SchagerCourant
TUTTIFRUTTI.
LANGENDIJK,
HARENKARSPEL
CALLANTSOOG.
BARSINGERHORN.
KOEGRAS.
ANNA PAULOWNA.
WIERINGEN.
Tweede Blad.
Uit onze Omgeving.
Op Reis
Donderdag 13 Juli 1929
72ste Jaargang. No. 8495
BROEK OP LANGENDIJK,
Het bestuur onzer Gemeente heeft dezer dagen met
het oog op de veiligheid onzer schoolgaande jeugd een
zeer voortreffelijke maatregel getroffen, eenige meters
voor elk der beide scholen heeft het borden doen
plaatsen met de waarschuwing „School,, langzaam rij
den".
BROEK OP LANGENDIJK.
Aan de Handelsschool te Alkmaar is naar de 2e
klasse bevorderd onze jeugdige plaatsgenoot. Hendrik
yan Zuijen, oud leerling der bijzondere school alhier.
NOORDSCHARWOUDE.
Door de A.V.R.O. is aan de zangvereeniging „Cres
cendo"' een zilveren lauwertak aangeboden voor het
Zondag a.s. te houden concours.
ST. PANCRAS.
Van de 4e naar de 5e klasse der Handelsschool te
Alkmaar ls o.m. bevorderd A. J. J. Jellema, alhier.
ZUIDS CHARW OUDE.
Tot de tweede klasse der gem. Handelsschool te Alk
maar is toegelaten Jb. G. Renaud.
ZUIDSCHARWOUDE.
Van de 4e naar de 5e klasse der R.H.B.S. te Alkmaar
ls bevorderd P. du Burck, alhier.
OUDKARSPEL.
Van de le naar de 2e klasse der R.H.B.S. te Alkmaar
ls bevorderd J. Schrieken en van de 2e naar de 2e
klasse, P. Schrieken, beiden alhier.
BROEK OP LANGENDIJK.
Van de 2e naar de 3e klasse der H.B.S. te Alkmaar is
o.m. bevorderd Jb. Verdonk.
NOORDSCHARWOUDE.
Van de 2e naar de 3e klasse der H.B.S. te Alkmaar
werd bevorderd H. Leurnik alhier.
BROEK OP LANGENDIJK.
De jongeheer H. van Zuilen alhier werd bevorderd
van de le naar de 2e klasse der Handelsschool te Alk
maar.
DIRKSHORN.
Toegelaten tot de le klasse der Handelsschool te Alk
maar de jongeheer D. Groenhart alhier.
DIRKSHORN.
Begunstigd door het heerlijkste zomerweer gaven
Dinsdag de muziekvereeniging „Onder Ons", directeur
de heer A. P. Blaauw, en de zangvereeniging „Excelsi
or," directeur de heer J. L Hovenier, voor een zeer tal
rijk gehoor een concert in den muziektuin van den
heer Th. IJff.
„Onder Ons" opende op de gebruikelijke wijze met
een Marsch, gevolgd door twee mooie populaire num
mers, n.1. Berlin wie es weint und lacht, Ouverture van
A. Conradi en An der Schonen Blauen Donau, wals van
J. Strauss, beide keurig en met mooi klankgehalte ge
speeld.
Hierna trad op „Excelsior", met een drietal nummers,
waarvan vooral „Meiennacht, oud Ned. lied, bewerkt
door Willem Hespe, ons zeer bekoorde.
Na de pauze vervolgde „Excelsior", met: Is 't lang
geleen? een gevoelvolle toonzetting van Wierts, waarin
tekst en muziek in volkomen overeenstemming ge
noemd kunnen worden. Uitstekend werd dit muziek
stuk door de vereeniging vertolkt. Als laatste zangnum
mer: De Winter, van F. Loots, opgewekt en frlsch ge
zongen.
Tot slot speelde nu „Onder Ons" nog het mooie,
maar zware Neerlandia, Ouverture van Emile Wesly,
wat zeer in den smaak van het publiek viel. Hierbij
bleek, dat bij goede uitvoering en mooie zuivere klank
verhouding zelfs „Het wien Neerlandsch bloed" schoon
kan klinken.
Met een Olympiade-marsch benevens een op herhaald ap
plaus 'geschonken toegift werd het concert geëindigd.
