Per Orient-Simplon Express.
Een uitstekend geslaagde proef.
wel wat ontaohtisch opmerkzaam gemaakt, die hem
tenslotte een proces-verbaal aandeed. Had hij echter
verteld, dat het een stierkalf was van nog geen jaar
oud, dan zou er niets gebeurd zijn.
Nu zullen we den vólgenden keer nog twee getui
gen in deze zaak hooren om en zoo eischt het ge
recht het uit te maken, dat het werkelijk een
stierkalf was.
300 METER IS AL GENOEG.
300 Meter is air genoeg om een proces-verbaal op
te loopen. Tenminste, als men met een auto rijdt 'op
Cushion-banden, die niet in de betreffende wegklasse
is ingeschreven. Dit ondervond schipper A. den D.
van Warmenhuizen ook en daarvoor staat hij heden
morgen als laatste delinquent terecht en hoort hij
zich veroordeelen tot f3 boete of 3 dagen hechtenis.
De eisch was f 4 of 4 dagen.
Wegens niet verschijnen worden bij verstek ver
oordeeld:
Voor overtreding van de Motor- en Rijwielwet: H.
K. f4 of 4 dg.; mej. A. Br. f4 of 4 dg.; Adr. O. f4 of
4 dg.; C. M. f6 of 6 dg.; D. K. f4 of 4 d.; P. f4 of 4
dg.; Jn. Sn. f4 of 4 dg.; B. A K. f4 of 4 dg.; Alb.
v. M. f4 of 4 dg.; B. E. f 10 of 10 dg.; K. Str. f 4 of 4
dg.; St. f4 of 4 dg.; P. v. Sch. f4 of 4 dg.
VV. V., stier niet vervoerd op aangegeven wijze, f3
of 3 dg.; J. V., overt. Leerplichtwet, f5 of 5 dg.; H.
B., overtr. Arbeidswet, f 10 of 10 dg.; L. T., overtr.
Leerplichtwet, 2 maal f5 of 2 maal 5 dg.; M. L.,
overtr. Trekhondenwet, f4 of 4 dg.; H. W. KL, ver
nieling, Rijkstraatweg opgebroken, f 15 of 15 dg.; P.
SI., openbare dronkenschap, f5 of 5 dg.; W. K.,
overtr. Arbeidswet, f5 of 5 dg.; Adr .Sp., overtr. wet
op het verkeer, f 3 of 3 dg.; Jb. B., overtr. Kieswet,
f 1 of 1 dg.; II. BI., idem, f 1 of 1 dg.; Petr. H., overtr.
Arbeidswet. 2 maal f5 of 2 maal 5 dg.; Jn. K., overtr.
Wet op Openbare middelen van vervoer, f4 of 4 dg.;
A. W., ordeverstoring, f6 of 6 dg.
DRIESTGROXDEN VAX DE KONINGIN VOOR
LANDBOUWDOELEINDEN BESCHIKBAAR
GESTELD.
waren wel zoo ondeugend om eens een kijkje te gaan
nemen op het land van buurman Jan Winkel. Dit
is geenszins bevordelijk voor de goede verstandhou
ding en vooral niet, wanneer er op dat land kool-
planten zijn uitgezet. Het gevolg was dan ook, dat
v. d. M. zich vandaag voor de misdragingen van zijn
loopende sajetkluwentjes heeft te verantwoorden. In
middels heeft hij niet nagelaten om te maken, dat
het niet meer zou gebeuren en Winkel f 10.schade
vergoeding aangeboden. Er waren een ruim 1000 kool-
planten vernield. De laatste wil echter f 40.hebben,
maar dit komt den kantonrechter, die in de koolprij-
zen ook wel eenigszins thuis schijnt te zijn, toch
wel wat hoog voor.
Tenslotte wordt v. d. M. tot f 5.boete of 5 dagen
hechtenis veroordeeld en tot betaling van f 12.scha
devergoeding aan Winkel.
