v ROSSEM ZEEPAARD I5cr LICHTE HARYLAND BAAI 4 IN PATENTVERPAKKING De heer Kooij vraagt waar de nieuwe woning xal lcomen. De Voorzitter deelt mede van in het verlengde van de Thorbeckestraat. De heer Kooij oordeelt dit geen geschikte plaats, omdat bij eventueele uitbreiding van de gasfabriek er geen voldoende terrein zal overblijven. Spr. stelt voor de woning aan de Oosterstraat te bouwen. Voor zoover verstaanbaar, meenen wc den heer Leguit de opmerking te hooren maken, dat ook hij wel wat voor de Oosterstraat gevoelt, al zijn er ook bezwaren. De heer Van Nuland vertelt dat het hem bekend was, dat er in gewerkt zou worden de woning elders gebouwd te krijgen dan de Raad reeds had besloten en spr. verheugt zich er over van den Voorzitter te hooren dat deze de Thorbeckestraat noemt. Na alle onaangenaamheden die de directeur heeft beleefd en nog zal beleven, noemt spr. de Thorbeckestraat de aangewezen plaats voor de nieuwe directeurswoning «11 met kracht zal hij zich tegen het bouwen aan de Posterstraat verzetten, als zijnde geen geschikte plaats, geen uitzicht of tegen een steenkolenloods of pakhuis en altijd in stof en roplc van de fabriek te zit ten. Door den heer Bakker wordt er op gewezen, dat de Paad zich uitgesproken heeft dat het in het belang van het bedrijf is dat de directeur bij het bedrijf woont want dat anders spr. voor een dergelijke prach tige woning, noch de Thorbeckestraat, noch de Oosterstraat de aangewezen plek vond. De heer Gorter wil eerst besluiten of er al of niet een woning zal worden gebouwd. De heer Van Erp wil nu ook den heer Schoorl hoo ren. De heer Leguit deelt mede, dat de gasdirecteur zelf geen bezwaar tegen de Oosterstraat had, maar de heer Van Nuland zegt, dat de directeur had gezegd, dat als men voor hem op de vuilnisbelt zou willen bou wen, hij er ook zou gaan wonen, omdat het een dienstwoning is en hij die volgens instructie moet be trekken. De Voorzitter zegt daar allemaal niets van te we ten. De heer Van Erp: Daarom wil ik iets van den heer Schoorl hooren. De heer Schoorl zegt dat als de woning maar bij het bedrijf komt, het hem tamelijk onverschillig is, op welke plaats de woning komt. Spr. heeft in het col lege van B. en W. gezegd, graag van den directeur te hooren wat die denkt over het hebben van een overzicht over het terrein en spr. meent dat destijds is geoordeeld dat het 't beste was de woning in het verlengde van de Thorbeckestraat te bouwen. Den heer Van Erp bevreemdt het dat op de tecke- ning niet uitkomt op welke plaats zal worden ge- 3>ouwd en spr. wijst er op dat blijkens de besprekin gen de Vet houders buiten den Voorzitter om spreken over een andere plaats. De heer Schoorl zegt, dat in do laatste vergadering van B. en W. geen seconde is gedacht aan de plaats noch is er over gesproken. De Voorzitter zegt dat dit waar is, maar de mee- ning was dat de woning in de Thorbeckestraat zou ko men. De heer Schoorl: Voor mij is de meening en het advies van het hoofd van het bedrijf van belang. De heer Gorter: Dan had u die meening in het col lege moeten bespreken. De heer Bakker wijst or op dat zijn fractie van be gin af niet voor het bouwen in de Thorbeckestraat is geweest en nu het dus op 't oogenblik gaat over de stichting, nu doen wij een poging, zonder eenige ruggespraak, om de woning in de Oosterstraat te krij gen. Spr. herhaalt dat keurige gebouw in de Thor beckestraat niet op zijn plaats te achten. Snr. vestigt verder de aandicht er op dat