SchagerCourant TUTTIFRUTTI. LANGENDIJK, HARENKARSPEL CALLANTSOOG. BARSINGERHORN. KOEGRAS. ANNA PAULOWNA. WIERINGEN. Tweede Blad. Uit onze Omgeving. Op Reis Donderdag 13 Juli 1929 72ste Jaargang. No. 8495 BROEK OP LANGENDIJK, Het bestuur onzer Gemeente heeft dezer dagen met het oog op de veiligheid onzer schoolgaande jeugd een zeer voortreffelijke maatregel getroffen, eenige meters voor elk der beide scholen heeft het borden doen plaatsen met de waarschuwing „School,, langzaam rij den". BROEK OP LANGENDIJK. Aan de Handelsschool te Alkmaar is naar de 2e klasse bevorderd onze jeugdige plaatsgenoot. Hendrik yan Zuijen, oud leerling der bijzondere school alhier. NOORDSCHARWOUDE. Door de A.V.R.O. is aan de zangvereeniging „Cres cendo"' een zilveren lauwertak aangeboden voor het Zondag a.s. te houden concours. ST. PANCRAS. Van de 4e naar de 5e klasse der Handelsschool te Alkmaar ls o.m. bevorderd A. J. J. Jellema, alhier. ZUIDS CHARW OUDE. Tot de tweede klasse der gem. Handelsschool te Alk maar is toegelaten Jb. G. Renaud. ZUIDSCHARWOUDE. Van de 4e naar de 5e klasse der R.H.B.S. te Alkmaar ls bevorderd P. du Burck, alhier. OUDKARSPEL. Van de le naar de 2e klasse der R.H.B.S. te Alkmaar ls bevorderd J. Schrieken en van de 2e naar de 2e klasse, P. Schrieken, beiden alhier. BROEK OP LANGENDIJK. Van de 2e naar de 3e klasse der H.B.S. te Alkmaar is o.m. bevorderd Jb. Verdonk. NOORDSCHARWOUDE. Van de 2e naar de 3e klasse der H.B.S. te Alkmaar werd bevorderd H. Leurnik alhier. BROEK OP LANGENDIJK. De jongeheer H. van Zuilen alhier werd bevorderd van de le naar de 2e klasse der Handelsschool te Alk maar. DIRKSHORN. Toegelaten tot de le klasse der Handelsschool te Alk maar de jongeheer D. Groenhart alhier. DIRKSHORN. Begunstigd door het heerlijkste zomerweer gaven Dinsdag de muziekvereeniging „Onder Ons", directeur de heer A. P. Blaauw, en de zangvereeniging „Excelsi or," directeur de heer J. L Hovenier, voor een zeer tal rijk gehoor een concert in den muziektuin van den heer Th. IJff. „Onder Ons" opende op de gebruikelijke wijze met een Marsch, gevolgd door twee mooie populaire num mers, n.1. Berlin wie es weint und lacht, Ouverture van A. Conradi en An der Schonen Blauen Donau, wals van J. Strauss, beide keurig en met mooi klankgehalte ge speeld. Hierna trad op „Excelsior", met een drietal nummers, waarvan vooral „Meiennacht, oud Ned. lied, bewerkt door Willem Hespe, ons zeer bekoorde. Na de pauze vervolgde „Excelsior", met: Is 't lang geleen? een gevoelvolle toonzetting van Wierts, waarin tekst en muziek in volkomen overeenstemming ge noemd kunnen worden. Uitstekend werd dit muziek stuk door de vereeniging vertolkt. Als laatste zangnum mer: De Winter, van F. Loots, opgewekt en frlsch ge zongen. Tot slot speelde nu „Onder Ons" nog het mooie, maar zware Neerlandia, Ouverture van Emile Wesly, wat zeer in den smaak van het publiek viel. Hierbij bleek, dat bij goede uitvoering en mooie zuivere klank verhouding zelfs „Het wien Neerlandsch bloed" schoon kan klinken. Met een Olympiade-marsch benevens een op herhaald ap plaus 'geschonken toegift werd het concert geëindigd. De Vereeniglngen kunnen tevreden zijn met het be haald succes, en... het publiek kan ook tevreden wezen. ZIJN „MANNETJE" GEVONDEN. Er zijn nog jonge mannen in Amerika, die er een eigenaardigen dunk op na houden van hoe zich als cavalier te gedragen. Er schijnen er namelijk te zijn, die er een soort sport van maken, om jonge meisjes tot een autoritje uit te noodigen