SchagerCourant
Raad Wieringen.
Tweede Blad.
Dinsdag 23 Juli 1929.
72ste Jaargang. No. 8497
Vergadering van den Raad op Zaterdag 20 Juli
1929, des middags 2 uur.
Alle leden zijn aanwezig.
Voorzitter de heer L. C. Kolff, burgemeester, secre
taris de heer C. F. van Duin.
In zijn openingswoord heet de Voorzitter de leden
welkom, waarna de secretaris de notulen der 2 vorige
vergaderingen leeest; ze worden onveranderd góed-
gekeurd.
Mededelingen en ingekomen stukken.
Ingekomen zijn: Van de heeren S P. de Vries en
\V. Hermans bericht van aanneming hunner benoe
ming tot lid van een stembureau; van den heer J. P.
Wigbout bericht, dat hij zijn benoeming tot lid-werk
nemer van de commissie van toezicht op de werkloos
heidsverzekering en arbeidsbemiddeling niet aan
neemt; van den heer J. Poel Az. bericht van aanne
ming zijner benoeming tot lid der Commissie van toe
zicht op het lager onderwijs; van Mw. C. A. Dito, de
heeren II. de Jong en F. H. Th. Jasperse en Mw. M.
S. A. Glaser bericht van aanneming hunner benoe
ming tot onderwijzer(es) bij het openbaar lager on
derwijs; de maandstaten der zeegras-exploitatie over
de maanden Mei en Juni; er is geen zeegras meer
verkocht; bericht van goedkeuring der gemeentebe-
grooting, dienst 1929; bericht van verdaging van de
beslissing op het besluit, tot overdracht van een ge
deelte begraafplaats te Westerland; het verslag van
de Zeegras-exploitatie over het dienstjaar 19281929;
het verslag van de N.V. Spoor-(Tram-)weg Wieringen
Schagen over 1928uitgekeerd wordt 4 dividend;
het verslag van de Gezondheidscommissie te Schagen
over 1928; van de Algemene Ned. Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer het jaarverslag overl928; al
deze stukken worden voor kenniseving aangenomen;
de verslagen liggen voor de léden ter inzage.
Van het Ministerie is bericht ingekomen dat geen
subsidie zal worden verleend voor de uitbreiding
van de school te Oosterland.
Uit het antwoord bleek, dat aan het Ministerie be
grepen was dat de bijdrage gevraagd werd voor een
schooi voor kinderen van gedupeerde visschers ter-
zakt de Zuiderzeewerken. De Voorzitter merkt echter
op dat dit geenszins de bedoeling was, maar dat 'n bij
drage was gevraagd omdat de school uitgebreid
moest worden door de groote toename van kinderen,
in verband met do Zuiderzeewerken. Door het ge
meentebestuur is dit dan ook weer geantwoord.
De heer M. Kooij zegt, dat het toch blijkbaar in het
schrijven was vermeld.
De heer Kaan: Maar ze kunnen in Den Haag wel
eens niet best lezen.
Vérder is nog ingekomen een verzoek van den heer
S. C. Lont om een bijdrage te mogen ontvangen in de
kosten van opleiding in de J. P. Heye-Stichting te
Oosterbeek van zijn zoon Pieter. Deze kosten bedra
gen thans f 600 per jaar, hetgeen door adressant moèi-.
lijk langer kan worden opgebracht, zoodat hij ge
noodzaakt zou worden zijn zoon van de school te ne
men, B. en W. meenen, dat er reden is om aan het
verzoek te voldoen. Al is de bijdrage niet wettelijk
verschuldigd, zij achten het beginsel, dat de gemeente
bijdraagt in de kosten van het onderwijs der leer
lingen, die elders schoolgaan, juist en meenen, dat
ook hier dezelfde regel dient te worden gevolgd.
Zij stellen daarom voor te bepalen, dat in de kosten
van het onderwijs van dezen leerling de gemeente
voor de helft bijdraagt, tot een maximum van f300
per jaar, en zoo noodig onder de door hen te stellen
voorwaarden.
