Uitgevers: N.V. v.!i. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
STER-TABAK
Dinsdag 25 Juni 1929.
72ste Jaargang No. 8480
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentien nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTnEKENINfl No. 23330. ÏNT. TKï.r.F. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Zitting van 21 Mei 1929.
HET NIET INGELEVERDE JACHTGEWEER.
De 26-jarige landbouwer P. S. von R. te Bergen, bij
verstek veroordeeld tot f 60 boete subs. 30 dagen, is
van dit vonnis in verzet gekomen en stond heden als
opposant terecht. Gehoord werden 4 getuigen, waar
onder de gppensionneerde Rijksveldwachter Barend
Strooker, die o.m. verklaarde, dat van R, van strooperij
werd verdacht en hij gestroopte hazen in zijn bezit heeft
gehad. De politie heeft, om deze strooperij zoo moge
lijk te constateeren, een nacht bij de woning van ver
dachte in hinderlaag gelegen. Er is toen eenige malen
in de woning geschoten. Verdachte ontkende geschoten
te hebben. Dit is geschied door anderen, die hij niet aan
de politie heeft willen verraden. Ook ontkende hij stel
lig iets met stroopen te maken te hebben. Nooit is hij
met de politie in aanraking geweest. Hij staat gunstig
hekend, daar kan naar onderzocht worden. Het geweer
waarmede in 't geheel niet kon worden geschoten,
heeft hij inmiddels weer verkocht. Ik wil liever sterven,
zei de verdachte pathetisch, dan te erkennen, dat ik
schuld heb. Ondanks dit verweer bleef de ambtenaar
zich refereeren aan zijn gehouden requisitoir en eisch
tot betaling van f 60 boete of 60 dagen.
Over 14 dagen uitspraak.
VRUCHTELOOS UITSTEL.
De aanhouding der zaak contra den arbeider Jacob
O. te St.-Pancras, die verdacht werd wegens het niet
in bezit hebben van een rijbewijs en bovendien den
motor-agent Webster een valschen naam opgaf, bracht
den delinquent weinig voordeel. De beide telasteleg-
gingen achtte de kantonrechter na het verhoor van den
verbalisant wettig en overtuigend bewezen en werd hij
dan ook veroordeeld tot f4 en f 7 boete subsidiair
respectievelijk 4 en 7 dagen hechtenis.
EERBIED VOOR HOUT EN GEMEENTEPLANT
SOENEN.
Bij de voortgezette behandeling der zaken tegen
Cornelia K. en den arbeider W. C. H. te Alkmaar, aan
wie was ten laste gelegd het afplukken van bloeiende
Rhododendrum-takken in den Alkmaarschen Hout, was
geen der verdachten aanwezig. De verbalisant, agent
Dalenberg, die het paar op heeterdaad had betrapt, ver
klaarde pertinent, dat zoowel Cornelia K. als W. C. H.
leder twee takken hadden afgerukt, zulks in flagran-
ten strijd met de verklaring van de vrouw, dat zij al
leen zich aan het afplukken had schuldig gemaakt.
Ieder hunner werd dan veroordeeld tot f 3 boete of 3
dagen hechtenis.
KOSTBARE ONACHTZAAMHEID.
De kwestie of de remmen van het motorrijwiel van
den landbouwer Evert S. uit N.- en Z.-Schermer op 6
Juni, toen hij op den Kanaaldijk werd aangehouden
door de Alkmaarsche motor-agenten Webster en Vol-
beda, werd heden ook nader onder de loupe genomen.
De verbalisanten persisteerden onveranderd bij het door
hen opgemaakte proces-verbaal met het voor den motor
rijder ongunstige resultaat, dat hij tot niet minder dan
t 25 boete of 25 dagen werd veroordeeld.
FEUILLETON
DET. DUNN.
HOOFDSTUK XE.
WAAROM HEB JE ME, VERRADEN?
De kennismaking van Peter Carew met Leonie stond
in verband met een gebeurtenis, die in zekeren zin een
tragedie was te noemen.
Vijf jaar geleden was er een succesvolle poging aan
gewend om de firma te berooven. Het was een knap
uitgedacht plan geweest en een, dat tijd, geduld en ka
pitaal had vereischt.
