v ROSSEM ZEEPAARD I5cr
LICHTE HARYLAND BAAI 4
IN PATENTVERPAKKING
De heer Kooij vraagt waar de nieuwe woning xal
lcomen.
De Voorzitter deelt mede van in het verlengde van
de Thorbeckestraat.
De heer Kooij oordeelt dit geen geschikte plaats,
omdat bij eventueele uitbreiding van de gasfabriek
er geen voldoende terrein zal overblijven. Spr. stelt
voor de woning aan de Oosterstraat te bouwen.
Voor zoover verstaanbaar, meenen wc den heer
Leguit de opmerking te hooren maken, dat ook hij
wel wat voor de Oosterstraat gevoelt, al zijn er ook
bezwaren.
De heer Van Nuland vertelt dat het hem bekend
was, dat er in gewerkt zou worden de woning elders
gebouwd te krijgen dan de Raad reeds had besloten
en spr. verheugt zich er over van den Voorzitter te
hooren dat deze de Thorbeckestraat noemt. Na alle
onaangenaamheden die de directeur heeft beleefd en
nog zal beleven, noemt spr. de Thorbeckestraat de
aangewezen plaats voor de nieuwe directeurswoning
«11 met kracht zal hij zich tegen het bouwen aan de
Posterstraat verzetten, als zijnde geen geschikte
plaats, geen uitzicht of tegen een steenkolenloods of
pakhuis en altijd in stof en roplc van de fabriek te zit
ten.
Door den heer Bakker wordt er op gewezen, dat de
Paad zich uitgesproken heeft dat het in het belang
van het bedrijf is dat de directeur bij het bedrijf
woont want dat anders spr. voor een dergelijke prach
tige woning, noch de Thorbeckestraat, noch de
Oosterstraat de aangewezen plek vond.
De heer Gorter wil eerst besluiten of er al of niet
een woning zal worden gebouwd.
De heer Van Erp wil nu ook den heer Schoorl hoo
ren.
De heer Leguit deelt mede, dat de gasdirecteur zelf
geen bezwaar tegen de Oosterstraat had, maar de heer
Van Nuland zegt, dat de directeur had gezegd, dat
als men voor hem op de vuilnisbelt zou willen bou
wen, hij er ook zou gaan wonen, omdat het een
dienstwoning is en hij die volgens instructie moet be
trekken.
De Voorzitter zegt daar allemaal niets van te we
ten.
De heer Van Erp: Daarom wil ik iets van den heer
Schoorl hooren.
De heer Schoorl zegt dat als de woning maar bij het
bedrijf komt, het hem tamelijk onverschillig is, op
welke plaats de woning komt. Spr. heeft in het col
lege van B. en W. gezegd, graag van den directeur
te hooren wat die denkt over het hebben van een
overzicht over het terrein en spr. meent dat destijds
is geoordeeld dat het 't beste was de woning in het
verlengde van de Thorbeckestraat te bouwen.
Den heer Van Erp bevreemdt het dat op de tecke-
ning niet uitkomt op welke plaats zal worden ge-
3>ouwd en spr. wijst er op dat blijkens de besprekin
gen de Vet houders buiten den Voorzitter om spreken
over een andere plaats.
De heer Schoorl zegt, dat in do laatste vergadering
van B. en W. geen seconde is gedacht aan de plaats
noch is er over gesproken.
De Voorzitter zegt dat dit waar is, maar de mee-
ning was dat de woning in de Thorbeckestraat zou ko
men.
De heer Schoorl: Voor mij is de meening en het
advies van het hoofd van het bedrijf van belang.
De heer Gorter: Dan had u die meening in het col
lege moeten bespreken.
De heer Bakker wijst or op dat zijn fractie van be
gin af niet voor het bouwen in de Thorbeckestraat
is geweest en nu het dus op 't oogenblik gaat over
de stichting, nu doen wij een poging, zonder eenige
ruggespraak, om de woning in de Oosterstraat te krij
gen. Spr. herhaalt dat keurige gebouw in de Thor
beckestraat niet op zijn plaats te achten. Snr. vestigt
verder de aandicht er op dat deze woning klein 10
mille zal kosten en dat in de toekomst de mogelijk
heid bestaat, dat, als nog eens gas aan omliggende
gemeenten zal worden geleverd, het terrein noodig is.