deze woning klein 10 mille zal kosten en dat in de toekomst de mogelijk heid bestaat, dat, als nog eens gas aan omliggende gemeenten zal worden geleverd, het terrein noodig is. De heer Leguit ontkent dat het college van B. en W. hekend was met het voorstel dat nu wordt gedaan om elders te houwen. De heer Van Nuland evenwel zegt dat dit gister avond ten huize van den heer Schoorl is bekonkeld en dat door de loslippigheid van de heeren dat voor nemen tot hem was doorgedrongen. Spr. is overtuigd van de onpartijdigheid des Voor zitters, maar vindt het 'n groot schandaal dat zoo- iets buiten den Voorzitter om wordt gedaan. De heer Van Erp wil maar van die onverkwikke lijke zaak afstappen, maar doet dat niet voor en aleer ook hij zijn afkeuring heeft, uitgesproken over de handelwijze van de beide wethouders. Spr. heeft het over de coalitie van de uiterste noodzaak. De heer Overtoom wijst er op, dat als de woning aan de Oosterstraat, zou worden gebouwd, de voor gevel op de gedempte sloot zou komen en dan geheid zou moet worden en spr. vraagt, of dat in de begroo ting is opgenomen. De Voorzitter deelt mede. dat op de begrooting voorkomt een bedrag van f8500 volgens de oude be grooting, maar dat die oude begrooting in de com missie was zoek geraakt. B en W. moesten er zich dus noodgedwongen bij neerleggen De heer Overtoom zegt, dat 7 u 8 weken geleden de opzichter reeds aan spr. naar die begrooting vroeg en spr. zegt dat 't niet juist is dat zij in de comm. zoek is geraakt. Wel had spr. de hoofdposten genomen en spr. heeft die den opzichter ter beschikking gesteld. Zevert a acht weken geleden wist de opzichter dus reeds dat de hegrooting zoek was en spr. wist niet dat de opzichter het zoo druk had, dat hij in dien tusschentijd geen nieuwe begrooting kon maken. De heer Van Erp verheugt er zich over. dat B. en W. de oude woning publiek willen verkoopen, maar spr. vindt de omschrijving, dat zij dat zullen trach ten te doen, te vaag. De Voorzitter zegt,, dat als de som die geboden wordt, te laag is, B. en W. dan weer bij den raad komen. De heer Ivooij zegt, in het belang van de gemeente te hebben voorgesteld de woning aan de Ooster straat te doen bouwen, maar dat wordt blijkbaar niet gesteund. De heer Van Nuland: U was gebonden aan de uit spraak van gisteravond. De heer Bakker zegt, een dergelijke insinuatie niet re nemen. Dat er gisteravond een bijeenkomst is ge weest is heel gewoon en ook dat als er geen een stemmigheid is, de meening van de meerderheid of minderheid naar voren wordt gebracht. De meening van de S.D.A.P.-fractie is reeds eerder bij monde van den heer Willemse kenbaar gemaakt en dat nu ge tracht wordt andere leden te overtuigen, dat zijn geen streken. De Voorzitter wil de discussiën nu maar sluiten. De heer Van Erp meent, dat de beide wethouders er niet aan mee behoorden te doen en dat het hun plicht is don Voorzitter met hun plannen op de hoogte stellen. De heer Schoorl: Daar heeft U niets mee te ma ken. De Voorzitter zegt de discussiën als geëindigd te beschouwen en vraagt of nog iemand er op tegen heeft, dat de nieuwe woning wordt gebouwd. Dat blijkt niet het geval te zijn, evenmin als tegen den bouw aan de Thorbeckestraat. Over den verkoop van het oude huis zal de heer Overtoom nog in comité spreken. De rekening over 1928. Aangeboden wordt de gcmeente.rekening voor den dienst 1928. De gewone dienst sluit met een batig slot van f 200147, n.1. in ontvangsten op f 259482.79Vè. uitgaven