Per Orient-Simplon Express. Een uitstekend geslaagde proef. wel wat ontaohtisch opmerkzaam gemaakt, die hem tenslotte een proces-verbaal aandeed. Had hij echter verteld, dat het een stierkalf was van nog geen jaar oud, dan zou er niets gebeurd zijn. Nu zullen we den vólgenden keer nog twee getui gen in deze zaak hooren om en zoo eischt het ge recht het uit te maken, dat het werkelijk een stierkalf was. 300 METER IS AL GENOEG. 300 Meter is air genoeg om een proces-verbaal op te loopen. Tenminste, als men met een auto rijdt 'op Cushion-banden, die niet in de betreffende wegklasse is ingeschreven. Dit ondervond schipper A. den D. van Warmenhuizen ook en daarvoor staat hij heden morgen als laatste delinquent terecht en hoort hij zich veroordeelen tot f3 boete of 3 dagen hechtenis. De eisch was f 4 of 4 dagen. Wegens niet verschijnen worden bij verstek ver oordeeld: Voor overtreding van de Motor- en Rijwielwet: H. K. f4 of 4 dg.; mej. A. Br. f4 of 4 dg.; Adr. O. f4 of 4 dg.; C. M. f6 of 6 dg.; D. K. f4 of 4 d.; P. f4 of 4 dg.; Jn. Sn. f4 of 4 dg.; B. A K. f4 of 4 dg.; Alb. v. M. f4 of 4 dg.; B. E. f 10 of 10 dg.; K. Str. f 4 of 4 dg.; St. f4 of 4 dg.; P. v. Sch. f4 of 4 dg. VV. V., stier niet vervoerd op aangegeven wijze, f3 of 3 dg.; J. V., overt. Leerplichtwet, f5 of 5 dg.; H. B., overtr. Arbeidswet, f 10 of 10 dg.; L. T., overtr. Leerplichtwet, 2 maal f5 of 2 maal 5 dg.; M. L., overtr. Trekhondenwet, f4 of 4 dg.; H. W. KL, ver nieling, Rijkstraatweg opgebroken, f 15 of 15 dg.; P. SI., openbare dronkenschap, f5 of 5 dg.; W. K., overtr. Arbeidswet, f5 of 5 dg.; Adr .Sp., overtr. wet op het verkeer, f 3 of 3 dg.; Jb. B., overtr. Kieswet, f 1 of 1 dg.; II. BI., idem, f 1 of 1 dg.; Petr. H., overtr. Arbeidswet. 2 maal f5 of 2 maal 5 dg.; Jn. K., overtr. Wet op Openbare middelen van vervoer, f4 of 4 dg.; A. W., ordeverstoring, f6 of 6 dg. DRIESTGROXDEN VAX DE KONINGIN VOOR LANDBOUWDOELEINDEN BESCHIKBAAR GESTELD. waren wel zoo ondeugend om eens een kijkje te gaan nemen op het land van buurman Jan Winkel. Dit is geenszins bevordelijk voor de goede verstandhou ding en vooral niet, wanneer er op dat land kool- planten zijn uitgezet. Het gevolg was dan ook, dat v. d. M. zich vandaag voor de misdragingen van zijn loopende sajetkluwentjes heeft te verantwoorden. In middels heeft hij niet nagelaten om te maken, dat het niet meer zou gebeuren en Winkel f 10.schade vergoeding aangeboden. Er waren een ruim 1000 kool- planten vernield. De laatste wil echter f 40.hebben, maar dit komt den kantonrechter, die in de koolprij- zen ook wel eenigszins thuis schijnt te zijn, toch wel wat hoog voor. Tenslotte wordt v. d. M. tot f 5.boete of 5 dagen hechtenis veroordeeld en tot betaling van f 12.scha devergoeding aan Winkel. Jb. de W. uit de Zijpe heeft zijn schaapjes ook nog niet op het droge, want ze schenen door sloot te gaan en zoo op het land van Jonker, waar de nog zeer „jeugdige" koolplantjes een welkome af wisseling boden voor het altijd uit gras bestaande ontbijt, lunch en diner, dat ze op eigen terrein von den. Nu schijnt die sloot een twistappel tussclien de beide hecren te zijn en binnenkort op den naam „sloot" geen aanspraak meer te kunnen maken, om dat er geen plaats meer in is voor water door het vele vuil, wat er zich nu in bevindt. Het gevolg zal zijn, dat de lammetjes aanstonds droog overkomen. Inmiddels is Jonker op dit bezoek allesbehalve ge charmeerd en hij zou wel f40 schadevergoeding wil len hebben. Hij kan echter f 10.krijgen