Alitmti Kitiïs- Mrattiiit- Lniliiillil Ds. N.J.C. SCHE De Schoons Duivelin AFSCHEID Dinsdag 16 Juli 1929. 72ste Jaargang No. 8493 Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagsn. Eerste Blad. I^oede ra Uw k»oder-er* Kebber* Atyer'd Abdij-siroop. CHAG Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVLBTEN- TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bcwijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. i Zoo heeft dan Ds. Schermerhorn op dezen zomerschen Zondag officieel afscheid van de beide kerkelijke ge meenten Oude- en Nieuwe Niedorp genomen. Des ochtends wierp de heerlijke zomerzon reeds vroeg haar milde gouden stralen over de dicht bebladerde takken der boomen en over de bijna van geurend hooi (bevrijden weidevelden, zoodat al gauw in den morgen te voorzien was, dat het een echt warmen Zondag zou worden. Een ongekende drukte heersóhte even na het middag uur reeds in het vriendelijk gelegen dorpje Nieuwe Nie dorp. Het feit n.1. dat heden de algemeen bekende predikant ter plaatse afscheid ging nemen, had velen aangespoord om voor den laatsten keer Ds. Schermerhorn nog eens ,te zien en te hooren. Velen maakten zich tegen tweeën reeds op om naar het kerkgebouw te wandelen, teneinde zich van eeii goede zitplaats te kurtnen voorzien, aangezien men. al gemeen van meening was. dat het hedenmiddag in het bedehuis wel eens tamelijk druk zou kunnen loopen. Van buiten de gemeente rijden diverse vervoermidde len de kom van het dorp binnen met allerlei categorlën van menschen. Er zijn er bij, die deels uit nieuwsgierig heid zich naar deze plaats begeven, er zijn er echter ook (en dit wel bijna de groote meerderheid) die gedreven uit zuivere belangstelling er heengaan om den predi kant, die ze misschien vroeger meermalen hebben ge hoord, voor een laatste maal nog eens te beluisteren. Gestadig loopt de gewijde ruimte vol met kerkgan gers en wanneer de buitenklok halfdrie heeft geslagen, dan nemen we van onze zitplaats eens een kijkje naar heneden en bemerken, dat het kerkgebouw tot ln .de uiterste hoeken gevuld is met een bonte mengeling van toehoorders, wij schatten het aantal op pl.m. Ö00. De diepe tonen van het kerkorgel ruischen door de lucht en verbreken het eenigszlns storende geschuifel van voetstappen van laatkomende kerkgangers die druppelsgewijze het bedehuis nog binnentreden. Een ieder heeft zich zoo goed mogelijk van een zit- of staanplaats voorzien en na eenig wachten bestijgt de scheidende dominee den kansel. De laatste tonen van de op het orgel gespeelde be kende Serenata van Tosselli sterven weg en de gods dienst zal een aanvang nemen. Het is ons in den loop van het wijdingsuur gebleken, dat hetgeen de geachte predikant zijn auditorium heeft meegedeeld, in groote trekken overeenkomt met den inhoud van het interview, dat ons de afgeloopen week is toegestaan en in het Zaterdagnummer is afgedrukt Voor de laatste maal, aldus dominé, hebben te klokke- tonen mij opgeroepen naar hier. Toen ik ze van uit mijn woning hoordé galmen door de warme zomerlucht toen leken het doodsklokken, die mij opriepen een stuk van mijn leven hedenmiddag te beëindigen. Reeds een paar weken terug heb ik afscheid genomen in intiemen kring van de vaste kerkgangers van Oude en Nieuwe Niedorp, maar thans zal ik dan afscheid ne men van mijn werkkring, die ik thans ongeveer 37 jaar FEUILLETON 23. DET. DUNN. „Ik geloof, dat je heusch van me houdt, llèvellng," fluisterde de gravin zenuwachtig. „Ja, jij bent de eenige man op de wereld die ik vertrouw. Ondanks hetgeen ik in jouw oogen schijn te zien, heb je toch nog v ertrou- wen