en ze dan er gens buiten de stad weer uit den wagen te zetten, zoodat de meisjes wel noodgedwongen zijn, den heelen langen weg naar huis te voet af te leg gen. In het stadje Bristol in den Amerlkaanschen staat, Tennessee, had een „girl" In dat opzicht reeds eerder eenige ervaring opgedaan, en toen op zekeren dag een harer vereerders opnieuw probeerde, haar midden op den weg in een afge legen hoek zonder complimenten uit den wagen te zetten, trok zij vastberaden een revolver uit haar handtaschje. Handen omhoog! klonk het bevel. En vervolgens gaf zij den oneleganten ca valier te kennen, dat hij heel netjes al zijn klee- ren op het allernoodzakelijkste na had uit te trekken. Inmiddels speelde zij zoo'n beetje met haar browning onder de neus van den niet wei nig geschrokken autobestuurder. Toen de ver- elschte ontkleeding had plaats gehad, en de ca valier met een verlegen gezicht en in zijn onder broek vóór haar poseerde, beval hem de brave „Girl" nog steeds met het op hem gerichtte wa pen, dat hij nu een honderd stappen zijwaarts, het bosch in moest gaan. Nauwelijks was dit be vel opgevolgd, of daar nam het meisje het stuur rad en met een 80-kilomater vaartje verdween ze uit het gezicht. De kleedlngstukken van haar „vereerder" heeft zij op den dag daarna trots ten toon gehangen als bult van een nachtelijken over val en er bijverteld, dat de revolver in 't geheel niet geladen was! Zóó temt men het sterke ge slacht. Door B. en W. is aan Mevr. J. H. C. BrouwerMeijer, onderwijzeres aan de O.L.-school alhier een ziekteverlof toegestaan van 6 maanden, ingaande 20 Augustus 1929. Eergisteravond werd in de Doopsgezinde Kerk alhier een dienst gehouden, wefke geheel gewijd was aan de bevordering van de vredesgedachte. De predikant, Ds. R. van der Veen, had tot onderwerp gekozen het bekende boek: „Van het Westelijk front geen nieuws" van den Duitschen schrijver Remarque, terwijl door Mevr. Wegener Sleeswijk van Schagerbrug gewijde poëzie werd voorgedragen, welke deze stem mingsvolle bijeenkomst van vredesvrienden op bijzon dere wijze wist te boeien. Na den voorzang kon Mevr. Wegener al aanstonds haar auditorium hetwelk het kerkgebouw meer dan vulde, opvoeren naar de sfeer waarin onze grootste dichter leefde, toen hij in de on vergelijkelijk schoone Rei uit den „Lucifer" het wezen God's poogde te benaderen. Daarop volgden Vorster's „Kerstklokken". In het eerste gedeelte van de bespreking door Ds. van der Veen van Remarque's boek, kwam op treffende wijze naar voren hoe gemakkelijk het overigens zoo verblijdende idealisme van de jeugd onder bepaalde omstandigheden kan worden misbruikt om zelfs een geheele schoolklasse te bewegen vrijwillig dienst te ne men, inclusief de enkelingen, die weten fysiek niet be stand te zijn tegen de ruwheid van het militaire leven of die om andere redenen aarzelen. Alleen de angst voor lafaard te worden uitgemaakt, beweegt ook dezulken aan de menschenslaohting te gaan deelnemen, lang vóór dat zij daartoe verplioht zijn. De meest aangrijpende tooneelen, als het sterven in het hospitaal van den eerste uit de groep schoolkameraden en wiens fijne jachtleeren laarzen van een Engelsch aviateur, door de overblijvenden worden begeerd, alsook het gedrag van den hospitaalsoldaat die eerst na een handvol sigaretten te hebben gekregen bereid blijkt het lijden van den stervende te verzachten door toediening van een mor- phinespuitje, en andere van die „kleine" gebeurtenissen die nochtans de met alle mensohelijkheid