SchagerCourant
Raad
Zuidscharwoude.
Dinsdag 24 September 1929.
72ste Jaargang. No. 8533
Maandagmiddag 4 uur vergaderde de Raad dezer
gemeente ten raadhuize, onder presidium van den
Edelachtbaren heer Jhr. A. L. van Spengler.
Afwezig waren de heeren weth. J. Kroon _en C
Groen. De heer Kroon met kennisgeving, dat hij ziek
was.
Secretaris de lieer J. Th. Kunnen.
De voorzitter opent de vergadering met een wel
kom aan de leden, en spreekt den wensch uit, dal
de ziekte van den heer Kroon niet van ernstigen
aard, en niet van langen duur zal zijn.
De notulen, die ter visie hadden gelegen, werden
onveranderd vastgesteld.
Van het Historisch Genootschap „Oud West-Fries
land" was ingekomen het boekwerk, getiteld „West-
Friesland's Oud en Nieuw".
Voor kennisgeving aangenomen.
Nog was ingekomen het jaarverslag van het Ne-
derlandsch Genootschap tot zedelijke verbetering dei-
Gevangenen, afd. Alkmaar. Voor kennisgeving aan
genomen.
Idem het Verslag over 1928 van het Prov. Water
leidingbedrijf.
Van de Vereeniging voor wettelijke Dierenbescher
ming een verzoek tot het invoegen van een bepaling
in de Bouwverordening, waarin eischen worden ge
steld, waaraan veestallen moeten voldoen, vooral ter
voorkoming van het lijden der dieren in geval van
brand.
B. en W. stellen voor, dit voor kennisgeving aan te
nemen.
De heer Zeeman is van meening, dat de argumen
tatie niet gelukkig gekozen was. Hij zag gaarne, dat.
B. en W. eens een onderzoek instelden naar de huis
vesting van de dieren en de kwaliteit van de stallen.
Hij geeft een voorbeeld van de slechte huisvesting,
vaak het gevolg van een bescheiden beurs.
De voorzitter wijst er op, dat hetgeen de heer Zee
man bedoelt, niet in het adres wordt gevraagd.
De heer Du Burck heeft den inhoud van het adres
anders opgevat, hoewel hij erkent, dat er veel waars
ligt in wat de heer Z. heeft gezegd. Hem kwam het
echter voor, bepalingen in het leven te roepen bij
nieuwbouw, daa£ hij van meening is, dat het ge-
.■meentebestuur in- deze kwestie niet kan ingrijpen
voor wat de bestaande stallen betreft. Was dit wer
kelijk zoo, dan zou een onderzoek alleszins gewenscht
zijn.
Voorzitter doet toezegging een onderzoek in te zui
len stellen, waarvoor de heer Zeeman dank zegt, en
drukt er zijn blijdschap over uit, dat ook de heer
Du Burck verbetering wenscht.
Ingekomen was het verzoek der N.V. Thermo-Che-
mischc Fabrieken tot aansluiting bij de inrichting
voor destructie van afgekeurd vee en vleesch. B. en
W. stelden voor aan dit verzoek te voldoen.
De heer Du Burck klaagde over het korte prae-
advies, waarin de motieven ontbreken, op grond
waarvan B. en W. bij genoemde N.V. willen aanslui
ten en niet bij den kring Barsingerhorn. Hij meende
dat er toch ook wel voordeden aan verbonden zijn,
daarbij aan te sluiten, b.v. de kortere afstand tot de
verwerkingsinrichting en dus mindere transport
kosten. Bovendien zal er bij de Thermo-Chemische
Fabrieken wel een streven voorzitten, om de aandeel
houders een zoo groot mogelijk dividend uit te kee-
ren, wat bij de inrichting van den kring Barsinger
horn niet liet geval is, daar deze in eigen beheer
wordt geëxploiteerd.
Voorzitter meent, dat het prae-advies vrij uitvoe
rig is, daar de notulen van den kring Oudkarspei, in
welks vergadering deze zaak is besproken, de voor-
en nadoelen zijn opgenoemd. Hij verdedigt dit prae-
advies nader, waarna zonder hoofdelijke stemming
besloten wordt tot de aansluiting bij genoemde N.V.