De heer J. Kooij vraagt, of er dan iets goeds in 't
zicht is, komt er wat van terecht?
De Voorzitter: Ja, daarom zou het jammer wezen
den jongen van de inrichting af te nemen.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel van B.
en W. aangenomen.
Voor het nazien van de gemeenterekening, dienst
1928 en van de rekening en balans der Zeegrasexploi
tatie over 19281929 worden aangewezen de heeren
Lub, Oden en Kaan.
Uitbreiding ophaaldienst voor huisvuil te
Ben Oever.
Reeds enkele malen is geklaagd over het feit, dat al-
lerlei vuil neergeworpen wordt in den hoek van den
dijk, ter plaatse waar de toegangsweg naar het sluis-
terréin te Den Oever aanvangt. Door den wind wordt
dit vuil meegevoerd, waardoor het terecht komt op
den weg en op de erven van de aldaar staande wo
ningen. Opheffing van dit euvel zou kunnen worden
verkregen door het vuil ook te doen ophalen aan de
woningen op het sluisterrein gelegen, en wel tot en
met de zich daar bevindende rij dienstwoningen van
het Rijk (dus tot en met het perceel, bewoond door
den heer M. Kooij). De ophaler is bereid zich hier
mede te heiasten. Hoewel door hem eigenlijk te laag
geoordeeld, neemt hij er voorloopig genoegen mede,
dat zijne vergoeding deswege eene 'verhooging zal
ondergaan van f 50, zoodat deze in totaal wordt f 300
per jaar.
B. en W. stellen voor tot deze uitbreiding van den
ophaaldienst te besluiten.
Mocht verdere uitbreiding noodzakelijk blijken, dan
zal daartoe worden overgegaan.
Algemeen goedgevonden.
Buitgewone herstelling van het schoolge-
bouw te Westerland.
In de kostenbegrooting voor de buitengewone her
stelling van het schoolgebouw te Westerland was
een post voor schilderwerk opgenomen ten bedrage
van f 150. Intusschen wordt het, op aanbeveling van
den Inspecteur van het lager onderwijs noodig ge
acht over te gaan tot uitvoering van eenig waterverf-
werk aan de muren tot wering van vocht. De kos
ten daarvan worden geraamd op circa f 300.'
Voorts is bij de uilvoering der herstellingswerken
het aanbrengen van enkele nadere voorzieningen
noodig gebleken, die ongeveer f 360 hebben gevorderd.
B. en W. stellen derhalve voor het ter zake verleenr
crediet met bovengenoemde bedragen te verhoogen.
I)e heer Oden vraagt of het schilderwerk is aanbe
steed.
Be Voorzitter zegt, dat dit zal gebeuren.
Het gevraagde crediet wordt verleend.
Verzoek der Afd. Alkmaar der Ned. Ver
eeniging van Staatsburgeressen.
Bij besluit van 7 Juni jl. werd om praeadvies in
handen van B. en W. gesteld een verzoek van de Af-
deeling Alkmaar der Nederlandsche Vereeniging van
Staatsburgeressen om bij het aanwijzen van candida-
ten voor benoeming tot leden van het College van
Regenten van het Centraal Ziekenhuis te Alkmaar
als No 1 op de voordracht een vrouw te plaatsen.
Met betrekkinig tot dit verzoek wijzen B. en W. er
op, dat inwilliging daarvan eigenaardige bezwaren
met zich brengt. Het voordragen van candidaten toch
zal door de buitengemeenten in gezamenlijk overleg
moeten geschieden cn door een bepaalde uitspraak in
den door de adresseerende vereeniging gewenschten
zin zou een vruchtbaar overleg niet weinig worden
bemoeilijkt. Het doen van zoodanige uitspraak mee
nen zij dus te moeten ontraden.