spottende re aliteit zoo duidelijk belichten, werden door den predikant naar voren gebracht. Na beëindiging van het eerste gedeelte van zijn rede droeg Mevr. Wegener voor: „Stervenspijn" van Alice Nahon en „Uw wil geschiede" van E. Reitsma. „De stervende groet U" en „Sinds ik 't weet" van Jaqueline v. d. Waals maakten diepen indruk. Het was doodstil in het eivolle kerkje, waarin de thermometer gestadig steeg. Ondanks ditf eit bleven zelfs zij die naast het orgel een plaats hadden gevonden of elders stonden, het tweede gedeelte van de rede van Ds. v. d. Veen met de grootste aandacht volgen. In dit tweede gedeelte hetwelk na den tus3chenzang aanving, liet de predikant ons zien hoe het in den gra naattrechter toeging en duidelijk deed hij uitkomen, wat de schrijver ons mededeelt omtrent de doodsangst, iets geheel anders dus dan moed, en die maakte dat hij in de duisternis onmiddellijk toestak om eerst bij het aan breken van den dag tot de ontdekking te komen wat hq eigenlijk gedaan had: een mensch vermoord! Ook de beschrijving der aangrijpend treurige ervaringen die de verlofganger opdoet, als hij volkomen gedesequllibreerd z'n oude tehuis en omgeving weerziet en waardoor hij na z'n terugkeer aan het front de gruwelijkheid van dit handwerk nog veel scherper ziet dan voorheen, koriom de gansche m o r e e 1 e ellende der frontsoldaten deed de spreker zijn auditorium voorhouden dat wij een offer moeten brengen om het vredesideaal tot werkelijkheid te maken. Tegenover de moeder van den gevallen kame raad kon de schrijver van het boek niet anders doen dan een valschen eed afleggen aangaande de wijze waar op haar zoon was gestorven. Mevr. Wegener declameerde tot slot, van Adema van Scheltema; „Aan hen, die na ons komen" en „Te Wa pen". „Waar liefde woont gebiedt de Heer zijn zegen", werd als slotzang door alle aanwezigen staande gezongen en de „Vredebede" van denzelfden dichter besloot de bijeen komst, die naar wij hopen de aanwezigen tot de erken ning zal hebben gebracht dat voor den Wereldvrede of al is het maar voor een Federatie der Vereenigde Staten van Europa (soms is: le mleux Tennemi du bien) een offer zal moeten worden gebracht. Wellicht vele offers. Het doel is 't zeker waard. JULIANADORP. De J.V.C.-feesten. Den tweeden dag. De tweede dag van de J.V.C.-feesten was het ook weer hetzelfde stralende zomerweer. Te mooi eigenlijk om overdag een groot bezoek te verwachten, want het was niet alleen mooi weer om feest te vieren, maar ook om het hooi binnen te halen en een boer moet zijn tijd niet laten voorbijgaan. Zoodoende was het bezoek 's- OM MAAR MOOI TE ZIJN! De laatste mode bij het opmaken van het gezicht, zoo schrijft een Lon- densch correspondent van de North American Newspaper Association, is om groene oogleden en groene wimpers te hebben. Men brengt een smaragdgroene pasta op de oogleden en de wim pers worden met een groeen watertjee bestreken. De oogen. zoo meent men, komen daardoor in een geheimzinnige groene schaduw, maar donke re vrouwen staat het niet zoo goed als blondjes. Een andere nieuwigheid is om de wenkbrauwen en wimpers In de tint van het toilet te verven. Een bekende aristocratische dame wekte onlangs opzien toen zij zich met blauw geverfde oogleden, wimpers en wenkbrauwen vertoonde, precies in de kleur van haar chiffonjapon en haar schoen tjes. Wanneer de draagsters van de nu zoo populaire gele japonnen deze mode volgen, zal men spoe dig dames te zien krijgen, die aan geelzucht schijnen te