in me. O, je bent te goed!" Carew wist eigenlijk niet wat hij gedaan had, behalve haar te waarschuwen, maar wat deed dat er toe? De bedwelming van dien kus maakte dat hij zijn hoofd ge heel en al verloor. Wilde gedachten vlogen door zijn verward brein. In een uitbarsting van passie drukte hij haar aan zijn borst en gaf haar kus op kus. Eindelijk ging het delirium voorbij. Zij bespraken nu kalm den dood van den graaf. Haar verhaal had ze vooruit goed overdacht en de sleutel ertoe gevonden kon worden ln haar gesprek met Lampiter. Haar be doeling was de wereld te overtuigen, dat zij reeds eenl- gen tijd gemerkt had, dat de geestelijke vermogens van den graaf achteruit gingen. Zelfmoord was dus voor haar geenszins een verrassing geweest. Carew sprak zeer voorzichtig over het onderwerp, maar vermeed discreet alle vragen en nam alles aan wat zij zei. Het kon hem eigenlijk weinig schelen hoe de graaf tot zelfmoord was gekomen. In zijn hart was hij eerder dankbaar dat hij zoo vriendelijk was geweest op deze afdoende wijze weg te gaan. Het kantoor werd door een wand gescheiden van de kamer van mijnheer van Buren en ln dien wand was een klein raampje. Iemand die ln van Burens kamer stond kon in Carews kantoor zien en als het venstertje een klein eindje open stond ook alles hooren wat daar voorviel. Wanneer eert klant met den ouden van Buren in zijn privékantoor een onderhoud had, was er altijd iemand anders in het anders kantoor, hetzij Carew, het zij een bediende, die het raampje in het oog hield voor het geval de klant eens een dief bleek te zijn. Zij hoorde Carew de trap afgaan, en den sleutel in het slot omdraaien, het klonk onnatuurlijk hard en de voetstappen op de trap schenen in haar hoofd te ha meren. De deur ging open, Alec Heistoni heb vervuld, verder van mijn vrienden, geestverwanten, belangstellenden. Het vetrekken naar elders is volgens mij altijd een weinig sterven. Ik moet iets voorgoed loslaten, een stuk van mijn leven zal verdwijnen. We zijn zoovele keeren met elkander samengeweest Jarenlang sprak men ln couranten, strooibiljetten en der gelijke van de combinatie „Schermerhorn—Nieuwe Nie dorp". Het zal vreemd zijn wanneer dit niet meer het geval zal zijn, ik kan het me niet goed indenken. Toch zullen vele heel mooie herinneringen me altijd bijblijven, daar ben ik heilig van overtuigd. Het is wel voor de hand liggend, dat lk thans ln dit scheidingsuur een blik ga werpen op het verleden en ik vraag me allereerst af: „Wat is mjjn leven hier geweest'. Het is bij de beantwoording van deze vraag cï ik me in een bioscoop bevind, waarin als een film mijn leven aan me voorbij trekt. Ik wil deze film dan zoo onpartijdig mogelijk bekij ken, ik wil deze rolprent zien of het leven van een ander erin aan mijn oog voorbijrolt en ik als toeschouwer hier tegenover zit Ik herinner me dan de twee jaren die ik ln Beets, mijn eerste gemeente heb doorgebracht. Dit liefelijk gelegen plaatsje is voor mij geworden een sprookje, een idylle. Wanneer men tot mij gezegd had, dat er voor mij een leven van zwaren strijd en groote moeilijkheden zou aankomen, dan had ik dat niet kunnen gelooven. Toch is die strijd gekomen. De idylle van mijn eerste gemeente is verbroken geworden. Eerst werd ik geheelonthouder, als gevolg van het verlangen om het Christendom practisch te beleven. Maar ik moest verder, ik wilde den nadruk leggen op de practische levenseischen, waartoe het evangelie tot ons komt. Het werkelijke essentlcele leven op aarde was voor mij de hoofdzaalt. Ik verkeerde in de naiëve meening, dat men toch wel een waarachtig mensch en vroom Chris ten