RADIO-RUBRIEK.
AUTO-ZEGEN.
Het geheim van de Siberische Taiga.
In Japan, 1000 jaar geleden.
De Indianen sterven uit.
Het nieuwe luidspreker principe.
Ondergrondsche brand.
(Hoopvol opgedragen aan alle automo
bilisten met een warm benzine-hart.)
Ouwe Jan was twee en tachtig,
Maar nog pienter en nog kras,
Omdat ie z'n heele leven
Opgewekt en vroolijk was.
„■Door z'n dikke brilleglazen
Keek ie monter in het rond,
Of hij ook een zonneschijntje
Of een oolijkheidje vond!
Ouwe Jan hield veel van bloemen,
Van het licht en de natuur,
Maar hij kon niet verder komen
Dan het hoekje van de schuur,
Want z'n ouwe brave beencn
Legden 't af van lieverlee,
Rheumatiek had ze te pakken,
En ze wouen niet meer mee.
Meestal zat hij op zijn bankje,
Op hetzelfde stukje grond,
Of de heele mooie wereld
Enkel uit zijn erf bestond!
En dan was ie wel tevreden
Met zijn bloesems in de zon,
Maar hij kon toch zoo verlangen
Kaar dat and're, wat niet kon!
O, nog eenmaal, net als vroeger,
Vrij te zijn van alle grens,
Links en rechts de ruime velden,
Dat was nog zijn levenswensch.
Links en rechts de groene bosschen
In de gouden zomer-zon,
En de feestelijke wereld
Ver tot aan den horizon!
Heeren automobilisten,
Wacht niet op een comité,
Ouwe Jannen zijn er vele,
Neem ze toch eens zoo maar mee,
Laat er eens een heel klein plaatsje
In Uw luxe wagen zijn,
Om ze zajig rond te toeren
In den vollen zonneschijn!
Geef ze aan het eind van 't leven
Mooiheid, die hun ziel verfrischt,
Want ze hebben vele zomers
Toch zooveel, zooveel gemist!
Let eens op hun oude oogen,
Stil genietend, telkens weer,
Hoort hun oude stemmen trillen:
„Dank U, dank U wel, meneer!!"
(Nadruk verboden.)
Jun! 1929.
KROES.
I MENSCHEN, DIE AFSTAND VAN DE WERELD
HEBBEN GEDAAN.
Wgewolod Iwanow, een der markantste schrijvers
van het hedendaagsche Rusland heeft kortgeleden, een
novelle gepubliceerd, welke het volgende interessante
gebeuren tot ontwerp heeft:
In de 17de eeuw onttrok zich een religieuse gemeente
aan de verlokkingen van de wereld en de vervolgingen
Van den anti-christ d.w.z. den Tsaar door een vlucht
in de dichte wouden van de Siberische Taiga. De na
komelingen van deze fanatici leven nog, tegenwoordig
in volkomen afzondering. Ze hebben niet alleen het
oude geloof, maar ook de oude taal van de 17de eeuw
behouden. Ze voeren een patriarchaal leven, voor hen
staat de tijd stil en de 200-jarige geschiedenis van hun
land is spoorloos voor hen voorbijgegaan. Toen het be
richt tot hen doordrong, dat de oude anti-christelijke
regeering was verdwenen, toen zij hoorden, dat de
nieuwe machthebbers zich met de ster van Betlehem
tooiden, toen trokken ze naar de nabijgelegen stad om
de nieuwe regeering te huldigen.
De vertelling sloot met een tragi-komische beschrij
ving van de botsing van de twee werelden die der 17de
en der 20ste eeuw, van de ohiliastische gedachte (een
verondersteld duizendjarig Godsrijk van Christus op
aarde Da Casta geloofde aan het chiliasme) en de
materialistische ideeën van het communisme, de ont
moeting van in godgeloovende met goddelooze men-
scheru De vertelling baarde groot opzien, doch, meen
de de critici, de fabel was te avontuurlijk, te onwaar
schijnlijk, het geheel was een product van een onbe
lemmerde en ongebreidelde dichtelijke fantasie.