en die moet W. betalen. Bovendien wordt de laatste nog tot f 5. boete of 5 dagen hechtenis veroordeeld. OVERTREDERS VAN DE LEERPLICHTWET. Een der artikelen van de Leerplichtwet luidt, dat een kind de zevende klas moet doorloopen (de 7-ja- rige Leerplichtwet) en bovendien 13 jaar moet zijn, al vorens het van school mag. Wanneer een kind dus het 7de leerjaar heeft doorloopen, maar bijvoorbeeld een week na den dag van overgang eerst 13 jaar wordt, dan moet het nog weer een vol jaar op school loopen. Dit nu is voor sommige ouders wel eens een teleur stelling, ofschoon toch dadelijk moet worden erkend, dat deze Onderwijswet gemaakt is in het belang van het kind. P. v. d. M. een huisvader van 12 kinderen te St. Maarten, wiens dochtertje gerangschikt moet worden onder het voorbeeld, hierboven genoemd, kon ech ter het meisje heel goed een paar dagen in de huis houding gebruiken, maar daarvoor moest hij haar thuishouden van school en dit bracht hem in con flict met de Leerplichtwet, zoodat hij vandaag veroor deeld wordt tot betaling van f5 boete of 5 dagen hechtenis, waarbij verzachtende omstandigheden in aanmerking waren genomen. De eisch was f 10 of 10 dagen. Een meer principieelen tegenstander van deze wet is J. Jb. K. te Oudkarspel, Zijn uitleg van het wets artikel was, dat als het kind de 7de klas doorloo pen heeft, het van school mag. Zijn burgemeester dacht er, volgens hem, ook zoo over. De Kantonrechter geeft hem in overweging, dit niet te blijven toepassen, want dat zou wel eens aardig wat in zijn portemonnaie kunnen gaan schelen. Verdachte wordt daarop veroordeeld tot f10 boete of 10 dagen hechtenis. De eisch was f 15 of 15 dagen. De derde, die hedenmorgen voor overtreding van de Leerplichtwet terecht staat, is Adr. SI. uit de Zijpe. Huiselijke omstandigheden hebben hem hiertoe ech ter genoopt en hiermee wil de kantonrechter dan ook rekening houden, hetgeen in zijn op te leggen straf, f2 boete of 2 dagen hechtenis, tot uiting kwam. Bovendien krijgt hij nog het adres van den inspec teur van het L. O. in het district Helder, om dien over zijn moeilijkheden in te lichten. GEZELLIGHEID KENT GEEN TIJD. Dit spreekwoord zou den café-houder Nic. K. in de Zijpe noodlottig worden. In den avond van den 7den Juli was het 's avonds namelijk zóó gezellig bij hem in het café, dat het klokje van gehoorzaamheid reeds lang zijn elf slagen had laten hooren, toen de bezoekers nog niet aan weggaan dachten. Maar de po litie zou ze dit wel aan hot verstand brengen, K. was, zooals hij zeide, pas begonnen met dit be roep, maar de Kantonrechter veronderstelt toch wel, dat hij weet, dat om 11 uur de boel ruim moet zijn, Deze aanmaning gaat vergezeld van een boete van f5 of 5 dagen hechtenis. De eisch was f 10 of 10 dagen. Volgen nu de bezoekers van dien zomerschen avond aan de Zijpersluis. Ruim een 10-tal opgeschoten „boys" moeten voor de groene tafel verschijnen, waaronder we nog enkele bekende gezichten zien uit het „ijsoproer te Burgerbrug". Een vijf-tal is op gekomen. De rest schijnt te hebben „geschikt". In middels schijnt het weer niet zoo zomersch te zijn ge weest, want volgens de verdachten regende en waaide het dien avond. Zij moesten wachten op het pont. ontfermde door een dienstmeisje op de deur te laten kloppen. Mijnheer Peters riep nijdig „Binnen!" en de deur werd geopend. „Neem mij niet kwalijk, mijnheer, maar Mijnheer Threepwood wilde u door de telefoon gaarne even spreken." Mijnheer Peters keerde zich tot zijn gast „Verontschuldig