Radioprogramma
De Schoone Duivelin
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Binnenlandsch Nieuws.
Nieuws regeling van de pacht
Donderdag 4 Juli 1929.
SEHACER
11(11111 NtSIWS-
72ste Jaargang No. 8486
COURANT.
Mlflttllit- LllllOHlIll
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 'smorgens 8 uur, worden Adver-
tenticn nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TET.EP. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bcwijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
'■i DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
t
i
Voor Zaterdag 6 Juli 1929.
7.40 HAMBURG (392) Gramophoonmuziek.
10.— HILVERSUM (1071) Tijdsein en morgenwijding.
11.20 HAMBURG (392) Gramophoonmuziek.
11.30 HUIZEN (336) K.R.O. Godsdienstig halfuurtje.
12.— HILVERSUM (1071) Politieberichten.
12.15 HILVERSUM (1071) Lunchmuziek.
12.15 HUIZEN (336) Lunchmuziek.
12.50 PARIJS (R.1744) Concert.
1.15 HUIZEN (336) Gramophoonplaten.
I.25 LANGENBERG (462) Middagconcert
jl.20 DAVENTRY (1563) Concert.
II.35 FRANKFORT a. M. (421) Gramophoonmuziek.
1.50 HAMBURG (392) Concert.
;2.— HILVERSUM (1071) Filmpraatje door Max Tak.
,'2.— HUIZEN (336) Kinderuurtje.
2,30 HILVERSUM (1071) Aansluiting van het Tu-
v schinsky-theater te Amsterdam. Illustratieve
filmmuziek.
2.35 DAVENTRY (1563) Concert.
3.30 HILVERSUM (1071) Aansluiting van het Kur-
haus te Scheveningen. Thc-dansant door „Tne
Rambler s".
3.50 KALUNDBORG (1153) Namiddagconcert
3.50 DAVENTRY (482) Concert.
4.30 HILVERSUM (1071). Rustpoos ter verzorging
van den zender.
4.35 PARIJS (R.1744) Dansmuziek.
4.55 FRANKFORT a. M. (421) Concert
5.HUIZEN (336) Gramophoonplaten.
5.HILVERSUM (1071) Lezingreeks over het onder
werp: „Bouw en Wezen der Materie" door Dr.
1 C. H. Sluiter.
5.05 DAVENTRY (1563) Orgelrecital.
'5.20 BRUSSEL (512) Dansmuziek.
5.35 BOEDAPEST (545) Populair orkestconcert
5.45 HUIZEN (336) Journalistiek weekoverzicht.
5.45 HILVERSUM (1071) Over Goedenwilsdag-viering
5.50 ROME (444) Concert.
6.HILVERSUM (1071) Tijdsein en vooravondconcert
6.50 BRUSSEL (512) Concert
6.55 PARIJS (R.1744) Gramophoonmuziek.
6.50 BOEDAPEST (545) Concert
7.05 DAVENTRY (482) Politieconcert.
"7.10 HUIZEN (1852) Concertavond met medewerking
van het Amsterdamsch Politie Muziek-gezelschap.
f.20 MILAAN (504) Dansmuziek.
f.35 PRAAG (343) Concert
f.35 TURIJN (272) Concert.
r.45 HILVERSUM (1071) Politieberichten.
8.TOULOUSE (383) Concert. Populaire- en dans-
I muziek.
8.— HILVERSUM (1071) V.A.R.A.-concert te 10.—
1 persberichten van Vaz Dias. 10.45 Levensliedjes
door Bart Vermeer. 11.15 Gramophoonplaten.
8.05 DAVENTRY (1563) Populair concert.
8.35 BRUSSEL (512) Concert
8.35 PARIJS (R.1744) Concert.
9.20 BRUSSEL (512j Symphonie-concert.
FEUILLETON
DET. DUNN.
17.
