RADIO-RUBRIEK.
GRABBELTON.
Het klankscherm van den electro-
dynamischen luidspreker.
Het gewicht van onze aarde.
Een kunstwerk uit het steenen tijdvak.
Asyl voor millionairs.
er nog geen enkele gast in liet heele restaurant aan
wezig was! Ik- merkte op, dat de man met den on-
heilspellenden zwarten baard een wreed, geheimzinnig
gezicht had. Deze man was buitengewoon leelijk. Om
mij een houding te geven, haalde ik een brief uit mijn
zak, een brief van mijn moeder en begon die te lezen.
Een minuut later kwam er een kellner aan en lk legde
mijn brief neer op tafel, om hem mijn biefstuk met
aardappelen te bestellen. Toen de kellner was heen
gegaan met mijn bestelling, wendde ik mij weer naar
het tafeltje om mijn brief weer op te nemen... maar
mijn brief was verdwenen! Ik keek op... en zag, dat
de man met den baard den brief had weggepakt en
dien zat te lezen! Ik kon op het eerste oogenblik
geen woorden vinden om aan mijn opwinding en woede
uiting te geven. Toen keek ik öp zij, naar de gesluierde
came... en bleef met wijd-open mond zitten staren. Zo
had den sluier opgeslagen en die hing nu losjes over
haar schouders. Ik had nog nooit van mijn leven zoo'n
schoonheid gezien! Een marmerbleek, ovaal gezichtje,
met een paar vochtig glanzende, weemoedige donkere
oogen, werd omlijst door een schitterende kastanje-
bruine lokkenpracht, in vlechten, op zijn Russisch om
het hoofd gevleid. Er schitterde een diamant in... Juist
toen ik mijn mond opende, om tegen den ongelooflijk
brutalen vlegel met zijn baard uit te varen, om hem
mijn. brief te ontrukken en te vertellen, wat lk van
zijn schandelijke manier van optreden dacht, wendde
het meisje want ze was nog heel jong, deze vrouw
haar marmerbleeke gelaat naar mij, en terwijl er
een traan in heur oog schemerde, fluisterde ze, met
waarschuwend opgeheven hand: „Drie roode harin
gen..."
Toen hoorde ik opeens den man met den baard valsch
lachen. Hij lachte om den brief van mijn moeder dien
hij las! Ik griste hem het papier uit de handen en
bulderde hem toe: „Wat moet dat beteekenen, schurk!"
Maar hij lachte smakelijk en zei geen woord en deed
precies of ik niet bestond. Daarna ging hij strak naar
den zolder staren, ver achterover in zijn stoel geleund,
tnet zijn handen in zijn broekzakken!
Ik tikte den kellner, die na een poosje kwam, met
een blad, waarop eenige schalen. Hij zette een schaal
met een biefstuk en twee groote, gekookte aardappelen
vóór mij neer en een schaal met een enkele biefstuk
voor den man met den baard. „Wil U asjeblief die bief
stuk van die, van dat individu ergens anders neer
zetten. Ik zat hier het eerste en ik wil niet met dien
kerel aan één tafel zitten, hij heeft den brief van mijn
moeder ook gelezen!"
De kellner zei, dat het hem speet, maar dat ieder
mocht gaan zitten waar hij wilde, als de tafeltjes niet
gereserveerd waren. Maar terwijl de kellner nog op
beleefden toon dit zeide, prikte eensklaps de man met
den baard met zijn vork één van m ij n twee aardappe
len van m ij n schaal, stak dien aardappel in zijn mond
«n slikte die héél door!
EEN ERNSTrG GEVAL.
(En Roligf Half Timraa).
Vriend: Wat kiik ie ernstig:?
Dokter: Ik maak mij zorgen over een
van mijn patiënten.
Een ernstig geval
Ta. Hij wil zijn rekening niet betalen.
Ik brulde om den chef, die dadelijk kwam aanloopen,
een klein, zenuwachtig mannetje, die schuw, net als
trouwens de kellner, naar den man met den baard
keek. Hij scheen er ^ïlet veel van te begrijpen. Ik
brulde, dat die vent verwijderd moest worden, dat hij
mijn aardappel had opgegeten en den brief van mijn
moeder gelezen. De chef beweerde zacht, dat er klaar
blijkelijk eenig misverstand was. En terwijl hij dat zei,
boog de kerel met den baard weer over de tafel en
prikte mijn laatste .aardappel aan zijn vork en slikte
den aardappel in!
„Maar Stuif!", viel ik dien mallen Stuif in de rede,
,.wat zei die man met die baard dan?"
