De Wereldreis van Dicky en Dirrekie Durf Uit een Balkan-staat. de vrouw van den ploegbaas in den tuin kwam, raak te zij den antenne-draad aan en werd door den stroom onmiddellijk gedood. Haar man holde, zonder zijn schoenen aan te trekken, naar buiten, trapte op den draad en deelde het lot van zijn echtgenoote. DE PAUS VERLAAT HET VATICAAN NOG NIET. De dag, waarop de paus voor de eerste maal de Vaticaansche stad zal verlaten en die op 24 Juni a.s. was vastgesteld in verband met het feest van den Heiligen Johannes, is opnieuw uitgesteld. Bepaalde redenen worden niet opgegeven; men schijnt echter tot October a.s. te willen wachten. HITTE VERWACHT. Volgens de meterologische instellingen zal het in geheel Duitschland heerschende warme zomerweer voorloopig aanhouden. Verwacht wordt, dat de tem peratuur nog zal stijgen. EEN BEDRIEGLIJK PENSIOENTREKKER Eerst na zijn dood ontdekt. Bij een lijkschouwing te Haverford West heerschte onzekerheid aangaande de identiteit van een dootfe. Volgens zijn papieren, had hij een marinepensioen van 60 in het jaar, dat uitbetaald werd op naam van David John Lloyd. Maar toen men de zaak ver der ging onderzoeken, kwam aan het licht, dat deze pensioengerechtigde al elf jaar dood is en zijn broer Walter Owen Lloyd, die nu pas gestorven is, al dien tijd het pensioen van zijn dooden broer was blijven trekken. De doode had de schatkist voor ruim 700 bena deeld en bovendien zijn ouderdomsrente genoten. GECOMPLICEERD VLIEGONGELUK. Twee slachtoffers. Uit Milaan wordt gemeld: Tengevolge van een verkeerde stuurbeweging is een vliegtuig, dat op een hoogte van 1000 M. boven den spoorweg van Bologna naar Modena vloog, neerge stort. Het geraakte bij de botsing tegen den grond in brand. Terwijl de begeleider zich wist te redden door imet. een valscherm uit het vliegtuig te springen, werd de vlieger uit het toestel geslingerd en op slag gedood. Toen het vliegtuig op den grond kwam, be groef het een ouder vrouw onder zich, die verbrandde. DE OVERVAL OP CURACAO. De Korenaer in St. Thomas aangekomen. Blijkens bij het Departement van Defensie ontvan gen telegram is Hr. Ms. torpedobootjager „Ivortenaer" in den nacht van Woensdag op Donderdag te 12 uur te St. Thomas aangekomen. Het lag in de bedoeling onmiddellijk na bijvulling van brandstof de reis naar Curagao voort te zetten. SCHEEPJE VERGAAN. De opvarenden gered. V.D. verneemt uit Kopenhagen: Naar uit Odense gemeld wordt, is de Duitsche' bar kas Orion uit Krauscnd op weg van Hamburg naar Odense ten Zuiden van het eiland Samsoe lek gewor den en gezonken. De drie opvarenden konden door een stoomschip worden gered. AMOK IN DE GEVANGENIS. Drie zwaar- en twee lichtgewonden. Aneta meldt uit Soerabaja: Een Atjehsch communistisch gevangene heeft in de gevangenis te Pamekasan (Madoera) amok gemaakt. Hij verwondde zwaar administrateur Bos, den hoofd opzichter van Duren en den opzichter Schuitema. De opzichter van der Geugten en een korporaal van de Barisans werden licht gewond. De aanvaller werd neergelegd. Hij is zwaar gewond. OUDE STEDEN EN ITALIAANSCHE INVLOED. HET WEINIG BEKENDE ALBANIë. DE BOXA XGTORAKA. EEN ROMANTISCH VESTINGPLAATSJE. (Van onzen reizenden correspondent.) De meest fanatieke Italianen spreken nog steeds van de Adriatische Zee als van „onze zee" en zeer zeker waren er gedurende den wereldoorlog vele Ita lianen. die voor hun land hoopten op de geheele kust van Kroatië en Dalmatië, waardoor de Adriatische Zee inderdaad zooiets als een Italiaansche zee zou zijn geworden Ze beriepen zich hierbij op oude rech ten, die dateeren uit een tijd, dat andere rechtsbe ginselen golden dan thans. Dalmatië, was eeuwen lang grootendeels een soort kolonie van de dagen republiek Venetië en sterk was de invloed, dien de