CHA6ER
Alpsitl BitllS-
URANT,
Mttiiuiit- liiüinllil
EEN VR00LÏJKE
ROMANCE
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co,, Schagen.
Eerste Blad.
Is Wilhelminalarwe door een beter ras
te vervangen?
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Woensdag 25 September 1929.
72ste Jaargang No. 8534
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN<
TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere lettrrs worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Dezer dagen verscheen van het Instituut voor
Plantenveredeling te Wageningen een beknopt ver
slag der Interprovinciale proefvelden met aardap-
pels over 1928 en met rogge en tarwe over 1027.'
1928.
In verband met het feit, dat straks de wintertarwe
weer aan den grond moet worden toevertrouwd en een
keus moet worden gedaan uit het steeds zich uitbrei
dend aantal goede rassen, komt het me gewenscht
voor omtrent dit gewas het een en ander mede te dee-
len uit bovengenoemd verslag onder bijvoeging van
de verkregen resultaten op de Rijkslandbouwproef-
velden in Noordholland.
Zooals bekend zal zijn worden jaarlijks over het
geheele land proeven genomen met nieuwe variëtei
ten, van welke de cultuurwaarde nog onvoldoende
bekend i. Waar het aantal te onderzoeken tarwe
rassen 18 bedroeg, was het niet doenlijk dit aantal op
ieder proefveld te plaatsen, zoodat ze in drie groe
pen werden verdeeld. Niet van alle serie's werden
voldoende betrouwbare gegevens verkregen, zoodat ik
ine bepalen zal tot die groep, welke volgens 't I. v. P.
de meest betrouwbare resultaten gaf. Het betreft hier
de soorten Wilhelmina, Imperial Ila, Millioen Ilf,
Mansholt III, Algebra, W.E.P., en Emma. Deze ras
sen werden op 6 verschillende plaatsen naast elkaar
vergeleken en als gemiddelde opbrengst worden de
volgende hoeveelheden per H.A. vermeld:
Ras Zaad Stroo
iWil'helmina 5270 K.G. 7950 K.G
Imperiaal Ila 5140 K.G. 7640 K.G.
Millioen III 4830 K.G. 8300 K.G.
Mansholt III 4S50 K.G. 8470 K.G.
Algebra 5160 K.G. 7990 K.G.
W.E.P. 5470 K.G. 7320 K.G.
Emma 5080 K.G. 7280 K.G.
Hierbij blijkt de rangorde in zaadopbrengst der
vergeleken rassen te zijn: 1. W.E.P.; 2. Wilhelmina;
8. Algebra; 4. Imperiaal Ila; 5. Emma; 6. Mansholt
III; 7. Millioen III.
Het I. v. P. vermeldt hierbij, dat de afwijkingen
dezer volgorde op de proefvelden nog al aanzienlijk
eijn, zoodat aan dit totaal gemiddelde niet een te
igroote waarde mag worden gehecht. Wel, zoo gaat
bet verder, wordt door deze cijfers de gunstige in
druk van W.E.P. en de minder gunstige indruk van
Millioen III van het vorige proefjaar bevestigd.
Wat de gemiddelde stroo-opbrengst betreft, was de
volgorde:
1. Mansholt III; 2. Millioen III; 3. Algebra; 4. Wi!
belmina; 5. Imperial Ila; 6. W.E.P.; 7. Emma.
De Mansholt III en MillioenlII zijn blijkbaar rassen
met een hooge stroo-opbrengst, wat de stevigheid niet
ten goede komt. De W.E.P. en de Emma zijn daar
entegen rassen met kort en stevig stroo. Tot zoover
het verslag van het I. v. P.
We zien hieruit dat de W. E. P. in zaadopbrengst
bovenaan staat en waar dat overeenkomt met de
waarnemingen op de proefvelden in Noord-Holland
volgt hiervan, teneinde aan dit nieuwe ras met zijn
FEUILLETON
P. G. WODEHOUSE.
80.