De heer Leguit ontkent dat het college van B. en
W. hekend was met het voorstel dat nu wordt gedaan
om elders te houwen.
De heer Van Nuland evenwel zegt dat dit gister
avond ten huize van den heer Schoorl is bekonkeld
en dat door de loslippigheid van de heeren dat voor
nemen tot hem was doorgedrongen.
Spr. is overtuigd van de onpartijdigheid des Voor
zitters, maar vindt het 'n groot schandaal dat zoo-
iets buiten den Voorzitter om wordt gedaan.
De heer Van Erp wil maar van die onverkwikke
lijke zaak afstappen, maar doet dat niet voor en aleer
ook hij zijn afkeuring heeft, uitgesproken over de
handelwijze van de beide wethouders. Spr. heeft het
over de coalitie van de uiterste noodzaak.
De heer Overtoom wijst er op, dat als de woning
aan de Oosterstraat, zou worden gebouwd, de voor
gevel op de gedempte sloot zou komen en dan geheid
zou moet worden en spr. vraagt, of dat in de begroo
ting is opgenomen.
De Voorzitter deelt mede. dat op de begrooting
voorkomt een bedrag van f8500 volgens de oude be
grooting, maar dat die oude begrooting in de com
missie was zoek geraakt. B en W. moesten er zich
dus noodgedwongen bij neerleggen
De heer Overtoom zegt, dat 7 u 8 weken geleden de
opzichter reeds aan spr. naar die begrooting vroeg en
spr. zegt dat 't niet juist is dat zij in de comm. zoek is
geraakt. Wel had spr. de hoofdposten genomen en
spr. heeft die den opzichter ter beschikking gesteld.
Zevert a acht weken geleden wist de opzichter dus
reeds dat de hegrooting zoek was en spr. wist niet
dat de opzichter het zoo druk had, dat hij in dien
tusschentijd geen nieuwe begrooting kon maken.
De heer Van Erp verheugt er zich over. dat B. en
W. de oude woning publiek willen verkoopen, maar
spr. vindt de omschrijving, dat zij dat zullen trach
ten te doen, te vaag.
De Voorzitter zegt,, dat als de som die geboden
wordt, te laag is, B. en W. dan weer bij den raad
komen.
De heer Ivooij zegt, in het belang van de gemeente
te hebben voorgesteld de woning aan de Ooster
straat te doen bouwen, maar dat wordt blijkbaar
niet gesteund.
De heer Van Nuland: U was gebonden aan de uit
spraak van gisteravond.
De heer Bakker zegt, een dergelijke insinuatie niet
re nemen. Dat er gisteravond een bijeenkomst is ge
weest is heel gewoon en ook dat als er geen een
stemmigheid is, de meening van de meerderheid of
minderheid naar voren wordt gebracht. De meening
van de S.D.A.P.-fractie is reeds eerder bij monde van
den heer Willemse kenbaar gemaakt en dat nu ge
tracht wordt andere leden te overtuigen, dat zijn
geen streken.
De Voorzitter wil de discussiën nu maar sluiten.
De heer Van Erp meent, dat de beide wethouders
er niet aan mee behoorden te doen en dat het hun
plicht is don Voorzitter met hun plannen op de
hoogte stellen.
De heer Schoorl: Daar heeft U niets mee te ma
ken.
De Voorzitter zegt de discussiën als geëindigd te
beschouwen en vraagt of nog iemand er op tegen
heeft, dat de nieuwe woning wordt gebouwd. Dat
blijkt niet het geval te zijn, evenmin als tegen den
bouw aan de Thorbeckestraat.
Over den verkoop van het oude huis zal de heer
Overtoom nog in comité spreken.
De rekening over 1928.
Aangeboden wordt de gcmeente.rekening voor den
dienst 1928. De gewone dienst sluit met een batig
slot van f 200147, n.1. in ontvangsten op f 259482.79Vè.
uitgaven f257478.32De kapitaaldienst geeft aan
ontvangsten f 12G106, uitgaven f 126106.
