CHA6ER Alpsitl BitllS- URANT, Mttiiuiit- liiüinllil EEN VR00LÏJKE ROMANCE Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co,, Schagen. Eerste Blad. Is Wilhelminalarwe door een beter ras te vervangen? Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Woensdag 25 September 1929. 72ste Jaargang No. 8534 Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN< TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere lettrrs worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Dezer dagen verscheen van het Instituut voor Plantenveredeling te Wageningen een beknopt ver slag der Interprovinciale proefvelden met aardap- pels over 1928 en met rogge en tarwe over 1027.' 1928. In verband met het feit, dat straks de wintertarwe weer aan den grond moet worden toevertrouwd en een keus moet worden gedaan uit het steeds zich uitbrei dend aantal goede rassen, komt het me gewenscht voor omtrent dit gewas het een en ander mede te dee- len uit bovengenoemd verslag onder bijvoeging van de verkregen resultaten op de Rijkslandbouwproef- velden in Noordholland. Zooals bekend zal zijn worden jaarlijks over het geheele land proeven genomen met nieuwe variëtei ten, van welke de cultuurwaarde nog onvoldoende bekend i. Waar het aantal te onderzoeken tarwe rassen 18 bedroeg, was het niet doenlijk dit aantal op ieder proefveld te plaatsen, zoodat ze in drie groe pen werden verdeeld. Niet van alle serie's werden voldoende betrouwbare gegevens verkregen, zoodat ik ine bepalen zal tot die groep, welke volgens 't I. v. P. de meest betrouwbare resultaten gaf. Het betreft hier de soorten Wilhelmina, Imperial Ila, Millioen Ilf, Mansholt III, Algebra, W.E.P., en Emma. Deze ras sen werden op 6 verschillende plaatsen naast elkaar vergeleken en als gemiddelde opbrengst worden de volgende hoeveelheden per H.A. vermeld: Ras Zaad Stroo iWil'helmina 5270 K.G. 7950 K.G Imperiaal Ila 5140 K.G. 7640 K.G. Millioen III 4830 K.G. 8300 K.G. Mansholt III 4S50 K.G. 8470 K.G. Algebra 5160 K.G. 7990 K.G. W.E.P. 5470 K.G. 7320 K.G. Emma 5080 K.G. 7280 K.G. Hierbij blijkt de rangorde in zaadopbrengst der vergeleken rassen te zijn: 1. W.E.P.; 2. Wilhelmina; 8. Algebra; 4. Imperiaal Ila; 5. Emma; 6. Mansholt III; 7. Millioen III. Het I. v. P. vermeldt hierbij, dat de afwijkingen dezer volgorde op de proefvelden nog al aanzienlijk eijn, zoodat aan dit totaal gemiddelde niet een te igroote waarde mag worden gehecht. Wel, zoo gaat bet verder, wordt door deze cijfers de gunstige in druk van W.E.P. en de minder gunstige indruk van Millioen III van het vorige proefjaar bevestigd. Wat de gemiddelde stroo-opbrengst betreft, was de volgorde: 1. Mansholt III; 2. Millioen III; 3. Algebra; 4. Wi! belmina; 5. Imperial Ila; 6. W.E.P.; 7. Emma. De Mansholt III en MillioenlII zijn blijkbaar rassen met een hooge stroo-opbrengst, wat de stevigheid niet ten goede komt. De W.E.P. en de Emma zijn daar entegen rassen met kort en stevig stroo. Tot zoover het verslag van het I. v. P. We zien hieruit dat de W. E. P. in zaadopbrengst bovenaan staat en waar dat overeenkomt met de waarnemingen op de proefvelden in Noord-Holland volgt hiervan, teneinde aan dit nieuwe ras met zijn FEUILLETON P. G. WODEHOUSE. 