De expeditie bevond zich in het uiterste Noorden van
Siberië, waar tusschen de rivier de Ob en een of andere
zijrivier van de Jennissie, die nauwelijks bekende en de
nauwelijks onderzochte rivier de Wach zich bevindt.
Eenige 'leden van expeditie hadden van de Oost-Jakische
Nu dat u rijk bent, dokter, greeft u ook
niet veel meer om uw patiënten.
U ziet, ik huldig- het systeem van „leven
en laten leven",
v 1 (Gutierrez).
gidsen wonderbaarlijke geschiedenissen gehoord van ge
heimzinnige boerenhofsteden, midden in de wildernis,
waar menschen woonden, die afstand van de wereld
hadden gedaan.
Een deel der expeditie ging er op uit, de waarheid
van de geruchten te onderzoeken. Onder leidipg van een
inheemschen gids vond de kleine schaar, na een tocht
langs moeilijke wegen, door het dichte struikgewas der
Taiga, inderdaad een nederzetting. Een rij dicht bij
elkaar geplaatste boerenerven en andere gebouwen, alle
opgetrokken uit cederhout, in den stijl van de oude
Russische boerderijen. De bewoners van deze neder
zetting, welke nog niet op een kaart is aangegeven,
waren de nakomelingen van de Kerschaki, die tijdens
de regeering van "Peter den Groote de eenzaamheid
hadden opgezocht. Zij, de oud-geloovigen (Raskolini)
hebben in de eenzaamheid van de Siberische Taiga het
oude geloof van hun voorvaderen bewaard, nog tegen
woordig houden zij zich aan de geschriften van Ephra-
im, den Syriër, nog tegenwoordig spreken zij de Rus
sische taal van de 17de eeuw, nog thans bebouwen zij
het lande met de zelfde middelen en de zelfde werk
tuigen, die hun voorouders ter beschikking stonden.
Deze menschen voeren een landbouw, welke de bewon
dering van de bezoekers afdwong. Met spaden en hou-
weelen, met ploegen uit lang vervlogen tijden hebben
deze pioniers der Taiga het land ontgonnen en door hun
eeuwenlangen arbeid het bewijs geleverd, dat ook in de
Taiga het landbouwbedrijf kan bloeien. Deze Kerschaki
verbouwen rogge, hennep en vlas. Ze hebben groente
tuinen, kortom, ze hebben alles, wat ze voor voeding
en kleeding noodig hebben.
De ontmoeting was voor beide partijen een verras
sing. In de drie dagen, welke de onderzoekers bij deze
eenzamen doorbrachten, konden zij zich overtuigen, dat
zij door hun gastheeren als boden van den naderenden
duivel werden beschouwd, die hun vrede wilde storen.
Hêt geschiedde In den herfst van 1927. De ontdek
king van de tot nu toe volkomen onbekende nederzet
ting in de Taiga wekte de grootste belangstelling van
eenige meteorologische stations in Siberië, die zich
reeds lang met het vraagstuk van den bouw van granen
in de Taiga hadden bezig gehouden. Het bureau voor
emigratie, de Gostorg en andere autoriteiten toonden
eveneens de belangstelling en stuurden deskundigen
naar het Ob-Wachgebied.
Een jaar verliep. Daar verliet de kleine schaar de
woonsteden, brak huizen en schuren af, nam have
en goed mede en ging weg. Waarheen? Wie kan het
weten. De Taiga is groot en wijd.
In de geschiedenis der wereldleerkunde speelt de
vrouw, hoofdzakelijk, de rol van de muse, die den
dichter inspireerde voor het scheppen van zijn werk.
Naar verhouding treedt de vrouw, zelden, scheppend,
op en ook dan nog als een uitzondering.
Toch kent de geschiedenis der literatuur een zij
het dan ook korte periode, waarin de vrouw en al
leen de vrouw, de draagster was der schoone letter
kunde. En wel zeer merkwaardig in het verre
Oosten. De anders zoo teruggetrokken levende vrouw
van het Oosten had in Japan tusschen de jaren 990 ep
1070 de literaire alleenheerschappij tot zich getrokken.