Het verloop van de dagen dat het weerstandsvermo
gen van het lichaam van Baxter zoo verzwakt had, had
op Mijnheer Peters een tegenovergestelde uitwerking
gehad. H\i was een van die karakters, die zich niet te
vreden stellen met halve maatregelen. Wat hij ook deed,
hij deed het grondig. Na de eerste hartstochtelijke uit
barsting van verzet, was hij een ijverig dsicipel van
Ashe's één-leerlingen-school voor lichamelijke opvoeding
geworden. Achteraf beschouwd was het neergekomen op
hetzelfde als bij Muldoon. Nu hij het zich herinnerde,
was hij uit White Plains vertrokken met den hartgron-
digen wensch de plek nooit terug te zien, maar ontegen
zeggelijk lichamelijk een ander mensch, Professor Mul
doon had niet de gewoonte gehad zijn patiënten hun
tijd te laten verknoeien, maar, na den eersten schrik,
had mijnheer Peters niet meer aangevuurd gehoeven te
worden. Hij had zich ijverig aan zijn kuur onderworpen,
omdat het voor zijn bestwil was. En nu onderwierp hij
zich even ijverig aan de leiding van Ashe, omdat, een
maal een begin gemaakt hebbende, hij de zaak belang
wekkend vond en zij hem inpalmde. Ashe, die een aan
houdend tegenstribbelen verwacht had, was verbaasd en
verrukt geweest over de wijze waarop de millionnair
Zich goed hield. De Natuur had Ashe inderdaad tot
oefenrneester bestemd. Hij ^ercenzelfdigde zich volko
men met den leerling en verblijdde zich over de gering
ste teekenen van vooruitgang.
In het geval van mijnheer Peters was eenige verbe
tering reeds duidelijk merkbaar. Wonderen gebeuren
tegenwoordig niet meer, en men mocht niet verwachten
dat iemand die zijn gezondheid vele jaren zoo gruwe
lijk veronachtzaamd had er in één dag weer bovenop
zou komen, maar bij een optimist als Ashe ontbrak het
niet aan voorteekenen dat mijnheer Peters mettertijd
lichamelijk met reuzenschreden vooruit zou gaan. Mij
mocht misschien geen held worden onder hen die kreeft
met kerrie zwelgen en daarna lachend gaan slapen,
maar op het gebied van lamscoteletten zou hij zich la
ter met iedereen kunnen meten.
„Je bent esn wonder," zei mijnheer Peters. „Er zit fut
In je en je hebt geen eerbied voor ouderen en hoogeren,
uitstekende eigenschappen eenige meerdere bekend
heid te geven, een overzicht.
M. C. van der Laan te Stompetoren (Schermer)
vergeleek op in den oorlog gescheurd grasland in
1927 en 1928 de W. E. P. met o.a. twee om hun groot
produceerend vermogen bekend staande rassen, nl.
Wilhelmina en Imperiaal Ila. In 1927 bleek de W. E.
P. deze soorten met een verschil van bijna 800 K.G.
zaad per H.A. te overtreffen.
De stroo-opbrengst echter was lager, wat op dezen
grond en misschien ook elders als een voordeel mag
worden aangemerkt. De proefnemer schreef dan ook
van de W. E. P. „veel zaad met weinig stroo bevalt
me goed."
In 1928 bleek aldaar de W. E. P. wel is waar niet
méér dan Wilhelmina, maar practisch toch evenveel
te leveren.
A. J. Barendrecht te Schermerhorn verkreeg even
eens uitstekende resultaten met W. E. P. Waar hier
echter geen vergelijking plaats vond met bekende
soorten, wordt opbrengstvermelding achterwege ge
laten.
P. Visser te Wieringerwaard oogstte de volgende
opbrengsten:
W. E. P. 5030 K.G. zaad.
Wilhelmina 4860 K.G. zaad.
