Uittuil Nitiws- Mmintit- üiliirtlit Smyrna herrijst uit haar asch. De Schoone Duivelin Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagcn. Eerste Blad. De Levant vóór en na den oorlog. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Donderdag 20 Juni 1929. SCHAGER 72ste Jaargang No. 8478 COURANT. Dit £lad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitlcomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TEI.EE. No. 20. Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. OOG OM OOG, TAND OM TAND. DE DOOR DE TURKEN TOEGEPASTE WET, WAAR DOOR HET OUDE SMYRNA TEN GRONDE GING. Wanneer men terugdenkt aan de jaren 1914 tot 1918 en aan al het bloed en goed, dat door den ellendigen wereldoorlog onherstelbaar vergoten en vernield ls, dan laait er drift in ons op, We weten immers nu allemaal, dat al het leed voor niets geleden is, dat de wereld verhoudingen niet beter maar slechter geworden zijn dan voor Juli 1914 en dat de staatslieden of would-be- •taatalieden nog steeds tevergeefs zoeken naar het pro bleem om werkelijk vrede te verkrijgen. Want wie zijn oog open houdt en zijn oor te luisteren legt, weet helaas maar al te goed, dat er geen vrede heerscht op aarde, maar dat haat en nijd en afgunst de factoren zijn die de wereld beheerschen. Men zou nu gedacht hebben, dat men na 1918 voor zichtiger en bedachtzamer geworden was na al de harde lessen, maar niet in den Balkan en allerminst ln Griekenland. Wie vóór den oorlog in de Levant reisde, kon zich overtuigen van de enorme welvaart, die er heerschte onder de duizenden Grieken, die buiten Griekenland in de Levant gevestigd waren. In Aziatisch Turkije bijv. hadden de Grieken schatten verzameld en feitelijk zon der heel hard te werken. Slechts in de 3 4 maanden gedurende welke de producten verscheept moesten worden, moest men hard werken, maar dan toch maar 4 dagen van de week. Vrijdags was rustdag der Mohamedanen, Zaterdags der Joden en Zondags der Christenen. Vooral in Smyrna en omgeving hadden de Grieken van de handelskansen geprofiteerd en groote rijkdom men verzameld. Uitvoer van vijgen, rozijnen, gerst, ka toen en tabak leverde groote winsten op. Allerlei indu strieën werden door Grieken gesticht en met succes bedreven. Aan de kade langs de mooie Golf van Smyrna atonden ware paleizen, die tot woning dienden der Grieksche handelaars en lndustrieelen. De taal, die in Turkije de voertaal was, was niet Turksch doch Grleksch. Iedereen sprak behalve Fransch of Engelsch of Italiaansch of wat dan ook, Grieksch. In het binnenland bezaten de Grieken uitgestrekte landgoederen en hofsteden, soms ter grootte van 10.000 hectaren. De Turken hadden ln Smyrna weinig in te brengen. Dé capitulaties oude overeenkomsten tusschen de vreemde mogendheden en het Ottomaansche Rijk gaven aan de vreemdelingen rechten, die tot heel wat willekeur aanleiding gaven en de Turken feitelijk ln «en hoek drongen. De vreemdeling behoefde zich niet door de Turken te laten berechten, hij verscheen voor zijn eigen consulaire rechtbank. Verder had men vrij stelling van douanerechten, waarvan schromelijk mis FEUILLETON door DET. DUNN. 10. HOOFDSTUK IX. DE RING VAN LORD BALMAINE. Helston stond midden in de kamer, het bloed druppel de langs zijn wang. Wat mankeerde hem? Het scheen wel of hij doof was. „Waarom ga je niet?" riep ze radeloos. Een boosaardige, sluwe lach kwam in zijn staalharde ©ogen. „Zeg me, waar je het ding verstopt hebt, Leonie, en dan zal ik als een haas maken dat ik weg kom." Ze was verstomd en beet zich op de lippen om een uitbarsting van woede te weerhouden. Aleo Helston, voor wien ze haar leven zou hebben Willen