De deurknop rammelde. Lord Balmaine keek wanho
pig de kamer rond. De gravin was vlugger dan hij om
van elke kans gebruik te maken. „Achter die schil
derij," hijgde ze. „Die lamp van de tafel op de richel, dat
maakt de schaduw dieper. Vlug."
Niet ver van het midden van de kamer stond een
levensgroot portret van Lord Balmaine op een ezel, de
rand, die de schilderij ondersteunde was ongeveer vijf
en twintig centimeter van den grond. De schilderij was
den vorigen dag thuis gebracht en op den ezel geplaatst
om becritisecrd te worden.
De gravin gleed achter het portret, juist toen de deur
heftig werd opengeworpen en de graaf binnentrad.
Balmaine was bezig de lamp op den richel te zetten,
en dit moest den graaf wel heel natuurlijk voorkomen
Het licht viel nu juist zóó, dat het de schilderij op zijn
voordeeligst deed uitkomen. Lord Lanchester haalde de
schouders op. Hij kreeg den indruk dat hij Balmaine
Bet verraste, bij een uiting van ijdelheid.
„Waarom zegt u niet aan uw bediendes dat ze voet
bij stuk houden bij hun leugens?" vroeg hij bruusk.
„Eerst zei uw knecht, dat u thuis was, en toen pro
beerde hij,me wijs te maken, dat dat niet zoo was;
eindelijk vertelde hij, dat u ziek was en niemand kon
ontvangen, en ik moet bekennen dat ik mijn geduld
verloor."
Het mengsel van verachting en woede werkte op
Lord Balmaine als een zweepslag. Ook hij had goed
bloed en was geen lafaard. Hij bleef echter kalm en
antwoordde met koele beleefheid:
„Het spijt me, dat men het u lastig heeft gemaakt,
^atterson je kunt gaan. Ik zal hooren wat Lord Lan
chester over je te klagen heeft en als het noodig is,
j® bestraffen."
De verschrikte bediende snelde de kamer uit. blij
^eg te komen. Hij had geen flauw idee van de ware
•toedracht dezer zaken, want Lady Lanchester was een
vreemde voor hem, maar hij zag wel, dat alle elemen
ten voor een storm voorhanden waren.
Hij keek de kamer rond, naar de dame, die hij eeni
ge minuten geleden binnen had gelaten, maar zag haar
niet
„Wel verduiveld, waar heeft hij haar gelaten? dat
gek," bromde hij op weg naar de bediendekamei.
9.30 HUIZEN (1852) Nieuwsberichten van Vaz Dias.
te 10.45 Verkiezingstransformatiespel, vroolijke
gramophoonmuziek.
9.30 PARIJS R.1744) Dansmuziek.
9.50 KALUNDBORG (1153) Concert.
10.MOTALA (504) Oude en moderne dansmuziek.
10.40 DAVENTRY (482) Dansmuziek.
10.45 PRAAG (343) Dansmuziek.
11.05 WARSCHAU 1397) Dansmuziek.
11.36 DAVENTRY (1583) Dansmuziek.
INSTELLING VAN FACHTCOMMISSIES.
Wetsontwerp b^j de Tweede Kamer Ingediend.
Bij de Tweede Kamer ls ingediend een wetsontwerp
tot nieuwe regeling van de pacht, zoomede een wets
ontwerp betreffende instelling van pachtscommissies.
In de toelichting wijzen de ministers van Justitie en
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw erop, dat het
pachtvraagstuk een economische kwestie van algemeen
belang is. Er is blijkens de landbouw literatuur e. d.
een duidelijke meerderheid aan te wijzen van hen, die,
zij het in verschillende richting, van hoogerhand een
ingrijpen in de bestaande pachttoestanden bepleiten.