f257478.32De kapitaaldienst geeft aan ontvangsten f 12G106, uitgaven f 126106. De Voorzitter stelt aan" de orde benoeming van een commissie die de rekeningen zal nazien. Vier blanco stembriefjes worden ingeleverd en verder worden benoemd de heeren Gorter, Kooij en De Vries. De eerste bedankt, de beide anderen ne- jrien aan. Voor het derde lid heeft de stemming het volgen de verloop: Lookman 4, Bakker 3, van Erp 1, blanco 3: tweede vrije stemming zelfde uitslag; herstem ming tusschen Lookman en Bakker, niet uitslag Lookman 5, Bakker 4 stemmen, blanco 2. De heer Lookman bedankt. Gekozen wordt dan: Bakker 6 stemmen, Over toom 1 stem, blanco 4 stemmen; de heer Bakker neemt de benoeming aan. Opnieuw de gascorrnptle. Van de raadsleden K. Bakker en J. W. Lookman was een schrijven ingekomen, waarin gezien het raadsbesluit d.d. 12 April 1929, waarbij aan den Di recteur van het Gasbedrijf kwijtschelding werd ver leend van de hem opgelegde straf, overwegende dat bedoeld besluit is genomen in een onvoltallige zit ting van een geforceerde en naar veler rechtsgevoel geheel onjuiste samenstelling. Overwegende voorts: dat de aan den Directeur opgelegde straf, gezien de geheel uit eigen beweging aan de beide wethou ders gedane bekentenis, nog altijd zeer clement moet worden geacht, dat het geforceerde raadsbesluit van 12 April j.1. in flagranten strijd is met het algemeen rechtsgevoel, dat het wenschelijk is te voorkomen, dat onjuiste inzichten ontstaan door het feit van het niet verder vervolgen door de justitie, wordt ver zocht: le. In het openbaar voorlezing te doen van het rapport van den rechtskundigen adviseur der ge meente betreffende deze zaak; 2e. het meergenoemde besluit van 12 April 1929, waarbij den Directeur kwijtschelding van zijn gelde lijke straf werd verleend, in te trekken. B. en W. stellen den Raad, voor aan sub 1 van het verzoek te voldoen door voorlezing van het desbetref fende rechtskundig advies. Ten opzichte van sub 2 van het verzoek, deelen B. en W. mede, dat zij zich ook daarmede kunnen vereenigen. Zij stellen echter voor bij de behandeling der he grooting voor 1930 de salarisregeling van den Di recteur te herzien, gelet op de salarissen van Direc teuren van Lichtbedrijven in de omgeving. De Voorzitter geeft het woord aan den heer Bakker en deze dankt B. en W. dat ze de zaak zoo spoedig in den raad hebben gebracht Wat hun voorstel betreft, spr. wijst er op dat het een lijvig rapport is en stelt voor het na afloop der vergadering ter inzage te ver strekken aan de pers, opdat tot algeheele publicatie za! kunnen worden overgegaan. De S.D.A.P. heeft in het geheele land besloten de corruptieve gevallen te bestrij den en bloot te leggen, en spr.'s fractie heeft gemeend van dit standpunt niet te mogen afwijken. Spr. wijst op de bekentenis van den gasdir. uit eigener beweging, dat de straf zoo clement is dat zij oordeeler dat ze ge handhaafd moet blijven, en als het voorstel niet wordt aangenomen hun rechtsgevoel niet wordt bevredigd. De Voorzitter vraagt of iemand dan het woord ver langt over het onder punt 1 genoemde voorstel. De heer Van Nuland zegt zeer verontwaardigd dat de heer Bakker blijkbaar beter op de hoogte is van het justitioneel rapport dan wij. wijl deze spreekt van een lijvig rapport Daar blijkt weer uit spr. is weer van Voorzltter's onpartijdigheid voldoende zeker, dat de wethouders weer dingen doen, die alle perken te buiten gaan en blijkbaar den heer Bakker het