80. Het verloop van de dagen dat het weerstandsvermo gen van het lichaam van Baxter zoo verzwakt had, had op Mijnheer Peters een tegenovergestelde uitwerking gehad. H\i was een van die karakters, die zich niet te vreden stellen met halve maatregelen. Wat hij ook deed, hij deed het grondig. Na de eerste hartstochtelijke uit barsting van verzet, was hij een ijverig dsicipel van Ashe's één-leerlingen-school voor lichamelijke opvoeding geworden. Achteraf beschouwd was het neergekomen op hetzelfde als bij Muldoon. Nu hij het zich herinnerde, was hij uit White Plains vertrokken met den hartgron- digen wensch de plek nooit terug te zien, maar ontegen zeggelijk lichamelijk een ander mensch, Professor Mul doon had niet de gewoonte gehad zijn patiënten hun tijd te laten verknoeien, maar, na den eersten schrik, had mijnheer Peters niet meer aangevuurd gehoeven te worden. Hij had zich ijverig aan zijn kuur onderworpen, omdat het voor zijn bestwil was. En nu onderwierp hij zich even ijverig aan de leiding van Ashe, omdat, een maal een begin gemaakt hebbende, hij de zaak belang wekkend vond en zij hem inpalmde. Ashe, die een aan houdend tegenstribbelen verwacht had, was verbaasd en verrukt geweest over de wijze waarop de millionnair Zich goed hield. De Natuur had Ashe inderdaad tot oefenrneester bestemd. Hij ^ercenzelfdigde zich volko men met den leerling en verblijdde zich over de gering ste teekenen van vooruitgang. In het geval van mijnheer Peters was eenige verbe tering reeds duidelijk merkbaar. Wonderen gebeuren tegenwoordig niet meer, en men mocht niet verwachten dat iemand die zijn gezondheid vele jaren zoo gruwe lijk veronachtzaamd had er in één dag weer bovenop zou komen, maar bij een optimist als Ashe ontbrak het niet aan voorteekenen dat mijnheer Peters mettertijd lichamelijk met reuzenschreden vooruit zou gaan. Mij mocht misschien geen held worden onder hen die kreeft met kerrie zwelgen en daarna lachend gaan slapen, maar op het gebied van lamscoteletten zou hij zich la ter met iedereen kunnen meten. „Je bent esn wonder," zei mijnheer Peters. „Er zit fut In je en je hebt geen eerbied voor ouderen en hoogeren, uitstekende eigenschappen eenige meerdere bekend heid te geven, een overzicht. M. C. van der Laan te Stompetoren (Schermer) vergeleek op in den oorlog gescheurd grasland in 1927 en 1928 de W. E. P. met o.a. twee om hun groot produceerend vermogen bekend staande rassen, nl. Wilhelmina en Imperiaal Ila. In 1927 bleek de W. E. P. deze soorten met een verschil van bijna 800 K.G. zaad per H.A. te overtreffen. De stroo-opbrengst echter was lager, wat op dezen grond en misschien ook elders als een voordeel mag worden aangemerkt. De proefnemer schreef dan ook van de W. E. P. „veel zaad met weinig stroo bevalt me goed." In 1928 bleek aldaar de W. E. P. wel is waar niet méér dan Wilhelmina, maar practisch toch evenveel te leveren. A. J. Barendrecht te Schermerhorn verkreeg even eens uitstekende resultaten met W. E. P. Waar hier echter geen vergelijking plaats vond met bekende soorten, wordt opbrengstvermelding achterwege ge laten. P. Visser te Wieringerwaard oogstte de volgende opbrengsten: W. E. P. 5030 K.G. zaad. Wilhelmina 4860 K.G. zaad. Imperiaal Ila 4860 K.G. zaad. Bij J. F. Gehrels te Haarlemermeer werd geoogst per H.A. van: Wilhelmina 4361 K.G. zaad en 7111 K.G. stroo. W. E. P. 4277 K.G. zaad en 6777 K.G. stroo. Van de verschillende soorten was Wilhelmina met een klein verschil no. 1 en W. E. P no. 2. Op de proefvelden van de Z. A. P. in den Anna Paulownapolder werden in 1927 en 1928 ruim 20 soor ten vergeleken. In 1927 was bij J. C. Geerligs aldaar Wilhelmina wat zaadopbrengst aangaat No. 1 met 4900 K.G. en W. E. P. No. 2 met 4850 K.G. zaad per H.A. In 1928 stond bij Cor. Blaauboer de W. E. P. bovenaan roet een opbrengst van 5715 K.G. zaad en 6825 K.G. stroo. Uit al deze gegevens blijkt, dat de W. E. P. ernstig met de Wilhelmina om de voorrang strijdt. Het geeft een stijf gewas met korte sterke halmen en steil omhooggaande, harde bladeren; m.i. zeer ge schikt voor sterke gronden en goed bestand tegen een flinke stikstofbemesting. Vooral als het gaat in de richting van steeds goedkooper stikstofmeststof fen zullen dergelijke rassen in de toekomst een groo- te beteekenis krijgen. Niettegenstaande zijn vatbaar heid voor stuifbrand komt dit nieuwe ras, dat door Prof. Dr. L. Broekema uit een kruising van Wilhel mina met Essex werd verkregen, zeer ernstig in aan merking voor een beproeving op de goede Noord-- Hollandsche kleigronden De Wnd. Rijkslandbouwconsulont voor N.