mij een oogenblik.'fc „Ga uw gang," zei Lord Elmsworth dankbaar. „Ze ker, zeker, ga uw gang. Natuurlijk." De deur werd achter Mijnheer Peters gesloten. Lord Elmsworth bleef alleen. De eerste oogenblikken bleef hij staan op dezelfde plek waar hij achtergelaten was, een gedaante, die niet veel teekenen van belangstelling gaf. Maar Mijnheer Peters kwam niet zóó heel gauw terug. Het galmen van zijn stem drong uit verre streken flauw tot hier door. Lord Elmsworth slenterde naar het venster en keek naar buiten. De zon scheen nog verrukkelijk in de stille straat. Aan de overzijde stonden boomen. Lord Elmsworth was dol op boomen en hij keek er welgevallig naar .Toen kwam er een straatverkooper om den hoek, die een wagen met bloemen voortduwde. Bloemen! Met de snelheid van een postduif die naar huis terugvliegt, waren de gedachten van Lord Elms worth weer op Blandings. Bloemen! Had hij zijn hoofd tuinman Thorne voldoende gezegd hoe hij het met die hydrangea's aanleggen moest, of niet? Als dit laatste het geval was, kon hij zich dan op Thorne verlaten dat hij met zijn eigen verstand de bloemen goed behandelen zou? Lord Elmsworth begon zeer ernstig over hoofdtuin man Thorne» te piekeren. Hij werd zich bewust dat hij een vreemdsoortig klein voorwerp In de hand hield; hij gunde het een vluch- tigen blik. Het zei hem niets. Het was waarschijnlijk iets, maar wat, kon hij zich niet herinneren. Hij stak het in zijn zak en gaf zich weer aan zijn gepeins over. m. Omstreeks het uur waarin de Graaf van Elmsworth onderweg was om zich aan zijn afspraak met Mijnheer Peters te houden, zaten twee personen aan een hoek tafeltje in Simpson's Restaurant in het Strand. Een van beiden was een niet groot, knap, innemend uitziend meisje, van ongeveer twintig jaren, de ander een forsch jonkman met een kneveltje, een weligen kas tanjebruinen haardos, en een uitdrukking, half van verrukking en half van vastberadenheid op het gelaat. Het meisje was Al Ine Peters, de jonge man heette George Emerson. Hij was, zooals Freddie gezegd had, bij de politie of zooiets, te Hongkong. Dat wil zeggen, De ambtenaar van het O. M. vindt echter, dat aan de bepaling streng de hand moet worden gehouden en veroordeelt elk van hen tot f 4 boete of 4 dagen, hechtenis. Mr. Judell neemt de zaak echter niet zoo ernstig op en stuurt deze „toffe jongens" met een guldentje boete huis-toe. ONVERWACHTS „AAN DE REED". Dirk de Gr. te Zijpe moest onverwachts met zijn motorfiets „aan de reed", maar liet zijn rij- en num- •merbewijs in zijn jasje zitten dat hij in de haast niet tegen zijn blauwe kieltje had verwisseld. Deze vergeetachtigheid komt hem heden te staan op 2 X *2 boete of 2 X "2 dagen hechtenis. De eisch was 2 X f4 of 2 X 4 dg. ALLES OM ééN STIERKALF. De veehouder Joh. Corn. St. zou te Schagen een stier vervoerd hebben zonder ring en zonder knie- touw. Daarop was hij, volgens hem, door de politie Drie maal per week vertrekt 's avonds om 7 uur de Oriënt express van Angora. Dat vertrek is steeds een evenement en een divertissement. Wanneer ik in Angora ben, ga ik altijd naar het station vóór dat de Express vertrekt. Er zijn altijd wel kennissen in den trein of aan den trein. Zoo Spreekt men weer allerlei menschen en wordt in de eentonigheid van het Angora'sche leven even een bresje geschoten. Soms ziet men er ook een der ministers en kan met dien een gemoedelijk praatje maken, gemoede lijker dan op zijn kabinet mogelijk is, ofschoon men over die gemoedelijkheid heusch al