rapport in han den hebben gegeven. Spr. protesteert daar krachtig te gen. De heer Bakker zegt, het rapport nooit In handen te hebben gehad of te hebben gezien, maar door een uit lating is van de zijde van de voorstellers ingezien, dat wij te kort zouden doen aan den wensch van publiciteit als spr. dat niet had gevraagd. Spr. vraagt beleefd of hij mag zeggen, wie hem de mededeeling deed dat het een lijvig rapport was. De heer Mol zegt nu dat hij den heer Bakker alleen heeft gezegd dat het een rapport was van 8 folio's. De heer Van Nuland zegt dat hij wat achterdochtig is, maar daartoe bestaat ook wel reden. De Voorzitter zegt dat we ons nu tot het verzoek kunnen bepalen. Den heer Van Nuland bevreemdt het dat het rapport niet bij de stukken heeft gelegen. De Voorzitter zegt dat dit niet is gevraagd. De heer Van Nuland meent dat men dit toch van den Voorzitter mag verwachten, waar het zoo'n belang rijke zaak betreft. Het betreft hier geen gemeentelijke adviezen. De heer Gorter wil deze zaak voorloopig zien terug genomen, want de Voorzitter legt een rechtskundig ad vies over, maar ook spr. wil wel een rechtskundig ad vies inwinnen en dan die adviezen tegenover elkaar stellen. De heer Van Erp kan er zich ook niet mee vereeni gen dat zoo'n lijvig dossier niet bij de stukken heeft gelegen en begrijpt niet dat de voorstellers niet hebben voorgesteld het rapport ter kennis te brengen aan den raad. In de eerste plaats heeft de raad daar recht op. De Voorzitter wijst er opnieuw op dat de voorstellers wilden voorlezing van het rapport, en dan kan de Voor zitter het rapport toch niet bij de stukken neerleggen. De heer Van Erp vraagt of er hier nu nog een verstan dig man is. die waarde zal hechten aan dat rechtskun dig advies. Als deze toch niet spreekt in den geest van B. en W. dan is het geen advokaat meer. De Voorzitter brengt In stemming of het rapport zal worden voorgelezen of niet. Met 7 tegen 4 stemmen wordt tot voorlezing besloten, tegen stemden mevrouw 'Beerling en de heeren Gorter, Van Nuland en Van Erp. Het rapport van Mr. W. C. Bosman was dan gelezen en deze releveert allereerst de gang van zaken, het on derzoek van B. en W.. de bekentenis van den directeur, het rapport van B. en W. en de beslissing van den raad Aan de justitioneele mededeeling dat geen strafrechter lijke vervolging zal plaats vinden, wordt te veel aan dacht geschonken, en het doen voorkomen alsof er geen termen waren voor verdere vervolging is onwaar, en, dat het cijfer van f 2266.85 (het bedrag dat de directeur* in de kas van het bedrijf moest terugstorten) niet is vastgesteld, komt omdat geen vervolging is Ingesteld. In zyn verzoekschrift tracht de directeur allen wijs te maken, dat hij de onschuldigste mensch is, die denk baar is. maar na een juridisch betoog concludeert dc adviseur dat afwijkend op het verzoek van den heer Blaeser dient te worden beschikt. De heer Gorter verwondert er zich over dat B. en W. zoo'n groote waarde hechten aan het eenzijdig rapport, dat een geest ademt om in het gevlei te komen. Spr. hecht er alleen waarde aan als het een advokaat Is, die boven de partijen staat. De Voorzitter zegt dat nu aan het eerste gedeelte van het verzoek is voldaan, en stelt voor niet het rapport te bespreken. De heer Van Erp moet om het heele rapport lachen. De Voorzitter zal eerst in stemming brengen of het rapport zal worden besproken. Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. De heer Van Erp lacht om het rapport van den ad vokaat, de heele conclusie is gebaseerd op het onder zoek van B. en W. en dat rapport Is opgemaakt In strjjd met de waarheid. Spr. wijst er op dat hier men- schen zitten die zoo graag opkomen voor de rechtspo sitie van de ambtenaren, maar die nu gelden in de ge meentekas trachten te krijgen van een ambtenaar en spr. acht het zijn plicht dat zoo lang mogelijk tegen te gaan. De heer Overtoom vraagt, wat de bedoeling was van het voorlezen van het stuk. De heer Bakker: Openbaarheid. De heer Gorter: Met gebruikmaking van een een zijdig rapport. De heer Overtoom wijst erop, op voorlezing alleen geen prijs te stellen, als hij niet in de gelegenheid is, om er rustig over na te denken en desgewenscht op andere wijze te worden toegelicht. Spr. gevoelt zich niet gerechtigd opnieuw zijn stem te bepalen. Ook van meerdere kanten, de heeren Gorter en Van Erp, wordt aangedrongen op behoorlijke inzage en de heer De Vries meent dat daar niets tegen is. De heer Bakker heeft ook geen bezwaar, als het maar geen partijdigheid wordt. De heer Leguit vindt het heel goed dat het aange houden wordt, als de zaak dan maar spoedig haar beslag krijgt. De heer Overtoom zal het op prijs stellen, als een afschrift van het rapport aan de raadsleden wordt toegezonden. Zonder hoofdelijke stemming wordt goedgevonden* de verdere behandeling van dit punt aan te houden. De rondvraag. Het vuurwerk van de jubiieerende vereenigingen. De heer Van Erp vraagt of het juist is, dat B. en W. afwijzend hebben beschikt op het verzoek van de ju biieerende vereenigingen „Lycurgus en Harmonie" om een gratis vuurwerk, en waar dit juist is, zegt spr., dat hij de beslissing graag In handen had gezien van den raad. Spr. wijst op het zeldzame feit van de jubi leums, op de poging om menschen hierheen te trekken, en als de gemeente dan f 300 voor het vuurwerk uit geeft, dit bedrag aan vermakelijkheidsbelasting terug wordt ontvangen. Spr. stelt voor, om de kosten van het vuurwerk voor rekening der gemeente te nemen. De heer De Vries hoort met verbazing van deze af wijzende beschikking en dacht, dat zooiets den raad moest worden voorgelegd. De Voorzitter zegt dat het adres aan B. en W. was gericht. Opgemerkt wordt, dat men adressanten dan wel had kunnen mededeelen, dat zij zich tot den raad dienden te wenden. Gewezen wordt op het feit, dat het hier zeer ge wichtige jubileums betreft, dat men een meer gemoede lijke behandeling had verwacht, en hoewel de heer Bakker nog een bedrag van f 250 had genoemd, wordt zonder hoofdelijke stemming het voorstel-Van Erp aangenomen, om voor het vuurwerk f 300 beschikbaar te stellen. Van dit en van dat en van alles wat. De heer Van Erp heeft reeds eerder gewezen op den slechten toestand, waarin de weg bij de coupure aan den Lagedijk zich bevindt. Spr. noemt dat dan koeke- baklcerswerk en waar de menschen zoo op baantjes zijn gesteld, zegt spr., het bijzonder op prijs te zullen stel- •len, als belasting-betalend burger, dat de heeren daar hun plichten eens deden. Spr. dringt er op aan, dat aan het Hoogheemraadschap wordt gevraagd, den weg zoo spoedig mogelijk te verbeteren. De heer Van Erp wijst dan op art. 11 van het Grond bedrijf, bepalende, dat eenmaal per 3 maanden kas en boeken moeten worden nagezien en procesverbaal er van moet worden opgemaakt. Daar is geen gevolg aan gegeven en spr. zou graag zien, dat dit door het Veri ficatiebureau van de Vereeniging v. Ned. Gemeenten werd gedaan. Wat