Imperiaal Ila 4860 K.G. zaad.
Bij J. F. Gehrels te Haarlemermeer werd geoogst
per H.A. van:
Wilhelmina 4361 K.G. zaad en 7111 K.G. stroo.
W. E. P. 4277 K.G. zaad en 6777 K.G. stroo.
Van de verschillende soorten was Wilhelmina met
een klein verschil no. 1 en W. E. P no. 2.
Op de proefvelden van de Z. A. P. in den Anna
Paulownapolder werden in 1927 en 1928 ruim 20 soor
ten vergeleken. In 1927 was bij J. C. Geerligs aldaar
Wilhelmina wat zaadopbrengst aangaat No. 1 met
4900 K.G. en W. E. P. No. 2 met 4850 K.G. zaad per
H.A. In 1928 stond bij Cor. Blaauboer de W. E. P.
bovenaan roet een opbrengst van 5715 K.G. zaad en
6825 K.G. stroo.
Uit al deze gegevens blijkt, dat de W. E. P. ernstig
met de Wilhelmina om de voorrang strijdt.
Het geeft een stijf gewas met korte sterke halmen
en steil omhooggaande, harde bladeren; m.i. zeer ge
schikt voor sterke gronden en goed bestand tegen
een flinke stikstofbemesting. Vooral als het gaat in
de richting van steeds goedkooper stikstofmeststof
fen zullen dergelijke rassen in de toekomst een groo-
te beteekenis krijgen. Niettegenstaande zijn vatbaar
heid voor stuifbrand komt dit nieuwe ras, dat door
Prof. Dr. L. Broekema uit een kruising van Wilhel
mina met Essex werd verkregen, zeer ernstig in aan
merking voor een beproeving op de goede Noord--
Hollandsche kleigronden
De Wnd. Rijkslandbouwconsulont voor N.-Holland,
Ir. G. VEENSTRA.
VOOR DEN POnTERECHTER.
Zitting van Maandag 23 September 1929.
NIEMAND DIE ASEM GAF.
Bij het uitroepen van P. J. S., de nachtelijke rumoer-
maker in de Houttil te Alkmaar, die de aandacht op
zich vestigde door een vechtpartij en toen een der be
langstellenden met een bierglas complimenteerde, bleek
het, dat gezegde heer S. ten tweede male niet present
maar je geeft iemand waar voor zijn geld. Daarop komt
het aan. Zie eens aan, ik begin me sterk te voelen. Zeg,
weet je wel dat ik vanmorgen een nieuwe spier ontdekte
in mijn kruis! Ze schieten bij me op als onkruid."
„Dat komt door de Larsen-gymnastiek. Zij ontwikkelt
het heele lichaam."
„Nu, jij bent een goede reclame voor haar, als ze die
noodig heeft. Wat was je voor je bij mij kwam be
roepsworstelaar
„Die vraag heeft iedereen mij gedaan vanaf het eerste
oogenblik toen ik hier kwam. Toen ik er niet op kon
antwoorden, geloof ik dat de huismeester mij voor een
soort van schavuit hield. Vroeger schreef ik verhalen,
detectiveverhalen."
„Wat je moest doen is hier in Engeland een Inrichting
stichten zooals Muldoon bij ons in Amerika gedaan
heeft. Maar als j9 meer stof noodig hebt om weer zoo'n
verhaal te maken, kun je die hier voldoende opdoen.
Wanneer ben je van plan weer eens een poging te doen
tot het terugkrijgen van mijn scarabee?"
„Vannacht."
„Vannacht? En Baxter?"
„Met Baxter zal ik het er op moeten wagen."
Mijnheer Peters dacht na. De gewoonte van grootmoe
dig te zijn had hij de laatste jaren afgeleerd; dyspepsie
kweekt geen aanhankelijkheid, en als een lijder er een
aanval van heeft, krijgt hij geen gelegenheid om aan
grootmoedigheid te denken.
