Alitmti Kitiïs-
Mrattiiit- Lniliiillil
Ds. N.J.C. SCHE
De Schoons Duivelin
AFSCHEID
Dinsdag 16 Juli 1929.
72ste Jaargang No. 8493
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagsn.
Eerste Blad.
I^oede ra
Uw k»oder-er* Kebber*
Atyer'd Abdij-siroop.
CHAG
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVLBTEN-
TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bcwijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
i Zoo heeft dan Ds. Schermerhorn op dezen zomerschen
Zondag officieel afscheid van de beide kerkelijke ge
meenten Oude- en Nieuwe Niedorp genomen.
Des ochtends wierp de heerlijke zomerzon reeds vroeg
haar milde gouden stralen over de dicht bebladerde
takken der boomen en over de bijna van geurend hooi
(bevrijden weidevelden, zoodat al gauw in den morgen te
voorzien was, dat het een echt warmen Zondag zou
worden.
Een ongekende drukte heersóhte even na het middag
uur reeds in het vriendelijk gelegen dorpje Nieuwe Nie
dorp.
Het feit n.1. dat heden de algemeen bekende predikant
ter plaatse afscheid ging nemen, had velen aangespoord
om voor den laatsten keer Ds. Schermerhorn nog eens
,te zien en te hooren.
Velen maakten zich tegen tweeën reeds op om naar
het kerkgebouw te wandelen, teneinde zich van eeii
goede zitplaats te kurtnen voorzien, aangezien men. al
gemeen van meening was. dat het hedenmiddag in het
bedehuis wel eens tamelijk druk zou kunnen loopen.
Van buiten de gemeente rijden diverse vervoermidde
len de kom van het dorp binnen met allerlei categorlën
van menschen. Er zijn er bij, die deels uit nieuwsgierig
heid zich naar deze plaats begeven, er zijn er echter ook
(en dit wel bijna de groote meerderheid) die gedreven
uit zuivere belangstelling er heengaan om den predi
kant, die ze misschien vroeger meermalen hebben ge
hoord, voor een laatste maal nog eens te beluisteren.
Gestadig loopt de gewijde ruimte vol met kerkgan
gers en wanneer de buitenklok halfdrie heeft geslagen,
dan nemen we van onze zitplaats eens een kijkje naar
heneden en bemerken, dat het kerkgebouw tot ln .de
uiterste hoeken gevuld is met een bonte mengeling van
toehoorders, wij schatten het aantal op pl.m. Ö00.
De diepe tonen van het kerkorgel ruischen door de
lucht en verbreken het eenigszlns storende geschuifel
van voetstappen van laatkomende kerkgangers die
druppelsgewijze het bedehuis nog binnentreden.
Een ieder heeft zich zoo goed mogelijk van een zit- of
staanplaats voorzien en na eenig wachten bestijgt de
scheidende dominee den kansel.
De laatste tonen van de op het orgel gespeelde be
kende Serenata van Tosselli sterven weg en de gods
dienst zal een aanvang nemen.
Het is ons in den loop van het wijdingsuur gebleken,
dat hetgeen de geachte predikant zijn auditorium heeft
meegedeeld, in groote trekken overeenkomt met den
inhoud van het interview, dat ons de afgeloopen week
is toegestaan en in het Zaterdagnummer is afgedrukt
Voor de laatste maal, aldus dominé, hebben te klokke-
tonen mij opgeroepen naar hier. Toen ik ze van uit mijn
woning hoordé galmen door de warme zomerlucht toen
leken het doodsklokken, die mij opriepen een stuk van
mijn leven hedenmiddag te beëindigen.
Reeds een paar weken terug heb ik afscheid genomen
in intiemen kring van de vaste kerkgangers van Oude
en Nieuwe Niedorp, maar thans zal ik dan afscheid ne
men van mijn werkkring, die ik thans ongeveer 37 jaar
FEUILLETON
23.
DET. DUNN.
„Ik geloof, dat je heusch van me houdt, llèvellng,"
fluisterde de gravin zenuwachtig. „Ja, jij bent de eenige
man op de wereld die ik vertrouw. Ondanks hetgeen ik
in jouw oogen schijn te zien, heb je toch nog v ertrou-
wen in me. O, je bent te goed!"