het kost, kost het, maar gezien den huidigen toestand waarin we verkeeren, zou spr. zich niet verantwoord gevoelen tegenover de burgerij, als het niet door een deskundige werd gedaan. De heer Van Nuland herinnert aan zijn verzoek, na te gaan of de controle niet door een plaatsgenoot kan geschieden. De heer Gorter ziet de controle 't liefst in één hand. De heer Schoorl zegt, dat de opmerking van den heer Van Erp juist is en B. en W. excuus mogen vra gen. Maar tot nu toe, was er geen cent in kas. De heer Van Erp vraagt, welk lid van het college aangewezen is om de controle te houden. De Voorzitter zegt. dat B. en W. dat doen. De heer Van Erp informeert dan naar de gelden van de tuintjes. De heer Schoorl zegt dat nu enkele menschen hebben betaald. De heer Van Erp heeft het dan verder over den duisteren toestand van het Grondbedrijf, over de mo gelijkheid dat straks een ander zal zijn geroepen dat mysterieus bedrijf uit te zoeken en over de mogelijk heid, dat Ged. Staten een regeling als waartoe is be sloten, niet goed willen keuren. Een goed accoun- tisch onderzoek acht spr. gewenscht. De heer Van Nuland heeft gelezen van den gunsti- gen uitslag bij de U.L.O.-examens, toen 9/10 der leer lingen van onze U.L.O.-school met goed gevolg eind examen deden. Spr. meent, dat van deze tafel wel een woord van hulde aan het onderwijzend personeel mag worden gebracht. De Voorzitter beaamt dit. De heer De Vries zegt, dat B. en W. afwijzend hebben beschikt op een verzoek van een jongmensch om als volontair ter gemeente-secretarie te worden aange steld. Spr. vraagt of het wel juist is, dat de jongen zich tot een buitengemeente moet wenden. De Voorzitter zal in besloten vergadering mededee- lig doen. De heer Gorter heeft in de plaatselijke pers gelezen over de voorbereidende maatregelen van de nieuwe school. Is het de bedoeling een deskundige aan te stel len? De Voorzitter zegt, dat het oorspronkelijke plan van B. en W. was om het den gemeente-opzichter te laten doen, omdat anders de kosten zoo hoog worden. In de eerstvolgende vergadering van B. en W. zal spr. het tersprake brengen, want er is een verzoek ingekomen van een plaatsgenoot. De heer Gorter heeft gezien, dat het kolenvervoer nu weer per schipper plaats vindt, hoewel vorig maal gezegd was, dat het per as zou gebeuren. De Voorzitter zegt, dat de voorwaarden van Bras zoo gunstig waren, spr. meent van 80 cent per ton goed- kooper, dat B. en W. hiertoe besloten. Bovendien werden waarborgen gegeven, dat niet gemorst zou worden en het stuiven zou worden tegengegaan door de kolen nat te maken. De heer Lookman vestigt de aandacht van B. en W. op den toestand van het bovengrondsch electrisch net in de Regentenstraat, waar op sommige plaatsen de leiding wel een wasehlijn gelijkt. Spr. vraagt naar het maken van het ondergrondsche net. De Voorzitter zegt, dat dit wacht op de goedkeuring van de begrooting. Geoordeeld wordt, dat die goedkeuring niet behoeft te worden afgewacht en dat het nu voor dat werk de goede gelegenheid Is. De heer Overtoom vestigt de aandacht op de boomen- rij aan de Stille Laan, de jongens slingeren er als apen aan. Deze opmerking geeft den heer Van Erp aanleiding nog eens te wijzen op al dat kapitaal, dat daar in den vorm van het aangevoerde materiaal renteloos ligt en overlast geeft aan de bewoners. Het is geen bewijs van goede koopmanschap. De heer Leguit zegt dat alleen de tegels zijn betaald, anders wordt er geen steen betaald, voordat