Er waren drie menschen in het complot geweest, en
het eerste wat de bende deed, was eenige ruwe diaman
ten te koopen, die zij aan van Buren en Burrows, zoo
als de firma toen heette, verkochten. Op die manier
kregen zij relaties met de diamant-handelaars. Twee of
drie kleinere transacties volgden, waarbij de bende
soms als koopers, soms als verkoopers optraden; en
toen ze meenden dat ze het vertrouwen hadden gewon
nen gingen zij tot de groote coupe over.
Peter Carew was toen ter tijd nog een soort van hoofd
klerkt, hij was nog geen deelgenoot in de zaak.
Mijnheer Burrows had het toezicht op de zaak, toen
twee van de kerels kwamen en de derde man voorstel
den als iemand die diamant wenschte te koopen,
grooter dan zij in staat waren hem aan te bieden. Alle
drie waren bijzonder goed gekleed en hun voorkomen
en manieren waren zoodanig, dat zij bij niemand arg
waan zouden hebben opgewekt.
In ieder geval vermoedde Burrows niets. Hij stemde
er bereidwillig in toe zijn voorraad te laten zien en had
juist den sleutel in het slot van de safe gestoken, toen
hij door een vreeselijken slag van achteren toegebracht,
bewusteloos op den grond viel. De brandkast werd ge
plunderd en de bende maakte zich uit de voeten, de
diamanthandelaar bloedend en bewusteloos achterla
tende.
Toevallig sloeg Peter Carew, juist toen de drie man
NIET GEHEEL ZONDER SUCCES.
De molenaar Dirk G. te Oterleek, die op 31 Mei te
Alkmaar werd aangehouden door den verkeersagent
Wijnberg, waarbij na ingestelde remproef werd gecon
stateerd, dat de remmen van de door G. bestuurde
vrachtford onvoldoende werkten en bij verstek werd
veroordeeld tot f 20 boete of 10 dagen, was tegen dit
vonnis in verzet gekomen en bracht heden een tweetal
bedenkingen ter tafel. In de eerste plaats achtte hij de
boete te hoog en ten tweede wees hij er op dat alleen
de voetrem had gefaald. De handrem was gebleken
perfect In orde te zijn.
Zijn oppositie bleek niet geheel nutteloos te zijn, daar
de straf werd verminderd tot f 12 boete subs. 6 dagen.
GEMEENTE-CHAUFFEUR DER FAECALIëN-AUTO
VEROORDEELD.
In de middagzitting had de voortzetting plaats der
behandeling van de zaak contra den gemeentewerkman
D. M. te Alkmaar, die op 14 Maart met door hem be
stuurde faecaliën-auto, bij het nemen van de bocht Lan-
gestraatHouttil te veel linksch rijdend, een aanrijding
had veroorzaakt met het rijwiel, waarop de huismees
ter der N.H. Diaconie G. H., voornemens was de Lan-
gestraat in te rijden. Het vooraf genomen locale experi
ment, waarbij de pers niet was uitgenoodigd, scheen
niet uitgevallen te zijn in het voordeel van verdachte,
althans de ambtenaar, die bij de vorige behandeling
f 8 boete of 8 dagen had gevorderd, verhoogde 'thans
zijn eisch tot veroordeeling tot f 15 boete of 15 dagen.
Direct uitspraak doende, veroordeelde de kantonrech
ter den chauffeur tot f 10 boete'of 10 dagen hechtenis.
AANRIJDING TUSSCKEN RECLAME-AUTO EN
AUTOBUS.
Op den Waarddijk onder de gemeente ITeerhugowaard,
een verkeersweg, die bij verlceers-overtredingen nogal
eens wordt genoemd, reed de heer J. A. F., vertegen
woordiger van de Koninklijke Zeepfabrieken te Alk
maar met zijn reclame-auto onder het voorbij rijden een
door den chauffeur Schutte bestuurde autobus aan en
stond thans te dier zake terecht. Volgens den chauf
feur reed dé heer F. te snel en te roekeloos, daarbij ver
zuimend de noodige signalen te geven. Volgens den
passagier Denneman reed F. als 'n hazewind en kreeg
de bus zoo'n schok, dat zij op 2 wielen kwam te staan,
De passagiers, die vreesden van den hoogen dijk te zul
len tuimelen, waren hevig geschrokken en drongen op
vervolging aan. De heer F. schreef de oorzaak van de
botsing toe aan de autobus, die onder het passeeren
neiging toonde naar linksch te wijken. Voorts ver
klaarde verdachte beslist, wèl signaal te hebben gege
ven. De ambtenaar refereerde zich evenwel aan de
getuigenverklaringen en eischte f 40 boete of 40 dagen.