Carew wist eigenlijk niet wat hij gedaan had, behalve
haar te waarschuwen, maar wat deed dat er toe? De
bedwelming van dien kus maakte dat hij zijn hoofd ge
heel en al verloor. Wilde gedachten vlogen door zijn
verward brein. In een uitbarsting van passie drukte hij
haar aan zijn borst en gaf haar kus op kus.
Eindelijk ging het delirium voorbij. Zij bespraken nu
kalm den dood van den graaf. Haar verhaal had ze
vooruit goed overdacht en de sleutel ertoe gevonden
kon worden ln haar gesprek met Lampiter. Haar be
doeling was de wereld te overtuigen, dat zij reeds eenl-
gen tijd gemerkt had, dat de geestelijke vermogens van
den graaf achteruit gingen. Zelfmoord was dus voor
haar geenszins een verrassing geweest.
Carew sprak zeer voorzichtig over het onderwerp,
maar vermeed discreet alle vragen en nam alles aan
wat zij zei. Het kon hem eigenlijk weinig schelen hoe
de graaf tot zelfmoord was gekomen. In zijn hart was
hij eerder dankbaar dat hij zoo vriendelijk was geweest
op deze afdoende wijze weg te gaan.
Het kantoor werd door een wand gescheiden van de
kamer van mijnheer van Buren en ln dien wand was
een klein raampje. Iemand die ln van Burens kamer
stond kon in Carews kantoor zien en als het venstertje
een klein eindje open stond ook alles hooren wat daar
voorviel. Wanneer eert klant met den ouden van Buren
in zijn privékantoor een onderhoud had, was er altijd
iemand anders in het anders kantoor, hetzij Carew, het
zij een bediende, die het raampje in het oog hield voor
het geval de klant eens een dief bleek te zijn.
Zij hoorde Carew de trap afgaan, en den sleutel in
het slot omdraaien, het klonk onnatuurlijk hard en de
voetstappen op de trap schenen in haar hoofd te ha
meren. De deur ging open,
Alec Heistoni
heb vervuld, verder van mijn vrienden, geestverwanten,
belangstellenden.
Het vetrekken naar elders is volgens mij altijd een
weinig sterven. Ik moet iets voorgoed loslaten, een stuk
van mijn leven zal verdwijnen.
We zijn zoovele keeren met elkander samengeweest
Jarenlang sprak men ln couranten, strooibiljetten en der
gelijke van de combinatie „Schermerhorn—Nieuwe Nie
dorp".
Het zal vreemd zijn wanneer dit niet meer het geval
zal zijn, ik kan het me niet goed indenken. Toch zullen
vele heel mooie herinneringen me altijd bijblijven, daar
ben ik heilig van overtuigd.
Het is wel voor de hand liggend, dat lk thans ln dit
scheidingsuur een blik ga werpen op het verleden en ik
vraag me allereerst af: „Wat is mjjn leven hier geweest'.
Het is bij de beantwoording van deze vraag cï ik me
in een bioscoop bevind, waarin als een film mijn leven
aan me voorbij trekt.
Ik wil deze film dan zoo onpartijdig mogelijk bekij
ken, ik wil deze rolprent zien of het leven van een ander
erin aan mijn oog voorbijrolt en ik als toeschouwer hier
tegenover zit
Ik herinner me dan de twee jaren die ik ln Beets,
mijn eerste gemeente heb doorgebracht. Dit liefelijk
gelegen plaatsje is voor mij geworden een sprookje, een
idylle. Wanneer men tot mij gezegd had, dat er voor mij
een leven van zwaren strijd en groote moeilijkheden zou
aankomen, dan had ik dat niet kunnen gelooven. Toch is
die strijd gekomen. De idylle van mijn eerste gemeente
is verbroken geworden.
Eerst werd ik geheelonthouder, als gevolg van het
verlangen om het Christendom practisch te beleven.
Maar ik moest verder, ik wilde den nadruk leggen op
de practische levenseischen, waartoe het evangelie tot
ons komt.
Het werkelijke essentlcele leven op aarde was voor mij
de hoofdzaalt. Ik verkeerde in de naiëve meening, dat
men toch wel een waarachtig mensch en vroom Chris
ten kan zijn in deze maatschappij.