Het overvloedig aantal gegadigden voor pachtgronden
en het gebrek aan cultuurgrond werken samen om de
pachtprijzen hoog te houden. Het opbieden bij openbare
verpachtingen ontketent bovendien oogenblikkelijke
hartstochten, waarvan de pachter later de nadeelige
gevolgen moet ondervinden. Het commercieele element
in de pachtverhoudingen heeft in vele gevallen de over
hand gekregen, waarbij de persoonlijke band tusschen
pachter en verpachter verslapt is. Het risico van het
bedrijf drukt op den pachter, terwijl hem bedrijfs- en
bestaansonzekerheid steeds bedreigen.
Dat de wetgever in staat zou zijn, de misstanden in
het front aan te vallen, stelle men aldus de ministers
er\
Ir»
lendeoen
Blyf da.a.r tocK niet mee
loopen. Kjocsöteri
boiaern z.al Llw pLjm
onnnicld.eÜy»^t©l* bedar«o
brengen, U .Snel behaacj.
lyXe verlïcUtir>g/ Kplnnte
en i«->t bezorgen. AKKe^
KI oo ster balsem
„O©cn cypt-id zoo <rip<?<d.
(Adv. In Blokschrift)
„Verdraaid als het niet net zoo iets is als die verdwij
nende dame In „Het huis vol geheimen", 'k Ben maar
blij, dat ik niet gezegd heb dat mijnheer bezoek had.
Dat zou een spektakel gegeven hebben. Ik benijd dien
ouwen Lampiter niks. Die zal het hard te verantwoor
den hebben bij den graaf."
HOOFDSTUK XVI.
DE GRAVIN KOMT TUSSCHENBEIDEN.
Toen de knecht weg was, verdween de geprikkeld
heid van den graaf. Balmaine speelde de beleefdheids-
comedie verder, door op een stoel te wijzen, de oude
edelman weigerde die bedaard.
„Ik heb eens over deze zaak nagedacht, Balmaine.
Het is iets, dat ons alleen aangaat. Ben je het met me
eens, dat er geen getuigen noodig zijn?"
„Pardon, Lord Lanchester," zei Balmaine, die nu zijn
kalmte herwonnen had, „ik geloof, dat U een belang
rijk iets vergeet U heeft nog geen uitdaging van mij
ontvangen. Ik haast me dat verzuim goed ts maken.
Het zal me aangenaam zijn U wanneer U verkiest te
ontmoeten. De keus van wapenen is natuurlijk aan U."
„Dank U. Mijn excuses, dat ik U vóór was. Ik ver
moedde natuurlijk, dat U correct zoudt handelen. Ik stel
voor, dat we elkaar zonder getuigen zullen treffen.
Vindt U dat goed?"
„Zooals U wilt," antwoordde Balmaine met een bui
ging-
„Goed, dat is dus afgemaakt. Daar we er geen drukte
van maken is het ook niet noodig buiten Engeland te
gaan zelfs niet buiten Londen. Ik bezit een huis in
Chesham Square, dat op het oogenblik te huur staat.
De balzaal is veertig voet lang, meer dan genoeg voor
ons doel. Heeft U er iets op tegen?"
„Niet in het minst." zei Balmaine mechanisch.
Zijn gezicht was bleeker dan ooit, maar hy beheersch-
te zich zelf volkomen. Het was duidelijk dat de graaf
niet het minste vermoeden had, dat zijn vrouw in huis
was en die overtuiging kalmeerde hem zeer.
„Ik heb nog iets bedacht," ging de graaf verder, zijn
wenkbrauwen zóó fronsend dat ze bijna ineen liepen en
op kouden, drogen toon sprekend. „Daar het onze be
doeling is elk schandaal te vermijden, wanneer een van
ons belden mocht vallen, moeten we voorzorgen ne
men, die voorkomen, dat men zijn neus in onze zaken
steekt."
„Zeer juist Wat zoudt U willen voorstellen?"
„Dat ik een brief schrijf waarin ik mijn voornemen
te kennen geef om zelfmoord te plegen. U moet het
zelfde doen. De brief wordt dan op Uw of mijn lijk
gevonden, en de menschen zullen voldaan zyn. Hoe
vindt U die oplossing?"