niet te klagen heeft in Turkije. Zoo was dan ook de avond van mijn vertrek aan gebroken en stonden mijn kennissen op het perron nabij mijn compartiment. Het was de Babylonische spraakverwarring daar onder mijn venster, er werd Turksch, Fransch, Engelsch, Duitsch, Italiaansch en Noorsch gesproken. Mijn eigen taal kon ik niet ge bruiken, had ik al een paar weken niet meer ge sproken. Ik kan mij best begrijpen, dat er onder de lezeressen en lezers zullen zijn, die zooras verschrik kelijk zouden vinden, maar ik moet eerlijk bekennen, dat men daaraan geheel gewendt cn al spoedig niet beter weet. De bel liet zijn drie slagen hooren, de chef floot cn precies om zeven uur schoof de trein heel lang zaam van het station weg. Nog even wuiven en een paar woorden elkander toegeroepen en de reis was be gonnen. Een uur later ging de bel voor het diner en na afloop werd het compartiment opgezocht. Ik had ge lukkig een compartiment voor mij alleen, de agent zorgt altijd extra voor me. Zoo kon ik nu precies doen en laten wat ik wilde, hetgeen bij de hitte, die heerschte een groot voor recht was. Wat was ik blij Angora te verlaten. Ik was dien middag nog bij den Minister geweest, was naar Z.Exc. toegewandeld, terwijl de thermometer 37° in de schaduw aanwees, hetgeen wilde zeggen dat ik in den zon een temperatuur van 47° Celsius te verduren had. De zon scheen op mijn rug en ik voelde bepaald waar mijn bretels zaten die mijn rug op bepaalde plekken tegen den zon beschermden.. Neen, bij 47°, dus 116° Fahrenheit, raakt voor mij de aardigheid van het leven af. Dus verheugde ik er mij op naar Holland te gaan, waar het lekker frisch zóu zijn en waar ik weer- regen zou zien. Als echte Hollandsche kikker, kan ik niet zonder regen leven. - Den volgendenochtend was ik betrekkelijk vroeg uit de vceren en om 9 uur stond ik te Haidar Pacha te wachten op de veerboot, die ons naar Stamboel zou brengen. Ik bracht mijn bagage naar een hotel, zou 's middags weer vertrekken, maar moest eerst mijn paspoort, mijn visa voor Bulgarije 'en Yoego- Slavië en permissie om Turkije te verlaten, op de Legatie halen. Daar wachtte mij een zeer onaangename verras sing, ik had geen permissie gekregen om Turkije te verlaten, want mijn papieren waren niet in orde. Goede raad was duur. want het was Zondag, dus de Legatie was gesloten, dus zou men mij pas den vol genden dag kunnen helpen. Ik had echter allerminst lust om niet te vertrekken, dus ging aan het werk. De klem zat hierin, dat ik geen permission de séjour" bezat. Nu bekommer ik mij daar nooit om, daar men mij er nooit naar vraagt. Nu liep ik *er ditmaal echter in. De kunst was nu alsnog zulk een document te krij gen. Na lang praten en nadat ik zelf gezegd had: .4k hij was op één na de hoogste in rang bij de politiemacht van die verafgelegen plaats. Op het oogenblik was hij met verlof thuis. Hij had een krachtig, vierkant aange zicht, en een stevige, vastberaden kin. In Londen treft men ieder soort van restaurant aan, vanaf het restaurant waar men verbeeldt te Parijs te zijn, tot aan het restaurant waar de wensch bij Iemand opkomt dat hij te Parijs was. In Piccadilly zijn het paleizen, in Soho eigenaardige lokalen om te stikken, en in Oxford Street en Tottenham Court Road vreemd soortige eethuizen. Er zijn restaurants die zich spe ciaal toeleggen op lijkengif, en andere, die in groenten- gelagen uitmuntten. Maar er is slechts één restaurant van Simpson. Simpson in het Strand is éénig. Als het zijn wensch is, kan de