Jb. de W. uit de Zijpe heeft zijn schaapjes ook
nog niet op het droge, want ze schenen door sloot
te gaan en zoo op het land van Jonker, waar de
nog zeer „jeugdige" koolplantjes een welkome af
wisseling boden voor het altijd uit gras bestaande
ontbijt, lunch en diner, dat ze op eigen terrein von
den. Nu schijnt die sloot een twistappel tussclien de
beide hecren te zijn en binnenkort op den naam
„sloot" geen aanspraak meer te kunnen maken, om
dat er geen plaats meer in is voor water door het
vele vuil, wat er zich nu in bevindt. Het gevolg zal
zijn, dat de lammetjes aanstonds droog overkomen.
Inmiddels is Jonker op dit bezoek allesbehalve ge
charmeerd en hij zou wel f40 schadevergoeding wil
len hebben. Hij kan echter f 10.krijgen en die moet
W. betalen. Bovendien wordt de laatste nog tot f 5.
boete of 5 dagen hechtenis veroordeeld.
OVERTREDERS VAN DE LEERPLICHTWET.
Een der artikelen van de Leerplichtwet luidt, dat
een kind de zevende klas moet doorloopen (de 7-ja-
rige Leerplichtwet) en bovendien 13 jaar moet zijn, al
vorens het van school mag. Wanneer een kind dus het
7de leerjaar heeft doorloopen, maar bijvoorbeeld een
week na den dag van overgang eerst 13 jaar wordt,
dan moet het nog weer een vol jaar op school loopen.
Dit nu is voor sommige ouders wel eens een teleur
stelling, ofschoon toch dadelijk moet worden erkend,
dat deze Onderwijswet gemaakt is in het belang van
het kind.
P. v. d. M. een huisvader van 12 kinderen te St.
Maarten, wiens dochtertje gerangschikt moet worden
onder het voorbeeld, hierboven genoemd, kon ech
ter het meisje heel goed een paar dagen in de huis
houding gebruiken, maar daarvoor moest hij haar
thuishouden van school en dit bracht hem in con
flict met de Leerplichtwet, zoodat hij vandaag veroor
deeld wordt tot betaling van f5 boete of 5 dagen
hechtenis, waarbij verzachtende omstandigheden in
aanmerking waren genomen. De eisch was f 10 of 10
dagen.
Een meer principieelen tegenstander van deze wet
is J. Jb. K. te Oudkarspel, Zijn uitleg van het wets
artikel was, dat als het kind de 7de klas doorloo
pen heeft, het van school mag. Zijn burgemeester
dacht er, volgens hem, ook zoo over.
De Kantonrechter geeft hem in overweging, dit niet
te blijven toepassen, want dat zou wel eens aardig wat
in zijn portemonnaie kunnen gaan schelen. Verdachte
wordt daarop veroordeeld tot f10 boete of 10 dagen
hechtenis. De eisch was f 15 of 15 dagen.
De derde, die hedenmorgen voor overtreding van
de Leerplichtwet terecht staat, is Adr. SI. uit de Zijpe.
Huiselijke omstandigheden hebben hem hiertoe ech
ter genoopt en hiermee wil de kantonrechter dan
ook rekening houden, hetgeen in zijn op te leggen
straf, f2 boete of 2 dagen hechtenis, tot uiting kwam.
Bovendien krijgt hij nog het adres van den inspec
teur van het L. O. in het district Helder, om dien
over zijn moeilijkheden in te lichten.
GEZELLIGHEID KENT GEEN TIJD.
Dit spreekwoord zou den café-houder Nic. K. in
de Zijpe noodlottig worden. In den avond van den
7den Juli was het 's avonds namelijk zóó gezellig bij
hem in het café, dat het klokje van gehoorzaamheid
reeds lang zijn elf slagen had laten hooren, toen de
bezoekers nog niet aan weggaan dachten. Maar de po
litie zou ze dit wel aan hot verstand brengen,
K. was, zooals hij zeide, pas begonnen met dit be
roep, maar de Kantonrechter veronderstelt toch wel,
dat hij weet, dat om 11 uur de boel ruim moet zijn,
Deze aanmaning gaat vergezeld van een boete van f5
of 5 dagen hechtenis. De eisch was f 10 of 10 dagen.
Volgen nu de bezoekers van dien zomerschen avond
aan de Zijpersluis. Ruim een 10-tal opgeschoten
„boys" moeten voor de groene tafel verschijnen,
waaronder we nog enkele bekende gezichten zien
uit het „ijsoproer te Burgerbrug". Een vijf-tal is op
gekomen. De rest schijnt te hebben „geschikt". In
middels schijnt het weer niet zoo zomersch te zijn ge
weest, want volgens de verdachten regende en waaide
het dien avond. Zij moesten wachten op het pont.
ontfermde door een dienstmeisje op de deur te laten
kloppen.