geven de eenige man in de wereld die haar hart sneller kon doen kloppen gebruikte haar voor zijn eigen zelfzuchtige doeleinden. Maar dat was nog het ergste niet. Het ergste was, dat hij haar niet wilde vertrouwen. De schel ging weer. Haar man werd ongeduldig. Toch, hoewel elk uitstel noodlottig kon worden, ofschoon Iedere seconde goud waard was, wilde ze dezen knap pen, donkeren, zelfzuchtigen man op de proef stellen. „En als Ik weiger, wat dan?" „Dan ga ik niet weg. Ik ben gek op je, Leonie, dat weet je wel maar ik mag verdoemd zijn als je me hou netjes behandelt Nou vooruit! Laat je man niet lan ger wachten. Wat er ook gebeurt, je moet hem te vrind hóuden." Helston had geen medelijden met haar. Hij was wel de laatste man die haar had mogen dreigen, maar wat kon hem dat schelen als hij zijn zin maar kreeg. Hij zag haar rillen bij de herinnering die die woorden bij haar opwekte en zijn dunne lippen vertrokken triomfantelijk „Goed dan, als je het met alle geweld weten wilt," hijgde ze. „In het graf van Maurice Bradley." Hij deinsde terug. „Verd...I" snauwde hij heesch. „Hoe kwam je daar bij?" bruik gemaakt werd. Nog altijd hoort men het verhaal hoe een Portugeesch consul zes piano's liet komen, hij beweerde in elke kamer een piano te willen hebben. Een feit was, dat de piano's op één na allen bij vrienden terecht kwamen. Nu zou men geneigd zijn aan te nemen, dat men niet beter had kunnen doen dan zich tevreden te stellen met dezen toestand en zich met het lot van het Turk- sche Rijk zelf maar niet te bemoeien. Maar men had niet op vaatjes buskruit, genaamd Lloyd George en Venizelos gerekend. Die heertjes had den besloten om een einde aan het Turksche Rijk te maken en nu beging men den grooten fout om dat zaak je ln handen te geven van Griekenland. Wanneer de Engelschen het zelf hadden opgeknapt of aan de Italianen zouden hebben toevertrouwd, dan zou er niet veel tegenstand geboden zijn. De zieke man zoo werd Turkije onder Abdul Hamid spottender wijze genoemd was zieker dan ooit en zoo zwak ge worden, door al de oorlogen, die het land in de laatste halve eeuw gevoerd had, dat men aan het denkbeeld om de zelfstandigheid te zullen verliezen, al ging wen nen. Maar om die zelfstandigheid aan den aartsvijand Griekenland af te staan, dat was te erg en zoo werd over het ongelukkige Turkije een geest van verzet vaar dig, die met wijs beleid door den knappen generaal Moestapha Kema! Pacha en eenige zijner wapenbroeders georganiseerd, uitliep op een geweldige afranseling van Griekenland. Reeds, waren de Grieken voorbij Eski Chehir gekomen, toen langzamerhand een 'druk op hen werd uitgeoefend, die eindigde met een catastrophe voor de Grieken, die bij Smyrna de zee werden ingejaagd. De overwinnende Turken hadden onderweg reeds hun woede gekoeld op de Grieken en Armeniërs. Het overwinnende Grieksche leger had overal in ste den en dorpen de roode haan laten kraaien in de Turk sche wijken, het overwinnende Turksche leger nam wraak en de Grieksche en Armenische wijken gingen in vlammen cp. Oog om oog, tand om tand. Had de Turksche bevolking geleden onder de schendende hand der Grieken, de Grieken en Armeniërs ondergingen het zelfde lot In Smyrna werd geplunderd, Grieken en Armeniërs boden tegenstand. Van uit een kerk werd door hen het verzet geleid, bij de beschieting geraakte die kerk in brand en even later verspreidde zich het vuur door de Armenische en Grieksche kwartieren. Ik sprak van de week nog een Hollandsche machinist, die met de Ulysses van de Kon. Nederl. Stoomboot Mij. hier te Smyrna lag en alles meegemaakt heeft Het was een ontzettend onheil. Slechts door