-Holland, Ir. G. VEENSTRA. VOOR DEN POnTERECHTER. Zitting van Maandag 23 September 1929. NIEMAND DIE ASEM GAF. Bij het uitroepen van P. J. S., de nachtelijke rumoer- maker in de Houttil te Alkmaar, die de aandacht op zich vestigde door een vechtpartij en toen een der be langstellenden met een bierglas complimenteerde, bleek het, dat gezegde heer S. ten tweede male niet present maar je geeft iemand waar voor zijn geld. Daarop komt het aan. Zie eens aan, ik begin me sterk te voelen. Zeg, weet je wel dat ik vanmorgen een nieuwe spier ontdekte in mijn kruis! Ze schieten bij me op als onkruid." „Dat komt door de Larsen-gymnastiek. Zij ontwikkelt het heele lichaam." „Nu, jij bent een goede reclame voor haar, als ze die noodig heeft. Wat was je voor je bij mij kwam be roepsworstelaar „Die vraag heeft iedereen mij gedaan vanaf het eerste oogenblik toen ik hier kwam. Toen ik er niet op kon antwoorden, geloof ik dat de huismeester mij voor een soort van schavuit hield. Vroeger schreef ik verhalen, detectiveverhalen." „Wat je moest doen is hier in Engeland een Inrichting stichten zooals Muldoon bij ons in Amerika gedaan heeft. Maar als j9 meer stof noodig hebt om weer zoo'n verhaal te maken, kun je die hier voldoende opdoen. Wanneer ben je van plan weer eens een poging te doen tot het terugkrijgen van mijn scarabee?" „Vannacht." „Vannacht? En Baxter?" „Met Baxter zal ik het er op moeten wagen." Mijnheer Peters dacht na. De gewoonte van grootmoe dig te zijn had hij de laatste jaren afgeleerd; dyspepsie kweekt geen aanhankelijkheid, en als een lijder er een aanval van heeft, krijgt hij geen gelegenheid om aan grootmoedigheid te denken. „Hoor eens"' begon hij bedremmeld. „Ik heb er den laatsten tijd eens over nagedacht, maar wat komt zij er op aan? Het is een idioot ding, en als iemand mij een week geleden verteld had dat ik dit nu zou zeggen, zou ik hem niet geloofd hebben, maar ik begin smaak in je te krijgen. Ik wil niet dat je in last komt. Laat die sca rabee loopen. Wat heb je nu eigenlijk aan een scarabee? Vergeet die heele zaak, en blijf bij mij als mijn lijf-Mul- doon. Als het een geldkwestie is, zit dan daarover ook maar niet in. Ik zal je evenveel geven voor je behande ling." Ashe was versteld. Dat zijn driftige meester op deze wijze tot hem spreken kon, leek ongelooflijk. Ashe had een vriendelijk karakter, en hij kon nooit lang met iemand verkeeren, of hij beproefde vriendschappelijke betrekkingen met hem aan te knoopen. In het geval van mijnheer Peters evenwel, had hij zich voorbereid op een voortdurenden voet van oorlog. Hij was diep getroffen, en, als het ooit bij hem op gekomen was zijn avontuur in den steek te laten, zouden deze woorden, daarvan was hij overtuigd, hem daartoe hebben laten besluitem Deze plotselinge openbaring van menschelijk gevoel bij mijnheer Peters, klonk hem als bazuingeschal in de ooren. „Ik denk er niet aan," zei hij. „Het is héél mooi van u iets dergelijks voor te stellen, maar ik weet precies was, waarop opnieuw aanhouding volgde. Ook in de aangehouden zaak contra den arbeider Hendr. R. te Uitgeest, welk heerschap in een dronken buit een autoruit vernietigde en den eigenaar Schregar- dus een opstopper toediende, bleek niemand aanwezig te zijn. Deze ontstentenis was echter geen beletsel tegen Hendrik's veroordeeling, aangezien hem 2 maanden gev. voorw. met twee proefjaren werden opgelegd. Voorts zal hij zich met ijver hebben toe te leggen op de geheel