De Voorzitter stelt aan" de orde benoeming van een
commissie die de rekeningen zal nazien.
Vier blanco stembriefjes worden ingeleverd en
verder worden benoemd de heeren Gorter, Kooij en
De Vries. De eerste bedankt, de beide anderen ne-
jrien aan.
Voor het derde lid heeft de stemming het volgen
de verloop: Lookman 4, Bakker 3, van Erp 1, blanco
3: tweede vrije stemming zelfde uitslag; herstem
ming tusschen Lookman en Bakker, niet uitslag
Lookman 5, Bakker 4 stemmen, blanco 2.
De heer Lookman bedankt.
Gekozen wordt dan: Bakker 6 stemmen, Over
toom 1 stem, blanco 4 stemmen; de heer Bakker
neemt de benoeming aan.
Opnieuw de gascorrnptle.
Van de raadsleden K. Bakker en J. W. Lookman
was een schrijven ingekomen, waarin gezien het
raadsbesluit d.d. 12 April 1929, waarbij aan den Di
recteur van het Gasbedrijf kwijtschelding werd ver
leend van de hem opgelegde straf, overwegende dat
bedoeld besluit is genomen in een onvoltallige zit
ting van een geforceerde en naar veler rechtsgevoel
geheel onjuiste samenstelling.
Overwegende voorts:
dat de aan den Directeur opgelegde straf, gezien
de geheel uit eigen beweging aan de beide wethou
ders gedane bekentenis, nog altijd zeer clement moet
worden geacht, dat het geforceerde raadsbesluit van
12 April j.1. in flagranten strijd is met het algemeen
rechtsgevoel, dat het wenschelijk is te voorkomen,
dat onjuiste inzichten ontstaan door het feit van het
niet verder vervolgen door de justitie, wordt ver
zocht:
le. In het openbaar voorlezing te doen van het
rapport van den rechtskundigen adviseur der ge
meente betreffende deze zaak;
2e. het meergenoemde besluit van 12 April 1929,
waarbij den Directeur kwijtschelding van zijn gelde
lijke straf werd verleend, in te trekken.
B. en W. stellen den Raad, voor aan sub 1 van het
verzoek te voldoen door voorlezing van het desbetref
fende rechtskundig advies.
Ten opzichte van sub 2 van het verzoek, deelen
B. en W. mede, dat zij zich ook daarmede kunnen
vereenigen.
Zij stellen echter voor bij de behandeling der he
grooting voor 1930 de salarisregeling van den Di
recteur te herzien, gelet op de salarissen van Direc
teuren van Lichtbedrijven in de omgeving.
De Voorzitter geeft het woord aan den heer Bakker
en deze dankt B. en W. dat ze de zaak zoo spoedig in
den raad hebben gebracht Wat hun voorstel betreft,
spr. wijst er op dat het een lijvig rapport is en stelt
voor het na afloop der vergadering ter inzage te ver
strekken aan de pers, opdat tot algeheele publicatie za!
kunnen worden overgegaan. De S.D.A.P. heeft in het
geheele land besloten de corruptieve gevallen te bestrij
den en bloot te leggen, en spr.'s fractie heeft gemeend
van dit standpunt niet te mogen afwijken. Spr. wijst op
de bekentenis van den gasdir. uit eigener beweging,
dat de straf zoo clement is dat zij oordeeler dat ze ge
handhaafd moet blijven, en als het voorstel niet wordt
aangenomen hun rechtsgevoel niet wordt bevredigd.
De Voorzitter vraagt of iemand dan het woord ver
langt over het onder punt 1 genoemde voorstel.
De heer Van Nuland zegt zeer verontwaardigd dat de
heer Bakker blijkbaar beter op de hoogte is van het
justitioneel rapport dan wij. wijl deze spreekt van een
lijvig rapport Daar blijkt weer uit spr. is weer van
Voorzltter's onpartijdigheid voldoende zeker, dat de
wethouders weer dingen doen, die alle perken te buiten
gaan en blijkbaar den heer Bakker het rapport in han
den hebben gegeven. Spr. protesteert daar krachtig te
gen.