het draalen van den wind bleef een gedeelte der stad behouden. Jaren lang bleef Smyrna een stad van ruïnes, die juist in het midden der stad liggen. Wanneer men van het gespaarde Europeesche gedeelte gaat naar het aan de andere zijde gelegen gespaarde Turksche gedeelte dan komt men langs de ruïnes der voormalige, schitte rende woningen van Griefcsche handels- en industrie koningen. Alles verwoest Gedurende de laatste twee jaren is men druk bezig om alle ruïnes op te ruimen, men heeft door een „Zwijg nu. Ik heb je gezegd, ga nu," riep ze verstrooid en stampte met den voet. Hij haalde de schouders op, draaide zich op de hielen om en liep naar de deur die naar de prlvétrap voerde. Het volgende oogenblik had zij een zijden kimono ge grepen, zich er in gewikkeld en met een blik in den spiegel, om te zien of haar gezicht haar niet verraden kon, snelde ze naar de andere deur en opende die. De graaf, niet in staat om zijn ongeduld te bedwin gen, liep ongeduldig de gang op en neer. Hij kwam vlug op haar toe met een nijdigen, boozen glans in zijn inge zonken oogen. Ze had hem zeker een onbehoorlijk lan gen tijd laten wachten. „Het spijt me zoo, liefste," fluisterde ze op verzoenende toon. „Ik was net bezig mijn haar te doen en ik vind het zoo naar als je me niet op mijn best ziet. Je vergeeft je vrouw toch wel haar dwaze ijdelheid, nietwaar?" Maar de graaf liet zich niet zoo makkelijk vangen als ze gehoopt en verwacht had. Hij ontving haar liefkoo- zingen zonder die te beantwoorden en stapte de kamer in, gekwetst in zijn waardigheid, zijn trots en zijn blauwe bloed. Hij liet zich neervallen op de satijnen rustbank, waar zij een half uur geleden op gelegen had, zijn wenkbrau wen gefronst, zijn gezicht rood, de diepe groeven in zijn voorhoofd en langs zijn neus scherp uitkomend. Leonie had niet voor niets de verschillende buien van den graaf bestudeerd. Ze herkende maar al te goed de voofteekenen van een naderenden storm. Ze zonk naast hem neer, legde haar arm om zijn hals en haar hoofd op zijn schouder, haar wang vlak bij de zijne. „Wat heerlijk, dat je bij me bent," zuchtte ze. „Je bent zoo lief en goed. Ik moet wel de gelukkigste vrouw op de wereld zijn. En als ik dan bedenk, dat ik nog maar één jaar geleden de ongelukkigste was. Liefste Marma- duke, jij hebt me mijn heele ongelukkige verleden doen vergeten." De graaf plukte nijdig aan zijn langen grijzen snor. Leonie wist precies hoe ze haar stem een kalmeerenden klank kon geven, en hij was daar altijd heel gevoelig voor geweest, maar vanavond merkte ze, tot haar te leurstelling, dat zijn gezicht zich niet verzachtte. De teleurstelling werd ongerustheid. Wat had de graaf gehoord? Waarom zei die ouwe gek niets? Hij zocht in zijn zak en haalde er een gewoon visite kaartje uit. Hij gaf het aan zijn vrouw. „Ken je dien man?" zei hij scherp. „Peter Carew", stond er op het kaartje. Wanneer Leonie, gravin van Lanchester ooit haar zelfbeheersching had noodig gehad was het nu. Peter Carew was geen onbekende voor haar en de gebeurte nis lag haar nog versch in het geheugen, hoewel er vijf Fransch expert een plan voor een moderne stadsbouw laten ontwerpen en men is nu bezig om dat te doen uitvoeren. Het oude Smyrna had slechts een mooie straat, dat was eigenlijk geen straat, maar de kade langs het water Daarachter waren alle straten smal, met leelijke gebou wen en gebouwtjes en onoogelijke winkels. Nu worden ruime boulevards met breede zijstraten en behoorlijke pleinen en rondpolnts aangelegd. Wan neer men een paar jaar geleden van de kade naar het groote station, waar de treinen van Angora en Pan- derma afgaan, moest, dan