„Hoor eens"' begon hij bedremmeld. „Ik heb er den
laatsten tijd eens over nagedacht, maar wat komt zij er
op aan? Het is een idioot ding, en als iemand mij een
week geleden verteld had dat ik dit nu zou zeggen, zou
ik hem niet geloofd hebben, maar ik begin smaak in je
te krijgen. Ik wil niet dat je in last komt. Laat die sca
rabee loopen. Wat heb je nu eigenlijk aan een scarabee?
Vergeet die heele zaak, en blijf bij mij als mijn lijf-Mul-
doon. Als het een geldkwestie is, zit dan daarover ook
maar niet in. Ik zal je evenveel geven voor je behande
ling."
Ashe was versteld. Dat zijn driftige meester op deze
wijze tot hem spreken kon, leek ongelooflijk. Ashe had
een vriendelijk karakter, en hij kon nooit lang met
iemand verkeeren, of hij beproefde vriendschappelijke
betrekkingen met hem aan te knoopen. In het geval van
mijnheer Peters evenwel, had hij zich voorbereid op een
voortdurenden voet van oorlog.
Hij was diep getroffen, en, als het ooit bij hem op
gekomen was zijn avontuur in den steek te laten, zouden
deze woorden, daarvan was hij overtuigd, hem daartoe
hebben laten besluitem Deze plotselinge openbaring van
menschelijk gevoel bij mijnheer Peters, klonk hem als
bazuingeschal in de ooren.
„Ik denk er niet aan," zei hij. „Het is héél mooi van
u iets dergelijks voor te stellen, maar ik weet precies
was, waarop opnieuw aanhouding volgde.
Ook in de aangehouden zaak contra den arbeider
Hendr. R. te Uitgeest, welk heerschap in een dronken
buit een autoruit vernietigde en den eigenaar Schregar-
dus een opstopper toediende, bleek niemand aanwezig
te zijn. Deze ontstentenis was echter geen beletsel tegen
Hendrik's veroordeeling, aangezien hem 2 maanden
gev. voorw. met twee proefjaren werden opgelegd. Voorts
zal hij zich met ijver hebben toe te leggen op de geheel
onthouding.
EéN NEUTJE, IN 'T OPENBAAR OP DEN KOP
GETIKT,
KAN MAKEN, DAT HIJ Zóó WORDT INGEPIKT.
Eindelijk werd ook nog weer ter tafel gebracht de
weigering van den principieelen anti-militairist Joh. S.
te Alkmaar. De politierechter meende het verstandigst
te doen het afschuifsysteem toe te passen en deze zaak
te verwijzen naar de meervoudige strafkamer.
TRANEN MET TUITEN.
De jonge gehuwde werkster Grietje H., welke dame
thans in Rotterdam woonachtig is, had hier nog iets
met den politierechter te verrekenen, aangezien zij bij
de familie Brommer te Alkmaar als v/erkster in het
café de gelegenheid had waargenomen, haar werkgevers
eenige malen te bestelen, tot zij op heeterdaad werd be
trapt op het ontvreemden van een portefeuille met f 55
aan bankpapier. De jonge vrouw snikte thans om
een gegoten ijzeren hart te vermurwen, doch het bleek
dat zij, ondanks heur teerbesnaarde ziel, een bijzonder
oneerlijke natuur had. Zelfs haar eigen grootvader de
nadeelige gevolgen van die lastige eigenschap ondervon
den. Niettemin wilde men Grietje nog niet direct ver-
stooten, vooral niet, omdat zij nu weer met haar echt
vriend is verzoend en werd zij derhalve voorw. veroor
deeld tot 2 maanden met 2 proefjaren.
DE PROEF OP DE SOM GEZET.