Als een groote merkwaardigheid berichten de Japan-
sche kroniekschrijvers dat de mannen in dien noodlot-
tigen tijd alle werkzaamheden van de vrouw overnamen.
De mannen schminkten zich, kletsten en snaterden,
aten zoetigheden, werden door de vrouwen bewaakt.
Aan het hof van den keizer en der vorsten, in de
politiek, kunst en literatuur, reageerde de vrouw, die
dichteres voorn, mannelijke schuilnamen aannam. Wel
is waar, heerschte tusschen de vrouwen een streng
doorgevoerde arbeidsverdeeling. De keizerin en de kei
zerlijke bijvrouwen beoefenden de politiek, de hofdames,
kunst en wetenschap en de kamermeisjes en de dienst
boden de literatuur. De letterkundige voortbrengselen
uit deze eigenaardige periode behooren tot de beste
klassieke werken van Japan. De vrouwen, die in tegen
stelling met de vroegere mannelijke dichters slechts
weinig waarde hechtten aan de algemeene ontwikkeling
hebben de Japansche taal van vreemde woorden, welke
ze niet kenden, gezuiverd. Behalve liefdesgedichten,
schreven de vrouwen romans en voor alles langdradige
dagboeken in verzen en poëzie, die, thans, een bron voor
de studie van de oude Japansche maatschappij zijn ge
worden.
Het tè interessant te weten, dat de Japansche letter
kunde nooit, niet voor en niet pa deze periode, armer
aan gedachten en rijker aan anecdotes is geweest dan in
de tijden der vrouwenheerschappij. Ook de beroemdste
klassieke roman van Japan „Genji-Manogatari" (ge
schiedenis van den prins Genji) is afkomstig uit dien
tijd en- werd door de beroemde dichteres Marasaki-
Shikiböe aan de oevers'van het niet minder beroemde
meer van Biwa geschreven.
De dichteressen van dezen tijd, de kamerjuffers en
de dienstboden van het keizerlijke hof, voerden een
bohemienachtig leven en kunnen als de eerste voor
loopsters der vrouwenemancipatie worden beschouwd.
Ze stonden in hooge eer.
De vrouwenperiode duurde tot 1070. Toen verwierven
de mannen weer de macht
Slechts éen mannelijke dichter was er gedurende deze
vrouwenperiode. Deze dapepre vertegenwoordiger van
het sterke geslacht heette Tossa Niki, bootste de vrou
wen na en zou zich zelfs, om bekend te worden, een
tijdlang als vrouw hebben verkleed.
Het noodlot van de oorspronkelijke bewoners van
Amerika volstrekt zich met tragische zekerheid. Eens
de trotsche, strijdlustige meesters van de vrije prairieën
strijden de steeds meer samensmeltende Indianenstam
men van Californië tegenwoordig hun laatsten wan-
hopigen strijd tegen den honger.
Een aandoenlijk beeld van den toestand dier Idianen
geeft een bericht van het departement van gezondheid
van de Callfornische regeering, dat na een zeer om
vangrijk onderzoek naar de toestanden, waaronder de
nog over geblevenen van 85 Indianenstammen gedwon
gen zijn te leven, moet verklaren iiiet in staat te zijn
iets te doen tegen de ziekten, welke de Indiaansche
bevolking teisteren, zoolang niet de verschrikkelijke
wegbereider voor die ziekten, de honger, is overwonnen.
„Van de 827 families", zoo verluidt het in de mede-
deelingen van den Californischen gezondheidsdienst,
waarover zich het onderzoek uitstrekt, hebben 22 een
jaarlijksch inkomen van 200 tot 400 dollar, 128 families
inkomens van 400 tot 600 dollars en slechts 100 fami
lies hebben een jaarlijksch inkomen van 600 tot 800
dollars.
De Indianen zijn al verder en verder teruggedrongen
geworden, zoodat zij niet meer over bruikbaar land
de beschikking hebben. Het voornaamste uit de mede-
deellngen zijn wel deZe, dat de Indianen niet voldoende
verdienen, en kunnen verdienen om te kunnen rond
komen. Zij lijden aan ondervoeding en hun woningtoe-
Onlangs wezen wij op een nieuw luidspreker-principe,
gedemonstreerd op de Derde Nederlandsche Radio-salon
te Scheveningen, en ontworpen en uitgevoerd door de
Farrand-fabrieken (Amerika) en genoemd de Farrand
Inductor-dynamische luidspreker.