onthouding. EéN NEUTJE, IN 'T OPENBAAR OP DEN KOP GETIKT, KAN MAKEN, DAT HIJ Zóó WORDT INGEPIKT. Eindelijk werd ook nog weer ter tafel gebracht de weigering van den principieelen anti-militairist Joh. S. te Alkmaar. De politierechter meende het verstandigst te doen het afschuifsysteem toe te passen en deze zaak te verwijzen naar de meervoudige strafkamer. TRANEN MET TUITEN. De jonge gehuwde werkster Grietje H., welke dame thans in Rotterdam woonachtig is, had hier nog iets met den politierechter te verrekenen, aangezien zij bij de familie Brommer te Alkmaar als v/erkster in het café de gelegenheid had waargenomen, haar werkgevers eenige malen te bestelen, tot zij op heeterdaad werd be trapt op het ontvreemden van een portefeuille met f 55 aan bankpapier. De jonge vrouw snikte thans om een gegoten ijzeren hart te vermurwen, doch het bleek dat zij, ondanks heur teerbesnaarde ziel, een bijzonder oneerlijke natuur had. Zelfs haar eigen grootvader de nadeelige gevolgen van die lastige eigenschap ondervon den. Niettemin wilde men Grietje nog niet direct ver- stooten, vooral niet, omdat zij nu weer met haar echt vriend is verzoend en werd zij derhalve voorw. veroor deeld tot 2 maanden met 2 proefjaren. DE PROEF OP DE SOM GEZET. Joh. de B., een te St.-Pancras wonend jongmensch, had bij geruchte vernomen, dat de 18-jarige Joh. Kieft met het sombere plan rondliep, hem een pak op zijn body te geven en toen hij nu op 24 Juli tegen Kieft op fietste, stelde hij dezen in de gelegenheid zijn bedrei ging ten uitvoer te brengen. Het scheen echter maar al te duidelijk, dat Kieft heelemaal geen lust had tot vechten en op de mep die de B. hem ter aanmoediging toediende, alleen reageerde door bij den veldwachter aangifte te doen wegens mishandeling, voor welk feit de B. thans veroordeeld werd tot f 20 boete of 20 dagen. HET STUK NIET GESCHIKT VOOR OPVOERING. In de zaak van den officier contra Jan B. bleken geen verdachte getuigen eenig Ievensteeken te geven. Na aandachtige inzage van de stukken, bleek er zonder twijfel iets niet in den haak te zijn, althans de Officier trok de zaak in. EEN LIEF BUURJONGETJE. De 28-jarige landbouwerszoon Joh. Petr. S. te Binnen- wijzend, gem. Westwoud, was op 3 Juli zoo razend op zijn 58-jarigen buurman en veehouder Piet Koopman, dat hij dien eerwaardigen man onthaalde op een slag met een mestgreep op het hoofd, toen Piet probeerde een paar lammeren, die in het land van zijn buurman waren afgedwaald, terug te halen. Te voren had Koopman gevraagd de lammeren terug te mogen halen, doch dit was hem door zijn beminnelijken buurjongen barsch geweigerd. Dit wellevende jongemensch was de min of meer tyrannieke meening toegedaan, dat hij de bevoegd heid bezat, iemand die zonder toestemming zijn land betrad, daarvan af te kunnen slaan. De politierechter maakte hem evenwel duidelijk, dat zijn opvatting niet hoeveel u aan het ding gehecht zijt, en ik zal het voor u terugkrijgen, al moest ik Baxter er den nek voor om draaien. Waarschijnlijk zal Baxter het opletten nu wel als nutteloos opgegeven hebben, gesteld dat hij al dien tijd oplettend geweest is. Wij hebben hem tien nachten gegeven om af te koelen. Ik verwacht dat hij in bed zal blijven, in aangename droomen verzonken. Het is bijna twee uur. Ik zal nog tien minuten wachten en dan naar beneden gaan." Hij nam het kookboek op. „Ga nu weer op uw gemak liggen, en ik zal u eerst nog in slaap lezen." „Je bent een brave kerel," zei mijnheer Peters sla perig. „Is u klaar? „Gelardeerde Varkensfilet. Een half pond vet varkensvleesch." Een flauw lachje krulde de lippen van mijnheer Pe ters. Zijn oogen werden gesloten en hij haalde geregeld adem. Ashe las met zachte stem voort. „Vier groote varkensfilets een lepel notenmuskaat, een