Joh. de B., een te St.-Pancras wonend jongmensch, had
bij geruchte vernomen, dat de 18-jarige Joh. Kieft met
het sombere plan rondliep, hem een pak op zijn body
te geven en toen hij nu op 24 Juli tegen Kieft op
fietste, stelde hij dezen in de gelegenheid zijn bedrei
ging ten uitvoer te brengen. Het scheen echter maar al
te duidelijk, dat Kieft heelemaal geen lust had tot
vechten en op de mep die de B. hem ter aanmoediging
toediende, alleen reageerde door bij den veldwachter
aangifte te doen wegens mishandeling, voor welk feit
de B. thans veroordeeld werd tot f 20 boete of 20 dagen.
HET STUK NIET GESCHIKT VOOR OPVOERING.
In de zaak van den officier contra Jan B. bleken
geen verdachte getuigen eenig Ievensteeken te geven.
Na aandachtige inzage van de stukken, bleek er zonder
twijfel iets niet in den haak te zijn, althans de Officier
trok de zaak in.
EEN LIEF BUURJONGETJE.
De 28-jarige landbouwerszoon Joh. Petr. S. te Binnen-
wijzend, gem. Westwoud, was op 3 Juli zoo razend op
zijn 58-jarigen buurman en veehouder Piet Koopman, dat
hij dien eerwaardigen man onthaalde op een slag met
een mestgreep op het hoofd, toen Piet probeerde een
paar lammeren, die in het land van zijn buurman waren
afgedwaald, terug te halen. Te voren had Koopman
gevraagd de lammeren terug te mogen halen, doch dit
was hem door zijn beminnelijken buurjongen barsch
geweigerd. Dit wellevende jongemensch was de min of
meer tyrannieke meening toegedaan, dat hij de bevoegd
heid bezat, iemand die zonder toestemming zijn land
betrad, daarvan af te kunnen slaan. De politierechter
maakte hem evenwel duidelijk, dat zijn opvatting niet
hoeveel u aan het ding gehecht zijt, en ik zal het voor
u terugkrijgen, al moest ik Baxter er den nek voor om
draaien. Waarschijnlijk zal Baxter het opletten nu wel
als nutteloos opgegeven hebben, gesteld dat hij al dien
tijd oplettend geweest is. Wij hebben hem tien nachten
gegeven om af te koelen. Ik verwacht dat hij in bed zal
blijven, in aangename droomen verzonken. Het is bijna
twee uur. Ik zal nog tien minuten wachten en dan naar
beneden gaan."
Hij nam het kookboek op.
„Ga nu weer op uw gemak liggen, en ik zal u eerst
nog in slaap lezen."
„Je bent een brave kerel," zei mijnheer Peters sla
perig.
„Is u klaar? „Gelardeerde Varkensfilet. Een half pond
vet varkensvleesch."
Een flauw lachje krulde de lippen van mijnheer Pe
ters. Zijn oogen werden gesloten en hij haalde geregeld
adem. Ashe las met zachte stem voort.
„Vier groote varkensfilets een lepel notenmuskaat, een
kopie kokend water, twee eetlepels boter, een theelepel
zout, een halve theelepel peper, een theelepel..."
Uit het bed steeg een lichten zucht op.
„Wijze van bereiding: Veeg de filets met een voch-
tigen doek af. Maak met een scherp mes een diepe
insnede over de lengte van iedere filet. Snijdt het var
kensvleesch in lange, dunne reepen, en lardeer iedere
filet met behulp van een naald. Smelt de boter in het
water, voeg kruiden en notusmuskaat bij, en meng alles
goed dooreen. Nu vult men iedere insnijding in de filet
met dit mengsel en plaats de filets..."
Van het hoofdkussen klonk een gesnurk, dat als het
ware een uitroepteeken achter de laatste woorden zette.
Ashe legde het boek neer en in de duisternis tot waar
het schijnsel van de lamp zich niet uitstrekte. Zijn heer
sliep.
Ashe draaide het licht uit, en liep zachtjes naar de
deur. Op de gang bleef hij staan om te luisteren. Alles
was doodstil. Hij sloop de trap af.
n.
