WAT VOOR
BLOUSES ZULLEN WIJ DRAGEN
Gedachten en Gezegden.
Een blouse staat heel aardig, maar eerlijk
gezegd, past zij alleen bij het mantelpak. De
blouse heeft ook veel tegen: op reis of in de
stad wordt zij gauw vuil, en daardoor is zij
naar verhouding een zeer duur kleedingstuk.
Maar, een feit blijft bestaan: men kan er
niet buiten, 't Eenvoudigste is dus om er toch
maar eenige te kiezen. Tot voor korten tijd
was slechts een soort blouse veroorloofd: de
lange, hangende blouse, de „blouse-tunique",
de blouse, die het bovengedeelte van den rok
gedeeltelijk bedekte. Dit soort blouse nu
heeft vrijwel afgedaan. Wij geven er nog
enkele ideeën voor, en zij die den voorkeur
aan deze soort blouses geven, zijn er nog
heelemaal niet mee uit de mode, maar dat
zij er daarmee precies in zijn, kan men ook
niet direct zeggen.
Want de huidige mode verlangt eigenlijk
dat men den rok over de blouse knoopt en
dat de blouse een beetje minder flodderig en
los is. Zij heeft een ernstiger voorkomen.
Strenger, correcter, meer mannelijk. Zou men
kunnen zeggen. Het is de overhemd-blouse
welke triomfeert. Kleine omgeslagen kraagjes
kleine Lavallière strikjes, plsatrons, ge
knoopte lipjes, zijzakjes, initialen, enz., enz.
dat zijn de kleine details, die de kanten in
crustaties hebben onttroond, evenals de bor
duursels en andere speciaal vrouwelijke ver
sieringen.
Het type van de volmaakte overhemds
blouse is van een stof, gebruikt voor heeren
overhemden. Maar als deze stof aanbevelens
waardig is om zijn elegantie en stevigheid,
daartegenover maakt hij een beetje zwaar,
vooral wanneer men hem gebruikt bij een
tailleur in Crêpe de Chine. Daarom is het
eigenlijk verstandig om de blouse te kiezen
in linnen batist of in linon, welke stoffen
steeds alleraardigst staan, maar die snel
kreukelen of vuil worden.
Wanneer een blouse nu eens geen tuniek
blouse is en evenmin een overhemdsblouse,
wat is zij dan, zult ge mij vragen?
Welnu, dan hebben wij de eenvoudige
blouse, de blouse met een V-vormig of rond
decolleté, dat wordt voortgezet door een
ongeplisseerde jabot of befjes. De bef heeft
vreeselijk veel succes en de groote kleer
makers passen deze op vele japonnen toe.
Op een witte of beige blouse kan de bef
met grijs geborduurd zijn, wanneer de tail
leur grijs is; blauw indien de tailleur blauw
is, zwart bij een zwarte tailleur.
Maar het voordeel van een geheel witte
blouse is dat men haar bij alles dragen kan.
De jabot, minder modern dan het befje,
moderniseert zich toch in zooverre dat hij
niet meer geplisseerd is. De soepele jabots
hebben meer cachet dan de geplisseerde,
welke slechts mooi zijn wanneer zij heele
maal nieuw zijn of wel dank zij een enorme
moeite en tijdverlies van wasschen en
strijken.
En spreken we nu van de kleur der blouses.
Bij de zeer lichte tailleurs zal men met ge
noegen een blouse dragen in een donkerder
tint dan de tailleur. Bijv. bij een tailleur in
zilvergrijs crepella neemt men een staalgrijze
blouse. Bij een tailleur van beige kasha neme
men een blouse van twill in een donkerder
beige of bruine. Maar overdrijft hierin niet!
Beter is het daarom eigenlijk om zich bij de
klassieke witte blouses te houden, of wel in
natuurlijke tussor. Of wel in een zeer licht
rose. Zeer in de mode is op het oogenblik
het rose Jenny genaamd naar het groote
Parijsche modehuis dat deze kleur lanceerde.