kopie kokend water, twee eetlepels boter, een theelepel zout, een halve theelepel peper, een theelepel..." Uit het bed steeg een lichten zucht op. „Wijze van bereiding: Veeg de filets met een voch- tigen doek af. Maak met een scherp mes een diepe insnede over de lengte van iedere filet. Snijdt het var kensvleesch in lange, dunne reepen, en lardeer iedere filet met behulp van een naald. Smelt de boter in het water, voeg kruiden en notusmuskaat bij, en meng alles goed dooreen. Nu vult men iedere insnijding in de filet met dit mengsel en plaats de filets..." Van het hoofdkussen klonk een gesnurk, dat als het ware een uitroepteeken achter de laatste woorden zette. Ashe legde het boek neer en in de duisternis tot waar het schijnsel van de lamp zich niet uitstrekte. Zijn heer sliep. Ashe draaide het licht uit, en liep zachtjes naar de deur. Op de gang bleef hij staan om te luisteren. Alles was doodstil. Hij sloop de trap af. n. George Emerson zat in zijn slaapkamer een sigaret te rooken. In zijn oogen stond een vastberaden besluit te lezen. Hij wierp een blik op het tafeltje naast zijn bed en naar hetgeen daar op lag, en het licht der vastbe radenheid laaide op tot een vlam van fanatieken wil. Zóó kon een middeleeuwsch ridder er uitgezien hebben, als hij op het punt stond een maagd uit de klauwen van den draak te verlossen. Zijn sigaret brandde hem tusschen zijn vingers. Hij keek cp zijn horloge, legde de sigaret weg, en stak een versche op. Zijn houding was geheel die van iemand, die een bepaald uur afwacht. de juiste was en aanleiding kon geven tot moeilijkheden. Zooals hij trouwens thans in ruime mate ondervond. De Officier toch, die releveerde dat verdachte vol* gens verkregen inlichtingen bekend staat als lastig, on verschillig en in drift kwaadaardig, noemde hem iemand die blijkens zijn gedragingen niet in een beschaafde staat, doch onder de wilden in Afrika thuis hoort, vor derde niet minder dan f 75 boete of 75 dagen, terwijl de politierechter zijn volkomen instemming met het ge sprokene deed uitkomen door het opleggen van f 60 boete of 60 dagen. EEN PRETTIGE BUURMAN. Mej. Veenstra, een te Helder wonende huismoeder, kan er zich niet op beroemen, in den persoon van den 60-jarigen werkman Frederik K., die met haar gezin in hetzelfde perceel woont, een adngenamen en dienstvaar- digen buurman te bezitten. Integendeel toen, op 18 Mei de Radiohandelaar Tol op verzoek van mej. Veenstra aan den gezamelijken schoorsteen een antenne beves tigde, barstte Freek in een donderend salvo van vloeken en scheldwoorden, waarvan hij een onuitputtelijken voorraad schijnt te bezitten, uit en beleedigde hrj de arme vrouw op zóó stuitende wijze, dat zij niet meende te kunnen nalatenaangifte te doen. De loslippige oude heer, die niet voor het eerst in het notitieboek van den politierechter voorkomt, werd dan ook heden met inacht neming van zijn antecedenten tot f 25 boete of 25 dagen veroordeeld ZICH STEEDS DIEPER IN DE PUT GEWERKT. Een te Hoogkarspcl thuisbehoorend jongmensch, Theo L.t werd te Bovenkarspel door den veldwachter Keij vriendschappelijk gewaarschuwd bij een rijwielovertre ding. In plaats deze ambtelijke welwillendheid te appre- cieeren, schold hij den politieman nog uit voor „groote lummel', natuurlijk met het minder voordeelige gevolg, dat Keij's houding geheel veranderde en meneer Theo de volle laag gaf. De politierechter deed er heden ook nog een flinke schep bij en veroordeelde Theo tot f 25 boete of 25 dagen. ONGEWENSCHTE SOLIDARITEIT. Te Burgerbrug werd op Zondag 30 Juni zelcer, Ta- mis Kooij, toen hij rustig langs de dorpsstraat fietste, gehinderd en geplaagd door zekeren heer Slijkerman. Toen Tanlis dien heer te kennen gaf, dat hij met rust gelaten wenschte