Er kwam een kentering in mijn denken, dat gepaard
ging met een groote crisis in mijn leven. Ik kwam onder
de machtige invloed van den grooten Russisóhen schrij
ver Leo Tolstoi. In diens werken zag ik de naakte wer
kelijkheid van het leven. Steeds stond voor mijn geest
de dreigende vraag: „Wat moet de belijder van het
Evangelie doen als lid van deze samenleving".
De geschiedenis van Adam en Eva, dit uit het Para
dijs Verdreven werden, kwam mij toen voor den geest en
ik' kwam tot de ontdekking dat ook ik mijn Paradijs
Van de naïeve kinderlijkheid moest verlaten. Mijn oogen
gingen open, met steeds sterker klaarheid aanschouwde
lk de geweldige tegenstellingen tusschen:
1. het beginsel van de menschenllefde, zooals men die
ln de practijk kan ervaren en 2. het leven in de tegen
woordige maatschappij.
Ik heb nu gezocht om harmonie tusschen deze twee
beginselen te brengen. Ik hoorde het indrukwekkende
woord van Domela Nieuwenhuis, met wlen ik later veel
in aanraking ben gekomen. Ik voelde me eenigen tijd
sterk aangetrokken tot de Soc. Democratie.
s/oordob LI kek week. OeeP kun
dadelijk Keh aer^le koesjje
(Adv. ln Blokschrift)
Carew wees naar een stoel en Helston ging zitten.
Hij droeg een dikke jas, een ronde hoed en een wollen
doek om zijn hals.
„Is u degeen die me geschreven heeft?" vroeg Carew.
„Ja."
„Nu, wat heeft u te zeggen?"
„Alleen maar dit Ik weet waar de gestolen diamant
is en als u me aannemelijke voorstellen doet, kan ik
hem voor u terug krijgen."
„Wat noemt u aannemelijke voorstellen
„Niet minder dan 10.000 pond.
„Dat krijgt u nooit" zei Carew na een poos.
„Goed, dan krijgt u den steen nooit Er zitten er
nog meer in deze zaak en die moeten ook hun aandeel
hebben."
„Is Max Bernard een van uw kameraden?"
Een sluwe glans kwam in Helstons oogen.
„U wilt veel weten."
„Heelemaal niet U noemde hem zelf ln uw briefje,"
zei Carew snel.
„Dat weet 11c, en ik zal hem op den koop toe geven
Geef op het geld en jij hebt den daal (diamant) èn
den man."
„Daar moet ik eerst over denken. Ik kan alleen niet
beslissen. U zult nog eens terug moeten komen 'voor
het antwoord."
„Nee," zei Helson heftig, „dit is mijn eerste en
eenige bezoek. Ik bedank je om hier nog eens voor
gek te komen, en dan te worden nagegaan en ingepikt"
„Wie zegt je, dat er dan nu ook geen detectives
buiten staan om je op te wachten?"
„Verd... als ik dat had gedacht zou ik
Helstons vrees was zijn voorzichtigheid den baas. Hij
had zijn revolver getrokken.
Carew was niet in het minst ontsteld door het glan
zen van den loop.
„Ba. Je bent een rare onderhandelaar. Kijk eens
hier."
Hij legde zijn hand op een kleine koperen knop.
„Ik hoef hier maar op te drukken en ze weten on
middellijk öp het dichtstbijzijnd politiebureau, dat er
Inbrekers zijn bij van Buren, Pintos en Carew. Over
een paar minuten kan er een agent hier zyn. Zal ik eens
de p^oef nemen?"
„De moeite niet waard," zei Helston met een ge
maakte lach.
Hij stak zijn revolver weg op een verlegen manier.
Carew keek hem zwijgend aan.
„Maar toch zult u me niet terugzien," zei Helston.
„Ik heb u een voorstel gedaan, u kunt me antwoor-
Doch mijn eigen drang naar individualisme veroverde
me, ik voelde behoefte naar indivldueele vrijheid.
Ik werd revolutionnair to.z. van de maatschappij. Ik
moest dit laten blijken ook in mijn preeken, de eerlijk
heid gebood dit mij, maar ik herinner me wel hoe menig
keer ik dezelfde preekstoel ben opgegaan met eenige
aarzeling, omdat ik begreep, dat ik velen zou ergeren
met het woord dat ik zou spreken.