Het komt hun bovendien voor, dat de vertegen
woordigers welke de buitengemeenten in het Regen
tencollege hebben te benoemen, in hoofdzaak tot taak
hebben te waken voor de belangen dier gemeenten
en dat het daarvoor onverschillig is of een man of
eene vrouw wordt aangewezen.
Om misverstand te voorkomen merken zij op, dat
hun de wensch om een vrouw in het College van Re
genten zitting te doen nemen, niet onjuist toeschijnt.
Naar hun meening ligt het echter op den weg van
het Bestuur der gemeente Alkmaar om daarover een
oordeel uit te spreken.
B. en W. stellen voor adressante overeenkomstig
het vorenstaande te berichten als antwoord op het
verzoek.
De heer Lub kan zich niet geheel vereenigen met
het voorstel van B. en W., vooral niet wat betreft de
opmerking over de taak van de vertegenwoordigers
der buitengemeenten. Het regentencollege is het aan
gewezen colege om te waken voor de belangen van
het geheel, ook voor de personeelsbelangen en als et-
een arbeidsgeschil is, zullen de regenten uitspraak
moeten doen Om die reden gevoelt spr. veel voor het
verzoek van Staatsburgeressen.
De Voorzitter zegt, dat ook B. en W. dat hebben ge
voeld, maar omdat van de 13 regenten er 2 door de
buitengemeenten worden aangewezen ligt hei meer
op den weg van het gemeentebestuur van Alkmaar
om een vrouw te benoemen. De taak van de vertegen
woordigers der buitengemeenten is te letten op meer
speciale aangelegenheden, b.v. dat de subsidie goed
besteed wordt, dat de patiënten uit de buitengemeen
ten een behoorlijke verpleging krijgen. Door de bui
tengemeenten is een vergadering gehouden en una
niem werd uitgesproken, dat het goed was dat een
regentes werd benoemd, maar dat het gemeentebe
stuur van Alkmaar daarvoor diende te zorgen.
De heer Lub zegt, dat dus de buitengemeenten zich
reeds hebben uitgesproken.
De Voorzitter antwoordt, dat de raad van Alkmaar
de regenten benoemt, gehoord de voordracht van de
buitengemeenten Mondeling overleg met B. en W.
van Alkmaar zou plaats hebben
De heer Lub vindt bet vreemd dat de candidaten
reeds zijn gesteld.
De Voorzitter zegt, dat dit nog niet in den raad is
besproken, er zal eerst overleg gepleegd worden.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt
besloten.
Be bijzondere lagere school te Ben Oever.
Bs gelden worden geweigerd.^
Naar aanleiding van het besluit van 7 Juni j.1.,
waarbij om praeadvies in handen van B. en W.
werd gesteld eene aanvrage van het Bestuur der
Vereeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonder
wijs alhier, om beschikbaarstelling van gelden uit de
gemeentekas voor de stichting van eene bijzondere
lagere school te Den Oever, deelen zij het volgende
mede:
De aanvrage heeft, betrekking op eene school voor
gewoon lager onderwijs, bestaande uit 2 leslokalen,
bestemd voor ten hoogste 50 leerlingen.
Volgens de bepalingen der Lager Onderwijswet
1920 moet de aanvrage worden ingewilligd, indien
Schele hoofdpijn
Is vaak te wijten aan
slechte spijsvertering.
Posters Maagpillen
verdrijven spoedig uw
kwaal, werken uiterst
aacht en verschaffen
ueen gezonden eetlust,
nieuwe energie en een
opgeruimd humeur.
Foste r's Maagpillen^
Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon.
aan de vereischten dier wet is voldaan en met name
deovergelegde stukken voldoen aan hetgeen daar
omtrent in art. 73 der wet is voorgeschreven, hetgeen
hier het geval is.
Nochtans zijn zij van meening, dat aan het ver
zoek niet behoort te worden voldaan. De redenen,
welke hen tot die meening hebben geleid, zijn ver
meld in een overgelegd ontwerp-besluit, waarnaar
zij mogen verwijzen.