moest men, hetzij heelemaal omrijden door het Turksche kwartier of riskeeren ge radbraakt te worden bij een rijtoer door de ruïnes. Nu is er de fraaie Boulevar'' du Gazi aangelegd vanaf de kade, daar waar de relzig die te water arriveeren, landen tot aan het genoerm station. Een dubbele rij boomen is geplant en lederen dag worden zij zorgvul dig besproeid, want het is hier heet en droog. Mooie gebouwen zijn gezet geworden, anderen zijn nog in constructie. Men kan zien, dat de oude tijd van capitulaties en willekeur uit is. De stadsregeering zorgt er voor, dat aan een rooilijn vastgehouden wordt, dat het gebouw aan bepaalde regels van schoonheid en deugdzaamheid voldoet, de trottoirs moeten allemaal even hoog en even breed zijn. Wat ging dat in dién z.g. goeden ouden tijd der capitulaties anders. Wandelt U eens het gedeelte kade, dat door den brand gespaard is gebleven, dan moet U steeds stoepje op, stoepje af, want iedereen bouwde zooals hij wilde en liet zijn trot toir maken zooals hem beliefde. Het gaat natuurlijk langzaam, want Smyrna is nog niet geheel hersteld van de catastrophe. Buitendien, de Grieksche en Armenische kooplieden zijn weg en blij ven weg en dus Is er nog geen behoefte aan mooie, groote woonhuizen. Maar fraaie bankgebouwen en kan- loodlokalen, winkels en flatgebouwen zijn gereed of in aanbouw. Houten loodsen maken plaats voor pakhuizen in beton uitgevoerd, speciaal geconstrueerd met het oog op mo gelijke aardbevingen. De invloed van Griekenland in Klein-Azië is voor goed verdwenen. Andere elementen zullen hun plaats hier in nemen. Een Commissie, bestaande uit Turken, Grieken, Italianen, Franschen en anderen, de z.g. Commission Mixte behartigt de belangen der personen die schade geleden hebben en ook van de Grieken die niet meer hier terugkomen en de Turken, die uit Griekenland en andere Balkanlanden naar Klein-Azië komen, het z.g. uitwisselprobleem. Allemaal moeilijke, ingewikkelde factoren, die eigen lijk de ontwikkeling van de landen tegenhouden. Wanneer ik hier, tegen dat de zon in de verte achter de bergen schuil zal gaan en de warmte dus dragelijk is, mijn wandeling langs de kade maak, dan kan ik zoo boos worden, wanneer ik zie wat hier als gevolg van menschelijke dwaasheid voor onberekenbare schade gedaan is. Wanneer ik dan eens ga wandelen naar het industrie- kwartier en ik zie de fabrieken, die aan Grieken toe behoorden, leeg staan, dan zou ik zoo graag eens willen, weten wat er omgaat in de harten en in den geest van die vele Grieksche kooplieden en industrieelen, die hier een rijk en gelukkig bestaan hadden en nu voor goed dit land vaarwel hebben moeten zeggen. De Turken ontwikkelen zich iederen dag meer, wor den lederen dag meer geschikt om de taak der Grieken over te nemen. Het gaat nu nog stroef, maar men be speurt iederen dag vooruitgang. De uitmuntende leiding van Moestafa Kemal Pacha, Imat Pacha en anderen doet zich gevoelen, de jongere generatie zal er geheel anders voorstaan dan de huidige, wier handen nog al eens verkeerd staan. Men hoort zoo dikwijls door de personen, die den jaar overheen waren gegaan. Ze keek haar man recht in de oogen. „Nee, wie is dat?" „Daar komen we straks op. Moet ik aannemen, dat je me je woord van eer geeft, dat deze man een volko men onbekende voor je is?" De gravin richtte zich met een vertoon van veront waardiging op. „Het spijt me, Marmaduke, dat je zoo weinig vertrou wen in me hebt, dat je me niet gelooft zonder dat ik mijn woord van eer geef. Maar het schijnt dat je me vanavond wilt plagen, nee, minachten en daarom zal Ik je niet dwarsboomen. Op mijn woord van eer, mijnheer Peter