SchagerCourant Raad Wieringen. Tweede Blad. Dinsdag 23 Juli 1929. 72ste Jaargang. No. 8497 Vergadering van den Raad op Zaterdag 20 Juli 1929, des middags 2 uur. Alle leden zijn aanwezig. Voorzitter de heer L. C. Kolff, burgemeester, secre taris de heer C. F. van Duin. In zijn openingswoord heet de Voorzitter de leden welkom, waarna de secretaris de notulen der 2 vorige vergaderingen leeest; ze worden onveranderd góed- gekeurd. Mededelingen en ingekomen stukken. Ingekomen zijn: Van de heeren S P. de Vries en \V. Hermans bericht van aanneming hunner benoe ming tot lid van een stembureau; van den heer J. P. Wigbout bericht, dat hij zijn benoeming tot lid-werk nemer van de commissie van toezicht op de werkloos heidsverzekering en arbeidsbemiddeling niet aan neemt; van den heer J. Poel Az. bericht van aanne ming zijner benoeming tot lid der Commissie van toe zicht op het lager onderwijs; van Mw. C. A. Dito, de heeren II. de Jong en F. H. Th. Jasperse en Mw. M. S. A. Glaser bericht van aanneming hunner benoe ming tot onderwijzer(es) bij het openbaar lager on derwijs; de maandstaten der zeegras-exploitatie over de maanden Mei en Juni; er is geen zeegras meer verkocht; bericht van goedkeuring der gemeentebe- grooting, dienst 1929; bericht van verdaging van de beslissing op het besluit, tot overdracht van een ge deelte begraafplaats te Westerland; het verslag van de Zeegras-exploitatie over het dienstjaar 19281929; het verslag van de N.V. Spoor-(Tram-)weg Wieringen Schagen over 1928uitgekeerd wordt 4 dividend; het verslag van de Gezondheidscommissie te Schagen over 1928; van de Algemene Ned. Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer het jaarverslag overl928; al deze stukken worden voor kenniseving aangenomen; de verslagen liggen voor de léden ter inzage. Van het Ministerie is bericht ingekomen dat geen subsidie zal worden verleend voor de uitbreiding van de school te Oosterland. Uit het antwoord bleek, dat aan het Ministerie be grepen was dat de bijdrage gevraagd werd voor een schooi voor kinderen van gedupeerde visschers ter- zakt de Zuiderzeewerken. De Voorzitter merkt echter op dat dit geenszins de bedoeling was, maar dat 'n bij drage was gevraagd omdat de school uitgebreid moest worden door de groote toename van kinderen, in verband met do Zuiderzeewerken. Door het ge meentebestuur is dit dan ook weer geantwoord. De heer M. Kooij zegt, dat het toch blijkbaar in het schrijven was vermeld. De heer Kaan: Maar ze kunnen in Den Haag wel eens niet best lezen. Vérder is nog ingekomen een verzoek van den heer S. C. Lont om een bijdrage te mogen ontvangen in de kosten van opleiding in de J. P. Heye-Stichting te Oosterbeek van zijn zoon Pieter. Deze kosten bedra gen thans f 600 per jaar, hetgeen door adressant moèi-. lijk langer kan worden opgebracht, zoodat hij ge noodzaakt zou worden zijn zoon van de school te ne men, B. en W. meenen, dat er reden is om aan het verzoek te voldoen. Al is de bijdrage niet wettelijk verschuldigd, zij achten het beginsel, dat de gemeente bijdraagt in de kosten van het onderwijs der leer lingen, die elders schoolgaan, juist en meenen, dat ook hier dezelfde regel dient te worden gevolgd. Zij stellen daarom voor te bepalen, dat in de kosten van het onderwijs van dezen leerling de gemeente voor de helft bijdraagt, tot een maximum van f300 per jaar, en zoo noodig onder de door hen te stellen voorwaarden. De heer J. Kooij vraagt, of er dan iets goeds in 't zicht is, komt er wat van terecht? De Voorzitter: Ja, daarom zou het jammer wezen den jongen van de inrichting af te nemen. Met algemeene stemmen wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. Voor het nazien van de gemeenterekening, dienst 1928 en van de rekening en balans der Zeegrasexploi tatie over 19281929 worden aangewezen