Engelsehman, voor de somma van twee en een halven shilling, daar eten tot hij niet meer kan. De God van het Overvloedig Vetmesten is de bescherm heer van die inrichting. De grondtoon d ie er heerscht is die van een degelijk welzijn. Geestelijken van het platteland, die Londen voor het jaarlijksch Kerkelijk Congres bezoeken, komen hier om te genieten van den eenigen flinken maaltijd, waarmee zij het tot aan het volgend Kerkelijk Congres moeten doen. Vaders met hun zonen en ooms met hun neven trekken naar Simp son en zegenen het genie dat deze inrichting gesticht heeft, want alleen hier kan de jeugdige boa-constrictor zich voor een prikje zat eten. Opruiende kiesrecht- vrouwen komen hier om na haar laatste hongerstaking de schade w'eer in te halen. Een aangenaam, kalmeerend, gastvrij plekje. Een rustige Tempel des Voedsels. Geen krijschend orkest dwingt den eter zijn vork op de maat naar zijn mond te brengen. Geen lange doorloop in het midden, met zijn stroom van nieuwe bezoekers, leidt zijn aandacht af. Hij gaat eenvoudig zitten, met zijn voedsel alléén, terwijl in het wit gekleede priesters, die hun dampende wagen tjes voortduwen, heen en weer gaan, en nieuwe voed- selvoorrraden aanvoeren. Overal in het lokaal, sommigen aan aparte tafeltjes, anderen aan groote tafels, zitten de aanbidders, in hun oogen dien vastberaden, peinzenden blik, die het bizon der eigendom is van den Engelschen luncher, ex-presi dent Roosevelt's menschenetende visch, en den Ameri- kaanschen legerworm. Gesprekken vlotten bij Simpson niet erg. Slechts twee van de bij deze gelegenheid aanwezigen toonden ge neigdheid tot praten. Dit waren Aline Peters en haar begeleider. „Hei meisje met wie je behoorde te trouwen," had Aline gezegd, „is Joan Valentine." „Het meisje met wie ik behoor te trouwen," zei George Emerson, „is Aline Peters." Ten antwoord raapte Aline van den grond naast zich een geïllustreerd blad op, en, na het bij een van de heb ongelijk, dus moet boete betalen", kreeg ik na 10 Turksche Ponden (f 12.50) boete te hebben betaald, na me op straat te hebben laten photographeeren en wel van 6 ambtenaren een handteekening te hebben moeten vragen, mijn biljet cn toen na nog 3 ambte naren te hebben bepraat, mijn permissie om te vér- trekken. Ik liep nog even langs de Legatie om aan den portier te zeggen: ik vertrek toch! De man keek mij eerst met open mond aan en boog toen heel diep, hij begreep er niets van, zijn klomp was gebroken. Ik zeg altijd maar met De Ruyter: „Siet wat goede couragie vermagh". Om 2.30 vertrok mijn Simplon Oriënt Express van Stamboel naar Parijs. Er was ook een wagon via Wcenen naar Ostende aan, daar zat een kennis van mij in, n.1. de vroegere Turksche gezant in Den Haag, met wien ik tot Belgrado gezellig gereisd heb. Deze Turk spreekt buitengewoon goed Hollandsch en doet het nog graag. Ik had nu mijn eigen compartiment met eigen waschtafel, dus was om zoo te zeggen thuis. Het is echter wel wat nauw. 's Avonds laat: Adrianopel, het Turksche grenssta tion. Eenige heerlijke meloenen ingeslagen. 