Carew, wie hij ook mag zijn, is me totaal onbe kend. Goeden nacht!" Ze draaide zich bruusk om en liep naar de slaapka mer, maar de graaf riep haar terug. „Vergeef me, Leonie!" riep hij opeens week. „Nee, je moet niet weggaan. Ik had heelemaal niet de bdoeling je gevoelens te kwetsen..." Lord Lanchester had zich gewonnen gegeven, me vrouw zag haar voordeel en wist van geen medelijden. „Mijn gevoelens kwetsen? Wat beteekenen die voor jou, Maramduke! Ik weet niet, wat voor reden je hebt om me te kleineeren, maar ik zeg je, dat ik het geen tweeden keer verdraag. Wel te rusten." „Praat geen onzin, Leonie," zei hij met zijn arm om haar middel. „Je moet me niet verkeerd begrijpen. Ik ben er van overtuigd, dat die kerel zich vergiste en als ik er absoluut zeker van geweest was zou lk hem de deur uit hebben getrapt. Hij kwam vanmiddag hier, ter wijl jij uit was en stelde zich voor als de jongste fir mant van een groote maatschappij van diamanthande laars in Hatton Garden. Hij vroeg eerst naar jou en toen hij hoorde dat je niet thuis was, weigerde hij mij te zeg gen waarom hij kwam. Hij maakte een toespeling, dat het van onaangenamen, zelfs pijnlijken aard was, maar toen ik hem beslist vroeg me het te vertellen zocht hij uitvluchten. Ik bleef echter aandringen en toen zei hij, dat hij weten moest, of jij dezelfde vrouw was de vle gel noemde je een „vrouw" waarmede hij jaren gele den zaken had gedaan. Daar hing alles van af. Wanneer je het niet was, was de zaak afgedaan. Als je het wel was, zouden de gevolgen vreeselijk ernstig kunnen zijn." Dat is een beleediging!" riep de gravin met gloeien de wangen. „Het verwondert me, dat je naar zulken laster hebt geluisterd. Ik zal naar dien schurk toe gaan." „Ja, en ik zal meegaan." „Nee, nee! Dat zou lijken of we veel te veel waarde aan zoo'n kleinigheid hechten. Jij hoeft niet lastig ge vallen te worden. Je bent de laatste drie dagen niet zoo tijd van de capitulaties meegemaakt hebben en nu na tuurlijk de nieuwe toestanden niet zoo gemakkelijk vinden, zeggen: „de Turken kunnen niets". Niets ls minder waar. Men behoeft slechts naar Smyrna te komen, om te zien hoe anders dat is en hoe keurig de Turken een nieuw Smyrna uit haar asch doen verrijzen. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 18 Juni 1929. Heden werd voortgezet de behandeling van de be kende zaak tegen de z.g. bookmakers op de draverijen der Kennemer Sportclub, Piet E. te Den Haag en Jo- seph M. te Rotterdam. De Officier wenscht deze zaak niet langer te traineeren en requlreert uit bewijsgebrelc vrijspraak. A.s. week uitspraak. ONJUISTE AANGIFTE VERMOGENSBELASTING. De 59-jarige particulier, voorheen vermoedelijk land bouwer, Klaas R„ geboren te Spanbroek, en thans wo nende te Alkmaar, staat terecht terzake ontduiking vermogensbelasting, aangezien aan de inspectie van dezen dienst is gebleken, dat hij verschillende schuld vorderingen onder hypothecair en ander verband, niet heeft aangegeven en alzoo heeft verzwegen op het door hem geteekend aangiftebiljet een bedrag van f 4700. welk biljet betrekking had op den aanslag 1928'29. De Inspecteur der Directe belastingen, de heer Al- phonse Meij, verklaart het aangiftebiljet geteekend te hebben ontvangen. Notaris Hilbrand van Obdam, eveneens als getuige gedagvaard, geeft den rechtbank eenige inlichtingen omtrent het vermogen van verdachte. Volgens hem door deze verschafte gegevens. Daarop worden gehoord eenige schuldenaars van ver dachte, die zijn geld in gebruik hadden op obligatie, o.a, de heer v. L., landbouwer te Heerhugowaard, Corn. K., watermolenaar f 1000 en Antje M., weduwe de B. te Hensbroek f 2400, welke schuldvorderingen liepen ten name van de gebroeders A. en K. R. Deze schulden bestonden nog op 1 Mei 1928. De Officier acht het niet getuigend van broederzin, om zonder eenige noodzaak de belasting te ontduiken, tot schade van de meer eerlijke aangevers. Het is dus wel noodig, dat een voorbeeld wordt gesteld en daar aan de noodlge publiciteit zal moeten worden gegeven. Op dien grond requlreert mijnheer de Officier f 1500 boete of 100 dagen hechtenis. Verdachte noemt de boete hoog. De president vraagt of verdachte liever gevangen!»