B. en W. stellen misdien voor medewerking tot de
gevraagde beschikbaarstelling van gelden te weige
ren daartoe een besluit te nemen, als in het ontwerp
is vervat.
Be motieven.
In het ontwerp-besluit wordt overwogen, dat te
Wieringen een toestand aanwezig is, die de wetgever
bezwaarlijk heeft kunnen voorzien, cn er anders onge
twijfeld maatregelen zouden genomen zijn, om een
schoolbouw als deze te verhinderen; dat door de uit
voering der Zuiderzeewerken zich hier een groot aan
tal personen bevindt, wier verblijf van tijdelijken
duur is en die reeds binnen enkele jaren, zoodra de
uitvoering dier werken naar het Zuiden wordt ver
legd, weer vertrekken; dat de aan den schoolbouw
verbonden lasten daarentegen komen te rusten op
hen, die niet kunnen vertrekken en voor het over-
groote deel deze school niet wenschen; dat volgens
de overgelegde verklaringen van ouders, wier kin
deren de school zullen bozocken, een 14:tal van de
18 onderteekenaren, met 34 kinderen, vrijwel zeker
Wieringen binnen afzienbaren tijd zullen verlaten;
dat daarom een aanvrage als de voorliggende niet
voldoende overwogen lijkt en als zijnde in strijd met
het algemeen belang behoort te worden afgewezen.
Zonder eenige bespreking en zonder hoofdelijke
stemming wordt het voorstel van B. en W. aange
nomen.
Aanbrengen klinkerbestrating op den
Gasthuisweg te Den Oever, Êet parkeer
terrein voor de auto's.
Zooals uit vroegere mededeelingen bekend is, werd
het door B. en W. wenschelijk geacht met het be
straten van de gedempte Gasthuissloot te Den Oever
te wachten tot het tijdstip, waarop de zakking van
den opgebrachten grond tot staan zou zijn gekomen.
Het komt hun voor, dat dit tijdstip geacht kan wor
den thens te zijn aangebroken. Naar hun meening
is 't wel zeker, dat eene afdoende voorziening slechts
wordt verkregen als in deze bestratingsplannen ook
de geheel e Gasthuis weg wordt betrokken; deze weg
verkeert toch in een zeer slechte conditie.
Op grond van deze overweging hebben zij den ge
meente-opzichter eene begrooting van kosten doen
opmaken van het aanbrengen eener klinkerbestra
ting voor de gedempte Gasthuissloot en den Gast-
huisweg van het begin tot het eind, dus van de Zee
straat tot het hoekperceel, bewoond door G. de Haan.
Blijkens die begrooting welke hierbij wordt overge
legd, zullen de kosten van het gehcclc werk vermoe
delijk bedragen f10200.
B. en W. stellen voor hen, ter uitvoering van dit
plan, een crediet tot genoemd bedrag te verleenen.
De heer Lub is niet tegen het plan, maar vindt het
een verschrikkelijk hooge begrooting.
De Voorzitter vraagt of de heer Lub een speciale
post heeft gevonden die hem te hoog voorkomt.
De heer Lub antwoordt ontkennend, maar het be
treft hier een betrekkelijk klein stukje straat en dan
valt het genoemde bedrag tegen.
De heer Bosker meent dat het niet zoo klein is, de
gedempte Gasthuissloot en de weg.
De Voorzitter herinnert er aan, dat het idéé was
om er een parkeerterrein te maken, daarom is de
sloot gedempt. Spr. moet toegeven dat het een hoog
bedrag lijkt, maar de uitvoering van het werk is
zeer noodig. Het is niet prettig dat geen overeen
komst kan worden getroffen over het perceel de
bakkerij van den heer Kalf, want die hoek is zeer
belemmerend voor het' verkeer.
De heer Oden v raagt of de groote autobussen er
wel kunnen kopiQn'.
De heer Lub vraagt of er met Kalf geen accoord
is te treffen.