Bij vele blouses draagt men dassen. Dit is
zeer eenvoudig voor jonge meisjes of dames
die lid zijn van een vereeniging of tennis
club. Zij dragen de kleur van die club. De
anderen kiezen iets neutraals, een eenvoudig
patroon met moesjes of wel een vlinderstrik
gemaakt van dezelfde stof en in dezelfde
tint als de blouse.
En dan is er nog een bron voor dassen:
n.1. door ze te leenen bij uw man. Maar daar
voor moet deze smaak hebben!
DE 143 OPDRACHTEN VOOR DEN
MODEL HUISVADER.
Een Amerikaansch professor, Charles
Peters, schrijver van talrijke werken over
Sociologie, heeft voor kort een studie geëin
digd over de kwaliteiten welke vereischt
kunnen worden van een model echtgenoot
en huisvader. Nooit zou men hebben kunnen
vermoeden wat hij alzoo van een volmaakt
hoofd van een gezin verlangt.
In Europa denkt het meerendeel der man
nen aan hunne verplichtingen voldaan te
hebben wanneer zij aan hun beminde ega
't dagelijksch brood met een beetje boter
verschaft hebben. Maar zij vergissen zich
leelijk. Een model ephtgenoot heeft 143 zen
dingen te volbrengen.
Deze taken verdeelt de eminente professor
in vier groepen. In de eerste figureeren de
1 huishoudelijke plichten. Memoreeren we hier
de volgende:
„Een model huisvader moet alle gas- en
waterleidingen kunnen repareeren, zoo ook
een storing van het electrisch licht. Hij moet
den keukenkachel kunnen aanmaken en
dezen weten schoon te houden. Hij moet
vliegen, muggen en alle andere hinderlijke
insecten weten te verdelgen.
Hij moet, wanneer het geval zich voordoet
een winkelhaak in de kleeren der kinderen
kunnen herstellen. Men zou onmogelijk alle
huishoudelijke werkjes op kunnen noemen
welke men het recht heeft van zulk een
volmaakten echtgenoot te verwachten, maar
wij willen toch niet nalaten nog het volgen-
jüe te vermelden:
„De model echtgenoot moet zijn oude klee
ren tot den hoogsten prijs weten te ver-
koopen."
In de drie andere groepen heeft professor
Peters gerangschikt de moreele hoedanig
heden, de verstandelijke ontwikkeling en ten
slotte de liefhebbende gevoelens welke de
ideale eega moet bezitten.
Hij moet zijn zenuwen weten te beheer-
schen, aan zijn vrouw de fouten vergeven
welke zij begaan zou mogen hebben, hij moet
de familieleden van zijn vrouw de schoon
moeder inbegrepen respecteeren, ja zoo
mogelijk van hen houden.
Onze goede professor maakt nu een lijst
van de plichten der model huisvrouw, een
lijst, die, zooals men begrijpt, met levendig
ongeduld verwacht wordt.
Maar reeds nu zegt men dat er talrijke
lezeressen van professor Peters' boek zijn die
wanhopen ooit een model echtgenoot te
vinden.
EEN GROOT PERCENTAGE
der ons ter behandeling gegeven
zijden kleedingstukken is door zelf
knoeien of onoordeelkundig
behandelen vaak
ONHERSTELBAAR BEDORVEN
Voorkomt Schade laat
HAVERSCHMIDT KLAJE
Uwe garderobe verzorgen. (Adv.) 10687
MARCONNI IN SCHELPEN.
125 gr. macaroni, 1 lepel bloem, 2 lepels boter
uitje, zout, peper, 2 dl. melk,
parmezaansche kaas.
Bereiding: De macaroni gaar koken in
bouillon, of gezouten water en wat kruiden.