's Nachts het Bulgaarsche grensstation. Natuurlijk wakker geroepen door de douanen, die echter met mijn antwoord tevreden waren cn mij met rust lie ten. Om 8 uur waren we te Sofia, de hoofdstad van Bulgarije en reden een half uur later weer door. Den volgenden ochtend weer gezeur van twee gren zen en even later waren we door Yoego Slavië. Vraag mij niet naar de natuur, die ik den eersten dag door gespoord ben, ik had te veel te lijden van de hitte om goed te waardeeren het verschil tusschen het land schap in het begin van Maart in ijs en sneeuw of nu, terwijl de oogst binnengehaald werd. Maar nu begin ik al meer op mijn verhaal te komen en let op het landschap en op het oogsten. Dat binnenhalen van den oogst is zoowel op den Balkan als in Klein-Azië een typisch ding. De boe ren slaan een soort kamp op en vooral het dorschen is eigenaardig. Meestal loopen een troep paarden in 'n cirkel rond, een andere keer trekt een span paar den een rol of slede, op de laatste staat dan een boer, die de paarden aanvuurt. Kleurrijk is het landschap, vooral in Yoegoslavië, waar de vrouwen de bonte hoofddoeken dragen, die zoo mooi afsteken tegen -het goudgele graan en het groen d,ër bossch.en,, Bulgarije en Yoegoslavië zijn echte landbouwstre ken. De trein rijdt een paar dagen door rijke valeien. In Bulgarije in dit vooral het Maritzabekken, waar graan en rijst, wijndruif en tabak welig groeit. In Yoego-Slavië spoort men aanvankelijk door het dal van de Nischawa, tot men aan Nisch komt. Dikwijls naderen de bergen elkaar hier van zeer nabij, soms boort de spoor zich door een tunnel zoo als bij den Sitchewo afgrond, om even later weer in een ruim dal met veel akkerbouw te sporen. Wat mij in Serzië opvalt is de zorg aan de sta tions besteed, langs de perronkap hangen bloem bakken, die het geheel een gezellig aanzien geven. Overal veel militairen. Waar is toch de vrede? Grenzen met soldaten, met paspoort-ambtenaren, met douanen, die zelfs geen doorgaande reizigers geheel ongemoéid kunnen laten. Vereenigde Staten van Europa, zult ge niet tot stand komen? Wordt vervolgd. laatste bladzijden opengeslagen te hebben, reikte zij het den ander over. Gorge Emerson wierp er een verachtelijken blik in. Op dat blad stonden twee foto's. De eene stelde Aline voor, de andere een dom, slungelachtig uitziend jonk man, met dien matten, galsachtigen blik in de oogen, dien Jong Engeland altijd vlak tegenover de camera aanneemt Onder de foto's was gedrukt: „Juffrouw Aline Pe ters, die in Juni met den Hoogwelgeboren Frederick Threepwood in het huwelijk zal treden," en „De Hoog welgeboren Frederick Threepwood, die in Juni met Juffrouw Peters ln het huwelijk zal treden." Boven de foto's las men het opschrift: „Aanstaand Internationaal Huwelijk. De zoon van den Graaf van Elmsworth huwt een Amerikaansche erfdochter." In den eenen hoek van het prentje mikte een in de Sterren en Strepen-vlag gewikkelde Cupido met zijn boog op den heer; in den anderen nam een tweede Cupido, in een Union Jack gehuld, de dame onder schot. De redactie had haar werk goed verricht. Zij was volstrekt niet dubbelzinnig geweest. Wat zij den lezer te Itennen wilde geven was dat Juffrouw Aline Peters uit Amerika, in het huwelijk zou treden met den Hoog welgeboren Frederick Threepwood, den zoon van den Graaf van Elmsworth, en dat was precies den indruk dien de middelmatige lezer er van kreeg. Maar George Emerson was geen middelmatig lezer. De bedoeling van de redactie liet hem koud. „Je moet niet alles gelooven wat je in die bladen ziet," zei hij. „Wat doen die dikke kindertjes in die badcostuums er bij?" „Dat zijn Cupido's, George..., die hun pijlen op ons afschieten een aardig en oorspronkelijk denkbeeld." „Waarom juist Cupido's?" „Cupido is de God der liefde. Ik kan goed bemerken dat je nooit naar de avondschool ging." „Wat heeft de God der Liefde daarmee te maken?" Aline stak bedaard een gebakken aardappel in haar mond. „Je