RADIO-RUBRIEK. KOOPJES. GRABBELTON. Het Push-puII-schema. WETENSWAARDIGHEDEN. Wat is een phenomeen? Anecdoten van groote mannen. Wat we moeten doen! Hoe Jonathan Swift een bed kreeg. Het is een merkwaardig verschijnsel dat oude echema's, nadat ze eenigen tijd op den achtergrond geraakt zijn, door een vooruitgang in de techniek opnieuw van bijzondere aantrekkelijkheid worden. Het Push-pull-schema is hiervan oen treffend voor beeld. Het schema dat hieronder gegeven wordt, is een 20 (40) Watt versterker volgens het Push-pull-prin- cipe uitgevoerd en bedoeld als krachtversterker ach ter een overigens normaal toestel. Het radio-toestel wordt hierdoor van bijzondere waarde voor het hotel- en restaurant-bedrijf, terwijl het, uitgevoerd als gromofoonversterker, het „strijkje" in kleine gelegenheden kan vervangen, tot zekere hoogte. In het schema zijn een drietal transformatoren te zien, van links naar rechts resp. de ingangs-, dé tusschen- en de uitgangstransformator. De ingangs transformator heeft in de secundaire wikkeling een midden-aftakking, de tusschentransformator in bei- de wikkelingen, terwijl de uitgangstransformator de middenaftakking alleen in de primaire wikke ling heeft. Deze laatste transformator (de Sinus transformator) is geheel aangepast aan de moderne eischen die men stellen kan voor aansluiting aan den electro-dynamischen luidspreker. De secundaire wikkeling is hier in tweevoud aangebracht, beide wikkelingen geheel gescheiden van elkaar; de im- pi|dentie (wisselstroomweerstand) is verschillend vovr deze wikkelingen: Daar beide wikkelingen voOrzien zijn van een middenaftakking kunnen op heiden twee luidsprekers worden aangesloten. Of, ingeval men slechts een luidspreker aansluit, de best bij den luidspreker passende transformator verhouding gebruiken. Zooals gezegd hebben de bei de secundaire wikkelingen een verschillende impe- dentie, zoodoende is de eene wikkeling geschikt voor e.d. luidspreker, waarbij reeds een ingangs transformator aanwezig is (aangebouwd), terwijl de andere wikkeling dezen ingangstransformator bo vendien vervangt. De aansluitklemmen voor pick-up of Radio-toestel zijn met A gemerkt. De klemmen zijn doorverbonden door een potentiometer met een maximum-weer stand van 50.000 Ohm. Met behulp van dezen poten tiometer is de sterkte naar eigen smaak te regelen. Uit het schema is tevens te zien dat de transforma torkernen geaard zijn, wat noodzakelijk is; de in gangs- en de tusschentransformatoren zijn boven dien gekapseld. Aanbeveling verdient het de roos- terleidingen te omgeven met een looden mantel (loodkabel toepassen) en dezen loodmantel even eens te aarden. Het schema is voor algeheele wisselstroomvoeding uitgevoerd. Voor een 20 Watt versterker kan men in de le trap twee stuks E 415 of R.E.N. 1104 en in de 2e trap 2 stuks E 408 met succes toepassen. Voor een 40 Watt-versterker gebruike men in de le trap eveneens twee stuks E 415 of R.E.N. 1104, maar in de 2e trap twee lampen van het type R V. 218. Bij toepassing van de Sinus transformatoren en verdere benoodigde onderdeelen kan men de negatie ve roosterspanningen voor de verschillende trappen heel handig met de „Sinus" automatische eenhe den geven. O, een vrouw is dol op koopjes In ons koopgraag vaderland, En ze dweepen met biljetten, Vet gedrukt en zwaar omrand. De robuste dameswereld Staat goedkoop vaak op haar kop, Altijd doen ze erg voordeelig, Nimmer halen ze een strop! Witte weken en restanten Eischen al hun energie, Niets gaat boven d'idealen Van hun inkoop-theorie! Als wij mannen, schuchter vragen Naar 't hoeveel, waarom en hoe?... ,,'t Is precies, je maat, hoor mannie, „En je was er toch aan toe!" ,,'k Heb het net nog kunnen krijgen, „Bijna was me iemand voor, „Wat beschadigd, maar een kóópje, ,,'k Doe hét morgen in de chloor!" En dan knikken we gelaten, Koopend worden we nog rijk, Of we lachen wat benepen: „Vrouwtje, je hebt schoon gelijk!" Maar wat vrouwtjes graag vergeten, Hoe huishoud'lijk zijn ze dan, De