George Emerson zat in zijn slaapkamer een sigaret te
rooken. In zijn oogen stond een vastberaden besluit te
lezen. Hij wierp een blik op het tafeltje naast zijn bed
en naar hetgeen daar op lag, en het licht der vastbe
radenheid laaide op tot een vlam van fanatieken wil.
Zóó kon een middeleeuwsch ridder er uitgezien hebben,
als hij op het punt stond een maagd uit de klauwen van
den draak te verlossen.
Zijn sigaret brandde hem tusschen zijn vingers. Hij
keek cp zijn horloge, legde de sigaret weg, en stak een
versche op. Zijn houding was geheel die van iemand, die
een bepaald uur afwacht.
de juiste was en aanleiding kon geven tot moeilijkheden.
Zooals hij trouwens thans in ruime mate ondervond.
De Officier toch, die releveerde dat verdachte vol*
gens verkregen inlichtingen bekend staat als lastig, on
verschillig en in drift kwaadaardig, noemde hem iemand
die blijkens zijn gedragingen niet in een beschaafde
staat, doch onder de wilden in Afrika thuis hoort, vor
derde niet minder dan f 75 boete of 75 dagen, terwijl de
politierechter zijn volkomen instemming met het ge
sprokene deed uitkomen door het opleggen van f 60
boete of 60 dagen.
EEN PRETTIGE BUURMAN.
Mej. Veenstra, een te Helder wonende huismoeder,
kan er zich niet op beroemen, in den persoon van den
60-jarigen werkman Frederik K., die met haar gezin in
hetzelfde perceel woont, een adngenamen en dienstvaar-
digen buurman te bezitten. Integendeel toen, op 18 Mei
de Radiohandelaar Tol op verzoek van mej. Veenstra
aan den gezamelijken schoorsteen een antenne beves
tigde, barstte Freek in een donderend salvo van vloeken
en scheldwoorden, waarvan hij een onuitputtelijken
voorraad schijnt te bezitten, uit en beleedigde hrj de
arme vrouw op zóó stuitende wijze, dat zij niet meende
te kunnen nalatenaangifte te doen. De loslippige oude
heer, die niet voor het eerst in het notitieboek van den
politierechter voorkomt, werd dan ook heden met inacht
neming van zijn antecedenten tot f 25 boete of 25 dagen
veroordeeld
ZICH STEEDS DIEPER IN DE PUT GEWERKT.
Een te Hoogkarspcl thuisbehoorend jongmensch, Theo
L.t werd te Bovenkarspel door den veldwachter Keij
vriendschappelijk gewaarschuwd bij een rijwielovertre
ding. In plaats deze ambtelijke welwillendheid te appre-
cieeren, schold hij den politieman nog uit voor „groote
lummel', natuurlijk met het minder voordeelige gevolg,
dat Keij's houding geheel veranderde en meneer Theo
de volle laag gaf. De politierechter deed er heden ook
nog een flinke schep bij en veroordeelde Theo tot f 25
boete of 25 dagen.
ONGEWENSCHTE SOLIDARITEIT.
Te Burgerbrug werd op Zondag 30 Juni zelcer, Ta-
mis Kooij, toen hij rustig langs de dorpsstraat fietste,
gehinderd en geplaagd door zekeren heer Slijkerman.
Toen Tanlis dien heer te kennen gaf, dat hij met rust
gelaten wenschte te worden, verscheen eensklaps diens
zoon Pieter op het tooneel en diende deze Kooij een slag
toe. Piet ontkende thans zijn aandeel in de kinderachtige
molestatie, doch het feit werd bewezen verklaard en
in een veroordeeling tot f 30 boete of 30 dagen hem
duidelijk gemaakt, hoe de politierechter over zijn han
deling dacht.
ONVERSTANDIGE DEMONSTRATIE VOOR DIE
RENBESCHERMING.