De heer Bakker zegt, het rapport nooit In handen te
hebben gehad of te hebben gezien, maar door een uit
lating is van de zijde van de voorstellers ingezien, dat
wij te kort zouden doen aan den wensch van publiciteit
als spr. dat niet had gevraagd. Spr. vraagt beleefd of
hij mag zeggen, wie hem de mededeeling deed dat het
een lijvig rapport was.
De heer Mol zegt nu dat hij den heer Bakker alleen
heeft gezegd dat het een rapport was van 8 folio's.
De heer Van Nuland zegt dat hij wat achterdochtig is,
maar daartoe bestaat ook wel reden.
De Voorzitter zegt dat we ons nu tot het verzoek
kunnen bepalen.
Den heer Van Nuland bevreemdt het dat het rapport
niet bij de stukken heeft gelegen.
De Voorzitter zegt dat dit niet is gevraagd.
De heer Van Nuland meent dat men dit toch van
den Voorzitter mag verwachten, waar het zoo'n belang
rijke zaak betreft. Het betreft hier geen gemeentelijke
adviezen.
De heer Gorter wil deze zaak voorloopig zien terug
genomen, want de Voorzitter legt een rechtskundig ad
vies over, maar ook spr. wil wel een rechtskundig ad
vies inwinnen en dan die adviezen tegenover elkaar
stellen.
De heer Van Erp kan er zich ook niet mee vereeni
gen dat zoo'n lijvig dossier niet bij de stukken heeft
gelegen en begrijpt niet dat de voorstellers niet hebben
voorgesteld het rapport ter kennis te brengen aan den
raad. In de eerste plaats heeft de raad daar recht op.
De Voorzitter wijst er opnieuw op dat de voorstellers
wilden voorlezing van het rapport, en dan kan de Voor
zitter het rapport toch niet bij de stukken neerleggen.
De heer Van Erp vraagt of er hier nu nog een verstan
dig man is. die waarde zal hechten aan dat rechtskun
dig advies. Als deze toch niet spreekt in den geest van
B. en W. dan is het geen advokaat meer.
De Voorzitter brengt In stemming of het rapport zal
worden voorgelezen of niet. Met 7 tegen 4 stemmen
wordt tot voorlezing besloten, tegen stemden mevrouw
'Beerling en de heeren Gorter, Van Nuland en Van Erp.
Het rapport van Mr. W. C. Bosman was dan gelezen
en deze releveert allereerst de gang van zaken, het on
derzoek van B. en W.. de bekentenis van den directeur,
het rapport van B. en W. en de beslissing van den raad
Aan de justitioneele mededeeling dat geen strafrechter
lijke vervolging zal plaats vinden, wordt te veel aan
dacht geschonken, en het doen voorkomen alsof er geen
termen waren voor verdere vervolging is onwaar, en,
dat het cijfer van f 2266.85 (het bedrag dat de directeur*
in de kas van het bedrijf moest terugstorten) niet is
vastgesteld, komt omdat geen vervolging is Ingesteld.
In zyn verzoekschrift tracht de directeur allen wijs te
maken, dat hij de onschuldigste mensch is, die denk
baar is. maar na een juridisch betoog concludeert dc
adviseur dat afwijkend op het verzoek van den heer
Blaeser dient te worden beschikt.
De heer Gorter verwondert er zich over dat B. en W.
zoo'n groote waarde hechten aan het eenzijdig rapport,
dat een geest ademt om in het gevlei te komen. Spr.
hecht er alleen waarde aan als het een advokaat Is,
die boven de partijen staat.
De Voorzitter zegt dat nu aan het eerste gedeelte van
het verzoek is voldaan, en stelt voor niet het rapport te
bespreken.
De heer Van Erp moet om het heele rapport lachen.
De Voorzitter zal eerst in stemming brengen of het
rapport zal worden besproken. Hiertoe wordt zonder
hoofdelijke stemming besloten.