Voor ik mijn levenswerk In Beets begon, bad ik zoo
als ik toen nog bidden kon en vroeg:
„Maak mij sterk om nooit in mijn werk mijzelf te
zoeken ,maar de waarheid te dienen, zooals ik baar
meende te zien." Ik hoop dat ik er eenigszins in ge
slaagd ben om die bede in vervulling te brengen.
Zooals u allen weet, heb lk het bidden zooals ik dit
vroeger deed, reeds lang afgeschaft. Er brak een tijd
perk aan van grooten strijd, maar desondanks onder
vond ik ook veel medewerking.
Daar werd gesproken van den opruier in de kerk,
van den rooien dominee uit Nieuwe Niedorp. En ik heb
gedachtig aan de Geuzen, gemeend die naam als een
eerenaam te beschouwen.
Ilc voelde me geroepen ook elders propaganda te ma
ken voor de nieuwe levensbeschouwing, die mij vervulde
en waardoor mijn denken geheel werd beheerscht
Eet huisbezoek werd" door mij verwaarloosd, ik be
reikte met myn propaganda dat de beweging ln de geest
der menschen kwam.
In het bijzonder voelde ik de noodzakelijkheid om het
militairisme te bestrijden, ik wees op de onverzoenlijke
tegenstelling tuschen de eischen van het evangelie en
het maatschappelijk leven.
Met een rede: „Wat dunkt u van den Christus?" trok
de geachte predikant het land door. Men worstelde met
het probleem, wat een mensch, die het evangelie belijdt,
in deze wereld moet doen.
Het antwoord op de hierboven gestelde vraag is dat:
„hij, die een waarachtig belijder van Evangelie wil
zijn, moet komen tot het besef, dat deze maatschappij
moet worden herschapen."
Spreker herinnert ons aan de drukke Woensdagavond
beurten. waarop vele zich naar Niedorp's kerke begaven,
om mede te voelen met sprekers denkbeelden.
Mijn leven was druk, maar ik zie het nu als iets
mooi's. Ik erken, dat ik vele fouten heb gemaakt,
maar er is maar één middel om geen fouten te maken,
dat is niets doen; maar dan is het heele leven één fout
geworden.
Daarom spreek ik het hier openlijk uit, dat lk geen
spijt heb van mijn leven, ik hoop dat iets mag bleven
voortleven van de Inzichten, van den geest, die lk
poogde te scheppen. Het blijven van dien geest zal mijn
grootste dank zijn.
Na den tusschenzang vervolgde de p redlkant zijn In
drukwekkende afscheidsrede en vertelde ons, dat hij ook
in Godsdienstig opzicht een evolutieproces heeft doorge
maakt.
Van Iemand, aldus Ds., die vast geloofde ln een per
soonlijk Goddelijk wezen, ben lk geworden tot pantheïst
en heb in het pantheïsme vrede gevonden.
Het heeft mij gansch het wereldgebeuren doen zien als
een verheven drama, waarin de absolute Geest zich
zelf verwezenlijkt Zoo leerde ik ook verstaan de be-
teekenis van het oud-Christelijke dogma van de mensch-
wording God in Cristus wat mij werd van een histo
risch tot een eeuwig feit Het kerkelijk gebed kon lk als
pantheïst niet meer handhaven.
Ik heb dit gerechtvaardigd in een preek over de tekst
„Bidt zonder ophouden". De eerlijkheid gebood mij im
mers om met het gebed in de kerk te breken. Ik
kan thans gerust verklaren, dat dit beginsel van af
schaffing van het gebed nu ongeveer 20 jaar geleden
door mij ingesteld, een opluchting voor me is geworden.
Ik heb ondervonden dat het den mensch niet schaadt,
als hij maar zoekt naar waarheid en waarachtigheid.
den in „angst" kolom 1) van de Times. Als het ant
woord „ja" is zal ik u laten weten hoe u me het geld
kunt sturen en het ding krijgen. U wilt geen gevaar
loopen en u kunt er van op aan, dat ik dat ook niet wil.
„Onder welken naam moet ik de advertentie plaat
sen" vroeg Carew.
Veiligheid eerst." De advertentie moet natuurlijk in
cijferschrift zyn. Ik zal u een code zenden en u kunt
hem dan in elkaar zetten. Ik ga er nu vandoor."