Italianen hier uitoefenden. Niet in alle opzichten was deze invloed heilzaam voor het land Uit winst bejag ontboschten de Venetiatien groote gebieden, waarvan het thans levend geslacht nog de nadee- lige gevolgen ondervindt. Het Italiaansch werd hier tot tweede taal en van de oudere kustbewoners spreekt zeker de helft nog min of meer vloeiend Itliaansch, al is van de overgroote meerderheid de moedertaal Slavisch. Uit den tijd der Donau-monar- chie zijn er hier ool#nog velen, die Duitsch kennen, doch het Duitsch is hier minder verbreid dan het Italiaansch. De Italianen hebben aan de kust van Joego-Slavië echter één stad verkregen, de stad Zara, cn eenige ervoor liggende eilandjes. Langs de geheele kust en speciaal in Dalmatië, vindt men de invloed der Italianen nog uitgedrukt in den bouwstijl. Oude huizen, de kerken, de meeste openbare gebouwen doen volkomen Italiaansch aan, De namen der kustplaatsen zijn bijna alle tweetalig, Slavisch en Italiaansch, evenals die der meeste OPROER IN EEN POOLSCH TUCHTHUIS. In het tuchthuis te Thorn is Donderdagmorgen op roer uitgebroken. De hulp van de politie werd inge roepen. De oproerkraaiers hadden in eenige cellen barricades opgeworpen. Deze werden echter spoedig „genomen". Dc rust was toen weer spoedig hersteld.. FRANSCHE VLIEGERS POGEN HET DUURRECORD TE VERBETEREN. De vliegers tot landing gedwongen. V.D. verneemt uit Parijs: De Fransche vliegers Marmier en Favreau die Dins dagmorgen te 5.19 op Le Bourget zijn opgestegen voor een poging het werelduurrecord te verbeteren, moesten Woensdagavond wegens een defect aan den motor landen. Woensdagavond te 22.20 uur hadden zij bij een gemiddelde snelheid van 160 K.M. per uur, een afstand van 6250 K.G. afgelegd. Het wereldrecord staat op naam van den Italiaan Ferrain del Prete met 7666 K.M. eilanden. Split (Slavisch) heet ook Spalato. Solin is dezelfde stad als Salonae, het eiland Bratsj draagt cok den naam Brazza, Dubrovnik is ook bekend als Ragasa, Ka tor als Cattaro. Dubrovnik (Ragusa) maakt uiterlijk volkomen den indruk van een oude Italiaansche stad. Haar stich ting dateert uit de zevende eeuw en vele honderden jaren was zij een min of meer zelfstandige, aristo cratische koopmansrepubliek. Sterk was ook hier de Italiaansche invloed, die zich echter meer op het uiterlijk deed gelden, want in wezen was en bleef de stad Slavisch. Reeds in de 16e eeuw bloeide hier de Servisch-Kroatische litteratuur. Eigenaardig is de stad door haar oude ringmuren, bastions, en torens die naar zoowel aan de land- als aan de zeezijde beschermden (thans hebben deze goed bewaarde ves tingwerken natuurlijk geen militaire waarde meer). Door poorten komt men in de stad en aan de indruk wekkende poordpoort is een schoon relief aange bracht, voorstellende Peter I van Servië, de „bevrij der-koning". Vele schoone oude gebouwen zijn in de stad volko men gaaf behouden gebleven. Gedeeltelijk tegen berghellingen opgebouwd is Ragusa en men vindt hier smalle, schilderachtige trappenstraatjes, die aan Napels doen denken. Elders wordt de herinnering gewekt aan Venetië en er is zelfs een pleintje met even tamme duiven als op het San-Marco-plein te Venetië Winter en zomer trekt deze stad door haar beschutte ligging en heerlijk klimaat buitenland- sche gasten, al kan het hier in den zomer zeer warm zijn. Voor afkoeling zorgt dan de Adriatische Zee, waarin de zomergasten een groot deel van den dag badend en zwemmend doorbrengen. Groote dure hotels zijn hier, maar als men een weinig zoekt, kan men ook goedkooper terecht en reeds een pension vinden van zestig a tachtig dinar (f2.70 a f3.60) per dag. De overgroote meerderheid der gasten zijn hier Duitschers en Oostenrijkers, vertegenwoordigers van andere naties zijn hier tamelijk zeldzaam. Naar