Verdachte werd daarop veroordeeld tot f 30 boete of
30 dagen.
EEN VERKEERD RIJBEWIJS.
De landbouwer T. D. B. uit Wieringerwaard, op zijn
motor over den Middelweg te Heerhugowaard rijdend,
Ziet gij ouder uit dan gij zijt?
Slechte spijsverte
ring, verstopping,
maagkwalen enz..
werken nadeelig op
uw humeur en ge
stel. Foster's Maag-
pillen zijneen xacht-
werkend laxeermid
del. dat uw kwaal
doet verdwijnen.
MaagpiEien
a f 0.65 per flacon
Foste r's
Alom verkrijgbaar
nen wegsnelden, von Holhborn, Hatton Garden in en
een paar meter verderop ontmoette hij een buitenge
woon mooie jonge vrouw, die hij oppervlakkig kende
een kennismaking, die hij graag zou hebben voort
gezet als zij het toegestaan had en verrukt over die
onverwachte ontmoeting bleef hij stilstaan om haar aan
te spreken.
Peter Carew had haar voor het eerst gezien op een
publiek bal een goedkoope gelegenheid tegen een
gulden entree en was dadelijk betooverd. Ze vertel
de hem, dat ze in het Alhambra-ballet was en dat leek
wel waarschijnlijk, want ze danste goddelijk.
Ze soheen even ingenomen met Carew als hij met
haar en beloofde hem op het volgende bal in dezelfde
zaal weer te ontmoeten. Ze hield haar woord. Ze ont
moetten elkaar daarna nog op verschillende bals en de
verliefde jongeman werd hoe langer hoe doller op haar
Toen, juist toen hij op het punt stond haar ten hu
welijk te vragen, verdween zij. Zij had beloofd hem te
ontmoeten en samen ergens te dineeren, om daarna
naar de comedia te gaan, maar ze hield zich niet aan
de afspraak. Sedert dien dag tot nu hij haar tegen
kwam in Hatton Garden had hij haar nooit meer ge
zien.
Ze was even verrast over de ontmoeting als hy. Maar
ze was evenzeer verlegen, als blij en vroeg hem met
een smeekenden blik in haar oogen, die hij niet weer
staan kon, om haar niet op te houden, daar ze veel
haast had en beloofde hem eerlijk hem den volgenden
avond bij het Charing Cross station te treffen, dan zou
ze hem meteen alles uitleggen. Ze gaf hem de hand
en drukte die zoo teeder, dat hij haar wel om den hals
had willen vallen.
Ze trippelde weg en hij ging naar zijn kantoor, een
en al verrukking en toch ietwat verwonderd ook, want,
hoewel Leonie hem had gezegd, dat ze vreeselijke
haast had, was het toch een feit, dat ze heel langzaam
kwam aanslenteren toen hij haar voor het eerst zag.
Drie g oed gekleede heeren, met jassen, die blijkbaar
in West-End waren gemaakt, en met de glanzendste
hooge hoeden op, passeerden hem, en toen hij zich een
minuut later omkeerde om zijn kantoor binnen te gaan,
draaide hij het hoofd om en zag tot zijn verbazing en
ergernis, dat ze de'jonge dame inhaalden en met haar
meeliepen.
Dus zij had op die drie fatten gewacht, besloot hij,
en die gedachte gaf hem een kneep van jalouzie. Maar
zijn ijverzucht verdween, toen hij mijnheer Burrows
bewusteloos op den vloer van de binnenkamer vond
liggen, de safe-deur open en voor een waarde van 15.000
werd aldaar aangehouden door den gemeenteveldwach
ter Bleijenda&l, aan wien D. desgevraagd echter niet
kon toonen een geldig rijbewijs. Wel had hij een der
gelijk consent, doch dit gold alleen voor motoren, niet
sneller rijdend dan 30 K.M, en volgens D., die heden
terecht stond, was hem dat rijbewijs bij vergissing
uitgereikt.
Geen enkele veldwachter, die hem vóór dezen had
gecontroleerd, had daarop aanmerking gemaakt, doch
thans had hij zich een rijbewijs voor onbeperkte snel
heid aangeschaft. Eisch en vonnis f 2 boete of 2 dagen.
ZIJN TRAMONTANEN VERLOREN.