De Vereeniglngen kunnen tevreden zijn met het be
haald succes, en... het publiek kan ook tevreden wezen.
ZIJN „MANNETJE" GEVONDEN. Er zijn nog jonge
mannen in Amerika, die er een eigenaardigen
dunk op na houden van hoe zich als cavalier te
gedragen. Er schijnen er namelijk te zijn, die er
een soort sport van maken, om jonge meisjes
tot een autoritje uit te noodigen en ze dan er
gens buiten de stad weer uit den wagen te zetten,
zoodat de meisjes wel noodgedwongen zijn, den
heelen langen weg naar huis te voet af te leg
gen. In het stadje Bristol in den Amerlkaanschen
staat, Tennessee, had een „girl" In dat opzicht
reeds eerder eenige ervaring opgedaan, en toen
op zekeren dag een harer vereerders opnieuw
probeerde, haar midden op den weg in een afge
legen hoek zonder complimenten uit den wagen
te zetten, trok zij vastberaden een revolver uit
haar handtaschje. Handen omhoog! klonk het
bevel. En vervolgens gaf zij den oneleganten ca
valier te kennen, dat hij heel netjes al zijn klee-
ren op het allernoodzakelijkste na had uit te
trekken. Inmiddels speelde zij zoo'n beetje met
haar browning onder de neus van den niet wei
nig geschrokken autobestuurder. Toen de ver-
elschte ontkleeding had plaats gehad, en de ca
valier met een verlegen gezicht en in zijn onder
broek vóór haar poseerde, beval hem de brave
„Girl" nog steeds met het op hem gerichtte wa
pen, dat hij nu een honderd stappen zijwaarts,
het bosch in moest gaan. Nauwelijks was dit be
vel opgevolgd, of daar nam het meisje het stuur
rad en met een 80-kilomater vaartje verdween ze
uit het gezicht. De kleedlngstukken van haar
„vereerder" heeft zij op den dag daarna trots ten
toon gehangen als bult van een nachtelijken over
val en er bijverteld, dat de revolver in 't geheel
niet geladen was! Zóó temt men het sterke ge
slacht.
Door B. en W. is aan Mevr. J. H. C. BrouwerMeijer,
onderwijzeres aan de O.L.-school alhier een ziekteverlof
toegestaan van 6 maanden, ingaande 20 Augustus 1929.
Eergisteravond werd in de Doopsgezinde Kerk alhier
een dienst gehouden, wefke geheel gewijd was aan de
bevordering van de vredesgedachte.
De predikant, Ds. R. van der Veen, had tot onderwerp
gekozen het bekende boek: „Van het Westelijk front
geen nieuws" van den Duitschen schrijver Remarque,
terwijl door Mevr. Wegener Sleeswijk van Schagerbrug
gewijde poëzie werd voorgedragen, welke deze stem
mingsvolle bijeenkomst van vredesvrienden op bijzon
dere wijze wist te boeien. Na den voorzang kon Mevr.
Wegener al aanstonds haar auditorium hetwelk het
kerkgebouw meer dan vulde, opvoeren naar de sfeer
waarin onze grootste dichter leefde, toen hij in de on
vergelijkelijk schoone Rei uit den „Lucifer" het wezen
God's poogde te benaderen. Daarop volgden Vorster's
„Kerstklokken".
In het eerste gedeelte van de bespreking door Ds.
van der Veen van Remarque's boek, kwam op treffende
wijze naar voren hoe gemakkelijk het overigens zoo
verblijdende idealisme van de jeugd onder bepaalde
omstandigheden kan worden misbruikt om zelfs een
geheele schoolklasse te bewegen vrijwillig dienst te ne
men, inclusief de enkelingen, die weten fysiek niet be
stand te zijn tegen de ruwheid van het militaire leven
of die om andere redenen aarzelen. Alleen de angst voor
lafaard te worden uitgemaakt, beweegt ook dezulken
aan de menschenslaohting te gaan deelnemen, lang vóór
dat zij daartoe verplioht zijn. De meest aangrijpende
tooneelen, als het sterven in het hospitaal van den
eerste uit de groep schoolkameraden en wiens fijne
jachtleeren laarzen van een Engelsch aviateur, door de
overblijvenden worden begeerd, alsook het gedrag van
den hospitaalsoldaat die eerst na een handvol sigaretten
te hebben gekregen bereid blijkt het lijden van den
stervende te verzachten door toediening van een mor-
phinespuitje, en andere van die „kleine" gebeurtenissen
die nochtans de met alle mensohelijkheid spottende re
aliteit zoo duidelijk belichten, werden door den predikant
naar voren gebracht.