maatschappelijke koopjes Zijn gewoonlijk voor den man! ITij heeft keus uit vele soorten, Die 't maatschapp'lijk leven geeft, Meestal zijn ze al geleverd Voor hij zelf er erg in heeft! Dit jaar is er iets bizonders Wegens wiss'ling van 't seizoen, 't Bleek weer uitermate nuttig Iets aan politiek te doen. De verkiezingsliquidatie Biedt U koopjes spot.en spot, Afgewezen Kamerleden, Tegen elk aannemelijk bod! Verder is er nog iets aardigs, Dat per dwangbevel regeert, En een hoopvol, spaarbankboekje In den regel wat kleineert. Loopt eens binnen bij den fiscus, Informeert eens bij geval, Want die levert U een koopje, Dat U heel lang heugen zal!! Augustus 1929. KROES. (Nadruk .verboden.) dat de Engelsche taal 600.000 woorden rijk is? De Fransche 210.000 en de Duitsehe 150.000? dat onlangs te Oshawa (Ontario) een horloge werd tentoongesteld dat een middellijn had van 1 cJd.? d a t dit beschouwd wordt als een van de twee kleinste horloges ter wereld', en dat het uitstekend gelijk loopt? dat de Amerikaansche vlag tijdens den wereldoor log 48 sterren telde, tijdens den Spaansch-Amerikaan- schen oorlog 45, tijdens den burgeroorlog 35, tijdens den. oorlog met Mexico 29, tijdens den oorlog van 1812 15, en ten tijde van de Amerikaansche revolutie 13 sterren? dat Chlcago het eindpunt ls van 38 spoorwegen, ter wijl er dagelijks ongeveer 34800 vracht wagons aanko men of vertrekken? dat „The Cent" het eerste Amerikaansche nieuws blad was (uitgegeven in 1830 in Philadelphla) dat voor een stuiver verkocht werd? HANDia Is het U bekend: dat volgens opgaven van den Volkenbond de wereld oorlog 37 millioen levens kostte en bijna 1000.000.000.000 gulden dat een som van 10.000 gulden tegen 6 's jaars t 1.64 per dag rente geeft? Hoe lansen zijn dagelijksch scbeerkwartiertje genaamde. Een drnk(I) baantje. Juffrouw Stip: Werkt Uwes man? Juffrouw Stop: O, ja! Om de tien jaar hét ie een vast baantje als hulp-ambtenaar bij de volkstelling! Goede raad, „Meisje, heb je aan je vader verteld, dat ik uit liefde voor jou slapelooze nachten doorbreng?" „Ja, en vader zei: laat hem dan nachtportier wor den." Wat knap tochl Nieuwsgierige oude tante (bij een bezoek aan de sterrenwacht): Is dat Mars? Sterrenkundige: Nee, dat is Venus. De oude tante: Gunst, wat knap toch, dat U dat van zoo'n reuze-afstand ken wete!? Zijn spiegeL Meester: Maar Keesje, je weet toch zeker wel, wat het woord „spiegel" beteekent? Kom, waar kijk je naar, als je Je gewasschen hebt, om te zien of je schoon bent? Keesje: De handdoek, meester! Alles naar evenredigheid. Hij had het ongeluk een man aan te rijden, en diens rechtervoet te kwetsen. ,,'t Doet mij leed. Excuseer mij!" zei hij tot het slachtoffer. „Verontschuldigingen ook nog! schimpte de hin kende man. Je bent gek, geef mij liever een schade vergoeding". „Goed", zei de man, en trok z'n portefeuille. „Hoeveel moet je hebben?" „Vijftig gulden!" „Vijftig gulden! Maar zoo erg is het toch ook niet. Denk je dat ik een millionnair ben?" „Nou", zei de ander woedend, „dacht je soms dat ik een duizendpoot was". Begrijpelijk. U is de eenigste werkelijke, fatsoenlijke heer in de heele zaal hier, zei de vreemdeling. In welk opzicht? vroeg een gast. Toen ik daar straks met dat allerliefste vrouw tje danste en doordat ik onhandig was en struikelde en haar heele japon scheurde, was U de eenigste in de heele zaal die niet lachte. Dat kan uitkomen! Ik ben de man van dat „al lerliefste vrouwtje" en ik heb gisteren honderd gul den voor die japon betaald! EEN GELUK. Waarom lach je, Karei? Omdat ik niet gestuurd heb deze keCr. Een boerenarbeider, die naar de stad was geweest en daar een paar geleerde woorden had opgestoken, zou aan zijn kameraden uitleggen, wat een „pheno meen" was. „Kijk eens, jongens", aldus begon hij. „Zién., jelui daar dat veld met distels? Nou, kijk, dat is nou géén phenomeen!" „Nee „Maar stel je nou voor, dat je een leeuwerik zag, die boven dat veld in de lucht zweefde en zong, dan zou dat ook géén phenomeen