„Wat hij zei?!", vervolgde Stuif, „Hij zei geen woord.
Hij deed zijn mond alleen maar open, om mijn aard
appel er in te steken! Maar de chef en alle kellners
schenen doodsbenauwd voor hem. te zijn. Het beeld-
schoone meisje met de kastanjebruine lokken boog
zich naar mijover en fluisterde, terwijl er een traan
uit haar diepzinnige oogen op mijn hand drupte: „De
groene bokking met het manke been..."
Ik keek haar raadselachtig aan, maar sprong dan op
en greep den baard van den valschen kerel tegenover
mij en rukte er woedend aan, terwijl ik schreeuwde:
„Ga uit mijn oogen schurk die om den brief van mijn
modder lacht, ga weg, of ik ruk je je smerige baard af!
En toen..."
„Nu, en toen, Stuif?" vroeg lk doodelijlc nieuws
gierig.
„Ja, en toen, Stuif?", vroeg mijn vrouw ademloos.
„Toen", vervolgde Stuif, „werd ik wakker, met een
kwast van den fauteuil in mijn hand. De portier van
het Carlton-Hotel stond verlegen glimlachend voor me,
en zei: „Hm, meneer, neemt U me niet kwalijk, dat ik
U heb wakker gemaakt, maar, hm, U zei, hm, in Uw
slaap zulke, hm, vreemde dingen, U neemt mij niet
kwalijk, Sir? En hm, het is diner-tijd, SIr..."
„Ik was in mijn fauteuil in de hall in slaap gevallen",
besloot die malle Stuif zijn verhaal
Met een goede electro-dynamische luidspreker-een
heid, een bijbehoorende uitgangstransformator en
verdere bijbehoorende onderdeelen is men zonder meer
nog niet in staat een werkelijk natuurgetrouwe weer
gave te verkrijgen. Een zeer belangrijk punt blijft het
klankscherm („baffle", zooals men dit in Engeland en
Amerika noemt) met de daarbij behoorende luidspre-
kerkast. Men moet zich goed voorstellen, wat men met
dit klankscherm beoogt, teneinde doelbewust naar het
beste model te kunnen zoeken. "Voorop dient gesteld te
worden, dat het aanwezige ontvangtoestel een goede
reproductie door middel van den e,d. luidspreker mo
gelijk maakt.
Het is de zeer bewegelijke conus van den e.d. luid
spreker, die een klankscherm noodzakelijk maakt. Deze
conus kan zich als het ware in zijn geheel verplaatsen,
niet alleen aan den rand maar ook in het midden. De
lucht wordt hierdoor vrij krachtig in trilling gebracht,
en niet alleen de lucht vóór den conus maar ook die
erachter. Deze lucht-trlllingen zijn ongelijk, of, niet in
phase, zooals men het uit wil drukken. Het is nu het
eenvoudigste als men zich voorstelt, dat de verschil
lende (betrekkelijk verschillende) geluidsgolven, ont
staan vóór en achter den conus, bij „menging" onzui
ver worden. Deze menging nu zou zeer snel plaats
hebben, als men dit niet belette door een betrekkelijk
groot scherm, het klankscherm.
Kan men zich nu voorstellen, waartoe dit scÈerm
dient, dan is een andere vraag, hoe groot dit scherm
moet zijn. Hiervoor zijn ook weer bepaalde minimum-»
maten; kleiner dan een halve meter hoog en breed is
af te raden. Zeker is dit nog te klein, als men alleen
een klankschema toepast en van verderen inbouw af-
GETALLEN, DIE MEN ZICH NAUWELIJKS KAN
VOORSTELLEN.
„Wy menschen, leven op een ijzeren kogeL"
Het is, inderdaad een zeer eerbiedwaardig gewicht,
dat men voor de massa van onze aarde heeft berekend
en wanneer men dan nog hierbij in aanmerking neemt,
dat de aarde slechts een klein kogeltje is, in vergelij
king met de zon, dan krijgt men hier een juiste voor
stelling van het buitengewone gewicht van de hemelli
chamen, die als glinsterende gloeiwormpjes door den
donkeren kosmos zweven. Wanneer men het gewicht
van de aarde in cijfers zou willen uitdrukken, dan moet
men achter de 6 nog 25 nullen zetten, of uitgespro
ken luidt dit: 6 millioen trillioen.
En dit probleem, dat men, ongeveer dertig jaar ge
leden, met tamelijke nauwkeurigheid heeft opgelost,
werd eerst, kort geleden, door moderne meetproeven
bevestigd.