Na beëindiging van het eerste gedeelte van zijn rede
droeg Mevr. Wegener voor: „Stervenspijn" van Alice
Nahon en „Uw wil geschiede" van E. Reitsma.
„De stervende groet U" en „Sinds ik 't weet" van
Jaqueline v. d. Waals maakten diepen indruk. Het was
doodstil in het eivolle kerkje, waarin de thermometer
gestadig steeg. Ondanks ditf eit bleven zelfs zij die naast
het orgel een plaats hadden gevonden of elders stonden,
het tweede gedeelte van de rede van Ds. v. d. Veen
met de grootste aandacht volgen.
In dit tweede gedeelte hetwelk na den tus3chenzang
aanving, liet de predikant ons zien hoe het in den gra
naattrechter toeging en duidelijk deed hij uitkomen, wat
de schrijver ons mededeelt omtrent de doodsangst, iets
geheel anders dus dan moed, en die maakte dat hij in
de duisternis onmiddellijk toestak om eerst bij het aan
breken van den dag tot de ontdekking te komen wat
hq eigenlijk gedaan had: een mensch vermoord! Ook de
beschrijving der aangrijpend treurige ervaringen die de
verlofganger opdoet, als hij volkomen gedesequllibreerd
z'n oude tehuis en omgeving weerziet en waardoor hij
na z'n terugkeer aan het front de gruwelijkheid van dit
handwerk nog veel scherper ziet dan voorheen, koriom
de gansche m o r e e 1 e ellende der frontsoldaten deed
de spreker zijn auditorium voorhouden dat wij een offer
moeten brengen om het vredesideaal tot werkelijkheid
te maken. Tegenover de moeder van den gevallen kame
raad kon de schrijver van het boek niet anders doen
dan een valschen eed afleggen aangaande de wijze waar
op haar zoon was gestorven.
Mevr. Wegener declameerde tot slot, van Adema van
Scheltema; „Aan hen, die na ons komen" en „Te Wa
pen".
„Waar liefde woont gebiedt de Heer zijn zegen", werd
als slotzang door alle aanwezigen staande gezongen en
de „Vredebede" van denzelfden dichter besloot de bijeen
komst, die naar wij hopen de aanwezigen tot de erken
ning zal hebben gebracht dat voor den Wereldvrede of
al is het maar voor een Federatie der Vereenigde Staten
van Europa (soms is: le mleux Tennemi du bien) een
offer zal moeten worden gebracht. Wellicht vele offers.
Het doel is 't zeker waard.
JULIANADORP.
De J.V.C.-feesten. Den tweeden dag.
De tweede dag van de J.V.C.-feesten was het ook
weer hetzelfde stralende zomerweer. Te mooi eigenlijk
om overdag een groot bezoek te verwachten, want het
was niet alleen mooi weer om feest te vieren, maar ook
om het hooi binnen te halen en een boer moet zijn tijd
niet laten voorbijgaan. Zoodoende was het bezoek 's-
OM MAAR MOOI TE ZIJN! De laatste mode bij het
opmaken van het gezicht, zoo schrijft een Lon-
densch correspondent van de North American
Newspaper Association, is om groene oogleden
en groene wimpers te hebben. Men brengt een
smaragdgroene pasta op de oogleden en de wim
pers worden met een groeen watertjee bestreken.
De oogen. zoo meent men, komen daardoor in
een geheimzinnige groene schaduw, maar donke
re vrouwen staat het niet zoo goed als blondjes.
Een andere nieuwigheid is om de wenkbrauwen
en wimpers In de tint van het toilet te verven.
Een bekende aristocratische dame wekte onlangs
opzien toen zij zich met blauw geverfde oogleden,
wimpers en wenkbrauwen vertoonde, precies in
de kleur van haar chiffonjapon en haar schoen
tjes.