te worden, verscheen eensklaps diens zoon Pieter op het tooneel en diende deze Kooij een slag toe. Piet ontkende thans zijn aandeel in de kinderachtige molestatie, doch het feit werd bewezen verklaard en in een veroordeeling tot f 30 boete of 30 dagen hem duidelijk gemaakt, hoe de politierechter over zijn han deling dacht. ONVERSTANDIGE DEMONSTRATIE VOOR DIE RENBESCHERMING. Volgens de meening van Simon R., een veehouder te Wieringen, behandelde zijn 65-jarige collega P. S. Kinne zijn vee ver van humaan en trachtte hij den ouden Kinne zijn meer geavanceerde denkbeelden aan het verstand te brengen, door hem op 2 Juli een duchtig pak slaag toe te dienen. Nu is het natuurlijk zeer verdienstelijk, indien men krachtig opkomt voor de belangen van het redelooze dier, dat aan de willekeur van een bruut of wreedaard is overgeleverd, doch het scheen ook, dat Simon de rechte methode niet was gevolgd, daar hij nu zelf de pisang werd en tot f 40 boete of 40 dagen veroordeeld. WAT GORTER DOET, IS WELGEDAAN. Een twetal jeugdige tuinders te Castricum, Renier S. en Hendrik B., bereikt hebbende den aanvalligen leef- Onder het rooken van zijn tweede sigaret, hervatte hij zijn gepeins. Dit betrof Aline Peters. George Emerson was omtrent Aline Peters niet geheel gerust. Met het oog van een minnaar, zooals hij deed, over haar wakende, had hij verscheidene dingen aan haar bemerkt, die hem niet bevielen. Op het terras was zij dien morgen onaardig tegen hem geweest ja, wat men bij een meisje die niet zulke engelachtige eigen schappen bezat, zelfs kribbig kou noemen. Dat moest iets beteekenen. Het beteekende dat Aline zich niet goed gevoelde. Het beteekende hetzelfde als wat haar bleek heid en vermoeide oogen beteekenden: dat het leven dat zij leidde haar veel kwaad deed. George Emerson had op Blandlngs Castle elf malen aan het diner gezeten, en ieder van die elf malen had het hem ontzettend gehinderd te moeten aanzien dat Aline alle gebraden vleesch weigerde, om zich te bepa len tot het afschuwelijke vegetarisch voedsel dat de dok ters haar lijdenden vader voorgeschreven hadden. Het medelijden van George had zijn grenzen. Zijn hart bloed- 'e niet voor mijnheer Peters. Mijnheer Peters mocht ich vegetarisch voeden zooveel hij wilde. Maar dat \line zich op die manier zou laten uithongeren, louter >m haar vader tot zedelijken steun te zijn, dat was hem te kras. George was misschien eenigszins materialistisch aan gelegd. Hij was zelf een kerngezond jonkman en deed zich bij maaltijden wat men zou kunnen noemen uitste kend te goed, en hechtte misschien daardoor te veel waarde aan het belang van voedsel als een onmisbaar heid voor het volmaakte leven. Bij zijn overpeinzingen omtrent Aline, maakte hij de som op van zijn eigen le vensbehoeften, en tot de gevolgtrekking komende dat elf maaltijden van de soort die hij Aline had zien ne men hem den dood aangedaan zouden hebben, vio*:de daaruit voort, dat zijn geliefde minstens op het punt moest zijn den hongerdood te sterven. Geen sterveling, overwoog hij, kon van zulke denkbeeldige festijnen in het leven blijven. Dat dit met mijnheer Peters wel het geval was, kwam bij hem niet als een fout in zijn rede neering op. Hij beschouwde mijnheer Peters als een soort machine. Schatrijke zakenmannen brengen dik wijls bij jongelieden den indruk te weeg. Als men George gezegd had dat mijnheer Peters evenals een auto met benzine op gang gebracht werd ,zou hij niet te zeer ver baasd zijn. Maar dat Aline zich het genoegen zou moe ten ontzeggen van het vermalen van die sappige vlee- zen, dat, met het spraakvermogen, den mensch onder- scheldt van de dieren des velds! Dit waren de dingen die George martelden. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 1