- straf zou willen ondergaan, wat de Officier ook had kunnen vorderen. Verdachte heeft reeds gedurende een tijdvak van 6 jaren de belasting ontdoken, op welk feit de president hem nog eens nadrukkelijk wijst De inspecteur is van meening, dat hij over een tijds verloop van 3 4 4 jaar navordering zal moeten doen. HOOGER BEROEP OVERTREDING TREKHON- DENWET. De 37-jarige melkslyter Krijn Corn. v. D. te Den Helder Is door den kantonrechter aldaar veroordeeld wegens overtreding van de Trekhondenwet, het rijden met een niet goedgekeurden trekhond op 7 Maart j.1. Verdachte is tegen dit vonnis ln hooger beroep geko men en zegt dat hij den hond medevoerde aan een touw en het dier niet voor de kar liet trekken. De hond was afgekeurd en het begrootte verdachte het dier af te erg wel geweest en ik wil, dat je weer gauw geheel de oude bent. Wij zullen naar Lanchester gaan en daarna naar de een of andere warme plaats op het vasteland, Napels, Palermo, Cairo waarheen je maar wilt" Deze vrouwelijke bezorgdheid maakte diepen indruk op den ouden heer. Hij kuste haar en was op het punt haar uit de kamer te vergezellen, toen zijn blik op den diamanten ring van Lord Balmaine viel. Hij lag op ta fel. Hij nam hem op voor ze het kon verhinderen. „Wat is dat voor een ring? Ik heb dien nog nooit gezien. Als je een nieuwen ring wilde hebben, waarom heb je me dat dan niet gezegd? Een vrouw moet nooit haar eigen ringen koopen. Dat moeten altijd geschenken zijn." De gravin was het hierin volkomen met hem eens, maar zei het niet. Haar vlug brein was aan het werk om een geschikte verklaring te vinden, hoe ze in het bezit van dien ring was gekomen. „O," zei ze onverschillig, „dat is een oude talisman, een reliquie uit die ellendige Monte Carlodagen. Een man heeft me op een avond dien ring gegeven toen hij 20.000 pond had gewonnen door mijn raad bij het spel te volgen." „Maar ik dacht ,dat je me al je juweelen had laten zien," zeide hij achterdochtig. „Dat heb ik ook. Jou malle, oude jongen, als je hem onder al de rest niet gezien hebt, ls dat toch mijn schuld niet? Als ik me goed herinner hadden we dien avond aardig wat champagne gedronken toen ik mijn schatten vertoonde, geen wonder, dat je je het niet herinnert." Hij draaide den ring om, schijnbaar niet in zijn hu meur. „Hela! Er staat een wapen in. Van wien is dat?" Leonie had haar lippen wel stuk willen bijten van er gernis. „Hoe zou ik dat nu weten? Ik had het voor stelregel aangenomen om nooit de namen te vragen van de per sonen, die me engageerden. Ze kenden evenmin mijn naam. Je weet, dat ik er altijd een masker droeg." Natuurlijk was de graaf er volkomen van op de hoog te, welke rol Leonie in Monte Carlo had gespeeld. Dat kon hem niets schelen. Maar het was een andere kwes tie, wat zij als gravin Lanchester deed. „Ik heb niet graag dat je juweelen draagt, die Je door een anderen man zijn gegeven," zei hij bruusk. „Ik zou graag zien, dat je mij deze iiet houden. Ik zal je wel een anderen ring koopen die nog meer waard is daa dezen." Wordt vervolgd*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 1