De heer Van Erp lacht om het rapport van den ad
vokaat, de heele conclusie is gebaseerd op het onder
zoek van B. en W. en dat rapport Is opgemaakt In
strjjd met de waarheid. Spr. wijst er op dat hier men-
schen zitten die zoo graag opkomen voor de rechtspo
sitie van de ambtenaren, maar die nu gelden in de ge
meentekas trachten te krijgen van een ambtenaar en
spr. acht het zijn plicht dat zoo lang mogelijk tegen te
gaan.
De heer Overtoom vraagt, wat de bedoeling was van
het voorlezen van het stuk.
De heer Bakker: Openbaarheid.
De heer Gorter: Met gebruikmaking van een een
zijdig rapport.
De heer Overtoom wijst erop, op voorlezing alleen
geen prijs te stellen, als hij niet in de gelegenheid is,
om er rustig over na te denken en desgewenscht op
andere wijze te worden toegelicht. Spr. gevoelt zich
niet gerechtigd opnieuw zijn stem te bepalen.
Ook van meerdere kanten, de heeren Gorter en Van
Erp, wordt aangedrongen op behoorlijke inzage en de
heer De Vries meent dat daar niets tegen is.
De heer Bakker heeft ook geen bezwaar, als het maar
geen partijdigheid wordt.
De heer Leguit vindt het heel goed dat het aange
houden wordt, als de zaak dan maar spoedig haar
beslag krijgt.
De heer Overtoom zal het op prijs stellen, als een
afschrift van het rapport aan de raadsleden wordt
toegezonden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt goedgevonden*
de verdere behandeling van dit punt aan te houden.
De rondvraag. Het vuurwerk van de
jubiieerende vereenigingen.
De heer Van Erp vraagt of het juist is, dat B. en W.
afwijzend hebben beschikt op het verzoek van de ju
biieerende vereenigingen „Lycurgus en Harmonie" om
een gratis vuurwerk, en waar dit juist is, zegt spr.,
dat hij de beslissing graag In handen had gezien van
den raad. Spr. wijst op het zeldzame feit van de jubi
leums, op de poging om menschen hierheen te trekken,
en als de gemeente dan f 300 voor het vuurwerk uit
geeft, dit bedrag aan vermakelijkheidsbelasting terug
wordt ontvangen. Spr. stelt voor, om de kosten van
het vuurwerk voor rekening der gemeente te nemen.
De heer De Vries hoort met verbazing van deze af
wijzende beschikking en dacht, dat zooiets den raad
moest worden voorgelegd.
De Voorzitter zegt dat het adres aan B. en W. was
gericht.
Opgemerkt wordt, dat men adressanten dan wel had
kunnen mededeelen, dat zij zich tot den raad dienden
te wenden.
Gewezen wordt op het feit, dat het hier zeer ge
wichtige jubileums betreft, dat men een meer gemoede
lijke behandeling had verwacht, en hoewel de heer
Bakker nog een bedrag van f 250 had genoemd, wordt
zonder hoofdelijke stemming het voorstel-Van Erp
aangenomen, om voor het vuurwerk f 300 beschikbaar
te stellen.
Van dit en van dat en van alles wat.
De heer Van Erp heeft reeds eerder gewezen op den
slechten toestand, waarin de weg bij de coupure aan
den Lagedijk zich bevindt. Spr. noemt dat dan koeke-
baklcerswerk en waar de menschen zoo op baantjes zijn
gesteld, zegt spr., het bijzonder op prijs te zullen stel-
•len, als belasting-betalend burger, dat de heeren daar
hun plichten eens deden. Spr. dringt er op aan, dat aan
het Hoogheemraadschap wordt gevraagd, den weg zoo
spoedig mogelijk te verbeteren.
De heer Van Erp wijst dan op art. 11 van het Grond
bedrijf, bepalende, dat eenmaal per 3 maanden kas en
boeken moeten worden nagezien en procesverbaal er
van moet worden opgemaakt. Daar is geen gevolg aan
gegeven en spr. zou graag zien, dat dit door het Veri
ficatiebureau van de Vereeniging v. Ned. Gemeenten
werd gedaan. Wat het kost, kost het, maar gezien den
huidigen toestand waarin we verkeeren, zou spr. zich
niet verantwoord gevoelen tegenover de burgerij, als
het niet door een deskundige werd gedaan.