De Voorzitter zegt, dat de prijs zoo exhorbitant
hoog is, dat spr. h^t niet durft zeggen. De bakkerij
zou onderste hoven moeten en dan meer achteruit
een nieuwe bakkerij worden gebouwd, om den weg
daar brecder te kunnen maken. Dat zou de gemeente
dan kosten den nieuwbouw van een bakkerij.
De heer Oden vraagt of het de bedoeling is dat alle
auto's op dat parkeerterrein komen te staan.
De Voorzitter zou dat niet durven verplichten,
want de bussen worden' steeds gróoter.
Opa*-* l—|uiicL
door^eloopcr» p\eK^o,
dnr-»etter*>, cLoorl
■ScKrüjoerv s/an de Kuid
worden cicxcielujK» Vér-
iaclnt en genezen door
AkKcr'A
K» I ooale^balse-m^
„Ceen 200 ^goed.
(Adv. in Blu±tscnrnt.;
De heer Oden acht dan de voorgestelde bestrating,
wat de gedempte Gasthuissloot betreft, niet zoo noo
dig.
De Voorzitter deelt mede, dat van den opzichter
ook een opgave is ingekomen, waaruit blijkt, dat
wanneer de wettelijke helft van de gedempte Gast
huissloot niet wordt bestraat, dit vermindering aan
kosten zal beteekencn van f 2500.B. en W. meenen
echter dat het verstandiger is om alles in orde te
maken, dan krijgt men ook dat overwaaien van zand
niet.
De heer Oden vraagt of de hoek tegenover het per
ceel Kalf niet te koop is, maar de heer Bosker zegt
dat dan de draai niet goed is te nemen.
De heer' Jn. Lont oordeelt dat als de groote ver
keersweg er komt, de autobussen niet naar de Ge
dempte Gasthuissloot behoeven. Spr. zou daarom lie-
omver niet te ver vooruit loopen.
De Voorzitter meent dat men zich te veel blind
staart op de autobussen; twee auto's in de Zeestraat
kunnen elkaar niet passeeren. Het is gewenscht het
verkeer rond te leiden.
De heer Oden gevoelt wel wat voor het plan. Den
Oever is een zeer gebrekkige plaats voor het auto
verkeer en spr. zou daar e en eenzijdig verkeer
wenschen.
Do Voorzitter wil over de wijze, waarop het ver
keer daar moet worden geregeld, nog wel eens zijn
gedachten laten.-gaan.
Do heer Oden wijst ook op de hoofdverkeerswegen
die herstelling*behoeven en spr. is daarom wel voor
het voorstel, als 'hief-terrein maar productief wordt
gemaakt.
De heer Bosker zegt dat verleden jaar aangedron
gen is op bestrating cn nu stellen B. en W. dat dan
voor. Spr. wijst ook op de particuliere auto's, die men
zoo op straat neer zet, maar wat niet doenlijk is.
De heer Oden erkent dat bestrating noodig is. Het
is alleen de' lrtvést.ie maar"ofhef,"terrein' productief
gemaakt wordt. Als de bussen er kunnen staan is het
een gcwenschte plaats.
Het voorstel van B. cn W. in stemming gebracht,
wordt verworpen met 4 tegen 7 stemmen, tegen
stemden de heeren Bakker, Jb. Lont, de Vries, Jn.
Lont, J. Kooij, Oden en Lub.
De heer Lub vraagt of de heele zaak nu niet van
de baan is.
De Voorzitter oordeelt dat dan nu behandeld kan
worden de bestrating tot de helf van de gedempte
Gasthuissloot.
De heer J11. Lont wil wachten tot we een goeden
verkeersweg hebben.
De Voorzitter geeft in overweging dat B. en W.
dan eerst probeeren een goede breedte voor den te
maken weg te krijgen.
De heer Lub vreest dat het zal worden een uit
stel tot St. Juttemis.