kan zijn in deze maatschappij. Er kwam een kentering in mijn denken, dat gepaard ging met een groote crisis in mijn leven. Ik kwam onder de machtige invloed van den grooten Russisóhen schrij ver Leo Tolstoi. In diens werken zag ik de naakte wer kelijkheid van het leven. Steeds stond voor mijn geest de dreigende vraag: „Wat moet de belijder van het Evangelie doen als lid van deze samenleving". De geschiedenis van Adam en Eva, dit uit het Para dijs Verdreven werden, kwam mij toen voor den geest en ik' kwam tot de ontdekking dat ook ik mijn Paradijs Van de naïeve kinderlijkheid moest verlaten. Mijn oogen gingen open, met steeds sterker klaarheid aanschouwde lk de geweldige tegenstellingen tusschen: 1. het beginsel van de menschenllefde, zooals men die ln de practijk kan ervaren en 2. het leven in de tegen woordige maatschappij. Ik heb nu gezocht om harmonie tusschen deze twee beginselen te brengen. Ik hoorde het indrukwekkende woord van Domela Nieuwenhuis, met wlen ik later veel in aanraking ben gekomen. Ik voelde me eenigen tijd sterk aangetrokken tot de Soc. Democratie. s/oordob LI kek week. OeeP kun dadelijk Keh aer^le koesjje (Adv. ln Blokschrift) Carew wees naar een stoel en Helston ging zitten. Hij droeg een dikke jas, een ronde hoed en een wollen doek om zijn hals. „Is u degeen die me geschreven heeft?" vroeg Carew. „Ja." „Nu, wat heeft u te zeggen?" „Alleen maar dit Ik weet waar de gestolen diamant is en als u me aannemelijke voorstellen doet, kan ik hem voor u terug krijgen." „Wat noemt u aannemelijke voorstellen „Niet minder dan 10.000 pond. „Dat krijgt u nooit" zei Carew na een poos. „Goed, dan krijgt u den steen nooit Er zitten er nog meer in deze zaak en die moeten ook hun aandeel hebben." „Is Max Bernard een van uw kameraden?" Een sluwe glans kwam in Helstons oogen. „U wilt veel weten." „Heelemaal niet U noemde hem zelf ln uw briefje," zei Carew snel. „Dat weet 11c, en ik zal hem op den koop toe geven Geef op het geld en jij hebt den daal (diamant) èn den man." „Daar moet ik eerst over denken. Ik kan alleen niet beslissen. U zult nog eens terug moeten komen 'voor het antwoord." „Nee," zei Helson heftig, „dit is mijn eerste en eenige bezoek. Ik bedank je om hier nog eens voor gek te komen, en dan te worden nagegaan en ingepikt" „Wie zegt je, dat er dan nu ook geen detectives buiten staan om je op te wachten?" „Verd... als ik dat had gedacht zou ik Helstons vrees was zijn voorzichtigheid den baas. Hij had zijn revolver getrokken. Carew was niet in het minst ontsteld door het glan zen van den loop. „Ba. Je bent een rare onderhandelaar. Kijk eens hier." Hij legde zijn hand op een kleine koperen knop. „Ik hoef hier maar op te drukken en ze weten on middellijk öp het dichtstbijzijnd politiebureau, dat er Inbrekers zijn bij van Buren, Pintos en Carew. Over een paar minuten kan er een agent hier zyn. Zal ik eens de p^oef nemen?" „De moeite niet waard," zei Helston met een ge maakte lach. Hij stak zijn revolver weg op een verlegen manier. Carew keek hem zwijgend aan. „Maar toch zult u me niet terugzien," zei Helston. „Ik heb u een voorstel gedaan, u kunt me antwoor- Doch mijn eigen drang naar individualisme veroverde me, ik voelde behoefte naar indivldueele vrijheid. Ik werd revolutionnair to.z. van de maatschappij. Ik moest dit laten blijken ook in mijn preeken, de eerlijk heid gebood dit mij, maar ik herinner me wel hoe menig keer ik dezelfde preekstoel ben opgegaan met eenige aarzeling, omdat ik begreep, dat ik velen zou ergeren met het woord dat ik zou spreken. Voor ik mijn levenswerk In Beets begon, bad ik zoo als ik