TUTTI-FRUTTI.
RADIO-RUBRIEK.
Ds maaltijd in vrceger eenwen.
Eenige nuttige wenken en opmerkingen
ten behoeve van de radio-amateur.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Even. later kwam mevrouw de kamer weer binnen,
duwde meneer Pietersen een krant onder den neus,
wees op een berichtje, dat luidde: „Berucht inbreker
gearresteerd: Zekere Kees Broramert, een goede be
kende van de justitie, die reeds verschillende vonnis
sen achter den rug heeft wegens diefstal met braak,
werd gisteren gearresteerd op vermoeden van inbraak.
Daar het overtuigend bewijs echter niet geleverd kon
worden, werd hij hedenmorgen op vrije voeten gesteld."
Het duurde lang voor meneer Pietersen opkeek, om
de vraag van zijn vrouw te beantwoorden: Wist jij, dat
die „goeie ouwe Kees" een inbreker was?
„Hm, Ja, dat wist ik, maar dat is het 'm juist Ik
had het je liever niet verteld, zie je.-Maar hij wilde een
nieuw leven beginnen, voor zijn vrouw en zes kinder
tjes. En je weet hoe moeilijk het is, als Je eenmaal
gezeten hebt Niemand vertrouwt je meer. Dus ik
moest hem wel helpen, die goeie, ouwe Kees..."
„Och,,' zei mevrouw Pietersen eindelijk met een merk
waardige berusting, „het kan me ook niet zoo erg
schelen, al Heb ik nu ook maanden lang tevergeefs
op dat halssnoer gewacht..."
Toen meneer Karei Pietersen den volgenden dag
thuiskwam, was het eerste wat hij zag... het gouden
halssnoer met den diamant om de blanke hals... van
zijn vrouw. Die hem opgewonden tegemoet sprong en
riep: „O, Karei, was dat niet heerlijk? Laat ik nou
van mijn ouwe tnte Klara een postwissel krijgen van
tweehonderd gulden om een mooi cadeautje te koo-
pen voor ons huwelijksfeest? Was dat niet schattig
van haar? Nou, toen heb ik dadelijk natuurlijk toch
het halssnoer gekocht, ls het niet beeldig?"
„Schitterend,,' zei meneer Pietersen ietwat beteuterd,
en wilde al naar den gramofoon grijpen, om de
marsch van de gladiatoren op te zetten. Toen werd hij
wit, want de kamerhoek was leeg: de gramofoon was
verdwenen!
„O ja," ging mevrouw voort, „ik ben daar straks
zoo geschrokken! Ik kwam terug van den goudsmids
winkel waar ik het halssnoer kocht en toen stond het
raam open, de gramofoon was verdwenen, en dit brief
je lag op tafel. Hier lees eens:
„Beste, ouwe Karei,,' las meneer Pietersen, „die hon
derdvijftig pop die je me gaf, waren niet genoeg, want
ik most nog een honderd pop voor den inventaris be
talen en nog eens honderd pop voor de winkelinrich
ting. Daarom was ik maar zoo vrij, je gramofoon te
nemen, want ik wist zeker, dat je je ouwe vriend Kees
zeker niet in den steek zou laten. Dank Je wel, Karei!
Je ouwe kameraad Kees Brommert."
Meneer Karle Pietersen was op het punt op een
geweldige manier uit te vallen, toen zijn vrouwtje hem
de hand op den mond legde en meelijdend zeide: „Stil,
Karei, niets zeggen, wees er niet boos om, jij met je
goeie hart... Denk om zijn zwakke vrouw en de zes
kindertjes... Het was zijn eenigste kans... die goeie,
ouwe Kees..."
DE DEBUTANT.
(Sondagsnisse Strix.)
Hoe de debutant zich voelt.
DE VEZEGELDE MEISJES. Orde moet er zijn in
de maatschappij en wet blijft wet, ook wanneer
het misschien lijnrecht in strijd is met wat eenlg
gezond verstand, in een bepaald geval zou ver
mogen te doen. Maar wat beteekent verstand en
menschenrecht tegenover een ambtsstempel Een
geschiedenis, die in de Parijsche couranten ver
teld wordt, heeft weer eens opnieuw bewezen,
wat dwaze menschen uit wettelijke bepalingen
weten te putten, welke in het bealng van nog
dwazer menschen zijn uitgedacht.