„Een schitterend plan."
zich niet voor. Zoodanige aanval is slechts in te lei
den door vermeerdering van cultuurgrond door Inpol
dering, ontwatering en ontginning, voorts voorlichting
door consulenten en het landbouwonderwijs, alsmede
onderlinge organisatie.
Daarnaast blijft echter voor den burgerlijken wetge
ver een taak om betere verhoudingen te bevorderen.
Het verslag van de Staatscommissie voor het pacht
vraagstuk, dat getuigt van diepgaande studie, heeft der
Regeering bij het ontwerpen van haar voorstellen tot
leidraad gediend. Voorts is niet nagelaten, contact te
zoeken met de practijk; het regeeringsontwerp wijkt in
eenige opzichten van de voorstellen der commissie af.
Dit ontwerp regelt:
1. de vergoeding voor verbeteringen;
2. het recht op remissie en dat op verhooging van
den pachtprijs.
3. de continuatie van pacht;
4. verschillende minder op den voorgrond tredende
punten, waaronder de vormen van pacht, het schrifte
lijk aangaan der pachtovereenkomst, pacht als zakelyk
recht e.a.;
5. de rechterlijke competentie in zaken betrekkelijk
tot een pachtovereenkomst.
Met afwijking van de hier gegeven volgorde zet de
Regeering eerst uiteen, waarom, hoewel bezwaren aan
een wettelijk continuatierecht verbonden, de commissie
in haar meerderheid hadden onthouden, een dergelijk
recht in haar ontwerp op te nemen, toch een beperkt
continuatierecht wordt voorgesteld. Dit recht vindt toe
passing bij hoeven en bij los land slechts, wanneer dit
van dien aard is, dat 's pachters bedrijf in belangrijke
mate of zelfs geheel en al met het al of niet voortduren
der pachtovereenkomst gemoeid is. Tevens is het recht
voorbehouden om bij alg. maatregel van bestuur voor
streken, waar het bestaan der pachters afhangt van
verpachtingen van gronden van geringer oppervlakte
dan 1 H.A. of tegen lager prijs dan f 300 per jaar, het
recht op continuatie te doen gelden.
Voorts komen alleen die opzeggingen, welke onrede
lijk zijn, voor opheffing door den rechter in aanmer
king. Het vrije verkeer in onroerende goederen, dat op
rationeelen grondslag berust, wordt dus niet belem
merd.
Op het punt van „vergoeding voor verbeteringen" is
het ontwerp der Staatscommissie gevolgd. Erkend
wordt het beginsel, dat de pachter bij het einde der
pachtovereenkomst tegenover den verpachter een recht
heeft op een billijke vergoeding voor de door hem aan
gebrachte verbeteringen, tenzij de verpachter zich dui
delijk tegen voorgenomen verbeteringen heeft verzet.
Wat het recht op remissie en op verhooging van den
pachtprijs betreft, in de ontworpen regeling zijn grond
slagen gegeven, waarop een toepassing van zulk recht,
geheel aan de eischen van billijkheid voldoende, kan
worden gebouwd.
De overige voorgestelde wijzigingen en aanvullingen
in het materieele recht treden in hun practische ge
volgen minder op den voorgrond, doch evenzeer mag
worden verwacht dat zij zullen medewerken om mis
standen in de pachtverhoudingen te doen verdwijnen.
Ten aanzien van het mede ingediende ontwerp op de
pachtcommissies (later zal een ontwerp volgen voor de
noodige wijzigingen in de verdere wetgeving inzake de
pacht, welke thans nog worden voorbehouden) wordt
gezegd dat aan de pachtcommissies meer autoriteit
moet worden toegekend; het onderhavige ontwerp komt
daaraan tegemoet. Haar leden worden benoemd in over
leg met de betrokken landbouworganisaties en zij zijn
geen ambtenaren. De samenstelling der pachtcommis
sies is naar het beginsel van gelijke vertegenwoordiging
van pachters en verpachters; de commissie wordt inge
steld bij Kon besluit.