toen nog bidden kon en vroeg: „Maak mij sterk om nooit in mijn werk mijzelf te zoeken ,maar de waarheid te dienen, zooals ik baar meende te zien." Ik hoop dat ik er eenigszins in ge slaagd ben om die bede in vervulling te brengen. Zooals u allen weet, heb lk het bidden zooals ik dit vroeger deed, reeds lang afgeschaft. Er brak een tijd perk aan van grooten strijd, maar desondanks onder vond ik ook veel medewerking. Daar werd gesproken van den opruier in de kerk, van den rooien dominee uit Nieuwe Niedorp. En ik heb gedachtig aan de Geuzen, gemeend die naam als een eerenaam te beschouwen. Ilc voelde me geroepen ook elders propaganda te ma ken voor de nieuwe levensbeschouwing, die mij vervulde en waardoor mijn denken geheel werd beheerscht Eet huisbezoek werd" door mij verwaarloosd, ik be reikte met myn propaganda dat de beweging ln de geest der menschen kwam. In het bijzonder voelde ik de noodzakelijkheid om het militairisme te bestrijden, ik wees op de onverzoenlijke tegenstelling tuschen de eischen van het evangelie en het maatschappelijk leven. Met een rede: „Wat dunkt u van den Christus?" trok de geachte predikant het land door. Men worstelde met het probleem, wat een mensch, die het evangelie belijdt, in deze wereld moet doen. Het antwoord op de hierboven gestelde vraag is dat: „hij, die een waarachtig belijder van Evangelie wil zijn, moet komen tot het besef, dat deze maatschappij moet worden herschapen." Spreker herinnert ons aan de drukke Woensdagavond beurten. waarop vele zich naar Niedorp's kerke begaven, om mede te voelen met sprekers denkbeelden. Mijn leven was druk, maar ik zie het nu als iets mooi's. Ik erken, dat ik vele fouten heb gemaakt, maar er is maar één middel om geen fouten te maken, dat is niets doen; maar dan is het heele leven één fout geworden. Daarom spreek ik het hier openlijk uit, dat lk geen spijt heb van mijn leven, ik hoop dat iets mag bleven voortleven van de Inzichten, van den geest, die lk poogde te scheppen. Het blijven van dien geest zal mijn grootste dank zijn. Na den tusschenzang vervolgde de p redlkant zijn In drukwekkende afscheidsrede en vertelde ons, dat hij ook in Godsdienstig opzicht een evolutieproces heeft doorge maakt. Van Iemand, aldus Ds., die vast geloofde ln een per soonlijk Goddelijk wezen, ben lk geworden tot pantheïst en heb in het pantheïsme vrede gevonden. Het heeft mij gansch het wereldgebeuren doen zien als een verheven drama, waarin de absolute Geest zich zelf verwezenlijkt Zoo leerde ik ook verstaan de be- teekenis van het oud-Christelijke dogma van de mensch- wording God in Cristus wat mij werd van een histo risch tot een eeuwig feit Het kerkelijk gebed kon lk als pantheïst niet meer handhaven. Ik heb dit gerechtvaardigd in een preek over de tekst „Bidt zonder ophouden". De eerlijkheid gebood mij im mers om met het gebed in de kerk te breken. Ik kan thans gerust verklaren, dat dit beginsel van af schaffing van het gebed nu ongeveer 20 jaar geleden door mij ingesteld, een opluchting voor me is geworden. Ik heb ondervonden dat het den mensch niet schaadt, als hij maar zoekt naar waarheid en waarachtigheid. den in „angst" kolom 1) van de Times. Als het ant woord „ja" is zal ik u laten weten hoe u me het geld kunt sturen en het ding krijgen. U wilt geen gevaar loopen en u kunt er van op aan, dat ik dat ook niet wil. „Onder welken naam moet ik de advertentie plaat sen" vroeg Carew. Veiligheid eerst." De advertentie moet natuurlijk in cijferschrift zyn. Ik zal u een code zenden en u kunt hem dan in elkaar zetten. Ik ga er nu vandoor." Carew bracht Helston naar beneden, en liet