Aan de hand van fig. 90 zullen wij dit principe, dat
punten van overeenkomst met den electro-magnetischen
en den electro-dynamischen luidspreker heeft, nader be
schouwen.
Men heeft hier een permanente magneet met week-
ijzeren U-vormige pool-schoenen (electro-magnetische
luidspreker); de opstelling is als in de teekening aange
geven en wijkt dus eenigszins af van de bestaande e.m.
systemen. In de as van den magneet en tusschen de
beide gelamelleerde poolschoenen, is een dun asje aan
gebracht met twee verdikkingen of blokjes (weekijzer)
welke blokjes in ruststand iets buiten de poolschoenen
vallen. Dit asje drijft een conus aan, die overeenkomt,
ook wat afmetingen betreft, met de reeds bekende e.d.
conus.
Om de weekijzeren poolschoentjes van den perma
nenten magneet zijn vaste spoeltjes aangebracht, waar
doorheen de spreekstroompjes geleid worden. Deze con
structie, die wel overeenkomst vertoont met het elec
tro-magnetische systeem, wijkt hier toch belangrijk van
af. Niet beide polen' worden gelijktijdig versterkt of ver
zwakt, doch dit geschiedt voor iedere pool afzonderlijk
en afwisselend; wordt dus de eene pool versterkt, dan
wordt de andere verzwakt; wat veroorzaakt wordt door
de speciale schakeling van de spoeltjes.
Maar dit verzwakken en versterken van de polen is
ook betrekkelijk, slechts een deel van de poolschoenen
worden door de spoeltjes omgeven, zoodat in het eene
geval het veld bij blokje „A" versterkt wordt, dat dan
naar beneden getrokken wordt (althans) volgens de
teekening), terwijl tegelijkertijd het veld bij blokje „b"
verzwakt zal worden. In het andere geval, als de
spreekstroompjes omkeeren, wordt juist het veld bij het
blokje „b" versterkt en dat bij blokje „a" verzwakt.
De conus kan dus ruim bewegen, een overeenkomst met
den e.d. luidspreker. De luchtspleet behoeft slechts
uiterst klein te zijn, de beweging is rechtstandig, dus
er bestaat weinig kans op vastloopen. Maar ook hier
moet het asje met de blokjes geleid en in ruststand op
zijn plaats gehouden worden, waartoe echter bij deze
constructie slechts kleine, betrekkelijk zwakke veertjes
noodig zijn. Het is n.1. uitgesloten dat de blokjes „a"
en „b" te ver door zullen schieten. Zoodra zij geheel
in het veld zijn, zullen zij niet verder gaan, want dan
zouden zij weer in een zwakker veld komen en dat zou
tegennatuurlijk zijn.
Wij hebben dezen luidspreker gehoord en kunnen
niet anders zeggen, dan dat de weergave uitstekend is,
overeenkomstig die van de e.d. luidsprekers. De groote
beweeglijkheid van den conus is hieraan debet De ver
wachtingen die men van dit nieuwe principe koestert
zullen dan ook wel niet beschaamd worden, maar toch
heeft o.i. de electro-dynamische luidspreker één voor
deel, althans theoretisch. Bij de e.d. luidsprekers heeft
men een constant veld, bij deze nieuwe luidsprekers
wisselt het veld echter.
Maar de resultaten wijzen uit, dat dit voordeel wel
eens uitsluitend theoretisch bestaan kan.
standen laten veel te wenschen over. et gevolg hier
van is, dat zij, in ieder geval, niet in staat zijn, ziekte-
aanvallen weerstand te kunnen bieden.
Uit de gegevens van den gezondheidsdienst blijkt, dat
van de 3184 kinderen, die gedurende een jaar in de 827
geobserveerde families werden geboren er 952 d.i. 30
pCt. stierven, terwijl verder 872 kinderen niet volwassen
werden.