Van de R.K. Leesbibliotheek te Noordscharwoudt
was een verzoek ingekomen om subsidie. Dit zal bij
de begrooting worden behandeld.
Van de Algemeene Vereeniging Bloembollencultuur te
Haarlem is het verzoek ingekomen evenals in* Anna
Paulowna indertijd, een verordening in het leven te roe
pen, waarbij het telen van bepaalde soorten van aard
appelen, als Bravo, Kampioen, de Wet en Bintje, ver
boden is, ter voorkoming van wratziekte, aangezien voor
de export van pootaardappelen en bloemballen bij het
voorkomen daarvan, daardood moeilijkheden ontstaan.
De heer Bekker is van oordeel, dat als de soort Bintje
(Geldersche Schot) in het verbod wordt opgenomen, ook
de Schotsche Muis wel zou moeten volgen. Aangezien
deze hier het meest en in wijden omtrek wordt ver
bouwd, is voorzichtigheid bij het invoeren van verbods
bepaling geboden.
De heer Zeeman juicht het toe, dat het oordeel van
de tuinbouworganisaties wordt gevraagd en is van mee
ning, dat alles moet worden gedaan om de ramp te kee-
ren, die het gevolg zou kunnen zijn van het ernstig
voortwoekeren dezer ziekte en de door het buitenland
te treffen maatregelen als een afweermiddel daartegen.
Het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Voorloopig werden vastgesteld:
le. de Gemeenterekening, in ontvangsten van den
gewonen dienst f 61166.28, en uitgaven f 55295.90, alzoo
een batig saldo van f 5870.38. Kapitaalsdienst: ontvang
sten f 4442.94%, uitgaven f 4259.79, alzoo een batig saldo
van 183.15%.
2e. de rekening van het Burg. Armbestuur, ont
vangsten f 2483.36%, uitgaven f 2695.40, alzoo een na-
deelig saldo van f 212.03%.
3e. de rekening van de Lichtbedrijven, waarbij de
winst van het Gasbedrijf f 5133.57 en van het Electri-
citeitsbedrijf f 1834.47 bedroeg.
Door den heer Du Burck werd rapport uitgebracht,
omtrent de bevindingen der commissie, belast met het
nazien dezer rekeningen. Daarbij werd ten aanzien van
de gemeenterekening aangemerkt, dat 900 sigaren wa
ren betrokken van iemand uit Rijssen. De commissie
was van oordeel, dat dit in het vervolg niet meer be
hoort te geschieden, doch dë inkoopen behooren te ge
schieden bij winkeliers in de gemeente.
Nadat de heer Zeeman nog had gewezen op de vele
sigaren die zijn verbruikt (hij rookt zelf niet), en de
wenschelijkheid had geuit, om de inkoopen wat te ver-
deelen, en er op gewezen had, dat de opbrengst van
de opcenten op de personeele belasting zoo ver boven
de raming was gekomen, uitte de heer Kramer nog de
wenschelijkheid de school met onderwijzerswoning hoo-
ger te verzekeren, daar het bedrag van f 29.000 veel te
laag is.
Voorzitter gaf de verzekering voor het vervolg reke
ning te zullen houden met de geuite wenschen omtrent
inkoopen. Wat de verhooging der verzekering betreft,
zullen de noodige maatregelen worden getroffen.
Ten aanzien van de rekening van het Burg. Arm
bestuur merkte de rapporteur op, dat uitgaven gedekt
waren door girostortingsbewijzen, wat niet in orde is
Noodig is daarbij nog een bewijs van dit laatste, dat
die gelden door haar van het B.A. zijn ontvangen, daar
dan alleen blijken kan, dat dit een vordering heeft op
het R.K. Armbstuiir.
Ten aanzien van de rekening lichtbedrijven deelt spr.
mee, dat de bescheiden, die bij de rekening^ behooren,
niet door de commissie zijn gezien, doch dfflft aanwezig
was het rapport van den accountant, waarvan de cijfers
overeenkwamen met die in het aan de raadsleden toe
gezonden, gedrukte jaarverslag. Daar het regel is, dat
de commissie, dat rapport als juist beschouwt, stelt de
commissie voor de rekening goed te keuren.