de heeren Lub, Oden en Kaan. Uitbreiding ophaaldienst voor huisvuil te Ben Oever. Reeds enkele malen is geklaagd over het feit, dat al- lerlei vuil neergeworpen wordt in den hoek van den dijk, ter plaatse waar de toegangsweg naar het sluis- terréin te Den Oever aanvangt. Door den wind wordt dit vuil meegevoerd, waardoor het terecht komt op den weg en op de erven van de aldaar staande wo ningen. Opheffing van dit euvel zou kunnen worden verkregen door het vuil ook te doen ophalen aan de woningen op het sluisterrein gelegen, en wel tot en met de zich daar bevindende rij dienstwoningen van het Rijk (dus tot en met het perceel, bewoond door den heer M. Kooij). De ophaler is bereid zich hier mede te heiasten. Hoewel door hem eigenlijk te laag geoordeeld, neemt hij er voorloopig genoegen mede, dat zijne vergoeding deswege eene 'verhooging zal ondergaan van f 50, zoodat deze in totaal wordt f 300 per jaar. B. en W. stellen voor tot deze uitbreiding van den ophaaldienst te besluiten. Mocht verdere uitbreiding noodzakelijk blijken, dan zal daartoe worden overgegaan. Algemeen goedgevonden. Buitgewone herstelling van het schoolge- bouw te Westerland. In de kostenbegrooting voor de buitengewone her stelling van het schoolgebouw te Westerland was een post voor schilderwerk opgenomen ten bedrage van f 150. Intusschen wordt het, op aanbeveling van den Inspecteur van het lager onderwijs noodig ge acht over te gaan tot uitvoering van eenig waterverf- werk aan de muren tot wering van vocht. De kos ten daarvan worden geraamd op circa f 300.' Voorts is bij de uilvoering der herstellingswerken het aanbrengen van enkele nadere voorzieningen noodig gebleken, die ongeveer f 360 hebben gevorderd. B. en W. stellen derhalve voor het ter zake verleenr crediet met bovengenoemde bedragen te verhoogen. I)e heer Oden vraagt of het schilderwerk is aanbe steed. Be Voorzitter zegt, dat dit zal gebeuren. Het gevraagde crediet wordt verleend. Verzoek der Afd. Alkmaar der Ned. Ver eeniging van Staatsburgeressen. Bij besluit van 7 Juni jl. werd om praeadvies in handen van B. en W. gesteld een verzoek van de Af- deeling Alkmaar der Nederlandsche Vereeniging van Staatsburgeressen om bij het aanwijzen van candida- ten voor benoeming tot leden van het College van Regenten van het Centraal Ziekenhuis te Alkmaar als No 1 op de voordracht een vrouw te plaatsen. Met betrekkinig tot dit verzoek wijzen B. en W. er op, dat inwilliging daarvan eigenaardige bezwaren met zich brengt. Het voordragen van candidaten toch zal door de buitengemeenten in gezamenlijk overleg moeten geschieden cn door een bepaalde uitspraak in den door de adresseerende vereeniging gewenschten zin zou een vruchtbaar overleg niet weinig worden bemoeilijkt. Het doen van zoodanige uitspraak mee nen zij dus te moeten ontraden. Het komt hun bovendien voor, dat de vertegen woordigers welke de buitengemeenten in het Regen tencollege hebben te benoemen, in hoofdzaak tot taak hebben te waken voor de belangen dier gemeenten en dat het daarvoor onverschillig is of een man of eene vrouw wordt aangewezen. Om misverstand te voorkomen merken zij op, dat hun de wensch om een vrouw in het College van Re genten zitting te doen nemen, niet onjuist toeschijnt. Naar hun meening ligt het echter op den weg van het Bestuur der gemeente Alkmaar om daarover een oordeel uit te spreken. B. en W. stellen voor adressante overeenkomstig het vorenstaande te berichten als antwoord op het verzoek. De heer Lub kan zich niet geheel vereenigen met het voorstel van B. en W., vooral niet wat betreft de opmerking over de taak van de vertegenwoordigers der buitengemeenten. Het regentencollege is het aan gewezen colege om te waken voor de belangen van het geheel, ook voor de personeelsbelangen en als et- een arbeidsgeschil