Zes millioen trillioen KG. gewicht heeft dus onze
aardbol. Men heeft dit getal door het meten van den
invloed, welke door onze aarde op de nabije hemelli
chamen wordt uitgeoefend en door een berekening van
de dichtheid van onze planeet op een tamelijk eenvou
dige wijze vastgesteld, want toen men de dichtheid van
de aarde, door een zeer vernuftige methode, met 5.5
watereenheden had gevonden, was het niet moeilijk, om
haar juist gewicht te vinden. Maar wat zeggen we? Een
ijzeren kogel? Is dan de aarde, zooals onze schoolwijs
heid ons leert, niet een vuurbol door een korst omge
ven, in het inwendige waarvan het nog kookt en ziedt?
Zeker, dat is het geval, doch niet in die mate, als
onze voorouders nog geloofden. De in het inwendige
van de aarde zich bevindende vuurhaarden vormen
slechts op zich zelf staande nesten onder de versteende
aardkorst. Het middelpunt van de aarde evenwel wordt
gevormd door een geweldig blok van Ijzer van vele dui
zenden kilometers in doorsnee. Deze wijsheid hebben
we geput uit de metingen der aardbevingen, welke
metingen we kunnen verrichten met vernuftig gecon
strueerde instrumenten. We bezitten n.1. de mogelijk
heid, niet alleen de juiste afstanden van geregistreerde
aardbevingen aan te geven, maar we kunnen met deze
meetapparaten ook tot het Inwendige van de aarde hoo-
ren.
En daarbij heeft men waargenomen, dat de aardschok
ken steeds op een diepte van ongeveer 1500 KM. een
plotselinge verandering ondergaan. Men kon meten,
waar men wilde,, hetzij in Australië of in Europa, over
al werd het zelfde resultaat verkregen en dat is hét be
wijs dat de aarde, op een diepte van 1500 K.M. van een
andere gesteldheid is dan haar schors.
HET MINSTE VAN TWEE KWADEN.
(Hummel).
Hou op, hou op! Ik heb nog; liever dat
u de politie waarschuwt. v i
ziet Het is een feit, dat men bij demonstratie in win
kels, fabrieken, enz. schermen toepast van beduidend
grootere afmetingen. Maar dit zou de bruikbaarheid
in woonkamers enz. niet bevorderen.
Het materiaal waaruit een dergelijk klankscherm
wordt opgebouwd is in den regel triplexhout. Deze hout
soort heeft de, in dit geval voorgeschreven, eigenschap,
dat het niet krom trekken kan. De dikte van het hout
moet ongeveer 6 m.M. zijn. Daar het niet de bedoeling
is, dat het geheele klankscherm gaat meetrillen, kun
nen wij hieraan toevoegen: hoe dikker hoe beter, maar
de praktijk stelt haar grenzen.
In het klankscherm is een gat uitgespaard, met een
diameter die overeenkomt met den diameter van den
metalen ring, waaraan de conus Is opgehangen. Deze
nietalen ring wordt tegen den rand van dit gat aange
drukt, met aanbrenging van een vilten rand; het beste
is klankscherm en metalen ring aan elkaar te bevesti
gen. Handelt men zoo, dan is het luidsprekerhuis en
het klankscherm één geheel.
Wil men den luidspreker geheel inbouwen, dan kan
men volstaan met geheel dichte zijwanden en afdek
king. De achterwand moet echter open blijven; men
moet de in beweging gebrachte lucht in den luidspre-
kerkast gelegenheid geven naar buiten uit te treden.
De achterwand bestaat als regel uit een raam, waar-
tusschen horrengaas of iets dergelijks gespannen is.
Het is een opmerkelijk feit, dat men door middel
van het klankscherm en de opening van den luidspre-
kerkast de toonhoogte kan regelen. Als regel is de
weergave van den e.d. luidspreker in de lage tonen
goed, zonder nu te willen beweren, dat de hooge tonen
minder goed doorkomen. Door wijziging van den ven-
tilatie-openingen vindt men wijziging in toonhoogte.
En verder is ook hier de ondervinding de beste leer
meesteres.
Dat zou evenwel nog geen motief zijn te beweren, dat
de kern van de aarde uit een vaste, ijzeren massa be
staat. We hebben, om ons volkomen zekerheid te ver
schaffen, weer tot een berekening ons toevlucht moe
ten nemen, waarvan de oplossing ons schitterend is ge
lukt. Men heeft bij deze berekening de doorsnede van
de aarde van 12700 K.M. evenals de waarschijnlijke
dikte van de aardkorst van 1500 KM. tot basis geno
men.