Een rijk man te- Parijs dan, die een huis in de
nabijheid van het Monceaupark bezat, is gedu
rende een reis in de provincie gestorven. Zijn
vriend, die tegelijk executeur testementair is,
maakte zich gereed om op reis te gaan, teneinde
zijn vriend den laatsten eer te bewijzen. Alvorens
echter te vertrekken gaf hij de beide dienstmeis
jes opdracht om het bewuste huis schoon te ma
ken en te bewaken. Aan niemand mochten ze
tijdens zijn afwezigheid toegang verleenen: want
de kamers waren met vele kunstvoorwerpen van
groote waarde opgevuld. In den loop van een der
daaropvolgende dagen, terwijl de meisjes met hun
werk bezig waren, kwam er een man van het
gerecht, dlo de woning wilde verzegelen. Hij belde
en klopte, maar de meisjes, getrouw aan hetgeen
htm was opgedragen (er schijnt inderdaad nog
zooiets te bestaan!) wilden niet opendoen. Na een
woordenwisellng door de gesloten deur deed de
man van 't gerecht tenslotte- waartoe hij ambts
halve verplicht was: hij plakte namelijk een
ambtszegel over het sleutelgat van de deur, waar
door hij tevergeefs getracht had toegang tot de
woning te krijgen. Het zou te idioot zijn om te
denken, dat hij nu niet wist, dat er nog men
schen In huis waren, maar dat ging hem natuur
lijk niet aan; hij moest zijn plicht doen... Hoe
zeiden we ook al weer? Orde moest er zijn!...
De woning lag op de derde verdieping, zoodat de
meisjes niet door het venster de straat konden
bereiken en ook de achterdeur door de keuken
werd door den zich-van-zijn-waaróigheld-bewust-
voelenden-man van het gerecht met een zegeltje
MENT AT IN ZIJN SLAAPKAMER
OF IN DE KEUKEN.
Het tafellaken was tegelijkertijd sarvot
In vroegere eeuwen gebruikte men den maaltijd niet
In een afzonderlijke eetkamer. Deze eetkamer kent men
eerst sedert de 17de eeuw. Tot dien tijd at men ge
woonlijk in zijn slaapkamer of in de keuken, de adel
zoowel als de poorters. Alleen bij plechtige gelegenhe
den werd de tafel in de ontvangzaal van het kasteel
gedekt
Het spreekt vanzelf, dat de keukens destijds niets
hadden van die van tegenwoordig: het waren groote,
ontzagwekkende vertrekken met hooge booggewelven
en een breeden schoorsteen, waar het bij het flikkeren
van de houtblokken en de met allerlei vleezen beladen
braadspeten zeer behaaglijk moet zijn geweest Een
oud boekje leert dat de adel althans in het weel
derige Frankrijk in de 15de eeuw begonnen is met
de keuken te verlaten. „De eonnétable van Montmoren-
cy beweerde" heet het daar, dat een edelman niet
langer lekker eten kan, zoodra hij meer dan vijfhon
derd kronen inkomen had, omdat hij dan den grooten
heer willende spelen In zijn zaal eet naar het goed
vinden van zijn kok, terwijl hij vroeger, zijn maal in de
keuken nemende, zioh liet opdisschen, wat hij verlang
de." Onder „zaal" moet men hier het eenvoudig woon
vertrek verstaan.
D« eigenlijke eetzalen waren zelfs ln Frankrijk onder
Lodewijk XTV nog zeldzaam. De Zonnekoning zelf
placht in zijn slaapkamer te eten welke iedereen
nog In het kasteel van Versailles kan gaan zien
aan een vlerkante tafel een andere zou met zijn
principe ln strijd zijn geweest - tegenover het mid
denraam geplaatst.
In de 13de en de 14de eeuw had men de gewoonte
de vertrekken in den winter met stroo, in den zomer
niet gras, bloemen en palmtakken te bestrooien. De
koning had in zijn paleis een strooleger. Een besluit
van Philips August van Maart 1208 beveelt, dat tel
kenmale, dat hij Parijs zal verlaten, om elders te ver
blijven „het stroo uit zijn kamer en zijn paleis weg
gehaald, naar het Hotel Dleu zal worden gebracht, om
daar voor de arme zielen te dienen". Een eeuw later
hernieuwde Philips de Schoone deze verordening
In 1371 ontheft Karei V de bewoners van Aubers-
vllllera van een drukkende last op voorwaarde dat zij
voor de koninklijke woning veertig karrevrachten goed,
frisch stroo zullen leveren, twintig voor het vertrek
van de koningin en tien voor dat van den prins.
In de 16e eeuw vervangen tien stroomatten de stroo-
bossen ln den winter, maar de bestrooiing met groen
en bloemen blijft in den zomer behouden.