De Indianen van Californië, die tegenwoordig in de
districten Humblot, Nel Norte, Siskyou Inyp, Mono, Ri-
verside, San Diego, Imperial, San Bernardino en Santa
Barbara gevestigd zijn, samen 18000 zielen, zijn de
laatste overblijfselen van 700.000 Indianen, die in de
eerste jaren van het bestaan van den staat Californjë
daar hebben geleefd.
EEN DWAAS VOORSTEL.
(Lustige Kiste.)
Als wij eens probeerden wat wij met eerlijk,
heia in de zaak bereiken konden?
Nee, ik wil geen nieuwigheden meer invoeren-
Daar hebben we al geld genoeg mee verloren.
DE WRAAKNEMING MET NOODLOTTIGE
GEVOLGEN.
Reeds meer dan een halve eeuw woedt in den staat
Ohio een brand onder den grond. In het jaar 1848 brak
in de zich daar bevindende mijnstreek een groote sta
king uit, die niet werd bijgelegd. De eischen van de
mijnwerkers werden afgewezen en groote onlusten wa
ren het gevolg. Het kwam tot bloedige botsingen, voor
al in het Hocking-gebied. De mijnwerkers namen wraak
Een met kolen volgeladen wagen werd in brand gezet
en men liet den brandenden wagen in de mijn zakken.
De steenkolen in den grond vatten vuur en begonnen
te branden en branden nog, steeds verder en verder. Ja
renlang vreet het vuur onder den grond. De geweldige
vuurhaard heeft thans een omtrek van zes vierkante
mijlen en de waarde van de reeds verbrande steenkool
wordt op 50 millioen dollar geschat. De mijnwerkera
gingen met have en goed weg. De daders werden niet
gevonden. Thans is niemand van hen meer in leven en
degenen die door den brand moesten worden getroffen,
zijn reeds allen dood.
De steeds verder voortschrijdende vuurhaard heeft nu
de plaats New-Straitville bereikt. Het vuur loopt op een
diepte van vijf tot vijftien voet onder den grond, pal in
de richting van de eenige jaren geleden opgerichte hoo-
geschool. Zooals reeds zóó menig huis en menige boer
derij, zal men ook dit gebouw als verloren moeten be
schouwen en het zal wel op zekeren dag inéénstorten.
De in de Vereenigde Staten bekende petroleumzoeker
Splcer heeft gepoogd door groote dynamiet-ontploffin-
gen den vuurhaard te vernietigen. Dat is niet gelukt.
Toen heeft men groote cementen muren diep in den
grond gemaakt, doch als een slang kronkelde het vuur
zich onder den grond. Op vele plaatsen is op een breedte
van 3 tot 4 meter de bodem gezakt. Uit aardscheuren
van 10 tot 15 meter diep stijgen vergiftigd gas en hooge
vlammen op.
Als een goochelaar gaat trouwen
De goochelaar trouwde en het plechtige oogenblik
was daar, dat de ambtenaar die het huwelijk voltrok,
den bruidegom om de ringen vroeg. De goochlaar stak
achteloos zijn hand in zijn zak en... bracht een konijn
te voorschijn.
„O, pardon," zei hij, „dat was het verkeerde num
mer!"
Radio en getrouwd zijn.
Iemand wilde een radiotoestel koopen en vroeg nog
eenige inlichtingen hoe er mee om te gaan.
„Ben je getrouwd?" vroeg de radiohandelaar.
„Ja, zeker," zeide de man.
„Nou, dan zal 'alles wel gauw leeren, want dan ben je
het luisteren gewoon."
Soep eten.
Twee van de tafelgenooten op den feestmaaltijd wa
ren bezig een derden te becritisceren.
„Wel, wat zeg je van hem?" vroeg de een.
„Gewopnweg vreeselijk!" zeide ander. „Ik heb wel
eens iemand soep hooren slurpen, en ook wel eens soep
hooren gorgelen, maar het is de eerste keer in mijn le
ven, dat ik iemand soep hoor jodelen!"
Denk ie, dat ie familie mii als ie echt
genoot zal accepteeren?
Maak ie daar maar green zorgren over.
Zij is aan mijn extra vagrante dingren ge
woon.
(Hummel).