Carew bracht Helston naar beneden, en liet zijn be
zoeker voorgaan, niet omdat hij bang voor hem was,
maar omdat hij het voorzichtiger vond. Toen de deur
dicht viel ging hij naar zijn kamer terug. Daar zat
Leonie. Ze was kalm, beheerscht en geneigd tot sa
menwerking.
„Je moet dien man zijn tien duizend pond betalen
en je diamant terug krijgen. Je moet, Peterlief, om
mijnentwil. Ik ben bang voor Max Barnard. Hij weet
te veel van me."
Ze legde haar hoofd op zijn schouder en liefkoosde
zijn wang. Zijn zinnen werden beneveld. Er bekroop
hem een wild, waanzinnig verlangen om alles op zij te
gooien, zoolang als hij haar liefde maar had en wist
dat zij hem trouw was.
„Leonie," fluisterde hij, „ik heb alles voor je over.
Dat moest je weten. Wie ter wereld kent je geheim
behalve ik? En zoolag als Max Barnard in de ge
vangenis is ben jij vrij vrijer dan ooit, nu de graaf
dood is."
Een plotselinge gedachte kwam in het hoofd van de
vrouw. Ze voelde, dat ze alle reden had om toeschiete
lijk te zijn tegen Peter Carew. Ze glimlachte weer
oen verleidelijke, verlokkende, Delilah-glimlacb Zijn
armen drukten haar vaster alsof zij haar nooit meer
los wilde laten.
„Leonie," hijgde hij heesch, „ik heb je lief zooals lk
je nog nooit te voren heb liefgehad. Ik waag er alles
op. Wordt mijn vrouw. Ik zal wel aan die 10.000 pond
zien te komen. Een huwelijk met mij is je eenige be
scherming tegen den man, waar je zoo bang voor bent."
Leonie zweeg een korten tijd. Ze was verrast. Het ge
waagde voorstel van Carew stond haar heelemaal niet
aan. Zij wilde een veel hooger spel spelen. Als er een
behoorlijke tijd voorbij was gegaan, wilde ze op een
eenvoudige, deftige manier Lord Balmaine gaan trou
wen. Ze wilde haar stand in de hoogere kringen be
houden en als Lady Balmaine zou haar dit lukken.
Haar haat tegen den graaf was gegrond op het feit
dat hij haar zoo weinig geld gaf om mede te doen wat
zij wilde. Ze had dit dadelijk na haar huwelijk ontdekt
Ook gevoelde ik te moeten breken met de gewoonte
om altijd uit den Bijbel of naar aanleiding van een
tekstwoord te preeken.
Ik deed dit, omdat ik wilde bestrijden de voortlevende
gedachte, dat de Bijbel de eenige bron moet zijn, waar
uit men Gods wil moet leeren kennen en dat de Bijbel de
grondslag zou moeten zijn van onze religieuze levens
beschouwing.
Slechts langs den weg van het vrije denken en van het
beluisteren van de stem van den Eeuwigen Geest in
eigen ziel, kan de mensch een hem bevredigende reli
gieuze levensopvatting veroveren.
Ik hoorde de vraag of ik nog wel in de kerk thuis
hoorde. Velen meenden van niet. Ik heb die vraag ern
stig overwogen, ten slotte meende ik, dat ik mijn post
niet mocht verlaten en bleef in de kerk. Ik had daar
immers vrijheid van spreken. Het door mij genomen be
sluit om te blijven heeft me nooit berouwd. Ik heb des
tijds beloofd wat de schrijver Ibsen in diens werk
„Priester Brand" heeft laten beloven.
Wij stellen ons thans de vraag of de kerk zal kwijnen
of opnieuw zal opbloeien, om te worden de Geestelijke
macht in de gereld.
Het eerste zal geschieden, wanneer men de nieuw op
komende religieuze geest wil dwingen zich te uiten in
verouderden vorm.
Het tweede zal geschieden, wanneer zij nieuwe vormen
gaat zoeken, die uitdrukking geven van een nieuwe
vroomheid in welke het verlangen hoopt uit te komen,
boven de materialistische levensbeschouwing. De kerk
moet van karakter veranderen, wanneer zij werkelijk
een kracht ten goede zal worden in de samenleving.
Zij zal door de komende cultuur als een sta-in-den-weg
of als een duf en antiek gebouw worden behandeld, ala
zij voor den nieuwen tyd zich niet openstelt.