De heer Van Nuland herinnert aan zijn verzoek, na
te gaan of de controle niet door een plaatsgenoot kan
geschieden.
De heer Gorter ziet de controle 't liefst in één hand.
De heer Schoorl zegt, dat de opmerking van den
heer Van Erp juist is en B. en W. excuus mogen vra
gen. Maar tot nu toe, was er geen cent in kas.
De heer Van Erp vraagt, welk lid van het college
aangewezen is om de controle te houden.
De Voorzitter zegt. dat B. en W. dat doen.
De heer Van Erp informeert dan naar de gelden
van de tuintjes.
De heer Schoorl zegt dat nu enkele menschen hebben
betaald.
De heer Van Erp heeft het dan verder over den
duisteren toestand van het Grondbedrijf, over de mo
gelijkheid dat straks een ander zal zijn geroepen dat
mysterieus bedrijf uit te zoeken en over de mogelijk
heid, dat Ged. Staten een regeling als waartoe is be
sloten, niet goed willen keuren. Een goed accoun-
tisch onderzoek acht spr. gewenscht.
De heer Van Nuland heeft gelezen van den gunsti-
gen uitslag bij de U.L.O.-examens, toen 9/10 der leer
lingen van onze U.L.O.-school met goed gevolg eind
examen deden. Spr. meent, dat van deze tafel wel
een woord van hulde aan het onderwijzend personeel
mag worden gebracht.
De Voorzitter beaamt dit.
De heer De Vries zegt, dat B. en W. afwijzend hebben
beschikt op een verzoek van een jongmensch om als
volontair ter gemeente-secretarie te worden aange
steld. Spr. vraagt of het wel juist is, dat de jongen
zich tot een buitengemeente moet wenden.
De Voorzitter zal in besloten vergadering mededee-
lig doen.
De heer Gorter heeft in de plaatselijke pers gelezen
over de voorbereidende maatregelen van de nieuwe
school. Is het de bedoeling een deskundige aan te stel
len?
De Voorzitter zegt, dat het oorspronkelijke plan van
B. en W. was om het den gemeente-opzichter te laten
doen, omdat anders de kosten zoo hoog worden. In de
eerstvolgende vergadering van B. en W. zal spr. het
tersprake brengen, want er is een verzoek ingekomen
van een plaatsgenoot.
De heer Gorter heeft gezien, dat het kolenvervoer
nu weer per schipper plaats vindt, hoewel vorig maal
gezegd was, dat het per as zou gebeuren.
De Voorzitter zegt, dat de voorwaarden van Bras zoo
gunstig waren, spr. meent van 80 cent per ton goed-
kooper, dat B. en W. hiertoe besloten. Bovendien werden
waarborgen gegeven, dat niet gemorst zou worden en
het stuiven zou worden tegengegaan door de kolen nat
te maken.
De heer Lookman vestigt de aandacht van B. en W.
op den toestand van het bovengrondsch electrisch net
in de Regentenstraat, waar op sommige plaatsen de
leiding wel een wasehlijn gelijkt. Spr. vraagt naar het
maken van het ondergrondsche net.
De Voorzitter zegt, dat dit wacht op de goedkeuring
van de begrooting.
Geoordeeld wordt, dat die goedkeuring niet behoeft
te worden afgewacht en dat het nu voor dat werk de
goede gelegenheid Is.
De heer Overtoom vestigt de aandacht op de boomen-
rij aan de Stille Laan, de jongens slingeren er als apen
aan.
Deze opmerking geeft den heer Van Erp aanleiding
nog eens te wijzen op al dat kapitaal, dat daar in den
vorm van het aangevoerde materiaal renteloos ligt en
overlast geeft aan de bewoners. Het is geen bewijs
van goede koopmanschap.
De heer Leguit zegt dat alleen de tegels zijn betaald,
anders wordt er geen steen betaald, voordat alles is
aangeveerd.