Hierbij kregen we de verhouding van ongeveer 12
1.5 of met andere woorden: wanneer de aarde een kogel
van 12 c.M. in doorsnee zou zijn, dan zou haar bui
tenste korst een dikte van 1.5 c.M. hebben. In deze ver
houding moet men de aardkorst met de innerlijke kern
voorstellen. En nu willen we zien, uit welke stoffen de
kern van de aarde moet bestaan, wanneer we willen
komen op het reeds geschatte gewicht van de aarde.
We weten dat 1 kubieke meter water 100 K.G. weegt
en dat de aarde 1.12 billloen KM. inhoud heeft, wat
niet zoo moeilijk te bereknen is. Was de aarde een wa
terkogel, dan zou ze slechts 1.12 millioen trillioen K.G.
wegen. Ze weegt evenwel 5.5 maal zooveel en het is nu
duidelijk, dat ze dus niet uit water alleen, maar uit
veel zwaardere stoffen moet bestaan.
Wat geeft ons evenwel het recht te beweren, dat de
aarde uit ijzer bestaat?
Hierop zijn drie verklarende antwoorden te geven.
Ten eerste: men heeft alle steensoorten, waaruit de
aardkorst bestaat, nauwkeurig gewogen. De gelijke hoe
veelheid graniet, welke als water, een K.G. weegt, heeft
een gewicht van 2.8 K.G. De vulkanische steenen zijn
nog iets zwaarder, ze wegen 3 tot 3.1 K.G.. Een zwaar
dere steensoort, waaruit de aardkorst wordt gevormd,
bestaat niet. Hieruit is met zekerheid op te maken, dat
wel de aardschors, doch niet de kern uit gesteente be
staat, omdat de aardbol, in het geheel genomen 5.5 ge
wichtseenheden bezit, dus veel zwaarder weegt dan de
steenmassa's aan de oppervlakte. Nu is evenwel een
zeer groot deel van de aardoppervlakte met water be
dekt en tot in de diepste lagen van haar korst met wa
ter gevuld, welk water sléchts één gewichtseenheid
vormd. Daar de aarde, zooals gezegd 5.5 watereenheden
zwaar Is, 5.5 maal dus zoo zwaar als water, mag wor
den aangenomen, dat een deel van de aarde veel zwaar
der moet zijn dan 5.5 eenheden. Men heeft berekend,
dat de kern gemiddeld acht maal zoo zwaar is als wa
ter. Men komt hier aan het gewicht dat verschillende
metalen bezitent. IJzer is 7.8 maal, nikkel 8.9, lood 11.5
watereenheden zwaar. Hierdoor Is met tamelijke zeker
heid bewezen, dat de hoofdmassa der aarde uit ijzer be
staat, terwijl In het middenpunt van deze kern zich nog
reusachtige hoeveelheden zwaardere metalen, radium-
houdend gesteente, goud, platina enz., zijn te vinden.
We hebben, inderdaad, ook bewijzen daarvoor, dat het
ijzer niet alleen het belangrijkste en grootste bestand
deel der aarde, maar ook van de andere hemellichamen
is. Onafgebroken regent het fijn ijzerstof op de aarde
en de vele meteoorsteenen verrijken het gewicht van
onzen aardbol, jaarlijks, met vele duizenden centenaars
ijzerhoudende steenen. Dat mag ook als een voldoend
bewijs gelden, dat ook de andere hemellichamen uit
ijzer zijn samengesteld en dat feit pleit weer ten gunste
van de stelling, dat we in onzen aardbol een ijzeren ko
gel moeten zien.
De tweede verklaring voor de bewering, dat de kern
der aarde niet uit vuurgloelende en gasachtige massa's
kan bestaan, doch uit een vast metalen blok bestaat, is
het volgende: wanneer men in een mijn daalt, vindt
men het daar, beneden, zeer warm. De temperatuur
stijgt, hoe dieper men in de aarde doordringt. Gemid
deld neemt de temperatuur in het binnenste van de
aarde alle 33 meter een graad toe. Maar dat kan tot het
middelpunt der aarde niet zoo doorgaan, want dan zou
in het middelpunt een temperatuur van 200000 graden
warmte heerschen en de aarde zou als een bom uiteen
spatten.
Het Is ons bekend, dat bij 3000 graden reeds alle vaste
stoffen smelten en reeds bij 5000 graden zelfs in gas
vorm opgaan. De temperatuur kan dus in de diepste
lagen van de aarde, niet in die mate stijgen als in de
bovenste lagen, d.wjz. er moet ia de aarde een grens
zijn, waar de gloeiende vloeistoffen in een vaste massa
overgaan. De grenzen vermoeden we reeds bij 1500 K.M.,
omdat de golvingen bij aardbevingen niet dieper gaan.