legt het er alleen op aan om mij boos te maken, zei zij, „en dat vind ik echt onaardig van je. Je weet héél goed hoe nadeelig het is als men zich tijdens den maaltijd opwindt. Het zich boos maken onder het eten, is de éénige oorzaak, dat mijn vader aan indigestie lijdt. George, die aardige, dikke voorsnijder komt met zijn wagentje juist dezen kant uit Roep hem, en laat hij mij nog zoo'n heerlijke lamscotelet geven." George keek knorrig om zich heen. „Hoe komt het toch," zei hij, „dat in Londen de eene mensch precies op den anderen lijkt? Vroeger maakte men mij wijs dat de eene Chinees als twee druppels water op den anderen gelijkt Er is te Hongkong geen Chinees, dien ik niet met gemak uit den ander zou herkennen. Maar deze kerels..." Hy overzag het geheele In 1927 heeft de Koningin welwillend beschikt op een verzoek van de buurtvereeniging té Uddel, om bij wijze van proef 10 H.A driestgronden beschikbaar te stellen, teneinde deze geschikt te maken voor het telen van landbouwgewassen. Het werkloozenvraagstuk was aan dit verzoek niet vreemd en men wilde de mogelijkheid onderzoeken of op deze wijze de. inkomsten voor de behoeftige gezinnen konden worden vermeerderd. De leiding van de ontginingen berustte bij het hoofd van de school, den heer K. W. Boelen te Uddel, tevens land- bouw-onderw ijzer. De proef slaagde zoo uitstekend, dat het volgend jaar in het geheel 30 H.A. in bruikleen werd afgestaan, waarvan ieder gezinshoofd ongeveer 1 H.A. in bewer king kreeg. De oogst was het vorig jaar buitengewoon, ook tot tevredenheid van de Koningin, die zich meer malen persoonlijk van den mooien stand der gewassen kwam overtuigen. Dezer dagen, heeft de Apeldoornsche corr. van de N.R^Ct. gaarne voldaan aan de uitnoodiging van den heer Boelen om de resultaten vand it jaar in ©ogen schouw te nemen. Deze waren in één woord schitterend. De rogge, waarmee men aan het oogsten was, de rij pende haver, de aardappelen, bieten en koolrapen, alles stond er praohtig bij. De bieten hadden veel geleden van de bietenvlieg, doch hadden zich geheel hersteld. Verschillende proefvelden waren aangelegd voor het chili-syndicaat. in Den Haag en duidelijk viel waar te nemen, hoe precies de stand der gewassen reageerde op de toegediende hoeveelheid. Het vorige jaar had men een proef genomen met het aanleggen van grasland en het is ongelooflijk, hoe thans het tweejarige grasland er voor staat. Men was juist bezig de tweede snede te maaien en menig weide-bezitter van de lage gronden langs de rivier zou jaloersch wezen op zoo'n oogst De rijkslandbouwconsulent, ir. Cleveringa, gaf dan ook zijn volle tevredenheid te kennen en kon zich over tuigen hoe zijn methode hier toepassing vond en op prachtige wijze werd gedemonstreerd. Hierbij komt, dat de boeren uit den omtrek dit voorbeeld gaan navolgen en zich meer laten gelegen liggen aan grondonderzoek, ontginningsziekte en kalktoestand van den bodem. Vele landbouwwintercursussen maken excursie naar Uddel en vooraanstaande personen op landbouwgebied komen hier éen kijkje nemen. Dit jaar is een eerste proef genomen met den tuin bouw en' deze is uitstekend geslaagd, ondanks de on gunstige omstandigheden, n.1. koude, gevolgd door droogte. In hoofdzaak bepaalde men zich tot het telen van prpnkboonen en aspergieboontjés en deze staan prachtig; met den pluk is reeds een aanvang gemaakt. Een afzetgebied hiervoor werd gevonden aan de conser- venfabriek van den heer Blom te Doetinchem, die alle mogelijke medewerking verleende. Het