alles is aangeveerd. D$ heer Van Erp meent, dat men dan had kunnen wachten met den aankoop. De Voorzitter zegt dat gewacht moest worden op het uitbreidingsplan. De heer Gorter: En stel dan dat Ged. Staten het niet goedkeurden? De Voorzitter zegt, dat B. ea W. al wisten dat bet De tijd om Rheumatiek te vernietigen is voordat deze U vernietigt! De meeste rheumatische pijnen, kweilingen. en op zwellingen worden veroorzaakt door te veel urine zuur in het lichaam. Verwijder iederen dag het over tollige urinezuur en U zult nooit meer behoeven te lijden. Wacht niet tot het zich ophoopt en hevig fol terende pijnen in Uw gewrichten U noodzaken plat te blijven liggen verwijder het, iederen dag. Als U genoeg krijgt van het steeds verloren gaan der dagen door rheumatische pijnen on kwellingen, begin dan morgenochtend een half theelepeltje Kru schen Salts te nemen in een glas warm water, iede ren morgen niet om den morgen, maar iederen morgen. Kruschen Salts is een combinatie van de zes le- venszoutcn die de Natuur voorschrijft voor Uw li chaam om volkomen gezond te zijn Zoodat, terwijl Kruschen Uw lichaam vrij houdt van rheumatiek, hot tevens Uw lichaam voorziet, van de nooclige ele menten, die onmisbaar zijn om de gezondheid te be vorderen en kracht, energie en levenslust aan te kweeken. ,'rooeer een flacon van f 0.90 (toereikend voor tW69 maanden) of van fl.60, en we zijn ervan overtuigd, dat de resultaten U zoo volkomen zullen bevredigen, dat U nooit meer zonder Kruschen wcnscht te zijn. Verkrijgbaar bij Uw apotheker of drogist. goedgekeurd zou worden. De heer Gorter zegt dat dan ook de opmerking van den Voorzitter, dat gewacht moest worden op de goed keuring van Ged. Staten, geen steek houdt. De groote trom moet meer geroerd worden. De heer Van Erp zegt dat de Voorzitter zit in de wegen- en kanalencommissie en spr. wijst dan op een artikeltje in de Schager Courant en vraagt of niet op spoed kan worden aangedrongen voor het tot stand komen van het kanaal KolhornSchagen—Stolpen. De Voorzitter deelt mede, dat deze zaak zeer urgent is en de commissie druk bezig is. De heer Schmalz en spr, zijn naar den heer Reigersman geweest en is medegedeeld dat de weg KolhornSchagen zal komen zoodra het kanaal er is. Als met de kanalen wordt be gonnen, zal 't eerst het kanaal KolhornSchagen Stolpen wel aan de beurt komen. E>* zijn echter ver schillende gemeente- en polderbesturen die nog niet besloten hebben tot het verleenen van rrm bijdrage en nu zou de gemeente Schagen die bedragen kunnen ge ven, maar het bedrag doet ons nog terugschrikken. De heer Van -Erp zegt, dat hij zoo weinig van deze zaak hoort, Schagen moet meer op de trom slaan, Het ls niet erg als onze gemeente nog eens f 1000 subsidie geeft. Ook de heer De Vries oordeelt, dat Schagen de groote trom moet roeren. De Voorzitter zegt, dat dit wordt gedaan. Een minder goede verstandhouding tusschen directeur en personeel der gasfabriek. Den heer Gorter is ter oore gekomen dat er een minder gewenschte verhouding bestaat tusschen den directeur en het personeel der gasfabriek. De Voorzitter beaamt dit, waarop de heer Gorter vraagt of de lucht dan nu weer wat is gezuiverd. De Voorzitter deelt mede dat Van der Ben en Burger bij spr. zijn geweest met klachten over de toestanden aan de fabriek en de minder goede verhouding tusschen directeur en fitters. Spr. heeft toen den directeur ge hoord en de uitspraak is geweest dat de fitters zich moeten onderwerpen