Mijnheer Peters riep nijdig „Binnen!" en de deur
werd geopend.
„Neem mij niet kwalijk, mijnheer, maar Mijnheer
Threepwood wilde u door de telefoon gaarne even
spreken."
Mijnheer Peters keerde zich tot zijn gast
„Verontschuldig mij een oogenblik.'fc
„Ga uw gang," zei Lord Elmsworth dankbaar. „Ze
ker, zeker, ga uw gang. Natuurlijk."
De deur werd achter Mijnheer Peters gesloten. Lord
Elmsworth bleef alleen.
De eerste oogenblikken bleef hij staan op dezelfde
plek waar hij achtergelaten was, een gedaante, die niet
veel teekenen van belangstelling gaf. Maar Mijnheer
Peters kwam niet zóó heel gauw terug. Het galmen
van zijn stem drong uit verre streken flauw tot hier
door. Lord Elmsworth slenterde naar het venster en
keek naar buiten.
De zon scheen nog verrukkelijk in de stille straat. Aan
de overzijde stonden boomen. Lord Elmsworth was dol
op boomen en hij keek er welgevallig naar .Toen kwam
er een straatverkooper om den hoek, die een wagen
met bloemen voortduwde.
Bloemen! Met de snelheid van een postduif die naar
huis terugvliegt, waren de gedachten van Lord Elms
worth weer op Blandings. Bloemen! Had hij zijn hoofd
tuinman Thorne voldoende gezegd hoe hij het met die
hydrangea's aanleggen moest, of niet? Als dit laatste
het geval was, kon hij zich dan op Thorne verlaten dat
hij met zijn eigen verstand de bloemen goed behandelen
zou?
Lord Elmsworth begon zeer ernstig over hoofdtuin
man Thorne» te piekeren.
Hij werd zich bewust dat hij een vreemdsoortig klein
voorwerp In de hand hield; hij gunde het een vluch-
tigen blik. Het zei hem niets. Het was waarschijnlijk
iets, maar wat, kon hij zich niet herinneren.
Hij stak het in zijn zak en gaf zich weer aan zijn
gepeins over.
m.
Omstreeks het uur waarin de Graaf van Elmsworth
onderweg was om zich aan zijn afspraak met Mijnheer
Peters te houden, zaten twee personen aan een hoek
tafeltje in Simpson's Restaurant in het Strand. Een
van beiden was een niet groot, knap, innemend uitziend
meisje, van ongeveer twintig jaren, de ander een
forsch jonkman met een kneveltje, een weligen kas
tanjebruinen haardos, en een uitdrukking, half van
verrukking en half van vastberadenheid op het gelaat.
Het meisje was Al Ine Peters, de jonge man heette
George Emerson. Hij was, zooals Freddie gezegd had,
bij de politie of zooiets, te Hongkong. Dat wil zeggen,
De ambtenaar van het O. M. vindt echter, dat aan
de bepaling streng de hand moet worden gehouden
en veroordeelt elk van hen tot f 4 boete of 4 dagen,
hechtenis.
Mr. Judell neemt de zaak echter niet zoo ernstig
op en stuurt deze „toffe jongens" met een guldentje
boete huis-toe.
ONVERWACHTS „AAN DE REED".
Dirk de Gr. te Zijpe moest onverwachts met zijn
motorfiets „aan de reed", maar liet zijn rij- en num-
•merbewijs in zijn jasje zitten dat hij in de haast
niet tegen zijn blauwe kieltje had verwisseld.
Deze vergeetachtigheid komt hem heden te staan
op 2 X *2 boete of 2 X "2 dagen hechtenis. De eisch
was 2 X f4 of 2 X 4 dg.
ALLES OM ééN STIERKALF.
De veehouder Joh. Corn. St. zou te Schagen een
stier vervoerd hebben zonder ring en zonder knie-
touw. Daarop was hij, volgens hem, door de politie
Drie maal per week vertrekt 's avonds om 7 uur
de Oriënt express van Angora.