is, zullen de regenten uitspraak moeten doen Om die reden gevoelt spr. veel voor het verzoek van Staatsburgeressen. De Voorzitter zegt, dat ook B. en W. dat hebben ge voeld, maar omdat van de 13 regenten er 2 door de buitengemeenten worden aangewezen ligt hei meer op den weg van het gemeentebestuur van Alkmaar om een vrouw te benoemen. De taak van de vertegen woordigers der buitengemeenten is te letten op meer speciale aangelegenheden, b.v. dat de subsidie goed besteed wordt, dat de patiënten uit de buitengemeen ten een behoorlijke verpleging krijgen. Door de bui tengemeenten is een vergadering gehouden en una niem werd uitgesproken, dat het goed was dat een regentes werd benoemd, maar dat het gemeentebe stuur van Alkmaar daarvoor diende te zorgen. De heer Lub zegt, dat dus de buitengemeenten zich reeds hebben uitgesproken. De Voorzitter antwoordt, dat de raad van Alkmaar de regenten benoemt, gehoord de voordracht van de buitengemeenten Mondeling overleg met B. en W. van Alkmaar zou plaats hebben De heer Lub vindt bet vreemd dat de candidaten reeds zijn gesteld. De Voorzitter zegt, dat dit nog niet in den raad is besproken, er zal eerst overleg gepleegd worden. Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt besloten. Be bijzondere lagere school te Ben Oever. Bs gelden worden geweigerd.^ Naar aanleiding van het besluit van 7 Juni j.1., waarbij om praeadvies in handen van B. en W. werd gesteld eene aanvrage van het Bestuur der Vereeniging voor Christelijk Nationaal Schoolonder wijs alhier, om beschikbaarstelling van gelden uit de gemeentekas voor de stichting van eene bijzondere lagere school te Den Oever, deelen zij het volgende mede: De aanvrage heeft, betrekking op eene school voor gewoon lager onderwijs, bestaande uit 2 leslokalen, bestemd voor ten hoogste 50 leerlingen. Volgens de bepalingen der Lager Onderwijswet 1920 moet de aanvrage worden ingewilligd, indien Schele hoofdpijn Is vaak te wijten aan slechte spijsvertering. Posters Maagpillen verdrijven spoedig uw kwaal, werken uiterst aacht en verschaffen ueen gezonden eetlust, nieuwe energie en een opgeruimd humeur. Foste r's Maagpillen^ Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon. aan de vereischten dier wet is voldaan en met name deovergelegde stukken voldoen aan hetgeen daar omtrent in art. 73 der wet is voorgeschreven, hetgeen hier het geval is. Nochtans zijn zij van meening, dat aan het ver zoek niet behoort te worden voldaan. De redenen, welke hen tot die meening hebben geleid, zijn ver meld in een overgelegd ontwerp-besluit, waarnaar zij mogen verwijzen. B. en W. stellen misdien voor medewerking tot de gevraagde beschikbaarstelling van gelden te weige ren daartoe een besluit te nemen, als in het ontwerp is vervat. Be motieven. In het ontwerp-besluit wordt overwogen, dat te Wieringen een toestand aanwezig is, die de wetgever bezwaarlijk heeft kunnen voorzien, cn er anders onge twijfeld maatregelen zouden genomen zijn, om een schoolbouw als deze te verhinderen; dat door de uit voering der Zuiderzeewerken zich hier een groot aan tal personen bevindt, wier verblijf van tijdelijken duur is en die reeds binnen enkele jaren, zoodra de uitvoering dier werken naar het Zuiden wordt ver legd, weer vertrekken; dat de aan den schoolbouw verbonden lasten daarentegen komen te rusten op hen, die niet kunnen vertrekken en voor het over- groote deel deze school niet wenschen; dat volgens de overgelegde verklaringen van ouders, wier kin deren de school zullen bozocken, een 14:tal van de 18 onderteekenaren, met 34 kinderen, vrijwel zeker Wieringen binnen afzienbaren tijd zullen verlaten; dat daarom een aanvrage als de voorliggende niet voldoende overwogen lijkt en als zijnde in strijd met het algemeen belang behoort te worden afgewezen. Zonder