Het resultaat van de bespreking is tenslotte dat
tot uitvoering van het goedkoopere plan, dus het
niet-bestraten van het westelijk gedeelte van de Ge
dempte Gasthuissloot, wordt besloten, tegen stemden
de heeren Jn. Lont en M. Kooij.
Be herziening van den ligger der wegen.
Aan de orde is de voordracht van B. en W. tot
het verleenen van een crediet wegens herziening
van den ligger der wegen.
In zijn toelichting wijst de Voorzitter er op dat
Ged. Staten herhaalde malen aangedrongen hebben
op het in orde maken van den ligger der wegen en
zij een paar personen hebben opgegeven die dit om
vangrijk werk zouden kunnen verrichten. B. en W.
hebben zich dan in verbinding gesteld met den heer
Boonstra te Haarlem, die eerst een onderzoek zou
moeten instellen naar de kosten van het werk en
daartoe wel opmetingen zou moeten doen. Het was
hem niet mogelijk de kosten van dat onderzoek op
te geven. B. en W. vragen daarom voor het onderzoek
een voorloopig crediet van f750.en wijzen er op
dat dc Provincie in den regel voor de helft bijdraagt
in de kosten van het in orde maken van den ligger.
De heer Lub vraagt of er een bepaald vakman
voor noodig is.
De Voorzitter antwoordt bcvestigdend, aan den
gemeente-opzichter is gevraagd het werk te doen,
maar die kan er geen-tijd voor vinden. Op een des
betreffende vraag van den heer Lub zegt spr dat er
op Wieringen niemand is die het werk dan doen.
De heer M. Kooij vraagt of die mijnheer uit Haar
lem dat bedrag van f750 hoeft genoemd of B. en W.
Spreker zou het beter vinden geen bedrag te noe
men.
Dc heer Jb. Lont wijst er op dat onze gemeente
opzichter pas f 1000.verhooging heeft en nu kost
dit misschien weer f 1000.Bij den schoolbouw was
ook een particuliere opzichter, tot slot hebben we
alleen particuliere opzichters en technische ambte
naren.
De Voorzitter herhaalt dat de gemeente-opzichter
volstrekt geen tijd heeft.
De heer Lub: Hij heeft toch wel de capaciteiten?
De heer Oden vraagt, waar blijkt dat ook de heer
Boonstra wel een paar jaar noodig zal hebben om het
werk af te maken, of Poel het dan ook niet in dien
tijd kan doen en de heer Jb. Lont meent dat dan aan
don opzichter wel 3'jaar gegeven kan worden.
De Voorzitter is bang dat als het aan den gemeente-
opzichter wordt opgedragen, het andere werk ten
achter zal geraken en dan tenslotte gesproken zal
worden over de aanstelling van ecu adjunct-opzich
ter.
De heer Kaan vraagt of dat voorloopig onderzoek
naar de kosten dan wel noodig is of het dan niet
beter is den heer Boonstra direct aan te stellen.
De Voorzitter: Dus het werk aan don heer Boon
stra opdragen en B. cn W. een blanco crediet te ge
ven.
De heer Bakker vindt, dat toch ook een gevaarlijk
iets.
De heer M. Kooij zegt, dat dit ook zijn bedoeling
niet was.
De heer Jb. Lont blijkt nog niet zoo heel veel ver
trouwen te hebben in het vooruitzicht dat de pro
vincie de helft der kosten wel zal betalen, doch de
Voorzitter zegt, dat het hier een vaste regeling be
treft.
Tenslotte komt dan het voorstel van B. en \V. in
stemming en wordt he't verworpen met 6 tegen 5
stemmen. Tegen stemden de heeren J11. Lont, Kaan,
J Kooij, M. Kooij, Oden en Jb. I,ont.
Ietwat wrevelig vraagt de Voorzitter wat er nu ge
beuren moet.
De heer Jn. Lont wil den gemeente-opzichte op
dracht geven.
De Voorzitter merkt echter op, dat al eerder aan
den opzichter opdracht is gegeven en Ged. Staten
gevraagd hebben hoe het nu eigenlijk zat met den
ligger. Gezien de drukke werkzaamheden is dat dus
niet mogelijk.