Dat vertrek is steeds een evenement en een
divertissement. Wanneer ik in Angora ben, ga ik
altijd naar het station vóór dat de Express vertrekt.
Er zijn altijd wel kennissen in den trein of aan den
trein. Zoo Spreekt men weer allerlei menschen en
wordt in de eentonigheid van het Angora'sche leven
even een bresje geschoten.
Soms ziet men er ook een der ministers en kan
met dien een gemoedelijk praatje maken, gemoede
lijker dan op zijn kabinet mogelijk is, ofschoon men
over die gemoedelijkheid heusch al niet te klagen
heeft in Turkije.
Zoo was dan ook de avond van mijn vertrek aan
gebroken en stonden mijn kennissen op het perron
nabij mijn compartiment. Het was de Babylonische
spraakverwarring daar onder mijn venster, er werd
Turksch, Fransch, Engelsch, Duitsch, Italiaansch en
Noorsch gesproken. Mijn eigen taal kon ik niet ge
bruiken, had ik al een paar weken niet meer ge
sproken. Ik kan mij best begrijpen, dat er onder de
lezeressen en lezers zullen zijn, die zooras verschrik
kelijk zouden vinden, maar ik moet eerlijk bekennen,
dat men daaraan geheel gewendt cn al spoedig niet
beter weet.
De bel liet zijn drie slagen hooren, de chef floot
cn precies om zeven uur schoof de trein heel lang
zaam van het station weg. Nog even wuiven en een
paar woorden elkander toegeroepen en de reis was be
gonnen.
Een uur later ging de bel voor het diner en na
afloop werd het compartiment opgezocht. Ik had ge
lukkig een compartiment voor mij alleen, de agent
zorgt altijd extra voor me.
Zoo kon ik nu precies doen en laten wat ik wilde,
hetgeen bij de hitte, die heerschte een groot voor
recht was.
Wat was ik blij Angora te verlaten. Ik was dien
middag nog bij den Minister geweest, was naar
Z.Exc. toegewandeld, terwijl de thermometer 37° in
de schaduw aanwees, hetgeen wilde zeggen dat ik in
den zon een temperatuur van 47° Celsius te verduren
had. De zon scheen op mijn rug en ik voelde bepaald
waar mijn bretels zaten die mijn rug op bepaalde
plekken tegen den zon beschermden..
Neen, bij 47°, dus 116° Fahrenheit, raakt voor mij
de aardigheid van het leven af.
Dus verheugde ik er mij op naar Holland te gaan,
waar het lekker frisch zóu zijn en waar ik weer-
regen zou zien. Als echte Hollandsche kikker, kan ik
niet zonder regen leven. -
Den volgendenochtend was ik betrekkelijk vroeg
uit de vceren en om 9 uur stond ik te Haidar Pacha
te wachten op de veerboot, die ons naar Stamboel
zou brengen. Ik bracht mijn bagage naar een hotel,
zou 's middags weer vertrekken, maar moest eerst
mijn paspoort, mijn visa voor Bulgarije 'en Yoego-
Slavië en permissie om Turkije te verlaten, op de
Legatie halen.
Daar wachtte mij een zeer onaangename verras
sing, ik had geen permissie gekregen om Turkije te
verlaten, want mijn papieren waren niet in orde.
Goede raad was duur. want het was Zondag, dus de
Legatie was gesloten, dus zou men mij pas den vol
genden dag kunnen helpen. Ik had echter allerminst
lust om niet te vertrekken, dus ging aan het werk.
De klem zat hierin, dat ik geen permission de
séjour" bezat. Nu bekommer ik mij daar nooit om,
daar men mij er nooit naar vraagt. Nu liep ik *er
ditmaal echter in.
De kunst was nu alsnog zulk een document te krij
gen. Na lang praten en nadat ik zelf gezegd had: .4k
hij was op één na de hoogste in rang bij de politiemacht
van die verafgelegen plaats. Op het oogenblik was hij
met verlof thuis. Hij had een krachtig, vierkant aange
zicht, en een stevige, vastberaden kin.