We komen daarom tot de volgende vaststelling: de
aarde bestaat uit drie deelen, uit de korstoppervlakte,
een bewegelijke middenlaag, welke uit vulkanische mas
sa's en gassen bestaat en verder uit een vaste kern uit
ijzer. Deze kern vormt de hoofdmassa en wel 10/12 deel
van de geheele aard massa.
Het derde bewijs, dat de aarde een kogel uit ijzer is,
levert ons de electro-magnetische gesteldheid.
Wé hebben de bewijzen in handen, dat wij op een
ijzeren kogel leven, op een kogel, waarvan bijna 7/10
deel met water Is bedekt.
Kleermaker (tot ontevreden klant)1
Het spijt me mijnheer, maar wij hebben
uw lengte verwisseld met uw omvang.
(Passing Show.)
Kort geleden werd in da beroemde grot der „drie
gebroeders" in Montesquieü-Avantes in Frankrijk een
aardige vondst gedaan. Onder de opgegraven voorwer
pen bevond zich n.1. een uit een been van een bison
gesneden sprinkhaan, een kunstwerk uit het
steenen tijdvak. De vondst is des te belangwekkender,
omdat het voor de eerste maal is, dat een insect op
deze wijze werd uitgebeeld. Tegelijkertijd levert het
snijwerk het bewijs, dat in de tamelijk koude periode,
waaruit dit snijwerk afkomstig is, insecten in Frank
rijk voorkwamen.
In de Vereenigde Staten vindt men een asyl voor
millionairs, natuurlijk niet voor degenen, die zich nog
mogen verheugen in hét bezit van hun rijkdommen,
maar voor de ongelukkigen, die hun millioenen In de
wisselvalligheden van het leven hebben verloren. Dit
merkwaardige toevluchtsoord is een stichting van een
zeer rijken Amerikaan, die midden in de meest schitte
rende omstandigheden nog steeds door vrees wordt
gekweld, dat hij eens weer tot armoede kan vervallen.
Door dezen angst gedreven heeft hij een groot mede
lijden met degenen, die eens de vreugden van de zon
zijde van het aardsch bestaan hebben gekend en nu
meer dan anderen lijden, nu zij tot armoede zijn ver
vallen en in den schaduwkant zijn geduwd. Hij wil hun,
die het meest de armoede gevoelen, het lot een weinig
verzachten en hij stichtte daarom het asyl, waarvoor
hij een bedrag van vijf millioen dollars ter beschikking
heeft gesteld. Tegenwoordig zijn in dit elegant inge
richt tehuis, dat evenwel slechts openstaat voor dege
nen, die bewijzen kunnen vroeger millionair te zijn ge
weest, dertig verpleegden ondergebracht. De oudste
van deze vroegere millionairs is 86 jaar, de jongst 65.
De armste onder hen bezat eens een vermogen van 15
millioen dollars,
Niet voor film-eter in de wieg gelegd.
Op het bankje in de maneschijn, sprak zij: Karei*
hou je heusch van me?
Karei: Natuurlijk, lieveling!
Zij: Maar waarom gaat je borst dan niet op en neer,
net als op.de film?!
Dat was nog niets.
Eerste buurman: Hoor eens hier, Smit, het is eigen
lijk overbodig voor je om hier weer aan te komen, je
heb nu zoowat alles wat ik hier heb, van me geleend,
de tuinslang, mijn maaimachinetje, mijn schop, mijn
hark, mijn schoffel, dus...
Tweede buurman: O, maar dit is iets anders! Ik wou
je vragen, of lk je tuin niet kon leenen voor Zaterdag
avond, want dan geef ik een feestje.
Wel een beeQe te ver gegaan.
Vacantiegast (die een stampvol pension verlaat): Ik
heb er niets tegen gehad om in de ontbijtkamer te
slapen. Maar ik vind, dat U wel een beetje ver gaat,
met mij nu een gulden per dag extra te berekenen»
wegens ontbijt op mijn slaapkamer!
Wat ©en strop.
-— Mijn winkelmiddag was deze keer een volmaakte
mislukking!
Is het heusch?
Ja, ik vond wat ik zocht in de eerste de beste
winkel die ik binnenging!
Dat was niets.
Klant: Maar ik waarschuw U vooruit, dat ik dit
pak niet eerder zal kunnen betalen dan over 3 maan
den.
Kleermaker: O, maar dat hindert heelemaal nietï
Wanneer zal het klaar zijn?
w» Binnen. 3 maanden, ongeveer!