„Goed dan. Meer is er niet te zeggen. Schikt het U
morgenavond om kwart voor zes?"
„Zeker," herhaalde de ander. „Misschien wilt U me
wel het nummer van Uw huis in Chesham Square op
geven?"
„O, ja, natuurlijk," zei de graaf snel, „no. 134."
Balmaine noteerde het adres en wachtte vragend op
het geen de graaf nog zou willen vertellen, maar my-
lord was uitgepraat.
„Goeden dag. Daar ik den sleutel van het huis heb,
zal ik er het eerste zijn. U kunt er op rekenen dat ik
stipt op tijd zal zijn."
Met een diepe buiging draaide hij zich om en Bal
maine, die niet voor hem wilde onderdoen in beleefd
heid ging hem voor de trap af en liet hem uit.
Niets kon meer in den vorm zijn gedaan of met meer
respect voor eikaars gevoelens.
Balmaine keerde naar de bibliotheek terug. De gra
vin was doodsbleek achter den ezel vandaan gekomen.
„Het gevaar is voorbij," zeide Balmaine.
„Je gaat duelleeren met mijn man," riep zij zenuw
achtig. „Ik heb alles gehoord ik kon er niets aan
doen. Waarom? Ik begrijp er niets van."
„Dan hoef ik het je ook niet te vertellen. Heeft het
iets met mij te maken? O, ik zie dat je gezicht ver
andert. Aubrey, ik sta erop, dat je me alles zegt"
Hij trachtte haar van idee te doen veranderen, maar
het lukte niet. Eindelijk kreeg ze de waarheid uit hem.
Toen begreep ze ook de beteekenis van dien brief van
Adèle", het verraderlijke schepsel had zich ruimschoots
gewroken.
Ze zweeg een oogenblik. Er schoot een afschuwelijk
plan wortel in haar brein. Ze had gevoeld, dat haar
invloed over den graaf de laatste weken begon te ver
minderen. Hier was een gelegenheid om Lord Balmaine
aan zich te binden met banden, die hij nooit zelf zou
kunnen losmaken.
Het was niet den eersten keer, dat ze mannen in
het verderf had gestort. Ze was daar volleerd in. Reeds
toen ze nog onder de twintig was had ze niets anders
gedaan dan voor verleidster poseeren.
Plotseling sloeg ze haar armen om den hals van den
edelman en barstte in hysterisch snikken uit. Tranen
had ze niet, maar dat hinderde niet. Lord Balmaine
kwam voldoende onder den indruk van haar snikken.
Wat kon hij anders doen dan haar omhelzing beant
woorden?
„Jou verstooten, Leonie? Nooit. Ik houd van je en...
al eindigt dit duel in mijn dood dan zal lk sterven
met de gedachte aan jou."
Ze veranderde opeens. Ze kende zoo goed het effect
van sterke contrasten. Met haar armen om zijn hals
wierp ze haar hoofd in den nek en fluisterde met een
bloeddorstige uitdrukking in haar oogen;
OUDHEIDKUNDIGE VONDSTEN
5IJ OMMEN.
Vanwege het Rijksmuseum van Oudheden zijn eenige
heuvels onderzocht op de Stegerenscheheide onder de
gemeente Ommen. Hoewel de heuvels eenvoudig uit
opgestoven zand bleken te bestaan, werd toch ln een
van deze een belangrijke ontdekking gedaan. Onderin
den heuvel werd een lijk in hurkhouding met opge
trokken knieën aangetroffen waarboven blijkbaar, ge
tuige de verkoolde balken, die in een vrij regelmatig
vierkant op het lichaam lagen, een vuur had gebrand.
Als bijgraven waren den doode eenige fraai bewerkte
vuursteenen mesjes meegegeven.
Boven in den heuvel verspreid werden nog eenige
urnenscherven gevonden.
LIJK IN HET VELD GEVONDEN.