D$ heer Van Erp meent, dat men dan had kunnen
wachten met den aankoop.
De Voorzitter zegt dat gewacht moest worden op het
uitbreidingsplan.
De heer Gorter: En stel dan dat Ged. Staten het niet
goedkeurden?
De Voorzitter zegt, dat B. ea W. al wisten dat bet
De tijd om Rheumatiek te
vernietigen is voordat deze
U vernietigt!
De meeste rheumatische pijnen, kweilingen. en op
zwellingen worden veroorzaakt door te veel urine
zuur in het lichaam. Verwijder iederen dag het over
tollige urinezuur en U zult nooit meer behoeven te
lijden. Wacht niet tot het zich ophoopt en hevig fol
terende pijnen in Uw gewrichten U noodzaken plat
te blijven liggen verwijder het, iederen dag.
Als U genoeg krijgt van het steeds verloren gaan
der dagen door rheumatische pijnen on kwellingen,
begin dan morgenochtend een half theelepeltje Kru
schen Salts te nemen in een glas warm water, iede
ren morgen niet om den morgen, maar iederen
morgen.
Kruschen Salts is een combinatie van de zes le-
venszoutcn die de Natuur voorschrijft voor Uw li
chaam om volkomen gezond te zijn Zoodat, terwijl
Kruschen Uw lichaam vrij houdt van rheumatiek,
hot tevens Uw lichaam voorziet, van de nooclige ele
menten, die onmisbaar zijn om de gezondheid te be
vorderen en kracht, energie en levenslust aan te
kweeken.
,'rooeer een flacon van f 0.90 (toereikend voor tW69
maanden) of van fl.60, en we zijn ervan overtuigd,
dat de resultaten U zoo volkomen zullen bevredigen,
dat U nooit meer zonder Kruschen wcnscht te zijn.
Verkrijgbaar bij Uw apotheker of drogist.
goedgekeurd zou worden.
De heer Gorter zegt dat dan ook de opmerking van
den Voorzitter, dat gewacht moest worden op de goed
keuring van Ged. Staten, geen steek houdt.
De groote trom moet meer geroerd worden.
De heer Van Erp zegt dat de Voorzitter zit in de
wegen- en kanalencommissie en spr. wijst dan op een
artikeltje in de Schager Courant en vraagt of niet
op spoed kan worden aangedrongen voor het tot stand
komen van het kanaal KolhornSchagen—Stolpen.
De Voorzitter deelt mede, dat deze zaak zeer urgent
is en de commissie druk bezig is. De heer Schmalz en
spr, zijn naar den heer Reigersman geweest en is
medegedeeld dat de weg KolhornSchagen zal komen
zoodra het kanaal er is. Als met de kanalen wordt be
gonnen, zal 't eerst het kanaal KolhornSchagen
Stolpen wel aan de beurt komen. E>* zijn echter ver
schillende gemeente- en polderbesturen die nog niet
besloten hebben tot het verleenen van rrm bijdrage en
nu zou de gemeente Schagen die bedragen kunnen ge
ven, maar het bedrag doet ons nog terugschrikken.
De heer Van -Erp zegt, dat hij zoo weinig van deze
zaak hoort, Schagen moet meer op de trom slaan, Het
ls niet erg als onze gemeente nog eens f 1000 subsidie
geeft.
Ook de heer De Vries oordeelt, dat Schagen de groote
trom moet roeren.
De Voorzitter zegt, dat dit wordt gedaan.
Een minder goede verstandhouding tusschen
directeur en personeel der gasfabriek.
Den heer Gorter is ter oore gekomen dat er een
minder gewenschte verhouding bestaat tusschen den
directeur en het personeel der gasfabriek.
De Voorzitter beaamt dit, waarop de heer Gorter
vraagt of de lucht dan nu weer wat is gezuiverd.
De Voorzitter deelt mede dat Van der Ben en Burger
bij spr. zijn geweest met klachten over de toestanden
aan de fabriek en de minder goede verhouding tusschen
directeur en fitters. Spr. heeft toen den directeur ge
hoord en de uitspraak is geweest dat de fitters zich
moeten onderwerpen aan de leiding van den directeur en
alles gedaan moet worden om de goede harmonie te
bevorderen.