eenige bespreking en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van B. en W. aange nomen. Aanbrengen klinkerbestrating op den Gasthuisweg te Den Oever, Êet parkeer terrein voor de auto's. Zooals uit vroegere mededeelingen bekend is, werd het door B. en W. wenschelijk geacht met het be straten van de gedempte Gasthuissloot te Den Oever te wachten tot het tijdstip, waarop de zakking van den opgebrachten grond tot staan zou zijn gekomen. Het komt hun voor, dat dit tijdstip geacht kan wor den thens te zijn aangebroken. Naar hun meening is 't wel zeker, dat eene afdoende voorziening slechts wordt verkregen als in deze bestratingsplannen ook de geheel e Gasthuis weg wordt betrokken; deze weg verkeert toch in een zeer slechte conditie. Op grond van deze overweging hebben zij den ge meente-opzichter eene begrooting van kosten doen opmaken van het aanbrengen eener klinkerbestra ting voor de gedempte Gasthuissloot en den Gast- huisweg van het begin tot het eind, dus van de Zee straat tot het hoekperceel, bewoond door G. de Haan. Blijkens die begrooting welke hierbij wordt overge legd, zullen de kosten van het gehcclc werk vermoe delijk bedragen f10200. B. en W. stellen voor hen, ter uitvoering van dit plan, een crediet tot genoemd bedrag te verleenen. De heer Lub is niet tegen het plan, maar vindt het een verschrikkelijk hooge begrooting. De Voorzitter vraagt of de heer Lub een speciale post heeft gevonden die hem te hoog voorkomt. De heer Lub antwoordt ontkennend, maar het be treft hier een betrekkelijk klein stukje straat en dan valt het genoemde bedrag tegen. De heer Bosker meent dat het niet zoo klein is, de gedempte Gasthuissloot en de weg. De Voorzitter herinnert er aan, dat het idéé was om er een parkeerterrein te maken, daarom is de sloot gedempt. Spr. moet toegeven dat het een hoog bedrag lijkt, maar de uitvoering van het werk is zeer noodig. Het is niet prettig dat geen overeen komst kan worden getroffen over het perceel de bakkerij van den heer Kalf, want die hoek is zeer belemmerend voor het' verkeer. De heer Oden v raagt of de groote autobussen er wel kunnen kopiQn'. De heer Lub vraagt of er met Kalf geen accoord is te treffen. De Voorzitter zegt, dat de prijs zoo exhorbitant hoog is, dat spr. h^t niet durft zeggen. De bakkerij zou onderste hoven moeten en dan meer achteruit een nieuwe bakkerij worden gebouwd, om den weg daar brecder te kunnen maken. Dat zou de gemeente dan kosten den nieuwbouw van een bakkerij. De heer Oden vraagt of het de bedoeling is dat alle auto's op dat parkeerterrein komen te staan. De Voorzitter zou dat niet durven verplichten, want de bussen worden' steeds gróoter. Opa*-* l—|uiicL door^eloopcr» p\eK^o, dnr-»etter*>, cLoorl ■ScKrüjoerv s/an de Kuid worden cicxcielujK» Vér- iaclnt en genezen door AkKcr'A K» I ooale^balse-m^ „Ceen 200 ^goed. (Adv. in Blu±tscnrnt.; De heer Oden acht dan de voorgestelde bestrating, wat de gedempte Gasthuissloot betreft, niet zoo noo dig. De Voorzitter deelt mede, dat van den opzichter ook een opgave is ingekomen, waaruit blijkt, dat wanneer de wettelijke helft van de gedempte Gast huissloot niet wordt bestraat, dit vermindering aan kosten zal beteekencn van f 2500.B. en W. meenen echter dat het verstandiger is om alles in orde te maken, dan krijgt men ook dat overwaaien van zand niet. De heer Oden vraagt of de hoek tegenover het per ceel Kalf niet te koop is, maar de heer Bosker zegt dat dan de draai niet goed is te nemen. De heer' Jn. Lont oordeelt dat als de groote ver keersweg er komt, de autobussen niet naar de Ge dempte Gasthuissloot behoeven. Spr. zou daarom lie- omver niet te ver vooruit loopen. De Voorzitter meent dat men zich te veel blind staart op de autobussen; twee auto's in de Zeestraat kunnen elkaar niet passeeren. Het is gewenscht het verkeer rond te leiden. De heer Oden gevoelt wel wat voor het plan. Den Oever is een zeer gebrekkige plaats voor het auto verkeer en spr. zou daar e en eenzijdig verkeer wenschen. Do Voorzitter wil over de wijze, waarop het ver keer daar moet worden geregeld, nog wel eens zijn gedachten laten.