lijden! o MEN MOET DEN DUIVEL NIET VERZOEKEN. In Degeberga, in de Zweedsche provincie Scho nen, leefde een paar oude boerenmenschen, belde boven de 70 jaar, die ondanks de 50 jaren, die ze nu reeds in den echt met elkaar waren ver bonden, lang niet altijd in vrede naast elkaar voortleefden. Twee, eveneens reeds bejaarde doch ters, droegen geenszins bij tot het bewaren van dezen huiselijken vrede. Op zekeren dag, deed zich weer eens zoo'n gelegenheid vcor, die de beide oudjes in een scherp twistgesprek wikkel de, dat steeds heftiger werd en eerst eindigde, toen de oude vrouw in haar boosheid zoo onge lukkig over het vloerkleed viel, dat ze met be hulp van de beide dochters het bed moest op zoeken. Den volgenden dag ging de oude man als naar gewoonte zijn dagelijksche bezigheden verrichten, zonder te vragen hoe het met zijn vrouw ging. Inmiddels hadden de beide dochters, in overleg middags tijdens de volksvermakelijkheden niet zoo groot als anders. Katgooien. De liefhebbers van katgooien waren al voor den mid dag in actie en zc hebben menig vaatje doen sneuvelen Mastkï immen. 's Middags werden eenige wedstrijden gehouden in mastklimmen, waarbij alle deelnemers een prijs ver wierven, want allen wisten boven in den mast te komen Hardloopcn op muilen. Bij het hardloopen op muilen, vóór en achteruit waren de prij3winsters: Mej. Vr. Hoornsman Ad., le pr.; Mej. D. Blaauboer 2e pr; en Mej. G. Kuiper 3e pr. Voetbal trappen voor jongens. Voor het voetbaltrappen voor jongens was heel wat animo. De uitslag was, dat de eerste prijs werd gewon nen door Piet Tichelaar, de tweede prijs door Jan Gortzak. Idem voor heeren. De heeren vonden dit werkje zoo leuk, dat ook voor hen een zelfden wedstrijd werd gehouden met als uit slag: le pr. A. Elaauboer en 2e pr. P. de Graaf. Hardloopen met hindernissen. Bij het hardloopen met hindernissen voor jongens werd de le prijs behaald door G. van Nuland en de tweede prijs door Piet Tichelaar. Voetbalwedstrijd J.V.C. I—V.VM.P.. Hiermee waren deze wedstrijden afgeloopen en werd alles in orde gebracht voor den voetbalwedstrijd, die nog gehouden zou worden tusschen J.V.C. I en V.V.M.P. een elftal van de M.U.Z. van Wieringen Voor dezen wedstrijd was heel wat belangstelling, omdat reeds bekend was dat V.V.M.P. beschikt over een goede ploeg en het dus voor J.V.C. een zware wedstrijd zou worden. Nu het is dan ook voor onze jongens een zware wedstrijd geworden, maar ze heb ben zich kranig gehouden, en de M.U.Z. menschen goed partij gegeven. Dat de uitslag 51 werd voor V.V.M.P. is nog zoo erg niet, we hadden gedacht, dat de nederlaag voor J.V.C. grooter zou worden. Prijsdansen voor paren. Na afloop van den voetbalwedstrijd was het bal in de danstent van Benema, alweer in vollen gang en was de tent flink gevuld. Hier zou nog prijsdansen gehouden worden waarvoor zich 24 paren opgaven. Telkens dans ten eenige paren door de zaal en de jury bestaande uit den heer Jac. B. Polak, Mej. T. Polak, den heer Veen- stra, allen van Den Helder, en den heer L. Smelink te Julianadorp. Na afloop deelde de jury den uitslag mee, welke met applaus werd begroet, wel een bewijs, dat het publiek, met deze beoordeeling instemde. De eerste prijs werd behaald door een heer van het M.U.Z.-elftal met zijn dame; de tweede prijs door den heer C. van IJperen en Mej. P. Boontjes; de derde pr. door den heer L. Geus en Mej. A. Bijvoet Jd.; de vierde prijs door den heer Jac. Bijvoet en Mej. T. Grin Ad., en de vijfde prijs door den heer en Mej. Zeeman. Na het prijsdansen werd de jool nog een tyd voort gezet. Serpentines vlogen door de zaal en heel gezellig werd tot sluitingstijd doorgefuifd. Hiermee waren de J.V.C.