Als het vertrek waar men at, was ingericht, werd
Wy meenen te dezer plaatse, reeds verschillende kee-
ren, gewezen te hebben op het niet te ontkennen feit,
dat de wisselstroom-lampen een korteren levensduur
hebben. Een dezer dagen lazen wij een opmerking van
een radio-amateur over deze kwestie, die hierop neer
kwam, dat het stop-maar-in-het-stopoontact-systeem
hiervan wel eens de schuld kon zijn.
Het ls in ieder geval een opvallend verschijnsel, dat
de toestelbouwers niet altijd letten op goede resultaten,
maar in het bijzonder hun aandacht besteden aan den
eisch van eenvoudige bediening, wat dan niet zelden
gepaard gaat met een verlaging van de kwaliteit van
het weergegevene. Men schijnt dit dan niet zoo erg
te vinden, als de bediening toch vooral maar eenvoudig
is.
Bovenbedoelde amateur constateerde, dat ln het door
hem onderzochte geval door de eindlamp ruim 40 milli-
ampère vloeide als hij gloei- en plaatstroom tegelijk in
schakelde. Deze stroomsterkte nam geleidelijk af, maar
dit doet aan het feit van een tijdelijke zware belas
ting niets af.
De stroomstootjes door de gloeidraden van de nor
male eleetrische gloeilamp geven als regel hieraan den
genadeslag. Dit kan men eenvoudig constateeren bij
deze gloeilampen: meestal brandt de gloeidraad door
op het moment van Inschakelen. De lamp licht dan
even op, om voor goed uit te gaan. Er valt natuurlijk
geen zuivere parallel te trekken tusschen een radio
lamp en een gloeilamp, daarvoor is de functie van deze
lampen te zeer uiteenloopend. Maar een vingerwijzing
mogen we hierin toch wel zien.
dichtgeplakt. Twee dagen lang bleven de trouwe
gedienstigen „eigenspert", toen hun opdrachtge
ver weer te Parijs terugkeerde.
Nochtans zou dit niet het einde van hun ge
dwongen gevangenisschap beteekenen. Integen
deel, het was slechts het begin van de tweed-
acte van deze komedie. Want de executeur tes
tementair drufde het zegel niet verbreken, maar
haalde er een commissaris van politie bij. Dit had
hij echter gevoegelijk na kunnen laten, want de
commissaris had al evenmin het recht om het ze
gel te verwijderen; daarvoor zou hij eerst een
rechterlijk bevel moeten hebben. Niettemin zag
hij de ernst van den toestand in, weshalve hij
zelfs zeer grooten spoed achter de zaak zette,
maar het was Zaterdagavond en de bevoegde
rechter was op week-end buiten de stad. Eindelijk
na vier dagen, verscheen op een mooi gecalllgra-
pheerd en geformuleerd document een nieuw
ambtszegel, dat aan het zegel op het sleutelgat
een einde zou maken. De belde meisjes waren
nu spoedig bevrijd. Tot hun geluk hadden ze le
vensmiddelen gevonden in de eetkamer, zoodat ze
geen honger hadden behoeven te lyden. Wat
echter indien de benoodlgde formaliteiten langer
dan een week geduurd hadden? Dan zou de
plichtsgetrouwe, deurwaarder de ziekte van twee
personen op zyn geweten gehad hebben, voorop
gesteld tenminste, dat niet in de ure, waarop de
nood het hoogst was, de opgeslotenen in hun
angst de verzegelde deur hadden geforceerd,
wat misschien nog veel erger(?) geweest was.
Waarom de meisjes zoo dom geweest zyn, om
zich te laten verzegelen? Ja, deze vraag ls door
de verschillende bladen der ordelevende partyen
uiteengezet, terwyl slechts een enkel revoluon
nalr blad van de domheid des ambtenaars spreekt
die ondanks alles, zyn dienstplicht vervult, ook
wanneer hij daarby de menschenpllcht uit het
oog verliest. Het blad zegt: „Vroeger gold het
woord, wanneer god een ambt geeft, dan geeft
hy ook verstand. Heden ten dage werkt elke amb-
telyke bezigheid op den duur hartsversteenend en
hersenverweekend.
EEN PLAATS ZONDEB VROUWEN. CnJcr de
kleine plaatsen, tot nu toe vóór èe g—xn.ixtsa
onbekend, maar die door de vluchten van Euro
Het bleek den experimenteerenden amateur even
eens, dat het eerst op temperatuur brengen van de
wisselstroom-radio-lamp en vervolgens inschakelen van
de plaatspanning, een normaal verloop gaf. In zyn
geval volgt hy dus thans deze methode.