Boter laten smelten en een stukje ui er
zachtjes in laten fruiten zonder dat de boter
bruin wordt, dan ui er ui', nemen, de bloem
door de boter roeren, en langzamerhand de
warme melk toevoegen. Het sausje gaar
laten koken, een beetje peper en zout toe
voegen, de macaroni, die men goed heeft
laten uitdruipen, er door roeren, vrij groote
schelpen er mee vullen, zorgen dat de saus
de macaroni bedekt, wat geraspte Parme
zaansche kaas er over strooien, en de schel
pen in den oven lichtbruin laten worden.
RIJSTBALLETJES.
Bereiding: Hak het vleesch fijn; verwarm
roerende op een zacht vuur de boter met de
bloem, voeg daarbij langzamerhand de melk,
laat de saus even doorkoken en los er dan
de afgewasschen gelatine in op. Vermeng de
saus met het gehakte vleesch, de peper, de
nootmuskaat, de peterselie en het zout. Zet
deze farce op een koele plaats, waar ze vol
doende stevig kan worden. Zet de gewas-
schen rijst op met bouillon en kook ze op de
gewone wijze gaar; voeg er, vóór ze begint
op te drogen, de kerry bij en meng die er
gelijkmatig door. Laat de rijst vóór 't gebruik
wat bekoelen. Vorm nu van het stijf gewor
den vleeschmengsel 10 a 12 gelijke balletjes,
maak daaromheen met behulp van 2 lepels
een laagje rijst, zóó, dat de vorm mooi rond
blijft. Wentel de balletjes door paneermeel,
doop ze in geklopt ei en wentel ze daarna
nog eens door 't paneermeel. Bak ze in dam
pend heet frituurvet mooi. bruin en croquant
laat ze even op grauw papier uitlekken en
schik ze dan op een schaaltje, waarop eerst
een gevouwen vingerdoekje is gelegd. Gar
neer den schotel met takjes peterselie, die
in het iets bekoelde frituurvet knappend zijn
gebakken.
EIERSOEP.
hand zooveel warmen bouillon bij, dat de
bloem er in gaar kan koken. De rest van
den bouillon vermengt men met de vier flink
geklopte eieren. Zonder één oogenblik met
roeren op te houden, giet men dit mengsel
vlug bij de soep, en laat alles nog even op
koken. Dit koken is noodig om aan eieren
hun rauwen smaak te ontnemen, die zeker
hinderlijk zou zijn. Men maakt de soep met
zout, noot en de rest van de boter af. Is de
soep voor gezonden bestemd, dan kan men
er dobbelsteentjes oud brood, in boter ge
fruit, bij presenteeren.
Analyse doodt elke spontaniteit. De graan
korrel, tot meel gemalen, kan niet meer ont
kiemen en gedijen. AmieL
Het vinden der waarheid, dat is het
naderen tot waarheid, zou niet zoo moei
lijk wezen, als we minder lafhartig waren.
In zeer veel gevallen durven we niet weten
wat waar is. Multatuli.
Wie zich zijn eigen kinderjaren niet meer
duidelijk herinnert, is een slecht opvoeder.
EbnerEschenbach.
Wij zijn zoo ij del, dat wij ons zelf bekom
meren om de meening van hen, aan wie ons
niets gelegen is.
EbnerEschenbach.
Een schrijver sprak eens van de „poëzie der
armoede". Die man moet wel veel geld be
zeten hebben. Otto Weiss.
150 gr. kalfsvleeschresten, 15 gr. tarwebloem,
25 gr. boter, li/2 d.L. melk, peper, nootmus
kaat, gehakte peterselie, zout, 5 gr. witte
gelatine, 150 gr. rijst, 4i/2 d.L. bouillon,
1 theelepel ken-y.
Voor 't paneeren, ong. 2 eieren, paneermeel.
Voor 't bakken: een diep pannetje met
frituurvet.
iyK L. heldere bouillon (van 500 gr. kalfs-
vleesch), 4 eieren, 50 gr. boter, 30 gr. bloem
nootmuskaat, zout.
Bereiding: Al naarmate men de soep min
der of meer gebonden wil hebben, neemt
men 2 of meer eetlepels bloem, roert deze
met de helft van de boter op de kachel tot
een gelijkmatig papje, en giet er langzamer