Dinsdag is door grasmaaiers, in een korenveld onder
Eist, het lijk van een zekeren v. d. K., gepensionneerd
O.-I. militair, gevonden.
Naar schatting heeft het lijk 14 dagen in het veld
gelegen.
ERNSTIGE VECHTPARTIJ.
Een veldwachter tegen den grond geslagen.
Maandag heeft onder de gemeente Vlijmen een ern
stige vechtpartij plaats gehad. De wegwerker Musch
werd door den 22-jarigen C. E. Jr., die met diens vader
C. E. Sr. en J. K. in beschonken toestand was, met een
flesch op het hoofd geslagen en hevig gewond. De veld
wachter Roosen was verplicht om het publiek, dat op
drong, tegen te houden, en den woesteling in bescher
ming willende nemen, gaf deze, een bekend bokser,
hem een zoodanigen slag met de vuist, dat hij neer
sloeg. De veldwachter trok, hoewel hevig bloedend, zyn
revolver, waarop de man vluchtte. De dader is gear
resteerd.
„Aubrey, ik haat mijn man. Hij heeft geen woord
over deze ellendige geschiedenis tegen me gezegd.
Waarom? Waarom heeft hij me geen gelegenheid ge
geven om me te verdedigen? Omdat hij altijd klaar is
om het slechtste van mij te gelooven. Aubrey, houdt
je heusch, werkelijk van me?"
Kaar oogen boorden zich in de zijnen. De blik ervan
betooverde hem,' maar verschrikte hem ook.
„Of ik van je houdt, Leonie?" riep hij uit, diep adem
halend. „Wat een vraag. Heb ik Je ooit iets geweigerd?
„Weiger me dan ook dit niet," fluisterde ze. „Aubrey,
je moet mijn man dooden."
De jongeman werd ijskoud. Wat bedoelde deze vree-
selijke vrouw? Spoorde ze hem tot moord aan?
„Wij hebben allebei dezelfde kans," zei hij, „je wilt
toch niet dat ik oneerlijk vecht?"
„Hoe vechten jullie? met den degen of met re
volvers?" vroeg ze zacht.
„Natuurlijk revolvers."
„I-Iet zal een duel op leven en dood zijn. Vat jij
het ook zoo op?"
„Ik weet zeker, dat Lord Lanchester het doet."
„Ik ook. Beloof me, dat je zult vechten zooals hij
vecht dat je niet in de lucht zult schieten of zoo
iets geks doen."
Inderdaad was die gedachte bij hem opgekomen. De
gravin las het in zijn aarzelen.
„Als je van me houdt, Aubrey, wees dan niet over
dreven. Waarom zou je je leven vergooien? Beloof het
me, beloof het je Leonie, beloof het je eigen Leonie.
Als de graaf mocht komen te vallen in het duel
begrijp je me...?" z
Ze liet haar stem dalen tot een enkele ademtocht,
het vuur der verleiding blonk in haar oogen. Deze blik
zei even duidelijk alsof zij de woorden uitsprak: „Al3
de graaf gedood wordt, wordt ik je vrouw."
„Ja," zei hij langzaam, „ik begrijp je. Ik beloof het."
Ze kuste hem hartstochtelijk en ging zonder hem
gelegenheid te geven om zijn woorden te herroepen
de kamer uit.
Lord Balmaine, zijn gelaat geheel bloedeloos, behalv*
een felroode plek op iederen wang, liep naar den haard
en bleef een korte poos in de gloeiende massa staan
kijken, alsof hij de toekomst las. Toen ging hij naar
de tafel en schreef dan een uur. In dien tijd voltooide
hij twee documenten. Het eene was de brief, die Lord
Lanchester had voorgesteld, dat zij beiden zouden
schrijven, en waarin hij zijn plan om zelfmoord te ple
gen mededeelde. De andere was zijn testament waarvan
een passage luidde, dat een legaat van 50.000 pond
werd vermaakt aan de gravin van Lanchester.
Wordt vervolgd.