Wanneer de kerk wijd open gezet wordt, om de heer
lijke frlssche wind gelegenheid te geven binnen te
dringen, dan zal zij kunnen worden een macht van het
leven, de draagster van de nieuwe cultuur, die op onza
aarde zal worden gevestigd.
Wij moeten komen tot universeele relegiën. Van haar
heb lk getuigd naar de mate mijner krachten. Ik geloof
dat een verandering komen zal, omdat ik geloof dat da
Eeuwige Geest, d.i. het alles drijvende leven of m.a.w«
God, in die richting stuwt
En nu is mijn taak in de kerk afgeloopen. Het valt
mij hard van mijn werk, van mijn vrienden en geest
verwanten, van mijn gemeente afscheid te nemen. Ik
dank allen die iets voor mij zijn geweest. Ik blijf aan u
denken met groote hartelijkheid en dankbaarheid.
De bede die thans opwelt in mijn hart is deze:
„Houdt hoog het Ideaal van wijze vroomheid. Helpt
mee de menschheid op te voeren naar de waarachtige
vryheid, welke is gebondlen aan den Geest."
Zeer onder den indruk verheffen de aanwezigen zich
van hunne zitplaatsen en zingen den scheidenden pre
dikant toe het 3e vers van Gezang 10GL
Hierna uit de consulent, Ds. de Leeuw uit Dirkshorn,
eenige hartelijke en welgemeende woorden tot den
scheldenden collega.
Daarna richtte de predikant zich diep bewogen tot
de luisterende menigte, die hem hadtoegezongen het
vorengenoemde vers; en verder tot diens geachte collega,
aan wlen een woord van dank zeer geplaatst is.
Na het zingen van lied 54, wordt door Ds. Schermer-
en sinds dien tijd altijd over haar „armoede" gemop
perd. Het dreef haar tot schulden maken. Ze was et;
zeker van dat Balmaine anders zou zijn.
Maar op het oogenblik hield Carew de troefkaart
in handen. Ze moest doorspelen.
„Lieve Peter," fluisterde ze, zacht als een duif, „w*4
ben je toch goed. Ik kan Je niets weigeren."
HOOFDSTUK XXIE
DE ERFSTUKKEN VAN LANCHESTER.
Dat de graaf van Lanchester zelfmoord had gepleegd
betwijfelde niemand, de revolver die in zijn hand was
gevonden, de brief beslist met zijn eigen hand ge
schreven in zijn zak, de getuigenis van Lady Lan
chester en Lampiter, de knecht, waren bewijzen genoeg.
Niets kon correcter decoratiever, behoorlijker zijn
dan de houding van de bedroefde gravin. Slechts de
kostbaarste rouwgewaden waren waardig om gedragen
te worden als een gepast bewijs van eerbied voor den
betreurden doode en een lid van de jury*, die een laken
handel had in Blandfordstreet, schatte haar costuum
op niet minder dan 100 pond.
Natuurlijk verwekte de reden die den graaf tot zelf
moord hadden gedreven veel nieuwsgierigheid. Maar
er was geen andere aanwijzing dan geestesstoornis en
dus werd er een uitspraak gedaan, dat de graaf zich
zelf in een vlaag van waanzinnigheid had doodgescho
ten.
Zoodra het onderzoek was afgeloopen, werden er
schikkingen getroffen om het lijk naar Lanchester
Court over te brengen. De lord moest worden bijgezet
in het familiegraf in de Lanchester kerk, waar de asctt
rustte van zijn voorvaderen tot de tweede van zijn
geslacht.
De nieuwe graaf, William Trevor, die ook werd ver
meld in het testament dat Lady Lanchester gevonden
en zoo secuur vernietigd had, was bij het onderzoek
tegenwoordig en zag de gravin voor het eerst Leonie,
zich houdende aan haar taktiek: „innemend zyn" en
vrienden maken overal waar ze kwam, was heel toe
schietelijk tegen den nieuwen graaf en noodigde hem uit
in Park Lane te komen lunchen. Hij nam de invitatie
aan en zij reed hem in haar auto naar huis.
1) Kolom ln een dagblad waarin de adverententies
omtrent verdwenen personen particuliere zaken, enz,
worden opgenomen.
Wordt vervlogd.