De heer Zeeman wijst op de transportbaan, die op de
balans voorkomt tot een bedrag van f 23000, terwijl zij
in het geheel niet gebruikt wordt. Hij meent, dat daar
van met vrucht gebruik zou kunnen worden gemaakt.
Tevens was het noodig, dat deze eens goed met de verf
kwast werd behandeld. Nog wijst hij op het feit, dat in
den afgeloopen winter door het personeel heel wat over
werk is verricht, doch dat de overuren niet worden be
taald. Hij keurt dit af en zou wenschen, dat daarin ver
andering komt.
Voorzitter zegt, dat het gesprokene omtrent de trans
portbaan zal worden onderzocht.
De heer Du Burck wijst er op, dat voor het electrisch
bedrijf een som van 8175 is uitgegeven voor vernieuwin
gen, waaronder f 3440 voor uitbreiding net en f 3000
voor aankoop meters. Deze bedragen zijn als verlies ge
boekt, wat spreker afkeurt, daar volgens goed koop-
mansgebruik deze als bezittingen op de balans moeten
worden gebracht en volgende jaren percentsgewijze be
hooren te v/orden afgeschreven. De afschrijvingen zijn
normaal, terwijl nog meer wordt afgeschreven dan afge
lost. Verder kan spr. niet accoord gaan met het voor
stel, om de winst op nieuwe rekening over te brengen.
Dit is in strijd met het reglement op de lichtbedrijven,
waarin in art. 16 duidelijk staat, dat de helft aan de
gemeenten moet worden uitgekeerd en de andere helft
in het reservefonds, tot dit f 25000 bedraagt, als wan
neer de heele winst aan de gemeenten, moet worden uit
gekeerd. Hij stelt zich op het standpunt dat een regle
ment, zoo duidelijk omschreven, moet worden opgevolgd
Wil men het anders, laat men dan het reglement wij
zigen. Hij is een tegenstander van winstuitkeering aan
de gemeenten, doch brengt men dc winst op nieuwe re
kening, dan loopt men het gevaar van 3 jaar geleden,
dat het opgespaarde winstsaldo in zijn geheel aan de
gemeente komt, wat toen door een meerderheid van de
gemeenteraden is geschied.
Voorzitter wijst er op, dat over de kwestie van beta
len van vernieuwingen uit den kapitaaldienst tegenover
gestelde meeningen bestaan. Het heeft zijn vóór en te
gen. Het voor is gelegen in het sterk maken van het
bedrijf, waarvan de latere gebruikers profiteeren. Ten
aanzien van de winstuitkeering is het nog steeds zoo
geschied, zoodat er geen reden is de uitkeeringen aan
de gemeenten te doen, al is het waar, dat het reglement
zulks voorschrijft. Als een meerderheid van de vijf ra
den de rekening en de balans goedkeurt, dan is daarmee
voldaan aan het voorschrift, dat die meerderheid de be
slissing heeft.
De heer Kramer meent, dat er niets tegen is, om het
te doen, zooals het altijd gedaan is. Het geld blijft dan
in het bedrijf en anders zou men genoodzaakt zijn duur
der geld bij een bank op te nemen. Men moet zich ook
niet altijd vasthouden aan de letter, maar ook naar den
geest van de wet zien.
De heer Zeeman is voorstander varf geen winst uit de
bedrijven aan de gemeenten.
De bedrijfswinst moet het bedrijf ten goede komen.
Vandaar dat hij ook niet de halve winstuitkeering wil
geven. Hij is dus tegen het voordeel Du Burck.
De heer Du Burck wijst er op, dat de beide laatste
sprekers heelemaal langs zijn betoog heen redeneeren.
