar jou en toen
hij hoorde dat je niet thuis was, weigerde hij mij te zeg
gen waarom hij kwam. Hij maakte een toespeling, dat
het van onaangenamen, zelfs pijnlijken aard was, maar
toen ik hem beslist vroeg me het te vertellen zocht hij
uitvluchten. Ik bleef echter aandringen en toen zei hij,
dat hij weten moest, of jij dezelfde vrouw was de vle
gel noemde je een „vrouw" waarmede hij jaren gele
den zaken had gedaan. Daar hing alles van af. Wanneer
je het niet was, was de zaak afgedaan. Als je het wel
was, zouden de gevolgen vreeselijk ernstig kunnen zijn."
Dat is een beleediging!" riep de gravin met gloeien
de wangen. „Het verwondert me, dat je naar zulken
laster hebt geluisterd. Ik zal naar dien schurk toe
gaan."
„Ja, en ik zal meegaan."
„Nee, nee! Dat zou lijken of we veel te veel waarde
aan zoo'n kleinigheid hechten. Jij hoeft niet lastig ge
vallen te worden. Je bent de laatste drie dagen niet zoo
tijd van de capitulaties meegemaakt hebben en nu na
tuurlijk de nieuwe toestanden niet zoo gemakkelijk
vinden, zeggen: „de Turken kunnen niets". Niets ls
minder waar. Men behoeft slechts naar Smyrna te
komen, om te zien hoe anders dat is en hoe keurig de
Turken een nieuw Smyrna uit haar asch doen verrijzen.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 18 Juni 1929.
Heden werd voortgezet de behandeling van de be
kende zaak tegen de z.g. bookmakers op de draverijen
der Kennemer Sportclub, Piet E. te Den Haag en Jo-
seph M. te Rotterdam. De Officier wenscht deze zaak
niet langer te traineeren en requlreert uit bewijsgebrelc
vrijspraak. A.s. week uitspraak.
ONJUISTE AANGIFTE VERMOGENSBELASTING.
De 59-jarige particulier, voorheen vermoedelijk land
bouwer, Klaas R„ geboren te Spanbroek, en thans wo
nende te Alkmaar, staat terecht terzake ontduiking
vermogensbelasting, aangezien aan de inspectie van
dezen dienst is gebleken, dat hij verschillende schuld
vorderingen onder hypothecair en ander verband, niet
heeft aangegeven en alzoo heeft verzwegen op het door
hem geteekend aangiftebiljet een bedrag van f 4700.
welk biljet betrekking had op den aanslag 1928'29.
De Inspecteur der Directe belastingen, de heer Al-
phonse Meij, verklaart het aangiftebiljet geteekend te
hebben ontvangen.
Notaris Hilbrand van Obdam, eveneens als getuige
gedagvaard, geeft den rechtbank eenige inlichtingen
omtrent het vermogen van verdachte. Volgens hem door
deze verschafte gegevens.
Daarop worden gehoord eenige schuldenaars van ver
dachte, die zijn geld in gebruik hadden op obligatie,
o.a, de heer v. L., landbouwer te Heerhugowaard, Corn.
K., watermolenaar f 1000 en Antje M., weduwe de B.
te Hensbroek f 2400, welke schuldvorderingen liepen ten
name van de gebroeders A. en K. R. Deze schulden
bestonden nog op 1 Mei 1928.
De Officier acht het niet getuigend van broederzin,
om zonder eenige noodzaak de belasting te ontduiken,
tot schade van de meer eerlijke aangevers. Het is dus
wel noodig, dat een voorbeeld wordt gesteld en daar
aan de noodlge publiciteit zal moeten worden gegeven.
Op dien grond requlreert mijnheer de Officier f 1500
boete of 100 dagen hechtenis.
Verdachte noemt de boete hoog.
De president vraagt of verdachte liever gevangen!»-
straf zou willen ondergaan, wat de Officier ook had
kunnen vorderen.
Verdachte heeft reeds gedurende een tijdvak van 6
jaren de belasting ontdoken, op welk feit de president
hem nog eens nadrukkelijk wijst
De inspecteur is van meening, dat hij over een tijds
verloop van 3 4 4 jaar navordering zal moeten doen.
HOOGER BEROEP OVERTREDING TREKHON-
DENWET.
De 37-jarige melkslyter Krijn Corn. v. D. te Den
Helder Is door den kantonrechter aldaar veroordeeld
wegens overtreding van de Trekhondenwet, het rijden
met een niet goedgekeurden trekhond op 7 Maart j.1.
Verdachte is tegen dit vonnis ln hooger beroep geko
men en zegt dat hij den hond medevoerde aan een touw
en het dier niet voor de kar liet trekken. De hond was
afgekeurd en het begrootte verdachte het dier af te
erg wel geweest en ik wil, dat je weer gauw geheel de
oude bent. Wij zullen naar Lanchester gaan en daarna
naar de een of andere warme plaats op het vasteland,
Napels, Palermo, Cairo waarheen je maar wilt"
Deze vrouwelijke bezorgdheid maakte diepen indruk
op den ouden heer. Hij kuste haar en was op het punt
haar uit de kamer te vergezellen, toen zijn blik op den
diamanten ring van Lord Balmaine viel. Hij lag op ta
fel. Hij nam hem op voor ze het kon verhinderen.
„Wat is dat voor een ring? Ik heb dien nog nooit
gezien. Als je een nieuwen ring wilde hebben, waarom
heb je me dat dan niet gezegd? Een vrouw moet nooit
haar eigen ringen koopen. Dat moeten altijd geschenken
zijn."
De gravin was het hierin volkomen met hem eens,
maar zei het niet. Haar vlug brein was aan het werk
om een geschikte verklaring te vinden, hoe ze in het
bezit van dien ring was gekomen.
„O," zei ze onverschillig, „dat is een oude talisman,
een reliquie uit die ellendige Monte Carlodagen. Een
man heeft me op een avond dien ring gegeven toen hij
20.000 pond had gewonnen door mijn raad bij het spel te
volgen."
„Maar ik dacht ,dat je me al je juweelen had laten
zien," zeide hij achterdochtig.
„Dat heb ik ook. Jou malle, oude jongen, als je hem
onder al de rest niet gezien hebt, ls dat toch mijn schuld
niet? Als ik me goed herinner hadden we dien avond
aardig wat champagne gedronken toen ik mijn schatten
vertoonde, geen wonder, dat je je het niet herinnert."
Hij draaide den ring om, schijnbaar niet in zijn hu
meur.
„Hela! Er staat een wapen in. Van wien is dat?"
Leonie had haar lippen wel stuk willen bijten van er
gernis.
„Hoe zou ik dat nu weten? Ik had het voor stelregel
aangenomen om nooit de namen te vragen van de per
sonen, die me engageerden. Ze kenden evenmin mijn
naam. Je weet, dat ik er altijd een masker droeg."
Natuurlijk was de graaf er volkomen van op de hoog
te, welke rol Leonie in Monte Carlo had gespeeld. Dat
kon hem niets schelen. Maar het was een andere kwes
tie, wat zij als gravin Lanchester deed.
„Ik heb niet graag dat je juweelen draagt, die Je
door een anderen man zijn gegeven," zei hij bruusk. „Ik
zou graag zien, dat je mij deze iiet houden. Ik zal je
wel een anderen ring koopen die nog meer waard is daa
dezen."
Wordt vervolgd*