Wanneer de draagsters van de nu zoo populaire
gele japonnen deze mode volgen, zal men spoe
dig dames te zien krijgen, die aan geelzucht
schijnen te lijden!
o
MEN MOET DEN DUIVEL NIET VERZOEKEN.
In Degeberga, in de Zweedsche provincie Scho
nen, leefde een paar oude boerenmenschen, belde
boven de 70 jaar, die ondanks de 50 jaren, die
ze nu reeds in den echt met elkaar waren ver
bonden, lang niet altijd in vrede naast elkaar
voortleefden. Twee, eveneens reeds bejaarde doch
ters, droegen geenszins bij tot het bewaren van
dezen huiselijken vrede. Op zekeren dag, deed
zich weer eens zoo'n gelegenheid vcor, die de
beide oudjes in een scherp twistgesprek wikkel
de, dat steeds heftiger werd en eerst eindigde,
toen de oude vrouw in haar boosheid zoo onge
lukkig over het vloerkleed viel, dat ze met be
hulp van de beide dochters het bed moest op
zoeken.
Den volgenden dag ging de oude man als naar
gewoonte zijn dagelijksche bezigheden verrichten,
zonder te vragen hoe het met zijn vrouw ging.
Inmiddels hadden de beide dochters, in overleg
middags tijdens de volksvermakelijkheden niet zoo
groot als anders.
Katgooien.
De liefhebbers van katgooien waren al voor den mid
dag in actie en zc hebben menig vaatje doen sneuvelen
Mastkï immen.
's Middags werden eenige wedstrijden gehouden in
mastklimmen, waarbij alle deelnemers een prijs ver
wierven, want allen wisten boven in den mast te komen
Hardloopcn op muilen.
Bij het hardloopen op muilen, vóór en achteruit waren
de prij3winsters: Mej. Vr. Hoornsman Ad., le pr.; Mej.
D. Blaauboer 2e pr; en Mej. G. Kuiper 3e pr.
Voetbal trappen voor jongens.
Voor het voetbaltrappen voor jongens was heel wat
animo. De uitslag was, dat de eerste prijs werd gewon
nen door Piet Tichelaar, de tweede prijs door Jan
Gortzak.
Idem voor heeren.
De heeren vonden dit werkje zoo leuk, dat ook voor
hen een zelfden wedstrijd werd gehouden met als uit
slag: le pr. A. Elaauboer en 2e pr. P. de Graaf.
Hardloopen met hindernissen.
Bij het hardloopen met hindernissen voor jongens
werd de le prijs behaald door G. van Nuland en de
tweede prijs door Piet Tichelaar.
Voetbalwedstrijd J.V.C. I—V.VM.P..
Hiermee waren deze wedstrijden afgeloopen en werd
alles in orde gebracht voor den voetbalwedstrijd, die
nog gehouden zou worden tusschen J.V.C. I en V.V.M.P.
een elftal van de M.U.Z. van Wieringen
Voor dezen wedstrijd was heel wat belangstelling,
omdat reeds bekend was dat V.V.M.P. beschikt over
een goede ploeg en het dus voor J.V.C. een zware
wedstrijd zou worden. Nu het is dan ook voor onze
jongens een zware wedstrijd geworden, maar ze heb
ben zich kranig gehouden, en de M.U.Z. menschen
goed partij gegeven. Dat de uitslag 51 werd voor
V.V.M.P. is nog zoo erg niet, we hadden gedacht, dat
de nederlaag voor J.V.C. grooter zou worden.
Prijsdansen voor paren.
Na afloop van den voetbalwedstrijd was het bal in de
danstent van Benema, alweer in vollen gang en was de
tent flink gevuld. Hier zou nog prijsdansen gehouden
worden waarvoor zich 24 paren opgaven. Telkens dans
ten eenige paren door de zaal en de jury bestaande uit
den heer Jac. B. Polak, Mej. T. Polak, den heer Veen-
stra, allen van Den Helder, en den heer L. Smelink te
Julianadorp. Na afloop deelde de jury den uitslag mee,
welke met applaus werd begroet, wel een bewijs, dat
het publiek, met deze beoordeeling instemde.