In Londen treft men ieder soort van restaurant aan,
vanaf het restaurant waar men verbeeldt te Parijs te
zijn, tot aan het restaurant waar de wensch bij Iemand
opkomt dat hij te Parijs was. In Piccadilly zijn het
paleizen, in Soho eigenaardige lokalen om te stikken,
en in Oxford Street en Tottenham Court Road vreemd
soortige eethuizen. Er zijn restaurants die zich spe
ciaal toeleggen op lijkengif, en andere, die in groenten-
gelagen uitmuntten. Maar er is slechts één restaurant
van Simpson.
Simpson in het Strand is éénig. Als het zijn wensch
is, kan de Engelsehman, voor de somma van twee en
een halven shilling, daar eten tot hij niet meer kan.
De God van het Overvloedig Vetmesten is de bescherm
heer van die inrichting. De grondtoon d ie er heerscht
is die van een degelijk welzijn. Geestelijken van het
platteland, die Londen voor het jaarlijksch Kerkelijk
Congres bezoeken, komen hier om te genieten van den
eenigen flinken maaltijd, waarmee zij het tot aan het
volgend Kerkelijk Congres moeten doen. Vaders met
hun zonen en ooms met hun neven trekken naar Simp
son en zegenen het genie dat deze inrichting gesticht
heeft, want alleen hier kan de jeugdige boa-constrictor
zich voor een prikje zat eten. Opruiende kiesrecht-
vrouwen komen hier om na haar laatste hongerstaking
de schade w'eer in te halen.
Een aangenaam, kalmeerend, gastvrij plekje. Een
rustige Tempel des Voedsels. Geen krijschend orkest
dwingt den eter zijn vork op de maat naar zijn mond
te brengen. Geen lange doorloop in het midden, met zijn
stroom van nieuwe bezoekers, leidt zijn aandacht af.
Hij gaat eenvoudig zitten, met zijn voedsel alléén, terwijl
in het wit gekleede priesters, die hun dampende wagen
tjes voortduwen, heen en weer gaan, en nieuwe voed-
selvoorrraden aanvoeren.
Overal in het lokaal, sommigen aan aparte tafeltjes,
anderen aan groote tafels, zitten de aanbidders, in hun
oogen dien vastberaden, peinzenden blik, die het bizon
der eigendom is van den Engelschen luncher, ex-presi
dent Roosevelt's menschenetende visch, en den Ameri-
kaanschen legerworm.
Gesprekken vlotten bij Simpson niet erg. Slechts twee
van de bij deze gelegenheid aanwezigen toonden ge
neigdheid tot praten. Dit waren Aline Peters en haar
begeleider.
„Hei meisje met wie je behoorde te trouwen," had
Aline gezegd, „is Joan Valentine."
„Het meisje met wie ik behoor te trouwen," zei
George Emerson, „is Aline Peters."
Ten antwoord raapte Aline van den grond naast zich
een geïllustreerd blad op, en, na het bij een van de
heb ongelijk, dus moet boete betalen", kreeg ik na
10 Turksche Ponden (f 12.50) boete te hebben betaald,
na me op straat te hebben laten photographeeren en
wel van 6 ambtenaren een handteekening te hebben
moeten vragen, mijn biljet cn toen na nog 3 ambte
naren te hebben bepraat, mijn permissie om te vér-
trekken. Ik liep nog even langs de Legatie om
aan den portier te zeggen: ik vertrek toch! De man
keek mij eerst met open mond aan en boog toen
heel diep, hij begreep er niets van, zijn klomp was
gebroken.
Ik zeg altijd maar met De Ruyter: „Siet wat goede
couragie vermagh".
Om 2.30 vertrok mijn Simplon Oriënt Express van
Stamboel naar Parijs. Er was ook een wagon via
Wcenen naar Ostende aan, daar zat een kennis van
mij in, n.1. de vroegere Turksche gezant in Den Haag,
met wien ik tot Belgrado gezellig gereisd heb. Deze
Turk spreekt buitengewoon goed Hollandsch en doet
het nog graag.
Ik had nu mijn eigen compartiment met eigen
waschtafel, dus was om zoo te zeggen thuis. Het is
echter wel wat nauw.
's Avonds laat: Adrianopel, het Turksche grenssta
tion. Eenige heerlijke meloenen ingeslagen.
's Nachts het Bulgaarsche grensstation. Natuurlijk
wakker geroepen door de douanen, die echter met
mijn antwoord tevreden waren cn mij met rust lie
ten.