zijn!" „Nee???" „Nee, en zelfs al was er nou tegelijkertijd een stier in dat veld, dan zou het nog geen phenomeen zijn, snappen jelui dat, jonges?" „Hm jwelkwam het aarzelende antwoord, nog twijfelachtiger dan te voren. „Ma*r", ging de geleerde arbeider voort, „Als jè nou die stier op een distel zag zitten zingen als een leeuwerik, dat zou een phenomeen zijn!" De lange schrijnwerker. De sterke voorliefde van Friedrich Wilhelm I voor de „lange kerels", waaruit zijn Potsdammer „blauwe reuzengarde" bestond gaf aanleiding tot vele geweld dadigheden van de wervers in 's konings dienst. Zoo een was de rijksbaron Dietrich van Hompesch, die door Friedrich Wilhelm I als overste-luitenant was aangesteld. Hij zwierf in de Rijnprovincie en was een van de listigste jachtmakers op lange mannen. In het jaar 1723 kwam Von Hompesch, toen hij door een dorp, Meinertshagen genaamd reed, een 'schrijn werker, zoo lang als een boom, op het spoor, die hem niet kende en dus zonder eenig kwaad vermoeden de bestelling aannam om een kast te maken, zoo lang en breed als hij zelf was. Toen Von Hompesch na eenige dagen terugkwam om de kast op te halen, verklaarde hij, dat die te kort was, dat zij niet de lengte van den schrijnwerker had. Door dit ongegronde verwijt gekrenkt, maakte de schrijnwerker korte metten, en om zijn lastgever met eigen oogen te overtuigen, ging hij dadélijk zelf in de kast liggen. Daar had hij maar op gewacht, want op hetzelfde oogenblik, dat de schrijnwerker zich triompheerend in de groote kast uitstrekte sloeg hij met zijn 2 knechts, die hij had meegebracht, het dek sel dicht. De kast met den gevangene werd op den voor het huis gereedstaanden wagen geladen én mén reed naar Jörlich, waar de kast geopend werd, maar tot grooten schrik van Von Hompesch werd de kas tenmaker er gestikt uit te voorschijn gehaald. Von Hompesch deelde zelf het ongeluk, dat zijn gewelddadigheid had gehad, den koning mede, die het doodvonnis over hem liet uitspreken, maar hem toch na eenige weken tot vestingstraf begenadigde. Sprekende gelijkenis. Gèorge Du Maurier, de bekende teekenaar en schrij ver van Trilby, en A,lma Tadema, de beroemde schil der, geleken sprekend op elkaar, zoodat zij dikwijls voor elkander werden aangezien. Eens zat Du Maurier aan een diner naast een da me, die alle gelijkenis tusschen de twee ontkende. O, mijnheer Alma Tadema, zeide zij, ik vind het bespottelijk te zeggen, dat u en mijnheer Du Maurier zoo sprekend op elkaar gelijken. Er is vol strekt geen gelijkenis, vindt u ook niet? O, zeker mevrouw, was het beleefde antwoord. Maar ziet u, toevallig ben ik niet Alma Tadema, maar- Du Maurier. Complimenteus. Generaal Gaillard, die onder de regeering van Lo- dewijk XV in Frankrijk leefde, had den naam een bijzonder galant heer te zijn. Op zekeren avond be vond hij zich in een gezelschap, dat grootendeels uit dames bestond en beweerde o.a., dat hij in zijn leven nog nooit een werkelijk leelijke vrouw ontmoet had. Een der dames, die een inigedrukten, platten neus had, ging naar hem toe en zeide: Zoo, mijnheer, zie mij dan eens aan en beken, dat ik inderdaad leelijk ben. Mevrouw! riep Gaillard. O, u is zooals alle vrou wen, een uit den hemel gevallen engel! U heeft daarbij evenwel het ongeluk gehad op uw neus te vallen. BIJ HET GEBRUIK VAN ELECTRICITEIT. En by voorkomende ongevallen met stroomdraden. In de Rlslcobank vinden we enkele practische wen ken: Vervang voor het voorkomen van brand tijdig uw snoeren, als deze defect worden en trek na gebruik den steker steeds dadelijk uit het stopcontact. Soms bestaat de electrische leiding buiten het huis uit blank koperdraad. En als de draad omwoeld is, is dat beschermende omhulsel in de buitenlucht toch al gauw niet meer betrouwbaar. Veelal loopt zoo'n draad in de buurt van een dak of de dakgoot. Pas dus wel op (en waarschuw er uw kinderen voor) nooit zulk een draad per ongeluk, al was het maar een puntje van een oor, aan te raken. Op een dak, vooral als het van zink