aan de leiding van den directeur en alles gedaan moet worden om de goede harmonie te bevorderen. De heer Gorter wenscht dien ongezonden toestand niet en het doet hem pleizier dat de uitspraak van B. en W. aldus was. Spr. heeft liever dat die toestand van daag ophoudt, dan morgen want het is schade voor het bedrijf. Hoe is het gekomen? De Voorzitter acht het niet gewenscht er nog verder in details op in te gaan. Het zou voor de klagers niet prettig zijn er nog meer van te zeggen. De heer Gorter zegt dat het veel scheelt, wie er ge lijk heeft. De heer Van Nuland wijst op het werkliedenreglement en op het recht den arbeider daarop te wijzen. Het be trof hier het poetsen van het gereedschap, en spr. be schouwt dat als een bealngrijk onderdeel. De Voorzitter zegt dat er meer was. De heer De Vries vraagt of we die besprekingen hier niet kunnen nalaten. De here Van Erp oordeelt echter dat ook wel over andere personen van het bedrijf wordt gesproken en zegt dat het programma der vrijzinnig-democraten voor staat de grootst mogelijke openbaarheid. Spr. merkt op dat hij misschien wel de aanleidende oorzaak is over deze verhouding, doordat hij heeft gezegd dat er door die heeren niet werd gewerkt. Spr. heeft nu de heeren in de sleuf zien staan en dat zal de winstopbrengst van het bedrijf ten goede komen. Zij oordeelden wel dat dit hun werk niet was, en dat daar losse hulp voor aange steld moest v/orden, maar het wa.s hun werk wel. Spr. herhaalt nog eens, dat er meer gewerkt moet worden. De heer Bakker zegt dat dit alle perken te buiten gaat. We weten niet eens wie de schuld heeft De heer Van Nuland: Het personeel. Dè Voorzitter vindt dat te boud gesproken. De heer Bakker vindt dat het een partijdigheidje wordt. De Voorzitter acht het gewenscht deze besprekingen niet verder in het openbaar te houden. De heer Van Erp evenwel zegt dat de heeren het mes niet zullen ontkomen en dat ze den plicht hebben te werken en dat de vrijheid van meening niet wordt on dermijnd, daar zal spr. voor waken. De Voorzitter zegt niet den indruk te hebben dat cr door Van der Ben en Eurger niet wordt gewerkt, het zijn zeer goede vakmenschen. De heer Van Erp: Maar ze doen zco weinig. De heer Van Nuland doelt mede dat de vrijheid van meening niet altijd blijkt te bestaan, want dat er aan de gasfabriek een roode terreur wordt uitgeoefend, doordat getracht wordt een paar katholieke arbeiders te verplichtèn zich aan te sluiten bij de S.D.A.P. De heer Lookman verontwaardigd tot den heer Van Nuland: Het is laag. De heer Van Nuland, vervolgend, vraagt den Voor zitter daar wel zijn aandacht aan te schenken. De Voorzitter wil de discussies sluiten, maar de heer Bakker wil nog iets zeggen, doch zakelijk. Evenals hij al eerder heeft gedaan, wijst hij op de uitgebreidheid van het electrisch net, dat door 1 ambtenaar in orde wordt gehouden, en dat weinig storingen of gebreken heeft. Een bewijs dat het goed onderhouden en nagezien wordt Elders heeft men bij eenzelfde lengte van het net, meer personeel Ook het gasbuizennet wordt op een deskun dige manier onderhouden. De Voorzitter gelooft dat de heer Bakker gelijk heeft. De heer Van Erp zegt, dat de heer Bakker voor de helft gelijk heeft, want het is een duidelijke demonstra tie, dat de heeren wel In de gelegenheid zijn ander werk te doen. Nu ze in de sleuf werken, ryst de vraag wal ze in dien anderen tijd hebben gedaan. Hierna sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 10