Om 8 uur waren we te Sofia, de hoofdstad van
Bulgarije en reden een half uur later weer door.
Den volgenden ochtend weer gezeur van twee gren
zen en even later waren we door Yoego Slavië. Vraag
mij niet naar de natuur, die ik den eersten dag door
gespoord ben, ik had te veel te lijden van de hitte om
goed te waardeeren het verschil tusschen het land
schap in het begin van Maart in ijs en sneeuw of
nu, terwijl de oogst binnengehaald werd. Maar nu
begin ik al meer op mijn verhaal te komen en let
op het landschap en op het oogsten.
Dat binnenhalen van den oogst is zoowel op den
Balkan als in Klein-Azië een typisch ding. De boe
ren slaan een soort kamp op en vooral het dorschen
is eigenaardig. Meestal loopen een troep paarden in
'n cirkel rond, een andere keer trekt een span paar
den een rol of slede, op de laatste staat dan een boer,
die de paarden aanvuurt.
Kleurrijk is het landschap, vooral in Yoegoslavië,
waar de vrouwen de bonte hoofddoeken dragen, die
zoo mooi afsteken tegen -het goudgele graan en het
groen d,ër bossch.en,,
Bulgarije en Yoegoslavië zijn echte landbouwstre
ken. De trein rijdt een paar dagen door rijke valeien.
In Bulgarije in dit vooral het Maritzabekken, waar
graan en rijst, wijndruif en tabak welig groeit.
In Yoego-Slavië spoort men aanvankelijk door het
dal van de Nischawa, tot men aan Nisch komt.
Dikwijls naderen de bergen elkaar hier van zeer
nabij, soms boort de spoor zich door een tunnel zoo
als bij den Sitchewo afgrond, om even later weer in
een ruim dal met veel akkerbouw te sporen.
Wat mij in Serzië opvalt is de zorg aan de sta
tions besteed, langs de perronkap hangen bloem
bakken, die het geheel een gezellig aanzien geven.
Overal veel militairen.
Waar is toch de vrede?
Grenzen met soldaten, met paspoort-ambtenaren,
met douanen, die zelfs geen doorgaande reizigers
geheel ongemoéid kunnen laten.
Vereenigde Staten van Europa, zult ge niet tot
stand komen?
Wordt vervolgd.
laatste bladzijden opengeslagen te hebben, reikte zij
het den ander over.
Gorge Emerson wierp er een verachtelijken blik in.
Op dat blad stonden twee foto's. De eene stelde Aline
voor, de andere een dom, slungelachtig uitziend jonk
man, met dien matten, galsachtigen blik in de oogen,
dien Jong Engeland altijd vlak tegenover de camera
aanneemt
Onder de foto's was gedrukt: „Juffrouw Aline Pe
ters, die in Juni met den Hoogwelgeboren Frederick
Threepwood in het huwelijk zal treden," en „De Hoog
welgeboren Frederick Threepwood, die in Juni met
Juffrouw Peters ln het huwelijk zal treden." Boven de
foto's las men het opschrift: „Aanstaand Internationaal
Huwelijk. De zoon van den Graaf van Elmsworth
huwt een Amerikaansche erfdochter." In den eenen
hoek van het prentje mikte een in de Sterren en
Strepen-vlag gewikkelde Cupido met zijn boog op den
heer; in den anderen nam een tweede Cupido, in een
Union Jack gehuld, de dame onder schot.
De redactie had haar werk goed verricht. Zij was
volstrekt niet dubbelzinnig geweest. Wat zij den lezer
te Itennen wilde geven was dat Juffrouw Aline Peters
uit Amerika, in het huwelijk zou treden met den Hoog
welgeboren Frederick Threepwood, den zoon van den
Graaf van Elmsworth, en dat was precies den indruk
dien de middelmatige lezer er van kreeg.
Maar George Emerson was geen middelmatig lezer.
De bedoeling van de redactie liet hem koud.
„Je moet niet alles gelooven wat je in die bladen
ziet," zei hij. „Wat doen die dikke kindertjes in die
badcostuums er bij?"
„Dat zijn Cupido's, George..., die hun pijlen op ons
afschieten een aardig en oorspronkelijk denkbeeld."
„Waarom juist Cupido's?"
„Cupido is de God der liefde. Ik kan goed bemerken
dat je nooit naar de avondschool ging."