Er is hier geen sprake van het principe: al of niet
winstuitkeering uit het bedrijf aan de gemeenten, doch
de quitessèns is al of niet toepassing van het regle
ment op de lichtbedrijven. Als de heer Zeeman nog de
helft wil redden voor het bedrijf, dan moet hij voor
spreker's voorstel stemmen, daar anders de mogelijkheid
bestaat, dat alles naar de gemeentekassen zooals 3
jaar geleden met alle overgespaarde winstsaldi is ge
schied. Den heer Kramer antwoordt hij, dat hier geen
sprake is van letter en geest der wet: de woorden zijn
overduidelijk! Juist het omgekeerde is waar van wat
de heer Kramer beweerde: het bedrijf moet geen geld
opnemen, maar heeft zelfs nog een saldo te goed bij de
bank.
Het voorstel van den heer Du Burck om niet af te
wijken van het voorgeschrevene bij de Algemeene Rege
ling (de helft aan de reserve, de andere helft aan de
gemeenten) wordt met 3 tegen 2 stemmen, die van den
voorsteller en den heer Dijkhuizen, verworpen.
De Voorzitter zegt dank aan de commissieleden en
stelt voor hen ook te belasten met het onderzoek der
begrooting, waarmee de raad accoord gaat.
Bij de rondvraag deelde de heer Bekker mee, dat hij
den dag na de vorige raadsvergadering, waarin hij had
gezegd, dat er bij de slagerij van Snuit zoo'n vreeselijken
stank was, door dezen was aangehouden, over deze aan
de orde gebrachte zaak. Het was hem toen gebleken, dat
de heer Du Burck den heer Snuit had ingelicht over
wat de heer Bekker in de laatste openbare raadsverga
dering had gezegd. Hij, (de heer Bekker) vond het
schooljongensachtig, dat de heer Du Burck dat aan den
heer S. had verteld, vóór nog het verslag in de kranten
was verschenen. Hij had het gezegd in het algemeen
belang.
De heer Du Burck, die niet onmiddellijk, doch later
bij de rondvraag het woord verkreeg, wees er den heer
B. op, dat hij niet anders had gedacht, dan dat de heer
Bekltei het in het algemeen belang had gezegd. En hij
stelt het op prijs in den heer B., als hij dat doet.
Hij zelf, die een paar dagen dien stank had ingesno
ven, dacht niet anders, of de heer B. had de waarheid
gezegd, zoodat hem nu bekend was, van waar die ,geur"
kwam. Het is echter jammer, dat de heer Bekker zich
vergist heeft, daar men gemakkelijker een klad op den
rug krijgt, dan eraf. Hij had er echter den heer Smit
naar gevraagd, alleen met de bedoeling hem te waar
schuwen.
De heer Dijkhuizen zegt, geen brief bij de stukken
te hebben aangetroffen van de Langendijk-commissie.
Voorziter zegt, dat men niet naar den bekenden weg
vragen moet.
De heer Dijkhuizen: Prins (de gemeentebode) is bij me
geweest, om te vragen, direct op het raadhuis te komen.
Op de vraag waarvoor, kon hij geen antwoord geven.
Ik verzoek daarom, bij volgende dergelijke verzoeken de
reden te willen opgeven.
Voorzitter: Ik zit hier als voorzitter van den raad,
niet als burgemeester.
De heer Kramer betreurde het nog steeds gesloten
blijven van den Twuijverweg. Tevens vraagt hij, of de
gemeente Alkmaar, dadelijk na het opleveren, de weg
overdraagt aan Sint Pancras, of wel, of Alkmaar nog
eenigen tijd garant blijft voor eventueele verzakkingen,
zooals er thans al een is. Als dit niet zoo is, zouden
de bijdragende gemeenten spoedig voor hooge kosten
komen te staan.
De Voorzitter antwoordt, dat het onderhoud en beheer
van den weg aan St-Pancras wordt overgedragen, doch
dat de aannemer nog 6 maanden garant blijft voor even
tueele gebreken. Hij raadde den heer Kramer aan, zich
in verbinding te stellen met den Burgemeester van St-
Pancras, teneinde meer zekerheid te krijgen.
De heer Zeeman wijst op het naast elkaar rijden van
fietsers door de dorpsstraat. Hij keurt dit af in het
belang der veiligheid en vraagt daarop eens te letten
en zoo mogelijk te verbieden.
Voorzitter zegt dit toe.
Hierna sluiting.