een Oostenrijker mij vertelde is de stroom van Duitsche toeristen naar Italië zeer verminderd, omdat men er niet tevreden was over de behandeling van de zijde der fascisten. In hoeverre dat waar is, kan ik niet controleeren. Ik persoonlijk heb van de zijde dei- fascisten in Italië het vorige jaar niets onaange naams ondervonden, al is dan mijn sympathie voor het fascistische systeem niet groot. Rijk is de plantengroei in de omgeving van 'Ragu sa, sub-tropisch reeds en op stille avonden is de atmsopheer er thans verzadigd met bloemengeur. Ongetwijfeld is Ragusa zeer bekoorlijk, maar ik bleef er niet langer dan noodzakelijk was om mijn post af te wachten. Een beroepszwerver, die met weinig bagage reist, gevoelt zich niet al te best thuis in een mondaine omgeving, waar het tot den goeden toon behoort zich drie maal per dag te ver- kleeden. Bovendien kon ik hier niets te welen ko men over de toestanlen, de mogelijkheden, de forma liteiten in het jongste koninkrijk, Albanië, waar heen ik binnenkort hoop te vertrekken. Eigenaardig, iedereen, die ik over mijn plan sprak, trok een be denkelijk gezicht en hoe minder hij ervan wist, hoe bedenkelijker zijn gezicht werd. Ik troost me met de diepe volkswijsheid, dat de duivel niet zoo zwart is, als hij wordt afgeschilderd. In elk geval moet mijn weg me naar het zuiden voeren en op een stillen zomeravond nam ik de pas sagiersboot naar Kotor (Cattaro) en het werd, eerst tusschen eilandjes, dan langs de bergachtige kust, een schoone vaart over de blauwe Adriatische Zee, die, niettegenstaande het windstil was, het schip met haar grondzeeën tamelijk deed schommelen. Indrukwekkend was de invaart in de Boka Kotorska ((Bocca di Cattaro), den bocht van Kotor, die eigen lijk een diep in het land snijdend fjord met eenige armen is. Vooral 's avonds, als men den weelderi- gen plantengroei niet kan zien, dringt zich hier we der sterk de herinnering aan Noorwegen op, maar de lucht is hier milder, bezwangerd met zoete geu ren, die men in het noorden niet kent. Hoog heffen zich de bergen, die later elkander meer en meer naderen tot een engte, „Verige" ge- heeten, die vroeger in oorlogstijd met een ketting werd versperd. Aan de andere zijde van deze engte verbreedt zich het fjord weder en na een klein uur legt dan het schip aan te Kotor, een stadje geheel aan het einde van het fjord, dicht bij de vroegere Montenegrijnsche grens, En het is weder een ro mantisch stadje, met wallen, een oude vesting op een bergtop; met poorten, waaronder men zijn eigen schreden galmend hoort opslaan; een stadje met to renklokken, die dag en nacht de uren tellen en nu en dan plotseling luiden; een stadje van ongeveer drieduizend inwoners; met stilte en oude patriciërs huizen, die droomen van een heel oud en ver ver leden; met bochtige, nauwe straatjes en duiven en bloemengeur en rustige menschen. Ik kreeg er een kamer met een balcon dat op een klein pleintje uitkeek en toen ik 's morgens op mijn balcon trad, waren er beneden op het pleintje een paar honden aan het spelen; een oude vrouw strom pelde, steunend op een stok, voorbij, twee jonge Montenegrijnsche boerinnetjes, kleurig en fleurig, lachten een zilveren lach en ergens, op een kamer speelde iemand viool en het was me plotseling of .dit lichtoverstroom.de pleintje met zijn oude gevels een operatooneel was en ik wachtte den tenor, die een aangrijpende aria, moest zingen, maar hij kwam niet. J. K. BREDERODE. 