zijn be zoeker voorgaan, niet omdat hij bang voor hem was, maar omdat hij het voorzichtiger vond. Toen de deur dicht viel ging hij naar zijn kamer terug. Daar zat Leonie. Ze was kalm, beheerscht en geneigd tot sa menwerking. „Je moet dien man zijn tien duizend pond betalen en je diamant terug krijgen. Je moet, Peterlief, om mijnentwil. Ik ben bang voor Max Barnard. Hij weet te veel van me." Ze legde haar hoofd op zijn schouder en liefkoosde zijn wang. Zijn zinnen werden beneveld. Er bekroop hem een wild, waanzinnig verlangen om alles op zij te gooien, zoolang als hij haar liefde maar had en wist dat zij hem trouw was. „Leonie," fluisterde hij, „ik heb alles voor je over. Dat moest je weten. Wie ter wereld kent je geheim behalve ik? En zoolag als Max Barnard in de ge vangenis is ben jij vrij vrijer dan ooit, nu de graaf dood is." Een plotselinge gedachte kwam in het hoofd van de vrouw. Ze voelde, dat ze alle reden had om toeschiete lijk te zijn tegen Peter Carew. Ze glimlachte weer oen verleidelijke, verlokkende, Delilah-glimlacb Zijn armen drukten haar vaster alsof zij haar nooit meer los wilde laten. „Leonie," hijgde hij heesch, „ik heb je lief zooals lk je nog nooit te voren heb liefgehad. Ik waag er alles op. Wordt mijn vrouw. Ik zal wel aan die 10.000 pond zien te komen. Een huwelijk met mij is je eenige be scherming tegen den man, waar je zoo bang voor bent." Leonie zweeg een korten tijd. Ze was verrast. Het ge waagde voorstel van Carew stond haar heelemaal niet aan. Zij wilde een veel hooger spel spelen. Als er een behoorlijke tijd voorbij was gegaan, wilde ze op een eenvoudige, deftige manier Lord Balmaine gaan trou wen. Ze wilde haar stand in de hoogere kringen be houden en als Lady Balmaine zou haar dit lukken. Haar haat tegen den graaf was gegrond op het feit dat hij haar zoo weinig geld gaf om mede te doen wat zij wilde. Ze had dit dadelijk na haar huwelijk ontdekt Ook gevoelde ik te moeten breken met de gewoonte om altijd uit den Bijbel of naar aanleiding van een tekstwoord te preeken. Ik deed dit, omdat ik wilde bestrijden de voortlevende gedachte, dat de Bijbel de eenige bron moet zijn, waar uit men Gods wil moet leeren kennen en dat de Bijbel de grondslag zou moeten zijn van onze religieuze levens beschouwing. Slechts langs den weg van het vrije denken en van het beluisteren van de stem van den Eeuwigen Geest in eigen ziel, kan de mensch een hem bevredigende reli gieuze levensopvatting veroveren. Ik hoorde de vraag of ik nog wel in de kerk thuis hoorde. Velen meenden van niet. Ik heb die vraag ern stig overwogen, ten slotte meende ik, dat ik mijn post niet mocht verlaten en bleef in de kerk. Ik had daar immers vrijheid van spreken. Het door mij genomen be sluit om te blijven heeft me nooit berouwd. Ik heb des tijds beloofd wat de schrijver Ibsen in diens werk „Priester Brand" heeft laten beloven. Wij stellen ons thans de vraag of de kerk zal kwijnen of opnieuw zal opbloeien, om te worden de Geestelijke macht in de gereld. Het eerste zal geschieden, wanneer men de nieuw op komende religieuze geest wil dwingen zich te uiten in verouderden vorm. Het tweede zal geschieden, wanneer zij nieuwe vormen gaat zoeken, die uitdrukking geven van een nieuwe vroomheid in welke het verlangen hoopt uit te komen, boven de materialistische levensbeschouwing. De kerk moet van karakter veranderen, wanneer zij werkelijk een kracht ten goede zal worden in de samenleving. Zij zal door de komende cultuur als een sta-in-den-weg of als een duf en antiek gebouw worden behandeld, ala zij voor den nieuwen tyd zich niet openstelt. Wanneer