-gaan. Do heer Oden wijst ook op de hoofdverkeerswegen die herstelling*behoeven en spr. is daarom wel voor het voorstel, als 'hief-terrein maar productief wordt gemaakt. De heer Bosker zegt dat verleden jaar aangedron gen is op bestrating cn nu stellen B. en W. dat dan voor. Spr. wijst ook op de particuliere auto's, die men zoo op straat neer zet, maar wat niet doenlijk is. De heer Oden erkent dat bestrating noodig is. Het is alleen de' lrtvést.ie maar"ofhef,"terrein' productief gemaakt wordt. Als de bussen er kunnen staan is het een gcwenschte plaats. Het voorstel van B. cn W. in stemming gebracht, wordt verworpen met 4 tegen 7 stemmen, tegen stemden de heeren Bakker, Jb. Lont, de Vries, Jn. Lont, J. Kooij, Oden en Lub. De heer Lub vraagt of de heele zaak nu niet van de baan is. De Voorzitter oordeelt dat dan nu behandeld kan worden de bestrating tot de helf van de gedempte Gasthuissloot. De heer J11. Lont wil wachten tot we een goeden verkeersweg hebben. De Voorzitter geeft in overweging dat B. en W. dan eerst probeeren een goede breedte voor den te maken weg te krijgen. De heer Lub vreest dat het zal worden een uit stel tot St. Juttemis. Het resultaat van de bespreking is tenslotte dat tot uitvoering van het goedkoopere plan, dus het niet-bestraten van het westelijk gedeelte van de Ge dempte Gasthuissloot, wordt besloten, tegen stemden de heeren Jn. Lont en M. Kooij. Be herziening van den ligger der wegen. Aan de orde is de voordracht van B. en W. tot het verleenen van een crediet wegens herziening van den ligger der wegen. In zijn toelichting wijst de Voorzitter er op dat Ged. Staten herhaalde malen aangedrongen hebben op het in orde maken van den ligger der wegen en zij een paar personen hebben opgegeven die dit om vangrijk werk zouden kunnen verrichten. B. en W. hebben zich dan in verbinding gesteld met den heer Boonstra te Haarlem, die eerst een onderzoek zou moeten instellen naar de kosten van het werk en daartoe wel opmetingen zou moeten doen. Het was hem niet mogelijk de kosten van dat onderzoek op te geven. B. en W. vragen daarom voor het onderzoek een voorloopig crediet van f750.en wijzen er op dat dc Provincie in den regel voor de helft bijdraagt in de kosten van het in orde maken van den ligger. De heer Lub vraagt of er een bepaald vakman voor noodig is. De Voorzitter antwoordt bcvestigdend, aan den gemeente-opzichter is gevraagd het werk te doen, maar die kan er geen-tijd voor vinden. Op een des betreffende vraag van den heer Lub zegt spr dat er op Wieringen niemand is die het werk dan doen. De heer M. Kooij vraagt of die mijnheer uit Haar lem dat bedrag van f750 hoeft genoemd of B. en W. Spreker zou het beter vinden geen bedrag te noe men. Dc heer Jb. Lont wijst er op dat onze gemeente opzichter pas f 1000.verhooging heeft en nu kost dit misschien weer f 1000.Bij den schoolbouw was ook een particuliere opzichter, tot slot hebben we alleen particuliere opzichters en technische ambte naren. De Voorzitter herhaalt dat de gemeente-opzichter volstrekt geen tijd heeft. De heer Lub: Hij heeft toch wel de capaciteiten? De heer Oden vraagt, waar blijkt dat ook de heer Boonstra wel een paar jaar noodig zal hebben om het werk af te maken, of Poel het dan ook niet in dien tijd kan doen en de heer Jb. Lont meent dat dan aan don opzichter wel 3'jaar gegeven kan worden. De Voorzitter is bang dat als het aan den gemeente- opzichter wordt opgedragen, het andere werk ten achter zal geraken en dan tenslotte gesproken