De heer Bakker vraagt, of die werkzaamheden vol
gend jaar niet minder zullen zijn.
De Voorzitter wijst op de kans dat Ged. Staten ten
slotte zullen zeggen, dat de provincie zelf den ligger
in orde zal maken. Spr. wijst op het vele straatwerk
enz. waar de opzichter toezicht op moet houden,
bouwaanvragen, enz.
De heer Lub constateert, dat hij den opzichter zel
den bij het straatwerk ziet en na salarisverhooging
we een geheelen opzichter hebben.
De heer Jn. Lont zegt, dat ze van hoogerhand wel
aandringen, maar aan dat opdrijven van de uitga
ven komt een eind.
De Voorzitter zegt nogmaals, dat het werk niet lan
ger kan wachten. In de volgende vergadering zouden
B. en W. weer met de mededeeling komen dat Poel
geen tijd heeft.
De heer Kaan stelt voor, het werk aan den heer
Boonstra op te dragen, hij gelooft wel dat die de ge
meente eerlijk behandelen zal.
De Voorzitter: Ongetwijfeld. Dus dan aan B. cn
W. een blanco crediet verleenen.
De heer Lub wil dat voorstel-Kaan eerst nader hoo-
ren en waar de Voorzitter dat dan nader wil verkla
ren, meent de heer Lub deft de heer Kaan dat toch
beter zelf kan doen.
De heer Kaan wil dan het werk opdragen aan den
heer Boonstra, en niet dat voorloopig onderzoek naar
de kosten doen instellen.
De heer Bakker vraagt, of nu niet iemand aange
steld kan worden die direct met het werk kan begin
nen. Want blijkens de mededeeling dat het werk
minstens een paar jaar zal vorderen, heeft ook mijn
heer Boonstra geen tijd.
De Voorzitter zegt, dat ook voor andere gemeenten
dezelfde werkzaamheden worden verricht.
De heer M. Kooij wil het onderzoek naar de kosten
op nota zien uitgevoerd, de heer Jn. Lont wil dat het
werk achter elkaar wordt afgemaaekt en de Voorzit
ter zegt dan tenslotte toe, dat er iemand zal wor
den gevraagd om het werk spoedig te kunnen klaar
maken. Maar spr. betwijfelt het, want de menschen
hebben ook andere gemeenten.
Het voorstel-M. Kooij, het onderzoek van kosten op
nota wordt dan aangenomen met 9 tegen 2 stemmen,
tegen stemden de heeren Oden cn Bakker.
Van een commissie die belangrijk werk
doet. Da politiek komt in 't spel.
Tengevolge van het niet-aannemen zijner benoe
ming tot lid-werknemer der Commissie van advies
voor de werkloosheidsverzekering cn arbeidsbemid
deling door den heer J. P. Wigbout, bevelen B. en
W. thans, nadat de alhier bestaande vereenigingen
van werknemers in de gelegenheid zijn gesteld eene
aanbeveling voor den in deze vacature te benoemen
persoon in te dienen, ter benoeming aan den heer.
H. J. A. Lücker.
De heer Wigbout kwam oorspronkelijk als no. 1
voor op de voordracht van den modernen bouwvakar
beidersbond, terwijl de aanbevolen candidaat als no.
1 voor kwam op de aanbeveling van den katholie
ken bond „St. Jozef'.
De heeren Lub en Oden hebben er nu bezwaar le
gen dat de heer Lücker wordt aanbevolen en niet
bijv. no. 2 en 3 van de aanbeveling, die als no. 1
den heer Wigbout aangaf. Zij oordeelcn dat de Voor
zitter onvoldoende rekening boudt met de sterkte
van de bonden en dat als volgens de aanbeveling
werd besloten, de katholieken 2 leden zouden krijgen.