de kerk wijd open gezet wordt, om de heer lijke frlssche wind gelegenheid te geven binnen te dringen, dan zal zij kunnen worden een macht van het leven, de draagster van de nieuwe cultuur, die op onza aarde zal worden gevestigd. Wij moeten komen tot universeele relegiën. Van haar heb lk getuigd naar de mate mijner krachten. Ik geloof dat een verandering komen zal, omdat ik geloof dat da Eeuwige Geest, d.i. het alles drijvende leven of m.a.w« God, in die richting stuwt En nu is mijn taak in de kerk afgeloopen. Het valt mij hard van mijn werk, van mijn vrienden en geest verwanten, van mijn gemeente afscheid te nemen. Ik dank allen die iets voor mij zijn geweest. Ik blijf aan u denken met groote hartelijkheid en dankbaarheid. De bede die thans opwelt in mijn hart is deze: „Houdt hoog het Ideaal van wijze vroomheid. Helpt mee de menschheid op te voeren naar de waarachtige vryheid, welke is gebondlen aan den Geest." Zeer onder den indruk verheffen de aanwezigen zich van hunne zitplaatsen en zingen den scheidenden pre dikant toe het 3e vers van Gezang 10GL Hierna uit de consulent, Ds. de Leeuw uit Dirkshorn, eenige hartelijke en welgemeende woorden tot den scheldenden collega. Daarna richtte de predikant zich diep bewogen tot de luisterende menigte, die hem hadtoegezongen het vorengenoemde vers; en verder tot diens geachte collega, aan wlen een woord van dank zeer geplaatst is. Na het zingen van lied 54, wordt door Ds. Schermer- en sinds dien tijd altijd over haar „armoede" gemop perd. Het dreef haar tot schulden maken. Ze was et; zeker van dat Balmaine anders zou zijn. Maar op het oogenblik hield Carew de troefkaart in handen. Ze moest doorspelen. „Lieve Peter," fluisterde ze, zacht als een duif, „w*4 ben je toch goed. Ik kan Je niets weigeren." HOOFDSTUK XXIE DE ERFSTUKKEN VAN LANCHESTER. Dat de graaf van Lanchester zelfmoord had gepleegd betwijfelde niemand, de revolver die in zijn hand was gevonden, de brief beslist met zijn eigen hand ge schreven in zijn zak, de getuigenis van Lady Lan chester en Lampiter, de knecht, waren bewijzen genoeg. Niets kon correcter decoratiever, behoorlijker zijn dan de houding van de bedroefde gravin. Slechts de kostbaarste rouwgewaden waren waardig om gedragen te worden als een gepast bewijs van eerbied voor den betreurden doode en een lid van de jury*, die een laken handel had in Blandfordstreet, schatte haar costuum op niet minder dan 100 pond. Natuurlijk verwekte de reden die den graaf tot zelf moord hadden gedreven veel nieuwsgierigheid. Maar er was geen andere aanwijzing dan geestesstoornis en dus werd er een uitspraak gedaan, dat de graaf zich zelf in een vlaag van waanzinnigheid had doodgescho ten. Zoodra het onderzoek was afgeloopen, werden er schikkingen getroffen om het lijk naar Lanchester Court over te brengen. De lord moest worden bijgezet in het familiegraf in de Lanchester kerk, waar de asctt rustte van zijn voorvaderen tot de tweede van zijn geslacht. De nieuwe graaf, William Trevor, die ook werd ver meld in het testament dat Lady Lanchester gevonden en zoo secuur vernietigd had, was bij het onderzoek tegenwoordig en zag de gravin voor het eerst Leonie, zich houdende aan haar taktiek: „innemend zyn" en vrienden maken overal waar ze kwam, was heel toe schietelijk tegen den nieuwen graaf en noodigde hem uit in Park Lane te komen lunchen. Hij nam de invitatie aan en zij reed hem in haar auto naar huis. 1) Kolom ln een dagblad waarin de adverententies omtrent verdwenen personen particuliere zaken, enz, worden opgenomen. Wordt vervlogd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 1