De heer A. K., 'n 41-jarige slager uit Oterleek,
te Alkmaar in zij vierwielig motorrijtuig op den Scher-
merweg aangehouden door een controleerend motor
agent in casu den heer A. Wijnberg, moest tot zijn
leedwezen ontwaren, dat de remmen van zijn wagen
niet behoorlijk werkten en hij desweg geverbaliseerd
moest worden. Heden terecht staande, deelde K. mede,
dat zijn remmen in goede conditie verkeerden, doch
hij had verzuimd, te debrouilleeren en daarom hadden
de remmen geen werking getoond. Aangezien men
echter deze opheldering niet zonder nader onderzoek
accepteerde, werd de zaak aangehouden tot a.s. week,
ten einde den heer Wijnberg gelegenheid te geven tot
nadere verklaring.
EEN MAGNETISEUR ALS VERDACHTE. PA-
TIcNT OVERLEDEN.
In November '28 werd door den 32-jarigen heer J. F.
v. d. P., magnetiseur, wonende te Amsterdam, in de
gemeente Limmen, alwaar de heer v. d, P. de reputatie
genoot, een soort wonderdokter te zijn, op verzoek van
de familie in behandeling genomen den groentenhande-
laar T. A., welke persoon leed aan chronische jicht, be
nevens een afscheiding veroorzakende wond in het been
en niet in staat was zijn bedrijfswerkzaamheden te ver
richten. Bedoelde A. was reeds jaren patiënt en door
Dr. v. Noppen, arts aldaar, overgenomen van zijn voor
ganger. Het gelukte Dr. Van Noppen de zwerende wond
aan het been dicht te krijgen, doch genezing van de
jicht bleef uit, zocdat de familie besloot hem onder be
handeling te stellen van den vermaarden heer v. d. P.,
die tegen betaling van f 2 per visite daartegen geen
bezwaar maakte, en den lijdenden man niet alleen mag
netiseerde, doch hem voor inwendig gebruik voorschreef
een aftreksel van tamarinde, venkel, knoflook en selde-
riepoeder, welk medicijn door de vrouw des huizes zelf
gemakkelijk bereid kon worden. De wonde aan het
been was inmiddels ook weer open gebroken, doch den
heer v. d. P. baarde dit verschijnsel geen zorg, daar
dit juist dienstig was om de kwade stoffen uit het
zieke lichaam af te scheiden. Behalve dat ook de wond
op de gebruikelijke wijze werd gemagnetiseerd, be
hoefde er niets anders aan gedaan te worden, dan er
een droge lap over te leggen. De heer v. d. P. garan
deerde voorts de familie den patiënt in 10 maanden
zoo vooruit te brengen, dat hij in staat zou zijn, z'n
werkzaamheden persoonlijk weer uit te oefenen. On
danks die verzekering echter nam de wond aan het
been onrustbarend toe in afmetingen en den algemee-
nen toestand van den huisvader was op 26 Febr. van
dien aard, dat de familie de verantwoording niet langer
durfde dragen en aan Dr. van Noppen, die begrijpelij-
lijkerwijze den patiënt onder behandeling van een
kwakzalver niet meer bezocht, het verzoek richtte, den
grooten zorg barenden patiënt opnieuw in behandeling
te willen nemen. De geneesheer gaf daaraan gevolg en
constateerde direct, dat A. er heel slecht aan toe was
en In stervensgevaar verkeerde, tengevolge van bekomen
bloedvergiftiging tengevolge van de ondeskundige en on
steriele behandeling van de etterende beenzweren, die
een grootte van een handpalm hadden gekregen. Dr.
Van Noppen adviseerde, dat aan den heer A. onmiddel-
pond sterling aan diamanten gestolen.
De politie rook onmiddellijk lont en was het er over
e-ens, dat de dieven de drie goed gekleede mannen
moesten zijn geweest. Zij had hen het huis zien binnen
gaan en er uitkomen, juist omstreeks den tijd, dat de
diefstal plaats had gevonden.
Het horloge van mijnheer Burrow was stil blijven
staan toen hij viel. Het stond op drie uur en Carew
kwam om vijf minuten over drie binnen, zoodat de
mannen, die hem waren gepasseerd regelrecht van hun
misdaad moesten zijn afgekomen.
Carew kon niet anders denken, dan dat Leonie, ook
al wist ze niets van den inbraak, toch de dieven kende,
en die gedaclvte was martelend.