De Voorzitter merkt op, dat niet hij, maar B. en
W. de aanbeveling hebben opgemaakt en dat men
vrij is in zijn keuze. Nadat spr. dan mededeeling
heeft gedaan van de personen die verder op de aan
beveling voorkwamen, wordt de heer C. 'lijscn met
6 stemmen benoemd, de heer Lücker verkreeg 3
stemmen, terwijl 2 stemmen blanco werden uitge
bracht.
Een paar mededeelingen.
Naar aanleiding van een door den heer Lub in de
vorige vergadering gestelde vraag, heeft de Voorzit
ter geinformeerd waarom de gemeente Doniawer»
stal uitkeering uit het wegenfonds had ontvangen.
Omdat het betrof wegen die op de provinciale we
genlij st voorkwamen.
Deze mededeeling is oorzaak dat men wijst op de
verschillende gemeenten en waterschappen die blij
kens het bericht in dc Schager Cournnt ook een uit
keering uit liet wegenfonds krijgen en de Voorzitter
heeft zich er vooral over verbaasd dat Texel, een
eiland, ook een uitkeering krijgt. Spr. zal nog eens
nader informeeren. Dat Wieringen niets krijgt, is
misschien wel met het oog op een nieuw aan te leg
gen weg.
Wat de aanslag van schoolgeld van wed. S. Bak
ker betreft, waar reeds een paar maal van is gespro
ken, het betrof hier 75 cent over het le kwartaal
1928, die nog betaald moesten worden. Haar echt
genoot overleed 25 Februari en na het le kwartaal
is wed. S. Bakker niet meer aangeslagen geworden.
De lieer Lub zegt dan verkeerd te zijn ingelicht.
De Voorzitter deelt verder over de wegen mede,
dat het herstel der Hoofdstraat zal kosten f960, de
Voorstraat te Den Oever f 435 cn de Beursdijk f480,
totaal f 1875. Van dit bedrag zal dus pen derde ge
deelte betaald worden door het P.E.N.
Wat het vernieuwen en verbre'eden van de Belt-
straat betreft, vanaf C. Grin tot Ant Keijzer, met in
begrip van de bcrmbcstrating tot Mekkcnstuinweg,
worden die kosten begroot op f 4564.
De heer Jn. Kooij wil maar wachten, de boel i3
hier heel mooi.
De heer Oden zegt dat de heer Kooij niet op de
hoogte is, want dat hij een natten weg de prut tegen
de ramen vliegt in dc Belststraat.
De heer J11. Kooij herhaalt echter dat als hij zoo
van buiten komt, hij den toestand hier schitterend
vindt. En er komt geen eind aan
De Voorzitter merkt op dat er nog wel meer
straatwerk moet gebeuren en er nog geen besluit
moet worden genomen.
Veldwachter Post vraagt per 1 Januari
ontslag.
De Voorzitter deelt dan mede. dat de gemeente
veldwachter, tevens bode, van plan is tegen 1 Jan.
a.s. ontslag aan te vragen. Op 't oogenblik bestaat
de mogelijkheid dat aan een rijksveldwachter een
vaste standplaats te Westerland wordt aangewezen.
Als dit het geval mocht zijn, clan zouden B. en W.
geen nieuwe gemeenteveldwachter willen aanstellen,
maar den Raad aanbevelen alleen een-bode te be
noemen. Op het oogenblik is er te Westerland een
woning te huur voor f5 per week cn de gemeente
zou op die huur dan f 1 per weck dienen toe te
leggen.
Dc heer Lub wijst er op dat hier 10-tallen arbei
ders zijn'die meer dan f5, ja f7.f7.50 a f8 huur
betalen cn spr. begrijpt niet waarom de gemeente
voor den rijksveldwachter telkens een toeslag moet
geven. Zij hebben toch een flink salaris.
De Voorzitter vraaagt aan den heer Lub hoe hoog
deze denkt dat het salaris is.
De heer Lub denkt van het hoogste bedrag f40.
De Voorzitter zegt dat de eventueel te benoemen