't De auto doet net of ze een visite wil brengen aan de familie Drywood. Hoogst ongepast om zoomaar zonder deur in huis te vallen op een bergweg van nog geen meter breed. De heele familie schrikt ervan. Sir Drywood zet het op een loopen met zijn kijker nog voor zijn kippige oogjes. Lady Drywood is flauw ge vallen, heelemaal flauw en niet een klein beetje, zooals anders. Gladys, Edith en Kathe sleepen haar weg. De auto mocht eens boven op haar nieuwen hoed vallen. Dat zou een ramp wezen, die de heele wereld nooit meer te boven kwam. Maar zoo baldadig is de auto niet, hoj)r. Ze vernielt alleen he-t hek, want aan hekken heeft ze een hekel. En dan tuimelt ze Dicky en Dirrekie achterna. Ze moet toch óók een reis om de wereld maken? Heelemaal onder in den afgrond is de beek. Zij heeft een helling van steentjes en fijn zand. De auto komt eerst op die helling terecht.- Pats... daar staat ze... precies op haar vier wielen, zooals het hoort. Dan ko men Dicky en Dirrekie aantuimelen. ,Ze duiken nog eenmaal over hun kopjes om het af te weiraen. En dan zitten ze weer ieder op hun eigen plaats. Maar het zand en de steenen schuiven mee de helling af. Ze bedelven de auto met Dicky en Dirrekie erin, Zou de wereldreis nu al afgeloopen zijn? Neen hoor... de hoop zand begint te bewegen..v Rr...rr...rr...rr, gaat het erin, De steenen vliegen naar alle kanten. Daar komt de auto te voorschijn..-, als een mol uit den grond... De brutale Dicky stuurt pardoes de beek in... Dirrekie trekt haar voetjes op. Wat gaat er nu gebeuren? Hier is de beek. Ze rulscht eerst door schoone land streken, stroomt onder een oud bruggetje door en is een lust om te zien. Ze is dan zoo lief, dat de kippen er uit drinken en de vermoeide wandelaar doet het ook, als zijn veldflesch leeg is. Maar plotseling wordt de liefelijke beek onstuimig. Ze werpt zich over den rand van een afgrond naar beneden. Donderend storten haar wateren neer in de diepte. De dames en heeren, die er naar komen kijken, kannen zichzelf niet ver staan, zooals anders. Eeneden in de vlakte wordt de beek een breede rivier met snelle, zilverachtige visschen erin, Nelis Natiever hengelt naar die visschen. Dat noemt hij liefhebberij, 's Morgens stapt hij in zijn bootje 's Avonds stapt hij weer uit zijn bootje. Dan mag zijn vrouw de visch bakken, die Nelis gevangen heeft. Als ze moppert zegt Nelis: Daar heb ik me nou den heelen dag voor afgesloofd. En wat het raarste is: hij gelooft het zelf ook! De rivier stroomt naar de groote stad Volvettendam. Daar worden groote markten ge houden. Zouden Dicky en Dirrekie er behouden aan komen? Daar zwemt de auto door het water van de beek. Hoera, roept Dicky, hard gaat-ie voor een dub beltje! Maar Dirrekie is niet heelemaal tevreden. Ik vind jou een naar knulletje, zegt ze erg boos..Eerst denk je dat je auto een kraai of spreeuw is en nu maak je 'er onderzeeër van. Als ik dat geweten had, was ik nooit meegegaan. Wacht maar zus, antwoordt Dicky doodbedaard. Dadelijk zit je weer hoog en droog. En hij pompt alle vier de autobanden zoo voi, dat de auto boven op het water komt te staan. Ze marcheert over de oppervlakte van het water, alsof er een dikke ijskorst op lag. Nou gaat het leuk, Dick juichte Dirrekie. Zoo kunnen wij wel altijd door het water rijden. Dan kernen we tenminste tellen tegen of storten in een afgrond... Bom... daar botst de auto tegen de steenen brug. Je komt er niet onderdoor, waarschuwt Dirrekie. Rijdt maar weer op het land, chauffeur. Maar Dir- ky schudt van neen. Hij weet er wel raad op. We maken er weer een duikboot van, zegt hij. En dan buigt hij zich zijwaarts en laat stuk voor stuk alle vier de br. .-".cn leeglcopen. Dirrekie houdt haar broer vast. Hij mocht anders eens een duik in de beek nemen. En die stroomt zoo snel, dat Dicky alleen een wereld reis zou maken, als hij eenmaal in het water lag. Ge lukkig, alles gaat goed. De auto is nu een zwaar ge leden schip, dat diep in het water ligt. Vooruit nu maar Volgende week een nieuwe vertelling.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 12