Hij kon niet gelooven, na wat er gebeurd was, dat
ze op de afgesproken plaats, de eerste-klas wachtkamer
van het Charing Cross station, zou komen, maar ze
was er wel en was het bekoorlijkste beeld van tragi
sche droefheid en zorg, dat men zich kan voorstellen.
Ze beefde over al haar leden en was heel bleek toen
ze hem vroeg haar een glas wijn te geven. Bij een wan
deling langs de kade kwam het geheim er uit ze
was de vrouw van een van dé drie mannen. Ze zei
niet van welken en verzweeg zijn naam. Peter Carew,
sentimenteel en vol sympathie, voelde een brok in zqp
keel. Hoe vreeselijk om te moeten denken, dat dit in
nemende, onschuldige, natuurlijke kind aan zoo'n schurk
gebonden was.
„Bewaar mijn geheim," smeekte ze. „Ik voel dat ik
U vertrouwen kan met mijn geheele /.iel! Wilt U me
dat beloven?"
Natuurlijk wilde hij dat. Hoe had hij kunnen weige
ren? Maar hij voerde een kleinen strijd met zijn gewe
ten. Hij voelde dat het zijn plicht was de politie in te
lichten. Wat Leonie zou zeggen als ze dat wilde
zou van onschatbare waarde zijn bij het opsporen van
de bende. Maar Peter kon het niet over zijn hart ver
krijgen het meisje, dat hij lief had te verraden. Dat ze
al getrouwd was maakte voor hem geen verschil.
De zaken liepen echter zoo, dat de polietie ook zon
der hulp van Carew kon optreden. Ze slaagde erin een
van de bende te pakken, een man, Max Barnard ge-
heeten; de twee anderen ontkwamen en werden nooit
gevonden.
Scotland Yard liet zich maar heel vaag uit over de
wijze waarop zij Max Barnard hadden te pakken ge
kregen. Het was door „ontvangen inlichtingen" 1). De
schijn was sterk tegen Barnard. Mijnheer Burrows her
kende hem als den derden man, die door de twee an
deren voorgesteld was. Er waren bloedspatten op zijn
Niets qaat'bvven
lijk de laatste H.H. sacramenten moesten worden toe
gediend en eenige dagen later is A. dan ook overleden..
Bij de lijkschouwing, waaraan Dr. v. d. Sluijs, specialist
te Alkmaar, ook deel nam, werd de diagnose van Dr.
Van Noppen omtrent de doodsoorzaak bevestigd.
Tegen den magnetiseur werd opnieuw een strafver
volging Ingesteld ter zake overtreding art 436 Wetb.
v. Strafr., het onbevoegd uitoefenen der geneeskunde
en deze heer, vergezeld van zijn echtgenoote, zijn
rechtskundige raadsman en verdediger, mr. Rits uit
Amsterdam, stond thans voor het geïncrimineerde feit
als verdachte voor den kantonrechter.
In deze zaak werden gehoord een 3-tal getuigen, de
vrouw en zoon van den overledene en Dr. Van Noppen,
welke laatste verklaarde, dat de heer A. was over
leden aan bloedvergiftiging, uitgaande van geïnfecteerde
beenwonden. Indien deze wonden behoorlijk steriel wa
ren behandeld, dan had dit doodsgevolg voorkomen
kunnen worden en den thans overledene nog jaren kun
nen leven. Voorts werd verklaard door de familieleden
dat verdachte f 2 per visite had aangenomen, wat door
v. d. P. niet werd tegengesproken. Door den ambtenaar
van het O. M., mr. de Breys Tack, werd een fel requi
sitoir gehouden, waarin op scherpe wijze uitkwamen de
betreurenswaardige gevolgen, wanneer een magnetiseur
vrij spel krijgt en als het ware wordt losgelaten op
patiënten, van welke behandeling hij niet de minste ken
nis of bevoegdheid bezit. De ambtenaar deed nog uit
komen, dat het hier zeer zeker een ergerlijk geval
betrof, waarin verdachte zijn handelingen als magne
tiseur was te buiten gegaan met een noodlottig gevolg
en spreker aarzelde dan ook niet, de hoogste straf, die
de wet toelaat, n.1. f 300 boete of 100 dagen te vorderen.