zal worden over de aanstelling van ecu adjunct-opzich ter. De heer Kaan vraagt of dat voorloopig onderzoek naar de kosten dan wel noodig is of het dan niet beter is den heer Boonstra direct aan te stellen. De Voorzitter: Dus het werk aan don heer Boon stra opdragen en B. cn W. een blanco crediet te ge ven. De heer Bakker vindt, dat toch ook een gevaarlijk iets. De heer M. Kooij zegt, dat dit ook zijn bedoeling niet was. De heer Jb. Lont blijkt nog niet zoo heel veel ver trouwen te hebben in het vooruitzicht dat de pro vincie de helft der kosten wel zal betalen, doch de Voorzitter zegt, dat het hier een vaste regeling be treft. Tenslotte komt dan het voorstel van B. en \V. in stemming en wordt he't verworpen met 6 tegen 5 stemmen. Tegen stemden de heeren J11. Lont, Kaan, J Kooij, M. Kooij, Oden en Jb. I,ont. Ietwat wrevelig vraagt de Voorzitter wat er nu ge beuren moet. De heer Jn. Lont wil den gemeente-opzichte op dracht geven. De Voorzitter merkt echter op, dat al eerder aan den opzichter opdracht is gegeven en Ged. Staten gevraagd hebben hoe het nu eigenlijk zat met den ligger. Gezien de drukke werkzaamheden is dat dus niet mogelijk. De heer Bakker vraagt, of die werkzaamheden vol gend jaar niet minder zullen zijn. De Voorzitter wijst op de kans dat Ged. Staten ten slotte zullen zeggen, dat de provincie zelf den ligger in orde zal maken. Spr. wijst op het vele straatwerk enz. waar de opzichter toezicht op moet houden, bouwaanvragen, enz. De heer Lub constateert, dat hij den opzichter zel den bij het straatwerk ziet en na salarisverhooging we een geheelen opzichter hebben. De heer Jn. Lont zegt, dat ze van hoogerhand wel aandringen, maar aan dat opdrijven van de uitga ven komt een eind. De Voorzitter zegt nogmaals, dat het werk niet lan ger kan wachten. In de volgende vergadering zouden B. en W. weer met de mededeeling komen dat Poel geen tijd heeft. De heer Kaan stelt voor, het werk aan den heer Boonstra op te dragen, hij gelooft wel dat die de ge meente eerlijk behandelen zal. De Voorzitter: Ongetwijfeld. Dus dan aan B. cn W. een blanco crediet verleenen. De heer Lub wil dat voorstel-Kaan eerst nader hoo- ren en waar de Voorzitter dat dan nader wil verkla ren, meent de heer Lub deft de heer Kaan dat toch beter zelf kan doen. De heer Kaan wil dan het werk opdragen aan den heer Boonstra, en niet dat voorloopig onderzoek naar de kosten doen instellen. De heer Bakker vraagt, of nu niet iemand aange steld kan worden die direct met het werk kan begin nen. Want blijkens de mededeeling dat het werk minstens een paar jaar zal vorderen, heeft ook mijn heer Boonstra geen tijd. De Voorzitter zegt, dat ook voor andere gemeenten dezelfde werkzaamheden worden verricht. De heer M. Kooij wil het onderzoek naar de kosten op nota zien uitgevoerd, de heer Jn. Lont wil dat het werk achter elkaar wordt afgemaaekt en de Voorzit ter zegt dan tenslotte toe, dat er iemand zal wor den gevraagd om het werk spoedig te kunnen klaar maken. Maar spr. betwijfelt het, want de menschen hebben ook andere gemeenten. Het voorstel-M. Kooij, het onderzoek van kosten op nota wordt dan aangenomen met 9 tegen 2 stemmen, tegen stemden de heeren Oden cn Bakker. Van een commissie die belangrijk werk doet. Da politiek komt in 't spel. Tengevolge van het niet-aannemen zijner benoe ming tot lid-werknemer der Commissie van advies voor de werkloosheidsverzekering cn arbeidsbemid deling door den heer J. P. Wigbout, bevelen B. en W. thans, nadat de alhier bestaande vereenigingen van werknemers in de gelegenheid zijn gesteld eene aanbeveling voor den in deze vacature te benoemen persoon in te dienen, ter benoeming aan den heer. H. J. A. Lücker. De heer Wigbout kwam oorspronkelijk als no. 1 voor op de voordracht van den modernen bouwvakar beidersbond, terwijl