-feesten weer ten einde. Dit jaar is het feest genoegelijk gevierd. Geen wanklank werd gehoord en de politie heeft een gemakkelijke taak gehad. De Commissie, die deze feesten georgani seerd heeft, kan met voldoening op haar werk terugzien, want ook finantieel is het feest best geslaagd. Maandagavond tijdens de feestelijkheden werd aan de politie mededeeling gedaan dat een jongen om eten, drinken, enz. vroeg en die hier onbekend was. Inmiddels was de jongen op marsch gegaan. In een beschikbaar gestelde auto werd hij toen nagereden en aan de Ivolksluis werd hij ingehaald. Hij gaf toen ook van verre reeds te kennen dat hij mee wil de rijden, doch wist natuurlijk niet dat deze auto hem ook juist hebben moest. De heer Vroom nam hem toen mee naar Julianadorp en toen bleek dat hij uit Den Helder kwam en weggeloopen was. Later is hij toen medegenomen naar Den Helder en op zijn bestemming gebracht. Dinsdagavond geraakte onder den Zanddijk een auto, die op den weg wilde omkeeren, op een gegeven moment, achteruit in de sloot, doch bleef overigens met de voorwielen tegen den slootkant staan. De inzittenden konden uitstappen. Daar men er geen kans voor zag zelf den wagen op den weg te bren gen, werd een garage in den Helder opgebeld, die wel spoedig voor een en ander zal gezorgd hebben, daar de auto daar ook gestald was. De autorit met de Ouden van Dagen, eerst uitgesteld wegens de verkiezingen, waaraan, dank zij de geest drift onder ons huidig kiesstelsel, aanvankelijk niemand gedacht had, later nog eens uitgesteld wegens de koude, heeft dan nu toch Woensdag plaats gehad. Nu, over de koude viel niet te klagen, het was een mooie, warme Zomerdag. De rit werd ondernomen 's morgens om streeks 10 uur, met 40 auto's, en ruim 100 oudjes namen er aan deel. De tocht ging over Winkel en Nieuwe Nie- dorp en de Streek naar Hoorn, waar een ritje door de stad gemaakt en verder eenige tijd gepauzeerd werd. met de moeder, besloten om den vader voor zijn ruw optreden eens een herinnering mee te ge ven. Ze dekten dus de moeder op het bed met een wit laken toe, riepen toen den vader binnen, en zeiden met tranen in de oogen, dat moeder ten gevolge van den val van gister zooeven was ge storven. Als met stomheid geslagen draaide de oude boer zich om en verliet zwijgend de kamer, zonder zich te overtuigen, of zijn levens- en twistgezellin, werkelijk dood was. Hij ging terug naar de schuur enbenam zich door ophan ging het leven. Toen de moeder vernam wat het noodlottige gevolg van de grap was, kreeg zij een aanval van een beroerte en stierf slechts enkele oogenblik- ken daarna. ...Men moet den duivel niet verzoeken, "want spreek je over hem, dan trap je hem op zijn staart. o NAR EN HOND. Roque de Garlia wat hebben deze lui toch voornaam klinkende namen! is een nar in de Zuid-Amerikaansche stad, Buenos Aires. Een echte, onnoozele nar, die geen mensch kwaad zal doen, een zot, volgens het beschei dend) inzicht van zijn buren. Of misschien wat milder uitgedrukt, iemand, die een beetje lijdt aan zwaarmoedigheid. Op eem onbebouwd stukje grond teelt hij sappige radijsjes en mooie vaste kooltjes en hij zou zeker de grootste aardappe len rooien, wanneer hijMaar daarvoor is zijn grond misschien minder geschikt. Roque de Gar lia ls oud en wijs genoeg, om te weten, wat hij van de menschen