was noodzakelijk dat voor deze groententeelt eenige practische kennis werd opgedaan en ook hier voor versohaften de Koningin en de intendant van het Koninklijk Domein Het Loo( jhr. van Schuchtelen van de Haere, de gelegenheid, door twee werklieden uit Ud del eenige maanden te laten arbeiden in den Koninklij ken moestuin op Het Loo. Deze mannen fungeeren nu te Uddel als voormannen en het is een lust met hoe veel ijver men zich toelegt op dat werk, dat geen an dere bedoeling heeft dan een intensiever bouw met min der grond te krijgen. De rijkstuinbouwconsulent, ir. D. Bloemsma, gaf hierbij zijn aanwijzingen en ziet die thans met succes bekroond. De Koningin braeht al spoedig na haar 'terugkeer van Soestdijk een bezoek aan deze nieuwe tuinbouw- proefvelden. Met voorafgaande kennisgeving aan den heer Boelen hebben belangstellenden gelegenheid, een en ander te bezichtigen. lokaal. Zijn blik keerde terug naar een gezet jong- mensoh aan een naburig tafeltje, dat de aanleidende oorzaak tot zijn opmerkingen geweest was, dank zij het feit dat hij hem aan den Hoogwelgeboren Freddie Treepwood herinnerde. Hij keek den onschuldigen jon geling, die kalm zijn vischpastei zat te verorberen, woe dend aan. „Zie je dien vent in dat grijze pak?" zei hij. „Kijk eens naar zijn stommen snuit. Let eens op zijn schelvischoogen. Als die vent jouw Freddie eens met een ploertendooder op zijn kop sloeg en in zijn plaats naar de kerk kwam, zou je me dan willen wijsmaken dat je hen uit elkaar zou kennen? Kom, kom. Zou je niet zeggen: „Wel Freddie, wat zie je er net eender als anders uit," en je zonder eenigen argwaan met hem laten trouwen?" „Hy lijkt heelemaal niet op Freddie. En ik wil niet dat je van hem als Freddie spreekt. Je kent hem niet" „Ik ken hem wel. En wat méér is, hij heeft mij na drukkelijk verzocht hem Freddie te noemen. „Och kom, ben je gek, ouwe jongen, houd op met dat Threepwood. Voor mijn vrinden ben ik Freddie." Dat waren zijn eigen woorden. „George, nu ben je aan het opsnijden." „Waarachtig niet Wij maakten gisteravond kennis in de National Sporting Club. Porky Jones hield een match van twintig ronden met Eddie Flynn. Ik bood hem aan drie tegen één op Eddie. Freddie, die naast mij zat, ging er op in met vijf pond. En kan je nog een grooter bewijs van zijn stommiteit verlangen? Een kind kon vooruit zien wie verliezen zou. Daarna sloot Threep wood zich bij mij aan, en zei hij dat hij voor vrinden zooals ik, Freddie heette. En toen begreep ik dat ik een echte vriend van hem was, omdat ik op mijn geld moest wachten. Zooals hij mij vertelde, had zijn ouwe heer zijn jaargeld ingetrokken." „Je probeert eenvoudig mij tegen hem op te stoken, en dat vind ik niet erg mooi van je, George." „Wat bedoel je met opstoken? Ik stook je heelemaal niet op, ik vertel je alleen maar het een en ander van hem. Je weet zeer goed dat je niet van hem houdt, dat je hem niet zult trouwen, en dat je trouwen zult met mij." „Hoe weet jij dat ik niet van mijn Freddie houd?" „Ale je me recht in de oogen kunt zien en verzeke ren dat het wel zoo is, zet ik de heele zaak uit mijn hoofd, trek pagekleedij aan, en draag je sleep als je naar het altaar wandelt. Ziedaar!" „En onder al dat gepraat van je is die voorsnijder weer weggegaan," zei Aline. George gaf den gedienstigen priester een wenk, en deze duwde zijn wagentje in hun richting. Aline be stuurde zijn aansnijden van een lamsbout met woord en gebaar. •Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 2