De eerste prijs werd behaald door een heer van het
M.U.Z.-elftal met zijn dame; de tweede prijs door den
heer C. van IJperen en Mej. P. Boontjes; de derde pr.
door den heer L. Geus en Mej. A. Bijvoet Jd.; de vierde
prijs door den heer Jac. Bijvoet en Mej. T. Grin Ad., en
de vijfde prijs door den heer en Mej. Zeeman.
Na het prijsdansen werd de jool nog een tyd voort
gezet. Serpentines vlogen door de zaal en heel gezellig
werd tot sluitingstijd doorgefuifd.
Hiermee waren de J.V.C.-feesten weer ten einde. Dit
jaar is het feest genoegelijk gevierd. Geen wanklank
werd gehoord en de politie heeft een gemakkelijke
taak gehad. De Commissie, die deze feesten georgani
seerd heeft, kan met voldoening op haar werk terugzien,
want ook finantieel is het feest best geslaagd.
Maandagavond tijdens de feestelijkheden werd aan
de politie mededeeling gedaan dat een jongen om
eten, drinken, enz. vroeg en die hier onbekend was.
Inmiddels was de jongen op marsch gegaan. In een
beschikbaar gestelde auto werd hij toen nagereden
en aan de Ivolksluis werd hij ingehaald. Hij gaf
toen ook van verre reeds te kennen dat hij mee wil
de rijden, doch wist natuurlijk niet dat deze auto
hem ook juist hebben moest. De heer Vroom nam
hem toen mee naar Julianadorp en toen bleek dat hij
uit Den Helder kwam en weggeloopen was. Later is
hij toen medegenomen naar Den Helder en op zijn
bestemming gebracht.
Dinsdagavond geraakte onder den Zanddijk een
auto, die op den weg wilde omkeeren, op een gegeven
moment, achteruit in de sloot, doch bleef overigens
met de voorwielen tegen den slootkant staan. De
inzittenden konden uitstappen. Daar men er geen
kans voor zag zelf den wagen op den weg te bren
gen, werd een garage in den Helder opgebeld, die
wel spoedig voor een en ander zal gezorgd hebben,
daar de auto daar ook gestald was.
De autorit met de Ouden van Dagen, eerst uitgesteld
wegens de verkiezingen, waaraan, dank zij de geest
drift onder ons huidig kiesstelsel, aanvankelijk niemand
gedacht had, later nog eens uitgesteld wegens de koude,
heeft dan nu toch Woensdag plaats gehad. Nu, over de
koude viel niet te klagen, het was een mooie, warme
Zomerdag. De rit werd ondernomen 's morgens om
streeks 10 uur, met 40 auto's, en ruim 100 oudjes namen
er aan deel. De tocht ging over Winkel en Nieuwe Nie-
dorp en de Streek naar Hoorn, waar een ritje door de
stad gemaakt en verder eenige tijd gepauzeerd werd.
met de moeder, besloten om den vader voor zijn
ruw optreden eens een herinnering mee te ge
ven. Ze dekten dus de moeder op het bed met een
wit laken toe, riepen toen den vader binnen, en
zeiden met tranen in de oogen, dat moeder ten
gevolge van den val van gister zooeven was ge
storven. Als met stomheid geslagen draaide de
oude boer zich om en verliet zwijgend de kamer,
zonder zich te overtuigen, of zijn levens- en
twistgezellin, werkelijk dood was. Hij ging terug
naar de schuur enbenam zich door ophan
ging het leven.
Toen de moeder vernam wat het noodlottige
gevolg van de grap was, kreeg zij een aanval van
een beroerte en stierf slechts enkele oogenblik-
ken daarna.
...Men moet den duivel niet verzoeken, "want
spreek je over hem, dan trap je hem op zijn
staart.