heeft te verwachten. Zijn gan sche liefde is daarom gericht op de dieren. Over zes jonge honden en dertien katten en katers is hij vader en moeder tegelijk, omringt ze met hartroerende liefde, heeft aan elk van zijn kin deren een fatsoenlijken Christennaam gegeven en zou overigens een voorbeeld kunnen zijn voor eiken menschen-vader. Liefde en leed wonen Ter verzachting en genezing van stuk- geloopen voeten, zadelpijn, schrijnen en smetten der huid, muggebeten en zonne brand, moet men op reis voorzien zijn van Doos 30, 60, Tube 80 ct. PUROL. Daarna ging het door Beemster en Schermer naar Alk maar, waar onder anderen de hertenkamp werd bezocht en ten slotte werd nog een gezellig uurtje in de zaal van den heer Kossen doorgebracht Burgemeester Lovink dankte daar uit naam van de Oudjes, de chauffeurs, die niet alleen hun autofs had den afgestaan, maar zelf den geheelen dag waren mee geweest Verder het Bestuur der afdeeling van den Bond voor Staatspensionneering die, evenals het vorig jaar, ook nu weer het initiatief voor dezen tocht had genomen, welke volgens het algemeen gevoelen, zoowel van de gasten als van de chauffeurs, bijzmder genoege lijk en aangenaam was geweest cn ten slotte den heer Kossen, die geheel belangeloos zijn zaal ter beschikking had gesteld. BREEZAND. Dinsdagavond 16 Juli had de afdeeling „Anna Pau- lowna" der Hollandsche Maatschappij van Landbouw een vergadering uitgeschreven, om zoo mogelijk te ko men tot de oprichting eener plaatselijke Pluimveecom missie, waarvoor de belangstelling al heel gering bleek, hetgeen trouwens door het afdeelingsbestuur, vooral met het oog op het seizoen, volstrekt niet anders ver wacht was. Nadat de Voorzitter, de heer C. D. Rezelman, de bij eenkomst geopend had, hield de heer Velders, Rijks- landbouwconsulent te Schagen. een Inleiding teneinde uiteen te zetten, wat door de Holl. Mij. in het belang der pluimveeteelt wordt gedaan en beoogd. Door de be- drijfsplulmveehouders, zegt spr., wordt natuurlijk in de eerste plaats naar hun voordeel gezien, terwijl bij de Maatschappij allereerst het streven naar verbetering van de pluimveeteelt op den voorgrond staat. Wel is en wordt daarvoor reeds veel gedaan, maar dat alles be reikt de menschen niet, die de Holl. Mij. v. Landbouw op het oog heeft, n.1. de landbouwers, voor wie de pluim veehouderij slechts een onderdeel van het bedrijf is, al zullen haar de beroepspluimveehouders natuurlijk ook welkom zijn. Allereerst dan wordt beoogd, als onmisbaar funda ment, de noodige kennis aan te brengen. Dan komen de voordeelen later vanzelf. Wanneer een spreker een enkelen keer voor pluimvehouders optreedt, dan blijft er van het op zoo'n avond gehoorde wellicht iets hangen, doch dit zal doorgaans heel, heel weinig zijn. Hoe an ders echter, wanneer een speciale onderwijzer met het aanbrengen van «de noodige kennis wordt belast Im mers, men bedenke slechts, hoe landbouwonderwijzers van geslacht op geslacht betere inzichten bij de landbou wers aangebracht hebben, waardoor de beoefening van den landbouw op steeds hooger peil is komen te staan. Welnu, zoo wil het Rijk aan onze landbouwonderwijzers ook de bevoegdheid geven, om de vereischte kennis voor pluimveeteelt aan te brengen, waartoe zij op spe ciale cursussen in de gelegenheid kunnen worden ge steld. Inplaats van een enkele maal eens wat kennis van een spreker op te doen, zal men dus voortaan geregeld met zoo'n onderwijzer in contact kunnen komen, waar van ieder natuurlijk direct het