Nadat verdachte eenige opmerkingen had gemaakt,
waarbij de kantonrechter hem in verband met zijn on
tactische uitdrukkingen aan het adres van Dr. Van
Noppen, het zwijgen oplegde, kwam mr. Rits aan het
woord tot 'het houden van een uitvoerig pleidooi en zegt,
dat het eenige ergerlijke in het geval is, dat v. d. P. een
onjuist adres heeft gegeven en ditmaal geen succes
heeft gehad. Pleiter wijst echter op verschillende geval
len, waarin v. d. P. wèl slaagde. Uitvoerig staat pleite?
stil bij de jurisprudentie van de noodzaak bij de be
handeling door onbevoegden en vestigt de aandacht op
een zaak, behandeld door den Kantonrechter te Middel
burg. waarbij een dergelijke onbevoegde een hopeloos
kankergeval had pogen te genezen en daarbij had aan
gewend het nog warme vleesch van een pas geslacht
hondje! Deze verdachte was veroordeeld tot 2 maanden
principale hechtenis, doch in een ingezonden artikel
van het Weekblad v. h. I-eCht van 10 Dec. 1924 no. 112/9
was de ambtenaar van het openbaar ministerie tegen
dit veroordeelend vonnis in krachtige bewoordingen
opgekomen. Dit artikel werd beantwoord door Dr. Pink-
hoff, die natuurlijk een geheel tegenovergesteld stand
punt innam, doch het pleit alweer voor de stelling van
verdediger, dat het hier eenvoudig geldt de kwestie-
jurist contra geneesheer. Maar pleiter is van meening,
dat niet zoo zwaar moet worden gestraft, indien een
onbevoegde een enkelen maal ter goeder trouw faalt,
wat ook een bevoegd geneesheer kan gebeuren, maar
die dan straffeloos uftgaat.
Pleiter acht hier dan ook ondanks den betreurens-
waardlgen afloop, geen termen aanwezig, een zoo hooge
straf toe te passen als door den heer Ambtenaar ge-
overjas, een ploertendooder met bloedsporen en een
paar grijze haren eraan gekleefd werd, benevens eenige
van de diamanten, In zijn woning gevonden.
Hoe verradelijk iemand ook tegenover Barnard ge
handeld had, hij bleef trouw. Hij weigerde een woord
los te laten, trachtte niet een alibi te vinden en hoorde
het vonnis van twintig jaar gevangenisstraf wegens
diefstal en poging tot moord met volkomen zelfbeheer-
sching aan.
Na de ontmoeting met Leonie aan het station, ver
loor Peter Carew haar weer uit het oog en langzamer
hand ging hij zijn roman beschouwen als iets, dat hij
het best deed te vergeten. Zij was klaarblijkelijk voor
altijd uit zijn leven verdwenen.
Nu echter, toen hij haar weerzag, kwam al zijn liefde
terug. Hij had haar willen ondervragen, er was zooveel
dat hij verlangde te weten.
„Je bent vroeger zoo goed voor me geweest, Peter",
zei de gravin bedroefd, „ik heb nooit gelegenheid gehad
om je te bedanken."
„Je bent verdwenen."
„Ja, ik ben verdwenen. Het was het eenige wat ik
doen kon. Ik was bang, dat ik in die afschuwelijke zaak
betrokken zou worden. Ilc stond alleen op de wereld. De
man, die ik trouwde dacht alleen om ziohzelf. Hij
vluchtte naar Amerika, werd in een gevecht in een ge-
meene kroeg in San Francisco betrokken en werd dood
geschoten. Het was een verlossing voor me. Ik was te
Parijs toen ik het hoorde."
„Ik ben blij dat ik dat weet." ze Carew, toen ze op
hield en hij gelegenheid kreeg om te spreken. „Ik be
doel," voegdè hij er bij, „ik ben blij dat je vrij bent."
„Ja niet alleen vrij van een man, die een bruut voor
me was, maar ook vrij van de gehate bende, waar hij bij
hoorde. Na allerlei avonturen werd ik een echte gravin
Het komt er niet op aan hoe dat in zijn werk is gegaan.
Laat het je genoeg zijn, dat de graaf van Lanchester
me tot zijn vrouw nam."
„En ben je gelukkig?"
Wordt vervolgd.
1) In negen en negentig van de honderd gevallen be-
teekent „ontvangen inlichtingen," dat een of andere
„kameraad" geklikt heeft. Zonder de hulp van verraad
van de een of andere soort, zou de politie nog minder
dan nu een stap kunnen doen. Natuurlijk verklappen ze
nooit de bronnen waaruit ze hun „inlichtingen" krij
gen. DIXON DUNN.