o
NAR EN HOND. Roque de Garlia wat hebben
deze lui toch voornaam klinkende namen! is
een nar in de Zuid-Amerikaansche stad, Buenos
Aires. Een echte, onnoozele nar, die geen mensch
kwaad zal doen, een zot, volgens het beschei
dend) inzicht van zijn buren. Of misschien wat
milder uitgedrukt, iemand, die een beetje lijdt
aan zwaarmoedigheid. Op eem onbebouwd stukje
grond teelt hij sappige radijsjes en mooie vaste
kooltjes en hij zou zeker de grootste aardappe
len rooien, wanneer hijMaar daarvoor is zijn
grond misschien minder geschikt. Roque de Gar
lia ls oud en wijs genoeg, om te weten, wat hij
van de menschen heeft te verwachten. Zijn gan
sche liefde is daarom gericht op de dieren. Over
zes jonge honden en dertien katten en katers is
hij vader en moeder tegelijk, omringt ze met
hartroerende liefde, heeft aan elk van zijn kin
deren een fatsoenlijken Christennaam gegeven
en zou overigens een voorbeeld kunnen zijn voor
eiken menschen-vader. Liefde en leed wonen
Ter verzachting en genezing van stuk-
geloopen voeten, zadelpijn, schrijnen en
smetten der huid, muggebeten en zonne
brand, moet men op reis voorzien zijn van
Doos 30, 60, Tube 80 ct. PUROL.
Daarna ging het door Beemster en Schermer naar Alk
maar, waar onder anderen de hertenkamp werd bezocht
en ten slotte werd nog een gezellig uurtje in de zaal van
den heer Kossen doorgebracht
Burgemeester Lovink dankte daar uit naam van de
Oudjes, de chauffeurs, die niet alleen hun autofs had
den afgestaan, maar zelf den geheelen dag waren mee
geweest Verder het Bestuur der afdeeling van den
Bond voor Staatspensionneering die, evenals het vorig
jaar, ook nu weer het initiatief voor dezen tocht had
genomen, welke volgens het algemeen gevoelen, zoowel
van de gasten als van de chauffeurs, bijzmder genoege
lijk en aangenaam was geweest cn ten slotte den heer
Kossen, die geheel belangeloos zijn zaal ter beschikking
had gesteld.
BREEZAND.
Dinsdagavond 16 Juli had de afdeeling „Anna Pau-
lowna" der Hollandsche Maatschappij van Landbouw
een vergadering uitgeschreven, om zoo mogelijk te ko
men tot de oprichting eener plaatselijke Pluimveecom
missie, waarvoor de belangstelling al heel gering bleek,
hetgeen trouwens door het afdeelingsbestuur, vooral
met het oog op het seizoen, volstrekt niet anders ver
wacht was.
Nadat de Voorzitter, de heer C. D. Rezelman, de bij
eenkomst geopend had, hield de heer Velders, Rijks-
landbouwconsulent te Schagen. een Inleiding teneinde
uiteen te zetten, wat door de Holl. Mij. in het belang
der pluimveeteelt wordt gedaan en beoogd. Door de be-
drijfsplulmveehouders, zegt spr., wordt natuurlijk in de
eerste plaats naar hun voordeel gezien, terwijl bij de
Maatschappij allereerst het streven naar verbetering
van de pluimveeteelt op den voorgrond staat. Wel is en
wordt daarvoor reeds veel gedaan, maar dat alles be
reikt de menschen niet, die de Holl. Mij. v. Landbouw
op het oog heeft, n.1. de landbouwers, voor wie de pluim
veehouderij slechts een onderdeel van het bedrijf is, al
zullen haar de beroepspluimveehouders natuurlijk ook
welkom zijn.
Allereerst dan wordt beoogd, als onmisbaar funda
ment, de noodige kennis aan te brengen. Dan komen
de voordeelen later vanzelf. Wanneer een spreker een
enkelen keer voor pluimvehouders optreedt, dan blijft
er van het op zoo'n avond gehoorde wellicht iets hangen,
doch dit zal doorgaans heel, heel weinig zijn. Hoe an
ders echter, wanneer een speciale onderwijzer met het
aanbrengen van «de noodige kennis wordt belast Im
mers, men bedenke slechts, hoe landbouwonderwijzers
van geslacht op geslacht betere inzichten bij de landbou
wers aangebracht hebben, waardoor de beoefening van
den landbouw op steeds hooger peil is komen te staan.
Welnu, zoo wil het Rijk aan onze landbouwonderwijzers
ook de bevoegdheid geven, om de vereischte kennis
voor pluimveeteelt aan te brengen, waartoe zij op spe
ciale cursussen in de gelegenheid kunnen worden ge
steld.