„Wat heeft de God der Liefde daarmee te maken?"
Aline stak bedaard een gebakken aardappel in haar
mond.
„Je legt het er alleen op aan om mij boos te maken,
zei zij, „en dat vind ik echt onaardig van je. Je weet
héél goed hoe nadeelig het is als men zich tijdens den
maaltijd opwindt. Het zich boos maken onder het eten,
is de éénige oorzaak, dat mijn vader aan indigestie
lijdt. George, die aardige, dikke voorsnijder komt met
zijn wagentje juist dezen kant uit Roep hem, en laat
hij mij nog zoo'n heerlijke lamscotelet geven."
George keek knorrig om zich heen.
„Hoe komt het toch," zei hij, „dat in Londen de eene
mensch precies op den anderen lijkt? Vroeger maakte
men mij wijs dat de eene Chinees als twee druppels
water op den anderen gelijkt Er is te Hongkong geen
Chinees, dien ik niet met gemak uit den ander zou
herkennen. Maar deze kerels..." Hy overzag het geheele
In 1927 heeft de Koningin welwillend beschikt op een
verzoek van de buurtvereeniging té Uddel, om bij wijze
van proef 10 H.A driestgronden beschikbaar te stellen,
teneinde deze geschikt te maken voor het telen van
landbouwgewassen. Het werkloozenvraagstuk was aan
dit verzoek niet vreemd en men wilde de mogelijkheid
onderzoeken of op deze wijze de. inkomsten voor de
behoeftige gezinnen konden worden vermeerderd. De
leiding van de ontginingen berustte bij het hoofd van
de school, den heer K. W. Boelen te Uddel, tevens land-
bouw-onderw ijzer.
De proef slaagde zoo uitstekend, dat het volgend jaar
in het geheel 30 H.A. in bruikleen werd afgestaan,
waarvan ieder gezinshoofd ongeveer 1 H.A. in bewer
king kreeg. De oogst was het vorig jaar buitengewoon,
ook tot tevredenheid van de Koningin, die zich meer
malen persoonlijk van den mooien stand der gewassen
kwam overtuigen.
Dezer dagen, heeft de Apeldoornsche corr. van de
N.R^Ct. gaarne voldaan aan de uitnoodiging van den
heer Boelen om de resultaten vand it jaar in ©ogen
schouw te nemen. Deze waren in één woord schitterend.
De rogge, waarmee men aan het oogsten was, de rij
pende haver, de aardappelen, bieten en koolrapen, alles
stond er praohtig bij. De bieten hadden veel geleden
van de bietenvlieg, doch hadden zich geheel hersteld.
Verschillende proefvelden waren aangelegd voor het
chili-syndicaat. in Den Haag en duidelijk viel waar te
nemen, hoe precies de stand der gewassen reageerde
op de toegediende hoeveelheid. Het vorige jaar had men
een proef genomen met het aanleggen van grasland en
het is ongelooflijk, hoe thans het tweejarige grasland
er voor staat. Men was juist bezig de tweede snede te
maaien en menig weide-bezitter van de lage gronden
langs de rivier zou jaloersch wezen op zoo'n oogst
De rijkslandbouwconsulent, ir. Cleveringa, gaf dan
ook zijn volle tevredenheid te kennen en kon zich over
tuigen hoe zijn methode hier toepassing vond en op
prachtige wijze werd gedemonstreerd. Hierbij komt, dat
de boeren uit den omtrek dit voorbeeld gaan navolgen
en zich meer laten gelegen liggen aan grondonderzoek,
ontginningsziekte en kalktoestand van den bodem. Vele
landbouwwintercursussen maken excursie naar Uddel
en vooraanstaande personen op landbouwgebied komen
hier éen kijkje nemen.
Dit jaar is een eerste proef genomen met den tuin
bouw en' deze is uitstekend geslaagd, ondanks de on
gunstige omstandigheden, n.1. koude, gevolgd door
droogte. In hoofdzaak bepaalde men zich tot het telen
van prpnkboonen en aspergieboontjés en deze staan
prachtig; met den pluk is reeds een aanvang gemaakt.
Een afzetgebied hiervoor werd gevonden aan de conser-
venfabriek van den heer Blom te Doetinchem, die alle
mogelijke medewerking verleende.