Volgens de meening van Simon R., een veehouder te
Wieringen, behandelde zijn 65-jarige collega P. S. Kinne
zijn vee ver van humaan en trachtte hij den ouden Kinne
zijn meer geavanceerde denkbeelden aan het verstand
te brengen, door hem op 2 Juli een duchtig pak slaag
toe te dienen. Nu is het natuurlijk zeer verdienstelijk,
indien men krachtig opkomt voor de belangen van het
redelooze dier, dat aan de willekeur van een bruut of
wreedaard is overgeleverd, doch het scheen ook, dat
Simon de rechte methode niet was gevolgd, daar hij nu
zelf de pisang werd en tot f 40 boete of 40 dagen
veroordeeld.
WAT GORTER DOET, IS WELGEDAAN.
Een twetal jeugdige tuinders te Castricum, Renier S.
en Hendrik B., bereikt hebbende den aanvalligen leef-
Onder het rooken van zijn tweede sigaret, hervatte hij
zijn gepeins. Dit betrof Aline Peters.
George Emerson was omtrent Aline Peters niet geheel
gerust. Met het oog van een minnaar, zooals hij deed,
over haar wakende, had hij verscheidene dingen aan
haar bemerkt, die hem niet bevielen. Op het terras was
zij dien morgen onaardig tegen hem geweest ja, wat
men bij een meisje die niet zulke engelachtige eigen
schappen bezat, zelfs kribbig kou noemen. Dat moest
iets beteekenen. Het beteekende dat Aline zich niet goed
gevoelde. Het beteekende hetzelfde als wat haar bleek
heid en vermoeide oogen beteekenden: dat het leven dat
zij leidde haar veel kwaad deed.
George Emerson had op Blandlngs Castle elf malen
aan het diner gezeten, en ieder van die elf malen had
het hem ontzettend gehinderd te moeten aanzien dat
Aline alle gebraden vleesch weigerde, om zich te bepa
len tot het afschuwelijke vegetarisch voedsel dat de dok
ters haar lijdenden vader voorgeschreven hadden. Het
medelijden van George had zijn grenzen. Zijn hart bloed-
'e niet voor mijnheer Peters. Mijnheer Peters mocht
ich vegetarisch voeden zooveel hij wilde. Maar dat
\line zich op die manier zou laten uithongeren, louter
>m haar vader tot zedelijken steun te zijn, dat was hem
te kras.
George was misschien eenigszins materialistisch aan
gelegd. Hij was zelf een kerngezond jonkman en deed
zich bij maaltijden wat men zou kunnen noemen uitste
kend te goed, en hechtte misschien daardoor te veel
waarde aan het belang van voedsel als een onmisbaar
heid voor het volmaakte leven. Bij zijn overpeinzingen
omtrent Aline, maakte hij de som op van zijn eigen le
vensbehoeften, en tot de gevolgtrekking komende dat
elf maaltijden van de soort die hij Aline had zien ne
men hem den dood aangedaan zouden hebben, vio*:de
daaruit voort, dat zijn geliefde minstens op het punt
moest zijn den hongerdood te sterven. Geen sterveling,
overwoog hij, kon van zulke denkbeeldige festijnen in
het leven blijven. Dat dit met mijnheer Peters wel het
geval was, kwam bij hem niet als een fout in zijn rede
neering op. Hij beschouwde mijnheer Peters als een
soort machine. Schatrijke zakenmannen brengen dik
wijls bij jongelieden den indruk te weeg. Als men George
gezegd had dat mijnheer Peters evenals een auto met
benzine op gang gebracht werd ,zou hij niet te zeer ver
baasd zijn. Maar dat Aline zich het genoegen zou moe
ten ontzeggen van het vermalen van die sappige vlee-
zen, dat, met het spraakvermogen, den mensch onder-
scheldt van de dieren des velds! Dit waren de dingen
die George martelden.
Wordt vervolgd.