voordeel zal moeten inzien. Spreker wijst verder op het groote belang van het Pluimveestation te Beekbergen, dat weliswaar geen particulieren, maar daarentegen leden der Holl. Mij. v. L. met teekening envoor de meest doelmatige hokken, het leveren van gecontroleerd fokmateriaal. kortom op alle mogelijke wijzen ten dienste staat. Het is nu de bedoeling der Holl. Maatschappij, dat zooveel mogelijk Plaatselijke Commissies van 3 pluimveehouders gesticht worden, die geheel zelf standig met de Centrale Commissie samenwerken, niet onder, doch naast het Bestuur, Van hoeveel nut deze commissies voor verbetering van de pluimvee teelt kunnen zijn wordt door spreker uitvoerig uit eengezet. De inleiding geeft aanleiding tot een gedachten- wisseling, waarbij zeer sterk naar voren komt, dat hier over het algemeen de pluimveeteelt nog be oefend wordt wars van alle wetenschappelijkheid en wetenschappelijke voorlichting; en dat dus de meeste pluimveehouders wel niet uit hun ouden sleur te brengen zullen zijn, Spreker en afdeelingsbestuur meenen evenwel, dat het geprobeerd kan worden en wat bij de oudere generaties niet meer te bereiken valt, dat bereikt men allicht bij de jeugd, door een cursus in pluimveeteelt, zooals men hier ook een tuinbouw- en landbouwcursus heeft In elk geval zal getracht worden, een commissie van drie ambitieuse leden bijeen te krijgen. Onze plaatsgenoot P. Bruul Jz., leerling aan de R.H.B.S. te Alkmaar, is bevorderd van de le naar de 2e klasse. daar bij elkaar in. Toen onlangs een van zijn pleegkinderen, een vrouwtjeshond, edel teeltpro duct van tallooze rassen, na een kortstondige, doch zware ziekte, stierf, kende zijn oprechte en groote smart geen grenzen. Tranen vloeiden over vloedig uit zijn ooghoeken en verloren zich in de talrijke plooien van zijn diep gegroefd gelaat. Van vertwijfeling rukte hij zich de baren uit, en klaagde het noodlot en de godheid in zoo laster lijken vorm a^n, dat de buren vol ontzetting toe luisterden. Uit nieuwsgierigheid, misschien ook uit mede lijden gingen zij de zaak eens onderzoeken, en toen ze het erf van Roque Garlia opgingen, bood zich het volgende schouwspel voor hun oogen aan: Op den grond, in een stijfselkislje, met lom pen bedekt, lag de doode hond. Vijf groote kaar sen stonden er op te branden en verspreidden een ellendigen stank van goedkoope stearine. Hierover heen zat weeklagend de door smart ge bogen pleegvader. „Morgen zal Ik Je met alle eer op het kerkhof begraven", beloofde hij zijn doode lieveling, met een zekerheid, alsof er geen dood gravers bestonden, om hier een stokje voor te steken. Steeds meer menschen verzamelden zich nu om dit treurige groepje. Hij noodigde ze allen uit, aan de begrafenis deel te nemen, en trac- teerde ze vervolgens, zooals dat daar te lande gebruikelijk la. Toen zich ongeveer een kleine driehonderd presonen op zijn erf verzameld had den, voelde hij zijn eigen smart door zooveel me delijden minder sterk. Ook hier was gedeelde smart halve smart. Helaas eindigde dit treurfeest niet geheel en al ongestoord. Een persfotograaf probeerde namelijk een foto te maken van deze zeldzame bijeen komst, maar de hondenvriend kreeg hem weldra in de gaten, waarna hij hem In heftige bewoordin gen aan zijn verstand bracht, dat hij zulks niet zou toestaan, en tenslotte zelfs handtastelijk werd De aanwezigen wisten nog een bloedblad te voor komen, maar inmiddels was toch de gewijde stemming verdwenen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 5