ls, of in een voch tige goot, is het levensgevaar natuurlijk zeer groot. Koop en gebruik geen electrisch speelgoed, dat op de electrische leiding wordt aangesloten door middel van een voorschakel-weerstand in den vorm van een lamp, maar schaf daarvoor een kleinen, goeden trans formator aan, waardoor de stroom op het speelgoed geen hooger spanning krijgt dan 20 volt. Laat transformatoren voor zulk speelgoed (en ook voor electrische bellen) altijd zoo bevestigen, dat aan raking van de knoppen, die. onder spanning staan, ls uitgesloten. Indien het mogelijk ls, is de zekerste hulp, die men kan verleenen, den schakelaar uit te schakelen, die den stroom verbreekt. Staat hierbij die persoon op een ladder of andere ver hevenheid, of hangt hij aan een draad, tracht hem dan door anderen te laten opvangen. Kan de stroom niet afgezet worden en kan een per soon den gegrepen, onder spanning staanden geleider niet loslaten, wanneer de stroom hem door de hand en het lichaam gaat, zoodat hij zichzelf niet uit de ge vaarlijke positie kan redden, bedenk dan, dat een per soon in dezen toestand zelf onder spanning staat zoo dat het gevaarlijk kan zijn, hem met bloote handen aan te raken. Om hem te redden trekke men een droogs kleedlngstuk uit en vatte men hem hiermede aan, b.v. trek een jas uit, houd in elke hand een mouw vast en werp hem de jas over het hoofd, trek hem dan op deze wijze vrij, totdat het contact met de spanning verbroken is. Gebeurt het u zelf, tracht dan door met beide voe ten van den grond te springen de verbinding met de aarde op te heffen en dus den stroom te verbreken. Is een ander getroffen, roep hem dan toe zich te bevrij den, door met heide voeten tegelijk op te springen. In dien ge één hand vrij hebt, sla die dan vooral niet óók aan het electrisch toestel of den draad, die u vast houdt! ZICH UITGEGEVEN VOOR DEN „BEUL VAN LONDEN". Van Jonathan Swift, den bekenden schrijver van Gul- livers reizen, vertellen Engelsche bladen de volgende anecdote: Swift was een hartstochtelijk wandelaar. Hij maakte vaak dagenlang groote uitstapjes. Op een avond, toen hij zich weer op zijn wandeling bevond, werd hij door een hevig onweer overvallen. Hem bleef niets andera over, dan In een naburige plaats te overnachten. Hier waa slechts een enkele rampzalige herberg en het toe val wilde, dat geen kamer vrij was. Ziet U, zeide de herbergier, „het was vandaag hier markt en de boeren willen in den regen niet naar huis en ik heb reeds in iedere kamer twee personen gestopt. Er is overigens nog een kamer, waar een man logeert, maar die kamer durf ik U niet goed aanbieden. Maar waarom niet, vroeg Swift, liever een half bed, dan heelemaal niets. Om de waarheid te zeggen, merkte de herbergier op, in de kamer bevindt zich de boer Stephenson. Dat is een erg ruwe kerel, met wien niemand graag iets te doen wil hebben. Maar als U het wil probeeren. Natuurlijk wil ik dat, zeide Swift, U zult zien, dat gaat wel. En zoo kwam de sohrijver in de kamer van den boer, die aan een groote tafel, in het midden van de kamer, zat Swift groette. Maar zijn vriendelijke groet bleef onbeantwoord. Doch daar trok hij zich niets van aan. Hij zeide vriendelijk verder: Goede zaken gemaakt, vandaag? Hardnekkig stilzwijgen. Ik wou, zeide Swift verder, dat mijn zaken ook zoo goed gingen. Maar de tijden zijn slecht... Er is niets meer te verdienen. In de laatste drie maanden heb ik r.iet meer dan vier lui opgeknoopt... Wat heb je, riep de boer, opgeknoopt, wat opge knoopt? Vier arme zondaars... Maar wie ben jij dan? Wat ken je me niet? Ik ben de beul van Londen. Ik ben op weg naar Tyburn, om een paar struikroovers... Verder kwam Swift niet. De boer was van zijn stoel opgesprongen en verliet haastig de kamer... Liever ergens anders overnachten dan hier... En terwijl de boer bibberend van de koude naar een nachtverblijf omkeek, sliep de beul van Londen in het groote, breede bed den slaap des rechtvaardigen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 14