Het is aannemeiyk, dat de resultaten by de verschil
lende lamptypen uiteen zullen loopen. Zonder meer te
zeggen, dat men altyd eerst de gloeistroom en daarna
eerst de plaatspanning moet inschakelen, kon voor
sommige gevallen wel eens niet juist zyn. In dit geval
doet men beter, by den leverancier te informeeren naar
de beste methode, d.i. die methode, welke den levens
duur der radio-lampen verlengt Vanwege de fabriek
behooren de noodige instructies in dit opzicht te wor
den verstrekt.
Opvallend is verder, dat vele „radio-dokters" in de
correspondentierubrieken der radiobladen herhaaldeiyk
moeten schrijven: Deze lampen deugen niet voor het
door U toegepaste schema, hierin moeten xxx lampen.
Bouwt men zyn toestel om, volgens een bepaald
schema, dan behoort men het advies van den schema
ontwerper, ook wat betreft de te gebruiken lampen,
geheel op te volgen. Een drielamps-toestel kan, met
toepassing van de Phiiips-wonderserie byvoorbeeld,
krachtige luidsprekerontvangst geven. Neemt men oude
lampen of andere lampen, dan kan men deze resul
taten nooit bereiken. Het is vanzelfsprekend, dat het
ondoenlyk is een serie lampencombinaties te geven voor
een aantal gangbare schema's. Er zyn echter speciale
h.f. lampen, en lampen die byzonder geschikt zyn voor
detector- of I.f. lamp. terwyi de keuze in eind-lampen
ook groot is. De grooteren onder de lampenfabrie
ken geven in hun prospectussen een goed overzicht, en
roen kan zich daarop rustig verlaten.
pa naar Amerika plotseling wereldbekend zyn
geworden, behoort ook Ivigtut op Groenland, al
dus schrijft men uit Kopenhagen aan de N.R.Ct
Het plaatsje is eigenlijk niet meer dan een groep
je hulzen, waar uitsluitend Denen, in totaal onge
veer 150, wonen, welke verbonden zyn aan de
Kryolitnnjn. Een Groenlandsche nederzetting ligt
wel aan de monding van de fjord, waar onge
veer 200 Groenlanders wonen, maar hiervan heeft
alleen de mannelijke helft verlof om zich in
Ivigtut op te houden: geen Groenlandsche schoo
ne mag echter de plaats bezoeken, en omge
keerd is ei geen lyn getrokken om de Groen
landsche nederzetting, welke de Weensche werk
lieden niet mogen overschryden.
Deze maatregelen zyn genomen ter voorkoming
van ziekten. Maar ook Europeesche vrouwen
worden geweerd, en het is alleen aan de hoogere
ambtenaren, als den dokter, etc. toegestaan hun
vrouwen daarheen mee te nemen.
Wat hiervan de reden is, is my niet bekend,
maar men zegt, dat men het doet om twisten
tusschen de dames te voorkomen! Of dit waar is,
valt te betwyfelen, want het zou er vermoedelyk
rustiger zyn, indien er wel vrouwen waren. Nu is
het onderling vechten tusschen de arbeiders aan
de orde van den dag. Er is weinig afleiding (een
bioscoop met versleten films is wel de eenige) en
daar de alcohol er niet belast ls, wordt hiervan
op de loondagen druk gebruik gemaakt, vooral
waar er goed verdiend wordt. Gemiddeld kan men
rekenen, dat een arbeider er Kr. 1000 in de maand
verdient met vrij kost en inwoning.
Het gansche plaatsje staat thans overeind om
Ahrenberg en zyne makkers feesteiyk ln te halen;
waarvan echter voorloopig wel niets zal komen
door de pech op IJsland.
TWEE MERKWAARDIGE ALBUMBLADEN. Een
Baltische verzamelaar van eigen-levensbesehry-
vlngen en van oude'boekwerken zag onlangs kans
om zijn eollectie met een waardevol stuk te ver
meerderen. Door een toeval kwam hy nameiyk ln
het bezit van een Russische „Ken-u-zelf-album",
zooals die !n de vcrlge eeuw gaarne genvr.Ut
werden. Het album bood ln het begin weinig Jn-
tereasnnts, totdat de verzrmelr.ar tot zijn niet
geringe vreugde op twee bydragen van den
over de tafel een groot tafellaken gespreid, dat tot de
15e eeuw den gasten tevens als servet diende.