de aanbevolen candidaat als no. 1 voor kwam op de aanbeveling van den katholie ken bond „St. Jozef'. De heeren Lub en Oden hebben er nu bezwaar le gen dat de heer Lücker wordt aanbevolen en niet bijv. no. 2 en 3 van de aanbeveling, die als no. 1 den heer Wigbout aangaf. Zij oordeelcn dat de Voor zitter onvoldoende rekening boudt met de sterkte van de bonden en dat als volgens de aanbeveling werd besloten, de katholieken 2 leden zouden krijgen. De Voorzitter merkt op, dat niet hij, maar B. en W. de aanbeveling hebben opgemaakt en dat men vrij is in zijn keuze. Nadat spr. dan mededeeling heeft gedaan van de personen die verder op de aan beveling voorkwamen, wordt de heer C. 'lijscn met 6 stemmen benoemd, de heer Lücker verkreeg 3 stemmen, terwijl 2 stemmen blanco werden uitge bracht. Een paar mededeelingen. Naar aanleiding van een door den heer Lub in de vorige vergadering gestelde vraag, heeft de Voorzit ter geinformeerd waarom de gemeente Doniawer» stal uitkeering uit het wegenfonds had ontvangen. Omdat het betrof wegen die op de provinciale we genlij st voorkwamen. Deze mededeeling is oorzaak dat men wijst op de verschillende gemeenten en waterschappen die blij kens het bericht in dc Schager Cournnt ook een uit keering uit liet wegenfonds krijgen en de Voorzitter heeft zich er vooral over verbaasd dat Texel, een eiland, ook een uitkeering krijgt. Spr. zal nog eens nader informeeren. Dat Wieringen niets krijgt, is misschien wel met het oog op een nieuw aan te leg gen weg. Wat de aanslag van schoolgeld van wed. S. Bak ker betreft, waar reeds een paar maal van is gespro ken, het betrof hier 75 cent over het le kwartaal 1928, die nog betaald moesten worden. Haar echt genoot overleed 25 Februari en na het le kwartaal is wed. S. Bakker niet meer aangeslagen geworden. De lieer Lub zegt dan verkeerd te zijn ingelicht. De Voorzitter deelt verder over de wegen mede, dat het herstel der Hoofdstraat zal kosten f960, de Voorstraat te Den Oever f 435 cn de Beursdijk f480, totaal f 1875. Van dit bedrag zal dus pen derde ge deelte betaald worden door het P.E.N. Wat het vernieuwen en verbre'eden van de Belt- straat betreft, vanaf C. Grin tot Ant Keijzer, met in begrip van de bcrmbcstrating tot Mekkcnstuinweg, worden die kosten begroot op f 4564. De heer Jn. Kooij wil maar wachten, de boel i3 hier heel mooi. De heer Oden zegt dat de heer Kooij niet op de hoogte is, want dat hij een natten weg de prut tegen de ramen vliegt in dc Belststraat. De heer J11. Kooij herhaalt echter dat als hij zoo van buiten komt, hij den toestand hier schitterend vindt. En er komt geen eind aan De Voorzitter merkt op dat er nog wel meer straatwerk moet gebeuren en er nog geen besluit moet worden genomen. Veldwachter Post vraagt per 1 Januari ontslag. De Voorzitter deelt dan mede. dat de gemeente veldwachter, tevens bode, van plan is tegen 1 Jan. a.s. ontslag aan te vragen. Op 't oogenblik bestaat de mogelijkheid dat aan een rijksveldwachter een vaste standplaats te Westerland wordt aangewezen. Als dit het geval mocht zijn, clan zouden B. en W. geen nieuwe gemeenteveldwachter willen aanstellen, maar den Raad aanbevelen alleen een-bode te be noemen. Op het oogenblik is er te Westerland een woning te huur voor f5 per week cn de gemeente zou op die huur dan f 1 per weck dienen toe te leggen. Dc heer Lub wijst er op dat hier 10-tallen arbei ders zijn'die meer dan f5, ja f7.f7.50 a f8 huur betalen cn spr. begrijpt niet waarom de gemeente voor den rijksveldwachter telkens een toeslag moet geven. Zij hebben toch een flink salaris. De Voorzitter vraaagt aan den heer Lub hoe hoog deze denkt dat het salaris is. De heer Lub denkt van het hoogste bedrag f40. De Voorzitter zegt dat de eventueel te benoemen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 5