De heer Gorter wenscht dien ongezonden toestand
niet en het doet hem pleizier dat de uitspraak van B.
en W. aldus was. Spr. heeft liever dat die toestand van
daag ophoudt, dan morgen want het is schade voor het
bedrijf. Hoe is het gekomen?
De Voorzitter acht het niet gewenscht er nog verder
in details op in te gaan. Het zou voor de klagers niet
prettig zijn er nog meer van te zeggen.
De heer Gorter zegt dat het veel scheelt, wie er ge
lijk heeft.
De heer Van Nuland wijst op het werkliedenreglement
en op het recht den arbeider daarop te wijzen. Het be
trof hier het poetsen van het gereedschap, en spr. be
schouwt dat als een bealngrijk onderdeel.
De Voorzitter zegt dat er meer was.
De heer De Vries vraagt of we die besprekingen hier
niet kunnen nalaten.
De here Van Erp oordeelt echter dat ook wel over
andere personen van het bedrijf wordt gesproken en
zegt dat het programma der vrijzinnig-democraten voor
staat de grootst mogelijke openbaarheid. Spr. merkt op
dat hij misschien wel de aanleidende oorzaak is over
deze verhouding, doordat hij heeft gezegd dat er door
die heeren niet werd gewerkt. Spr. heeft nu de heeren
in de sleuf zien staan en dat zal de winstopbrengst van
het bedrijf ten goede komen. Zij oordeelden wel dat dit
hun werk niet was, en dat daar losse hulp voor aange
steld moest v/orden, maar het wa.s hun werk wel. Spr.
herhaalt nog eens, dat er meer gewerkt moet worden.
De heer Bakker zegt dat dit alle perken te buiten
gaat. We weten niet eens wie de schuld heeft
De heer Van Nuland: Het personeel.
Dè Voorzitter vindt dat te boud gesproken.
De heer Bakker vindt dat het een partijdigheidje
wordt.
De Voorzitter acht het gewenscht deze besprekingen
niet verder in het openbaar te houden.
De heer Van Erp evenwel zegt dat de heeren het mes
niet zullen ontkomen en dat ze den plicht hebben te
werken en dat de vrijheid van meening niet wordt on
dermijnd, daar zal spr. voor waken.
De Voorzitter zegt niet den indruk te hebben dat cr
door Van der Ben en Eurger niet wordt gewerkt, het
zijn zeer goede vakmenschen.
De heer Van Erp: Maar ze doen zco weinig.
De heer Van Nuland doelt mede dat de vrijheid van
meening niet altijd blijkt te bestaan, want dat er aan
de gasfabriek een roode terreur wordt uitgeoefend,
doordat getracht wordt een paar katholieke arbeiders
te verplichtèn zich aan te sluiten bij de S.D.A.P.
De heer Lookman verontwaardigd tot den heer Van
Nuland: Het is laag.
De heer Van Nuland, vervolgend, vraagt den Voor
zitter daar wel zijn aandacht aan te schenken.
De Voorzitter wil de discussies sluiten, maar de heer
Bakker wil nog iets zeggen, doch zakelijk. Evenals hij al
eerder heeft gedaan, wijst hij op de uitgebreidheid van
het electrisch net, dat door 1 ambtenaar in orde wordt
gehouden, en dat weinig storingen of gebreken heeft.
Een bewijs dat het goed onderhouden en nagezien wordt
Elders heeft men bij eenzelfde lengte van het net, meer
personeel Ook het gasbuizennet wordt op een deskun
dige manier onderhouden.
De Voorzitter gelooft dat de heer Bakker gelijk heeft.
De heer Van Erp zegt, dat de heer Bakker voor de
helft gelijk heeft, want het is een duidelijke demonstra
tie, dat de heeren wel In de gelegenheid zijn ander werk
te doen. Nu ze in de sleuf werken, ryst de vraag wal
ze in dien anderen tijd hebben gedaan.
Hierna sluiting.