By het plaatsnemen trokken zij het over de knieën
en veegden er den mond en de handen aan af. De
tafel was overladen met goud- en zilverwerk by d9
rijken, met aardewerk en tinnen voorwerpen by de
anderen. Altijd diende dat vaatwerk hoofdzakeHjk om
de epyzen te bevatten, want men had toen nog geen
borden. Men at de soep uit nappen, een voor elk paar
gasten. By feestmalen kreeg elke manneiyke gast er
een, waaruit hy zyn buurdame liet eten. Dat heette:
„een juffer by zijn nap hebben". Voor de vaste spijzen
ontving ieder een groote ronde snede brood, waarop
hy het stuk legde, dat hy met drie vingers uit den
schotel had genomen. Na afloop van den maaltyd werd
dat brood onder de armen verdeeld.
Langen tijd had men alleen een mes en zyn vingers
bij het eten te zyner besohikking. Naar men meent,
is de vork uit Italië eerst na den veldtocht van Karei
VIH tot ons gekomen. De lepel dateert van veel vrfce-
ger. De gewone gezinnen konden hem niet missen,
daar zy de nappen hadden afgeschaft en allen uit
denzelfden schotel of ketel aten. De rijken bedienden
zich zelden van den lepel. Men bracht eenvoudig de*
nap aan den mond en nuttigde zoo zyn soep.
EEN VERGISSING,
(lustige Köllner Zeitung.)
«—Wat ben je nu aan het spelen?
Goeie hemelIk speelde alle vliegenstfpjes
Jnplaats van de noten.
Is het U bekend:
dat de land- en tuinbouwprodu.ctie van Nederland
per jaar e.a. 1.250.000.000 waarde vertegenwoordigt,
waarvan één derde wordt uitgevoerd?
dat een lynbaan, die in 1834 op de marinewerf van
Amerika te Boston werd ingericht, thans nog aila
touw en koord voor de Amerikaansche vloot vervaar
digt?
dat vóór 1911 de leden van het Britsche parlement
geen salaris kregen?
d a t in 1911 werd bepaald, dat zy 400 (pl.m. f 5000)
per jaar zouden krijgen voortaan?
dat elk kind in Concord (N.H., Amerika) by zyn
geboorte een spaarbankboekje met 1 ér op van een
spaarbank in die stad cadeau krijgt?
vermaarden Russischen schry'ver, Iwan Turgen-
jew, stiet. De eene bydrage was in het jaar 1880
geschreven, de andere 20 jaar later. Deze twee
merkwaardige albumbladen laten als het ware
de verhouding zien tusschen den twee-en-veertig
jarige en den lachende twee-en-zestig-jarigen
grijsaard, die het met zichzelf en met de wereld
zoo nauw niet meer neemt Vertaald luiden de
belde bladen als volgt:
Gedrukte vraag in het album: Welke deugd
schat u het hoogst? Antwoord 1860: Oprechtheid.
Antwoord 1880: Jeugd.
Welke eigenschap waardeert u het meest in een
man? 1860: Goedhartigheid. 1880: Den leeftyd
van 25 jaar.
En in een vrouw? 1860: Lieftalligheid. 1880:
Leeftijd van 18 jaar.
Uw eigen voornaamste karaktertrek? 1860:
Luiheid. 1880: Idem.
Uw voorstelling van geluk? 1860: Volmaakte
gezondheid. 1860: Niet meer te hoeven werken.
Uw voorstelling van ongeluk? 1860: Blind zyn.
1880: Oud zy'nde, nog te moeten werken. -
Lievelingskleur en -bloem? 1860: Blauw, de
narcis. 1880: Grys, bloemkool.
Uw Ilevelingsprozasfchryver? 1860: Cervantea.
1880: Ik lees niet meer.
Uw lievelingsdichters? 1860: Homerus, Shake-
speare, Goethe, Poesjkln. 1880: Lees ook geen
dichters meer.
Uw lievelingsschllder of -componist? 1860:
Rembrandt, Mozart, Schubert 1880: Ik zie of hoor
liefst niets meer.
Uw voornaamste held uit de geschiedenis? 1860:
Washington en Perikles. 1880: Wie de oesters
ontdekt heeft
Llevellngsspys en -drank? 1860: Vleeschscho-
tels en champagne. 1880: Waar ik geen maagpyn
van kryg.
Waarvan heeft u de meesten afkeer: 1860:
Van luizen. 1880: Van bezoekers.
Aan welke geschiedkundige personen heeft u
het land? 1850: Napoleon. Torquemada. 1880: Aan
ieder die mij by mijn middagdutje stoort.
Welke ondeugden verontschuldigt u? 1860: Een
„zoop!e" 3880: Allemaal.
Uw lijfspreuk? 1800: Per '030:
„Slaap lekker!"