Inplaats van een enkele maal eens wat kennis van
een spreker op te doen, zal men dus voortaan geregeld
met zoo'n onderwijzer in contact kunnen komen, waar
van ieder natuurlijk direct het voordeel zal moeten
inzien. Spreker wijst verder op het groote belang van
het Pluimveestation te Beekbergen, dat weliswaar geen
particulieren, maar daarentegen leden der Holl. Mij. v.
L. met teekening envoor de meest doelmatige hokken,
het leveren van gecontroleerd fokmateriaal. kortom op
alle mogelijke wijzen ten dienste staat.
Het is nu de bedoeling der Holl. Maatschappij, dat
zooveel mogelijk Plaatselijke Commissies van 3
pluimveehouders gesticht worden, die geheel zelf
standig met de Centrale Commissie samenwerken,
niet onder, doch naast het Bestuur, Van hoeveel nut
deze commissies voor verbetering van de pluimvee
teelt kunnen zijn wordt door spreker uitvoerig uit
eengezet.
De inleiding geeft aanleiding tot een gedachten-
wisseling, waarbij zeer sterk naar voren komt, dat
hier over het algemeen de pluimveeteelt nog be
oefend wordt wars van alle wetenschappelijkheid en
wetenschappelijke voorlichting; en dat dus de meeste
pluimveehouders wel niet uit hun ouden sleur te
brengen zullen zijn, Spreker en afdeelingsbestuur
meenen evenwel, dat het geprobeerd kan worden en
wat bij de oudere generaties niet meer te bereiken
valt, dat bereikt men allicht bij de jeugd, door een
cursus in pluimveeteelt, zooals men hier ook een
tuinbouw- en landbouwcursus heeft In elk geval zal
getracht worden, een commissie van drie ambitieuse
leden bijeen te krijgen.
Onze plaatsgenoot P. Bruul Jz., leerling aan de
R.H.B.S. te Alkmaar, is bevorderd van de le naar de
2e klasse.
daar bij elkaar in. Toen onlangs een van zijn
pleegkinderen, een vrouwtjeshond, edel teeltpro
duct van tallooze rassen, na een kortstondige,
doch zware ziekte, stierf, kende zijn oprechte en
groote smart geen grenzen. Tranen vloeiden over
vloedig uit zijn ooghoeken en verloren zich in de
talrijke plooien van zijn diep gegroefd gelaat.
Van vertwijfeling rukte hij zich de baren uit, en
klaagde het noodlot en de godheid in zoo laster
lijken vorm a^n, dat de buren vol ontzetting toe
luisterden.
Uit nieuwsgierigheid, misschien ook uit mede
lijden gingen zij de zaak eens onderzoeken, en
toen ze het erf van Roque Garlia opgingen, bood
zich het volgende schouwspel voor hun oogen
aan: Op den grond, in een stijfselkislje, met lom
pen bedekt, lag de doode hond. Vijf groote kaar
sen stonden er op te branden en verspreidden
een ellendigen stank van goedkoope stearine.
Hierover heen zat weeklagend de door smart ge
bogen pleegvader. „Morgen zal Ik Je met alle eer
op het kerkhof begraven", beloofde hij zijn doode
lieveling, met een zekerheid, alsof er geen dood
gravers bestonden, om hier een stokje voor te
steken. Steeds meer menschen verzamelden zich
nu om dit treurige groepje. Hij noodigde ze allen
uit, aan de begrafenis deel te nemen, en trac-
teerde ze vervolgens, zooals dat daar te lande
gebruikelijk la. Toen zich ongeveer een kleine
driehonderd presonen op zijn erf verzameld had
den, voelde hij zijn eigen smart door zooveel me
delijden minder sterk. Ook hier was gedeelde
smart halve smart.
Helaas eindigde dit treurfeest niet geheel en al
ongestoord. Een persfotograaf probeerde namelijk
een foto te maken van deze zeldzame bijeen
komst, maar de hondenvriend kreeg hem weldra
in de gaten, waarna hij hem In heftige bewoordin
gen aan zijn verstand bracht, dat hij zulks niet
zou toestaan, en tenslotte zelfs handtastelijk werd
De aanwezigen wisten nog een bloedblad te voor
komen, maar inmiddels was toch de gewijde
stemming verdwenen.