Het was noodzakelijk dat voor deze groententeelt
eenige practische kennis werd opgedaan en ook hier
voor versohaften de Koningin en de intendant van het
Koninklijk Domein Het Loo( jhr. van Schuchtelen van
de Haere, de gelegenheid, door twee werklieden uit Ud
del eenige maanden te laten arbeiden in den Koninklij
ken moestuin op Het Loo. Deze mannen fungeeren nu
te Uddel als voormannen en het is een lust met hoe
veel ijver men zich toelegt op dat werk, dat geen an
dere bedoeling heeft dan een intensiever bouw met min
der grond te krijgen. De rijkstuinbouwconsulent, ir. D.
Bloemsma, gaf hierbij zijn aanwijzingen en ziet die
thans met succes bekroond.
De Koningin braeht al spoedig na haar 'terugkeer
van Soestdijk een bezoek aan deze nieuwe tuinbouw-
proefvelden. Met voorafgaande kennisgeving aan den
heer Boelen hebben belangstellenden gelegenheid, een
en ander te bezichtigen.
lokaal. Zijn blik keerde terug naar een gezet jong-
mensoh aan een naburig tafeltje, dat de aanleidende
oorzaak tot zijn opmerkingen geweest was, dank zij het
feit dat hij hem aan den Hoogwelgeboren Freddie
Treepwood herinnerde. Hij keek den onschuldigen jon
geling, die kalm zijn vischpastei zat te verorberen, woe
dend aan. „Zie je dien vent in dat grijze pak?" zei hij.
„Kijk eens naar zijn stommen snuit. Let eens op zijn
schelvischoogen. Als die vent jouw Freddie eens met
een ploertendooder op zijn kop sloeg en in zijn plaats
naar de kerk kwam, zou je me dan willen wijsmaken
dat je hen uit elkaar zou kennen? Kom, kom. Zou je
niet zeggen: „Wel Freddie, wat zie je er net eender als
anders uit," en je zonder eenigen argwaan met hem
laten trouwen?"
„Hy lijkt heelemaal niet op Freddie. En ik wil niet
dat je van hem als Freddie spreekt. Je kent hem niet"
„Ik ken hem wel. En wat méér is, hij heeft mij na
drukkelijk verzocht hem Freddie te noemen. „Och kom,
ben je gek, ouwe jongen, houd op met dat Threepwood.
Voor mijn vrinden ben ik Freddie." Dat waren zijn
eigen woorden.
„George, nu ben je aan het opsnijden."
„Waarachtig niet Wij maakten gisteravond kennis in
de National Sporting Club. Porky Jones hield een match
van twintig ronden met Eddie Flynn. Ik bood hem aan
drie tegen één op Eddie. Freddie, die naast mij zat,
ging er op in met vijf pond. En kan je nog een grooter
bewijs van zijn stommiteit verlangen? Een kind kon
vooruit zien wie verliezen zou. Daarna sloot Threep
wood zich bij mij aan, en zei hij dat hij voor vrinden
zooals ik, Freddie heette. En toen begreep ik dat ik
een echte vriend van hem was, omdat ik op mijn geld
moest wachten. Zooals hij mij vertelde, had zijn ouwe
heer zijn jaargeld ingetrokken."
„Je probeert eenvoudig mij tegen hem op te stoken,
en dat vind ik niet erg mooi van je, George."
„Wat bedoel je met opstoken? Ik stook je heelemaal
niet op, ik vertel je alleen maar het een en ander van
hem. Je weet zeer goed dat je niet van hem houdt, dat
je hem niet zult trouwen, en dat je trouwen zult met
mij."
„Hoe weet jij dat ik niet van mijn Freddie houd?"
„Ale je me recht in de oogen kunt zien en verzeke
ren dat het wel zoo is, zet ik de heele zaak uit mijn
hoofd, trek pagekleedij aan, en draag je sleep als je
naar het altaar wandelt. Ziedaar!"
„En onder al dat gepraat van je is die voorsnijder
weer weggegaan," zei Aline.
George gaf den gedienstigen priester een wenk, en
deze duwde zijn wagentje in hun richting. Aline be
stuurde zijn aansnijden van een lamsbout met woord
en gebaar.
•Wordt vervolgd.